R IC HT INGGE VEND DEEL
V i s ie - e n c onc e p t e le me nt e n
1.
1.1.
A l g e m e n e c o n c e p t e n o p ni ve a u v a n d e g e m e e n t e
Duurzaamheid
Het wonen in de gemeente is geconcentreerd in de dorpen en gehuchten. Bij uitbreiding van de ruimte voor wonen zal de gemeente een duurzame ontwikkeling eisen. Dit houdt in dat woonprojecten op een integrale manier bestudeerd worden, vertrekkend vanuit een hoog ambitieniveau op het vlak van sociale, economische, ecologi
ningsfase en loactiebepaling zal deze houding aangenomen worden.
! " #" $# %% punt in de gemeente, de Sint-Jansbeek bij Bikschote. Dit betekent ook dat de gemeente, voor zover haar bevoegdheid reikt, op quasi het volledige grondgebied zelf de afwatering kan sturen. Voor de lokale beken en grachtenstelsel stelt de gemeente zich tot doel een integraal waterbeheer te hanteren, en voldoende ruimte voor water te voorzien zowel in bebouwde als niet-bebouwde omgeving. Voor de provinciale beken wordt dit in samenspraak met de provincie gedaan. De landbouw in de gemeente is onderhevig aan gemeentegrens overschrijdende evoluties van schaalvergroting, " ! # " &" voldoende ruimte en mogelijkheden te krijgen. Hierbij wil de gemeente duidelijkheid en zekerheid creëren omtrent de mogelijke grootschalige ingrepen in het landschap. Hierbij zal de focus liggen op beperkte zones waarin dergelijke ingrepen (zoals grootschalige bebouwing en reliëfwijzigingen) niet, of slechts onder strikte voorwaarden toegelaten worden. Anderzijds wil de gemeente de functionele verbreding op (voormalige) landbouwbedrijven koppelen aan ruimtelijke kwaliteit, zodat een kleinschalig landschap, waardevol agrarisch erfgoed of goede nieuwe agrarische architectuur een kans op behoud of ontwikkeling krijgen. Om de druk op de ruimte voor landbouw tegen te gaan streeft de gemeente er naar dat vrijkomende hoeves terug een landbouwbestemming krijgen. De gemeente koppelt duurzame bedrijvigheid en duurzaam ondernemen in de planningsfase aan de huidige ontsluitingsmogelijkheden en inpassingsmogelijkheden in de gemeente. Door de ligging van beide hoofddorpen Langemark en Poelkapelle op een rasterpatroon van dorpen is een inpassing van nieuwe bedrijven zonder verkeersimpact op de omliggende dorpen en gehuchten bijzonder moeilijk. Dit beperkt de gewenste schaal van nieuwe bedrijven en bedrijfslocaties, en legt de focus op een goede inpassing in de structuur van het dorp. De gemeente hanteert daarom het principe om goed ontsloten locaties aansluitend bij bestaande bedrijvigheid voorkeur te geven op andere. Bij de ontwikkeling van nieuwe ruimte voor bedrijven wordt uitgegaan van de 19 duurzame principes zoals die door WES geanalyseerd werden in opdracht van wvi. De impact van mobiliteit in de gemeente wordt het sterkst bepaald door het bovenlokale wegennet. De aanpak van de verkeersveiligheid van gewestwegen, in het bijzonder bij doortochten doorheen woonkernen vormt dan ook de grootste uitdaging in de gemeente. De verdere categorisering van de lokale wegen, zoals uitgewerkt in het gemeentelijk mobiliteitsplan, vormt het startpunt bij lokale inrichtingsmaatregelen om de veiligheid ervan te verbeteren.
Erfgoed en landschap zijn de belangrijkste troeven van de gemeente. De gemeente beschouwt het erfgoed zeer ruim; ook taal en verhalen rekent zij daartoe. Zowel erfgoed als landschap zijn echter voortdurend in beweging. Op schaal van de gemeente is het daarom nodig een ontwikkelingsstrategie te hanteren die waardevolle landschappelijke structuren kan versterken, en de waarde van erfgoed doet opwegen tegen het tabula rasa. De eigenheid van de gemeente is op landschappelijk vlak moeilijk te vatten; Langemark ligt op de overgang tussen polders en zandleemstreek, de heuvelrug overschrijdt verschillende gemeentegrenzen, het drevenpatroon deelt de gemeente met Houthulst. 166
GRS Langemark Poelkapelle RD | augustus ‘12 | wvi
Op dat grotere schaalniveau wil de gemeente zich dan ook in eerste instantie inschrijven in grensoverschrijdende strategieën om het landschap te versterken of te beschermen. Op een lager schaalniveau wil de gemeente door het opwaarderen van kleine elementen (landschappelijk, historisch of bouwkundig) netwerkvorming, hetzij toeristisch, hetzij natuurlijke netwerken in de hand werken. Tenslotte beschouwt de gemeente behoud door ontwikkeling (herbestemming) als het meest bruikbare mechanisme om bouwkundig erfgoed op een economisch verantwoorde wijze te bewaren voor de toekomst. De dynamiek van recreatie in de gemeente uit zich zowel in negatieve zin als in positieve. Enerzijds zijn er de ‘ruimte-consumerende’ vormen, waarbij de onverharde wegen of het rustige luchtruim slachtoffer worden. Anderzijds zijn er de ruimte-versterkende en maatschappelijk gedragen vormen, die geënt zijn op het landschap, buurten, wijken, verenigingen. De gemeente wil duidelijk paal en perk stellen, binnen de haar gegeven mogelijkheden, aan de eerste vorm, en meer ruimte bieden aan ‘verweven’ recreatie.
1.2.
Identiteit en rol van de kernen
! Het structuurondersteunend hoofddorp Langemark ontleent haar identiteit aan het bouwkundig erfgoed, de historische plaatsen in het dorp en de relatie van het dorp met het open landschap. De rol van het dorp binnen de gemeente wordt vooral bepaald door het huidige voorzieningsniveau en de economische belangrijkheid. De ruimtelijke positie van het dorp in de structuur van de gemeente is bijzonder omdat het ondanks deze ‘hoofdrol’ niet rechtstreeks gelieerd is met het bovenlokale wegennet, wat wel het geval is de andere dorpen. De aanknopingspunten met de bovenlokale structuur liggen met andere woorden buiten het dorp zelf, zoals bij het knooppunt ‘Le Canadien’. Op een iets lager schaalniveau vindt men ook de waterstructuur, de toeristische trek
Dit leidt de gemeente ertoe Langemark te zien als een ‘open knooppunt’, waarvan de band met de omgeving eerder ruimer moet gezien worden. In Langemark wordt met andere woorden gezocht naar een goed evenwicht tussen de compactheid van het dorp en sterke liniaire structuren waarmee aangeknoopt wordt met de omgeving. "
Poelkapelle ligt in de overgang naar de omgeving en invloedssfeer van Roeselare. Het herlocalisatiehoofddorp Poelkapelle wordt gekenmerkt door een sterke as in een compact dorp. De compactheid wordt vooral gevormd door de duidelijke grenzen met de omgevende open ruimte. De dichtheid van het wonen en werken is over het algemeen laag, behalve rondom de centrale as van het dorp. Dit vormt de aanleiding om de rol van Poelkapelle te zien als een oostelijk toegangspunt, een portaal. De huidige verkeersas N313 kan hierin omgevormd worden tot een totaal verschillende ruimte, die zowel een verkeerskundige functie heeft, als een functie op niveau van de gemeente: onthalen, vertragen, sturen. De rol van de centrale as wordt hierdoor verruimd en tot een essentieel element in de toeristisch en landschappelijke structuur van de gemeente. Tegelijkertijd is door het rijke patrimonium een voorbeeldrol weggelegd op het vlak van wonen en herbestemming van gebouwen, en ligt in Poelkapelle het vrijliggende woonuitbreidingsgebied (de Schiethoek). #
De identiteit van Bikschote hangt nauw samen met de status als landbouwdorp, gelegen op een scharnierpunt tussen de zandleemstreek en de polders. De polderintrussies van de Martjesvaart en de Ieperlee omsluiten het dorp aan de noord- en westzijde. Vanuit die vooruitgeschoven positie heeft Bikschote een sleutelfunctie, die historisch gelinkt is aan het ‘mark’-toponiem van de gemeente: een oversteekplaats. Een ‘schote’ is vaak een aanduiding van een ‘beboste hoek hoger land, uitspringend in moerassig terrein’. De hedendaagse vertaling van deze rol ligt volgens de gemeente in een opwaardering van het dorp tot een kleine maar kwaliteitsvolle schakel in de toeristische netwerken die recent zowel lokaal als bovenlokaal opgezet en/ of vernieuwd zijn. Om dit te bereiken wil de gemeente de bestaande en nieuwe toeristisch-recreatieve initiatieven ondersteunen en kwalitatief inpassen in een structuur voor de ruime omgeving van Bikschote. Als voorbeeld hiervan kan het knooppunt bij Steenstraet gegeven worden, dat de link vormt met de recreatieve route langs het kanaal Ieper-IJzer. wvi | augustus ‘12 |
GRS Langemark Poelkapelle RD
167
$% Sint-Juliaan sluit als dorp sterk aan bij de invloedssfeer van Ieper. Het einde van de A19 en de Ieperse Noorderring, en de doortocht van de N313 zijn bepalend voor de leefbaarheid en woonkwaliteit van Sint-Juliaan. Dwars op deze structuur geven de rug van Pilkem en de Steenbeek ook een andere klemtoon, die de gemeente wil gebruiken om de rol van Sint-Juliaan op te waarderen van een ‘slaap- en doorgangsdorp’ tot een dorp met een duidelijke rol voor de gemeente. Parallel met de rol van Poelkapelle ziet de gemeent Sint-Juliaan als het ‘zuidelijk portaal’, een toegangspoort tot de gemeente. De ruimtelijke verbindingen die vanuit Sint-Juliaan mogelijk zijn door de Steenbeek en de open ruimte vormen daarvoor de basis. Bovendien kan in Sint-Juliaan ook verwezen worden naar de historische betekenis van het dorp, die het aanknopingspunt vormt met het WO-erfgoed van de gemeente. & Vanuit de ontstaangeschiedenis van Madonna kiest de gemeente hier voor een duidelijke landschappelijke insteek. De ruimtelijke uitdaging van het dorp ligt immers in het koppelen van de woonkwaliteit – die ontstaat door de liniaire opbouw – aan het ontbreken van een duidelijke centraliteit. Binnen de gemeente is Madonna daarom een buitenbeentje. De rol en de ambitie van dit gehucht ligt dan ook in het invullen van de ‘groene’ component in de gemeente. Langemark-Poelkapelle heeft een bijzonder laag percentage bos/groen per inwoner. De uitbouw van het drevendorp en het drevenlandschap in het noorden ervan wil hierop een antwoord bieden.
$ ' (
'
Gecombineerde rol
Langemark
Voorzieningen
Werken / wonen
Poelkapelle
Mobiliteit (portaal)
Wonen
Bikschote
Blauw recreatief netwerk
Landbouw
Sint-Juliaan
Mobiliteit (portaal)
Erfgoed
Madonna
Groen recreatief netwerk
Landschap
168
GRS Langemark Poelkapelle RD | augustus ‘12 | wvi
2.
2.1.
Ruim t e lijke c o n c e p t e l e m e n t e n vo o r d e vo ll e di g e g e m e e n t e
Woon- en werkomgeving Langemark-Poelkapelle
De gemeente stelt dat haar huidige structuur een goede basis vormt voor de verdere ontwikkeling van wonen en bedrijvigheid. De nabijheid van de A19, de steden Ieper en Roeselare en de IJzer vormen de basis voor een dynamisch beleid op het vlak van voorzieningen, voor bedrijventerreinen en woonvoorraad. De woonomgeving zal op drie manieren versterkt worden:
Het maximaal benutten en kwalitatief uitbouwen van de huidige juridische voorraad, Het aansnijden van nieuw te bestemmen terreinen en woonuitbreidingsgebieden, in functie van de woonbehoeftenstudie * ""
heden voor bestaande zonevreemde woningen.
Hierbij gelden zuinig ruimtegebruik en duurzame ontwikkeling als basishouding: op korte termijn wordt de invulling van bestemde gebieden beoogd, op middellange termijn de herbestemming van een aantal leegstaande sites. De binding tussen de bestaande grote bedrijventerreinen en het woonweefsel kan verbeterd worden door enerzijds hun mogelijkheden te optimaliseren en tegelijkertijd de hinder voor de woonkernen tot een minimum te beperken. Onder meer kan werk gemaakt worden van rechtstreekse ontsluiting naar het hogere wegennet, landschappelijke inkadering van de gebouwen, en maatregelen om stof- geur- en geluidshinder te verminderen.
2.2.
Uitbouwen hiërarchische wegeninfrastructuur
Momenteel is de structuur van bovenlokale verbindende wegen (N 313 – N369) nog weinig te onderscheiden van de verbindende wegen op lokaal niveau zoals de verbinding Poelkapelle-Langemark (Poelkapellestraat) of de Klerkenstraat (Madonna-Langemark). Deze differentiatie dient op gemeentelijk niveau te gebeuren. De nabijheid van kernen tot elkaar zal hierin een grote rol spelen. Verblijfsvriendelijkheid of verkeersveiligheid worden vooropgesteld waar de verblijfsfunctie of de doorstroom van verkeer prioritair is. ! # "" "
Het mobiliteitsplan van de gemeente De studie omtrent vrachtverkeer in de driehoek Ieper-Diksmuide-Roeselare van de provincie (IDR-studie) Naar eigen nieuwe inzichten: belang van de landelijke wegen, dorpsstraten, dorpscentra
Als concept schuift de gemeente de opbouw van een kwaliteitsvol en betekenisvol netwerk naar voor: het samengaan van landschappelijke herkenbaarheid, veiligheid en functionaliteit van publieke ruimte.
wvi | augustus ‘12 |
GRS Langemark Poelkapelle RD
169
2.3.
Profilering van de kernen binnen ruimere netwerken
De ruit Langemark-Madonna-Poelkapelle- St-Juliaan
Deze centrale groep –een ruitvorm- heeft kernen die elkaar door hun diversiteit functioneel kunnen aanvullen. Door hun onderlinge nabijheid kan onderzocht worden hoe bijvoorbeeld culturele, recreatieve of commerciële functies maximaal bereikbaar kunnen worden voor " # && dynamiek ontstaan tussen de verschillende kernen en gehuchten. Anderzijds geeft deze ruit mogelijkheden om rond een aantal problemen of mogelijkheden gelijktijdig een visie te vormen. De ruitvorm veroorzaakt telkens gelijkaardige verkeersproblemen (snelheid van autoverkeer) aan haar hoekpunten, waar het bovenlokale wegennet aantakt op een dorpskern en vervolgens overgaat in een lokale verbindende as. Binnen deze ruit en aan haar hoekpunten kan een effectieve aanpak van het snelheidsprobleem voor een globale verbetering van de verkeersveiligheid zorgen. De ruitvorm is een verdere detaillering van het rasterpatroon zoals beschreven in het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan. Binnen de ruit zullen de kernen en gehuchten elk een gedifferentieerd ruimtelijk beleid krijgen, geënt op hun ruimtelijke kenmerken, zoals het drevenpatroon bij Madonna.
Bikschote – in een netwerk met rechteroever-dorpen
De rechteroever van de IJzer (zonder dijk) is als waterkant moeilijk bereikbaar. In feite wordt aan de zuidelijke polderintrusies in het landschap grotendeels vorm gegeven door een aantal dorpen; Woumen, Merkem, Bikschote, Boezinge. Ook hun functionele relatie is sterk, door de passage van de N369 op het traject Diksmuide-Ieper. Tenslotte zal een toekomstvisie Bikschote sterk samenhangen met de keuze van de hoger overheid voor een alternatief tracé voor de verbinding A19-Ieper-Veurne, waardoor Bikschote sterker met de landelijke omgeving verankerd zal blijven, net zoals Merkem en Boezinge.
2.4.
Compact netwerk voor langzaam verkeer Binnen de ruit kan een compact netwerk voor langzaam verkeer de functionele binding versterken. De bestaande educatieve, culturele of recreatieve infrastructuur met een potentiële bovenlokale uitstraling kan hierdoor een bereik krijgen dat de eigen dorpskern overstijgt, zonder daarom meer autoverkeer te genereren. Hetzelfde kan gelden voor kleinhandel of horeca. Bikschote is nu reeds gelegen binnen de sfeer van het kanaal Ieper-IJzer, dat een structurerend lijnelement is binnen de toeristische regio. Het linken van Bikschote aan het toeristischrecreatief netwerk kan voor het dorp zelf een functionele meerwaarde betekenen doordat de relatie met de stad Ieper versterkt wordt. Dit betekent niet de Bikschote geïsoleerd binnen de gemeente ligt. De onderlinge functionele en recreatieve verbindingen voor zachte weggebruikers tussen Langemark en Bikschote ziet de gemeente als te versterken elementen.
170
GRS Langemark Poelkapelle RD | augustus ‘12 | wvi
2.5. Gedifferentieerde werkomgeving in een landschap met grote en kleine dorpen Langemark-Poelkapelle kent een sterke binding van zijn agro-industriële bedrijven met de agrarische structuur. Op indirecte wijze heeft de agro-industrie een sterke greep op de woon- en werkomgeving in het buitengebied. De ruimtelijke relatie tussen grote bedrijven en kleine dorpen is voor de gemeente dan ook een belangrijke sleutel in het verbeteren van woonkwaliteit, landschap, mobiliteit en dergelijke meer. De ambachtelijke terreinen in Poelkapelle moeten onderzocht worden op hun realiseerbaarheid. Tevens bestaat de mogelijkheid ambachtelijke terreinen bij Langemark aan te sluiten, in functie van een betere ontsluiting die geen centra belast met transport. Als concept voor de lokale bedrijvigheid (hieronder vallen niet de grootschalige agro-industriële bedrijven) binnen de gemengde woon- en werkomgeving maakt de gemeente daarom volgend ruimtelijk onderscheid:
Langemark: Ontwikkelen van een nieuw aanbod voor lokale bedrijven, aansluitend op één van de bestaande excentrisch gelegen terreinen rakend aan de kern. Poelkapelle: behoud van het bestaande aanbod.
Ook hier is zuinig ruimtegebruik en duurzame ontwikkeling telkens de basishouding 2.6.
Stimuleren van een kwaliteitsvolle landbouw
De nieuwe ontwikkelingen binnen de landbouw kunnen de aanleiding zijn om een kwalitatieve sturing op gemeentelijk niveau op te starten. De gebouwde agrarische infrastructuur en niet-bebouwde agrarische ruimte kunnen onderwerp zijn van een continue beleidsmatige ondersteuning. Daarenboven vormt het agrarische cultuurlandschap een vertrekbasis voor de evaluatie van bebouwing en het gebruik van de open ruimte voor andere functies, zoals wonen, verblijfstoerisme of recreatie. Het concept met betrekking tot de landbouw omvat voor de gemeente volgende kerngedachten:
Goede agrarische architectuur stimuleren Maximaal onversnipperde ruimte behouden Landschapsopbouw en behoud van erfgoed stimuleren +0 20 $ " agrarische evoluties, binnen duidelijke krijtlijnen.
wvi | augustus ‘12 |
GRS Langemark Poelkapelle RD
171
2.7.
Landschappelijke en recreatieve structuur op bovengemeentelijk niveau versterken en detailleren. De gemeente kan haar bestaande cultuurhistorische patrimonium zoals de molens, de voormalige steenbakkerij, het militaire domein of de oorlogsmonumenten inzetten om haar doordringbaarheid te verhogen op recreatief vlak. Op gemeentelijk niveau kunnen zij als ‘stepping stones’ de lineaire (bovengemeentelijke) landschappelijke elementen versterken en recreatie in de gemeente koppelen aan educatie of natuurlijke structuren.
Aan dit concept worden door de gemeente elementen op een lager schaalniveau toegevoegd: een verdere detaillering van schakels en stapstenen Schakels (naar het belangrijke erfgoed) Stapstenen (gebouwen, sites) Kleine stapstenen (klein erfgoed, kleine knooppunten in het trage wegennetwerk) Ruimte voor bewonersinitiatieven Door deze ‘verdichting’ kan het netwerk ook een landschappelijke en natuurlijke betekenis krijgen; gemeentelijke wandelwegen kunnen door een ecologisch beheer lineaire groene elementen worden, kleine erfgoedsites kunnen door een gepaste landschappelijke inpassing kleine landschappelijke elementen worden.
2.8.
Natuurlijke elementen koppelen aan wonen De uitbouw van een natuurlijke structuur wordt gekoppeld aan de woonkwaliteit van de kernen en gehuchten. Op korte termijn kan de ecologische infrastructuur versterkt worden door op plaatsen waar dorpskern en beekvalleien elkaar raken plaats te maken voor kleinschalige groene ruimte. Door de koppeling van beiden kan men tegelijkertijd een vraag naar een ‘dorpsommetje’ koppelen aan natuureducatie en de versterking van een ecologisch netwerk. Op langere termijn en op hoger schaalniveau kan gewerkt worden aan groene ‘netwerken’. Voorbeelden hiervan zijn infrastructuur langsheen wandelpaden (‘groene bermen’) en kleine landschapselementen bij hoeves. Zo worden netwerken gevormd met groene elementen die naast hun hoofdfunctie, zoals een recreatieve of landbouwkundige functie, ook een natuurlijke nevenfunctie krijgen.
172
GRS Langemark Poelkapelle RD | augustus ‘12 | wvi
2.9.
Gedifferentieerde open ruimte-elementen
De open ruimte is in de gemeente een dominant gegeven. De kwaliteit van deze ruimtes beperkt zich niet tot de omgeving van de dorpskern, maar bepaalt het landschappelijke karakter van de hele gemeente. Toch komt ze niet overal in dezelfde mate en in dezelfde vorm voor, en is ze onderhevig aan versnippering. De gemeente wil dan ook vastleggen hoe open ruimte zal aansluiten op kernen en gehuchten, en onbebouwde gedeelten ertussen te vrijwaren zijn. Open ruimte vormt hier het tegengewicht voor bebouwing. Tegelijkertijd kan men vaststellen dat een aantal grote structuren gemeentegrensoverschrijdend open ruimte vormen, zoals het bosdrevenpatroon, de polders en heuvelrug. Hier wil de gemeente open ruimte koppelen aan de zones waar het landschap meest waardevol is, zoals op de topvlakken van de heuvelrug. Open ruimte is hier gekoppeld aan landschappelijke waarde.
2.10. Cultureel netwerk versterken De militaire begraafplaatsen en monumenten in de gemeente fungeren momenteel als tamelijk onafhankelijke cultuurhistorische eilanden. De doelstelling is hier ze te optimaal tot hun recht te laten komen binnen het bestaande bovenlokale context, met aandacht voor het omgevende landschap en de ontsluiting, en ze ook lokaal te verbinden met de kernen en de aanwezige toeristisch-recreatieve infrastructuur.. Om dit te bereiken zal de gemeente ruimtelijke schakels zoeken tussen de belangrijkste monumenten en haar dorpen.
Ontginningszone en voormalige steenbakkerij
wvi | augustus ‘12 |
Guynemer monument Poelkapelle
GRS Langemark Poelkapelle RD
Britse militaire begraafplaats
173
174
GRS Langemark Poelkapelle RD | augustus ‘12 | wvi
wone n 1.
Va n ui t d e h o g e r b e l e i d s ka d e r s
Langemark werd geselecteerd als structuurondersteundend hoofddorp, Poelkapelle als herlocalisatiehoofddorp. Dit betekent dat de bijkomende ruimtebehoefte voor wonen in één van beide kernen kan opgevangen worden. De overige gehuchten kunnen enkel de bestaande juridische mogelijkheden benutten.
2.
A an g r ij p i n g s p u n t e n v a n u i t h e t i n f o r m a t i e f g e d e e l t e
In de gemeente moet een antwoord geboden worden op een beperkte vraag naar bijkomende woonruimte, de groeiende druk om in de dorpscentra appartementering toe te laten, de nieuwe inzichten omtrent duurzaam wonen, en de vraag om het wonen in de open ruimte enerzijds te beperken (geen nieuw woningen toe te laten), anderzijds de bestaande vergunde woningen in te passen in de landschappelijke context.
3.
B e l e i d s d o e l s t e llin g e n
3.1. Woonstructuur van alle hoofddorpen en woondorpen versterken Het bestaande woonweefsel wordt er versterkt en bijkomende voorzieningen worden er gebundeld. De kernen bezitten een voorzieningenniveau die het wonen ondersteunt. Door de bundeling van het wonen volgens het principe van de ‘ruit’ of de ‘reeks’ wordt het draagvlak voor deze voorzieningen nog vergroot. Bijkomende wooneenheden worden in eerste instantie bestemd in Langemark. Na 2017 kunnen ook aan Poelkapelle bijkomende wooneenheden toegekend worden, wanneer daaraan behoefte zou zijn. De gemeente stelt zuinig ruimtegebruik als basisprincipe voorop, en zal in de mate van het mogelijke eerst werk maken van hergebruik van bestaande bebouwde of bestemde ruimte, alvorens andere zones aan te snijden.
3.2. Voorzieningen als onderdeel van de te versterken woonstructuur Het spreidingspatroon van kleinhandel en publieke functies is verschillend voor de kernen van de gemeente. Voor Poelkappelle is met de Brugseweg een duidelijke as te onderscheiden, waarlangs de meeste voorzieningen gegroepeerd zijn. Deze as is historisch gegroeid, en kan versterkt worden door een kwaliteitsvol publiek domein, het opladen van punten op deze as edm. Belangrijke elementen hierin zijn
Verkeersveiligheid Verlichting Toegankelijkheid Parkeren
Voor Langemark lijkt dit minder op te gaan. De as Zonnebekestraat – Bikschotestraat in Langemark is eerder discontinu (hier en daar vallen gaten). Kleinhandel en voorzieningen zitten heel verspreid. Dit is minder gunstig voor kleinhandel. Hier is eerder het idee gelden om doorwaadbaarheid te maximaliseren. De spreiding kan in die zin ook een kwaliteit zijn: er ontstaan verschillende punten met identiteit in de kern. 3.3. Bebouwing buiten de bestemde zones De verspreide bebouwing buiten de kernen wordt niet verder uitgebreid. Nieuwbouw buiten de kernen kan enkel binnen de reeds goedgekeurde verkavelingen. De bestaande verspreide bebouwing kan worden vernieuwd en aangepast aan de huidige comforteisen. Uitbreiding van de bestaande verspreide bebouwing buiten de geëigende bestemmingszones kan enkel binnen de bij decreet opgelegde bepalingen. 3.4. Duurzaamheid als uitgangspunt people (sociale dimensie) 8 < planet (ecologische dimensie) proces
wvi | augustus ‘12 |
GRS Langemark Poelkapelle RD
175
Bij de inpassing van nieuwe woningbouwprojecten wordt uitgegaan van de 4P-benadering van duurzaamheid:
People: veiligheid, ontmoetingsplekken, integratie van sociale woningen in kleinere projecten / kleine dorpen (bvb Madonna, Bikschote, Sint-Juliaan)… 8 < &
#
& " Planet: natuur als onderdeel van de ontwikkeling, water als structurerende drager van ontwikkeling, beperken van autoverkeer, parkeerruimte (zuinig ruimtegebruik). Proces: de bestuurlijke pijler, waarbinnen participatie en communicatie doorheen alle processtappen cruciaal zijn.
4.
Beleidscategorieën
Vanuit het informatieve deel van het GRS onthoudt men volgende uitgangspunten:
De selectie in het PRS van Langemark als structuurondersteunend hoofddorp en van Poelkapelle als herlocalisatiehoofddorp. De bijkomende behoefte aan circa 30 wooneenheden binnen de planperiode tot 2017 De mogelijkheden gegeven door het Decreet grond- en pandenbeleid.
4.1.
Uitbreidingen
Voor de taakstelling naar wonen toe wenst de gemeente in de eerste plaats het huidige juridische aanbod aan te wenden om te voldoen aan de behoefte. Om daarenboven te voldoen aan de berekende eigen behoefte, dient de gemeente op zoek te gaan buiten het bestaande aanbod. Aangezien uit de berekening ook blijkt dat het tekort voornamelijk gelegen is in de kern Langemark, wordt geopteerd om het aanbod in eerste instantie daar te localiseren. Dit past ook binnen de rol van Langemark als structuurondersteunend hoofddorp. Als locatie wordt Donkerweg naar voor geschoven, zoals geconcludeerd werd uit het locatieonderzoek in het informatief gedeelte. De locatie Schiethoek bij Poelkapelle wordt voorbehouden voor wonen op langere termijn (na 2017). aanduiding op kaart naam P Schiethoek W Donkerweg totaal
oppervlakte potentieel effectief 4,04 60 max. 2 ha nog te bestemmen 30 6,04 60 30
Bij de Boezingestraat-Cayennestraat wordt een zoekzone aangduid voor wonen op lange termijn. Deze wordt gevrijwaard voor wonen in een latere planperiode, en blijft vrij van bebouwing. 4.2.
Kwaliteit van wonen in bestemde zones
) De gemeente ondersteunt het (her)ontwikkelen van de bestemde woonzones van het gewestplan tot kwaliteitsvolle verdichte woningbouwprojecten. De gemeente heeft een relatief beperkt aantal mogelijkheden op dat vlak. Anders dan in steden is het aantal en de schaal van vrijkomende (industriële) sites eerder klein. De gemeente wil de eisen voor toekomstige groepswoningbouwprojecten en appartementsbouw daarom vastleggen in ruimtelijke uitvoeringsplannen. Bij de opmaak van RUP’s voor de dorpskernen, en het opstellen van een stedenbouwkundige verordening, zullen parameters die de kwaliteit van het wonen bepalen onderzocht en in voorschriften vastgelegd worden. Hierbij wordt in eerste instantie aandacht besteed aan volgende aspecten:
Parkeren: het integreren van de nodige parkeerruimte in het project, op een kwaliteitsvolle wijze Private buitenruimte: het voorzien van een minimale ruimte voor tuinen, terassen, gedeelde binnentuinen. Speelruimte: het ontwerpen van buitenruimtes, zodat ze voor kinderen een veilige en boeiende leefomgeving vorm. Dit door ze bijvoorbeeld te vatten als ‘speelweefsel’, aansluitend op de publieke ruimte. Bouwhoogte: het omgaan met verdichting op een wijze die zowel het dorpssilhouet als de schaal van de omliggende bebouwing respecteert.
* In Bikschote zal het bestemde woongebied te noorden van de kerkomgeving ontwikkeld worden. Ook in Madonna kan een project ingepast worden binnen de huidge bestemmingszone. Voor deze projecten zijn geen planologi176
GRS Langemark Poelkapelle RD | augustus ‘12 | wvi
sche ingrepen vereist, zoals de opmaak van een RUP. Tegelijkertijd zal ook gestart worden met de reconversie van gebouwen en de inbreidingsprojecten waarvoor bijkomend studiewerk of planologische ingrepen vereist zijn omdat ze momenteel in KMO-zone of zone voor gemeenschapsvoorzieningen gelegen zijn (binnen GWP of BPA’s). In het richtinggevend gedeelte wordt aangegeven welke projecten zullen behandeld worden binnen de huidige planperiode. In de tabel hieronder is hiervan een overzicht gegeven. Er zal prioriteit gegeven worden aan een aantal inbreidingen en herbestemmingen waarvan de studie aangevat is of reeds afgerond is, waaronder de site van het project ontworpen door NOA in de Poelkapellestraat (W2 in het overzicht van het aanbod in het ID), en de herbestemming van het stationsgebouw (beiden in zone voor gemeenschapsvoorzieningen). Bij deze herbestemming zal minimaal de kwaliteit zoals in 4.2 beschreven vereist worden. Aanduiding op kaart
Aanduiding naam in ID
1
W2
2
W5
3
W6
4
RE1
5
W3
inbreiding site Parrein, Langemark
6
RE4
herbestemming schoolsite Brugseweg, Poelkapelle
inbreiding site NOA, Langemark inbreiding Bikschote inbreiding binnengebied, Madonna herbestemming stationsgebouwtje, Langemark
opper- potentieel aannodige planologische ingrepen vlakte tal woningen Opmaak RUP / achter0,66 10 haalde BPA-bestemming gemeenschapsvoorzieningen 2,29 34 Geen (GWP woonzone) 0,40
6 Geen (GWP woonzone) Opmaak RUP / achter5 haalde BPA-bestemming gemeenschapsvoorzieningen Opmaak RUP / achter10 haalde BPA-bestemming gemeenschapsvoorzieningen
0,69
10 Geen (GWP woonzone)
totaal
75
Sommige herbestemmingen worden niet als prioritair gezien, en vallen wellicht buiten de huidige planperiode. Reden hiervoor is dat nog bijkomende studies of planningsinitiatieven (zoals een herbestemming via een ruimtelijk uitvoeringsplan) nodig zijn, of nog niet duidelijk is welke functie meest optimaal is. Om deze reden wordt voor inbreidingsprojecten een realisatiegraad van 30% binnen de planperiode gehanteerd.
Aanduiding in ID RE2 RE3
potentieel aantal woningen
naam Langemark basisschool / tennisterreinen Poelkapelle De Luwte en Nieuwplaats
mogelijke functie
5 wonen, aansluitend bij het project NOA 5
de schoolfunctie uit de Brugseweg (RE 4) wordt naar deze site overgebracht
+
Hierbij denkt de gemeente aan de uitbreiding van de zorgcampus met assistentiewoningen. Met de lopende nieuwbouw van het OCMW voor het woonzorgcentrum zal de volledige bestemmingszone binnen BPA Zorgcampus Sint-Paulus ingevuld zijn. De gemeente voorziet op deze site de verdere uitbouw van de zorgcampus, waar woonvormen die gelinkt zijn aan het zorgcentrum, ook met meer zelfstandige woonvormen een plaats kunnen vinden. ! " # & " " # Dit zal een planologische ingreep vereisen, die indien noodzakelijk gecombineerd kan worden met het schrappen van de gemeenschapsvoorzieningen aan de Hooyaerdstraat.
4.3.
Zonevreemde woningen
Binnen het beleidskader zonevreemde woningen kiest de gemeente ervoor om geen differentiatie te maken naar uitbreidings- of bouwmogelijkheden, maar wel op het vlak van landschappelijke inpassing (behoud KLE’s, nieuw aanplant, materiaal, kleur, dakvorm). wvi | augustus ‘12 |
GRS Langemark Poelkapelle RD
177
, - Ze hanteert hiervoor 2 categorieën. , .' Gehuchten, en woningen aansluitend bij de huidige bestemde kernen en gehuchten in het gewestplan. De gemeente opteert om deze woningen ‘in groep’ te bekijken, en maatregelen naar inpassing te nemen op schaal van het gehucht of (deel van) de kern, naargelang de context dit vereist.
Gehuchten (niet bestemd in het gewestplan): woonconcentraties met een duidelijk grotere dichtheid dan de verspreide hoeves, vaak benoemd met een toponiem. Volgende gehuchten worden geselecteerd: Schaapbalie-Vijfwegen, op de grens met Staden Smiske, ten westen van Bikschote Hagebos, tussen Langemark en Pilkem Koekuit, tussen Langemark en Madonna Wijdendrift, tussen Langemark en Bikschote Abelegat – Bruggepoort, ten oosten van Poelkapelle Treurniet – Aardbeienhof, tussen Madonna en Poelkapelle Wallemolen, op de grens met Zonnebeke Verlinting: Veelal correspondeert het lintvormige woongebied niet met de werkelijke bebouwde ruimte, die rafeliger is, of mettertijd verder uitgebouwd is langsheen verbindingswegen. Deze gedeelten bevatten vaak diverse functies, en zijn moeilijk te begrenzen. Aangenomen wordt dat indien een vergunde, of als vergund beschouwde woning die aansluiten op het woongebied, zonder onbebouwde percelen ertussen, bij het lint of de woonzone in kwestie kan opgenomen worden.
, /'Solitaire bebouwing; omvat alle bebouwing die zonevreemd gelegen is, en niet onder voorgaande categorieën onder te brengen is. Ook kleine woninggroepjes kunnen bijgevolg als ‘solitair’ bestempeld worden. Het zijn meestal woningen die in vrijliggend in open ruimte voorkomen, vaak oorspronkelijke hoeves, soms ook ontstaan door verkaveling van een landbouwperceel, waardoor enkele (rij-)woningen in het latere landbouwgebied zijn komen te liggen. De gemeente opteert om deze woningen ‘individueel’ in te passen. Bij opmaak van een uitvoeringsplan of een verordening zullen daarom op perceelsniveau maatregelen opgelegd worden.
0 Van belang voor de huidige situatie zijn de vandaag geldende mogelijkheden (dd 01 12 2010). Enerzijds zijn deze ingeschreven in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, anderzijds in het Besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot de toelaatbare zonevreemde functiewijzigingen dd. 28 11 2003. Sinds 01 12 2010 zijn een aantal handelingen vrijgesteld van stedenbouwkundige vergunning. Daarnaast zijn er bepalingen opgenomen in het Vegetatiebesluit en het Bosdrecreet omtrent groenelementen. Ze kunnen verkort en beperkt tot de meest essentiële elementen worden weergegeven als volgt: Volume en inplanting (VCRO): toegelaten is het herbouwen tot 1000 m³, voor 3/4 op dezelfde plaats het herbouwen tot 1000 m³ op een gewijzigde plaats, als het gebouw getroffen is door een rooilijn, een achteruitbouwzone, of omwille van een betere ruimtelijke ordening het uitbreiden tot 1000 m³ Ook voor recent afgebroken, vernietigde of beschadigde gebouwen zijn in de regelgeving voorwaarden en mogelijkheden opgenomen. Zonevreemde functiewijzigingen, voorwaarden (Art. 4.4.23. van de VCRO): het gebouw of het gebouwencomplex bestaat, het gebouw of het gebouwencomplex is niet verkrot, het gebouw of het gebouwencomplex is hoofdzakelijk vergund, het gebouw of het gebouwencomplex is niet gelegen in: ruimtelijk kwetsbare gebieden, met uitzondering van parkgebieden en agrarische gebieden met ecologisch belang of ecologische waarde,
178
GRS Langemark Poelkapelle RD | augustus ‘12 | wvi
recreatiegebieden, zijnde de als dusdanig door een plan van aanleg aangewezen gebieden, en de gebieden, geordend door een ruimtelijk uitvoeringsplan, die onder de categorie van gebiedsaanduiding “recreatie” sorteren;
Mogelijke functies (BVR dd. 28 11 2003) Art. 3: Complementaire kantoor of dienstenfuncties, met een vloeroppervlak kleiner dan 100 m², en kleiner dan de oppervlakte voor wonen. Art. 4: Maximaal 8 tijdelijke verblijfsgelegenheden bij een woning, met uitsluiting van restaurants of café’s Art. 5: Eén woongelegenheid per gebouw of gebouwencomplex, deel uitmakend van een gebouwengroep, en op maximaal 200 meter van andere vergunde woningen Art. 8: Opslag van materiaal of materieel, in een gebouw deel uitmakend van een gebouwengroep. Art. 9: Paardenhouderij, manège, dierenasiel, dierenpension, dierenartsenpraktijk, jeugdlogies, tuinaanlegbureau, kinderboerderij, zorgboerderij, met inbegrip van een noodzakelijke ondergeschikte functie (handel, horeca, kantoor of diensten) met een maximum tot 100 m². Art. 10: Het wijzigen van de functie van een gebouw opgenomen in de inventaris onroerend erfgoed (VIOE), of beschermd als monument, stads- of dorpsgezicht, mits advies van het agentschap Ruimte en Erfgoed. Art. 11: Wonen in een leegstaand landbouwbedrijf, met uitsluiting van meergezinswoningen. Bedrijfsgebouwen kunnen niet afgesplitst worden, en kunnen ingezet worden als woningbijgebouwen, of als tijdelijke verblijfgelegenheden. Vrijstelling van vergunningsplicht (BVR dd. 16 07 2010) Vrijstelling van vergunningsplicht voor allerlei kleine niet-overdekte constructies zoals stapeling, opritten en afsluitingen Vrijstelling van vergunningsplicht voor vrijstaande niet voor verblijf bestemde bijgebouwen tot maximaal 40 m² en 120 m³, op maximaal 30 meter van de woning Meldingsplicht zorgwonen (VCRO art.4.2.4) Zorgwonen: een vorm van wonen waarbij voldaan is aan alle hiernavolgende voorwaarden: in een woning wordt één ondergeschikte wooneenheid gecreëerd, de ondergeschikte wooneenheid vormt één fysiek geheel met de hoofdwooneenheid, de ondergeschikte wooneenheid, daaronder niet begrepen de met de hoofdwooneenheid gedeelde ruimten, maakt ten hoogste één derde uit van het bouwvolume van de volledige woning, de creatie van de ondergeschikte wooneenheid gebeurt met het oog op het huisvesten van: hetzij ten hoogste twee ouderen in de zin van de gecoördineerde decreten van 18 december 1991 inzake voorzieningen voor ouderen, hetzij ten hoogste twee hulpbehoevende personen, zijnde personen met een handicap, personen die in aanmerking komen voor een tenlasteneming door de Vlaamse zorgverzekering, alsmede personen met een nood aan ondersteuning om zich in het thuismilieu te kunnen handhaven, de eigendom, of ten minste de blote eigendom, op de hoofd- en de ondergeschikte wooneenheid berust bij dezelfde titularis of titularissen.
Groen: In agrarisch gebied met landschappelijk waardevol karakter, en ruimtelijk kwetsbare gebieden wordt het wijzigen van belangrijke vegetatie vergunningsplichtig gemaakt in het Vegetatiebesluit: weg-, waterweg- en spoorwegbermen met vegetatie, waterlopen, veedrinkputten, bomenrijen, oude heggen, houtkanten, houtwallen, hagen; verlaten spoorwegbermen met vegetatie; holle wegen; taluds en/of dijken met vegetatie, hoogstamboomgaarden. Bossen worden door het bosdecreet beschermd. Ontbossen is enkel mogelijk in woongebied of industriegebied van het gewestplan. Indien het verbod op ontbossing in andere gebieden door de minister opgeheven wordt, geldt er een compensatieplicht. Het vellen van hoogstammige bomen is in de meeste gevallen onderhevig aan vergunningsplicht, maar bijvoorbeeld niet in de onmiddellijke omgeving van een woning.
wvi | augustus ‘12 |
GRS Langemark Poelkapelle RD
179
Aangezien het huidige wettelijke kader voldoende mogelijkheden biedt om in het merendeel van de zonevreemde situaties tot een goede oplossing te komen, zal de gemeente geen wijzigingen voorstellen, noch om het kader te versoepelen, noch om het te verstrengen. 1 De gemeente zal haar beleid ten aanzien van zonevreemde woningen concentreren op de belangrijkste gehuchten en de verlinting. Deze categorie 1 van wooncencentraties sluit qua schaal het nauwst aan bij de bestemde zones in het gewestplan. Het beleid zal erop gericht zijn om te komen tot een betere inpassing van het gehucht of het lint in de omgeving, en een interne kwaliteitsverbetering mogelijk te maken. Een uitbreiding van ruimtelijke of functionele mogelijkheden buiten deze die decretaal mogelijk zijn is echter niet aan de orde. In uitvoeringsplannen kunnenn wel opties opgenomen worden omtrent het versterken van de waterstructuur van het gehucht (waterafvoer, buffering, poelen, grachten) de mobiliteit (routes voor langzaam verkeer, parkeren, toeritten, verhardingen) het behoud van waardevol erfgoed en architecturale waarde (op basis van bestaande inventarisatie, en met eventuele aanbevelingen naar nieuwe architectuur) het behoud of versterken van groenelementen (bomenrijen, solitaire elementen, houtkanten). het toekennen van functies aan gebouwen, binnen het decretale kader. Hierbij zal de complementariteit met andere (eventueel bestaande) functies worden afgewogen. Het resultaat van de opname in een RUP zal zijn dat alle aanvragen (zowel landbouw, woningen, horeca…) in gehuchten en linten aan 1 totaalvisie getoetst kunnen worden. Dit levert tijdswinst, geeft kansen op wederzijds voordeel (bvb behoud wederopbouwhoeve bij B&B), en geeft een zekere garantie op kwaliteitsverbetering (zoals gezamenlijke groeninrichting...).
bestaande structuur van een gehucht met gebouwen, tuinen, groen en enkele waterelementen zoals poelen.
selectie en inpassing van een gehucht (als geheel) op landschappelijk vlak, met (stimulans tot) toevoeging van
groen, versterken van de waterstructuur, inpassing van gebouwen (door bvb kleur, materiaalgebruik, functietoekenning).
180
GRS Langemark Poelkapelle RD | augustus ‘12 | wvi
2 ' 1. Schaapbalie-Vijfwegen, op de grens met Staden
2. Smiske, ten westen van Bikschote
3. Hagebos, tussen Langemark en Pilkem
4. Koekuit, tussen Langemark en Madonna
5. Wijdendrift, tussen Langemark en Bikschote
wvi | augustus ‘12 |
GRS Langemark Poelkapelle RD
181
6. Abelegat – Bruggepoort, ten oosten van Poelkapelle
7. Treurniet – Aardbeienhof, tussen Madonna en Poelkapelle
8. Poortershof, ten noorden van Poelkapelle
3 Q&
" &
" maatregelen opgenomen om gehuchten in te passen in het landschap. In de centrale deelruimte (de ruit Langemark-Poelkapelle-St.Juliaan) zijn deze maatregelen gericht op het behoud van de essentiele open ruimtes zoals de in de gewenste landschappelijke structuur aangeduid worden. In de omliggende deelruimten, die een grotere landschappelijke waarde hebben, zijn deze maatregelen gericht op het versterken van de bestaande landschapskenmerken: het reliëf en de KLE in de deelruimte van de heuvelrug van Westrozebeke het drevenpatroon en de open ruimte in de deelruimte van het drevenpatroon de open ruimte en de landschapsovergang naar de polders in de deelruimte van de rug van Pilkem.
/ De categorie 2 volgt de mogelijkheden van het decreet. Voor deze categorie is het dan ook niet nodig om uitvoeringsplannen op te maken.
182
GRS Langemark Poelkapelle RD | augustus ‘12 | wvi
4.4. Sociale mix in projecten op korte en lange termijn Sociale woningvoorraad: om bij de ontwikkeling van nieuwe wijken tot een aandeel soc. huisvesting te komen dat in overeenstemming is met het grond- en pandenbeleid, de te verwachten vergrijzing, en het principe van de sociale mix zal de gemeente in samenwerking met de SHM en de wvi een gevarieerd woningaanbod nastreven. Concreet zijn volgende sociale woningbouwprojecten in voorbereiding of in uitvoering, zoals opgenomen in volgend overzicht. volgnr
Deelgem
Locatie
type
inbr / herb
initiatief
aantal
status
1
Langemark
Papaverwijk
huurwoningen
inbreiding
De Mandel
24
in uitvoering
2
Langemark
Papaverwijk
Koopwoningen
inbreiding
De Mandel
4
in uitvoering
3
Langemark
Stationsgebouw
Nog niet be-
herbestemming
SHM De
niet gekend
gepland
20% SKW + 80%
gepland
paald 4
Langemark
Site Poelkapellestraat ‘NOA’
Kleine betaalbare
Mandel inbreiding
wvi / SHM
woningen
bescheiden woonaanbod
5
Madonna
Kerkstraat
Bejaarden-
inbreiding
De Mandel
10
gepland
woningen
5.
6
Langemark
Sint-Paulus
Assistentiewoningen
collectieve woonvorm
OCMW
7
Langemark
Site Parrein
Private woningen
inbreiding
nog niet gekend
te onderzoeken gedeelte
te onderzoeken
O ve r z i c h t v a n m a a t r e g e l e n e n a c t i e s
Opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen en/of een gemeentelijke verordening, om de woonkwaliteit van de dorpscentra te garanderen. Opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan voor de bestemming van bijkomende ruimte voor wonen bij Donkerweg. Opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen voor het schrappen van de achterhaalde BPA-bestemmingen in woongebied van het gewestplan. Opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan/plannen voor de geselecteerde gehuchten en verlinting, en dit om te komen tot een betere inpassing van het gehucht of het lint in de omgeving, en een interne kwaliteitsverbetering mogelijk te maken.
wvi | augustus ‘12 |
GRS Langemark Poelkapelle RD
183
kaart 44: gewenste ruimtelijke structuur wonen 184
GRS Langemark Poelkapelle RD | augustus ‘12 | wvi
b e drijvighe id 1.
Va n ui t d e h o g e r b e l e i d s ka d e r s
De ruimte voor lokale bedrijvigheid wordt gezocht in verwevenheid met het wonen of op een lokaal bedrijventerrein. In Langemark-Poelkapelle is Langemark geselecteerd als structuurondersteunend hoofddorp en kan bedrijvigheid opvangen op niveau van de gemeente. Poelkapelle is een herlokalisatiehoofddorp. In een herlokalisatiehoofddorp kan enkel bedrijvigheid uit de kern en uit de omgeving opgevangen worden.
2.
A an g r ij p i n g s p u n t e n v a n u i t h e t i n f o r m a t i e f g e d e e l t e
Er is een beperkte vraag naar bijkomende ruimte voor bedrijven die in het GRS een antwoord moet krijgen. Eenmaal de ontwikkeling van een lokaal bedrijventerrein bij Donkerweg gestart is, zal aan de hand van de uitgifte gekeken kunnen worden hoe groot de resterende vraag is. In functie daarvan kan een zoekzone aangeduid worden. Een tweede element is het zonevreemd voorkomen van bedrijven, waarvoor in het GRS een beleidskader moet geboden worden.
3.
B e l e i d s d o e l s t e llin g e n
Flankerend beleid voor grote bedrijven De bevoegdheid over de grootschalige bedrijven (Pinguin, Dejaeghere, Milcobel) ligt bij de hogere overheden. Deze regionale bedrijven hebben recent in uitvoeringsplannen groeiruimte gekregen. De gemeente wil wel actief met de bedrijven zoeken naar manieren om van deze realisatie een win-win situatie te maken, en de impact ervan op de omgeving minimaal te houden. Duurzame groeiruimte voor lokale bedrijven Bedrijven kleiner dan 5000 m² worden als lokaal beschouwd. De gemeente wil voor deze bedrijven de nodige groeiruimte voorzien. De gemeente wil er dan ook op toezien dat deze voorraad optimaal ingezet wordt. De ontwikkeling van een nieuwe bedrijvenzone zal gebaseerd moeten zijn op weloverwogen principes van zuinig en duurzaam ruimtegebruik. De gemeente wil de aanleg van een bedrijventerrein interpreteren als een kans op een nieuwe kwaliteitsvolle uitbreiding aan het dorp. Op langere termijn wil de gemeente onderzoeken welke deelkern het meest geschikt is voor de opvang van bijkomende groeiruimte. Hierbij zal rekening gehouden moeten worden met twee factoren: de geldende selectie van "Y" [ "
vandaag veel gunstiger is in Langemark dan in Poelkapelle, maar kan wijzigen door ingrepen op de N313. In de deelgemeente Poelkapelle zijn enkele kleinere ambachtelijke zones ingekleurd op het gewestplan. Slechts een beperkt gedeelte daarvan is ingenomen, de rest blijft als reserve in handen van particulieren. De gemeente wil onderzoeken hoe dit best aangepakt wordt. Rechtzekerheid voor vergunde zonevreemde bedrijven De gemeente wil bedrijven in open ruimte ontwikkelingsmogelijkheden te geven, gekoppeld aan voorwaarden voor ruimtelijke kwaliteit. De bedrijven gelegen buiten de geëigende gewestplanzones zal zij evalueren binnen hun huidige locatie en een ruimtelijk beleid daarop af te stemmen. De gemeente zal gebiedsgericht ontwikkelingsperspectieven geven aan deze bedrijven.
4.
Beleidscategorieën
De ruimte voor bedrijvigheid in de gemeente kan onderverdeeld worden in volgende beleidscategorieën:
wvi | augustus ‘12 | GRS Langemark Poelkapelle RD
185
Historisch gegroeide bedrijven op (para)agrarische oorsprong Deze bedrijven hebben een agrarische oorsprong, en zijn doorgegroeid tot industriële activiteiten (Belgomilk, Pinguin, Dejaeghere , ... ). De gemeente wenst met deze bedrijven de dialoog aan te gaan omtrent het Induceren van zuinig ruimtegebruik (wat zijn hun bouwplannen, hoe vatten zij de layout van hun site op…) Beperken van impact (licht, geluid, geur, stof, watergebruik en afvoer) Inpassen van gebouwen in dorpskernen (visueel) Uitgangspunt voor deze dialoog is het creëren van win-win situaties. Wellicht kunnen bedrijven die in nauwer contact met hun lokale overheden of bewoners opereren beter anticiperen op hun vragen, en eigen plannen sneller communiceren. Voor wat hun planologische noden betreft is het Vlaams Gewest bevoegd, en wordt dit gemeente 2 $
Historisch gegroeide bedrijven in of bij de dorpen Deze bedrijven hebben de dorpskern en markt als oorspronkelijk startpunt. De gemeente ondersteunt in principe een verweving van wonen en werken. Ze wenst dan ook bestaande bedrijven in woongebied zo lang mogelijk ter plaatse te houden. Op het ogenblik dat bedrijven te groot of te hinderlijk dreigen te worden voor hun locatie in woongebied, zal de gemeente conform het beleidskader voor zonevreemde bedrijven de afweging maken of zij nog ter plaatse kunnen blijven, of dienen te herlocaliseren. Bij het beëindigen van de activiteiten krijgt het vrijgekomen gebied in de eerste plaats een woonbestemming als het bestendigen van ambachtelijke activiteiten niet langer haalbaar of wenselijk is. Lokale bedrijventerreinen Deze categorie betreft bedrijventerreinen (bedrijvengroepen) bij dorpen: het gegroepeerd, en/of georganiseerd voorkomen van (recente) bedrijven op een gezamenlijke infrastructuur. In een afzonderlijk beleidskader zullen de mogelijke locaties voor verdere uitbreiding van het aanbod onderzocht worden. De gemeente wil duidelijk alle opties onderzoeken wat de uitbreiding van het aanbod betreft. Het toekomstig aanbod aan ruimte voor bedrijven zal ontwikkeld dienen te worden op basis van principes van duurzaam ruimtegebruik. De gemeente zal minimaal volgende elementen aftoetsen:
Stapeling van functies: hoe kan maximaal ruimte op het gelijkvloerse niveau voorbehouden worden voor productie, en alle ‘niet-grondgebonden’ functies naar de verdiepingen gebracht worden. Menging van functies: er kan gedacht worden aan een woon-werk-erf. Hierbij wordt de mogelijkheid geboden om per bedrijf één bedrijfswoning te voorzien voor personen die nauw bij het bedrijf betrokken zijn (bedrijfsleider, conciërge) en dit in een bedrijfswoning op verdieping. Dit levert zowel ruimtewinst, als een verbeterde veiligheid, mobiliteit… Tegelijkertijd wordt ook extra aandacht besteed aan de omgevingsaanleg en het minimaliseren van hinder, zodat het wonen ook er kwaliteitsvol is. ‘Zuinig’ ondernemen: kan het beeld (imago) van het bedrijventerrein ook een weerspiegeling zijn van de maatschappelijke tendens om zuinig te wonen, te rijden…
Zonevreemde bedrijven In het richtinggevend gedeelte werd de spreiding weergegeven van de bedrijvigheid (kaart 19), en werd aangeduid dat tal van deze bedrijven zich in open ruimte bevinden. De gemeente gaat bij de bestemming of herlocalisatie van zonevreemde bedrijven uit van volgend algemene principe: indien de huidige bedrijfsvoering, in haar globaliteit, een positieve impact heeft op de locatie, kan zij er minstens behouden blijven. Indien er een duidelijk negatieve impact is, dient ze te herlocaliseren. Gekoppeld aan dit algemene principe wordt er een gebiedsgerichte benadering gehanteerd, die bepaalde deelgebieden van de gemeente eerder strenger beschermd, omwille van de huidige kwaliteit, en in andere meer toelaat. Dit algemene principe wordt verder uitgewerkt in het beleidskader zonevreemde bedrijven. Windturbines De gemeente maakt voor haar beleid ten aanzien van windturbines onderscheid tussen de middelgrote en grootschalige windturbines, waarvoor naar het hoger beleid verwezen dient te worden, en de kleinschalige individuele, waarvoor steeds meer particulieren, zowel landbouwers als andere inwoners, vergunning aanvragen. De gemeente zal de 4
5.67 toetsen aan volgende criteria, die in een verordening of een uitvoeringsplan kunnen opgenomen worden:
Hoogte: de hoogte dient in verhouding te zijn tot de schaal van de bebouwing op het perceel, en de grootte van het perceel. Windturbines op kleinschalige percelen (woonkavels kleiner dan 500 m²), en/of bij
186
GRS Langemark Poelkapelle RD | augustus ‘12 | wvi
kleinschalige bebouwing (zoals woningen), worden niet ondersteund. Grootschalige percelen en grotere gebouwen bieden meer draagkracht en grotere inplantingsvrijheid voor windturbines. Geluid: er dient gebruik gemaakt te worden van de meest geluidsarme technologieën, en waar mogelijk dient de windturbine aan de noordoostzijde van de woning(en) ingeplant te worden. Schaduw: bij de inplanting dient een slagschaduwstudie uitgevoerd te worden, conform de richtlijnen bij grootschalige turbines. Afstand tot de dorpscentra: windturbines kunnen niet voorkomen binnen de contouren van de dorpen Langemark, Poelkapelle, Bikschote, Madonna en Sint-Juliaan. In de verordening zal de grootte van de contour vastgelegd worden. Afstand tot infrastructuur: windturbines kunnen niet ingeplant worden op een afstand kleiner dan de tiphoogte van lokale wegen I en II, en secundaire wegen. De conformiteit met deze criteria wordt aangetoond in een landschapsstudie
5.
A an d u i d i n g v a n l o c a t i e s vo o r l o k a l e b e d r ij v i g h e i d
Vanuit de lokatieafweging komt de zone Donkerweg, tussen de spoorwegzate en de Boezingestraat als meest geschikte ruimte naar voor om er de bijkomende ruimte voor lokale bedrijven op te vangen. De gemeente wenst in het GRS een duidelijke visie op deze ruimte te ontwikkelen, vanuit de vaststelling dat zij een 3-ledige rol krijgen:
als uitbreidingszone voor wonen als uitbreidingszone voor bedrijvigheid als ruimte waar een waardevol contactvlak bestaat tussen de dorpskern en de open ruimte, en dit via een aantal ‘overlappende’ functies: sport en recreatie, door de bestaande sportzone en hondenschool, # \ ##& " ]^ landbouw natuur en landschap, met de Steenbeek als structurerend en grensstellend element.
De uitwerking van deze visie zal in de visie op de deelruimte opgenomen worden. Als tweede locatie komt de site aan de Industriestraat naar voor. Deze vormt in eerste instantie een bijkomend aanbod voor de aanwezige regionale bedrijvigheid. Indien deze reserve niet langer noodzakelijk zou zijn, kan deze ruimte ingenomen worden door lokale bedrijvigheid, indien de Donkerweg niet voldoende ruimte zou bieden, Voorwaarde voor ontwikkeling van deze locatie is de ontsluting ervan op termijn via een verkeersveilige route naar het hogere wegennet. Beide locaties (Donkerweg en Industriestraat) worden bij ontwikkeling sterk landschappelijk gebufferd tegenover de dorpskern. In Donkerweg wordt dit in samenhang gezien met de inpassing van de site Belgomilk. Aan de Industriestraat hangt dit samen met de buffering van het huidige bedrijf Pinguin naar de dorpskern.
6.
S c h r a p p e n v a n l o c a t i e s vo o r l o k a l e b e d r ij v i g h e i d
De ambachtelijke zone bij Sint-Juliaan, aansluitend bij de militaire begraafplaats, wordt geschrapt en bestemd voor landbouw. Via een planologische ruil wordt dit aanbod met eenzelfde oppervlakte bestemd bij Donkerweg.
7.
Z o n ev r e e m d e b e dr ij ve n
7.1. 3 fasen Het opnemen van zonevreemde bedrijven in uitvoeringsplannen, alsook aanvragen inzake planologische attesten, en het toekennen van ontwikkelingsmogelijkheden in deze plannen zal verlopen in drie fasen:
De inventarisatie: hierbij wordt een overzicht gemaakt van alle gekende zonevreemde bedrijven in de gemeente, met de aard van hun activiteiten. Ook de bedrijven die in de eerste fase van het Sectoraal BPA opgenomen werden, worden opnieuw meegnomen in de inventaris.
wvi | augustus ‘12 | GRS Langemark Poelkapelle RD
187
De selectie: hierbij worden de bedrijven die opgenomen wensen te worden onderworpen aan een afweging met volgende uitsluitende criteria De vergunningstoestand: enkel behoorlijk vergunde bedrijven kunnen worden opgenomen. Zowel de activiteit als het gebouwenbestand, worden hierbij geëvalueerd De gewestplanbestemming: bedrijven gelegen in de kwestbare gebieden van het gewestplan kunnen niet worden opgenomen, tenzij duidelijk aangetoond kan worden dat deze bestemming achterhaald is.
De bepaling van het ontwikkelingsperspectief: hierbij wordt een afweging gemaakt aan de hand van 5 criteria, waarna het bedrijf gecategoriseerd wordt. Mobiliteit: aspecten van bereikbaarheid, ontsluiting naar het hogere wegennet, plaatselijke verkeerssituatie, transportvraag en bezoekersintensiteit worden gewogen. Landschap: schaal en verhouding van het bedrijf t.o.v. zijn omgeving, kwaliteit van de gebouwen, lay-out en architectuur van het bedrijf, terreinaanleg Economie: aantal werknemers, omzet, gedane investeringen ter plaatse, historiek van de ontwikkeling op de locatie, binding met de omgeving, gronden in eigendom, argumenten vanuit de bedrijfsvoering, algemene kenmerken van de sector of het segment waarin het bedrijf actief is. Hinder: aard van de activiteiten, mate van hinder naar omwonenden in de vorm van stof, geluid, trillingen, geur, licht Gebiedsgerichte benadering: ., ruit Langemark-Poelkapelle-St.-Juliaan-Madonna wordt positief geëvalueerd: overwegend goed ontsloten, reeds meest versnipperd. grootste problematiek is hier de bijkomende verkeersdruk voor bedrijven die via de dorpskern ontsluiten. conclusie: voornamelijk aandacht vereist voor mobiliteit, aansluiting op openbaar domein; behalve in essentiële open ruimtes is maximaal cat. 4 of 5 mogelijk. waar de onstluiting problematisch is omwille van de ligging en/of de te volgen route, wordt de categorie verder beperkt (maximaal 3), en/of worden voorwaarden op het vlak van de transport route aan de bedrijven opgelegd. /' ligging binnen de rug van Pilkem wordt neutraal geëvalueerd: grootschalig landbouwgebied, nabijheid leperleekanaal schaal is niet onmiddellijk een probleem wel: hoogte, kleur en inpassing conclusie: cat 3 of 4 is mogelijk 8 9' ligging binnen het drevenpatroon of de rug van Westrozebeke wordt als negatief geëvalueerd: meest kwetsbare ruimtes zowel compactheid, materiaalgebruik, aanplantingen, reliëf, hoogte, kleur, transport, ... zijn belangrijk maximaal cat 2 of 3, waarbij onder ‘beperkte uitbreiding’ maximaal +25% wordt verstaan.
Categorieën: de categorisering zoals opgemaakt in de eerste fase van het SBPA zonevreemde bedrijven kan hierbij herzien worden, nieuwe bedrijven kunnen opgenomen worden.
188
0: herlocalisatie 1: tijdelijk behoud ter plaatse, met beperking naar activiteiten en met bijkomende ruimtelijke randvoorwaarden (uitdoofscenario) 2: behoud ter plaatse, met beperking naar activiteiten en met bijkomende ruimtelijke randvoorwaarden, zonder uitbreidingsmogelijkheden 3: beperkte uitbreidingsmogelijkheden (maximaal 25%), met beperking naar activiteiten en met ruimtelijke randvoorwaarden 4: ruimere uitbreidingsmogelijkheden, met ruimtelijke randvoorwaarden, zonder beperkingen naar activiteiten 5: het bedrijf kan verder uitbreiden, zonder beperkingen naar activiteiten.
GRS Langemark Poelkapelle RD | augustus ‘12 | wvi
3
2
1
4
kaart 45: gewenste structuur bedrijvigheid
wvi | augustus ‘12 | GRS Langemark Poelkapelle RD
189
mobili t e i t 1.
Va n ui t d e h o g e r b e l e i d s ka d e r s
Op het grondgebied van Langemark-Poelkapelle selecteerden de hogere beleidskaders volgende wegen: Primaire weg type II: A 19: R8 (Kortrijk) – N38 (Ieper) waarvan een klein gedeelte op grondgebied van Langemark-Poelkapelle loopt. Secundaire wegen type I zijn: N313: van de N38 (Ieper) tot de N36 (Sleihage-Hooglede); N369: van de kruising N38 tot de Eikenhofstraat (Diksmuide); Secundaire weg type II is: N301: van de N313 (Langemark-Poelkapelle) tot de N35 (Esen-Diksmuide);
2.
A an g r ij p i n g s p u n t e n v a n u i t h e t i n f o r m a t i e f g e d e e l t e
De gemeente heeft de sneltoets van het mobiliteitsplan uitgevoerd. Het GRS volgt de opties van het mobiliteits
De gemeente volgt dan ook de categorisering van wegen zoals in het mobiliteitsplan, en deelt in het GRS de wegen bijkomend in naar schaalgrootte en inrichting. Beiden dienen zo optimaal mogelijk op elkaar afgestemd te worden. Hiermee wil zij in het GRS de aanzet geven om op het vlak van de inrichting van de openbare ruimte tot een he
" " " wegen gegeven zijn. Categorisering van wegen In het mobiliteitsplan is volgende categorisering doorgevoerd: Secundaire wegen I: N313, N369 Secundaire wegen II: N 301 Lokale wegen I, lokale verbindingswegen: Langemarkstraat, Boezingestraat, Zonnebekestraat Lokale wegen II, ontsluitingswegen van deelkernen, woonwijken en industriegebieden: Stadensteenweg, Klerkenstraat, Bikschotestraat, Melkweg Lokale wegen III: de overige wegen
3.
B e l e i d s d o e l s t e llin g e n
, De gemeente wil bij de (her)inrichting van het openbaar domein uitgaan van het ontwerpprincipe dat de inrichting de gewenste snelheid moet induceren. Dit betekent echter niet dat elke publieke ruimte louter een systeem " # _ #" " uitgangspunt voor het inrichtingsconcept. Buiten de bebouwde omgeving zal de snelheid vooral gereduceerd worden door inbreng van landschappelijke elementen zoals bomenrijen, bermen, het verbreden of versmallen van # $
8" " De gemeente zal deze aanpak ook verdedigen bij herinrichting van doortochten door het Vlaamse Gewest, bvb in Sint-Juliaan, Poelkapelle, Madonna. De gemeente zal deze herinrichting koppelen aan een bredere visie op dorpskernvernieuwing. * De belangrijkste bedrijven van de gemeente (Milcobel, Pinguin, Dejaeghere) werden in het zwaar verkeer-plan van de provincie een bewegwijzerde voorkeursroute toegewezen. De gemeente wil dit aanvullen met enkele basisprincipes om ook de lokale bedrijventerreinen de dorpskernen te laten vermijden. De gemeente wil ook het probleem van het vrachtwagenparkeren aanpakken.
190
GRS Langemark Poelkapelle RD | augustus ‘12 | wvi
Behalve het nemen van inrichtingsmaatregelen die de veiligheid verhogen, wil de gemeente ook het comfort ver " # ""! & # van belangrijke publieke ruimtes, zoals de dorpspleinen, maar het zal ook zijn doorwerking hebben in het beleid rond trage wegen, bij de aanpak van nieuwe woonprojecten, of bij het herinrichten van de schoolomgevingen.
4.
Beleidscategorieën
$ De gemeente maakt het onderscheid tussen de secundaire wegen binnen de bebouwde kom, en de trajecten erbuiten. Vooral voor Poelkapelle en Sint-Juliaan is dit van belang. Daar stelt de gemeente het volgende voorop:
Indien door de hogere overheden voor een herinrichting van de doortocht geopteerd wordt, stelt de gemeente voorop om de inrichting af te stemmen op het gebruik ervan als verblijfsruimte. Dit betekent dat door materiaalgebruik, groen en verlichting de weg het karakter van een pleinruimte dient te krijgen, wat op zich een verkeersremmend effect zal hebben. Zowel in Poelkapelle als in Sint-Juliaan wordt hierbij gesuggereerd om het idee van een ‘portaal’ mee te nemen bij de inrichting; dit kan geconcretiseerd worden door een koppeling "
" $ "
" horeca, ruimte voor kunst...
Voor de overige secundaire wegen (hoofdzakelijk buiten dorpskernen) suggereert de gemeente om de landschappelijke inpassing ervan te verbeteren, onder meer door aangepaste verlichting, laanbeplanting, het accentueren van opstappunten van openbaar vervoer, en een aangepast bermbeheer.
Voor de lokale wegen I, die een lokale verbindende functie hebben, zal de gemeente bij de inrichting ervan volgende uitgangspunten hanteren: Landelijke wegen: het gedeelte in open ruimte, buiten de bebouwde omgeving: landschappelijke versterking (door bijvoorbeeld laanbeplanting) beveiliging van belangrijke oversteekpunten.
Dorpsstraat: het gedeelte binnen de woonomgeving, tot het centrum: overgang naar 50km/u, de locatie van deze overgang te bepalen in functie van belangrijke visuele of functionele punten langs het traject. $ aandacht voor korte voetgangerstrajecten inbrengen groen in functie van woonkwaliteit
Dorpscentrum zelf (pleinruimte, aanliggende straten) Overgang naar 30 km/uur of minder, mengen van verkeer Optimale toegankelijkheid voor voetgangers, drempelvrije routes naar opstappunten van openbaar vervoer. Accentueren van het eigenlijke plein door bvb verhoogd/verlaagd plein, materiaalgebruik... Minimum aan signalisatie Aangepaste verlichting Aandacht voor activiteiten in het dorp, markten, evenementen… Participatie van burgers (ook kinderen) in het ontwerpproces
Landelijke wegen: het gedeelte in open ruimte, buiten de bebouwde omgeving: Beperken van breedte van de verharding (passeerstroken) Beperken van visuele breedte bij ‘doortocht’ van gehuchten door bvb stimuleren van hagen Snelheid tot 50 km/u Dorpsstraat: het gedeelte binnen de woonomgeving, tot het centrum: overgang naar 30 km/u, de locatie van deze overgang te bepalen in functie van belangrijke visuele of functionele punten langs het traject.
wvi | augustus ‘12 | GRS Langemark Poelkapelle RD
191
Beperken van visuele breedte (door bvb sluiten van het perspectief) Fietssuggestiestroken of mengen van verkeer aandacht voor korte voetgangerstrajecten inbrengen groen in functie van woonkwaliteit en landschap
Woonomgeving (woonwijken, woonstraten) Overgang naar 30 km/uur of minder, Minimum aan signalisatie Aangepaste verlichting Aandacht voor meervoudig gebruik; buurt / straatfeesten, speelstraten Participatie van burgers (ook kinderen) in het ontwerpproces
2 De gemeente heeft zelf weinig impact op de ligging van busroutes en opstapplaatsen, maar zal op twee punten streven naar een laagdrempelige en kwaliteitsvolle integratie van het openbaar vervoer in de gemeente: bij de inrichting van het openbaar domein: herkenbare, vlot bereikbare, veilige en goed in de straat- of pleinaanleg geïntegreerde opstappunten bij de vormgeving van de haltes zelf, indien daartoe de mogelijkheid gegeven wordt, waardoor mogelijk een integratie kan ontstaan met toeristisch-recreatieve elementen in de gemeenten (naar het voorbeeld van de gemeente Heuvelland, en mogelijk samenhang met de ‘kleine stapstenen’ - zie verder). Een ruimte voor het parkeren van vrachtwagens zal gezocht worden in aansluiting bij de uitbreiding van de ruimte voor lokale bedrijvigheid. , ( ! "$
# " $ * & " " Madonna-Poelkapelle (langs de N301) Poelkapelle-Langemark (Langemarkstraat) Langemark-Sint-Juliaan (Cayennestraat) Bikschote-Merkem (Langewaedestraat) Met deze ingrepen zal de bereikbaarheid van de deelkernen verbeteren voor alle sociale geledingen en de jeugd in het bijzonder, en moet de invulling van het gewenste voorzieningenniveau in de hoofd- en woondorpen maximaal renderen. Bovendien ontstaan contactpunten met de dorpscentra, ter hoogte van de dorpspleinen, en over # # " In het mobiliteitsplan zijn de schoolroutes naar de naburige gemeenten opgenomen. Zij sluiten allen aan op het compact functioneel netwerk, zodat deze routes een extra ‘doorsteek’ krijgen doorheen het centrale deel van de gemeente. Het GRS neemt daarom deze routes over als onderdeel van de gewenste ruimtelijke structuur: De Pilkemstraat tussen Bikschote, de spoorwegzate, Boezinge en Ieper De Wolvengrachtstraat richting Klerken en Diksmuide De Stadensesteenweg en spoorwegzate richting Staden
192
! " ' { !_& | |
$ # de provincie. Hier suggereert de gemeente aan de bevoegde wegbeheerder de realisatie van een verkeersveilige oversteek van de Noorderring (3).
GRS Langemark Poelkapelle RD | augustus ‘12 | wvi
kaart 46: gewenste ruimtelijke verkeersstructuur
wvi | augustus ‘12 | GRS Langemark Poelkapelle RD
193
* Een trage-wegenplan kan de ontbrekende schakels in een bestaand netwerk van kerkwegels, buurtwegen, opsporen. De gemeente zal door de opmaak van een trage-wegenplan enerzijds inventariseren welke trage wegen juridisch gezien nog bestaan, welke wegen fysisch nog bestaan, en met welke frequentie ze gebruikt worden. Anderzijds zal onderzocht worden welke ontbrekende schakels toegevoegd of opnieuw opengesteld moeten worden, om langere functionele of recreatieve trajecten te creëren. De gemeente geeft aan dit netwerk een bijkomende rol als lokale structuurbepalende elementen van het landschap en de natuurlijke structuur van de gemeente. In de gewenste deelstructuren van landschap en natuur wordt verder uitwerking gegeven aan deze doelstelling.
194
GRS Langemark Poelkapelle RD | augustus ‘12 | wvi
O p e n ruimt e 1.
nat uurlijke s t r u c t uur
1.1. Vanuit de hoger beleidskaders Het provinciaal ruimtelijk structuurplan West-Vlaanderen selecteerde de belangrijkste onderdelen van het bekenstelsel als natuurverbindende elementen tussen de heuvelrug van Westrozebeke en de IJzervallei. Het Bos van Houthulst werd aangeduid als natuuraandachtszone en de spoorwegzate Boezinge-Kortemark als droge ecologische infrastructuur. 1.2. Aangrijpingspunten vanuit het informatief gedeelte In het GRS zal in eerste instantie het behoud van de bestaande natuurwaarden voorop moeten staan; de kleine elementen (poelen, houtkanten, bomenrijen) die aanwezig zijn kunnen een waardevol netwerk vormen. In tweede instantie zal de kwantitatieve vraag naar meer groen beantwoord dienen te worden, maar ook de natuurlijke kwaliteit van bestaande en nieuwe groenstructuren moet meegenomen worden in het beleid. 1.3.
Beleidsdoelstellingen
> Vanuit van de nauwe samenhang tussen dorpskernen en beken, de aansluiting op grootschalige gemeentegrensoverschrijdende natuurlijke structuren, en de grote vraag naar meer groen, ziet de gemeente een de natuurontwikkeling in en om de kernen en gehuchten als een belangrijke opportuniteit. De gemeente wil in de toekomst streven naar groene plekken die zo dicht mogelijk aansluiten bij het bestaande woonweefsel, en tegelijk een waardevol element toevoegen aan de natuurlijke structuur. De doelstelling is dus enerzijds de omgevingskwaliteit van de dorpen te vergroten, anderzijds de gewenste natuurlijke structuur aan te vullen met elementen van lokaal niveau. Deze doelstelling is hierdoor complementair aan de initiatieven op een hoger schaalniveau, die geconcentreerd & & ""2 " " Deze ‘publieke natuur’ moet er bovendien op gericht zijn om antwoord te geven op de behoefte aan minder formeel groen, en eerder veranderlijk zijn (groeiend), avontuurlijk, divers qua gebruik, en gericht op kinderen. In die zin vormt ze de scharnier tussen de tuin (als beschermde, omsloten groene ruimte), en het landschap (de open ruimte). In tweede instantie wil de gemeente via het integraal waterbeleid komen tot een gezond watersysteem, waardoor water niet langer als een te bestrijden element ervaren wordt, maar als een beheer(s)baar systeem. Dit wil de gemeente op alle schaalniveaus nastreven; dus zowel door bijvoorbeeld belangrijke beken en valleien een grotere waterbergingscapaciteit te geven, als door op kavelniveau te zorgen voor een vertraagde afvoer van regenwater. Ook alle elementen daartussen –kleine beken, grachten, poelen, waterrijke weilanden, overstromingsgebieden, bufferbekkens – worden als essentiële schakels gezien. >
De gemeente wil inspelen op de vorming van andere netwerken om hieraan een natuurlijke component vast te koppelen. In eerste instantie denkt zij aan het trage-wegennetwerk en de kleine landschapselementen, waarvan de grootste concentratie te vinden is op de rug van Westrozebeke. Maar wellicht zullen op termijn nog andere ‘netwerken’ in plannen opgenomen worden (het ‘grachtenbeheersplan’ kondigt zich bijvoorbeeld reeds aan). De gemeente zal onderzoeken of ze door het inzetten van een aangepast beheer, beheersovereenkomsten en stimulerende maatregelen onderdelen van deze netwerken kan verrijken met een waardevol natuurlijke component. Hierbij denkt zij aan het ecologisch beheer van bermen, de landschapsbedrijfsplannen, de stimulansen voor KLE’s enz. De veelheid van bestaande maatregelen wenst zij in het GRS wel te groeperen in enkele duidelijke strategieën. Vandaar schuift zij twee netwerken naar voor: Het netwerk van kleine landschapselementen op de rug van Westrozebeke, en het netwerk van trage wegen, dat vooral in het drevenpatroon en op de heuvelrug kansen biedt. Waar andere overheden initiatief tot inrichting nemen, zoals in het bosdrevenpatroon, en langs de N-wegen, zal zij dit ondersteunen. Ook participeert de gemeente verder in overheidsinitiatieven zoals deze van het Regionaal Landschap.
wvi | augustus ‘12 | GRS Langemark Poelkapelle RD
195
3
Om de kwaliteit van het wonen te garanderen, wil de gemeente enerzijds het aandeel privaat groen in de bebouwde omgeving garanderen, en anderzijds de ‘vertuining’ van de open ruimte tegen gaan. Beide doelstellingen zullen resulteren in een evenwichtsoefening tussen zuinig ruimtegebruik (woongebied optimaal benutten, open ruimte maximaal behouden in functie van landbouw) en het vergroten van mogelijkheden om ‘in of bij groen’ te wonen. 1.4.
Gewenste ruimtelijke structuur
1.4.1. Ruimtelijke concepten De gewenste natuurlijke wordt gevormd door een versterking van de natuurverbindende elementen van hoger schaalniveau, en het creëren van een netwerk door het versterken van kleine natuurlijke punten en verbindingen op lokaal niveau. De structuurbepalende elementen op lokaal niveau zijn de beken van lokaal niveau die aantakken op de natuurverbindende provinciale beken, en de netwerken van trage wegen die de verbinding vormen tussen en binnen de zones met grotere natuurwaarde op hoger schaalniveau.
Op deze wijze wordt enerzijds een sterke ‘handvormige’ groene structuur gevormd, met groene vingers tot in de heuvelrug, en anderzijds een dicht ‘weefsel’ van natuur in twee zones: de heuvelrug en het bosdrevenpatroon. Daarnaast haakt de gemeente met ‘nieuwe natuur’ aan op lineaire elementen van hoger schaalniveau, waardoor de natuurwaarde ‘aangedikt’ wordt: hiervoor zorgen onder meer de groene lobben bij Langemark, de dorpsweiden in de andere dorpen, en meer ruimte voor water langsheen de beken. 1.4.2. Algemene principes De gemeente zal water hanteren als een drager van diverse landschappelijke en natuurlijke kwaliteiten. Dit wil de gemeente bereiken door op verschillende schaalniveau’s water als vormgever van ruimte naar voor te schuiven. De invloed van de gemeente op de ontwikkeling van grootschalige structuurbepalende elementen, zoals het kanaal Ieper-IJzer is beperkt, maar op lokaal niveau wil de gemeente water terug zichtbaar maken in het landschap en in de woonomgeving. In het landschap wordt water de drager van beekbegeleidende groenelementen, plas- en draslanden… Bij de inrichting van publieke ruimte is het duidelijk dat water een goede vormgever van parken, pleinen, tuinen en straten kan zijn. Ook voor kinderen is de aanwezigheid van water als spelelement belangrijk. 1 Aantakkend op de door de provincie of de gemeente geselecteerde beken wil de gemeente bij de aanleg van
$
# " & # " " $" " # }$ " & " " " van bestaande waterbergende systemen (poelen, drassige weilanden), of het inpassen van nieuwe elementen. Dit kan zowel de kwaliteit van nieuwe ontwikkelingen voor wonen of werken vergroten, als de bestaande lokale problemen helpen oplossen. Een van de aspecten waarmee rekening mee gehouden zal moeten worden zijn de peilen van drainagesystemen van landerijen, die vaak op een bepaalde diepte liggen, waardoor het verval van grachten vaak beperkt is. ? Waar de gemeente werkt aan de (her)inrichting van publieke ruimte zal het water als een van de vormgevende ele ##{& $$
" $""#ter als principes naar voor geschoven worden. Waar mogelijk zal afgestapt worden van het ondergronds afvoeren, 196
GRS Langemark Poelkapelle RD| augustus ‘12 | wvi
en wordt het regenwater als ontwerpelement gebruikt, zowel op kleine schaal (bvb in de straatverharding), als op schaal van een wijk of dorp, als wadi, bufferbekken. " Bij alle herinrichtingen van publieke ruimte zal ruime aandacht gaan naar de inpassing van kwaliteitsvolle groenelementen. Dit kan zowel gaan over laanbeplanting, als over de aanpak van bermen, hagen (als overgang naar het private domein), en dergelijke. Hoogstammig groen in publieke ruimte wordt aanzien als een te behouden, en waar mogelijk te versterken elemente, bij de opmaakt van uitvoeringsplannen en verkavelingsplannen.
Voor de verdichtings- en appartementsprojecten zal de gemeente in een gemeentelijke verordening de minimale oppervlakte van de private buitenruimte bepalen. (zie hierover ook de deelstructuur wonen) Voor de nieuwe verkavelingen zal de gemeente onderzoeken hoe op een duurzame manier met individueel en collectief groen kan omgegaan worden, met het oog op zuinig ruimtegebruik (kleinere private kavels) en een kwaliteitsvolle woonomgeving (speelruimte, ontmoetingsruimte…) 1.5.
Beleidscategorieën
1.5.1. Water * Waar de beken aan de gemeentegrens op het grondgebied van de gemeente komen, wil de gemeente de gelegenheid te baat nemen om de buffercapaciteit van de beken plaatselijk te vergroten (bij natte winterperiodes), om het bij langdurige droogte te kunnen inzetten voor de landbouw, en om het waterpeil in de beek in de zomer op peil te houden. Dit kan bijvoorbeeld aan de Hanebeek – Steenbeek, waar de gemeente suggereert om in het ontginningsgebied bij Zonnebeke te voorzien voor bufferbekkens. Deze mogelijkheid kan ook voorzien bij uitvoering van grondwerken aan akker- of weilanden, o.a. door het aanleggen van veedrinkpoelen, in de omgeving van de Broenbeek of Lekkerboterbeek. # De polderintrusie bij de Sint-Jansbeek en het kanaal Ieper-IJzer overstijgen het schaalniveau van de gemeente. Op schaal van de gemeente zijn de natuurverbindingsgebieden geselecteerd door de Provincie. De Lekkerboterbeek (WY.7.3.11) De Korverbeek (WY.7.3.5.) De Broenbeek (WY.7.3.7) De Steenbeek (WY.7.3) De gemeente suggereert aan de provincie om voor de door haar geselecteerde beekvalleien de natuurlijke verbinding te realiseren op de overstroombare gedeelten van de vallei, op gronden die van weinig waarde zijn voor de landbouw. De kartering van de bodemgeschiktheid geldt hier als leidraad. Deze beken verbinden de Polderintrusie met de rug van Westrozebeke, waarop belangrijke natuurwaarden, zowel onder de vorm van kleinschalige elementen als grotere bosgehelen gelegen zijn. Zo wordt een ecologisch netwerk gevormd, dat kan instaan voor de migratie van soorten, en de ontwikkeling van een grotere biodiversiteit binnen een ruimte met voldoende schaalgrootte. De gemeente kiest ervoor om dit netwerk te versterken met aantal beken met een lokale natuurwaarde: De Lobeek bij Bikschote (WY.7.3.3.) De Hanebeek bij Sint-Juliaan (WY.7.3.) De Stroombeek (WY.7.3.11.2) De Landetbeek bij Poelkapelle (WY.7.3.7.4.) De Watervlietbeek (WY.7.3.7.6) Door de selectie van deze beken wordt contact gelegd met een aantal zones met biologische waarde, waarvan sommige buiten de gemeente liggen: de Hanebeek (Nieuwebeek op grondgebied Zonnebeke) maakt contact met de biologisch waardevolle weilanden ten noorden van Zonnebeke. de Stroombeek (Ravebeek op grondgebied Zonnebeke) verbindt de zeer waardevolle omgeving ten noorden van het gehucht ‘s Graventafel en ten zuiden van Wallemolen, ook aangeduid in het GRS Zonnebeke. wvi | augustus ‘12 | GRS Langemark Poelkapelle RD
197
de Landetbeek verbindt de noordzijde van Poelkapelle met de Broenbeek de Watervlietbeek (Polderbeek op grondgebied Staden) verbindt de waardevolle elementen ten noorden van Westrozebeke (Keuneleute), ook aangeduid in het GRS Staden.
Ook hier zullen de maatregelen naar inrichting gerealiseerd worden op de overstroombare gedeelten van de vallei, op gronden die van weinig waarde zijn voor de landbouw. Voor deze beken stelt de gemeente voorop om door het behoud van de meandering, of door het hermeanderen, de bergingscapaciteit te versterken, en belangrijke bestaande begeleidende groenelementen, o.a. bij het Hugot-Bosseltje de achterliggende meers-gronden, met natuurlijk beheer, aansluitend met afwatering beek WY.7.3.8. naar de Steenbeek, in te richten en uit te breiden. 3 Het netwerk van natuurverbindingselementen in de gemeente wordt gevormd door de grootmazige structuur van beken, aangevuld met beken van gemeentelijk belang. Dit netwerk vormt een zeer gelijkmatig gespreid patroon, met beken in de directe omgeving van elke dorpskern. Deze goede uitgangspositie wordt benut om tot een &
# " "# #& 0 voor de inwoners. Er wordt gezocht naar een versterking van de binding tussen
Langemark en de Steenbeek Poelkapelle, de Landetbeek en de Lekkerboterbeek Madonna en de Broenbeek Sint-Juliaan, de Steenbeek en de Hanebeek Bikschote en de Lobeek
Om deze binding te realiseren werkt de gemeente aan een concept van ‘groene lussen’, waarbij bestaande kerkwegels en kleine landbouwwegen, waar nodig aangevuld door missing links, inricht worden tot natuurrijke, zachte verbindingen, met een meerwaarde voor de bewoners. Ze bieden plaats voor een educatieve wandeling of een ommetje bij het dorp, en versterken gelijktijdig het netwerk van lineaire groenelementen.
De groene lus bij Langemark verbindt de Steenbeek met het dorpspark en de spoorwegzate. De lus bij Poelkapelle verbindt de Landetbeek met de Lekkerboterbeek De lus bij Madonna verbindt het drevenpatroon met de Broenbeek. De lus bij Bikschote versterkt de polderintrusie van het Ieperleekanaal en de Lobeek De lus bij Sint Juliaan versterkt de loop van de Steenbeek en de Hanebeek.
Op schaal van de dorpen zijn kleinere gedeelten van beken (zowel lokale als bovenlokale) belangrijk voor de kwaliteit van de woonomgeving. Op plaatsen waar de beekvalleien de woonomgeving kruisen of raken, wil de gemeente werk maken van kleinschalige en zachte recreatieve groene ruimtes of ‘dorpsweiden’. Ze fungeren als een scharnier tussen landschap en dorp. Volgende plaatsen worden hiervoor aangeduid: De weiden bij Landetbeek aansluitend op Poelkapelle De weiden bij de Hanebeek ter hoogte van Sint-Juliaan De weiden bij de Lobeek bij aansluitend op Bikschote. * "# $$ # &
" $< #terzuivering), gepaard gaan ruimtelijke kwaliteit (dorpsweiden). De nadruk zal steeds liggen op het natuurlijk en informele karakter van de dorpsweiden. In Poelkapelle, Bikschote en Sint-Juliaan kan deze ruimte ook aansluiten op de aangeduide groene lussen. Conform de doelstelling om natuur dichter bij de dorpen te brengen, zal de inrichting een stuk minder formeel zijn dan een klassieke parkoplossing, met aandacht voor natuurlijke en avontuurlijke (speelse) elementen. > De weilanden bij de Sint-Jansbeek-Martjesvaart en bij het Kanaal Ieper-IJzer vormen de belangrijkste waterbufferende ruimte binnen het drainerende netwerk van de gemeente, en de koppeling met de natuurwaarden van de IJzervallei. Binnen de natuurlijke structuur van de gemeente is het behoud van beide aspecten essentieel. Het behoud van de weilanden staat bijgevolg voorop. De bevoegdheid voor het beheer en de inrichting ligt bij de provincie en het Vlaams gewest. 198
GRS Langemark Poelkapelle RD| augustus ‘12 | wvi
1.5.2. Groen > De heuvelrug van Westrozebeke wordt aangeduid als een zone waar de gemeente prioriteit geeft aan het versterken van kleinschalige landschapselementen. Behoud van bestaande waarden Behoud van bestaande waardevolle elementen is essentieel. De beperkt nog aanwezige restanten van opgaand groen zoals taludbeplanting, solitaire bomen, boomgroepen, hoekbomen, hagen, bomenrijen, knotbomen dienen behouden te blijven, gerestaureerd (verjongd) en uitgebreid te worden. Het behoud van de onversnipperde bouwvrije ruimte op de topvlakken en stijlranden is daarom essentieel.
Tevens zijn de veedrinkpoelen in stand te houden of aan te leggen als natuurlijke buffering van hemelwater. Via & Y [& " deze zone te behouden als landschappelijke elementen en de bijhorende groenelementen te herstellen en natuurwaarden te vergroten. (Een ander aspect van deze elementen bestaat erin dat de poelen die door bominslagen ontstaan zijn, kunnen opgenomen worden in een grensoverschrijdende aanpak van dergelijke relicten, waar er behalve de landschappelijke en natuurlijke kwaliteit ook een historische referentie ontstaat. Zie hiervoor het onderdeel landschap). Stimuleren van kwaliteitsvolle nieuwe elementen Nieuwe structuren die het ecologisch verbindingsnetwerk optimaliseren en herstellen kunnen aangelegd worden op plaatsen die hiervoor het meest geschikt zijn (hydrologie, morfologie, bodem) en minst hinder voor de landbouwactiviteiten opleveren. Het is van belang dat in dit snel evoluerend en aan economische wetmatigheden gebonden agrarisch landschap, een minimum aan landschappelijk groen als een constante waarde behouden blijft.
Binnen de regio werkt men aan een typevoorbeeld van een stedenbouwkundige verordening met daarin het principe dat gemeenten de aanplanting van groenelementen kunnen koppelen aan de bouwvergunning, en afdwingen " #" ! $ " " gemeentelijke verordening inzake de aanplanting en onderhoud van groenelementen bij agrarische bedrijfsgebouwen opgesteld. Deze verordening is erop gericht om bouwwerken in het landschap in te passen door oordeelkundige aanplant van lineaire, punt- en vlakvormige groenelementen van een betekenisvolle schaal. Gekoppeld aan een bouwvergunning legt men voor elk bedrijf, gelegen in het agrarisch gebied, een aangepast groenscherm op met de betaling van een borgsom. De gemeente wil hiermee vermijden dat in de toekomst de ‘inkleding’ beperkt wordt tot een weinig effectieve ‘opsmuk’ van grootschalige gebouwen met een te klein, en niet onderhouden groenscherm. De grote van de elementen dient in verhouding te staan tot het gebouw, of toch minstens de mogelijkheid hebben om tot een voldoende grote uit te groeien. Ook moet de reikwijdte van de ingrepen waar mogelijk de grenzen van het bouwperceel overschrijden. Een bomenrij op een afstand van het gebouw heeft vaak een grotere impact dan een aansluitende oplossing. > De gemeente ontwikkelt een studie inzake ‘trage wegen’, waarin enerzijds functionele trage routes onderzocht worden en het aanvullen van missing links in het netwerk van trage wegen (mobiliteit), en anderzijds cultuurhistorische locaties (landschap/erfgoed) als stapstenen toegevoegd worden, en de waarde van het netwerk voor zachte recreatie (toerisme en recreatie), meegenomen worden. Een dergelijk netwerk is met andere woorden van belang voor meedere deelstructuren. Voor de natuurlijke structuur wordt het belang afgeleid uit de verbinding die dergelijke trage wegen leggen tussen zones met natuurlijke waarde: tussen de valleien en zones met een bovenlokaal ecologisch belang, zoals de rug van Westrozebeke, het drevenpatroon in het noorden van de gemeente, en het Houthulstbos tussen de valleien onderling.
wvi | augustus ‘12 | GRS Langemark Poelkapelle RD
199
Bij de realisatie van dit plan zal een selectie van historische verbindings-, kerk- en veldwegen in het landschap geaccentueerd en functioneel geherwaardeerd worden. Landscaping en (her)aanleg van struweelbeplantingen op taluds draagt in deze bij tot de landschappelijke en ecologische waardeverhoging van het gebied. 3 In de gemeente zijn diverse lineaire elementen met een ecologische waarde geselecteerd op bovenlokaal niveau. Twee belangrijke verbindende elementen passeren Langemark: de spoorwegzate in Langemark, en de Steenbeek. Deze passage wil de gemeente aangrijpen om ze als kwaliteitsvolle ‘ruggengraat’ de laten werken, en er, waar mogelijk, eigen publiek groen op te enten. Op twee plaatsen voorziet de gemeente een groene lob als uitbreiding van het landschappelijk element van de spoorwegzate. In beide lobben wordt een harmonisch beheer gevoerd: De aanplant van een Vredespark, als groene link met de militaire begraafplaats. Het vredespark is een recent initiatief, en wordt gezien als overgang tussen het dorp en de begraafplaats, ruimte voor meditatie/natuur en ontspanning/spel. Het dorpspark in Langemark wordt gevormd door het Vijverpark dat aansluit op het spoorwegpark. De herinrichting van het gemeentepark is reeds gevorderd en kadert in de aanleg van de Groene Lus. Bij de herinrichting kreeg het reeds een duidelijk meerwaarde voor natuur kreeg, en het dorpspark zal verder in die zin ingericht worden. De gemeente zal ernaar streven de fysiche link te maken met omgeving van het gemeentehuis. De Steenbeek werd in 2001 reeds versterkt met een groene lob. Het Hugot-Bosseltje, op de wijk Wijdendrift, waar in het kader van het GNOP-project (2001) waarvolle restanten van inheemse plantgoed en relicten van een oude poel zijn bewaard. Hier zal worden getracht om bij het Hugot-Bosseltje de achterliggende meersgronden met beplanting, in natuurlijk beheer, aansluitend met afwatering beek WY.7.3.8. naar de Steenbeek, in te richten. De N313 vormt een groene laan doorheen de gemeente. Ook hier kunnen via een ecologisch bermberheer natuurlijke waarden ontstaan. In Poelkapelle is er het park, het dorpsplein en de militaire begraafplaats. Bij herinrichting van de N313 kunnen deze drie elementen met elkaar gelinkt worden. Het dorpspark van Poelkapelle vormt op dat ogenblik een groene ‘lob’ aan de lineaire drager. Net zoals in de gewenste landschappelijke structuur, selecteert de gemeente de groenelementen die op schaal van de dorpskern (dorpssilhouet) een belangrijke rol spelen als natuurlijk element. De dorpspleinen zijn hierin essentiëel; in eerste instantie deze van Langemark en Poelkapelle, die een belangrijke rol hebben als centrum van het dorp, op de scharnier tussen de dorpsparken en de lineaire dragers in de omgeving, of als toegangspoort (“portaal’) tot de gemeente. De huidige pleinen zijn door parkeerruimte en wegen vrij versnipperd, en weinig bruikbaar voor wandelaars. Er kan wellicht een nog grotere aantrekkingskracht vanuit gaan, enerzijds gericht op de toeristische attractiepunten (de militaire begraafplaatsen), anderzijds op de eigen bewoners (sociale functie). Volgende elementen zullen hierin meegenomen worden, en op een duurzame wijze geaccentueerd en verbonden worden: In Poelkapelle is er een speelpark, het Guynemerplein met monument Guynemer, gedenkenis aan de Britse " _ $ een sterke as met recreatief/historische troeven vormen. historisch marktplein van Langemark met St. Pauluskerk, omzoomd met lindenbomen, en de driehoekige dries, relatie met het gemeentehuis en kasteelpark - hierin dient ook de mogelijkheid tot het fysisch verbinden van de omgeving van het gemeentehuis en het kasteelpark onderzocht worden, en de verdere link met de #& Q!
$ Voor beiden stelt de gemeente voorop dat er bij de herinrichting moet gezocht worden naar een maximaal behoud van de bestaande groenelementen, en een inrichting die een grotere ruimtelijke samenhang zoekt. Er zal zowel gezocht worden naar een draagvlak bij de eigen bewoners, als naar een ruimtelijke link tussen de begraafplaatsen en de dorpspleinen. Ook hier zal de herinrichting gekoppeld worden aan een bredere visie op de dorpskernvernieuwing, en waar dit aan de orde is, aan een herinriching van de doortocht door de hogere overheid. 200
GRS Langemark Poelkapelle RD| augustus ‘12 | wvi
! Verbindingswegen tussen woonkernen zijn vandaag vaak sterk zichtbare groenassen in het open landbouwgebied. In de gemeente zijn zij, samen met de spoorwegzate, ook de belangrijkste ruimtelijke dwarsverbanden tussen de drie grote natuurlijke entiteiten (rug van Westrozebeke,het drevenpatroon en het Houthulstbos, en de polderintrusie). De gemeente suggereert daarom aan de hogere overheden om op de gewestwegen via een aangepaste inrichting en een ecologisch beheer een natuurverbindende functie aan deze dragers toe te voegen. 1
In november 1997 is in het GNOP een aanplanting met zomereiken langs de Conterdreef gerealiseerd. Vervolgens is met de Gezinsbond gestart met het bomenproject Dag van de Natuur (van 1999 tot 2008) en aanzet gemaakt tot het aanplanten van bomen in de gemeente. Thans wordt isw met Regionaal Landschap het groenbestand geoptimaliseerd en verruimd in de landelijke omgeving. Deze groenprojecten worden in de toekomst verder uitgebouwd met o.a. groene linten langs wegen, inventaris bomen en bermen en milieuvriendelijk onderhoud, oases van groen met recreatief karakter, project drevenlandschap: aanplanting langs de Pottestraat, Conterdreef en Kattestraat natuurbeheer, versterken van het landschappelijk karakter in de beekvalleien.
Naast de sensibilisering van de doelgroepen zal Langemark-Poelkapelle de doelgroepen ook proberen te bereiken door het uitwerken van haar voorbeeldfunctie. Zo zal bij de bouw van nieuwe gemeentelijke infrastructuur " ## $
" voor verhardingen (bvb. waterdoorlatende klinkers) zijn. 1.5.3.
Acties
Vasthouden van water Naar de toekomst toe zal de gemeente blijven rekening houden met de waterlopen en de overstromingsgebieden bij het uitwerken van nieuwe projecten of plannen. Het nemen van maatregelen bij de opmaak van uitvoeringsplannen dient hier opgenomen te worden: Volgende projecten zijn gepland of uitgevoerd:
Binnen het project van de Duitse militaire begraafplaats werd er een gracht hersteld die gevoed wordt met het regenwater afkomstig van de parking en het gebouw. Het stimuleren van de heraanleg van grachten bij particulieren. Door de wegenis- en rioleringswerken in de Poorterstraat en de Brugseweg en de aanleg van een regenwater bufferende weide tussen de Poorterstraat en de Houthulstseweg is de basis gelegd voor een eerste ‘dorpsweide’ aan de Landetbeek. Het aanleggen van veedrinkpoelen, als natuurlijke buffering van hemelwater. Aanleggen en inrichten van een dorpsweide te St. Juliaan Natuurlijk beheer en verdere -inrichting van meersgronden, aansluitend met afwatering beek WY.7.3.8 naar Steenbeek, van het Hugot- Bosseltje Bij de aanleg van woonprojecten zal telkens worden geëvalueerd of de bestaande of nieuwe poelen (bijvoorbeeld in de vorm van wadi’s) hemelwater kunnen vasthouden.
Uitbouw van Groene Lus en een Vredespark Gekoppeld aan de uitbouw van de Groene Lus kan de inplanting van het vredespark ten noorden van Langemark een invulling geven aan de behoefte aan bijkomend groen bij dorpskernen. Het vredespark sluit aan op de spoorwegberm, en versterkt het groen in de omgeving van de Duitse militaire begraafplaats. het vredespark sluit aan op de spoorwegberm. Zo is het gekoppeld aan de Vredesroute.
wvi | augustus ‘12 | GRS Langemark Poelkapelle RD
201
Beheer van bermen De gemeente schakelt om van een traditioneel bermbeheer met klepelmaaier naar een botanisch bermbeheer.
In kader van de studie ‘Drevenlandschap rond het bos van Houthulst’ uitgevoerd door de wvi in opdracht van de provincie, werd in 2003 gestart met ecologisch bermbeheer van de bermen gelegen in de Pottestraat, Wolvengrachtstraat en Conterdreef. Om het ecologisch bermbeheer verder uit te breiden zal een berminventaris opgesteld worden. Sinds 2008 werden de Peperstraat, Hazeweidestraat, O.L.Vrouwstraat, Wallemolenstraat en Schreiboomstraat ecologisch beheerd.
Natuurvriendelijk beekbeheer Er zal gestreefd worden naar een natuurvriendelijk oeverbeheer van de waterlopen die onder de verantwoordelijkheid van de gemeente vallen. Er zal naar gestreefd worden om zo weinig mogelijk rechttrekkingen of inbuizingen van waterlopen uit te voeren, zodat de kwaliteit van de gracht niet verder afneemt. Binnen overstromingsgebieden langsheen waterlopen zal het ophogen of nivelleren van drassige laaggelegen weiden of akkerland niet meer toegelaten worden. Het gebruik van harde materialen voor oeverherstel verminderen en het gebruik van een bepaald materiaal steeds aanpassen aan een gegeven situatie en de gegeven randvoorwaarden. Bij het beheer van haar beken zal de gemeente rekening houden met de principes van natuurtechnische milieubouw. Bij oeverherstel zullen geen harde materialen meer gebruikt worden.
202
GRS Langemark Poelkapelle RD| augustus ‘12 | wvi
kaart 47: gewenste natuurlijke structuur wvi | augustus ‘12 | GRS Langemark Poelkapelle RD
203
2.
l a n db o u w s t r u c t uur
2.1. Vanuit de hoger beleidskaders De provincie onderscheidt twee deelgebieden: de grondgebonden en de intensief gedifferentieerde agrarische structuur. Langemark-Poelkapelle is een regio met een overwegend gemengde landbouw met zowel grondgebonden als grondloze agrarische bedrijven. Vooral in het oostelijke deel van de gemeente neemt intensieve serrenbouw sterk toe door de aanwezigheid van de veiling en infrastructuur te Roeselare. De verweving tussen beiden kan met respect voor landschappelijke waarden ondersteund worden. 2.2. Aangrijpingspunten vanuit het informatief gedeelte Het voorgestelde beleid in het GRS zal zich vooral moeten richten op de evolutie van schaalvergroting en de " " " #] " Q + " landbouwbeleid zal op gemeentelijk niveau eerder gekeken worden naar de confrontatie van grootschalige ontwikkelingen met het landschap en het ontwikkelingsperspectief van vrijgekomen hoeven. 2.3.
Beleidsdoelstellingen
2.3.1. Landbouw als partner ] $ # "& " "
stimulering en deskundige ondersteuning trachten het partnerschap tussen natuur- en landschapsontwikkeling en landbouw op te zetten. Focus bij dergelijke initiatieven ligt op kleine landschapselementen: - Bestaande biotopen behouden en daar waar nodig versterken. - Het ontwikkelen en uitbreiden van de natuurlijke stapstenen binnen Langemark-Poelkapelle.
2.3.2. Waardevol landschap behouden De gemeente wil de structuur van weilanden en grondgebonden – niet grondgebonden landbouw bewaren en # " !20 " #" # lerende maatregelen (bvb parallel aan reeds bestaande) om de kwaliteit en het karakter van het open landschap te bewaren dienen vorm te geven aan deze doelstelling. Binnen het gebied van de topvlakken van de heuvelrug en de bosdreven, omgeving van Houthulstbos – Madonna, worden beperkingen naar aard en omvang van bedrijfsgebouwen gesteld. Hiervoor zullen in een ruimtelijk uitvoeringsplan bouwvrije zones afgebakend worden. Nieuwe solitaire landbouwzetels zijn niet langer toegestaan. Het gemeentebestuur geeft prioriteit aan het verder gebruiken van de vele leegkomende hoeves.
2.3.3. Herbestemming van hoeves ! " " #" $ " #& steeds vaker andere activiteiten op. Dit heeft een impact op de bestaande landbouwstructuur. Het huidig beleidskader beperkt zich tot een aantal mogelijke functiewijzigen, maar doet geen uitspraken over de kwaliteit van de locatie. De gemeente wil hierover bij de opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen duidelijke uitspraken kunnen $ $ "& 2.4.
Algemene principes
2.4.1. Inpassing in het landschap De landbouwzetels in de gemeente vormen belangrijke puntvormige elementen in het landschap, en kunnen er een belangrijke kwaliteit aan toevoegen. Tegelijk dienen ze functioneel en afgestemd op de huidige wijze van landbouwvoering te blijven. Daarom stelt de gemeente voorop dat zij stimulerend zal blijven optreden om bij ingrijpende wijzigingen via landschapsbedrijfsplannen of subsidiëring van plantgoed de landschappelijke inpassing te verbeteren. 2.4.2. Nieuwe architectuur Voornamelijk nieuw ge- of verbouwde stallingen, loodsen, serres en industriële complexen hebben in de open ruimte een erg negatieve visueel landschappelijke impact. Verdere aantasting van het landschap door oprichting 204
GRS Langemark Poelkapelle RD| augustus ‘12 | wvi
van nieuwe dergelijke constructies moet vermeden worden door het opleggen van strikte bepalingen in de bouw" $ " "|
& worden waaraan nieuwe architectuur dient te voldoen; aansluitende inplanting bij de oorspronkelijke landbouwzetel bij aanwezigheid van waardevol erfgoed; een inplanting die het zicht vanuit het landschap op dit erfgoed niet hypothekeert. verantwoord materiaalgebruik kleurpalet aansluitend bij de oorspronkelijke bebouwing, ingepast in de omgeving.
2.5.
Beleidscategorieën
2.5.1. Grondgebonden landbouw als drager voor open ruimte Binnen de deelruimtes Pilkem en het drevenpatroon van het Houthulstbos vormt de grondgebonden landbouw de belangrijkste garantie voor het behoud van de open ruimte. Nieuwe solitaire inplantingen worden uitgesloten. De gemeente stelt bovendien voorop om in deze deelruimtes geen nieuwe omschakeling naar glasteelt of intensieve veeteelt toe te laten. 2.5.2. Aandacht voor inpassing van gebouwen op de heuvelrug Binnen deze deelruimte is reeds een sterke evolutie naar serrenteelt aan de gang. De gemeente opteert om nieuwe omschakeling naar glasteelt tegen te gaan, en de impact van bestaande inplantingen te beperken, en binnen een duidelijk kader verdere uitbreiding van bestaande landbouwzetels of serrencomplexen mogelijk te maken. Conform bovenstaande doelstellingen worden voor serrenbouw en grootschalige agrarische bebouwing (loodsen, stalllen…) de mogelijkheden beperkt. Nieuwe inplantingen los van bestaande bedrijven worden er niet toegelaten. De bestaande inplantingen worden bij opname in een uitvoeringsplan gekoppeld aan een beplantingsplan waarbij hun ingroening voorop staat. De schaal en afstand van deze ingroening tot de gebouwen zal de bezonning van de serres mee in overweging nemen, en waar mogelijk zullen deze maatregelen op grotere afstand van de serres genomen worden. Binnen de deelruimtes rug van Westrozebeke kunnen bestaande bedrijven enkel compact en beperkt uitbreiden
nieuwe agrarische bebouwing zoals serres en loodsen, dient aan te sluiten bij de bestaande, en wordt beperkt tot gebouwen met een lengte / breedte (A) van maximaal 50 meter en een ophoging (B) van maximaal 1,5 meter. Dit wordt verduidelijkt in de onderstaande schema’s.
beperking schaalgrootte van serres en loodsen
2.5.3. Bouwvrije topvlakken en steilranden De belangrijkste topvlakken en steilranden binnen de deelruimte van de heuvelrug van Westrozebeke en Pilkem, en de steilranden van de Broenbeek en de Steenbeek worden vrijgehouden van nieuwe inplantingen wvi | augustus ‘12 | GRS Langemark Poelkapelle RD
205
en omschakelingen naar glasteelt. Uitbreidingen worden sterk beperkt in oppervlakte, en compact aangesloten. Nieuwe solitaire inplantingen zijn er uitgesloten. Hierdoor worden de onbebouwde delen van deze zones maximaal bouwvrij gehouden. 2.5.4. Agro-industrie Nieuwe evoluties op het vlak van mestverwerking sluiten naar voorkomen eerder aan bij de industriële bedrijvigheid dan bij de landbouweconomie. De gemeente opteert om de mestverwerking en nieuwe agro-industrie te verbieden in zones rond de dorpskernen:
vanuit oogpunt van hinder: zuidwestzijdes van dorpen zijn gevoeliger vanuit landschappelijk oogpunt: het dorpssilhouet wordt eerder verstoord in de directe omgeving.
De twee grootste bestaande agro-industriële bedrijven in de gemeente, de sites Milcobel en Pinguin behouden hun mogelijkheden tot uitbreiding, zij het binnen ruimtelijke randvoorwaarden zoals opgenomen in de visie op de deelruimten. Voor de site Dejaeghere is ruimtelijk gezien geen verdere uitbreiding haalbaar, zoals ook in de visie van de deelruimten opgenomen wordt. 2.5.5. Flexibiliteit centraal in de gemeente | " #20 # & # # Wel zal de gemeente de wijze waarop deze ontwikkeling zich ruimtelijk inpast aan kwaliteitseisen onderwerpen, en zal telkens de architecturale kwaliteit van de landbouwgebouwen en de landschappelijke inpassing gestimuleerd worden. Zo zal in de omgeving van belangrijke beekvalleien en kanalen wordt aandacht besteed aan de afstand van gebouwen tot de vallei, zodat de structurerende werking van de beek of het kanaal (waaronder in eerste instantie de drainage en waterberging) verzekerd kunnen worden. In de directe omgeving van de kernen zullen hinderlijke activiteiten (geur, stof) beperkt worden. Ook zal een landschappelijke inkleding van bedrijfsgebouwen en constructie vormen een belangrijk facet van agrarische landschapsintegratie. Bij de opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen voor de open ruimte zullen deze doelstellingen geïmplementeerd worden.
2.6. 2.6.1.
Acties en maatregelen Landbouw als partner
Beheersovereenkomsten De gemeente wil het agrarisch natuurbeheer stimuleren door het stimuleren van het afsluiten van VLM-beheer" " # en onderhouden van de KLE. Dit kan door het verderzetten van het subsidiereglement voor het onderhoud van knotwilgen en de actie plant & goed. Veedrinkpoelen In 2004 werd bij de landbouwtelling een enquête gevoegd i.v.m. de uitvoering van een inventaris van de veedrinkpoelen. In de toekomst zullen de poelen bij de geïnteresseerde landbouwers door vrijwilligers worden geïnventariseerd. Voor het inrichten en onderhoud van veedrinkpoelen wordt, binnen het kader van de verordening landschapsbedrijfsplannen, samengewerkt met het Regionaal Landschap IJzer en Polder. Omschakeling van bestemmingen Om de ruimte voor landbouw te vergroten, waar nodig ter compensatie van uitbreidingen van bedrijvigheid of wonen in landbouwgebied, voorziet de gemeente de herbestemming van volgende zones: Het ontginningsgebied bij Pilkem / Hagebos, en dit als suggestie naar de hogere overheid. (1) De zone voor gemeenschapsvoorzieningen bij de Hooyaerdstraat. (2) De zone voor KMO bij de militaire begraafplaats in Sint-Juliaan. (3)
206
GRS Langemark Poelkapelle RD| augustus ‘12 | wvi
2.6.2.
Beleidskader functiewijzigingen van landbouwzetels
De gemeente neemt voor het bepalen van de toegelaten functiewijzigingen de decretale mogelijkheden zoals bepaald in het VCRO en het besluit op de functiewijzigingen dd 28/11/2003 en latere wijzigingen als uitgangspunt. De gemeente behoudt deze mogelijkheden ongewijzigd voor alle landbouwzetels die volledig vrijkomen of gedeeltelijk wijzigen van functie. Bovendien stelt zij voorop om slechts andere functies dan landbouw toe te laten indien de site ruimtelijk niet langer geschikt is om een volwaardige landbouwvoering te huisvesten. De gemeente voegt met dit kader enkele ruimtelijke randvoorwaarden toe, die de bedoeling hebben om na de opmaak van RUP’s voor de open ruimte een integraal toetskader te bieden bij vergunningsaanvragen. Functiewijzigingen voor landbouwsites gelegen in open ruimte worden gekoppeld aan een verbetering van de landschappelijke integratie. Volgende elementen worden bij de opmaak van uitvoeringsplannen voor de delen van de open ruimte afgetoetst en vertaald in de inrichting van de site: erfgoedwaarde: sites opgenomen in de inventaris onroerend erfgoed worden geëvalueerd op hun historische en architecturale waarde. De essentiële kwaliteiten worden als te behouden of te versterken elementen in het uitvoeringsplan meegenomen. groen: landschappelijk of biologisch waardevolle groenelementen zoals (solitaire) bomen, houtkanten, laanbeplanting, hagen en knotwilgen worden geïnventariseerd en na evaluatie opgenomen in het uitvoeringsplan. Waar mogelijk worden bestaande elementen versterkt water: landschappelijk of biologisch waardevolle waterelementen zoals poelen, walgrachten, perceelsscheidende grachten of natte weiden worden geïnventariseerd en na evaluatie opgenomen in het uitvoeringsplan. Waar mogelijk worden bestaande elementen versterkt compactheid en saneringskansen: de afbraak van (bij)gebouwen die afbreuk doen aan de landschappelijke of architecturale kwaliteit van de site kunnen gedeeltelijk gecompenseerd worden door kleinschalige toevoegingen die de compactheid van de site verhogen, bijvoorbeeld door gebouwen rond een binnenerf te groeperen in plaats van verouderde achterliggende of in de open ruimte dringende gebouwen in gebruik te nemen voor nieuwe functies. De functies in deze gesaneerde situatie blijven beperkt tot deze die decretaal bepaald zijn. parkeerplaatsen, verlichting en publiciteitsmiddelen: in het RUP worden de mogelijkheden vastgelegd die een site krijgt op het vlak van parkeren, het niveau van de private verlichting en de toegestane publiciteitsmiddelen. Deze aspecten worden afgestemd op de ontsluitingsmogelijkheden, afstand tot het bovenlokale wegennet en actuele zichtbaarheid van het bedrijf. Basisprincipe hierbij is dat geen bijkomende mobiliteit of lichthinder veroorzaakt kan worden.
wvi | augustus ‘12 | GRS Langemark Poelkapelle RD
207
Pilkem
Drevenpatroon
Heuvelrug
Ruit
Binnen top- Binnen afvlakken en b a k e n i n g ZW-zijdes stijlranden
Maatregelen op het vlak van architectuur en site Inpassing landschap
in
het X
X
X
X
X
X
Aandacht voor nieu- X we architectuur
X
X
X
X
X
Compact uitbreiden, X binnen een ruimere begrenzing
X
X
s t r e n g e r e afh. van voorwaarde ligging in deelruimte X
Compact uitbreiden, met een sterk beperkte oppervlakte Geen nieuwe soli- X taire inplantingen
X
X
X
X
afh. van ligging in deelruimte
Maatregelen op het vlak van omschakeling binnen de landbouw Geen nieuwe om- X schakelingen naar glasteelt
X
Geen nieuwe om- X schakelingen naar intensieve veeteelt
X
X
X
X
Geen nieuwe agro-industrie of mestverwerking Samenvattende tabel (VCRO : Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
208
GRS Langemark Poelkapelle RD| augustus ‘12 | wvi
kaart 48: gewenste ruimtelijke landbouwstructuur wvi | augustus ‘12 | GRS Langemark Poelkapelle RD
209
3.
toerisme en recreatie
3.1. Vanuit de hoger beleidskaders Langemark-Poelkapelle maakt deel uit van het landelijk toeristisch-recreatief netwerk Heuvelstreek. In dit netwerk zijn Ieper en Poperinge belangrijke stedelijk knooppunten met mogelijk- heden voor toeristische ontwikkeling. Andere structurerende elementen zijn het kanaal Ieper-IJzer en de oude spoorwegbedding Boezinge-Kortemark. Beide lijnelementen hebben naast ecologisch belang ook mogelijkheden voor bewegingsrecreatie en toerisme. 3.2. Aangrijpingspunten vanuit het informatief gedeelte ! ""
# #"# lokaal vlak zijn er heel wat initiatieven die dit netwerk versterken, of erop geënt zijn. Een aantal daarvan zijn nog zonevreemd gelegen en hun ontwikkelingsperspectief wordt in het GRS bepaald. Op het laagste schaalniveau bestaan er nog mogelijkheden om kleinschalig erfgoed beter te ontsluiten, en de draagkracht voor buurtinitiatieven te vergroten. De ruimte hiervoor kan per dorp verder bekeken worden. 3.3. Beleidsdoelstellingen De gemeente sluit zich aan bij de doelstellingen van het Vlaamse en provinciale beleid inzake toerisme en recre # #"
" $ "denking ‘14-’18. Het beleid dat de gemeente wenst te voeren zal ze dan ook formuleren aan de hand van de verschillende schaalniveaus die zij in de gemeente onderscheidt, complementair aan de netwerken op provinciaal (regionaal) niveau. Hierdoor wenst zij zo goed mogelijk een ruimtelijk kader te bieden voor zowel op initiatieven die door de gemeente zelf geformuleerd worden, als initiatieven die vanuit de bewoners of bewonersgroepen komen. 3.3.1. Uitnodigende dorpen De gemeente wil de belangrijkste oorlogsmonumenten op een ruimtelijk kwaliteitsvolle wijze koppelen aan de dorpskernen. Zij ziet daarvoor mogelijkheden die gelijktijdig met andere initiatieven ontstaan (zoals het vredespark bij Langemark, of de herinrichting van de dorpskern van Poelkapelle). Ook in de centra zelf wil zij de mogelijkheid creëren om bezoekers te laten starten met een plaatselijke wandeling naar de monumenten. Mogelijk kunnen vrijkomende beeldbepalende gebouwen ter realisatie van dit doel ingeschakeld worden. Daarenboven wil de gemeente werk maken van een uitnodigend ‘imago’ voor de dorpen. Elk dorp kan zijn roepnaam krijgen, waardoor het ietwat saaie ‘er-gebeurt-hier-nooit-eens-wat’ afgeworpen kan worden. Elk dorp zijn verhaal, of kan een van de andere ‘nieuwe insteken’ het aanknopingspunt worden?
3.3.2. Landschap, deelnemen en beleven Als troefkaart op lange termijn wil de gemeente werk maken van het landschap als duurzame toeristisch-recreatieve omgeving. Hiervoor wil zij in eerste instantie de kwaliteit van het landschap bewaren en versterken (zoals in het onderdeel landschap geformuleerd wordt), en het stapsgewijs opladen met ruimte voor toeristisch-recreatief medegebruik. Dit medegebruik zal geënt moeten zijn op bestaande gebouwen en sites, en een meerwaarde moeten betekenen voor de locatie; het kan geenszins betekenen dat nieuwe zonevreemde activiteiten ontstaan, of dat het landschap ‘geconsumeerd’ wordt door lawaaierige activiteiten. Op termijn wil de gemeente ook de kleine oorlogsmonumenten en –relicten zichtbaar maken en inschakelen in het netwerk.
3.3.3. Bewoners aan zet Tenslotte wil de gemeente inspelen op vragen vanuit de bewoners, en ruimte bieden voor initiatief. Ook letterlijk & & & " #
!& zullen op verschillende schaalniveaus –van dorp en buurt tot straat- een divers aanbod worden voor verenigingen of individuele initiatieven.
210
GRS Langemark Poelkapelle RD| augustus ‘12 | wvi
3.4.
Algemene principes
3.4.1. Belangrijke routes op bovenlokaal niveau als drager !#& Q | "" aire dragers van de toeristisch-recreatieve infrastructuur. Ze ontsluiten de gemeenten voor toeristen, voornamelijk $ ! #
#"& " ruimtelijk beleid, en koppelt aan deze structuur volgende concepten: de ‘portalen’ in Sint-Juliaan en Poelkapelle (zie mobiliteit) de stapstenen die de routes verlevendigen. de aantakpunten in de dorpen om vanuit deze structuur de omliggende deelruimtes (te voet) te verkennen.
3.4.2. Monumenten van de Grote Oorlog als belangrijkste trekkers De belangrijkste monumenten geven mee vorm aan de identiteit van de kernen, en vragen zowel een aangepaste onthaalinfrastructuur als een aaneenschakeling met het dorp. De landschappelijke kwaliteit van de directe omgeving dient op peil gehouden te worden. 3.4.3. Landschapppelijke deelruimtes ontsloten door trage-wegennetwerk Als derde component, en sterk gemeentegrens-overschrijdend, ziet de gemeente haar 3 ‘landschappelijke’ deelruimtes als waardevolle te verkennen gebieden. Ook hier is de relatie met de dorpen (als startpunt) cruciaal, evenals de uitbouw van een dichter netwerk van trage wegen. Dit is ook meegenomen in de visie op de natuurlijke structuur en de visie op de mobiliteit in de gemeente. 3.5.
Beleidscategorieën
3.5.1. Schakels tussen monumenten en dorpen Op volgende plaatsen zal de gemeente door inrichtingsmaatregelen werken aan een kwaliteitsvolle schakel tussen de oorlogsmonumenten en dorpen:
Tussen de Duitse militaire begraafplaats en de spoorwegzate, met als ruimtelijke ingreep het Vredespark. Ook de visuele link (vista) met de vallei van de Broenbeek speelt hier mee. Tussen Poelkappelle en de Brits militaire begraafplaats Tussen de woonkern Sint-Juliaan en het Canadees monument, gedenkteken voor de gasaanval van april 1915, met het kruispunt genaamd Vancouver corner en de omgeving van het gehucht Kerselaerehoek.
3.5.2.
Stapstenen als lokale toeristisch-recreatieve knooppunten en kleine plaatselijke ingrepen
Aantakpunten De dorpskernen met hun historische centra vormen binnen deze visie het startpunt voor lokale wandelingen langs kleine stapstenen. Onder andere in functie daarvan wordt in de visie op de mobiliteit werk gemaakt van een tragewegenplan en gefocust op de inrichting van de publieke ruimte, in het bijzonder bij de publieke ruimte in Sint-Juliaan en Poelkapelle. Zij vormen de ‘portalen’ (toegangspoorten) van de gemeente. Grote stapstenen Strategisch gelegen sites worden ‘stapstenen’ in een netwerk die het landschap opladen en de aantrekkelijkheid voor toerisme en recreatie vergroten. Hiermee geeft de gemeente invulling aan de lokale toeristisch-recreatieve knooppunten zoals in het PRS aangegeven. De standaard windmolens: Steenackermolen te St. Juliaan de Beeuwsaertmolen (of blauwe molen) te Bikschote Merkwaardige gebouwen en gehuchten op de spoorwegzate Boezinge-Kortemark: het gehucht Hagebos het gehucht Schaapbalie-Vijfwegen met de voormalige kazerne en het stationsgebouwtje (Zonnebeke) Knooppunten in de bestaande toeristische netwerken: het jaagpad langs het kanaal Ieper – IJzer, knooppunt Steenstraete de voormalige stationsgebouwtjes aan de spoorwegzate bij Langemark en Poelkapelle
wvi | augustus ‘12 | GRS Langemark Poelkapelle RD
211
Het gehucht Wallemolen en Varlet Farm
De gebouwen in deze stapstenen kunnen een aangepaste functie krijgen. De gemeente voorziet voor deze punten de mogelijkheid om volgende functies op te nemen, bijkomend aan de bestaande bestemming, voor zover deze geen afbreuk doet aan de erfgoedwaarde van de sites, en overwegend binnen de bestaande volumes kan ingevuld worden: een kleine horeca functie een kleinschalig toeristisch attractiepunt (kleine educatieve functie, tentoonstelling, klein museum picnic-gelegenheid), een woongelegenheid. Waar het horeca betreft buiten gebouwen die als erfgoed op de inventaris (VIOE) voorkomen, wordt dit als een suggestie naar de hogere overheden geformuleerd.
Vanuit deze visie op deze sites ondersteunt de gemeente daarom
de bestendiging van aanwezige horeca in het knooppunt Steenstraete, en de uitbouw als lokaal toeris # # de uitbouw van een lokaal toeristisch-recreatief knooppunt bij Hagebos en bij Schaapbalie-Vijfwegen, met een functie geënt op hun ligging langsheen deze landschappelijk-toeristische as van de spoorwegzate. Gelet op de huidige ontwikkelingen op beide sites is een herbestemming van de steenovens of de militaire kazerne op korte termijn niet aan de orde. Hun verdere ontwikkelingsperspectief zal in nauw overleg met de bevoegde overheden bepaald worden, aangezien hun huidige bestemming, schaal en ligging in feite het gemeentelijke niveau overschrijden. De gemeente laat daarom nog open of het lokaal $ "& wen zal betreffen, of ook een ander vrijkomend gebouw (zoals een landbouwzetel) in de omgeving in aanmerking kan komen. In dat opzicht is ook het voormalige station bij Vijfwegen (op grondgebied Zonnebeke) een valabel knooppunt. de uitbouw van een lokaal toeristisch-recreatief knooppunt bij Wallemolen als stapsteen tussen de omgeving van het Canadees militair gedenkteken en Tyne Cot Cemetery (Zonnebeke).
Bijkomend aan deze 8 ‘gebouwde’ stapstenen selecteert de gemeente ook twee sites waar een landschappelijk belangrijk stapsteen kan ontstaan, op een interessante afstand tussen twee van voorgaande sites. Hier voorziet de gemeente een mogelijke inrichting als stopplaats, met infopunt, picnicplaats, schuilmogelijkheid. de kruising tussen de Lekkerboterbeek en Cayennestraat, in de omgeving van de Steenbeek. Mogelijk interessant als stapsteen tussen de Steenackermolen / Canadees Monument en Langemark. de kruising tussen de Landetbeek, Broenbeek en spoorwegzate. Als stapsteen tussen Langemark / Duitse militaire begraafplaats en het voormalige station van Poelkapelle.
Kleine stapstenen Knooppunten van veld- en landwegen, wederopbouwhoeves, kleinschalig religieus erfgoed (veldkapellen), kleine oorlogsrelicten (bomkraters en bunkers) en kleine soldatenkerkhoven kunnen kleine stapstenen vormen in het # #! # & rustbank, of een picnicplaats. Voorbeelden hiervan zijn cichorei-asten in de Zonnebekestraat Langemark, Peerdebeekstraat te Poelkapelle, hoek Nieuwplaats met Lange Molenstraat te Poelkapelle, hoek Brugseweg en Peperstraat te St. Juliaan het Hugot-bosseltje, gelinkt aan de familie Hugot en bestaand natuurproject bij het gehucht Wijdendrift het bufferbekken op de Steenbeek met groensingel ‘Groene Lus’ aan de Melkweg
3.5.3. Bestemmingsmatige ingrepen (cijferaanduidingen verwijzen naar kaart 49 op volgende pagina) Voetbalveld Madonna Het voetbalterrein van Madonna (1) beschouwt de gemeente als een te bestendigen element, eerder complementair met andere kleinschalige infrastructuur met o.a picnick- & verpauzingplaatsen voor recreanten, gekoppeld met het netwerk van trage wegen, Houthulstboskant, speelplein, petanqueparkje. Het opnemen van dit veld in een plan zal dan ook enkel het behoud van het terrein als uitgangspunt hebben, zonder mogelijkheid voor gebouwen (kleedruimtes, kantine en dergelijke). Die kunnen eventueel wel in de woonzone 212
GRS Langemark Poelkapelle RD| augustus ‘12 | wvi
ingepast worden, met aandacht voor de overgang naar aanpalende woningen. Het opnemen van een nabestem " # 20 " " bebouwing en open ruimte ligt, en de wijze waarop de verdere inrichting gebeurt belangrijk is, is een opname in een RUP zeker aangewezen. Tennisterrein Langemark Voor de tennisterreinen in Langemark (2) wordt de herbestemming als woonzone vooropgesteld. Dit zal gekoppeld worden aan een uitbreiding van de ruimte voor sport in open lucht bij de huidige sporthal. Uitbouw van een Vrijetijdscluster aan de Boezingestraat De gemeente voorziet aan de huidige sportterreinen, jeugdhuis en sporthal de verdere uitbreiding van de vrijetijds-infrastructuur op gemeentelijk niveau. de inplanting van de academie voor deeltijds kunstonderwijs de uitbreiding van de sportvelden bij herlocalisatie van de tennisterreinen (3) de bestendiging van de hondenschool de uitbreiding van hotel ‘Munchenhof’ (9) De wijze waarop deze cluster gevormd wordt, is opgenomen in de visie op de deelruimte.
Bestendiging van zonevreemde horeca. De bestaande zonevreemde horeca kan enkel bestendigd worden, mits een degelijke landschappelijke inpassing, Q
# " "" $
geselecteerde stapstenen. Voor Varlet Farm wordt binnen de bestaande gebouwen een uitbouw gezien van de horecafunctie, en een inrichting van het terrein in functie van de beleving van WOI. 4. Antiekhoeve 5. Kijkuit 6. Te Lande 7. Steenstraete 8. Varlet Farm
wvi | augustus ‘12 | GRS Langemark Poelkapelle RD
213
kaart 49: gewenste ruimtelijke structuur toerisme en recreatie
214
GRS Langemark Poelkapelle RD| augustus ‘12 | wvi
3.6.
Ondersteunende acties en maatregelen
De gemeente voorziet tal van ingrepen die deze ruimtelijke keuzes ondersteunen, maar niet noodzakelijk een planologische impact hebben. In de nabije toekomst wordt voorzien in het ontwikkelen van nieuwe toeristische aantrekkingspunten gelinkt aan historisch, literair, cultureel, technisch-wetenschappelijk belangrijke personen en gebeurtenissen, en uitbouwen niet-materieel patrimonium als ideeën-wijzer voor een recreatietoeristisch beleid, eigentijds cultuurverweven
" # # #" & ###" " be). Men voorziet ook in het verder ontwikkelen en uitwerken van een gemeentelijk verhalenpakket ‘VERhalen verRIJKT’, met als thema volksverhalen en vertellingen te bundelen, eventueel beschikbaar gesteld aan recreanten via een mobiel audio- & videoverhalenproject (mobile storytelling), gekoppeld met het netwerk van Trage wegen en kleine stapstenen, aansluitend met eerder gerealiseerd creatief project o.a. verhaalpalen, KlapZ, Sporen&dwarsliggers.
% 0 " $ ' Georges Guynemer, luchtvaart, Poelkapelle belangrijke personen in de 19de eeuw te Langemark Edouard van Biesbrouck inzake onderwijsstructuur en Alfons van Hee nopens de Vlaamse Beweging kasteel te Langemark en de familie De Patin gemeenschap Langemark en Bikschote, met diverse heerlijkheden en instellingen ten tijde het Ancien Regime, lakennijverheid, St. Elooiskapelle, St. Jelijnskapelle en O.L.Vrouwkapelle aan de weg van Ieper naar Brugge Schreiboom, in herinnering van de slag te Westrozebeke in november 1382 leurders, boskanters en seizoenarbeiders nabij het Houthulstbos, bosdreven en –wegels in relict van bewoning aan de bosrand van het Vrijbos diverse windmolens in vroeger tijd met een rijke naamgeving aan toponiemen. aanleg van het Ieperleekanaal, kanaal Ieper-IJzer betonnen oorlogsbunkers, verworden tot natuur het munneken, vroeger eigendom van het klooster van Corby, de Corverbeek een historische grens openbaar vervoer, tramlijn Roeselare – Diksmuide en trein Armentières-Oostende historische hoeves, hoevebenamingen brouwerijen, herbergen en een tap water in het ‘mark’ gebied, tussen heuvel en polder historisch marktplein van Langemark met St. Pauluskerk, omzoomd met lindenbomen, en de driehoekige dries
wvi | augustus ‘12 | GRS Langemark Poelkapelle RD
215
4.
L an d s c h ap
4.1. Vanuit de hoger beleidskaders De provincie selecteerde de Rug van Westrozebeke als een structurerende reliëfcomponent. Structurerende reliefcomponenten zijn een belangrijk onderdeel van de landschappelijke structuur. De terreinovergang tussen polders en zandleemstreek werd geselecteerd als markante terreinovergang. Tenslotte selecteert de provincie het Kanaal Ieper-IJzer en de spoorwegbedding Boezinge-Langemark als een structurerend lineair element en lijnvormig relict. 4.2. Aangrijpingspunten vanuit het informatief gedeelte De gemeente bouwt de visie op de ontwikkeling van haar gewenste ruimtelijke landschappelijke structuur op vanuit een visie op erfgoed, water en groen. Op die manier tracht zij doelgericht die ruimtelijke componenten te vatten die het landschap, in de strikte zin van het woord, vorm geven. Ook wil zij vooral beleidskeuzes maken die sturend kunnen zijn voor duurzame ontwikkelingen: dus keuzes omtrent het blauw-groene netwerk, en de ‘historische laag’, die in grote mate de ruimtelijke identiteit bepaald. Vanzelfsprekend dient dit hoofdstuk samen met de visie op de andere deelstructuren gelezen te worden. Landschap, in de ruime zin van het woord, ontstaat namelijk ook doorheen alle activiteiten van de mens die een zeker ruimtebeslag kennen; dus ook door de ontwikkeling van bedrijvigheid, landbouw, wonen, mobiliteit, toerisme en recreatie. De aandacht voor het behoud van landschappelijke kwaliteit wordt dan ook in het beleid voor deze deelstructuren meegenomen. 4.3.
Beleidsdoelstellingen
Reliëf als basis De samenhang tussen het ruimtelijk patroon van het bekenstelsel en het reliëf is in de gemeente zeer sterk aanwezig. Op schaal van de gemeente geeft het reliëf vorm aan de grote deelruimtes, op kleinere schaal bepalen de insnijdingen van beken en de steilranden het landschapsbeeld. De gemeente wil het reliëf als basis van het landschap vrijwaren, en grootschalige ingrepen met een nefaste invloed op het landschap uitsluiten. Open ruimte vrijwaren De open ruimte in de gemeente structureert het landschap en dient daarom sturend te werken bij de verdere ontwikkeling van de gemeente. Uit de kwaliteit van de open ruimte put de gemeente een groot deel van haar aantrekkingskracht, zowel voor bewoners als bezoekers. De gemeente zal in haar beleid de open ruimte dan ook $$ # "& $ beslissingen te komen ten aanzien van uitbreidingsrichtingen vanuit de kernen, of het beleid ten aanzien van uitbreidende en nieuwe landbouwzetels. Erfgoed als aanzet voor aantrekkelijke gebouwde ruimte Langemark-Poelkapelle is sinds WO I een gemeente met een rijkdom aan bouwkundig en landschappelijk erfgoed. Zij wil dit gegeven benutten om het wonen, recreëren, investeren in de gemeente aantrekkelijker te maken, en om aan latere generaties de historisch betekenis van de gemeente, gematerialiseerd in het landschappelijk en bouwkundig erfgoed, te kunnen doorgeven. ! # $& 2 " instanties zoals Erfgoed Vlaanderen en Unesco rond de bescherming van sites en gebouwen. Hier mikt zij vooral op het kwaliteitsvol ontsluiten van sites, en het integreren ervan in de landschappelijke en de toeristisch-recreatieve context van de gemeente. & " & $$ ! van uitvoeringsplannen, stedenbouwkundige verordeningen, premies e.d.m. Anderzijds wil zij door een door een eigen beleid te voeren rond beeldkwaliteit van gebouwen en sites de aantrekkelijkheid van de gemeente vergroten. Hier zal de gemeente vooral voor de strategie ‘behoud door ontwikkeling’ kiezen, en ontwikkelingsmogelijkheden toekennen, in ruil voor een behoud of verbetering van de kwaliteit. 216
GRS Langemark Poelkapelle RD| augustus ‘12 | wvi
4.4.
Algemene principes
4.4.1. Sterkte van de overgang van hoog naar laag De ruimtelijke opbouw van de gemeente, met de rug van Westrozebeke in het oosten , en de polders in het westen, levert een interessante opeenvolging van verschillende situaties waarin water aanwezig is. De bronniveau’s van de belangrijkste beken liggen veelal net buiten de gemeentegrenzen, maar op het grondgebied van de gemeente vindt men de volledige ontwikkeling van een smal ingesneden beekdal op de helling, tot een brede drassige beekvallei, uitmondend in het kanaal. De dorpen bevinden zich op kleine hoogtes vlakbij de beken, of (in het geval van Sint-Juliaan), aan de beekvallei zelf. Enkel het gehucht Madonna, ontstaan aan de bosrand, ligt ‘los’ van het water. Dit doet een aantal mogelijkheden ontstaan om via de verbetering van kwaliteit van de waterstructuur ook de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving te verbeteren, zowel in de open ruimte, als binnen de bebouwde omgeving. Water kan onder meer een drager zijn van natuur, van een speelruimte, een wandelpad of een park. Waar het water tot nu toe vaak als een probleem bekeken werd, omwille van plaatselijke wateroverlast, wil de gemeente in de toekomst vooral de kwaliteit van water aan de oppervlakte brengen. 4.4.2. Open ruimte opent perspectieven De structuurbepalende elementen van de open ruimte worden tot drie types gecategoriseerd: de grotere aaneengesloten gehelen, die zich enten het reliëf (heuvelrug en polderintrusie) en de vroegere bosstructuur van het Houthulstbos. de open ruimte gekoppeld aan de nederzettingsstructuur; als tussenruimte, of omgevende ruimte. de vista’s naar de grote landmarks in de gemeente. Deze vista’s zijn minder ‘statisch’; ze hangen samen met de beleving van de open ruimte, en de omgevende ruimte van de dorpen. Daarom wordt ook hier het netwerk van trage wegen aangeduid als onderdeel van de open ruimte. 4.4.3. Bescherming, herontwikkeling en ontsluiting van erfgoed Het omgaan met erfgoed in de gemeente maakt gebruik van 3 strategieën. #
Bescherming van erfgoed is de meest voorkomende, en meest gekende strategie om de waarde van erfgoed te bewaren. Het erfgoed wordt door een behoud van de verschijningsvorm en omgevingskenmerken gevrijwaard voor de toekomst. De mate waarin de verschijningvorm in zijn details, of eerder naar stedenbouwkundige vorm bewaard wordt, hangt af van de kwaliteit en historische waarde van het object. De beschermende maatregel kan ook inhouden dat gebruiksbeperkingen worden gekoppeld aan het gebouw of de plek, of aan de directe omgeving. #
Bij behoud door ontwikkeling wordt een evenwicht gezocht tussen het behoud van zoveel mogelijk kwaliteiten van een gebouw of site, en het toekennen van economische ontwikkelingsmogelijkheden. Deze strategie richt zich in eerste instantie op situaties waarin erfgoed en functie elkaar versterken. Het verschil met ‘behoud door bescherming’ ligt in de economische afweging die gemaakt wordt; er moet een evenwicht ontstaan tussen de erfgoedwaarde en de rendabiliteit van een project. 2 Vandaag zijn bepaalde militaire begraafplaatsen of oorlogsrelicten zeer goed ontsloten, en andere quasi onbekend. De ontsluiting vormt daarom een sterke randvoorwaarde, die bovendien essentieel element moet worden meegenomen in de afweging van de mogelijkheden van een bepaalde erfgoedsite. 4.4.4.
Beleidscategorieën
Verspreid over de gemeente liggen tal van merkwaardige sites, gekenmerkt door een landschappelijke, historische of bouwkundige eigenheid. De gemeente wenst, zover de conservering tot de technische mogelijkheden behoort, aan dit patrimonium een bijzondere betekenis en inrichting te verlenen. De herbestemming van vrijkomende gebouwen wordt voornamelijk gedragen door particulier initiatief, en zal dan ook vooral gericht zijn op wonen en kleinschalige toeristisch-recreatieve na bestemmingen. Enkel op cruciale punten (zoals de dorpscentra) wvi | augustus ‘12 | GRS Langemark Poelkapelle RD
217
zal de gemeente bij opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen overwegen of beschermende maatregelen, eventueel gekoppeld aan een nabestemming als gemeenschapsvoorzieningen gepast zijn. De gemeente onderscheidt volgende categoriën, waarond zij een beleid wenst te voeren: @
Kerk en dorpsplein
In ruimtelijke uitvoeringsplannen voor de dorpscentra van Langemark en Poelkapelle en de gehuchten Sint-Juliaan, Bikschote en Madonna, zullen deze gebouwen die van belang zijn voor het dorpssilhouet –in eerste instantie de kerkgebouwen en dorpsplein- aangeduid worden en de belangrijke zichten erop maximaal gevrijwaard blijven. Ook andere belangrijke elementen, zoals hoogstammige bomen, die een positieve rol spelen in het dorpssilhouet, kunnen erin opgenomen worden, voor zover het behoud ervan technisch mogelijk is. Storende elementen kunnen aangeduid worden, en remediërende maatregelen voorgesteld. Waar mogelijk worden deze maatregelen gekoppeld aan vergunningsaanvragen. Kerkwegels en veldwegels De relatie tussen dorpen en de omliggende open ruimte wordt versterkt door het behoud van de kerk- en veldwegels. De gemeente werkt een trage wegen plan uit waarin Alle nog bruikbare veld- en kerkwegels die aantakken op het openbaar domein van de centra opengesteld blijven, en gezocht wordt naar eventueel herstel van verdwenen kerkwegels aantakkend op de centra. Alle bestaande belangrijke lange trajecten buiten de centra beschermd worden Onderzocht wordt welke missing-links nodig zijn om tot nieuwe lange trajecten te komen.
Veldkapellen De gemeente stelt voorop om de meest waardevolle veldkapellen blijvend in goede conditie te bewaren, algemeen het oprichten en goed onderhouden van veldkapellen aan te moedigen.
+ Wederopbouwhoeves en andere gebouwen op de inventaris van het waardevol bouwkundig erfgoed De gemeente heeft een inventaris opgemaakt van de wederopbouwhoeves op haar grondgebied. Deze concentreren zich vooral ten zuiden van de spoorwegzate. Ook op de inventaris onroerend erfgoed van de Vlaamse overheid neemt het basistype van de wederopbouwhoeves op (www.inventaris.onroerenderfgoed.be). Voor de wederopbouwhoeves in deze zone stelt zij volgend beleid voorop: Ongeacht de functie (landbouw, of een andere functie zoals bepaald in het VCRO en het gemeenteljk beleidskader) dienen de hoeves hun architecturale en landschappelijke kwaliteit te kunnen behouden Eenmaal de landbouwfunctie geheel of gedeeltelijk verlaten wordt, kunnen de functies zoals bepaald in het beleidskader zonevreemde functiewijzigingen door de hoevegebouwen in open ruimte opgenomen worden. Deze functiewijziging wordt gekoppeld aan de opmaak van een inrichtingsplan waarin op gedetailleerde wijze wordt opgenomen erfgoedwaarde: sites opgenomen in de inventaris onroerend erfgoed worden geëvalueerd op hun historische en architecturale waarde. De essentiële kwaliteiten worden als te behouden of te versterken elementen in het uitvoeringsplan meegenomen. groen: landschappelijk of biologisch waardevolle groenelementen zoals (solitaire) bomen, houtkanten, laanbeplanting, hagen en knotwilgen worden geïnventariseerd en na evaluatie opgenomen in het uitvoeringsplan. Waar mogelijk worden bestaande elementen versterkt water: landschappelijk of biologisch waardevolle waterelementen zoals poelen, walgrachten, perceelsscheidende grachten of natte weiden worden geïnventariseerd en na evaluatie opgenomen in het uitvoeringsplan. Waar mogelijk worden bestaande elementen versterkt compactheid en saneringskansen: de afbraak van (bij)gebouwen die afbreuk doen aan de landschappelijke of architecturale kwaliteit van de site kunnen gedeeltelijk gecompenseerd worden door kleinschalige toevoegingen die de compactheid van de site verhogen, bijvoorbeeld door gebouwen rond een binnenerf te groeperen in plaats van verouderde achterliggende of in de open ruimte dringende gebouwen in gebruik te nemen voor nieuwe functies.
218
GRS Langemark Poelkapelle RD| augustus ‘12 | wvi
Industrieel erfgoed De gemeente stelt voorop dat deze gebouwen een functie kunnen krijgen, zoals beschreven in de gewenste deelstructuur toerisme en recreatie, daar waar zij gelegen zijn op de zogenaamde ‘stapstenen’ in de gemeente: De steenovens Dumoulin langs de spoorwegzate De voormalige militaire kazerne bij de Vijfwegen, aan de spoorwegzate De voormalige stationsgebouwtjes in Langemark en Poelkapelle.
Hiermee ondersteunt de gemeente een herbestemming bestemming met aandacht voor de eigenheid van de sites. Het ontwikkelingsperspectief zal in nauw overleg met de bevoegde overheden bepaald worden, aangezien hun huidige bestemming, schaal en ligging in feite het gemeentelijke niveau overschrijden. In die zin suggereert de gemeente de herbestemming te zien binnen een toeristisch-recreatieve richting voor de steenovens Dumoulin. Wat betreft de ontwikkeling van de site militair domein Schaapbalie: Deze site is thans in gebruik door de dienst der gebouwen. Mocht de site met voormalige militaire gebouwen vrij komen dan is verdere ontwikkeling mogelijk, en dit in samenwerking met andere overheden. Molens De 2 molens in de gemeente zijn beschermd als monument. Zij kunnen hun functie verruimen conform het wettelijk kader dat van toepassing is voor erfgoed en beschermde monumenten.
2 A Militaire begraafplaatsen De gemeente deelt ze naar beleid op in 2 categorieën: De grote militaire begraafplaatsen van Langemark (Duitse mil. Begraafplaats) en Poelkapelle (Britse mil. Begraafplaats). Hier wil zij werk maken van onthaalinfrastructuur, informatie en link met de dorpskern. De kleine soldatenkerkhoven. Hier zal de gemeente de landschappelijke kwaliteit van hun omgeving waarborgen. Bij opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen voor delen van de open ruimte worden zij opgenomen, alsook de landschappelijk kwalitatieve elementen in de omgeving, en de storende, met eraan gekoppelde remediërende maatregelen. Andere relicten Vaste punten, zoals bunkers of oude stellingen van geschut, vaak geïntegreerd in hoeves of andere bebouwing, of solitair voorkomend in het landschap. Gezien hun kleine schaal stelt de gemeente een maximaal behoud voorop. Waar zij in ruimtelijke uitvoeringsplannen opgenomen worden, zal de wijze waarop zij behouden dienen te worden vastgelegd worden. Monumenten Waar zij in ruimtelijke uitvoeringsplannen voor de dorpscentra of de open ruimte opgenomen worden, zal bepaald worden of er maatregelen nodig zijn om hun ruimtelijke positie, of zichtbaarheid te verbeteren; bv. het herbestemmen van omgevende bestemmingen o.a. industriegebieden.
wvi | augustus ‘12 | GRS Langemark Poelkapelle RD
219
kaart 50: gewenste structuur van het landschap
220
GRS Langemark Poelkapelle RD| augustus ‘12 | wvi
4.4.5.
Reliëf
$ De steilranden en topvlakken van de rug van Westrozebeke, bij Pilkem, en de steilranden bij de Broenbeek en de Steenbeek worden door de gemeente beschouwd als plaatsen waar het landschap extra gevoelig is voor reliëfwijzigingen. Daarom stelt de gemeente een sterke uitbreidingsbeperking voor grootschalige gebouwen in. De mate van deze & $ # "
" " "
zal afgestemd zijn op de aard en functie van het gebouw, en de huidige landschappelijke situatie. Als richtinggevend wordt een beperking ingesteld, die inhoudt dat taluds met een hoogteverschil groter dan 1,5 meter niet langer toegelaten worden. Dit betekent dat 1,5 meter als een maximaal toegelaten hoogteverschil dient te worden beschouwd, en dat op minder steile plaatsen grotere gebouwen kunnen ingeplant worden dan op steilere hellingen. Dit beleid is in de deelstructuur landbouwstructuur uitgewerkt. Het inplanten of uitbreiden van solitaire gebouwen, los van landbouwzetels of andere gebouwengroepen, wordt in de uitvoeringsplannen uitgesloten. Bestaande gebouwen en gebouwengroepen zullen compact gehouden worden, en telkens zal de landschappelijke inpassing verbeterd worden. # De polderintrusie bij de Sint-Jansbeek en het kanaal Ieper-IJzer overstijgen het schaalniveau van de gemeente. Op schaal van de gemeente zijn de natuurverbindingsgebieden, die zowel als natuurlijke als landschappelijke drager fungeren, geselecteerd door de Provincie. De gemeente suggereert aan de provincie om voor de door haar geselecteerde beekvalleien de natuurlijke verbinding te realiseren op de overstroombare gedeelten van de vallei, op gronden die van weinig waarde zijn voor de landbouw. De kartering van de bodemgeschiktheid geldt hier als leidraad. De gemeente selecteert bijkomend een aantal beekvalleien met een lokale landschappelijke waarde: De Lobeek bij Bikschote (WY.7.3.3.) De Hanebeek bij Sint-Juliaan (WY.7.3.) De Stroombeek (WY.7.3.11.2) De Landetbeek bij Poelkapelle (WY.7.3.7.4.) De Watervlietbeek (WY.7.3.7.6) Voor de valleien van deze beken, die ook in de gewenste natuurlijke structuur zijn opgenomen, stelt de gemeente voorop om door het behoud van de meandering, of door het hermeanderen, de bergingscapaciteit te versterken. ' & " "# #
" # " de beek in het landschap niet verstoren, en dat voldoende afstand behouden wordt. Poelen Dergelijke kleinschalige landschapselementen vormen de aanleiding voor puntsgewijze acties op de heuvelrug van Westrozebeke. Q & Y [& behouden als landschappelijke elementen en de bijhorende groenelementen te herstellen. Een aspect van erfgoed bestaat erin dat de poelen die door bominslagen ontstaan zijn, kunnen opgenomen worden in een grensoverschrijdende aanpak van dergelijke relicten, waar er behalve de landschappelijke en natuurlijke kwaliteit ook een historische referentie ontstaat. 4.5.
Open ruimte
Zie erfgoed * De gemeente selecteert rondom de dorpen enkele zones waarbinnen prioritair werk gemaakt zal worden van het aaneenschakelen van kerk- en veldwegels. Deze zones vallen samen met enkele belangrijke zichten op de dorpskern. wvi | augustus ‘12 | GRS Langemark Poelkapelle RD
221
B - Verdere uitbreiding van lintbebouwing langs de verbindingswegen en andere zonevreemde bebouwing in het landelijk gebied wordt stopgezet om een verdere versnippering en opdeling van de open ruimtegebieden tegen te gaan. Eventueel noodzakelijke woonuitbreiding dient geconcentreerd aan te sluiten bij de dorpskern en dient zoveel mogelijk te gebeuren met inpassing van bestaande groen- en landschapselementen en uitbouw van nieuwe elementen. Bijzondere aandacht zal gaan naar het beperken van lichtvervuiling. In de gemeente worden volgende essentiële open ruimtes onderscheiden: De open ruimte tussen Langemark en Poelkapelle (1) De open ruimte rond Bikschote (2) De open ruimte ten noorden van Madonna, het bosdrevenpatroon (3) Op schaalniveau van de dorpen en gehuchten worden volgende open ruimtes onderscheiden: De doorzichten vanuit de dorpskern Madonna op de omliggende open ruimte (4) De tussenruimte tussen Sint-Juliaan en het Canadees monument (5) Deze essentiële open ruimtes dienen gevrijwaard te worden van bijkomende gebouwen. Bestaande gebouwen zullen slechts beperkt, en op een ruimtelijk verantwoorde wijze kunnen uitbreiden. In deze ruimtes zal tevens toegezien worden op het ruimtegebruik op de percelen, om fenomenen van ongebreidelde ‘vertuining’ tegen te gaan. Het aansluiten van een beperkte en kwaliteitsvolle groene ‘stempel’ bij de oorspronkelijke hoevegebouwen is echter een aan te moedigen inrichtingsmaatregel, die een integratie van de gebouwen in het landschap kan verbeteren. 4.6. Acties Opname van erfgoed, groenelementen en zichtrelaties in ruimtelijke uitvoeringsplannen voor de dorpscentra van Langemark en Poelkapelle en de gehuchten Sint-Juliaan, Madonna en Bikschote
De gemeente werkt een trage wegen plan uit. Ruimtelijk uitvoeringsplan voor het behoud en herbestemming van wederopbouwhoeves en aandacht voor de wenselijkheid van het behoud en mogelijke functies Sensibiliseren en adviseren agrarische bedrijven naar een betere omkadering en integratie bedrijfszetels met groenelementen, met aandacht voor toepassing waarvolle agrarische architectuur, gekoppeld aan milieuvriendelijk (zuinig) energiegebruik. Inrichting van kleinschalige en zachte recreatieve groene ruimtes of ‘dorpsweiden’ De aanplant van een Vredespark, als groene link met de militaire begraafplaats. Indien nodig wordt hiervoor een bestemmingswijziging doorgevoerd. Afbakening van de essentiële open ruimtes in uitvoeringsplannen voor de open ruimte of de dorpskernen.
222
GRS Langemark Poelkapelle RD| augustus ‘12 | wvi
kaart 51: Synthese van de gewenste ruimtelijke structuur wvi | augustus ‘12 | GRS Langemark Poelkapelle RD
223
224
GRS Langemark Poelkapelle RD| augustus ‘12 | wvi
D e e lruimt e n Het ruimtelijk beleid in de verschillende deelruimten is integraal ingeschreven in de verschillende deelstructuren.
4
2
1
3
kaart 52: deelruimten
De vier deelruimten in de gemeente zijn: .'de ruit Langemark-St.-Juliaan-Poelkapelle /' de rug van Pilkem en Bikschote 8'de rug van Westrozebeke 9' het drevenpatroon en Madonna
wvi | augustus ‘12 | GRS Langemark Poelkapelle RD
225
1.
D e r u i t L an g e m a r k- S in t -J u l i a a n - P o e lk a p e ll e
Deze ruimte wordt ruimtelijk begrensd door de Steenbeek, de Broenbeek en de aanzet van het reliëf van de rug van Westrozebeke. De hoofddorpen Langemark en Poelkapelle en de woonkern Sint-Juliaan zijn binnen deze deelruimte gelegen. Binnen deze ruimte, en opgenomen in het ruimtelijk beleid van de kernen, situeert zich de belangrijkste economische ontwikkeling. Binnen de huidige planperiode neemt Langemark de bijkomende ruimte voor wonen en werken op bij Donkerweg. Pas in de volgende planperiode kan Poelkapelle bijkomende ruimte opnemen voor wonen op de locatie Schiethoek, tenzij de ruimte bij Donkerweg in de huidige planperiode ontoereikend zou zijn. Bij Langemark, site Belgomilk, is op vandaag voldoende ruimte voor uitbreiding. Voor het bedrijventerrein Industriestraat en de site Pinguin stelt de gemeente hetvolgende voorop In eerste instantie: de afwerking van deze industriele lob in functie van het bedrijf Pinguin, en dit als suggestie aan de hogere overheid. Deze suggestie, binnen de bevoegdeheid van het Vlaamse Gewest is een mogelijke actie binnen de huidige planperiode, en werd daarom verder uitgewerkt als strategisch project 2. Mocht voorgaande optie niet gevolgd worden, wenst de gemeente de uitbreiding aan de Industriestraat voor te behouden als zoekzone voor lokale bedrijvigheid in een volgende planperiode. Binnen de huidige planperiode wordt de lokale bedrijvigheid op de locatie Donkerweg/Melkweg voorzien. De open ruimtecorridor tussen Langemark en Poelkapelle is hier het belangrijkste landschappelijke element. Deze verbindt de beekvalleien van de Broenbeek en de Lekkerboterbeek (geselecteerde valleien in het PRS). Als tweede open-ruimtecorridor wordt de open ruimte tussen Sint-Juliaan en het kruispunt ‘Le Canadien’ aangeduid. Deze verbindt de Steenbeek en de aanzet van het reliëf van de heuvelrug. Het openhouden hiervan wordt door de
226
GRS Langemark Poelkapelle RD | augustus ‘12 | wvi
gemeente vooropgesteld, zowel bij het inplanten van gebouwen voor landbouw als bij de keuze van uitbreidingsrichtingen van ruimte voor wonen en werken. De natuurlijke structuur wordt versterkt door ruimte te voorzien voor dorpsweiden in Poelkapelle en Sint-Juliaan. Hier wordt een natuurlijke functie (ruimte voor water en groen) gekoppeld aan een zachte recreatieve functie (picnic, natuureducatie…).Op het vlak van mobiliteit wordt de ontsluiting van Langemark op termijn verbeterd door de link naar de Brugseweg aan de Schiethoek. Deze link vormt de voorwaarde voor een uitbreiding van bedrijvigheid aan de Industriestraat. Deze ontsluitingsstructuur van Langemark krijgt tevens landschappelijke waarde door de assen vanuit Sint-Juliaan en Poelkapelle een groene aanleg te geven (aanvullend op de groene as van de Brugseweg). Zo kunnen Sint-Juliaan en Poelkapelle ook ten volle hun rol als ‘portaal’-dorp uitspelen. Een netwerk van trage wegen verbindt de dorpen en gehuchten. 1.1. Strategisch project 1: uitbreiding voor wonen en werken bij Donkerweg. Het project Donkerweg koppelt de omleidingsweg (Melkweg) aan de uitbreiding van de ruimte voor bedrijvigheid en wonen bij de Donkerweg. Deze wordt heraangelegd als deel van de Groene Lus. Deze Groene Lus vormt een wandeling van het gemeentepark naar de Steenbeek, en terug langs de spoorwegzate. Het project omvat maximaal circa 30 woningen, met een minimale dichtheid van 15 woningen per ha, en een ruimte voor de opvang van een 20-tal bedrijven (circa 5 ha netto) en een vrachtwagenparking. Bij de opmaak van de visie op de ruimte tussen de spoorwegzate, de Melkweg en de Boezingestraat werden volgende uitgangspunten meegenomen uit de locatieafweging: De uitbreidingen voor wonen en werken moeten ruimtelijk aansluiten op de bestemde zones van de dorpskern. Dit vanuit de ruimtelijke visie uit het RSV en het PRS. Logischerwijze streeft de gemeente ernaar om wonen maximaal bij de woonbestemming aan te sluiten, en de bedrijvigheid bij de bestaande industriezone. Het bestaande wonen dient zoveel mogelijk gevrijwaard te worden van bijkomende hinder, zowel op het vlak van verkeer, geluid, geur, stof. Het nieuwe wonen moet zich ruimtelijk inpassen in de bestaande structuur van de dorpskern. De vallei van de Steenbeek moet haar rol als landschappelijk en natuurverbindend element kunnen opnemen. De huidige (visuele) relatie tussen het dorp en de Steenbeek wordt (functioneel) versterkt door de Groene Lus. Zowel de zichtrelatie als de Groene Lus moeten in de visie meegenomen worden. !#& " meente. Deze dient zo intact mogelijk te blijven, door het kruisen ervan te vermijden, en de bebouwing ervan op kwaliteitsvolle wijze in te passen. Relevante landschappelijk elementen (water, groen, erfgoed) worden opgenomen in de visie, en waar mogelijk versterkt. In de visie dient voldoende extra ruimte te zijn voor waterbuffering. 1.1.1.
Bestaande landschappelijke elementen
Op het uittreksel uit de altas der buurwergen hieronder komen enkele interessante aanduidingen voor, die wellicht meegenomen moeten worden bij de ontwikkeling van de visie. de Donkerweg, aansluitend op het dorpscentrum (dat toen nog beperkt was tot de directe omgeving van de kerk). De hoeve met ringgracht die (wellicht na WO I) herbouwd werd, zij het op een andere plaats. De huidige poelen in het gebied zijn niet op de atlas te vinden, en betreffen dus wellicht bomkraters.
huidige locatie hoeve
Men zal moeten rekening houden met de zeer waarschijnlijke aanwezigheid van de restanten van de hoeve en de gracht en de ondergrond. De huidige hoeve is niet opgenomen in de inventaris van het onroerend erfgoed, wvi | augustus ‘12 | GRS Langemark Poelkapelle RD
227
en vervallen door langdurige leegstand. De gemeente stelt voorop dat het niet noodzakelijk is ze te behouden. Op de luchtfoto is de bestaande bebouwing gemarkeerd en is de vallei van de Steenbeek zichtbaar, samen met het bufferbekken, in de oksel van het spoorwegpad en de loop van de beek. De zonevreemde woningen bij de !#&
" #
De beekvallei is vandaag vooral herkenbaar in de nattere gronden langsheen de loop van de beek. De bufferbekkens en het waterzuiveringsstation zijn in de vallei zelf gebouwd, de gebouwen op de Belgomilk staan tot op de rand. Een hoeve aan de Boezingestraat is quasi in de vallei gebouwd. De gemeente beschouwt de vallei als ruimtelijke begrenzing van elke ontwikkeling. 1.1.2.
Alternatievenonderzoek
De gemeente Langemark onderzocht op basis van voorgaande uitgangspunten 3 varianten voor de combinatie van een woonwijk en een bedrijventerrein. In de drie varianten werd telkens de locatie van de verdwenen hoeve met ringgracht ingezet als groene buffer tussen het wonen aan de statiestraat en de nieuwe ontwikkeling. Ook de nieuwe wijk zal geheel of gedeeltelijk ingezet worden om het bedrijventerrein op een grotere afstand van de bestaande woningen in te planten, zonder het principe van het ruimtelijk aansluiten op de dorpskern (RSV, PRS) te verliezen. In de eerste variant gaat het over een smalle strook woningen tussen de woningen aan de Donkerweg en het bedrijventerrein. Het bedrijventerrein grenst enkel aan de noordzijde nog aan de bestaande woningen. In de tweede variant over een bredere strook, waardoor het bedrijventerrein enkel nog met een smalle zijde aan de woningen van de Statiestraat grenst. Hierdoor zou het bedrijventerrein als een lange strook langs de Melkweg komen te liggen. Net als in de eerste variant worden de woningen aan de Donkerweg ‘ingekapseld” in de nieuwe woonwijk. In de laatste variant is de volledige nieuwe woonwijk tussen het bedrijventerrein en de Statiestraat geschoven, en opgebouwd rond de site van de voormalige hoeve. 228
GRS Langemark Poelkapelle RD | augustus ‘12 | wvi
De gemeente opteert voor de laatste optie omwille van volgende voordelen: Het open houden van de ruimte ten zuidoosten van de Donkerweg voor groen, landbouw en sport. De woningen aan de Donkerweg behouden hun huidige “open” voorzijde. Tussen de Donkerweg en de bebouwing langs de Boezingestraat behoudt men het zicht op de dorpskern. In de eerste variant levert het vrijhouden van enkele 10-tallen meter langs de site Belgomilk weinig meerwaarde. De gemeente ziet in het lokale bedrijventerrein een kans om een schaalovergang en een afwerking te maken van de bedrijvensite als geheel. Het wonen sluit aan bij de bebouwing van de Statiestraat en vormt een vrij logisch nieuw ‘bouwblok’ met een groene binnenzijde. Aan de Melkweg vormt de brandweerkazerne een logische begrenzing. De scheiding tussen wonen en bedrijvenzone wordt gevormd door een kleine bestaande gracht. De ontsluiting van bedrijvenzone en wonen vormen twee eenvoudige en gescheiden systemen. Enkel de "&& 0
! # tot de Belgomilk-site, en goed beveiligd. 1.1.3. Maatregelen bij de opmaak van een RUP De gemeente zal volgende maatregelen inbouwen in het RUP om de kwaliteit van beide nieuwe ontwikkelingen, en van de site Donkerweg als geheel te verankeren in een bestemmingsplan: De lokale bedrijvigheid sluit ruimtelijk aan bij site Belgomilk en vormt met deze site een cluster van bedrijvigheid, met grote aandacht voor landschappelijke inpassing. In het lokale bedrijventerrein worden hiervoor volgende elementen ingezet: De bestaande bufferbekkens aan de Steenbeek waaraan een ruime groenzone toegevoegd wordt. Deze "
#"" & van het terrein. De aanleg van de Groene Lus. De buffering van het bedrijventerrein met groen en bijkomende waterberging zal hierin een meerwaarde bieden. ! & # # te van de inrit van het bedrijventerrein. Individuele inritten per bedrijf naar de Melkweg zijn niet mogelijk. De bestaande perceelsscheidende gracht, die met groen versterkt wordt tot een kwaliteitsvolle scheiding tussen de bedrijvenzone en de nieuwe woonwijk. Intern groen, dat in de vorm van perceelsscheidende groenschermen en/of laanbeplanting een interne buffer vormt, met een compartimenterend effect op mogelijke hinder (stof, geur, geluid...) Het type bedrijven is lokaal: Kleinschalig (perceelsoppervlakte < 5000 m²) Met een beperkte hinder. Dit onder meer door bedrijven met louter buitenstapeling van bulk (losse grondstoffen), breekinstallaties en transportbedrijven zonder gebouwen uit het terrein te weren. Er zal voldoende aandacht besteed worden aan de architectuur van de gebouwen om een goede schaalovergang tussen de dorpskern, de nieuwe woonwijk, de site belgomilk en de open ruimte tot stand doen komen. Duurzame principes zoals stapeling van functies, aangepast kleurgebruik, zuinige verlichting en compactheid worden hierin meegenomen. Relevante waterelementen en relicten worden meegenomen in de ontwikkeling als groene ruimte bij de woonwijk. De woonwijk zal door een menging van typologieën (sociaal, niet-sociaal, huur, koop, appartement, grondgebonden) een sociale mix nastreven. Aandacht zal gaan naar een goede morfologische aansluiting van de woonwijk op de dorpskern, onder meer door materiaalkeuze en overgang van gesloten naar meer open woningtypes, Bij de inrichting van het openbaar domein van de woonwijk wordt uitgegaan van de verblijfsfunctie, en blijft de auto op de achtergrond door een aangepaste inrichting die snelheid reduceert, speelruimte creëert en extra verbindingen creëert voor langzaam verkeer. De ontsluiting van de woonwijk zal gebeuren ter plaatse van de bestaande toerit van de hoeve. Enkel voor & " $" "$\ # "& worden.
wvi | augustus ‘12 | GRS Langemark Poelkapelle RD
229
Bovenstaand schema geeft de gekozen optie weer, met een bundeling van bedrijvigheid, en een aansluiting van # ' _ " ""$
worden. Dit schema werd verder uitgewerkt tot een gedetailleerde visie op de binnenruimte tussen de dorpskern, de Melkweg en de Boezingestraat. De arcering van zone 14 geeft aan dat een compactere groep van functies (4b-8) in een eerste fase zullen ontsloten en gerealiseerd kunnen worden, waardoor zone 14 langere tijd landbouw blijft. Nummering op kaart: 1.uitbreiding voor wonen 2. behoud van de voormalige site van de hoeve als groene stempel 3. lokaal bedrijventerrein en vrachtwagenparking 4. uitbreiding Munchenhof Recreatiezone eerste fase, met sterk open en groen karakter, zonder bijkomende gebouwen. 4b. hoteltuin Munchenhof 5. bestendiging hondenweide 6. uitbreiding sportterreinen met tennisvelden 7. inpassing petanquevelden, schietstand… 8. nieuwe locatie speelruimte voor chiro Lange Jo en chiromeisjes 9. muziekschool + nieuwe huisvesting Chiro 10. sporthal 11. ruimte voor andere publieke infrastructuur of wonen bij eventuele stopzetting van de school. 12. ruimte voor wonen bij eventuele stopzetting gemeenschapsonderwijs (12), 13. zonevreemde woningen Donkerweg + aanduiding 3 extra woonmogelijkheden na heraanleg infrastructuur 14. zone voor vrije tijd en recreatie op langere termijn (4e voetbalveld), eveneens vrij van gebouwen en met sterk open karakter. 15. hoeve en zone voor uitbreiding landbouwzetel 16. voetgangersdoorsteken tussen Donkerweg en Boezingestraat (zoekzone wonen op lange termijn) 230
GRS Langemark Poelkapelle RD | augustus ‘12 | wvi
gedetailleerde visie op de binnenruimte bij Donkerweg
wvi | augustus ‘12 | GRS Langemark Poelkapelle RD
231
In deze visie wordt geopteerd om zo lang mogelijk een belangrijke tussenruimte te bewaren tussen de sportvelden en de nieuwe ontwikkelingen, en om die zo aaneengesloten mogelijk te houden. Ook blijft de bebouwing binnen de vrije-tijdssite aansluiten bij de bebouwing langs de Boezingestraat, zodat een afgewerkte bebouwingsrand ontstaat, en een doorlopende landschappelijke begrenzing. Deze visie geeft enkel de grote lijnen aan. De uiteindelijke keuze wil de gemeente laten volgen uit verdere gesprekken met de betrokken bewoners, verenigingen en initiatiefnemers in dit gebied.
232
GRS Langemark Poelkapelle RD | augustus ‘12 | wvi
1.2.
Strategisch project 2: zoekzones voor wonen en werken op lange termijn, Schiethoek en Industriestraat.
b a
Dit project koppelt de uitbreiding van wonen en werken op lange termijn aan een betere link tussen de Industrielaan, de Poelkapellestraat en de Brugseweg. De uitbreiding van het bedrijf Pinguin is een Vlaamse bevoegdheid. Daarom worden de uitspraken omtrent deze uitbreiding in de volgende visie als suggestie aan de hogere overheden geformuleerd. Om de ontsluiting van de bestaande industriezone (met het huidige bedrijf Pinguin) te verbeteren, en af te stemmen op een uitbreiding ervan (a), wordt de Langemarkstraat in Poelkapelle via de Waterstraat aangesloten op de Brugseweg (b). Deze straat vormt de rand van het woonproject Schiethoek. De onwikkeling van het woonuitbreidingsgebied zal bijdragen aan de landschappelijke en verkeersveilige aanleg van deze dorpsrand. Het woonproject zal, zoals eerder reeds gesteld, pas in een volgende planperiode (na 2017), bij aantonen van bijkomende behoefte, kunnen gestart worden. Teslotte kan de Langemarkstraat-Poelkapellestraat als toegangsweg tot het hogere wegennet een landschappelijk bindteken vormen, door een verbeterde aanleg. Op niveau van het bedrijventerrein kan de uitbreiding van de site Pinguin (1) als een afwerking van deze industriële lob gezien worden. De uitbreiding dient in samenhang met de bestaande stapelruimte (2) bekeken te worden. De gemeente suggereert om bij de bestemming en inrichting ruimte vrij te maken in het verlengde van de industriestraat. Nu wordt deze nog gedeeltelijk geblokkeerd door bekkens en opslag. Dit om op lange termijn de veiligheid en ontsluitbaarheid van de terreinen te garanderen. Ook op de rand van de percelen stelt de gemeente voor om ruimte vrij te houden (4), om dezelfde reden. De gemeente suggereert ook om de uitbreiding te koppelen aan een degelijke landschappelijke afwerking van de zuidezijde van het terrein. Deze dient te starten met een ruime buffering naar de woonzone en aan te sluiten op een landschappelijke buffer naar de open ruimte (5). In deze buffering kunnen een wandelpad (7) en een voormalige poel (6) mee opgenomen worden, en versterkt als groenelementen.
wvi | augustus ‘12 | GRS Langemark Poelkapelle RD
233
2.
D e r u g v a n Pil ke m e n B i k s c h o t e .
Deze ruimte wordt ruimtelijk begrensd door de Steenbeek en het kanaal Ieper-IJzer. In deze deelruimte is Bikschote gelegen, alsook enkele gehuchten, zoals Wijdendrift (tussen Langemark en Bikschote, Molenhoek en Hagebos, ten zuiden van Bikschote en Langemark. Hier ent de gemeente haar beleid op de landschappelijke waarde van het open landbouwlandschap. Grondgebonden landbouw wordt hier gestimuleerd, evenals het inpassen van hoeves en zonevreemde bedrijven en woningen in het landschap. De rug van Pilkem, parallel met de Steenbeek, en de weilanden rond Bikschote vormen twee ruimtes waar de gemeente beperkingen oplegt aan de grootschalige uitbreiding van bestaande gebouwen. Nieuwe solitaire inplantingen van gebouwen worden niet toegelaten.
234
GRS Langemark Poelkapelle RD | augustus ‘12 | wvi
2.1.
Strategisch project: hoeves als aantrekkingspunten, en inpassing van bestaande toerisctisch-recreatieve initiatieven.
De gemeente zal de zonevreemdheid van het bestaande toeristisch-recreatieve knooppunt aan Steenstraete in een RUP opheffen bij middel van een RUP. Hierdoor wordt, naast Boezinge-sas een tweede ‘anker’ van Bikschote op het Ieperleekanaal bestendigd. De uitbouw van aanlegsteigers en parking gebeurt in overleg met de stad Ieper en de hogere overheden. Tegelijkertijd zal de gemeente rondom Bikschote kansen creëren om het toeristisch-recreatief netwerk op lokale schaal te versterken. De in open ruimte aanwezige hoeves acht zij hiervoor de meest aangewezen troef. Zij kunnen beroep doen op de mogelijkheden van het beleidskader zonevreemde functiewijzigingen en zo extra attractieve punten toevoegen aan het toeristisch recreatieve netwerk. De verwachting van de gemeente is dat door de uitbouw van een groene wandelpaden in de omgeving (zoals de groene lus), de hoeves in de omgeving extra troeven zullen krijgen bij een (gedeeltelijke) omschakeling naar bvb hoevetoerisme. Deze extra punten kunnen op hun beurt de omgeving van Bikschote, waar ruimte is voor een klein woonproject en een opwaardering van de kerkomgeving, helpen opladen.
wvi | augustus ‘12 | GRS Langemark Poelkapelle RD
235
3.
D e r u g van We s t r o ze b e ke
Deze ruimte wordt ruimtelijk begrensd door het reliëf van de rug van Westrozebeke. De steilranden en kleinschalige landschapselementen zijn essentiële kenmerken. De aanwezigheid van kleinschalige landschapselementen, geënt op het reliëf, vormen hier de basis voor het aanduiden van de topvlakken als bouwvrije zones. In deze ruimte legt de gemeente beperkingen op aan de grootschalige uitbreiding van bestaande gebouwen. Nieuwe solitaire inplantingen van gebouwen worden niet toegelaten. De landschappelijke kwaliteit wordt ook in het beleid rond zonevreemde functies doorgetrokken als aandachtspunt. In deze ruimte liggen de gehuchten Abelegat en Wallemolen.
236
GRS Langemark Poelkapelle RD | augustus ‘12 | wvi
Strategisch project : waterbeheer De valleien van de Broenbeek, Lekkerboterbeek en Steenbeek werden door de provincie als natuurverbindende elementen geselecteerd. De gemeente selecteerd aanvullend de Watervlietbeek, de Landetbeek (bij Poelkapelle), de Strombeek, en de Hanebeek (bij Sint-Juliaan). Aan deze selectie koppelt de gemeente een beleid waarbij de gemeente enerzijds ruimte voor water en natuurontwikkeling in de waterrijke beekdalbodems zal vrijwaren, en op strategische punten ruimte voor buffering zal inbouwen. Deze buffering kan in natte perioden de kans op wateroverlast vermijden, en in droge perioden de natuurlijke systemen en de landbouw voorzien van voldoende water. Waar deze buffering gekoppeld is aan provinciaal geselecteerde beken, formuleert de gemeente dit als een suggestie. Bij Zonnebeke kan de buffering van water gekoppeld worden aan de bestemming en exploitatie van het klei-ontginningsgebied.
4.
H e t d r e ve np a t r o o n e n M a d o n n a
Deze deelruimte wordt ruimtelijk begrensd door de Broenbeek, heeft een afwijkend percelenpatroon ten noorden van Madonna, en is overwegend vrij van gebouwen. Ten zuiden van Madonna vindt men meer verspreide bebouwing. In deze ruimte komen Schaapbalie-Vijfwegen als historisch gehucht naar voor.
wvi | augustus ‘12 | GRS Langemark Poelkapelle RD
237
De voormalige bospercelen vormen de basis om deze ruimte grotendeels als gebouwenvrij te zien. In deze ruimte legt de gemeente beperkingen op aan de grootschalige uitbreiding van bestaande gebouwen. Nieuwe solitaire inplantingen van gebouwen worden niet toegelaten. Ten noorden van Madonna is dit sterker dan ten zuiden ervan. De open vista’s vanuit de bebouwingslinten enten zich op de trage wegen die een netwerk vormen rondom Madonna. Strategisch project: trage wegen De gemeente werkt voor het volledige grondgebied van de gemeente een plan uit voor het netwerk van trage wegen. De globale strategie bestaat erin alle buurtwegen die nog bestaan en gebruikt worden te behouden, en aan te vullen met zogenaamde ‘missing links’ om tot langere trajecten te komen. |\# $& #" # & is met de langgerekte structuur van het dorp: het netwerk kan tegelijkertijd doorzichten bewaren, waar nodig afwatering verzekeren, functionele veilige verbindingen leggen, en kleinschalige groene linten vormen die ook een recreatieve meerwaarde hebben.
238
GRS Langemark Poelkapelle RD | augustus ‘12 | wvi
G ewe n s t e ruimt e lijke s t ruc t uur van L ange mark 1.
Concept
Langemark is doorheen de verschillende groeifasen geëvolueerd naar een meerlobbige kern, waarvan de samenhang in grote mate bepaald wordt door het noordwest-zuidoost gerichte patroon van wegen, en de markt, waar zij elkaar kruisen. Het patroon van kruisende wegen geeft aanleiding tot twee nieuwe lijnen: Een ‘verhaallijn’ die de sites met (historische of nog groeiende) betekenis verbindt: De Duitse Militaire Begraafplaats met onthaalinfrastructuur De voormalige olieslagerij aan de trage as Het gemeentehuis (voormalig kasteelpark) De kerk Het ‘Munchenhof’, overnachtingsplaats voor talloze groepen frontbezoekers De locatie van de nieuwe academie De route langsheen de Steenbeek richting St-Juliaan. Tegelijkertijd zet deze lijn de route aan tussen Madonna en St-Juliaan (zie compact netwerk), twee dorpen met elk een sterk individueel verhaal, maar tegelijk typerend voor de Westhoek. Het ontwikkelen van deze ‘verhaallijn’ kan misschien een antwoord zijn op de dreigende vervlakking van dorpen en gehuchten, (zowel naar voorkomen als naar identiteit). Ook kan de logica van deze lijn misschien een nieuwe aanzet zijn om het aspect ‘oorlog’ beter met de kern te verweven, de bestaande gebouwen, sites, straten, monumenten met elkaar in relatie te brengen, enzovoort.
wvi | augustus ‘12 | GRS Langemark Poelkapelle RD
239
De groeilijn verbindt logischerwijze het ‘nieuwe’ gedeelte van het dorp: de industriële lobben, het uitbreidende woonzorgcentrum en de site Donkerweg. Het ruimtelijk in verband brengen van deze projecten met elkaar kan een aanzet zijn om ook de lat voor deze projecten even hoog te leggen op het vlak van duurzaamheid, bewonersbetrokkenheid, beeldkwaliteit e.d.m. Quasi los daarvan wordt het dorp doorkruist door twee assen: een groene as, op de oude spoorwegzate, en een ‘snelle’ as (‘snel’ of ‘hard’ in de economische betekenis en in tegenstelling tot het eerder recreatieve van de trage as). Deze snelle as verzamelt het verkeer van de twee bedrijventerreinen richting A19. Eenmaal een oplossing bestaat voor de verkeerscirculatie langs Poelkapelle, kan deze as ontdubbeld worden, en kan een gedeelte van het verkeer richting Poelkapelle gestuurd worden (zie RD, deelruimten). De uitbreiding van het dorp past in dit schema: de groei van de locaties voor bedrijvigheid (1,2 en 3) binnen duidelijk afgebakende lobben. De groei van de ruimte voor wonen bij Donkerweg, en dit als een versterking van de woonlob rond de Statiestraat en de Bikschotestraat (4). De uitbouw van de centrumfuncties grijpt plaats in de centrale ruimte van het dorp, met het marktplein als focus. De dwarse verbindingen doorheen deze ruimte vormen een belangrijk netwerk voor langzaam verkeer. Tenslotte kent de structuur op twee plaatsen een ‘zachte uitbreiding’: bij de vallei van de Steenbeek, waar de relatie tussen de beekvallei en het dorpscentrum gevrijwaarde wordt (6), en bij de ‘trage as’, waar een uitbreiding van de groenstructuur voorzien wordt (5), in relatie met de Duitse militaire begraafplaats.
240
GRS Langemark Poelkapelle RD | augustus ‘12 | wvi
2.
G e we n s t e r uim t e lijke s t r u c t uur
wvi | augustus ‘12 | GRS Langemark Poelkapelle RD
241
bm: dp:
hs: la: mz: oi: pa: pk: pi: sh: vp: we: wo:
zo:
242
uitbreiding Belgomilk (binnen het vigerende gewestelijk RUP) dorpspaden: in te richten of te versterken verbindingen voor langzaam verkeer tussen vredesbos, sport, gemeentehuis en centrum, en tussen de zuidelijke lobben van de dorpskern en het centrum. Tussen het Vijverpark en het gemeentepark wordt een een fysieke link gezocht om de Groene Lus verder door te kunnen trekken. bestendiging van de hondenschool schrappen van de zone voor gemeenschapsvoorzieningen aan de Hooyaardstraat, en herbestemming als landbouw. nieuwe locatie voor de academie, binnen een uitvoeringsplan voor de zone voor sport- en gemeenschapsvoorzieningen onthaalinfrastructuur: het oude stationsgebouw van Langemark kan een nieuwe invulling krijgen, mogelijks in combinatie met wonen. inbreidingsmogelijkheid op de site ‘Parrein’ (Klokhof) in de Zonnebekestraat.μ inbreidingsmogelijkheid aan de Poelkapellestraat (studie architectenbureau NOA) uitbreidingszone Pinguin (suggestie aan de hogere overheid) sporthal vredespark, aansluitend op de spoorwegzate, als link naar de Duitse militaire begraafplaats lokale bedrijvenzone Donkerweg, ontsloten naar de Melkweg, binnen een groen ingekapselde industriële lob. woonuitbreiding tussen Donkerweg en Melkweg, in relatie met de Groene Lus (gl), ontsloten naar de Statiestraat - zoekzone voor wonen (3e locatie na Donkerweg en Schiethoek) aan de Boezingestraat/ Cayennestraat. in de Hooyaardstraat verdere uitbouw van de zorgcampus
GRS Langemark Poelkapelle RD | augustus ‘12 | wvi
G ewe n s t e ruimt e lijke s t ruc t uur van Po e lkap e lle 1.
1.1.
Concept
Groen omkaderd dorp met een sterke centrale as
Het hoofddorp Poelkapelle wordt gekenmerkt door de N313, waarlangs het dorp gegroeid is. Ondanks die histo " #" #leidsniveau’s aangemeten krijgt. De gemeente ziet de doortocht evolueren tot een sterke as, die het ‘inkomportaal’ aan de noordzijde van de gemeente vormt. Een plaats waar wandelaars de auto achterlaten en de omgeving "$# * #
"#" van functies; kleinhandel, kleinschalige voorzieningen, een dorpsplein met uitstraling. Poelkapelle manifesteert zich, ondanks de vlakvormige uitbreidingen aan beide zijden nog steeds als een vrij compacte kern in het landschap. De open ruimte rondom het dorp is in die zin van belang voor de ruimtelijke kwaliteit. Vanuit het dorp wandelt men tamelijk direct de velden in. Deze compactheid dient bewaard te blijven. Vanuit deze doelstelling is het woonuitbreidingsgebied Schiethoek een goede inbreidingsgerichte groeizone op lange termijn. wvi | augustus ‘12 | GRS Langemark Poelkapelle RD
243
De nieuwe dorpsrand die op dat ogenblik ontstaat moet in samenhang bekeken worden met de verkeerscirculatie vanuit Langemark. De gemeente wenst de mogelijke ontwikkeling aan te grijpen om zowel een groene dorpsrand, als een verkeersveilige route langs het dorp te creëren. Ondanks (of dankzij) de zwakke benutting van de bestemde bedrijvenzone aan de noordzijde van het dorp ligt hier nog een kans om werken aan ruimtelijke kwaliteit te koppelen. De cesuur met de kern wordt namelijk gemaakt door de ‘Landetbeek’, een kleinere beek, waar maatregelen zullen genomen worden om de buffercapaciteit voor regenwater te vergroten. Op deze wijze kan een duidelijk afgelijnd ‘werkveld’ ontstaan, ruimtelijk gescheiden van de dorpskern door de beekvallei. Op een wat grotere afstand, maar in directe ruimtelijke relatie met Poelkapelle vormt ook de Lekkerboterbeek , een groen lint aan de zuidkant. Tenslotte is er aan de oostzijde de Britse militaire begraafplaats, die een sterke toeristische aantrekking. De gemeente beoogt een betere verbinding tussen de dorpskern en dit monument. Het ruimtelijk doortrekken (door groen, een wandelas) van de aanpak van de doortocht tot dit ‘sterk punt’ zou een bijzondere troef moeten worden voor het dorp. Het totaalbeeld is dat van een compact dorp, met een sterke centrale as, en een groene omkadering. Deze omkadering verleent het dorp woonkwaliteit en aantrekkingskracht.
244
GRS Langemark Poelkapelle RD | augustus ‘12 | wvi
2.
G e we n s t e r uim t e lijke s t r u c t uur
' woonuitbreidingsgebied Schiethoek, komt in enkel in aanmerking in een volgende planperiode, indien bijkomende behoefte aantoonbaar is. De randweg krijgt een dubbele rol als groen dorpsrand en doorsteek voor verkeer vanuit Langemark naar de E313. ' De bestaande bedrijvenzones (we) dienen geactiveerd te worden, en bij ontwikkeling een groene afwerking te krijgen. ' de beekvallei van de Landetbeek kan door zijn herinrichting (bufferbekken) een extra groene locatie vormen in de dorpsrand, een dorpsweide, met ruimte voor natuurontwikkeling. De sportterreinen (vt) kunnen hierbij aansluiten. Rondom het dorp worden wandelpaden geselecteerd om een lus te creëren. ' de huidige sportterreinen worden bestendigd. De zonevreemdheid met beperkte uitbreidingsmogelijkheden inzake de basisschool zal worden opgeheven. ' het dorpsplein kan versterkt worden door een nieuwe invulling van een aantal leegstaande beeldbepalende gebouwen, zoals het oud gemeentehuis (og). Ook ander inbreidingslocaties en herbestemmingen worden meegenomen in het woonbeleid. ' In het verlengde van de centrale as wordt de verbinding gelegd met de militaire begraafplaats. De gemeente suggereerd de hogere overheid dit aspect mee te nemen bij de herinrichting van de doortocht.
wvi | augustus ‘12 | GRS Langemark Poelkapelle RD
245
G ewe n s t e ruimt e lijke s t ruc t uur van Madonna 1.
Concept
Madonna is ontstaan uit de samensmelting van 2 verschillende gehuchten: Mangelaere, een nederzetting die gegroeid is in de bosrand, en Madonna, dat (later) ontstaan is om de N-wegen, die getrokken zijn tweede helft 19e eeuw. Mangelaere was veel losser en eerder verspreid van opbouw, zonder echt structurerende wegen; eerder een groepering van kleine woningen en hoeves, een velddorp. Madonna heeft een sterk stratenpatroon, uitgebreid met enkele kleine woonwijken. Het centrum van Madonna, vormt een ‘bijna’-scharnier tussen deze twee delen. De vroegere bosrand is nog steeds waarneembaar. Deze valt ongeveer samen met de zone die historisch gezien steeds onbebouwd is gebleven, ook na de verwoesting van het bos tijdens WO I. De zone ten zuiden van de dorpen, vooral bij Mangelaere, is eerder versnipperd, met veel verspreide (“zonevreemde”) woningen. ! Y" [ # & " "
strakkere drevenpatroon, doorheen de woonlinten, in het zuidelijkere gebied tussen Madonna en de Broenbeek. * """ " # "
& zig net van wandelpaden en de inpassing van de verspreide bebouwing aan de zuidzijde zijn de vier kernpunten van de gewenste structuur van Madonna.
246
GRS Langemark Poelkapelle RD | augustus ‘12 | wvi
2.
G e we n s t e r uim t e lijke s t r u c t uur
* & 47worden vrijgehouden, om zowel visueel (doorzichten) als functioneel (wandelpaden) de band tussen het dorp en de open ruimte te versterken. Ook voor de drainage van water naar beken en collectoren is het vrijhouden van de doorsterken noodzakelijk. De open ruimte ten noorden van het dorp wordt bouwvrij gehouden, en het drevenpatroon versterkt 47. De verspreide bebouwing47ten zuiden van Madonna wordt opgenomen een sterk geheel van paden, en draagt zelf bij tot de ruimtelijke kwaliteit door voorwaarden van ingroening en landschappelijke inpassing. Door slimme doorsteken wordt getracht om de publieke gebouwen 47(school, dorpshuis) optimaal bereikbaar te maken voor het geheel, en zodoende het scharnierpunt te versterken. Ter plaatse van de vrije binnengebieden 47wordt gedacht aan inbreiding, met het op peil houden van de oppervlakte aan speelruimte als randvoorwaarde. Het huidige sportterrein (st) wordt bestendigd.
wvi | augustus ‘12 | GRS Langemark Poelkapelle RD
247
G ewe n s t e ruimt e lijke s t ruc t uur van Bik s c ho t e
1.
Concept
Bikschote heeft door zijn ligging in de overgang naar de polders duidelijk een eigen karakter. De binding met de open ruimte is de grote troef van het dorp, en deze kan op verschillende wijzen uitgespeeld worden. Enerzijds zijn er de verschillende hoeves in de directe omgeving, waarvan men kan verwachten dat enkele onder hen zullen overschakelen op andere functies, door de schaalvergroting in de landbouw. Ze vormen ‘extra kamers’ aan de rand van het dorp, voor gasten (bed and breakfast), maar misschien ook voor andere, soms tijdelijke doeleinden (expositie, opslag, kleine evenementen op schaal van het dorp?). Als enige heeft Bikschote nog bestemde groeiruimte, wat op korte termijn kan leiden tot een nieuw woningaanbod. Als ‘tegenhanger’ kan de zuidzijde van het dorp de op de vrijwel functieloze weiden langsheen de Lobeek een dorpsweide installeren; trapveldje, picknick, ruimte voor enkele tenten. Tenslotte is er de link met de dorpen in de omgeving. Het inpassen van Bikschote op het traject tussen Boezinge (Boezingesas) en Merkem, kan het dorpje de nodige passage leveren om de vorige drie conceptelementen te voeden.
248
GRS Langemark Poelkapelle RD | augustus ‘12 | wvi
2.
G e we n s t e r uim t e lijke s t r u c t uur.
' ' ' '
link richting Merkem via de kleine brug over de Martjevaart link richting Merkem via Langewade de bestaande woonzone bij Bikschote de school vormt samen met de kerkomgeving en een be staande hoeve een compact en potentieel interessant dorpscentrum. ' het historische gehucht ‘herberg Smiske’ vormt de aantak king op de N369. Een opwaardering van het westelijke toegangspunt is nodig. Een verankering in de bestemming vormt wellicht de hefboom. ' dorpsweide, met naast een rol als zachte recreatieve ruim te ook plaats voor waterbuffering en beekinrichting. ' Blauwe molen. ' link richting Boezinge Sas tr: uitbouw lokaal toeristisch-recreatief knooppunt Steenstraete
wvi | augustus ‘12 | GRS Langemark Poelkapelle RD
249
G ewe n s t e ruimt e lijke s t ruc t uur van S int -Juliaan 1.
Concept
Sint Juliaan is een straatdorp met twee vrij omvangrijke ‘zij-armen’. Door het aaneengesloten karakter van de bebouwing in het oorspronkelijke straatdorp blijft dit echter het dominante beeld: een ‘vernauwing’ op de toegangsweg tot de gemeente. Dit kan wellicht omgebogen worden: enerzijds door het straatkarakter bij herinrichting te hertekenen tot een echt ‘portaal’, met een ruimere aanleg die aanzet tot vertragen. Bepalend is hierin de ‘groene ader’ die op die plaats het dorp doorstroomt. Hier kan zelfs " # " " " Ook daarom essentieel dat aan de bebouwing een scherpe grens gegeven wordt, en het contact met open ruimte er snel is, en kwaliteitsvol. De huidige groenrijke tussenruimte tussen St-Juliaan en de bebouwing bij het Canadees monument (lc) is in die zin belangrijk: ze vormt de eerste ‘binnenruimte’ van de gemeente.
wvi | augustus ‘12 | GRS Langemark Poelkapelle RD
251
2. ? ' $' ' Lc: $' '
252
G e we n s t e r uim t e lijke s t r u c t uur bestaande en te behouden woonuitbreidingsgebied scherpe grens met de tussenruimte bedrijfssite Dejaeghere, begrensd op de huidige diepte en indringing in de open ruimte le Canadien, oorlogsmonument Steenakkermolen Herbestemming industriezone tot dorpsweide, hier ook een ruimte voor extra groen bij het dorp, als groen onthaal, speelruimte en ruimte voor natuur. ! " {
GRS Langemark Poelkapelle RD | augustus ‘12 | wvi
Ove r zic ht van ac t ie s e n maat r e ge le n 1.
Opmaken van een RUP voor de uitbreiding van wonen bij Donkerweg. Opmaken van RUP’s voor de bestaande BPA’s in de dorpskernen, om de verouderde bestemmingen (KMOzones) te actualiseren, onder meer in functie van inbreidingsprojecten en met aandacht voor het waardevol bouwkundig erfgoed. Opmaken van een trage wegenplan om de doorwaadbaarheid van dorpskernen te vergroten Verbeteren van de inrichtingskwaliteit van het openbaar domein In Poelkapelle en Sint-Juliaan door de herinrichting van doortochten van bovenlokaal niveau, waarbij lokale elementen kunnen meegenomen worden, eventueel verankerd in een uitvoeringsplan voor het centrum |^_ \ " worden in een RUP (erfgoed rond pleinen, groen,…) Opmaken van een RUP voor zonevreemde woningen Opmaak van een beleidsnota omtrent duurzame ontwikkeling van de woonomgeving Opmaak van een actieprogramma voor wonen, dat het aandeel en type van sociale woningen voor de uitbreidings- en inbreidingsprojecten vastlegt. Opname van herbestemmingen van merkwaardige gebouwen in RUP’s die opgemaakt worden voor de kernen en gehuchten, en in de RUPs die opgemaakt worden voor de zonevreemde functies. Aan deze gebouwen kunnen conform het decretale kader functies toegekend worden.
2.
L an db o uw
Herbestemming van de zone voor gemeenschapsvoorziening aan de Hooyaerdstraat ter compensatie van uitbreidingen in landbouwgebied elders. Stimuleren van ingroening en behoud van KLE’s (zie natuur) Herbestemming van vrijgekomen landbouwzetels in een RUP / vastleggen van een de ontwikkelingsperspectieven voor landbouwzetels in RUP’s (per deelruimte) Het afbakenen van bouwvrije zones, en zones waarin beperkingen opgelegd worden aan nieuwe grootschalige bebouwing in RUP’s. Herbestemming, eventueel gedeeltelijk, van de terreinen aan de Hooyaardstraat van gemeenschapsvoorzieningen naar landbouw
4.
Nat uurlijke s t r u c t uur
Financiële stimulansen voorzien voor landbouwbedrijven die zich engageren om via landschapsbedrijfsplannen KLE’s te bewaren en te werken aan de ingroening van bedrijven met een meerwaarde voor natuur. Bestemmen en inrichten van zones in de directe omgeving van dorpskernen die ruimte bieden voor natuur # & &
" Aanleg van een geboortebos/Vredespark ten noorden van de spoorwegzate in Langemark en verdere uitbouw van de groene lus. Aanleg in inrichting van dorpsweiden, zoals langs de Landetbeek bij de Kapellemeers in Poelkapelle. Bewaren van groene elementen in dorpskernen (laanbeplanting, bermen, hagen…) De verdere uitbouw van bestaande groenprojecten, waaronder het verderzetten van het ecologisch bermbeheer in het Drevenlandschap rond het bos van Houthulst (berminventaris) Het in kaart brengen en opstellen van een natuurvriendelijk oeverbeheer van waterlopen van gemeentelijk niveau en een natuurvriendelijk beheer van grachten en overstroombare weiden (integraal waterbeleid).
3.
Wo n e n
B e dr ij v i gh e i d
Opmaak van een uivoeringsplan voor zonevreemde bedrijven Opmaak van een uitvoeringsplan voor de uitbreiding van de ruimte voor lokale bedrijven, indien de behoefte daaraan kan aangetoond worden conform de provinciale beleidskaders.
wvi | augustus ‘12 | GRS Langemark Poelkapelle RD
253
5.
Uitbouw van stapstenen als schakel tussen bestaande toeristische trekpleisters Grote stapstenen (onthaalinfrastructuur, vredesbos, merkwaardige gebouwen) Kleine stapstenen (veldkapellen, oorlogsrelicten) de knooppunten bij Steenstraete en Hagebos Opname van zonevreemde sportterreinen in een uitvoeringsplan (Poelkapelle, Madonna) Het opmaken van een inventaris van recreatieve ruimtes
6.
Ve r ke e r e n Ve r vo e r
Opmaak van inrichtingsconcepten voor openbaar domein Voor doortochten Voor belangrijke publieke ruimtes op gemeentelijk niveau Voor kleinschalige wegen (trage wegen) Voor landwegen Bestemmen van ruimte voor een vrachtwagenparking
7.
To e r i s m e e n r e c r e a t i e
L an d s c h ap Opmaak van een actieplan voor het beschermen, herbestemmmen en herontwikkelen van erfgoed Opmaak van een plan waarbinnen de waterstructuur op lokaal niveau geïnventariseerd, beheerst en als meerwaarde naar boven gebracht wordt Opstellen van een stimulerend beleid voor het inrichten van private ruimtes met streekeigen groen, met een landschappelijke meerwaarde.
254
GRS Langemark Poelkapelle RD | augustus ‘12 | wvi