Quickscan Flora en fauna De Mulderij 10 te Dedemsvaart
Opdrachtgever: Rapportnummer: Datum vrijgave: Vrijgave: Goedkeuring:
Heering Vastgoed BV 24.074_R_001.00 April 2011 Ing. A. Doornbos Ing. G. Kalkman
………geeft u de ruimte!
24.074_R_001.00 Quickscan Flora en fauna De Mulderij 10 te Dedemsvaart Heering Vastgoed BV
Blad 2 van 23 Maart 2011 definitief
INHOUDSOPGAVE ................................................................................................................ BLZ
1
SAMENVATTING ............................................................................................................ 3
2
AANLEIDING EN ACHTERGROND VAN DIT RAPPORT ...................................................... 5
3 3.1
DOEL .............................................................................................................................. 6 Uitgangspunten .................................................................................................................. 6
4 4.1 4.2 4.3
PLANGEBIED EN GEBIEDSKENMERKEN .......................................................................... 7 Onderzoekslocatie .............................................................................................................. 7 Korte omschrijving plan ...................................................................................................... 8 Relevante wet- en regelgeving ........................................................................................... 9 4.3.1 Gebiedsbescherming .............................................................................................. 9 4.3.2 Soortbescherming ................................................................................................ 10 Verantwoordelijke partij ................................................................................................... 11
4.4 5 5.1 5.2
NATUURWAARDEN INVENTARISATIE .......................................................................... 12 Onderzoeksmethode ........................................................................................................ 12 Resultaten ......................................................................................................................... 13 5.2.2 Bureauonderzoek ................................................................................................. 13 5.2.3 Veldonderzoek ...................................................................................................... 13
6 CONCLUSIES, AANBEVELINGEN EN ‘ALGEMENE VERKLARING VAN GEEN BEDENKINGEN’ PROCEDURE ........................................................................................................................... 16 Literatuurlijst................................................................................................................................ 18 Colofon ......................................................................................................................................... 19 Bijlagen 1. 2.
Implicaties Habitat- en Vogelrichtlijn en de Flora- en faunawet Situatieschets
Projectnummer 24.074 Documentnummer 24.074_R_001.00
24.074_R_001.00 Quickscan Flora en fauna De Mulderij 10 te Dedemsvaart Heering Vastgoed BV
1
Blad 3 van 23 Maart 2011 definitief
Samenvatting In opdracht van Heering Vastgoed BV heeft ProCensus binnen het plangebied, De Mulderij 10 te Dedemsvaart (gemeente Hardenberg) een quickscan Flora en fauna uitgevoerd. De eigenaar van het betreffende perceel is voornemens om hier een recreatieve voorziening te realiseren. De aanwezige woning wordt momenteel opgeknapt. Met de overige werkzaamheden zal gestart worden als gemeente Hardenberg akkoord gaat met de partiële herziening van het bestemmingsplan. Op 23 februari 2011 heeft overdag een veldbezoek aan bovengenoemde locatie plaatsgevonden. Op de locatie is gekeken naar aanwezige of het mogelijk voorkomen van beschermde flora en fauna. Tevens is hiermee de noodzaak bepaald van het uitvoeren van aanvullend onderzoek naar soorten en soortgroepen. Dit rapport heeft een antwoord gegeven op de volgende zaken: 1 Zijn er beschermde dieren en plantensoorten momenteel in het plangebied aanwezig of te verwachten? 2 Zo ja, leidt het realiseren van het plan of de uitvoering van de geplande werkzaamheden tot handelingen die strijdig zijn met de Flora- en faunawet? 3 Kan het plan of kunnen de voorgenomen werkzaamheden zodanig aangepast worden dat dergelijke strijdige handelingen niet gepleegd worden en eventuele negatieve effecten op de natuurwaarden zoveel mogelijk worden beperkt? Het doorlopen van het stappenschema in het kader van de Flora- en faunawet (zie bijlage 1) leidt tot de volgende conclusies. 1.
Ja. Er zijn momenteel beschermde dieren in het gebied aanwezig (en te verwachten). Tijdens het veldonderzoek zijn met uitzondering van de groep van vogels geen strikt beschermde soorten aangetroffen. Daarnaast zijn er enkele algemeen voorkomende soorten aangetroffen als haas en mol. De werkzaamheden zorgen niet voor een significante verstoring van (het leefgebied van) soorten: er is dus geen ‘Algemene verklaring van geen bedenkingen’ benodigd.
2.
Nee. De uitvoering van geplande werkzaamheden lijdt niet tot handelingen die strijdig zijn met de Flora- en faunawet, mits ze worden uitgevoerd zoals aanbevolen bij punt 3.
3.
Ja. Door middel van een goede planning het in acht nemen van de zorgplicht en door het nemen van eventuele mitigerende (of compenserende) maatregelen kunnen de voorgenomen werkzaamheden zodanig uitgevoerd worden, zodat eventuele verstoring van (beschermde) flora en fauna geminimaliseerd wordt.
-
Algemeen voorkomende soorten komen niet in aanmerking voor de ‘Algemene verklaring van geen bedenkingen’ mits de zorgplicht in acht wordt gehouden. Vanuit de zorgplicht die de flora- en faunawet oplegt, moeten de negatieve gevolgen van de uitvoering van de werkzaamheden zoveel mogelijk worden verzacht (mitigerende maatregelen). Voor alle beschermde inheemse (ook de algemeen voorkomende) vogelsoorten geldt vanuit de Flora- en faunawet een verbod op handelingen die nesten of eieren beschadigen of verstoren. In de praktijk betekent dit dat storende werkzaamheden, zoals het kappen van bomen en struiken, grondwerkzaamheden en sloopwerkzaamheden alleen buiten het
-
Projectnummer 24.074 Documentnummer 24.074_R_001.00
24.074_R_001.00
Blad 4 van 23
Quickscan Flora en fauna De Mulderij 10 te Dedemsvaart
Maart 2011
Heering Vastgoed BV
definitief
1
-
-
-
-
broedseizoen (dat voor de meeste soorten loopt van maart tot en met juli) uitgevoerd mogen worden. Tevens zijn handelingen die een vaste rust- of verblijfplaats van beschermde vogels verstoren eveneens niet toegestaan. Nestlocaties van boomvalk, buizerd, grote gele kwikstaart, havik, huismus, kerkuil, ooievaar, ransuil, roek, slechtvalk, sperwer, steenuil en wespendief worden gezien als jaarrond beschermde vaste rust- en verblijfplaats. Voor de verstoring van deze verblijfplaatsen en belangrijk leef- of foerageergebied is ook buiten het broedseizoen een ‘Algemene verklaring van geen bedenkingen’ noodzakelijk. Ten aanzien van de sloopwerkzaamheden geldt het volgende: indien men de schuren en stallen wenst te slopen gedurende het broedseizoen, dan is een check op aanwezige bewoonde nesten noodzakelijk. Indien nesten aanwezig zijn dient men de sloop uit te stellen tot het broedseizoen voorbij is en de nesten zijn verlaten. Aan de hand van de aangepaste lijst met jaarrond beschermde vogelnesten kan geconcludeerd worden dat er geen vogels of nestlocaties van deze lijst aanwezig zijn binnen het plangebied. De aanwezige bomen rondom het plangebied die tijdens het broedseizoen mogelijk nestlocaties van (beschermde) vogelsoorten kunnen bevatten blijven gehandhaafd. Het wordt aanbevolen om bij nieuwbouw en het renoveren van de bestaande schuur rekening te houden met de terugkerende vogels. Zo kunnen speciale zwaluwkasten of nesten worden opgehangen of zwaluwdakpannen worden geïntegreerd. Tijdens de veldinventarisatie zijn waarnemingen gedaan van de groep zoogdieren. Voor de aangetroffen tabel 1 soorten mol en haas en de mogelijk te verwachten soorten als muizen, geldt de zorgplicht. Voor het uitvoeren van grondwerkzaamheden in relatie tot de grondgebonden zoogdieren wordt aanbevolen de grondwerkzaamheden uit te voeren in de nazomer, maar in ieder geval buiten de voortplantingstijd van de mogelijk in het gebied voorkomende beschermde zoogdieren (dus niet in de periode april t/m juli).
Echter kunnen veranderingen in de situatie binnen het plangebied of in de planvorming altijd leiden tot andere inzichten en daarmee tot wijziging van deze conclusies. Mogelijk kunnen gedurende het planproces of tijdens de uitvoering zich nieuwe soorten gaan vestigen. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de initiatiefnemer.
1
In het kader van de Flora- en faunawet wordt voor het broedseizoen geen standaardperiode gehanteerd. Van belang is of een broedgeval verstoord wordt, ongeacht de datum.
Projectnummer 24.074 Documentnummer 24.074_R_001.00
24.074_R_001.00 Quickscan Flora en fauna De Mulderij 10 te Dedemsvaart Heering Vastgoed BV
2
Blad 5 van 23 Maart 2011 definitief
Aanleiding en achtergrond van dit rapport De eigenaar van het perceel De Mulderij 10 te Dedemsvaart (gemeente Hardenberg) wil op het perceel een recreatieve bestemming realiseren; de bestaande boerderij wordt herbouwd en voor groepsaccommodatie, kleinschalige verkoop van versnaperingen en een kinderdagverblijf geschikt gemaakt. Verder zal een camping (15 plaatsen) gerealiseerd worden. Ook zullen een logiesgebouw en bijgebouw worden bijgebouwd. Deze ontwikkelingen passen niet binnen het bestaande bouwblok. Ook past de realisatie van de recreatieve bestemmingen niet binnen de agrarische bestemming die in het vigerende bestemmingsplan is opgenomen. Als onderdeel van het opstellen van een partiële herziening dienen diverse samenhangende en benodigde onderzoeken uitgevoerd te worden. Onderliggend Flora- en faunaonderzoek is hier één vereist onderdeel van. In verband met de Flora- en faunawet is een projectontwikkelaar of grondeigenaar namelijk verplicht een toetsing uit te voeren naar de effecten van het project op de aanwezige natuur. Met de komst van de ‘Flora- en faunawet’ sinds april 2002 zijn veel planten en dieren beschermd en is het beschermingsregime strenger geworden. Zo mogen beschermde dieren niet gedood, gevangen of verontrust en planten niet geplukt, uitgestoken of verzameld worden. Deze Flora- en faunawet is in augustus 2009 aangepast. Nieuw in de wet is dat de toetsingscriteria bij ruimtelijke ingrepen is aangepast. Ook is de lijst van vogelsoorten waarvan de nesten het hele jaar door zijn beschermd in 2009 aangepast. In opdracht van Heering vastgoed BV heeft ProCensus het plangebied door middel van een quickscan Flora en fauna onderzocht op de mogelijkheid tot het voorkomen van beschermde flora en fauna. ProCensus heeft de rapportage opgesteld op basis van de beschikbare informatie en het veldonderzoek. Bij de toetsing aan de Flora- en faunawet is het afwegingskader gehanteerd zoals is beschreven door het Ministerie van Economie, Landbouw en Innovatie (EL&I). Voor een toelichting, zie bijlage 1.
Projectnummer 24.074 Documentnummer 24.074_R_001.00
24.074_R_001.00 Quickscan Flora en fauna De Mulderij 10 te Dedemsvaart Heering Vastgoed BV
3
Blad 6 van 23 Maart 2011 definitief
Doel Het doel van dit rapport is antwoord te geven op de centrale vraag: Wordt bij de geplande werkzaamheden voldoende rekening gehouden met de belangen (zoals vermeld in de Flora- en faunawet) van mogelijk aanwezige beschermde dier- en plantsoorten? En wel in die mate, dat geen wettelijke verbodsbepalingen overtreden worden. Deze centrale vraag wordt beantwoord door antwoord te geven op de volgende deelvragen. Zijn er binnen het plangebied beschermde dier- en plantensoorten aangetroffen en/of zijn deze te verwachten? Zijn er door de planuitvoering negatieve effecten op de mogelijk aanwezige beschermde soorten te verwachten? Zijn er voorstellen te doen die eventuele negatieve effecten op de natuurwaarden zoveel mogelijk beperken? Met het doorlopen van het afwegingskader van de Flora- en faunawet kunnen de bovengestelde vragen beantwoord worden.
3.1
Uitgangspunten Voor deze natuurtoets is de informatie vanuit onderstaande documenten als uitgangsmateriaal gehanteerd. De offerteaanvraag (per email d.d. 11 februari 2011) van de heer R. Kleis aan de heer M. Beek van ProCensus. Beoordeling van de fysieke maatregelen. Literatuuronderzoek maart 2011. Veldonderzoek 23 februari 2011.
Projectnummer 24.074 Documentnummer 24.074_R_001.00
24.074_R_001.00 Quickscan Flora en fauna De Mulderij 10 te Dedemsvaart Heering Vastgoed BV
4
Plangebied en gebiedskenmerken
4.1
Onderzoekslocatie
Blad 7 van 23 Maart 2011 definitief
De onderzoekslocatie is gelegen aan De Mulderij 10 te Dedemsvaart in de Overijsselse gemeente Hardenberg.
Afbeelding 4.1 Het plangebied, ten noordwesten van Dedemsvaart
De onderzoekslocatie vormt een voormalige agrarische onderneming en bestaat uit een bedrijfswoning met aangrenzende schuur en diverse kleinere schuren. Het erf bestaat gedeeltelijk uit elementverharding en gedeeltelijk uit grasland.
Afbeelding 4.2 Het plangebied aan de Mulderij 10
Projectnummer 24.074 Documentnummer 24.074_R_001.00
24.074_R_001.00
Blad 8 van 23
Quickscan Flora en fauna De Mulderij 10 te Dedemsvaart
Maart 2011
Heering Vastgoed BV
definitief
In onderstaande afbeeldingen staan de genoemde gebouwen en onderdelen weergegeven.
Afbeelding 4.3 Dienstwoning en schuren
Afbeelding 4.5 Schuur
4.2
Afbeelding 4.4 Schuur
Afbeelding 4.6 Schuur
Korte omschrijving plan De bestaande bedrijfswoning op het perceel wordt gerenoveerd. Een deel van de boerderij zal worden herbouwd en uitgebreid om zo groepsaccomodatie, een streekproducten-winkeltje en kleinschalige kinderopvang te kunnen herbergen. Daarnaast komt er op het perceel een kleinschalige camping met een capaciteit van ongeveer 15 plaatsen. In bijlage 2 zijn een doorsnede en een plattegrond van de te realiseren pleisterplaats weergegeven.
Projectnummer 24.074 Documentnummer 24.074_R_001.00
24.074_R_001.00 Quickscan Flora en fauna De Mulderij 10 te Dedemsvaart Heering Vastgoed BV
Blad 9 van 23 Maart 2011 definitief
Op de plattegrond op de volgende pagina is de nieuwe situatie weergegeven.
Afbeelding 4.7 Nieuwe situatie
4.3
Relevante wet- en regelgeving De regelgeving gericht op natuurbescherming is onder te verdelen in gebiedsbescherming en soortbescherming. Er is regelgeving op internationaal, Europees, nationaal en regionaal niveau. Hieronder wordt de meest relevante wet- en regelgeving voor het plangebied genoemd.
4.3.1
Gebiedsbescherming In het kader van de Europese richtlijnen zijn in Nederland Speciale Beschermingszones (SBZ) aangewezen die een hoge wettelijke bescherming kennen (zie www.minlnv.nl/natura2000). De Vogelrichtlijn is gericht op het beschermen van de in het wild levende vogelsoorten en op de instandhouding van de habitat die het leefmilieu voor deze soorten vormen. De Habitatrichtlijn is gericht op het in stand houden van natuurlijke en halfnatuurlijke habitat en de bescherming van wilde flora en fauna, anders dan vogels. Daarnaast kan er sprake zijn van een natuurreservaat in het kader van de provinciale Ecologische Hoofdstructuur dan wel van ‘overig’ natuurgebied, beschermd via de Natuurbeschermingswet of het Bestemmingsplan van de gemeente. Op basis van literatuuronderzoek en de website Natura 2000 gebieden van Alterra blijkt dat het plangebied niet gelegen is binnen een Natura 2000 of EHS gebied. Het dichtstbijzijnde Natura 2000 gebied betreft Vecht- en Beneden-Reggegebied en dit ligt op meer dan 8 km aftand van het plangebied. Wel ligt het plangebied nabij een aantal EHS gebieden.
Projectnummer 24.074 Documentnummer 24.074_R_001.00
24.074_R_001.00 Quickscan Flora en fauna De Mulderij 10 te Dedemsvaart Heering Vastgoed BV
Blad 10 van 23 Maart 2011 definitief
Afbeelding 4.8 Ligging plangebied (blauw omcirkeld, EHS gebied is groen gearceerd weergegeven)
4.3.2
Soortbescherming Naast de gebiedsbescherming is de soortbescherming van belang. De bescherming van soorten die uitgaat van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn, is volledig geïmplementeerd in de Floraen faunawet. Op grond van de Flora- en faunawet gelden algemene verboden tot het verwijderen van groeiplaatsen van beschermde plantensoorten en het beschadigen of verstoren van voortplanting-, vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde diersoorten. Voor activiteiten, zoals woningbouw, die een bedreiging kunnen vormen voor deze beschermde soorten, dient ‘Verklaring van geen bedenkingen’ te worden aangevraagd indien de zwaarder beschermde soorten voorkomen. Samengevat kan worden gesteld dat er in de Flora- en faunawet ten aanzien van de soortbescherming een aantal categorieën zijn te onderscheiden. Tabel 1 voor algemene soorten waarvoor een algemene vrijstellingsregeling geldt (sinds 1 januari 2005) (artikel 16 Regeling vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten Flora- en faunawet). Het gaat dan om de algemene zoogdieren, amfibieën, e.d. Genoemd kunnen worden mol, veldmuis, aardmuis, groene kikker, gewone pad, bruine kikker, zwanenbloem e.d. Tabel 2 soorten (lichte toetsing) van soorten waarvoor wel een ‘Algemene verklaring van geen bedenkingen’ in het kader van artikel 16 moet worden aangevraagd, maar waarbij aan minder zware criteria wordt getoetst. Tabel 3 soorten (zware toetsing) van Bijlage IV-soorten uit de Habitatrichtlijn, aangevuld met de bedreigde en ernstig bedreigde soorten uit de Rode Lijst (én vermeld in de Flora- en faunawet). Voor deze categorie blijft artikel 75 van de Flora- en faunawet ongewijzigd van kracht.
Projectnummer 24.074 Documentnummer 24.074_R_001.00
24.074_R_001.00 Quickscan Flora en fauna De Mulderij 10 te Dedemsvaart Heering Vastgoed BV
Blad 11 van 23 Maart 2011 definitief
Vogels algemeen. Vogels met een vaste verblijfplaats. De vraag of de ‘Algemene verklaring van geen bedenkingen’ kan worden verleend zal worden beoordeeld door het Ministerie van Economie, Landbouw en Innovatie (EL&I). Dit dient plaats te vinden op grond van het afwegingskader zoals geschetst in de Flora- en faunawet. De zorgplicht blijft onverminderd gelden. Indien men in het bezit is van een door de Minister van EL&I goedgekeurde gedragscode hoeft ook voor de soorten die onder het minder zware beschermingsregime (tabel 2) vallen geen ‘Algemene verklaring van geen bedenkingen’ aangevraagd te worden. Zorgplicht Een belangrijke bepaling is de zorgplicht in artikel 2, die stelt “dat een ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor flora en fauna kunnen worden veroorzaakt, verplicht is dergelijk handelen achterwege te laten voor zover zulks in redelijkheid kan worden gevergd, dan wel alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd teneinde die gevolgen te voorkomen of, voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken.”
4.4
Verantwoordelijke partij De cliënt van de aanvrager is eigenaar van de grond binnen het plangebied. De eigenaar is hiermee verantwoordelijk om de (eventuele) ‘Algemene verklaring van geen bedenkingen’ aanvraag op de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet in te laten dienen.
Projectnummer 24.074 Documentnummer 24.074_R_001.00
24.074_R_001.00
Blad 12 van 23
Quickscan Flora en fauna De Mulderij 10 te Dedemsvaart Heering Vastgoed BV
5
Maart 2011 definitief
Natuurwaarden inventarisatie Welke beschermde soorten planten en dieren komen in of nabij het plangebied voor?
Informatie over het voorkomen van soorten in en rond het projectgebied is de basis voor de beoordeling van ecologische effecten van een bouwplan of andere ruimtelijk ingrepen. Hieronder staat een korte beschrijving van de voorkomende flora en fauna van het plangebied en de directe omgeving.
5.1
Onderzoeksmethode Voorafgaand aan het veldonderzoek heeft een literatuuronderzoek plaatsgevonden, waarbij onder andere relevante verspreidingskaarten, websites en rapportages zijn geraadpleegd. Op 23 februari 2011 heeft een veldbezoek plaatsgevonden aan de hiervoor beschreven locatie. De weersomstandigheden tijdens het veldbezoek waren droog met een temperatuur van een paar graden boven nul. Het veldbezoek heeft overdag plaatsgevonden, waarbij een goed beeld is verkregen van de aanwezige terreintypen en welke (beschermde) soorten daarin voor (kunnen) komen. Het onderzoek heeft zich gericht op het voorkomen of mogelijk voorkomen van beschermde plant- en diersoorten op of rondom de onderzoekslocatie. Hierbij dient wel opgemerkt te worden dat in deze periode, nog voor het broedseizoen in maart begint, broedende vogels nog niet actief zijn. Ook is het in deze periode nog te vroeg in het jaar om libellen en vlinders waar te nemen. Om deze reden is aandachtig gekeken naar factoren die een verblijf van deze soorten al dan niet aantrekt en/of waarschijnlijk maakt. Het plangebied is tevens onderzocht op de aanwezigheid van vaste rust- en verblijfplaatsen van jaarrond beschermde vogelsoorten aan de hand van de ‘Aangepaste lijst jaarrond beschermde vogelnesten’ (2009). Er zijn in dit onderzoek geen uitgebreide inventarisaties uitgevoerd naar soorten en soortgroepen. Alle waarnemingen van binnen de Flora- en faunawet beschermde soorten zijn meegenomen met deze verslaglegging en effectenbeoordeling.
Projectnummer 24.074 Documentnummer 24.074_R_001.00
24.074_R_001.00 Quickscan Flora en fauna De Mulderij 10 te Dedemsvaart Heering Vastgoed BV
5.2
Resultaten
5.2.2
Bureauonderzoek
Blad 13 van 23 Maart 2011 definitief
De website waarneming.nl geeft geen waarnemingen binnen het plangebied weer. Via de website zoogdierenatlas.nl (die waarnemingen ingevoerd op waarneming.nl en telmee.nl zichtbaar maakt) is tevens een controle gedaan op voorkomende zoogdiersoorten in de nabijheid van het plangebied. Hieruit blijkt dat in de directe omgeving van het plangebied wel een aantal soorten zijn waargenomen: egel, haas, konijn, vos, mol, ree, bunzing, hermelijn, das, steenmarter (niet gevalideerd), gewone grootoorvleermuis (niet gevalideerd), gewone dwergvleermuis en laatvlieger. Uit de waarnemingenkaarten van Ravon.nl blijken er in de nabijheid van het plangebied de volgende soorten voor te komen: poelkikker of kleine groene kikker, karper en snoekbaars. Het plangebied ligt bovendien nabij het Reestdal waar in de hooilanden soorten flora voorkomen als ratelaar, koekoeksbloem, dotterbloem, pinksterbloem, moerasspirea en moeraskartelblad en op geplagde heidegronden zonnedauw voorkomt. Daarnaast komen er bijzondere vlinders en insecten als bruine vuurvlinder, moerassprinkhaan en zompsprinkhaan voor en vormt het Reestdal het leefgebied van ree en das en van vogelsoorten als ooivaar, havik, watersnip, kwartel, kerkuil en specht. (bronnen: reestdal.eu en natuurkaart.nl)
5.2.3
Veldonderzoek Flora In de huidige situatie staan er rond het plangebied wat berken en eiken. De grote eiken (Quercus robur) binnen het plangebied vormen hier cultuurhistorisch waardevolle element en in het gebied en blijven dan ook bij de voorgenomen plannen gehandhaafd. Het grasland bevat gedeeltelijk kruidenrijke hoekjes. Hierin zijn echter geen beschermde soorten flora waargenomen. Fauna Tijdens het veldbezoek zijn meerdere exemplaren, sporen of nesten van (strikt) beschermde soorten aangetroffen. Van de vetbollen en pinda’s in de houtopstand aten tijdens het veldbezoek meerdere staartmezen, zie afbeelding 5.1. De aanwezige houtopstanden zijn gecontroleerd op nesten of andere aanwijzingen voor de aanwezigheid van (strikt-) beschermde soorten. Hier zijn echter geen vondsten gedaan. Ook zijn de stallen en schuurtjes onderzocht op het voorkomen van fauna. In de onderzochte stallen en schuurtjes zijn de omstandigheden van dien aard, ze bevatten diverse openingen, kieren, gaten in ramen en deuren, dat het hier aannemelijk is dat soorten zich hier (tijdelijk) vestigen, zie afbeelding 5.2. Binnen in de groene schuur zijn tegen verscheidene balken nesten aanwezig, waaronder meerdere zwaluwnesten, zie afbeelding 5.3 en een vermoedelijk nest van een merel, zie afbeelding 5.4. Op het moment van inventarisatie zijn geen broedende vogels aangetroffen, maar het is te verwachten dat de soorten die hier eerder een nest hebben gebouwd weer naar het plangebied terugkeren om hier te broeden. In de grote schuur, vastzittend aan het woonhuis, zijn op verscheidene balken uitwerpselen van vogels aanwezig. Hier zijn niet direct nesten gesignaleerd.
Projectnummer 24.074 Documentnummer 24.074_R_001.00
24.074_R_001.00
Blad 14 van 23
Quickscan Flora en fauna De Mulderij 10 te Dedemsvaart
Maart 2011
Heering Vastgoed BV
definitief
Het is aannemelijk dat vogels als zwaluw en huismus de schuur als rustplaats gebruiken of hier op zoek zijn naar voedsel (vliegen en muggen).
Afbeelding 5.1 Staartmees
Afbeelding 5.2 Opening in nok van schuur
Afbeelding 5.3 Zwaluwnest
Afbeelding 5.4 Vermoedelijk merel
Tijdens het veldbezoek zijn verder geen jaarrond beschermde vogelsoorten, nestlocaties of braakballen daarvan binnen het plangebied waargenomen. Echter vormt het plangebied een geschikt biotoop voor bijvoorbeeld de steenuil: oude boerderij met bouwvallige schuurtjes is zijn favoriete broedplaats, maar ook oude knotbomen dienen vaak als biotoop met daarbij het kleinschalig landschap met houtwallen, weiden en akkers met kruidenrijke hoekjes. Daarnaast kan ook verwacht worden dat er diverse muizensoorten zoals veld- en huismuis in het plangebied (en wellicht in de schuur) voorkomen wat voedsel vormt voor een aantal jaarrond beschermde vogelsoorten. Bovendien is in de nabije omgeving van het plangebied wel een buizerd waargenomen (zittend op een paaltje), die mogelijk het plangebied als foerageergebied gebruikt. Overige algemeen voorkomende vogelsoorten zoals ekster, koolmees, pimpelmees, vink, roodborstje, winterkoninkje en lijster zijn te verwachten in of nabij het plangebied maar zijn niet tijdens het veldbezoek waargenomen. Op het grasland van het plangebied zijn meerdere molshopen aanwezig. In de directe omgeving van het plangebied zijn meerdere hazen waargenomen op stukken grasland. Het is mogelijk dat overige zoogdiersoorten als muizen en konijn van het plangebied gebruikt maken, deze zijn echter tijdens het veldbezoek niet aangetroffen. Het is te verwachten dat het plangebied en de directe omgeving wordt gebruikt als foerageergebied voor vleermuizen. Er zijn binnen het plangebied geen (sporen van) vaste rusten of verblijfplaatsen van vleermuizen aangetroffen. De golfplaten daken zorgen niet voor een
Projectnummer 24.074 Documentnummer 24.074_R_001.00
24.074_R_001.00 Quickscan Flora en fauna De Mulderij 10 te Dedemsvaart Heering Vastgoed BV
Blad 15 van 23 Maart 2011 definitief
optimaal klimaat in de schuren en ook de vele openingen zorgen voor tocht, wat niet ideaal is voor rust- en verblijfplaatsen voor vleermuizen. Tijdens het veldonderzoek zijn geen amfibieën of reptielen aangetroffen. Binnen het plangebied zijn wel wat “rommelhoekjes”. Rommelhoekjes, stenen, dood hout en compost kunnen goed als schuilplaats en als overwinteringplek dienen voor amfibieën. De watergangen in en nabij het plangebied waren tijdens het veldbezoek (gedeeltelijk) bevroren en de mogelijk aanwezige vissen zijn in de periode van de inventarisatie nog in rust. Er zijn dan ook geen vissen waargenomen. Binnen de grote schuur zijn meerdere wespennesten aanwezig. Deze waren echter allemaal verlaten: een wespennest wordt in het najaar verlaten als de werksters en de koningin sterven. De jonge koninginnen vliegen uit, overwinteren in een schuilplaats en maken in het voorjaar een nieuw nest. Binnen het plangebied zijn er geen (beschermde of bedreigde) libellen en dagvlinders waargenomen aangezien deze in de periode van inventarisatie nog niet actief zijn. Deze zijn echter ook niet te verwachten aangezien een geschikt biotoop ontbreekt. Daarentegen komen in het nabij gelegen Reestdal wel een aantal bijzondere vlinders en insecten voor. Andere (strikt) beschermde soorten fauna zijn niet aangetroffen dan wel te verwachten gezien de ligging en aard van het terrein.
Projectnummer 24.074 Documentnummer 24.074_R_001.00
24.074_R_001.00 Quickscan Flora en fauna De Mulderij 10 te Dedemsvaart Heering Vastgoed BV
6
Blad 16 van 23 Maart 2011 definitief
Conclusies, aanbevelingen en ‘Algemene verklaring van geen bedenkingen’ procedure De Flora- en faunawet is bedoeld om zorgzaam om te gaan met beschermde planten en dieren. Dit geldt zowel tijdens de uitvoering van de werkzaamheden als ten aanzien van het ontwerp. Tevens houdt dit in dat gedurende de werkzaamheden rekening gehouden wordt met de beschermde soorten om schade aan deze soorten te voorkomen of de effecten zoveel mogelijk te beperken. Uit het onderzoek blijkt dat in het gebied naast de groep van vogels voornamelijk algemene soorten flora en fauna aanwezig zijn. Tijdens het veldonderzoek zijn geen strikt beschermde soorten aangetroffen. Algemeen voorkomende soorten komen niet in aanmerking voor de ‘Verklaring van geen bedenkingen’ mits de zorgplicht in acht wordt gehouden. Vanuit de zorgplicht die de flora- en faunawet oplegt, moeten de negatieve gevolgen van de uitvoering van de werkzaamheden zoveel mogelijk worden verzacht (mitigerende maatregelen). Voor alle beschermde inheemse (ook de algemeen voorkomende) vogelsoorten geldt vanuit de Flora- en faunawet een verbod op handelingen die nesten of eieren beschadigen of verstoren. In de praktijk betekent dit dat storende werkzaamheden, zoals het kappen van bomen en struiken), grondwerk, of sloopwerkzaamheden alleen buiten het broedseizoen (dat voor de 2 meeste soorten loopt van maart tot en met juli) uitgevoerd mogen worden. Dit is echter wel toegestaan als zich tijdens het broedseizoen geen soorten voordoen in de schuurtjes, stal of bomen. Tevens zijn handelingen die een vaste rust- of verblijfplaats van beschermde vogels verstoren niet toegestaan. Nestlocaties van o.a. boomvalk, buizerd, grote gele kwikstaart, zwaluw, havik, huismus, kerkuil, ooievaar, ransuil, roek, slechtvalk, sperwer, steenuil en wespendief worden gezien als jaarrond beschermde vaste rust- en verblijfplaats. Voor de verstoring van deze verblijfplaatsen en belangrijke leef- of foerageergebieden is ook buiten het broedseizoen een ‘Verklaring van geen bedenkingen’ noodzakelijk. Indien een jaarrond beschermd nest (of kolonie) door een ingreep zal verdwijnen is volgens de ‘Aangepaste beoordeling ontheffing ruimtelijke ingrepen’ een omgevingscheck noodzakelijk. Een deskundige moet dan vaststellen of er voor de soort voldoende gelegenheid is om zelfstandig een vervangend nest te vinden. Zo niet, dan moeten er alternatieve nesten worden aangeboden. Als dit ook niet mogelijk is, dient ontheffing of een ‘Verklaring van geen bedenkingen’ te worden aangevraagd. Jaarrond beschermde vogelsoorten of nesten van deze soorten zijn niet aangetroffen. Aangezien het op dit moment nog niet duidelijk is wanneer de schuurtjes worden gesloopt en verbouwd is het verstandig om voorafgaand aan de werkzaamheden een deskundige de gebouwen nogmaals te laten controleren. Het is namelijk altijd mogelijk dat een soort zich hier in de tussentijd heeft gevestigd. Ook wordt aanbevolen om bij nieuwbouw en het renoveren van de bestaande schuur rekening te houden met de terugkerende vogels. Zo kunnen speciale zwaluwkasten of nesten worden opgehangen of zwaluwdakpannen worden geïntegreerd. Tijdens de veldinventarisatie zijn waarnemingen gedaan van de groep zoogdieren. Voor deze tabel 1 soorten (mol en haas) geldt de algemene zorgplicht. Voor het uitvoeren van 2
In het kader van de Flora- en faunawet wordt voor het broedseizoen geen standaardperiode gehanteerd. Van belang is of een broedgeval verstoord wordt, ongeacht de datum.
Projectnummer 24.074 Documentnummer 24.074_R_001.00
24.074_R_001.00 Quickscan Flora en fauna De Mulderij 10 te Dedemsvaart Heering Vastgoed BV
Blad 17 van 23 Maart 2011 definitief
grondwerkzaamheden in relatie tot de grondgebonden zoogdieren wordt aanbevolen de grondwerkzaamheden uit te voeren in de nazomer, maar in ieder geval buiten de voortplantingstijd van de in het gebied voorkomende beschermde zoogdieren (dus niet in de periode april t/m juli). Met betrekking tot vleermuizen wordt niet verwacht dat belangrijke vliegroutes, foerageergebieden of verblijfplaatsen (er zijn geen waarnemingen gedaan die duiden op de aanwezigheid van vleermuizen) met de werkzaamheden worden verstoord of zullen verdwijnen. Er vinden daarnaast in de actieve periode van vleermuizen (april t/m september) geen nachtelijke werkzaamheden plaats. De geplande werkzaamheden zorgen niet voor een significante verstoring voor (een eventueel leefgebied van) vleermuizen, er is geen ‘Verklaring van geen bedenkingen’ nodig. Elementen in het landschap, waar vleermuizen bij het foerageren en in hun vliegroutes gebruik van maken blijven gehandhaafd en worden bovendien versterkt door het aanbrengen van houtwallen en meer open water. Tevens wordt het niet aannemelijk geacht dat in het plangebied permanente soorten voorkomen uit het middelste of zwaarste beschermingsregime (uitgezonderd vogels), waardoor een specifieke ‘Verklaring van geen bedenkingen’ in het kader van de hierboven genoemde wet niet noodzakelijk is. Bovendien is het niet noodzakelijk om aanvullend onderzoek naar soorten en soortgroepen uit te voeren. Met betrekking tot de flora zijn tijdens de veldinventarisatie geen beschermde soorten aangetroffen: er is dus geen ‘Verklaring van geen bedenkingen’ benodigd voor de flora. Het is wel aan te bevelen om de aanwezige cultuurhistorisch waardevolle eiken te handhaven binnen het plangebied. Bovendien is het belangrijk dat deze bomen goed beschermt worden bij het uitvoeren van de werkzaamheden, vooral als er grote machines worden gebruikt voor het vergraven van grond en het slopen van opstallen. Echter kunnen veranderingen in de situatie binnen het plangebied of in de planvorming altijd leiden tot andere inzichten en daarmee tot wijziging van deze conclusies. Mogelijk kunnen gedurende het planproces of tijdens de uitvoering zich nieuwe soorten gaan vestigen.
Projectnummer 24.074 Documentnummer 24.074_R_001.00
24.074_R_001.00 Quickscan Flora en fauna De Mulderij 10 te Dedemsvaart Heering Vastgoed BV
Blad 18 van 23 Maart 2011 definitief
Literatuurlijst Digitale bronnen: www.minlnv.nl www.waarneming.nl www.ravon.nl www.vogelbescherming.nl www.zoogdierenatlas.nl www.reestdal.eu www.natuurkaart.nl
Literatuur: Bergmans, W. en Zuiderwijk A., 1986, Atlas van de Nederlandse Amfibieën en Reptielen en hun bedreiging, Stichting Uitgeverij KNNV, Hoogwoud. Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, 2004, 501, algemene Maatregel van Bestuur in verband met wijziging van artikel 75 van de Flora- en faunawet en enkele andere wijzigingen. Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden, 2004.
Projectnummer 24.074 Documentnummer 24.074_R_001.00
24.074_R_001.00
Blad 19 van 23
Quickscan Flora en fauna De Mulderij 10 te Dedemsvaart Heering Vastgoed BV
Colofon
Projectgegevens Project Projectnummer Revisie Datum
Quickscan Flora en fauna De Mulderij 10 te Dedemsvaart 24.074 00 april 2011
Opdrachtgever Heering Vastgoed BV
ProCensus Janssenlaan 120-3 9207 JD Drachten 088-7766720 Drs. K. Wiersema
Projectnummer 24.074 Documentnummer 24.074_R_001.00
Maart 2011 definitief
24.074_R_001.00 Quickscan Flora en fauna De Mulderij 10 te Dedemsvaart Heering Vastgoed BV
Bijlagen 1. 2.
Implicaties Habitat- en Vogelrichtlijn en de Flora- en faunawet Situatieschets
Projectnummer 24.074 Documentnummer 24.074_R_001.00
Blad 20 van 23 Maart 2011 definitief
24.074_R_001.00
Blad 21 van 23
Quickscan Flora en fauna De Mulderij 10 te Dedemsvaart
Maart 2011
Heering Vastgoed BV
BIJLAGE 1
definitief
IMPLICATIES VAN DE HABITAT- EN VOGELRICHTLIJN EN FLORA- EN
FAUNAWET De Flora- en faunawet is de Nederlandse omzetting van het soortenbeschermingsregime van de Vogel- en Habitatrichtlijn. De Flora- en faunawet, die sinds 1 april 2002 in werking is getreden, heeft belangrijke gevolgen voor de planvoorbereiding en het uitvoeren van werkzaamheden. Alle ruimtelijke ingrepen die beschermde planten en dieren verstoren of bedreigen dan wel leiden tot aantasting van hun rust- of verblijfplaatsen, zijn bij de wet verboden. Beschermde soorten planten en dieren worden niet alleen in natuurgebieden aangetroffen, maar kunnen ook daarbuiten voorkomen. Voor het plannen van ruimtelijke ingrepen, bijvoorbeeld de realisatie van een woningbouwlocatie, dient om die reden inzicht te krijgen in de mogelijke gevolgen van deze ingrepen voor beschermde soorten. In het kader van een ruimtelijke ingreep zullen de volgende vragen beantwoord moeten worden. 1 Welke beschermde soorten planten en dieren komen in of nabij het plangebied voor? 2 Leidt uitvoering van de geplande werkzaamheden tot handelingen die strijdig zijn met de Flora- en faunawet? 3 Kunnen de geplande werkzaamheden zodanig worden aangepast dat eventuele schadelijke effecten op beschermde soorten van de hiervoor genoemde handelingen worden voorkomen of in mindere mate optreden? 4 Is om de geplande werkzaamheden uit te voeren een ‘Algemene verklaring van geen bedenkingen’ (ex art. 75 van de Flora- en faunawet) van de verbodsbepalingen betreffende beschermde planten en hun groeiplaats en beschermde dieren in hun natuurlijke leefomgeving vereist? De noodzaak tot het aanvragen van een ‘Algemene verklaring van geen bedenkingen’ ex art. 75 van de Flora- en faunawet is afhankelijk van de vraag in welke mate de werkzaamheden de leefomgeving van beschermde soorten aantasten dan wel leiden tot een directe of indirecte verstoring of bedreiging van beschermde soorten. Bij het beoordelen van effecten wordt in het kader van de Flora- en faunawet onderscheid gemaakt in vier beschermingscategorieën voor de soorten. 1. Soorten vermeld op bijlage IV van de Europese Habitatrichtlijn en ingevolge artikel 75, vijfde lid Flora- en faunawet, bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bedreigde soorten. ‘Algemene verklaring van geen bedenkingen’ kan worden verleend indien er: a) geen andere bevredigende oplossing bestaat; b) sprake is van een dwingende reden van groot openbaar belang; c) geen afbreuk wordt gedaan aan de gunstige instandhouding van de soort. 2. Beschermde soorten die niet in categorie 1 vallen met uitzondering van beschermde inheemse soorten. ‘Algemene verklaring van geen bedenkingen’ kan worden verleend indien er geen afbreuk wordt gedaan aan de gunstige instandhouding van de soort. 3. Voor de meer algemene soorten geldt een vrijstelling indien het gaat om een ruimtelijke ingreep, of om regulier beheer (officieel bestendig beheer, gebruik en onderhoud), voor deze soorten is geen ‘Algemene verklaring van geen bedenkingen’ vereist.
Projectnummer 24.074 Documentnummer 24.074_R_001.00
24.074_R_001.00 Quickscan Flora en fauna De Mulderij 10 te Dedemsvaart Heering Vastgoed BV
Blad 22 van 23 Maart 2011 definitief
Alle vogelsoorten in Nederland zijn beschermd. Dwingende redenen van groot openbaar belang vormen geen grond voor het verstrekken van een ‘Algemene verklaring van geen bedenkingen’. De Europese Vogelrichtlijn staat dit niet toe. Hieronder wordt het stroomschema weergegeven die gehanteerd wordt om een ruimtelijke ingreep aan de Flora- en faunawet te toetsen.
Projectnummer 24.074 Documentnummer 24.074_R_001.00
24.074_R_001.00
Blad 23 van 23
Quickscan Flora en fauna De Mulderij 10 te Dedemsvaart Heering Vastgoed BV
BIJLAGE 2
DETAILLERING
Projectnummer 24.074 Documentnummer 24.074_R_001.00
Maart 2011 definitief