QIGONG EN MEDISCHE QIGONG WAT IS MEDISCHE QIGONG EN HOE STAAT HET IN RELATIE TOT DE TRADITIONELE CHINESE GENEESWIJZEN Alle Chinese oefenmethoden die op de ontwikkeling van lichaam en geest zijn gericht, worden tegenwoordig qigong genoemd. Voordat dit begrip in gebruik kwam, werden aan de verschillende aspecten van deze oefenmethoden verschillende namen gegeven. Die namen geven ons een rijk beeld van de eeuwenlange geschiedenis van qigong en van de grote diversiteit aan methoden die werden gepraktiseerd. Om een paar voorbeelden te geven: ademhalingsoefeningen werden tuna genoemd, oefeningen waarbij de qi in het lichaam gevolgd en geleid werd daoyin, het met de handen en voeten masseren anqiao, zitmeditatie jingzuo en het laten circuleren van de qi xingqi. Meditatie bestaat In het Westen als een aparte discipline maar is in China zowel een aspect van de qigongbeoefening als een op zichzelf staande qigongmethode. Methoden die in het Westen werden ontwikkeld zoals geleide meditatie en het verdiepen van de ademhaling hebben in China altijd deel uitgemaakt van qigong. Zo is het in het Westen populair geworden reiki oorspronkelijk een Chinese meditatiemethode: een aspect van de qigongbeoefening. De Chinese benaming voor reiki is ling qi en werd rond 320 voor Christus voor het eerst beschreven in de Guanzi in een hoofdstuk over naar binnen gerichte daoïstische trainingsmethoden. Je zou daarom kunnen zeggen dat veel mensen qigong beoefenen zonder dat zij dit beseffen. Letterlijk betekent Qigong energie (qi) en vaardigheid (gong). Het begrip werd voor het eerst gebruikt door de daoïstische priester Xu Xun in een boek dat hij schreef ten tijde van de Jindynastie (265-420 na Christus). Qigong werd lange tijd geassocieerd met daoïstische cultiverings- en oefenpraktijken. Ofschoon de term qigong toen al voorkwam in de Chinese medische literatuur, werd die nog niet algemeen gebruikt. De talloze scholen waarvan de oefenpraktijken nu tot qigong worden gerekend, gebruikten destijds allemaal hun eigen benamingen. De naam qigong zoals deze nu wordt gebruikt, bestaat pas sinds de jaren 50 van de vorige eeuw. Het was Liu Guizhen die deze naam gaf aan de oude Chinese cultiveringsmethoden. De betekenis van het woord qigong geeft uitdrukking aan het cultiveren van de qi en de ademhaling (want qi kan zowel ‘lucht’ als ‘ademhaling’ betekenen). Het ontwikkelen en cultiveren van de geest, wat toch een wezenlijk aspect van de qigongbeoefening is, ligt echter niet besloten in de letterlijke betekenis van het woord qigong. De qigongbeoefenaar integreert lichaam, adem en geest met het doel ze tot een eenheid te vormen. In dit integratieproces kan een van deze drie aspecten domineren. In de loop van de tijd is het begrip qigong een containerbegrip geworden waar alle technieken en oefeningen toe worden gerekend die gericht zijn op het integreren van lichaam, adem en geest. Wanneer het doel van de beoefening uitsluitend relaxatie is, is dit eigenlijk geen qigong. Het is dat wel als deze relaxatie ten dienste staat van het creëren van eenheid. Met de
gerichtheid op het verwerven van eenheid onderscheidt qigong zich van alle andere conventionele disciplines.
DE PRAKTIJK VAN DE MEDISCHE QIGONG Veel mensen, onder wie ook veel qigongbeoefenaars, kennen qigong alleen als een oefenmethode voor het verbeteren van de eigen gezondheid. Dat het ook een Chinese geneeswijze is, is veel minder bekend. Het zal menigeen verbazen om te horen dat veel klassieke Chinese medische teksten focussen op qigongtherapie. Een voorbeeld daarvan is de Algemene verhandeling over de etiologie en symptomatologie van uiteenlopende ziekten van Chao Yuan Fang, een werk dat werd voltooid in 610 na Christus. Dit boek handelt niet over de levenskracht voedende en geest cultiverende praktijken van qigong maar over de medische aspecten daarvan. Qigong gaat vooraf aan de andere modaliteiten van de Traditionele Chinese Geneeskunde (TCG): de acupunctuur, de kruidengeneeskunde en de tuinamassage. Tegelijkertijd is qigong altijd meer geweest dan een behandelmethode. Zowel qigong als de TCG zijn geworteld in de Chinese filosofie. Deze filosofie benadrukt de samenhang tussen natuur en mens en stelt de theorie over de interactie en balans tussen yin en yang centraal. De doelen van de traditionele qigongbeoefening zijn veelomvattender dan die van de medische qigong. De therapeutische activiteit van medische qigong is gericht op het ‘voeden van het leven’ (yangsheng) en op het behandelen van mensen met gezondheidsklachten. De traditionele qigongbeoefening is gericht op het verbeteren van de gezondheid, op het voorkomen van ouderdomsgebreken en op spirituele ontwikkeling. Echter, de spirituele doeleinden waarvoor qigong oorspronkelijk werd ontwikkeld, zijn in de medisch georiënteerde qigong-methoden minder prominent aanwezig. Voor zover bruikbaar voor het verbeteren van de gezondheid en het behandelen van mensen met gezondheidsklachten, heeft de medische qigong diverse oefenmethoden van uiteenlopende qigongscholen geassimileerd, zoals boeddhistische-, daoïstische- en confucianistische scholen. De werkwijze van de qigongtherapeut is vergelijkbaar met die van de acupuncturist en van de tuina massage-therapeut. Ook de qigongtherapeut maakt een behandelplan op grond van syndroomdifferentiatie. Met behulp van TCG-theorieën tracht hij disharmoniërende patronen te herkennen in het ziektebeeld. Deze analyse is aanzienlijk eenvoudiger dan die in de andere TCG-modaliteiten wordt gemaakt; echter de overdracht van gezondheidsinformatie tijdens de behandeling is aanzienlijk complexer. Een van de medische qigongmethoden die zich sinds 1987 vooral in Europa verspreidde, is Buqi. De grondlegger daarvan was Dr. Shen Hongxun. Hij voegde aan de gangbare TCGtheorieën de theorie toe van de ‘twee elkaar versterkende vicieuze cirkels’ (1). Een vicieuze cirkel begint met een langdurig slechte lichaamshouding. Deze leidt tot het pathogeen vernauwen van de intervertebrale ruimten, de compressie van de spinale zenuwen,
de beknelling van de arteriën, de verstoring van de informatie-uitwisseling tussen het centrale zenuwstelsel en de interne organen en een verminderde bloedvoorziening. Hierdoor hopen pathogene factoren zich op in een of meerdere organen die hierdoor verzwakt raken. Op zijn beurt leidt de verminderde vitaliteit tot een verdere verslechtering van de lichaamshouding. Hiermee is een vicieuze cirkel gecreëerd. De tweede vicieuze cirkel begint met een langdurig overheersende emotionele gemoedsstemming. Dit kunnen zijn: excessieve blijheid, boosheid, jaloezie, melancholie, verdriet, piekeren en angst. Gedurende een dergelijke periode vormen zich in het lichaam emotionele pathogene factoren en verandert de lichaamshouding. Bij bijvoorbeeld verdriet sluit de borst en bij boosheid verhardt deze. Neerslachtigheid gaat doorgaans vergezeld van de vernauwing van de intervertebrale ruimten in de nek en bij angst met de vernauwing van deze ruimten in de onderrug. Hierdoor hopen emotionele pathogene factoren zich op in specifieke delen van het lichaam. Zij voeden de al aanwezige gevoelens van onbehagen. Hiermee is de vicieuze cirkel van emoties gevormd. Behalve deze zijn er nog andere irriterende factoren die aan de vorming van een vicieuze cirkel bijdragen. Binnendringende externe pathogenen als wind, koude, hitte, damp, droogte en zomerhitte belasten het lichaam. Deze factoren kunnen ook als een soortgelijk verschijnsel door het lichaam zelf worden geproduceerd en ook die ondermijnen de gezondheid. Een qigongtherapeut behandelt zijn cliënten met externe qi en onderwijst hen qigongoefeningen. Hij instrueert, begeleidt, inspireert en corrigeert zijn cliënten en moedigt hen aan. Voorafgaande aan de behandeling en het instrueren van qigongoefeningen, stelt de qigongtherapeut eerst een diagnose. Hiervoor gebruikt hij andere diagnosetechnieken dan therapeuten van de andere TCG-modaliteiten. Hij kijkt onder andere naar de lichaamshouding van de cliënt en hij onderzoekt dat lichaam op de aanwezigheid van pathogene factoren. De qigongbehandeling is dan eigenlijk al begonnen omdat de therapeut spontaan evenwichtherstellende informatie overdraagt op de client zodra hij zich, ten behoeve van een diagnose, op hem afstemt. Behandeling en diagnose lopen zo in elkaar over en ondersteunen elkaar. Na de diagnose ontwikkelt de therapeut een krachtige externe qi (wai qi) die hij overdraagt op zijn cliënt. Hij doet dit overwegend vanaf enige afstand maar soms ook via huidcontact (bijvoorbeeld het aanraken van een acupunctuurpunt). Externe qi draagt de qigongtherapeut over via de hand(en), de voet(en), het voorhoofdschakra (bovenste dantian) of de andere energetische uitgangen van zijn lichaam. Hulpmiddelen worden daarbij nauwelijks gebruikt. De eerste qigongtherapeut die ik aan het werk zag, gebruikte een koperen kettinkje waarmee hij ziekteverwekkende factoren uit het lichaam van zijn cliënt leidde. Zelf gebruik ik wel eens een naald die ik boven een acupunctuurpunt plaats voor tonifiërende (voedende) en sederende (afvoerende) doeleinden. Ook therapeuten van andere TCG-modaliteiten passen externe Qi toe of ze gebruiken qigongtherapie als een aanvullende geneeswijze. Sommige acupuncturisten dragen externe qi over via naalden (invasief) en sommige tuina-massagetherapeuten dragen externe qi direct over via huidcontact. Externe qi wordt ook wel na een moxabehandeling overgedragen. De therapeut legt dan zijn hand(en) op een acupunctuurpunt dat hij eerst heeft verwarmd door het verbranden van de wortel van de bijvoet.
WAT IS EXTERNE QI? Volgens de TCG-theorie wordt externe qi geproduceerd door de interne qi. Deze wordt opgevat als een vitale ‘substantie’ die de levensactiviteiten in stand houdt. Externe qi wordt verondersteld dezelfde leven-in-stand-houdende eigenschappen te bezitten als de interne qi. TCG-bronnen geven geen eenduidige beschrijving over wat externe qi precies is. Daarover wordt al vanaf de jaren 70 van de vorige eeuw nog altijd hevig gedebatteerd. Ook bestaat er in de qigongtherapie geen algemeen gevolgde werkwijze. In wat volgt leg ik uit wat volgens mij externe qi is en hoe ik die voor behandeldoeleinden gebruik. Deze kennis is gebaseerd op wat ik heb geleerd van Dr. Shen Hongxun en op mijn eigen klinische ervaring. Externe qi ervaar ik als een vibratieverschijnsel; een leven voedende kracht waarvan de eigenschappen informatie bevatten. Alle cellen van het lichaam vibreren. Deze vibraties worden voortgebracht door oscillatoren: trillingsbronnen. De energiecentra (de chakra’s en dantians) zijn slechts enkele van de vele oscillatoren die het lichaam heeft. Alle trillingsbronnen creëren trillingsvelden. De krachtigste worden geproduceerd door de chakra’s en de dantians (2). De zwakkere bronnen zijn de aan de oppervlakte van de huid bevindende acupunctuurpunten De vibraties verbreiden zich het gemakkelijkst in het lichaam via een stelsel van energievaten, kanalen en collateralen: de jingluo. De intensiteit waarmee de bronnen vibraties produceren, fluctueert voortdurend. Het totaal van alle oscillerende velden vormt een groot veld dat zich in het lichaam verbreidt tot ver voorbij de huid. Dit externe veld wordt ook wel ‘bioveld’ genoemd. Bij een gezond persoon is dit veld harmonisch en heeft het een grote omvang. De qigongtherapeut die het bioveld van zijn cliënt kan ‘lezen’, kan daar veel informatie uit halen. Het spectrum aan vibratiefrequenties dat de trillingsbronnen produceren, loopt uiteen van hoog tot laag, de vibratiekracht van sterk tot zwak, de beweegrichtingen lopen uiteen van bewegen in alle richtingen tot in één dominante richting en de vibratiepatronen van coherent tot chaotisch. Al deze kenmerken geven de qigongtherapeut informatie over de conditie van de cliënt. Zo heeft de pathogene factor ‘damp’ een lagere trillingsfrequentie dan ‘vuur’, is de beweeglijkheid van ‘slijm’ trager dan die van ‘wind’, is het vibratiepatroon van iemand die boos is chaotisch en van iemand die in vrede is met zichzelf, coherent. Bij qi-deficiëntie is de beweegkracht van de vibratie gering en is bij exces groot; bij verdriet beweegt de vibratie overheersend naar beneden en bij opgewondenheid domineert de stijgende beweging. Een ervaren qigongtherapeut voelt en ziet de ziekteverwekkende factoren bij zijn cliënt. Het lichaam van de cliënt ‘toont’ die factoren wanneer het resoneert op de intense vibratiekracht van de therapeut. Ook kan hij ziekteverwekkende factoren registreren door met zijn hand te voelen op korte afstand van het lichaam van zijn cliënt. Het diagnostisch beeld dat de therapeut zo verkrijgt, beantwoordt hij met het overdragen van evenwichtherstellende informatie. Om zijn lichaam te kunnen gebruiken als klankbord moet het vanzelfsprekend ‘schoon’ zijn en de geest helder zijn. De qigongtherapeut bereikt dit door de intensieve beoefening van qigong. Dit is ook nodig voor het ontwikkelen van een krachtige externe qi en mentale kracht.
De technieken die de qigongtherapeut gebruikt, zijn globaal te verdelen in twee soorten: voeden (tonifiëren, bu) en afvoeren (sederen, xie). Het zijn yang- en yin technieken. Hij geeft kracht aan het lichaam van zijn cliënt en zuivert het van ziekteverwekkende factoren. Zoals elk yangfenomeen een yin-aspect heeft en een yin fenomeen een yangaspect, zo hebben de voedende (bu) technieken een yin, zuiverend aspect en de zuiverende (xie) technieken een yang, voedend aspect. De qigongtherapeut voedt het lichaam van zijn cliënt in geval van zwakte en vergroot zo tegelijkertijd het reinigend vermogen van dat lichaam. In geval van excessieve ophoping van ziekteverwekkende factoren zuivert hij het lichaam waardoor het tevens wint aan kracht. De behandelresultaten zijn het grootst bij cliënten met een grote gevoeligheid voor het ontvangen van evenwichtherstellende informatie, vooral als ze worden behandeld door therapeuten met een sterk ontwikkelde externe qi, mentale kracht en diagnostisch vermogen. Cliënten die energetische veranderingen in hun lichaam opmerken, versterken deze veranderingen met hun waarnemendheid. Het is echter niet nodig dat iemand buitengewoon gevoelig is om effectief met qigongtherapie behandeld te worden. Behalve gezondheidsklachten die veroorzaakt zijn door virussen, bacteriën en parasieten, kunnen de meeste overige klachten effectief worden behandeld met qigongtherapie. © Ruud Raaijmakers, augustus 2013 Met dank aan Monique Sasburg voor het redigeren van dit artikel.
Bronnen: Chinese Medical Qigong, Liu Tianjun (hoofdauteur), uitg: Singing Dragon, 2010 Buqi, Chinese Healing and Selfhealing, Dr. Shen Hongxun, eigen beheer, 1995 Ruud Raaijmakers geeft taiji- en qigong lessen in ’s-Hertogenbosch en Vught en heeft een qigong-therapiepraktijk in Vught. Op 28 september geeft hij een workshop Yi Jin Jing in Hurwenen en op 5 en 19 oktober en 2 november een bijscholing Medische Qigong voor TCGtherapeuten in Amersfoort. Voor meer informatie: www.dantian.eu en www.tcmbijscholingen.nl Noten 1 Dr. Shen Hongxun gebruikte de formulering ‘dubbele vicieuze cirkel’. Omdat die verwarrend kan zijn, heb ik gekozen voor: ‘twee elkaar versterkende vicieuze cirkels’. 2 De medische qigong onderscheidt drie energiecentra. Zij heten dantians, ofwel ‘elixervelden’. Dit zijn het onderste-, middelste- en bovenste dantian. Het bovenste dantian bevindt zich achter een punt tussen de wenkbrauwen en wordt ook wel het ‘derde oog’ genoemd.
Het middelste dantian wordt geassocieerd met de solar plexus en bevindt zich ter hoogte van de maagingang shàngwăn (Ren Mai 13), drie duimbreedten onder het borstbeen. Sommige qigong-experts associëren het middelste dantian met het hartchakra. Het onderste dantian bevindt zich in de onderbuik. Het is gelegen tussen de rechte buikspieren nabij het einde van de Ilias zenuw: in het midden van een driehoek die wordt gevormd door de heupen te verbinden met de bovenzijde van het schaambeen.