R uimtelijkeonderbouwing ex. art. 2.12 Wabo t.b.v. een omgevingsvergunning voor een afwijking van het bestemmingsplan
“Het realiseren van een woongebouw aan de Verzetstraat in Den Burg”
23 april 2013
( (0222)314037 @
[email protected] In opdracht van Duin bouwbedrijf Voor de gemeente Texel
Inhoud 1. Inleiding 2. Omschrijving nieuwe ontwikkeling 2.1 De planlocatie en zijn omgeving. 2.2 Stedenbouwkundige structuur en bijzondere waarden. 2.3 De nieuwe inrichting/ herordening van het perceel 2.4 Ontwerp
3. Ruimtelijk beleidskader. 3.1 Rijksbeleid. 3.2 Provinciaal beleid 3.2.1 Structuurvisie NH 2040. 3.2.2 Leidraad Landschap en Cultuurhistorie. 3.2.3 Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie. 3.2.4 Leidraad landschap en cultuurhistorie. 3.2.5 Provinciale Milieuverordening. 3.2.6 Conclusie planontwikkeling getoetst aan provinciaal beleid 3.3 Regionaal beleid 3.4.1 Regionaal actieprogramma 3.4 Gemeentelijk beleid. 3.4.1 Structuurvisie 2020. 3.4.2 Vigerend Bestemmingsplan 3.4.3 Nota van uitgangspunten bestemmingsplan kernen 3.4.4 Woonvisie 3.4.5 Parkeernorm 3.5 Conclusie
4. Beeldkwaliteit 4.1 Beeldkwaliteit als onderdeel van provinciaal ruimtelijk beleid 4.2 De gemeentelijke welstandsnota 4.3 Beeldkwaliteitsplan “Den Burg West” 4.4 Conclusie
5. Milieubeperkingen en omgevingsaspecten 5.1 Milieu 5.1.1 Bodem en grondwater 5.1.2 Watertoets 5.1.3 Bedrijven en milieuzonering 5.1.4 Geluid 5.2 Verkeersaspecten 5.3 Luchtkwaliteit 5.4 Externe veiligheid 5.5 Cultuurhistorie 5.6 Archeologie 5.7 Natuurwaarden / Habitatrichtlijn -Vogelrichtlijn / Flora en Fauna 5.8 Duurzaam bouwen 5.9 Conclusie
6. Uitvoerbaarheid 6.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 6.2 Economische/financiële uitvoerbaarheid 6.3 Conclusie
1. Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing gaat over een initiatief van CPO (collectief particulier opdrachtgeverschap) door de familie Dros, familie Rab en de familie van de Kooi in het westen van Den Burg. Het initiatief is het realiseren van een woongebouw van 3 lagen met gestapelde woningen op een stuk grond met een bestemming voor grondgebonden woningen. De ontwikkeling is strijdig met het vigerende bestemmingsplan “Den Burg”. Dit bestemmingsplan is vastgesteld door de gemeenteraad op 27 juli 2004 en goedgekeurd door Gedeputeerde staten van Noord-Holland op 22 februari 2005 (met uitzondering van artikel 23 lid 4 van de voorschriften) Hierin heeft het de bestemming Wonen (Wo 1), vrijstaande woningen en groenvoorziening. Meer hierover in paragraaf 3.3.2 Vigerende bestemmingsplan.
Verzetstraat
locatie op Texel
Voor deze strijdigheid moet een specifieke planologische regeling worden getroffen, een procedure ex art. 6.5 van het Besluit omgevingsrecht (Bor). Als onderdeel van de procedure moet een “goede ruimtelijke onderbouwing”, ex. artikel 2.12 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) worden opgesteld, waarin het plan en de beleidsmatige en ruimtelijke - stedenbouwkundige afwegingen voor de realisering van het plan worden verwoord. Deze ruimtelijke onderbouwing voorziet in deze vereisten.
2. Omschrijving nieuwe ontwikkeling 2.1 De planlocatie en zijn omgeving. Het plangebied is gelegen in Den Burg West aan de Verzetstraat en heeft een woonbestemming. Ten Noord-Westen van deze nieuwe ontwikkeling liggen een 3 tal woningen die elk hun eigen stijl hebben. Aan de oostzijde is nog een maatschappelijke bestemming gesitueerd. Ten zuiden komt tussen de deze ontwikkeling en de ontwikkeling van Woonstede Nesland een wadi te liggen. Het terrein grenst verder aan het landelijk gebied en aan de pontweg (N501).
Locatie in de omgeving
s
Ga
t raa isst u h t
ntw
Po eg
2.2 Stedenbouwkundige structuur en bijzondere waarden. De nieuwe bebouwing is een schakel tussen “woonstede nesland” wat een grootschalige gesloten bebouwingsmassa wordt (zie bijlage) en de relatief kleinschalige vrijstaande woningen die een open structuur vormen. De wadi wordt in de bestaande structuur vergroot waardoor de bestaande structuur nog beter benadrukt wordt en waarneembaar is. Hiermee wordt de openheid behouden en beschermd ten opzichte van latere ontwikkelingen. 2.3 De nieuwe inrichting/ herordening van het perceel De bestaande zichtlijnen zijn gebruikt bij het ontwerp en positionering van het gebouw. Een belangrijke zichtlijn komt precies uit bij de entree van het gebouw. Hierdoor vormt dit een mooi eindpunt. Dit is op de plattegrond op de pagina hiernaast in het rood weergegeven. Aan de straatzijde zullen 5 parkeerplaatsen komen en de kant van de pontweg wordt bij de naburige tuin getrokken zodat er een grote mate van eenheid ontstaat voor de pontweg.
Pontweg 2.4 Ontwerp Detaillering, materialisatie en kleurstelling zijn passend en van deze tijd er is kozen voor een gestuukte licht creme gekleurde gevel met een grijze plint en garage en antraciet gekleurde kozijnen en dakranden om een frisse uitstraling te krijgen en passend richting het moderne naastgelegen pand, voor de isolatie is dit een hele mooie oplossing om een hoge waarde te halen. Ook is gekozen om voor de uitstraling niet 1 zichtgevel te ontwerpen, maar 4 zichtgevels. Dit heeft vooral te maken met dat de voorgevels van de huidige woningen richting de verzetstraat zijn gesitueerd wij vinden dit een gemiste kans. Ons inziens had de voorgevel van die woningen naar de pontweg moeten zijn. Met deze ontwikkeling samen met Woonstede Nesland komen er meer voorkanten naar de Pontweg en krijgt het geheel een betere uitstraling. Doordat er meer zichtgevels zijn krijgt ook de verzetstraat een “voorgevel” waardoor het gebouw geen afbreuk aan deze straat doet.
3. Ruimtelijk beleidskader 3.1 Rijksbeleid. Relevant is de ‘Structuurvisie infrastructuur en Ruimte’, die op 13 maart 2012 inwerking is getreden. De structuurvisie is een strategische nota op hoofdlijnen, waarin rijksverantwoordelijkheden en die van anderen helder zijn onderscheiden. Het gaat uit van vertrouwen, heldere verantwoordelijkheden, eenvoudige regels en een selectieve rijksoverheid. De ruimtelijke ordening komt zo dichtmogelijk te liggen bij degene die het aangaat en de gebruiker komt centraal te staan. Er is een selectieve inzet van rijksbeleid op 13 nationale belangen. De structuurvisie zoomt niet in op het schaalniveau, waarop het beoordelings- en afwegingsproces inzake het genoemde initiatief zich zullen voordoen, want de ontwikkeling valt niet binnen 1 van de 13 nationale belangen. Voor dergelijke ontwikkelingen is hoofdzakelijk het gemeentelijk niveau van belang. 3.2 Provinciaal beleid 3.2.1 Structuurvisie NH 2040. De ‘Structuurvisie Noord-Holland 2040’ –“Kwaliteit door veelzijdigheid”, is op 21 juni 2010 door Provinciale Staten vastgesteld. In de structuurvisie zijn de uitgangspunten en de sturingsfilosofie uit het ‘Ontwikkelingsbeeld NoordHolland Noord’ (Het voormalige Streekplan), overgenomen. Uitgangspunt voor 2040 is “kwaliteit door veelzijdigheid”. Noord-Holland moet aantrekkelijk blijven in wat het is: een diverse, internationaal concurrerende regio, in contact met het water en uitgaande van de kracht van het landschap. De Structuurvisie Noord-Holland 2040 stelt voornamelijk regels voor het gebied buiten “Bestaand Bebouwd Gebied” (BBG). Als er buiten BBG gebouwd wordt dient er een ontheffing te worden aangevraagd bij GS. Dit is in dit voorliggende plan niet van toepassing en is gelegen binnen BBG. De provincie streeft naar stedelijke verdichting en is voorstanden van ontwikkelingen binnen BBG. BBG
Totaalkaart Structuurvisie Texel
3.2.2 Provinciale woonvisie De provincie Noord-Holland heeft op 25 mei 2010 de Provinciale Woonvisie vastgesteld. Goed wonen in Noord-Holland. De speerpunten van beleid en opgaven zijn als volgt geformuleerd: 1. Verbeteren van de afstemming tussen vraag en aanbod voor alle consumenten, en specifiek voor doelgroepen die minder kansen hebben op het vinden van een geschikte woning. 2. Verbeteren van de mate waarin voorzieningen in de woonomgeving aansluiten bij de vraag van bewoners. 3. Verbeteren van de duurzaamheid van het woningaanbod en de woonomgeving.
3.2.3 Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie. Om de provinciale belangen, die in de structuurvisie zijn gedefinieerd, door te laten werken, heeft de provincie de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (PRVS) opgesteld. Deze verordening is eveneens op 21 juni 2010 door Provinciale Staten vastgesteld. Hierin wordt een aantal algemene regels vastgesteld omtrent de inhoud van en de toelichting op bestemmingsplannen over onderwerpen in zowel het landelijk als het bestaand bebouwd gebied van Noord-Holland waar een provinciaal belang mee gemoeid is. In de verordening zijn regels voor zowel het bestaand bebouwd gebied als het landelijk gebied, regels voor uitsluitend het bestaand bebouwd gebied (BBG) en regels voor uitsluitend het landelijk gebied. De achtergrond van het aangeven van BBG is het in principe willen uitsluiten van een verdergaande “verstedelijking” of “verstening” van het landelijke gebied. In Hoofdstuk 3 van de PRVS worden regels gegeven voor het BBG. In het kader van de voorliggende ontwikkeling is van belang hetgeen in artikel 9, lid 1 t.a.v. de “aanwijzing bestaand bebouwd gebied” is geformuleerd:
“a. het gebied, als zodanig aangegeven op kaart 1 en op de digitale verbeelding ervan, en b. de bestaande of de bij een – op het moment van inwerkingtreden van de verordening geldend bestemmingsplan toegelaten woon- of bedrijfsbebouwing en kassen, waaronder mede begrepen de daarbij behorende bebouwing ten behoeve van openbare voorzieningen, verkeersinfrastructuur alsmede stedelijk water en stedelijk groen van een stad, dorp of kern”. De uitbreiding vindt dus plaats binnen het BBG. De locatie is ook een aardkundig monument en aardkundig waardevol gebied. Hierover meer in de volgende paragrafen. Ten aanzien van Ecologie is vast te stellen, dat de planlocatie op enige afstand ligt van het “Weidevogelleefgebied”. Dit heeft dus geen invloed op de plannen. 3.2.4 Leidraad landschap en cultuurhistorie. De ontwikkeling valt binnen het archeologisch monument. Fysisch geografische beschrijving: ‘Het Oude Land van Texel’ is een glaciale opduiking. Een dergelijke opduiking komt niet voor op de andere waddeneilanden en is in aardkundig opzicht zeer waardevol en zelfs van internationaal belang. De glaciale opduiking is bijzonder omdat er een complete opeenvolging van sedimenten en landschapsvormen aanwezig is vanaf het Saalien, Wiechselien, Holoceen, inclusief de recente tijd (zie figuur). Door de invloeden van die verschillende tijden bestaat het gebied uit een combinatie van stuwwallen, keileem, dekzand, droge dalen met kreken en mariene vlakten. Het heeft een hoge educatieve, wetenschappelijke en recreatieve waarde. Specifiek beleid voor dit monument: De Provincie Noord-Holland verbiedt alle handelingen die de kenmerken aantasten die dit gebied zo bijzonder maken. Het gebied geeft nog een vrij goed en ononderbroken beeld van de opeenvolgende geologische processen vanaf het Saalien tot nu. Dit wil de provincie zo goed mogelijk behouden en daarom zet zij zich onvermoeid in tegen uitbreiding van de bebouwing, industriële activiteiten, intensieve veehouderij, verblijfsrecreatie en agrarische bewerkingen op of in de bodem van het monument. Voor de steilrand geldt specifiek dat deze vrijgehouden moet worden van vegetatie en dat de steilwand gefixeerd moet worden. Versnippering van het gehele monument moet worden tegengegaan. Zie voor meer informatie het ‘Beleid- en toetsingskader aardkundige monumenten Noord-Holland’. Op deze locatie ligt binnen de kern Den Burg en er mag volgens het geldende bestemmingsplan al gebouwd worden, wij verwachten dan ook geen problemen voor de benodigde ontheffing, zoals ook in paragraaf 3.2.5 beredeneerd wordt..
Weidevogelleefgebied
Aardkundig monument
Dorps DNA Den Burg is een geconcentreerd ringdorp met tussen de 5000-10000 inwoners. De geconcentreerde kernen zijn de kustdorpen aan de Noordzeekust, maar ook de vestingplaatsen aan de IJsselmeerkust, de brinkdorpen in het Gooi en de brinkachtige dorpen op Texel. Deze zijn compact en min of meer concentrisch van opbouw. De ringstructuur is duidelijk te herkennen in Den Burg, er liggen telkens groter wordende ringen om het centrum heen. In de loop van de tijd werden deze ringen bij uitbreidingen niet meer aangehouden. Deze ontwikkeling valt buiten deze sterke structuur. De bestaande uitbreidingswijk waarin gebouwd gaat worden valt binnen de “ringweg” (Pontweg, Emmalaan, Bernhardlaan en Akenbuurt) die geen echte ring vormt, maar is als uitbreidingsring van Den Burg niet herkenbaar.
3.2.5 Provinciale Milieuverordening. De Provinciale Milieuverordening regelt o.a. de bescherming van aardkundige monumenten en stilte gebieden. Het plangebied ligt binnen het Oude Land van Texel en heeft daarom de status van aardkundig monument. In de provinciale milieuverordening is de bescherming van deze aardkundige monumenten geregeld. In hoofdstuk 6 van de milieuverordening staat dat het verboden is om in of op een aardkundig monument handelingen te verrichten, die het aardkundig monument kunnen aantasten. Het is in ieder geval verboden om het gebied te betreden met zware vervoermiddelen, bodemenergiesystemen te installeren, te ontgronden, egaliseren en afgraven voor commerciële doeleinden, ondergrondse infrastructuur aan te leggen, permanente peilverlagingen door te voeren, storten op of in de bodem of het bedrijven van een stortplaats, te graven of het realiseren van natuurbouwprojecten, niet vallend onder de projecten als genoemd in artikel 6.5, sub c. Volgens artikel 6.3 kunnen Gedeputeerde staten ontheffing verlenen van het genoemde verbod indien naar hun oordeel het aardkundig monument door de beoogde handeling minimaal zal worden aangetast. Aan deze ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden in het belang van de bescherming of instandhouding van het aardkundig monument. Een meldingsplicht geldt voor de werkzaamheden die genoemd worden in artikel 6.4 en zijn: dynamisch duinbeheer, grondverzet, natuurbouwprojecten ten behoeve van de instandhouding. Op deze locatie maakt het bestemmingsplan het al mogelijk om een woning te bouwen zonder deze ontheffing of melding aan te vragen. Deze ontwikkeling heeft geen grotere impact op het aardkundig monument dan de bestaande bouwmogelijkheden. Wij verwachten dan ook niet dat de ontheffing die aangevraagd moet worden bij GS voor problemen gaat zorgen op deze locatie en voor dit plan. Er is immers ook al een wadi en verroting van de sloot uitgegraven. En om de ontwikkelingslocatie heen zijnen worden recent woningen gebouwd. 3.2.6 Conclusie planontwikkeling getoetst aan provinciaal beleid. Vastgesteld kan worden, dat voor deze locatie een ontheffing bij GS aangevraagd moet worden om te bouwen op, of in het aardkundig monument het Oude land van Texel. Verder zijn er geen strijdigheden ten aanzien van het provinciale ruimtelijke beleid. 3.3 Regionaal beleid 3.3.1 Regionaal actieprogramma Texel De door de provincie Noord-Holland opgestelde groeiprognose van 17 huishoudens tot 2020, doet, gezien de totale bevolking van Texel, erg vreemd aan. Texel is als woningregio volkomen uniek: het heeft een hoog recreatief gebruik van tweede woningen en kent, naast een lokale woningmarkt, vooral een landelijke in plaats van regionaal georiënteerde uitwisseling. Het zit dus op geen enkele manier de rest van de regio Kop van NH in de weg bij eventuele woningbouwproductie. Ook de migratiecijfers tonen dat aan. Daarom lijkt het verdedigbaar dat Texel gewoon conform de eigen inzichten verder gaat met ontwikkelen en bouwen. Texel is om deze redenen ook niet meegenomen in de nadere beschouwing in paragraaf 2.1. Vooralsnog schat de gemeente de behoefte vanuit de eigen lokale bevolking in op ca. 200 woningen tot 2020. Voor appartementen in de koopsector is slechts beperkt ruimte. De aanvraag wordt gedaan door CPO, 3 opdrachtgevers die gezamenlijk dit complex ontwikkelen en zullen gaan bewonen. De vraag of er behoefte aan deze woningen is hoeft hierdoor niet verder aangetoond te worden, omdat de bewoners zelf deze appartementen ontwikkelen en hierdoor is de behoefte al aangetoond. 3.4 Gemeentelijk beleid. 3.4.1 Structuurvisie 2020. Sinds september 2002 heeft de gemeente de beschikking over de nota “De toekomst van Texel - Structuurvisie 2020”. In 2006 startte de gemeenteraad met het project “Ruimte voor ontwikkeling, samen zorgen voor de toekomst”. De uitkomst daarvan is de geactualiseerde Structuurvisie 2020 ‘Texel op koers’. Hierin staan de gewenste ontwikkelingen voor de economie, de ruimtelijke ordening en zorg en welzijn. De Structuurvisie vormt voor de komende jaren een toetssteen voor de beleidsbeslissingen op deze terreinen en geeft richting aan de uitwerking daarvan. Het toekomstbeeld dat de gemeente voor ogen staat luidt kernachtig: “Texel 2020, een vitaal en springlevend eiland”. Vitale dorpen zijn hierbij van belang. Dit bereik je door de voorzieningen in de dorpen te behouden. Deze voorzieningen draaien op de inwoners van de dorpen en die uit het buitengebied. Nieuwe woningen: Er zijn te weinig woningen voor Jongeren en senioren. Door senioren woningen te bouwen in de woonzorgzone in Den Burg kunnen de bewoners een beroep doen op deze voorzieningen daar, zoals maaltijden en medische en maatschappelijke zorg. De te bouwen woningen zijn alle drie nul-treden woningen, dus zeer geschikt voor senioren. De ontwikkeling vindt plaats aan de kant van Den Burg waar ook de meeste zorgvoorzieningen aanwezig zijn. Hierdoor past het goed in het beleid van de gemeente. 3.4.2 Vigerend Bestemmingsplan Het vigerende bestemmingsplan waar de planlocatie invalt is het bestemmingsplan “Den Burg”. Dit bestemmingsplan is vastgesteld door de gemeenteraad op 27 juli 2004 en goedgekeurd door Gedeputeerde staten van Noord-Holland op 22 februari 2005 (met uitzondering van artikel 23 lid 4 van de voorschriften) In dit bestemmingsplan hebben de gronden de bestemming “woningen, Wo 1; uitsluitend vrijstaande woning of maximaal twee aaneen’, klasse 1” (artikel 3) en “groenvoorziening” (artikel 13). Er wordt buiten het bouwblok gebouwd en de woningen zijn gestapeld, dus de voorgenomen ontwikkeling is strijdig met het bestemmingsplan. Deze ontwikkeling past wel binnen de bestaande bestemming “Ws, gestapelde bebouwing” (artikel 3).
3.4.3. Nota uitgangspunten Bestemmingsplan kernen Deze nota is vastgesteld bij raadsbesluit van 14 september 2011. Hierin staan de uitgangspunten voor de nog op te stellen bestemmingsplannen voor de kernen verwoord. Den Burg; het dorp heeft als enig dorp op Texel grotere woningbouwuitbreidingen die niet bepalend zijn voor het toeristisch-recreatief product Texel. Binnen deze gebieden staat de woonfunctie voorop. Hier kan een globale, flexibele regeling voor worden opgesteld. Een globale flexibele regeling voor de woongebieden/woonwijken en de bebouwing. Aan de randen van het dorp is veelal bebouwing op enige afstand van elkaar gesitueerd. Dit moet behouden blijven. Open ruimten en doorzichten beschermen. 3.4.4 Woonvisie De woonvisie is vastgesteld bij raadsbesluit op 22 april 2008. In deze visie worden de visie en de doelstellingen op het gebied van wonen beschreven. Deze worden verwoord als de ambities: • Lokale woningbehoefte staat voorop in vitale, leefbare dorpskernen; • Bouwen op maat en duurzaam met versterking van identiteit en kwaliteit. Voor de periode 2005 – 2015 ligt er volgens de regionale visie een opgave van 1.100 woningen. De bouwopgave voor de periode van 2007 – 2015 bedraagt 271 woningen (387 woningen inclusief 30% uitval). Op grond van de demografische veranderingen (ontgroening en vergrijzing) wordt onder meer geconstateerd dat er een grotere behoefte aan nultreden-woningen ontstaat. De voorkeur voor nieuwe woningen gaat uit naar het inbreiden in bestaand stedelijke gebied (dit is in lijn met de Hoofdstuk 3 19 structuurvisie). Dit ter sparing van het landschap. Qua categorisering wordt uitgegaan van: • Sociale sector 40 – 45%; • Middelduur 30 – 50%; • Duur 20%. De ontwikkeling van dit project geeft invulling aan de woonvisie omdat er (gestapelde) nultreden-woningen worden gerealiseerd en er in bestaand stedelijk gebied wordt gebouwd. De woningen betreffen particulier initiatief, er worden geen sociale sector woningen in gerealiseerd. De woningcategorieën zijn gelegen in de sector middelduur. Door deze ontwikkeling worden er 3 woningen gerealiseerd op een locatie waar 1 woning mogelijk was, dit is een toename van 2 woningen. 3.4.5 Parkeernorm De gemeentelijke parkeernorm, vastgelegd in de parkeernormen 2010, voor woningbouw in een woonwijk is gesteld op 1,5 parkeerplaats per woning. (3x1,5 =4,5) Deze ontwikkeling heeft 5 parkeerplaatsen voor 3 gestapelde woningen en voldoet hiermee aan deze norm. 3.5 Conclusie De voorgenomen ontwikkeling voldoet niet aan het bestemmingsplan, maar past wel binnen de rest van het vigerende gemeentelijke beleid.
Plankaart
4. Beeldkwaliteit 4.1 Beeldkwaliteit als onderdeel van provinciaal ruimtelijk beleid In de Structuurvisie 2040 is het maken van een ‘beeldkwaliteitsplan’ verplicht gesteld voor nieuwe ontwikkelingen. De intentie van de provincie daarbij is samengevat in het credo “behoud door ontwikkeling”, waarbij een sterke nadruk wordt gelegd op ‘regionale identiteit’ en ‘ruimtelijke kwaliteit’. Voor de onderhavige ontwikkeling, waarbij sprake is de uitbreiding van een woonbestemming met een schuur binnen de bestemmingsgrenzen, wordt een beknopte beeldkwaliteitsparagraaf geacht voldoende inzicht te geven in de gevolgen van de ingreep voor de bestaande beeldkwaliteit. De volgende vijf elementen worden van belang geacht voor een beeldkwaliteitsplan: 1. aandacht voor de ontwikkelingsgeschiedenis; 2. aansluiting bij de ordeningsprincipes van het landschap (omgeving); 3. aansluiting bij de bebouwingskarakteristiek (architectuur, stedenbouw, openbare ruimte); 4. inpassing van het plangebied in de wijdere omgeving (grotere landschapseenheid); 5. aandacht voor de bestaande kwaliteiten van het gebied en voor de maatregelen om negatieve effecten op deze kwaliteiten op te heffen. In het voorliggende geval kunnen breedvoerige overweging ten aanzien van genoemde „elementen‟ achterwege blijven: het betreft een herordening op een perceel, waarbij de aanwezige landschappelijke kwaliteit en bebouwingskarakteristiek worden gerespecteerd. 1. In 1356 begonnen de inwoners van Den Burg met de aanleg van een ‘burghwal’ met ‘burghgracht’ rond het dorp. Binnen de muren van de burgwal ontstond de bewoonde binnenring van Den Burg. De gracht werd in 1902 drooggelegd en de wal is nu bijna overal met huizen bebouwd. Maar nu nog zie je de gracht en de wal terug in het ronde patroon dat de straten binnen deze ring vormen. Deze locatie was in die tijd nog geen onderdeel van het dorp, maar agrarisch land. Het dorp is langzaam naar deze locatie gegroeid. 2. De Verzetstraat is onderdeel van de uitbreidingswijk aan de west kant van Den Brug, die de ruimte tussen het bestaande dorp en de “rondweg” invult en is hierdoor een logische uitbreiding van Den Burg. 3. De omliggende woningen aan de Verzetstraat zijn welstandsvrije woningen. Deze woningen zijn allemaal onder architectuur gebouwd en allemaal heel anders van stijl. Dit geeft een gevarieerd beeld waar deze ontwikkeling mooi bij aansluit. Aan de andere kant van de Wadi ontstaat er een wooncomplex van een stuk grotere schaal. De nieuwe ontwikkeling zorgt voor een tussenstap tussen de vrijstaande woningen en het wooncomplex. 4. Op de schaal van Den Burg en omgeving treed er geen verandering op ten opzichte van de bestaande mogelijkheden binnen het bestemmingsplan. 5. De nieuwe ontwikkeling doet geen afbreuk aan bestaande kwaliteiten. Zoals in de voorgaande hoofdstukken ook al blijkt, wordt de bestaande stedenbouwkundige structuur met de ingreep niet noemenswaardig gewijzigd en bestaande kwaliteiten (van de omgeving) worden niet bedreigd. Er wordt voldaan aan de eisen, die gesteld kunnen worden in het kader van het provinciale uitgangspunt “behoud door ontwikkeling”. 4.2. De gemeentelijke welstandsnota Van toepassing is de herziene Gemeentelijke Welstandsnota van 2008. Het gebied waarin de locatie ligt is welstandsvrij. Daarnaast valt het project onder het gebied Dorpsranden’, dit maakt uit van themabeleid om te voorkomen dat de randen het landschap gaan domineren. In de welstandnota zijn criteria opgenomen waar aan getoetst wordt indien een plan plaatsvindt binnen het gebied ‘Dorpsranden’. Het gaat onder andere om de afstemming van de bouwmassa van de panden, situering en oriëntatie van gebouwen, kleurgebruik en openheid en doorzichten. Deze dorpsrand wordt voornamelijk van dichtbij waargenomen. Hierdoor zijn sommige punten uit de welstandsnota anders in te vullen. De reeds gerealiseerde woningen zijn heel divers, van klassiek tot heel modern. Dit pand wordt ook een modern strak pand, passend bij naastgelegen woning. Het wordt een schaalsprong tussen de vrijstaande open bebouwing en het gesloten woonblok aan de andere kant. Er wordt een voorkant naar de dorpsrand ontworpen waar geen storende bijgebouwen meer bij komen, hierdoor zullen de doorzichten en openheid behouden blijven. De gestuukte crème kleurige gevels met donkere accenten passen goed bij de al aanwezige bebouwing. De aangrenzende moderne woning is ook gestuukt, in een gele kleur met contrasterende elementen. 4.3 Beeldkwaliteitsplan “Den Burg West” In 2005 is er een beeldkwaliteitsplan (BKP) opgesteld voor “Den Burg – West”. Hierin worden referentiebeelden gegeven die moeten bijdragen aan een hoge ruimtelijke kwaliteit voor de “groen hoven wijk”. Deze beelden geven richtlijnen en voorschriften voor zowel de afzonderlijke elementen als de samenhang tussen de bebouwing en de openbare ruimten en de landschappelijke inpassing om de beoogde kwaliteit te behalen. Het BKP is naast het bestemmingsplan toetsingskader voor het daadwerkelijk inrichten en bouwen in “Den Burg West”. Het BKP bevat voornamelijk inspiratiebeelden waarmee rekening gehouden moet worden voor de inrichting van de groene wijk. De reeds gerealiseerde woningen zijn strijdig met het beeldkwaliteitsplan, ze zijn met de achterkant naar de pontweg gesitueerd. Deze ontwikkeling zorgt ervoor dat zowel de zijde van de Pontweg als aan de Verzetstraat als voorgevel ontworpen zijn. Hiermee geeft het de juiste invulling aan wat gesteld in het beeldkwaliteitsplan. 4.4 Conclusie De voorwaarden die aan de beeldkwaliteit worden gesteld zijn meegenomen in de ontwikkeling van het plan. Deze vormen geen belemmering. De welstandscommissie heeft in een pretoets al aangegeven dat ze positief tegenover het plan staan.
Gemeentelijke welstandskaart
5. Milieubeperkingen en omgevingsaspecten 5.1 Milieu 5.1.1 Bodem en grondwater Verkennend bodemonderzoek wordt later aangeleverd. Er worden geen problemen verwacht. 5.1.2 Watertoets De verhardingssituatie wijzigt zich bij het voorliggende initiatief in kleine mate; de bebouwingstoename beperkt zich tot 266m² met daaromheen nog wat verharding voor ontsluiting, maar in het vigerende bestemmingsplan is al rekening gehouden met een verharding van ongeveer 100m², hiervoor is al compensatie geregeld. Er blijft dus een verhardingstoename van ongeveer 166m² over, dus wordt de grens van 800m² niet bereikt, die door het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier als grens is gesteld, waarbij de noodzaak van compenserende maatregelen in beeld komt. Er wordt extra waterberging gerealiseerd door het vergroten van de wadi. Dit om de verhardingstoename van het naastgelegen project “Woonstede Nesland” op te vangen. In of aan de bouwwerken zullen geen materialen worden toegepast, welke een verontreinigende werking hebben op hemelwater en/of grondwater. De afvoer van hemelwater vindt gescheiden plaats van het “vuil” water (riolering). 5.1.3 Bedrijven en milieuzonering Er veranderd niks aan de bedrijfs- en milieuzonering ter plaatse. Er is al sprake van een woonbestemming op deze locatie. 5.1.4 Geluid Het gaat hier om een geluidgevoelig object wat wordt gebouwd. Er is al een akoestisch onderzoek uitgevoerd in het kader van bestemmingsplan Den Burg. Naar aanleiding hiervan is een geluidcontour op de plankaart getekend. Deze geluidcontour is gelegen op 31, respectievelijk 33 meter uit de pontweg. Dit is een contour van 50dB(A), maar tegenwoordig geldt een voorkeursgrenswaarde van 48dB(A). Ten tijde van het onderzoek gold een maximum snelheid van 80km/u, deze is verlaagd naar 60km/u. Dus redelijkerwijs kan er gesteld worden dat de contour nog steeds te handhaven is en er geen nieuw akoestisch onderzoek noodzakelijk is. De ontwikkeling wordt op een afstand van ongeveer 70 meter van de pontweg gerealiseerd dus voldoet hij aan de “Wijzigingswet Wet Geluidhinder”. 5.2 Verkeersaspecten De geplande aansluiting op de verzetstraat verandert niet noemenswaardig. Het aantal verkeersbewegingen neemt iets toe, maar is op de hele wijk gezien verwaarloosbaar. 5.3 Luchtkwaliteit Bij ontwikkelingen is in algemene zin onderzoek nodig naar de bestaande luchtkwaliteit en de effecten, die de realisatie van die ontwikkelingen daarop zal hebben. 15 november 2007 is de “Wet Luchtkwaliteit” (Stb.2007,434) in werking getreden. Deze wet voorziet onder meer in een gebiedsgerichte aanpak van de luchtkwaliteit via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). De programma-aanpak zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen. Van bepaalde projecten met getalsmatige grenzen is vastgesteld dat deze niet in betekenende mate (NIBM) bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze mogen zonder toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Een project draagt in niet betekenende mate bij aan de luchtverontreiniging als de 3%-grens niet wordt overschreden. De 3%-grens is gedefinieerd als 3% van de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van fijn stof (PM10) of stikstofdioxide (NO2). Dit komt overeen met 1,2 microgram/m3 voor zowel PM10 als NO2. Luchtkwaliteitseisen vormen onder de nieuwe „Wet Luchtkwaliteit‟ geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkeling als: ▪ er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde; ▪ een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt; ▪ een project niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit; ▪ een project is opgenomen in een regionaal programma van maatregelen of in het NSL. Met de voorgenomen ontwikkeling wijzigt de activiteit ter plaatse zich nihil; dit heeft dan ook geen invloed op de luchtkwaliteit ter plaatse. 5.4 Externe veiligheid Op basis van het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen dient in ruimtelijke plannen aandacht geschonken te worden aan de risico‟s die zijn verbonden aan risicovolle inrichtingen. Volgens de “Risicokaart Noord-Holland” zijn in de wijdere omgeving van de planlocatie alleen op meer dan 500 meter een LPG-tankstation (Pontweg 113) en op ongeveer 70 meter een provinciale weg waar LPG over vervoerd wordt, verder zijn er geen risicovolle bedrijven, vaar-, rail- of autowegen, waarover risicovolle transporten plaats vinden. De ontwikkeling valt buiten de 10-6 contour, die op 40 meter van het vulpunt van het LPGtankstation ligt. Voor beide inrichtingen geldt dat de normen voor het plaatsgebonden risico en het groepsrisico geen belemmering vormen voor deze ontwikkeling.
Risicokaart Noord Holland
5.5 Cultuurhistorie Op de aardkundige waarden kaart uit de PRVS valt af te lezen dat de ontwikkeling plaats vindt binnen het aardkundig waardevol gebied en ook binnen het aardkundig monument “het oude land”, zoals beschreven in paragraaf 3.2.4. De ontwikkeling heeft dus invloed op de aardkundige waarden van Texel, hiervoor zal ontheffing aangevraagd moeten worden. 5.6 Archeologie Volgens de verwachtingskaart van de provincie uit ‘Leidraad Landschap en Cultuurhistorie’ vastgesteld door GS op 21 juni 2010 valt deze locatie buiten het gebied met een hoge archeologische verwachtingswaarde van provinciaal belang. Uit gemeentelijk onderzoek uitgevoerd door Vestigia in 2007 blijkt echter dat de locatie ‘Postweg 145 in de Cocksdorp’ een lage archeologische verwachtingswaarde heeft. Archeologie vormt hierdoor geen belemmering voor de uitvoer van dit project. Wanneer tijdens de bouw archeologische vondsten worden gedaan moeten deze gemeld worden en zal er een passende oplossing worden gezocht.
Archeologische verwachtingskaart gemeente Texel
Archeologische verwachting Leidraad Landschap en Cultuurhistorie
5.7 Natuurwaarden / Habitatrichtlijn -Vogelrichtlijn / Flora en Fauna Met betrekking tot de flora en fauna kan gesteld worden dat de ontwikkeling van deze gestapelde woningen op dit voor bebouwing klaar liggende terrein geen noemenswaarde bedreiging vormen voor de in de omgeving aanwezige, al dan niet beschermde vogels, zoogdieren en planten. Hier zullen zich geen problemen voordoen vanuit de flora en fauna. Uiteraard zal bij de uitvoering van de werkzaamheden - voor zover aan de orde - rekening worden gehouden met het gestelde in de Flora en Faunawet m.b.t. bijvoorbeeld het broedseizoen, zal de zorgplicht in acht worden genomen en zal tijdens de bouw de algemene verbodsbepalingen (artikel 8 tot en met 12) van de flora en faunawet niet overtreden worden. 5.8 Duurzaam bouwen Bij de te verwachten bouwplannen zal worden uitgegaan van een uitvoering conform de richtlijnen van het ‘Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen’ 5.9 Conclusie Aan de milieukundige situatie verandert weinig tot niks, dit vormt daardoor geen belemmering voor de ontwikkeling van dit project. Er moet wel rekening gehouden worden met het broedseizoen.
6. Uitvoerbaarheid 6.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid - Wettelijk vooroverleg ex artikel 3.1.1. Bro Op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) dient de gemeente bij de voorbereiding van een omgevingsvergunning o.a. inhoudende een grote planologische afwijking, overleg te plegen met betrokken waterschappen en diensten van Rijk en provincie die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen die in het plan of bij het project in geding zijn. Dit plan omvat zo’n kleine afwijking dat dit als het al nodig is geen problemen op gaat leveren omdat het zoals in deze ruimtelijke onderbouwing is aangegeven geen problemen te verwachten zijn. - Tervisielegging ontwerp De ontwerp omgevingsvergunning, voor wat betreft de activiteit grote planologische afwijking, zal na publicatie voor 6 weken ter inzage worden gelegd. De zienswijzen worden door burgemeester en wethouders in de besluitvorming meegenomen. - Verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3 van de Wabo, kan slechts worden verleend nadat de gemeenteraad heeft verklaard daartegen geen bedenkingen te hebben. De verklaring kan slechts worden geweigerd in het belang van een goede ruimtelijke ordening. 6.2 Economische/financiële uitvoerbaarheid Het voorliggende plan is een initiatief van CPO door de familie Dros, familie Rab en de familie van de Kooi, Warmoesstraat 10, 1791CR Den Burg, gemeente Texel. De kosten van de nieuwbouw van het woongebouw zijn voor rekening van de initiatiefnemer. Met betrekking tot het planschade-risico zal - indien gewenst - tussen gemeente en de initiatiefnemer een (standaard) overeenkomst worden gesloten. 6.3 Conclusie Voor de uitvoerbaarheid van het plan zijn geen belemmeringen.
Rapport Verkennend bodemonderzoek Pontweg/Gasthuisstraat te Den Burg
Documentnr:
051000431/1552-101
Datum:
18 december 2006
Opdrachtgever: Buijsman beheer Hemmerkooi 14 1797 RD Den Hoorn Opdrachtnemer: Bodembelang BV Zandloper 17 1731 LM Winkel tel 0224-531274 fax 0224-531915 Rapporteur: T&A Survey BV Badhuisweg 3 Postbus 37060 1030 AB Amsterdam tel 020-6651368 fax 020-6685486
Auteur: Projectleider:
Akkoord:
M. van Veelen A.H. van Kester
INHOUDSOPGAVE
pagina
1
INLEIDING EN DOEL
2
2
VOORONDERZOEK 2.1 Verantwoording 2.2 Beschikbare onderzoeksgegevens 2.3 Ligging lokatie 2.4 Historisch, huidig en toekomstig grondgebruik 2.5 Conclusie en onderzoeksstrategie VELDWERKZAAMHEDEN 3.1 Uitvoering 3.2 Veldwaarnemingen 3.2.1 Bodemopbouw 3.2.2 Zintuiglijke waarnemingen 3.2.3 Asbest 3.2.4 Grondwatergegevens 3.3 Analysestrategie LABORATORIUMONDERZOEK 4.1 Analyseresultaten 4.2 Toetsingskader 4.3 Interpretatie analyseresultaten 4.3.1 Analyseresultaten grond 4.3.2 Analyseresultaten grondwater SAMENVATTING, CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
3 3 3 3 3 3 4 4 4 4 4 4 4 4 6 6 6 6 6 7 8
3
4
5
BIJLAGE 1 :
Topografische ligging van de onderzoekslokatie Situatietekening bestaande bebouwing met de boringen en peilbuis
BIJLAGE 2 :
Foto’s onderzoekslokatie
BIJLAGE 3 :
Bodemprofielen en zintuiglijke waarnemingen
BIJLAGE 4 :
Analysecertificaten
BIJLAGE 5 :
Toetsingskader
Verkennend bodemonderzoek Pontweg/Gasthuisstraat te Den Burg Documentnr: 051000431/1552-101 d.d. 20 december 2006
Pagina 1
1
INLEIDING EN DOEL Door Buijsman beheer is aan Bodembelang BV opdracht verleend voor het uitvoeren van een verkennend bodemonderzoek ter plaatse van de lokatie Pontweg/Gasthuisstraat te Den Burg. De rapportage is verzorgd door T&A Survey BV. Aanleiding voor het bodemonderzoek is een voorgenomen aanvraag van een bouwvergunning voor nieuwbouw. Doel van het onderzoek is het vastleggen van de milieukundige kwaliteit van de bodem ter plaatse. In de volgende hoofdstukken worden de resultaten van het uitgevoerde onderzoek weergegeven, geïnterpreteerd en tot slot samengevat en voorzien van een conclusie met aanbevelingen.
Verkennend bodemonderzoek Pontweg/Gasthuisstraat te Den Burg Documentnr: 051000431/1552-101 d.d. 20 december 2006
Pagina 2
2
VOORONDERZOEK
2.1
Verantwoording De historische informatie over het grondgebruik is verkregen bij de opdrachtgever.
2.2
Beschikbare onderzoeksgegevens Voor zover bekend zijn er geen eerdere milieukundige bodemonderzoeken uitgevoerd. Er zijn tevens geen gegevens bekend over regionale achtergrondgehalten in grond en grondwater.
2.3
Ligging lokatie De onderzoekslokatie bevindt zich aan de Pontweg/Gasthuisstraat te Den Burg en is gelegen buiten van de bebouwde kom. De coördinaten van de onderzoekslokatie zijn: X = 114.750 en Y = 563.400. De topografische ligging van de onderzoekslokatie is opgenomen in bijlage 1. De te onderzoeken lokatie heeft een oppervlakte van circa 4.500 m2 en ligt in de kadastrale gemeente Texel, sectie O en heeft voor zover bekend nog geen perceelnummer. De lokatie ligt niet binnen een grondwaterbeschermingsgebied.
2.4
Historisch, huidig en toekomstig grondgebruik De onderzoekslokatie is geheel onbebouwd en onverhard. Op de lokatie bevinden zich geen tanks voor opslag van brandstoffen. In bijlage 2 zijn foto’s van de onderzoekslokatie opgenomen. Het toekomstig gebruik van het perceel is wonen.
2.5
Conclusie en onderzoeksstrategie Aan de hand van de in dit hoofdstuk genoemde informatiebronnen wordt geconcludeerd dat de bodem als gevolg van de op de lokatie uitgevoerde activiteiten waarschijnlijk niet verontreinigd is. Het bodemonderzoek is daarom uitgevoerd volgens de NEN 5740, onderzoeksstrategie onverdacht (ONV). Hieruit voortvloeiend zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: -
het aantal boringen en peilbuizen is voor de lokatie als geheel afgeleid van de NEN 5740 ;
-
zowel de boven- en ondergrond als het grondwater zijn geanalyseerd op het NEN analysepakket geldend voor respectievelijk grond en grondwater.
Verkennend bodemonderzoek Pontweg/Gasthuisstraat te Den Burg Documentnr: 051000431/1552-101 d.d. 20 december 2006
Pagina 3
3
VELDWERKZAAMHEDEN
3.1
Uitvoering Het veldwerk (verrichten van boringen, bemonsteren van grond en grondwater) is uitgevoerd door Bodembelang BV; een veldwerkbureau dat volledig is gecertificeerd volgens de beoordelingsrichtlijnen voor veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek (BRL SIKB 2000). Er zijn in totaal 15 boringen verricht (nummers 1 t/m 15), waarvan één boring is voorzien van een peilbuis (nummer 1). Bij de bemonstering van het grondwater zijn tevens de geleidbaarheid en zuurgraad van het grondwater afkomstig uit de peilbuis gemeten (zie hiervoor 3.2.4 Grondwatergegevens). De lokaties van de boringen en de peilbuis zijn weergegeven in bijlage 1. Boringen, monstername en metingen zijn uitgevoerd volgens de geldende NEN-normen en de Nederlandse Praktijkrichtlijnen.
3.2
Veldwaarnemingen
3.2.1
Bodemopbouw Gelet op de boringen ter plaatse van de onderzoekslokatie bestaat de bodem hoofdzakelijk uit een zandpakket. De bovengrond bestaat grotendeels uit sterk humeus, zwak siltig, matig fijn zand. De ondergrond bestaat tot de maximaal geboorde diepte van 2,3 m -mv voor boring 1 en tot de maximaal geboorde diepte van 2,0 m -mv voor boringen 2, 3 en 4, uit zwak tot plaatselijk sterk humeus, zwak tot matig siltig, zeer fijn zand. De beschrijvingen van bodemprofielen en de zintuiglijke waarnemingen zijn opgenomen in bijlage 3.
3.2.2
Zintuiglijke waarnemingen De bodem bestaat tot de maximaal geboorde diepten uit zintuiglijk schoon zand.
3.2.3
Asbest Op het maaiveld en in het opgeboorde materiaal zijn geen asbestverdachte materialen aangetroffen.
3.2.4
Grondwatergegevens De peilbuis- en grondwatergegevens zijn samengevat in onderstaande tabel. tabel 1: Peilbuis- en grondwatergegevens Peilbuis
Filterstelling in cm -mv
Grondwaterstand t.o.v. maaiveld in cm
pH
EC in µS/cm
Meetdatum
1
130-230
60
-
-
7/12/2006
Wegens een technisch defect zijn pH en EC (elektrisch geleidingsvermogen) niet in het veld gemeten.
3.3
Analysestrategie Rekening houdend met de doelstelling van het bodemonderzoek en de in het veld waargenomen Verkennend bodemonderzoek Pontweg/Gasthuisstraat te Den Burg Documentnr: 051000431/1552-101 d.d. 20 december 2006
Pagina 4
milieuhygiënische verontreinigingskenmerken van de bodem zijn bodemmonsters geselecteerd voor chemisch onderzoek. De chemische analyses zijn uitgevoerd door een door RvA- (voorheen STER-lab) gecertificeerd laboratorium. tabel 2: Overzicht monsterselectie en analyses grondmengmonsters Deellokatie
Mengmonsters
Diepte (cm -mv)
Grondsoort
Bijzonderheden
Analyse
gehele lokatie
MM1
0-50
zand
geen
NEN-5740-grond, lutum en organische stof
gehele lokatie
MM2
0-50
zand
geen
NEN-5740-grond, lutum en organische stof
gehele lokatie
MM3
50-150
zand
geen
NEN-5740-grond, lutum en organische stof
NEN-5740-grond:
droge stofgehalte, metalen (arseen, cadmium, chroom, koper, kwik, lood, nikkel en zink), polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK 10 VROM), extraheerbare organohalogeenverbindingen (EOX) en minerale olie (C10 - C40) incl. clean up.
Peilbuis 1 is bemonsterd en het grondwatermonster is ter analyse aangeboden aan het laboratorium. tabel 3: Overzicht peilbuizen en analyses grondwatermonsters Deellokatie gehele lokatie
Peilbuis
Filterstelling in cm -mv
1
130-230
Waarneming
Analyse
geen
NEN-5740-grondwater
NEN-5740-grondwater: metalen (arseen, cadmium, chroom, koper, kwik, lood, nikkel en zink), vluchtige aromaten (BTEX), naftaleen, vluchtige chlooralifaten, vluchtige chloorbenzenen en minerale olie (C10 - C40).
Verkennend bodemonderzoek Pontweg/Gasthuisstraat te Den Burg Documentnr: 051000431/1552-101 d.d. 20 december 2006
Pagina 5
4
LABORATORIUMONDERZOEK
4.1
Analyseresultaten De chemische analyses en bepalingen zijn uitgevoerd door een door de Raad Van Accreditatie (RVA) erkend laboratorium. De rapportage van het chemisch onderzoek is weergegeven in bijlage 4. Deze resultaten worden in de navolgende paragrafen getoetst en geïnterpreteerd.
4.2
Toetsingskader De analyseresultaten zijn getoetst aan het toetsingskader zoals dat wordt gegeven door de “Circulaire Saneringsregeling Wet Bodembescherming” (1998; Staatscourant nummer 4) en de “Circulaire streefwaarden en interventiewaarden bodemsanering” (2000; Staatscourant nummer 39), beide gepubliceerd door het Ministerie van VROM. Zie voor een nadere uitleg van dit toetsingskader bijlage 5.
4.3
Interpretatie analyseresultaten In de volgende overschrijdingstabellen zijn de resultaten van het chemisch onderzoek weergegeven. De gemeten gehalten en concentraties zijn getoetst aan de gecorrigeerde streef- en interventiewaarden die zijn weergegeven in bijlage 5.
4.3.1
Analyseresultaten grond tabel 4: Overschrijdingstabel grond (gehalten in mg/kg ds) MM1 MM2 Boring 05,06,07,09 11,12,13,15 Van (cm-mv) 0 0 Tot (cm-mv) 50 50 Humus (% op ds) 3,3 2,4 Lutum (% op ds) 2,8 1,4 Droge stof 83,3 85,2 Zware metalen Arseen [As] <4 <4 Cadmium [Cd] < 0,16 < 0,16 Chroom [Cr] < 14 < 14 Koper [Cu] 8 8 Kwik [Hg] 0,18 0,18 Lood [Pb] 46 29 Nikkel [Ni] <3 <3 Zink [Zn] 19 < 16
MM3 01,02,03,04 50 150 2,8 1,6 79,8 <4 < 0,16 < 14 <5 < 0,04 < 12 <3 < 16
Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (PAK) PAK 16 EPA 0,45 PAK 10 VROM 0,27
0,40 0,21
0,33 0,19
EOX
< 0,1
< 0,1
< 0,1
Minerale olie C10 - C40 < 50 < 50 < 50 * het gehalte is groter dan de streefwaarde en kleiner of gelijk aan de tussenwaarde ** het gehalte is groter dan de tussenwaarde en kleiner of gelijk aan de interventiewaarde *** het gehalte is groter dan de interventiewaarde
Uit bovenstaande tabel blijkt dat de onderzochte mengmonsters van de boven- en ondergrond (MM1, MM2 en MM3) voor wat betreft de gemeten parameters chemisch analytisch schoon zijn.
Verkennend bodemonderzoek Pontweg/Gasthuisstraat te Den Burg Documentnr: 051000431/1552-101 d.d. 20 december 2006
Pagina 6
4.3.2
Analyseresultaten grondwater tabel 5: Overschrijdingstabel grondwater (concentraties in µg/l) 01-1-1 Datum 7-12-2006 Van (cm-mv) 130 Tot (cm-mv) 230 Zware metalen Arseen [As] <2 Cadmium [Cd] < 0,1 Chroom [Cr] 2,1 * Koper [Cu] 4 Kwik [Hg] < 0,02 Lood [Pb] 3 Nikkel [Ni] 3 Zink [Zn] 27 Vluchtige aromaten Benzeen Ethylbenzeen Tolueen Xylenen (som) BTEX (som)
< 0,2 < 0,2 < 0,2 < 0,2 < 0,4
Naftaleen
< 0,2
Vluchtige chloorbenzenen Monochloorbenzeen 1,2-Dichloorbenzeen 1,3-Dichloorbenzeen 1,4-Dichloorbenzeen Dichloorbenzenen (som)
< 0,2 < 0,2 < 0,2 < 0,2 < 0,3
Vluchtige chlooralifaten Dichloormethaan 1,1,1-Trichloorethaan 1,1-Dichloorethaan 1,2-Dichloorethaan 1,2-Dichloorpropaan Dichloorethenen (som) 1,1,2-Trichloorethaan Tetrachlooretheen (Per) Tetrachloormethaan (Tetra) Trichlooretheen (Tri) Trichloormethaan (Chloroform) cis-1,2-Dichlooretheen trans-1,2-Dichlooretheen CKW (som)
< 1,0 < 0,1 < 0,5 < 0,5 9,2 < 0,5 < 0,1 < 0,1 < 0,1 < 0,1 < 0,1 < 0,5 < 0,5 9,2
Minerale olie C10 - C40 < 50 * de concentratie is groter dan de streefwaarde en kleiner of gelijk aan de tussenwaarde ** de concentratie is groter dan de tussenwaarde en kleiner of gelijk aan de interventiewaarde *** de concentratie is groter dan de interventiewaarde
Uit bovenstaande tabel blijkt dat het onderzochte grondwatermonster uit peilbuis 1 een licht verhoogde concentratie aan chroom bevat. Verder zijn voor wat betreft de onderzochte stoffen, geen overschrijdingen van de betreffende streefwaarden aangetoond.
Verkennend bodemonderzoek Pontweg/Gasthuisstraat te Den Burg Documentnr: 051000431/1552-101 d.d. 20 december 2006
Pagina 7
5
SAMENVATTING, CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Samenvatting Door Buijsman beheer is aan Bodembelang BV opdracht verleend voor het uitvoeren van een verkennend bodemonderzoek ter plaatse van de lokatie Pontweg/Gasthuisstraat te Den Burg. De rapportage is verzorgd door T&A Survey BV. Aanleiding voor het bodemonderzoek is een voorgenomen aanvraag van een bouwvergunning voor nieuwbouw. In totaal zijn vijftien boringen verricht, waarvan één boring is voorzien van een peilbuis. Op het maaiveld en in de opgeboorde grond zijn geen asbestverdachte materialen aangetroffen. Zowel de bovengrond als de ondergrond van de onderzoekslokatie zijn voor wat betreft de gemeten parameters chemisch analytisch schoon. Het ondiepe grondwater bevat een licht verhoogde concentratie aan chroom. Conclusies en aanbevelingen De aangetoonde concentratie overschrijdt de streefwaarde, maar blijft beneden de betreffende toetsingswaarde voor nader onderzoek. Nader onderzoek naar de licht verhoogde concentratie wordt niet nodig geacht. De oorzaak van bovengenoemde verhogingen is niet eenduidig aan te geven. Gezien de vastgestelde bodemkwaliteit zijn er geen risico's voor de volksgezondheid en/of het milieu. Voor geen van de gemeten stoffen wordt de tussenwaarde overschreden. Gegeven de beschreven onderzoeksresultaten, wordt de grond vanuit milieuhygiënisch oogpunt geschikt geacht voor het huidige grondgebruik en de geplande nieuwbouw. In zijn algemeenheid komt van de lokatie vrijkomende grond voor hergebruik in aanmerking. Eventueel hergebruik dient te worden gerealiseerd binnen de regels van het Bouwstoffenbesluit. De gemeente Texel is in deze bevoegd gezag.
Verkennend bodemonderzoek Pontweg/Gasthuisstraat te Den Burg Documentnr: 051000431/1552-101 d.d. 20 december 2006
Pagina 8
BIJLAGE 1 -
Topografische ligging van de onderzoekslokatie
-
Situatietekening bestaande bebouwing met de boringen en peilbuis
Verkennend bodemonderzoek Pontweg/Gasthuisstraat te Den Burg Documentnr: 051000431/1552-101 d.d. 20 december 2006
Topografische ligging lokatie Verkennend bodemonderzoek Schaal
1 : 25.000
Deze kaart is noordgericht
Pontweg/Gasthuisstraat te Den Burg Projectnummer: 1552
Bijlage 1
F3
4
15
x
F4
3 14
x
12
10
x
x
7
8
9
x
x
x
5
2
6
x
x
F2
F1
= peilbuis
x
11
1
x
= boring tot 2,0 m-mv
13
N
Lokatie: Pontweg/Gasthuisstr. Rapportnummer: 051000431 Buijsman Beheer
x = boring tot 0,5 m-mv F = Foto
Datum: 051000431
Foto’s onderzoekslokatie
Verkennend bodemonderzoek Pontweg/Gasthuisstraat te Den Burg Documentnr: 051000431/1552-101 d.d. 20 december 2006
BIJLAGE 2
Bodem Belang BV Zandloper 17 1731 LM Winkel Tel: 0224 531274 Fax: 0224 531915
[email protected] www.bodembelang.nl
Project: 051000431 Pontweg / Gasthuisstraat
Foto 1:
Foto 2:
Foto 3:
Foto 4:
Bodemprofielen en zintuiglijke waarnemingen
Verkennend bodemonderzoek Pontweg/Gasthuisstraat te Den Burg Documentnr: 051000431/1552-101 d.d. 20 december 2006
BIJLAGE 3
Boring:
01
Boring: 0
0
landbouwgrond Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, zwak wortelhoudend, donkerbruin, Edelmanboor
02
1
1
-50
50
Zand, matig fijn, zwak siltig, sterk humeus, zwart, Edelmanboor
-50
50
Zand, zeer fijn, matig siltig, lichtbruin, Edelmanboor
2
2
-100
100
landbouwgrond Zand, matig fijn, kleiïg, sterk humeus, zwak wortelhoudend, donkerbruin, Edelmanboor
0
0
Zand, zeer fijn, matig siltig, beige, Edelmanboor
100
3
3
150
150
4
4
-200
200
Zand, uiterst fijn, sterk siltig, lichtbruin, Edelmanboor
5
-200
200
-230
Boring:
03
Boring: 0
0
landbouwgrond Zand, matig fijn, kleiïg, sterk humeus, zwak wortelhoudend, donkerbruin, Edelmanboor
04
1
1
-50
50
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, donkerbruin, Edelmanboor
50
2
2
-100
100
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, lichtbruin, Edelmanboor
-100
100
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, lichtbruin, Edelmanboor
3
3
150
150
4
4
-200
200
Boring:
Boring: 0
-200
200
05
0
landbouwgrond Zand, matig fijn, zwak siltig, sterk humeus, zwak wortelhoudend, donkerbruin, Edelmanboor
06 landbouwgrond Zand, matig fijn, zwak siltig, sterk humeus, zwak wortelhoudend, donkerbruin, Edelmanboor
0
0
1
50
landbouwgrond Zand, matig fijn, zwak siltig, sterk humeus, zwak wortelhoudend, donkerbruin, Edelmanboor
0
0
1
-50
50
Projectnaam: PONTWEG / GASTHUISSTRAAT Projectcode: 051000431
-50
Datum:
Boring:
07
Boring: 0
0
landbouwgrond Zand, matig fijn, zwak siltig, sterk humeus, zwak wortelhoudend, donkerbruin, Edelmanboor
08
1
Boring:
1
-50
50
Boring: 0
-50
50
09
0
landbouwgrond Zand, matig fijn, zwak siltig, sterk humeus, zwak wortelhoudend, Edelmanboor
10
Boring:
1
-50
Boring: 0
-50
50
11
0
landbouwgrond Zand, matig fijn, zwak siltig, sterk humeus, zwak wortelhoudend, donkerbruin, Edelmanboor
12
Boring:
1
-50
Boring: 0
landbouwgrond Zand, matig fijn, zwak siltig, sterk humeus, zwak wortelhoudend, donkerbruin, Edelmanboor
Boring:
14 landbouwgrond Zand, matig fijn, zwak siltig, sterk humeus, zwak wortelhoudend, donkerbruin, Edelmanboor
0
0
1
1
-50
50
-50
50
13
0
landbouwgrond Zand, matig fijn, zwak siltig, sterk humeus, zwak wortelhoudend, donkerbruin, Edelmanboor
0
0
1
50
landbouwgrond Zand, matig fijn, zwak siltig, sterk humeus, zwak wortelhoudend, donkerbruin, Edelmanboor
0
0
1
50
landbouwgrond Zand, matig fijn, zwak siltig, sterk humeus, zwak wortelhoudend, donkerbruin, Edelmanboor
0
0
50
-50
15 0
0
landbouwgrond Zand, matig fijn, zwak siltig, sterk humeus, zwak wortelhoudend, donkerbruin, Edelmanboor
1
50
-50
Projectnaam: PONTWEG / GASTHUISSTRAAT Projectcode: 051000431
Datum:
Legenda (conform NEN 5104) grind
klei
geur
Grind, siltig
Klei, zwak siltig
Grind, zwak zandig
Klei, matig siltig
Grind, matig zandig
Klei, sterk siltig
Grind, sterk zandig
Klei, uiterst siltig
Grind, uiterst zandig
Klei, zwak zandig
geen geur zwakke geur matige geur sterke geur uiterste geur
olie geen olie-water reactie zwakke olie-water reactie matige olie-water reactie sterke olie-water reactie
Klei, matig zandig
Klei, sterk zandig
zand
uiterste olie-water reactie
p.i.d.-waarde >0
Zand, kleiïg
>1 >10
Zand, zwak siltig
>100
leem
>1000
Zand, matig siltig
Leem, zwak zandig
>10000
Zand, sterk siltig
Leem, sterk zandig
monsters geroerd monster
Zand, uiterst siltig
overige toevoegingen
ongeroerd monster
zwak humeus
veen Veen, mineraalarm
matig humeus
Veen, zwak kleiïg
sterk humeus
Veen, sterk kleiïg
zwak grindig
Veen, zwak zandig
matig grindig
Veen, sterk zandig
sterk grindig
overig bijzonder bestanddeel Gemiddeld hoogste grondwaterstand grondwaterstand Gemiddeld laagste grondwaterstand slib
water
peilbuis blinde buis
casing
hoogste grondwaterstand gemiddelde grondwaterstand laagste grondwaterstand
bentoniet afdichting
filter
Analysecertificaten
Verkennend bodemonderzoek Pontweg/Gasthuisstraat te Den Burg Documentnr: 051000431/1552-101 d.d. 20 december 2006
BIJLAGE 4
Tabel 1 van 3 ANALYSECERTIFICAAT Project code Project omschrijving Opdrachtgever
: 199251 : 051000431-PONTWEG / GASTHUISSTRAAT : T & A Survey BV
Monsterreferenties 5062176 = 01-1-1
Opgegeven bemon.datum Ontvangstdatum opdracht Monstercode Matrix
: : : :
Anorganische parameters - metalen Metalen ICP-MS (opgelost): Q arseen (As) µg/l Q cadmium (Cd) µg/l Q chroom (Cr) µg/l Q koper (Cu) µg/l Q kwik (Hg) FIAS/Fims µg/l Q lood (Pb) µg/l Q nikkel (Ni) µg/l Q zink (Zn) µg/l Organische parameters - niet aromatisch Q minerale olie (florisil clean-up) µg/l Organische parameters - aromatisch Vluchtige aromaten: Q benzeen µg/l Q tolueen µg/l Q ethylbenzeen µg/l Q xylenen (som o+m+p) µg/l Q naftaleen µg/l som aromaten BTEX µg/l Organische parameters - gehalogeneerd Vluchtige chlooralifaten: Q dichloormethaan µg/l Q 1,1-dichloorethaan µg/l Q 1,2-dichloorethaan µg/l Q 1,2-dichlooretheen (trans) µg/l Q 1,2-dichlooretheen (cis) µg/l Q 1,2-dichloorpropaan µg/l Q trichloormethaan µg/l Q tetrachloormethaan µg/l Q 1,1,1-trichloorethaan µg/l Q 1,1,2-trichloorethaan µg/l Q trichlooretheen µg/l Q tetrachlooretheen µg/l som C+T dichlooretheen µg/l som chlooralifaten µg/l Chloorbenzenen (vluchtig): Q monochloorbenzeen µg/l Q 1,2-dichloorbenzeen µg/l Q 1,3-dichloorbenzeen µg/l Q 1,4-dichloorbenzeen µg/l som dichloorbenzenen VKW µg/l
07/12/2006 12/12/2006 5062176 Grondwater
<2 < 0,1 2,1 4 < 0,02 3 3 27 < 50
< 0,2 < 0,2 < 0,2 < 0,2 < 0,2 < 0,4
< 1,0 < 0,5 < 0,5 < 0,5 < 0,5 9,2 < 0,1 < 0,1 < 0,1 < 0,1 < 0,1 < 0,1 < 0,5 9,2 < 0,2 < 0,2 < 0,2 < 0,2 < 0,3
- Dit analyse-certificaat is nog niet gevalideerd. - De met een 'Q' gemerkte analyses zijn door RvA geaccrediteerd (registratienummer L086). Ref.: 199251_auto-email_v2
Tabel 2 van 3 ANALYSECERTIFICAAT Project code Project omschrijving Opdrachtgever
: 199251 : 051000431-PONTWEG / GASTHUISSTRAAT : T & A Survey BV
Monsterreferenties 5062177 = MM1:07(0-50)+09(0-50)+06(0-50)+05(0-50) 5062178 = MM2:15(0-50)+12(0-50)+13(0-50)+11(0-50) 5062179 = MM3:02(50-100)+03(50-100)+03(100-150)+04(50-100)+04(100-150)+01(50-100) Opgegeven bemon.datum Ontvangstdatum opdracht Monstercode Matrix
: : : :
Algemeen onderzoek - fysisch Q droogrest Q organische stof (humus) Q lutumgehalte (pipetmethode)
% % % (m/m ds)
07/12/2006 12/12/2006 5062177 Grond
07/12/2006 12/12/2006 5062178 Grond
07/12/2006 12/12/2006 5062179 Grond
83,3 3,3 2,8
85,2 2,4 1,4
79,8 2,8 1,6
Anorganische parameters - metalen Metalen ICP-AES: Q arseen (As) mg/kg ds Q cadmium (Cd) mg/kg ds Q chroom (Cr) mg/kg ds Q koper (Cu) mg/kg ds Q kwik (Hg) FIAS/Fims mg/kg ds Q lood (Pb) mg/kg ds Q nikkel (Ni) mg/kg ds Q zink (Zn) mg/kg ds
<4 < 0,16 < 14 8 0,18 46 <3 19
<4 < 0,16 < 14 8 0,18 29 <3 < 16
<4 < 0,16 < 14 <5 < 0,04 < 12 <3 < 16
Organische parameters - niet aromatisch Q minerale olie (florisil clean-up) mg/kg ds
< 50
< 50
< 50
Organische parameters - aromatisch Polycyclische koolwaterstoffen HPLC: Q naftaleen mg/kg ds Q acenaftyleen mg/kg ds Q acenafteen mg/kg ds Q fluoreen mg/kg ds Q fenanthreen mg/kg ds Q anthraceen mg/kg ds Q fluorantheen mg/kg ds Q pyreen mg/kg ds Q benz(a)anthraceen mg/kg ds Q chryseen mg/kg ds Q benzo(b)fluorantheen mg/kg ds Q benzo(k)fluorantheen mg/kg ds Q benzo(a)pyreen mg/kg ds Q dibenz(a,h)anthraceen mg/kg ds Q benzo(ghi)peryleen mg/kg ds Q indeno(1,2,3cd)pyreen mg/kg ds som PAK (EPA) mg/kg ds som PAK (10) mg/kg ds
< 0,11 < 0,05 < 0,05 < 0,05 0,05 < 0,01 < 0,07 0,04 < 0,02 0,02 0,03 < 0,01 0,02 < 0,01 < 0,02 < 0,02 0,45 0,27
< 0,05 < 0,05 < 0,06 < 0,05 0,03 0,01 0,02 < 0,01 0,02 0,03 0,03 < 0,01 0,02 < 0,07 0,02 < 0,02 0,40 0,21
< 0,05 < 0,05 < 0,05 < 0,05 0,04 < 0,04 < 0,01 < 0,01 < 0,04 < 0,02 < 0,02 < 0,01 < 0,01 < 0,01 < 0,02 < 0,02 0,33 0,19
Organische parameters - gehalogeneerd Q extr. org. halogeen (EOX) mg/kg ds
< 0,1
< 0,1
< 0,1
- Dit analyse-certificaat is nog niet gevalideerd. - De met een 'Q' gemerkte analyses zijn door RvA geaccrediteerd (registratienummer L086). Ref.: 199251_auto-email_v2
Tabel 3 van 3 ANALYSECERTIFICAAT Project code Project omschrijving Opdrachtgever
: 199251 : 051000431-PONTWEG / GASTHUISSTRAAT : T & A Survey BV
Opmerkingen m.b.t. analyses Uw referentie Monstercode
: MM1:07(0-50)+09(0-50)+06(0-50)+05(0-50) : 5062177
Opmerking(en) bij resultaten: benz(a)anthraceen: - verhoogde rapportagegrens t.g.v. storingen in de monstermatrix fluorantheen: - verhoogde rapportagegrens t.g.v. storingen in de monstermatrix naftaleen: - verhoogde rapportagegrens t.g.v. storingen in de monstermatrix Uw referentie Monstercode
: MM2:15(0-50)+12(0-50)+13(0-50)+11(0-50) : 5062178
Opmerking(en) bij resultaten: acenafteen: - verhoogde rapportagegrens t.g.v. storingen in de monstermatrix dibenz(a,h)anthraceen: - verhoogde rapportagegrens t.g.v. storingen in de monstermatrix Uw referentie Monstercode
: MM3:02(50-100)+03(50-100)+03(100-150)+04(50-100)+04(100-150)+01(50-100) : 5062179
Opmerking(en) bij resultaten: anthraceen: - verhoogde rapportagegrens t.g.v. storingen in de monstermatrix benz(a)anthraceen: - verhoogde rapportagegrens t.g.v. storingen in de monstermatrix chryseen: - verhoogde rapportagegrens t.g.v. storingen in de monstermatrix
Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. 199251_auto-email_v2
Oliechromatogram 1 van 4
OLIE-ONDERZOEK Monstercode Uw referentie Methode
: 5062176 : 01-1-1 : minerale olie (florisil clean-up)
OLIECHROMATOGRAM
➝ oliefractieverdeling OLIEFRACTIEVERDELING 1) 2) 3) 4)
fractie C10 t/m C19 fractie C20 t/m C29 fractie C30 t/m C35 fractie C36 t/m C40
56 % <1 % 44 % <1 %
totale minerale olie gehalte: <50 µg/l
ANALYSEMETHODE Voorbewerking grond Voorbewerking AP04 Voorbewerking water Analyse Interpretatie
: : : : :
Hexaanextractie gebaseerd op NEN 5733, incl. florisil clean-up. Petroleum-etherextractie conform NEN 5733, incl. florisil clean-up. Hexaanextractie gebaseerd op ISO 9377-2, incl. florisil clean-up. Gaschromatograaf met capillaire kolom en vlamionisatie detectie. Raadpleeg voor de typering van de oliesoort de OMEGAM oliebibliotheek.
De volgende aanvullende clean-up mogelijkheden kunnen worden aangevraagd: Veen clean-up : Verwijdert eventuele restanten natuurlijke verbindingen uit extract. PAK clean-up : Verwijdert nagenoeg alle PAK-verbindingen uit extract. De hoogte van de signalen is geen maat voor de concentratie van de olie in het monster. (Het chromatogram heeft een variabele schaalindeling) Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Ref.: 199251_auto-email_v2
Oliechromatogram 2 van 4
OLIE-ONDERZOEK Monstercode Uw referentie Methode
: 5062177 : MM1:07(0-50)+09(0-50)+06(0-50)+05(0-50) : minerale olie (florisil clean-up)
OLIECHROMATOGRAM
➝ oliefractieverdeling OLIEFRACTIEVERDELING 1) 2) 3) 4)
fractie C10 t/m C19 fractie C20 t/m C29 fractie C30 t/m C35 fractie C36 t/m C40
2% 36 % 53 % 9%
totale minerale olie gehalte: <50 mg/kg ds
ANALYSEMETHODE Voorbewerking grond Voorbewerking AP04 Voorbewerking water Analyse Interpretatie
: : : : :
Hexaanextractie gebaseerd op NEN 5733, incl. florisil clean-up. Petroleum-etherextractie conform NEN 5733, incl. florisil clean-up. Hexaanextractie gebaseerd op ISO 9377-2, incl. florisil clean-up. Gaschromatograaf met capillaire kolom en vlamionisatie detectie. Raadpleeg voor de typering van de oliesoort de OMEGAM oliebibliotheek.
De volgende aanvullende clean-up mogelijkheden kunnen worden aangevraagd: Veen clean-up : Verwijdert eventuele restanten natuurlijke verbindingen uit extract. PAK clean-up : Verwijdert nagenoeg alle PAK-verbindingen uit extract. De hoogte van de signalen is geen maat voor de concentratie van de olie in het monster. (Het chromatogram heeft een variabele schaalindeling) Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Ref.: 199251_auto-email_v2
Oliechromatogram 3 van 4
OLIE-ONDERZOEK Monstercode Uw referentie Methode
: 5062178 : MM2:15(0-50)+12(0-50)+13(0-50)+11(0-50) : minerale olie (florisil clean-up)
OLIECHROMATOGRAM
➝ oliefractieverdeling OLIEFRACTIEVERDELING 1) 2) 3) 4)
fractie C10 t/m C19 fractie C20 t/m C29 fractie C30 t/m C35 fractie C36 t/m C40
1% 46 % 49 % 4%
totale minerale olie gehalte: <50 mg/kg ds
ANALYSEMETHODE Voorbewerking grond Voorbewerking AP04 Voorbewerking water Analyse Interpretatie
: : : : :
Hexaanextractie gebaseerd op NEN 5733, incl. florisil clean-up. Petroleum-etherextractie conform NEN 5733, incl. florisil clean-up. Hexaanextractie gebaseerd op ISO 9377-2, incl. florisil clean-up. Gaschromatograaf met capillaire kolom en vlamionisatie detectie. Raadpleeg voor de typering van de oliesoort de OMEGAM oliebibliotheek.
De volgende aanvullende clean-up mogelijkheden kunnen worden aangevraagd: Veen clean-up : Verwijdert eventuele restanten natuurlijke verbindingen uit extract. PAK clean-up : Verwijdert nagenoeg alle PAK-verbindingen uit extract. De hoogte van de signalen is geen maat voor de concentratie van de olie in het monster. (Het chromatogram heeft een variabele schaalindeling) Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Ref.: 199251_auto-email_v2
Oliechromatogram 4 van 4
OLIE-ONDERZOEK Monstercode Uw referentie Methode
: 5062179 : MM3:02(50-100)+03(50-100)+03(100-150)+04(50-100)+04(100-150)+01(50-100) : minerale olie (florisil clean-up)
OLIECHROMATOGRAM
➝ oliefractieverdeling OLIEFRACTIEVERDELING 1) 2) 3) 4)
fractie C10 t/m C19 fractie C20 t/m C29 fractie C30 t/m C35 fractie C36 t/m C40
<1 % 34 % 60 % 5%
totale minerale olie gehalte: <50 mg/kg ds
ANALYSEMETHODE Voorbewerking grond Voorbewerking AP04 Voorbewerking water Analyse Interpretatie
: : : : :
Hexaanextractie gebaseerd op NEN 5733, incl. florisil clean-up. Petroleum-etherextractie conform NEN 5733, incl. florisil clean-up. Hexaanextractie gebaseerd op ISO 9377-2, incl. florisil clean-up. Gaschromatograaf met capillaire kolom en vlamionisatie detectie. Raadpleeg voor de typering van de oliesoort de OMEGAM oliebibliotheek.
De volgende aanvullende clean-up mogelijkheden kunnen worden aangevraagd: Veen clean-up : Verwijdert eventuele restanten natuurlijke verbindingen uit extract. PAK clean-up : Verwijdert nagenoeg alle PAK-verbindingen uit extract. De hoogte van de signalen is geen maat voor de concentratie van de olie in het monster. (Het chromatogram heeft een variabele schaalindeling) Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Ref.: 199251_auto-email_v2
Toetsingskader
BIJLAGE 5
Als beoordelingskader van de analyseresultaten is gebruik gemaakt van de “Circulaire Saneringsregeling Wet Bodembescherming” (1998; staatscourant nummer 4) en de “Circulaire streefwaarden en interventiewaarden bodemsanering” (2000; staatscourant nummer 39), beide gepubliceerd door het ministerie van VROM. In deze bijlage treft u een overzicht aan van de belangrijkste terminologie en regelgeving in deze circulaires. In het onderstaande overzicht wordt een drietal toetsingswaarden genoemd, als toetsingskader voor de beoordeling van grond en grondwater, te weten: Streefwaarde:
De streefwaarde geeft het niveau aan van een duurzame bodemkwaliteit oftewel het niveau, tot waar risico's voor mens, dier en plant verwaarloosbaar zijn. In het geval de detectielimiet van een analysemethode de streefwaarde overschrijdt, is de detectielimiet door ons als toetsingswaarde gehanteerd.
Tussenwaarde:
De tussenwaarde is gelijk aan het gemiddelde van de streefwaarde en interventiewaarde (zie onder). Als de tussenwaarde wordt overschreden, is er in principe een noodzaak tot het verrichten van een nader onderzoek naar de mate en omvang van een aangetoonde verontreiniging. In sommige situaties, met name wanneer sprake is van mobiele verontreinigingen in het grondwater, kan dit echter ook zonder overschrijding van de tussenwaarde al het geval zijn.
Interventiewaarde:
De interventiewaarden geven aan wanneer de functionele eigenschappen die de bodem heeft voor mens, plant of dier ernstig zijn verminderd of dreigen te worden verminderd. Deze waarde geldt als criterium ter bepaling van het vaststellen of er sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging (zie onder).
De genoemde toetsingswaarden zijn beschikbaar voor zowel de grond als het grondwater. De toetsingswaarden voor de grond zijn van toepassing op zowel de landbodem als de waterbodem. De toetsingswaarden voor de grond zijn over het algemeen afhankelijk van het percentage lutum en organische stof. Om de mate van verontreiniging aan te geven, wordt gebruik gemaakt van de volgende terminologie. Niet verontreinigd:
Geval van ernstige bodemverontreiniging:
Van een niet verontreinigde oftewel schone bodem is sprake wanneer de concentraties van de geanalyseerde stoffen lager dan of gelijk zijn aan de streefwaarde. In bepaalde situaties kan, ondanks één of meerdere overschrijdingen van de streefwaarde, toch worden gesproken van "schone grond". Wanneer voor tenminste één stof de gemiddeld gemeten concentratie van minimaal 25 m3 bodemvolume in het geval van grond- of sedimentverontreiniging en/of 100 m3 poriënverzadigd bodemvolume in het geval van grondwater-verontreiniging de interventiewaarde overschrijdt, is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging.
Verkennend bodemonderzoek Pontweg/Gasthuisstraat te Den Burg Documentnr: 051000431/1552-101 d.d. 20 december 2006
Voor humus en lutum gecorrigeerde normen voor grond van de Wet Bodembescherming (mg/kg d.s.) humus (% op ds) lutum (% op ds)
I
2,8 1,6 S
T
31 7,0 201 91 6,9 336 68 297
17 0,48 53 18 0,21 54 12 59
Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (PAK) PAK 10 VROM 1,00 21 40
1,00
EOX
0,30
0,30
Minerale olie C10 - C40
12
Zware metalen Arseen [As] Cadmium [Cd] Chroom [Cr] Koper [Cu] Kwik [Hg] Lood [Pb] Nikkel [Ni] Zink [Zn]
2,4 1,4 S
T
17 0,47 53 17 0,21 54 11 58
24 3,8 127 54 3,6 195 40 177
606
1200
14
I
3,3 2,8 S
T
I
24 3,8 128 55 3,6 197 41 181
32 7,2 202 93 7,0 339 70 303
17 0,50 56 19 0,21 56 13 63
25 4,0 133 59 3,7 203 45 195
33 7,5 211 99 7,1 350 77 326
21
40
1,00
21
40
833
1650
0,30 707
1400
17
De toetsingsnormen zoals vermeld in de Wet Bodembescherming worden gecorrigeerd voor de geldende lutum- en humuswaarden. In bovenstaande tabel worden de normen gegeven bij de voorkomende lutum- en humuswaarden in dit onderzoek. S T I
= Streefwaarde zoals vermeld in de Wet Bodembescherming = Tussenwaarde zoals vermeld in de Wet Bodembescherming = Interventiewaarde zoals vermeld in de Wet Bodembescherming
Verkennend bodemonderzoek Pontweg/Gasthuisstraat te Den Burg Documentnr: 051000431/1552-101 d.d. 20 december 2006
Grondwaternormen van de Wet Bodembescherming (µg/l) S
T
I
Zware metalen arseen cadmium chroom koper kwik lood nikkel zink
10 0,4 1 15 0,05 15 15 65
35 3,2 16 45 0,17 45 45 433
60 6 30 75 0,3 75 75 800
Vluchtige aromaten benzeen ethylbenzeen tolueen xylenen
0,2 4 7 0,2
15 77 504 35
30 150 1000 70
naftaleen
0,01
35
70
Vluchtige chloorkoolwaterstoffen 1,1,1-trichloorethaan 1,1,2-trichloorethaan 1,1-dichloorethaan 1,2-dichloorethaan 1,2-dichlooretheen cis-1,2-dichlooretheen dichloormethaan monochloorbenzeen tetrachlooretheen (PER) tetrachloormethaan (TETRA) trans-1,2 dichlooretheen trichlooretheen (TRI) trichloormethaan
0,01 0,01 7 7 0,01 0,01 0,01 7 0,01 0,01 0,01 24 6
150 65 454 204 10 10 500 94 20 5 10 262 203
300 130 900 400 20 20 1000 180 40 10 20 500 400
minerale olie
50
325
600
S T I
= Streefwaarde zoals vermeld in de Wet Bodembescherming = Tussenwaarde zoals vermeld in de Wet Bodembescherming = Interventiewaarde zoals vermeld in de Wet Bodembescherming
Verkennend bodemonderzoek Pontweg/Gasthuisstraat te Den Burg Documentnr: 051000431/1552-101 d.d. 20 december 2006