Q&A Kwaliteitsvenster - Communicatie Q Wat is het Kwaliteitsvenster? A Het Kwaliteitsvenster geeft patiënten op een heldere en eenduidige manier inzicht in de ziekenhuisbrede kwaliteit van zorg. Aan de hand van tien onderwerpen in het venster kan de patiënt op de website van het ziekenhuis zien hoe het met de kwaliteit van zorg gesteld is. De informatie brengen we overzichtelijk samen op één plek en we voorzien deze van uitleg over wat zo’n cijfer zegt over de kwaliteit. Ziekenhuizen krijgen in het venster ook de mogelijkheid om een toelichting te geven, bijvoorbeeld over de oorzaak van een hoge of lage score en eventuele verbeteracties. De ziekenhuizen zetten de scores, waar mogelijk, af tegen een voorgaand jaar, een landelijk gemiddelde en/of een standaard. Q Wat betekent het venster voor individuele patiënten? A Het Kwaliteitsvenster zegt niet direct iets over de kwaliteit van een individuele behandeling. Hierover kan een patiënt met de eigen arts of verpleegkundige spreken of met een andere betrokkene uit het ziekenhuis. In de toekomst willen ziekenhuizen ook de kwaliteit per specialisme of aandoening laten zien. Gericht op de patiënt en begrijpelijk en toegankelijk gepresenteerd. Q Waarom is het Kwaliteitsvenster ontwikkeld? A Er is een toenemende behoefte, vanuit de maatschappij en politiek, om de kwaliteit van zorg inzichtelijk te maken. Het Kwaliteitsvenster is een eerste stap om als ziekenhuizen zelf de regie te nemen over het zichtbaar maken van zinvolle kwaliteitsinformatie. Het zichtbaar maken van kwaliteit is een van de strategische thema’s van de algemene ziekenhuizen in Nederland voor de komende jaren. Dit initiatief sluit hierbij aan. De informatie in het venster kunnen patiënten gebruiken als keuze informatie. Tegelijkertijd is het ook nuttige verbeterinformatie voor ziekenhuizen zelf. Zij zien hoe andere ziekenhuizen presteren op de tien onderwerpen en kunnen dat vergelijken met hun eigen resultaten. Daardoor kan de zorg nog beter en veiliger worden en kunnen de kosten omlaag gaan. Tot slot: Nederland staat internationaal in de top als het gaat om kwaliteit en veiligheid. We moeten met elkaar kritisch blijven, maar we kunnen ook trots zijn op wat we met elkaar bereikt hebben in Nederlandse ziekenhuizen. En natuurlijk gaan we door met het inzichtelijk maken van onze prestaties. Lees onze rapporten, zoals het pas verschenen rapport “Kwaliteit op de kaart”. Ook verblijven mensen steeds korter in ziekenhuizen, onze kankerbehandelingen behoren tot de top in Europa en in vijf jaar tijd heeft ons veiligheidsprogramma 50% minder vermijdbare schade en sterfte opgeleverd. Dit is een groot compliment voor alle ziekenhuizen. Q Is dit niet weer een extra registratie voor ziekenhuizen? A Nee, integendeel. De informatie in het venster wordt al door ziekenhuizen geregistreerd. We realiseren ons dat de registratielast in de zorg steeds meer toeneemt. Dit leidt tot verspilling van tijd die ook aan de patiënt kan worden besteed. Het Kwaliteitsvenster ondersteunt de ziekenhuizen om zinvolle kwaliteitsinformatie (uit registraties) zichtbaar te maken voor patiënten op een laagdrempelige en toegankelijke manier. Q Waarin verschilt het Kwaliteitsvenster van andere online patiëntinformatie? A Het is voor het eerst dat patiënten in heel Nederland op dezelfde manier begrijpelijke en betrouwbare informatie over bijvoorbeeld risicovolle operaties, infecties, sterftecijfers en patiëntervaringen kunnen zien. Dit zijn niet alleen de prestaties van ziekenhuizen op de
verschillende onderwerpen. Belangrijk is dat de patiënt ook informatie krijgt over de betekenis van de kwaliteitsinformatie en de context ervan. Hoe scoort het ziekenhuis bijvoorbeeld ten opzichte van het landelijk gemiddelde of ten opzichte van vorig jaar? En hoe verklaart een ziekenhuis bijvoorbeeld een minder goed resultaat en wat doet het er eventueel aan om het resultaat te verbeteren? Op deze manier kan de patiënt de informatie beter interpreteren. Q Welke tien onderwerpen staan in het Kwaliteitsvenster? A In het venster worden de resultaten van de volgende tien onderwerpen getoond: 1. Patiëntervaringen: Hoe ervaren patiënten het ziekenhuis? (rapportcijfer tevredenheid en gegronde klachten van klachtencommissie) Bron: ziekenhuis 2. Werk van artsen: Hoe wordt het werk van artsen beoordeeld? (aantal artsen feedbackgesprek volgens methode Individueel Functioneren Medisch Specialisten, 1 x per 2 jaar) Bron: IGZ 3. Wachttijden: Hoe snel kunt u terecht in het ziekenhuis? (actuele wachttijden en gemiddelde wachttijden polikliek en behandeling) Bron: ziekenhuis (actuele tijden) en mediquest 4. Risicovolle operaties: Hoe vaak worden risicovolle operaties uitgevoerd? (aantal uitgevoerde risicovolle, complexe operaties ten opzichte van de minimum norm) Bron: IGZ, ZIZO en DICA 5. Medicijnen: Hoe vaak worden de medicijnen gecontroleerd? (aantal patiënten waarbij het medicijngebruik is gecontroleerd bij opname en ontslag) Bron: VMS/Prezies 6. Infecties: Hoe vaak ontstaan infecties in het ziekenhuis? (infectiepercentage na knie- en heupoperatie en aantal gevallen van lijnsepsis / bloedbaaninfectie) Bron: VMS/Prezies 7. Pijn: Hoe wordt veel pijn na een operatie voorkomen? (percentage patiënten dat binnen 72 uur na de operatie geen ernstige pijn hebben, ofwel een pijnscore van een 7 of lager) Bron: IGZ 8. Keurmerken: Welke keurmerken heeft het ziekenhuis? (overzicht van toegekende algemene keurmerken en keurmerken van zorgverzekeraars en patiëntenverenigingen, link naar jaargesprek met de Inspectie) Bron: ziekenhuis 9. Sterfte: Wat is het sterftecijfer van het ziekenhuis? (sterftecijfer HSRM en meer informatie over sterftecijfer per diagnosegroep SMR) Bron: CBS, VWS 10. Tevredenheid van medewerkers: Hoe tevreden zijn medewerkers over het ziekenhuis? (rapportcijfer tevredenheid) Bron: ziekenhuis Uitkomstindicatoren zijn: sterftecijfers, infecties, pijnscore Q Waarom deze tien onderwerpen? A De tien onderwerpen zijn zorgvuldig gekozen door ziekenhuizen, deskundigen en patiënten. We zijn hier een jaar geleden mee begonnen samen met onderzoeksbureau SiRM. De onderwerpen zijn onderscheidend (resultaten kunnen uiteenlopen), relevant voor de patiënt en worden al meerdere jaren geregistreerd. Het voorkomen van doorligwonden is bijvoorbeeld niet onderscheidend genoeg, omdat ziekenhuizen daar allemaal goed op scoren. Ook moet de administratielast voor ziekenhuizen zo beperkt mogelijk blijven.
Q Hoe blijft het venster actueel? A Het venster zal doorlopend in ontwikkeling blijven. Zodra nieuwe onderwerpen beschikbaar komen die nog meer zeggen over de kwaliteit van zorg, worden minder relevante onderwerpen vervangen in het venster (door de NVZ). In de toekomst zal de nadruk komen te liggen op meer onderwerpen die iets zeggen over het effect van de behandeling (uitkomstindicatoren). In die fase kan de NVZ onderzoeken of het venster eventueel in de plaats kan komen van sommige uitvragen. Dit kan zorgen voor registratielast bij ziekenhuizen. Ziekenhuizen kunnen zelf hun eigen informatie in het venster doorlopend actualiseren. Q Hoe lang gaat het nog duren voordat we meer uitkomsten te zien krijgen per ziekenhuis? A Dat ligt minder simpel dan we allemaal denken en ik wil ook geen verkeerde verwachtingen wekken. Het maken van betrouwbare indicatoren vergt veel onderzoek en ontwikkeling. Zeker als de scores gebruikt worden om ziekenhuizen met elkaar te vergelijken. Bij de berekening van scores moet rekening worden gehouden met patiëntprofielen. Bijvoorbeeld: bij de berekening van het sterftecijfer wordt rekening gehouden met de ernst van de ziekte van de patiënt, de leeftijd, andere ziektes waar de patiënt aan lijdt (co morbiditeit) etc. Soms zijn uitkomsten ook niet geheel toe te schrijven aan de prestaties van zorgverleners en ziekenhuizen. Zo blijkt bijvoorbeeld de ziekenhuissterfte ook samen te hangen met de regio waar gemeten wordt. Desondanks streven wij er wel naar om meer uitkomsten van zorg te tonen, want dat is waar het uiteindelijk om gaat: het beste resultaat voor de patiënt. Overigens zijn er al vele initiatieven rond het zichtbaar maken van uitkomsten. Neem de DICA, die steeds meer en beter via kwaliteitsregistraties de uitkomsten van zorg oftewel de effecten van de behandeling in kaart brengt. Deze informatie is heel erg nuttig voor ziekenhuizen, om hun behandelingen te verbeteren. En het zal waarschijnlijk niet lang meer duren tot deze informatie openbaar wordt gemaakt. Q Moeten de prestaties van artsen ook niet openbaar worden gemaakt? A Dat is een logische vraag. Artsen leggen in de medische toelatingsovereenkomst verantwoording af aan de raad van bestuur. Stel nu dat een arts 10 patiënten opneemt die in een ander ziekenhuis niet meer kunnen worden behandeld. Dat noemen we ‘uitbehandeld’. En stel nu dat hij van de 10 patiënten er 2 weet te genezen. Is dat dan een slechte prestatie? Gezien de omstandigheden is dit denk ik een hele goede prestatie. De omstandigheden, daar moet je ook naar kijken. Dus de prestatie van een medisch professional moet je altijd ‘wegen’. De vraag is hoe je dit gezien alle haken en ogen betrouwbaar openbaar kunt maken. Voor het ene specialisme zal dat eenvoudiger zijn dan voor het andere specialisme. Q In hoeverre is de informatie al openbaar? A De meeste informatie is openbaar, maar sommige informatie is nu voor het eerst openbaar. Ziekenhuizen zullen voor het eerst via het Kwaliteitsvenster hun resultaten bekend maken op bepaalde onderwerpen (infecties, medicijnen, patiëntervaringen en tevredenheid van medewerkers). Uiteraard kan het zijn dat ziekenhuizen deze informatie al eerder bekend hebben gemaakt op hun eigen website. Q Wie beheert en controleert het venster? A Ziekenhuizen beheren zelf het Kwaliteitsvenster. Zij zijn zelf verantwoordelijk voor het aanleveren van juiste en correcte kwaliteitsgegevens. De gegevens worden niet gecontroleerd, maar de meeste gegevens zijn openbaar en herleidbaar. De gegevens in het venster worden namelijk grotendeels al opgevraagd door de Inspectie voor de Gezondheidszorg en het Kwaliteitsinstituut. Andere informatie wordt overigens ook soms door
externe organisaties verzameld en intern gecommuniceerd (denk aan medewerkerstevredenheids- en patienttevredenheidsonderzoek). De NVZ regelt de technische ondersteuning van het Kwaliteitsvenster en levert de landelijke gemiddelden aan. Het venster zal jaarlijks geactualiseerd worden, mogelijk vaker. Dit kan per indicator bepaald worden. De data van het Kwaliteitsvenster zal op een server van de NVZ komen te staan. Ieder deelnemend ziekenhuis sluit hiervoor een gebruikersovereenkomst met de NVZ af. Q Zijn alle vensters compleet? A Ziekenhuizen doen hun uiterste best om hun vensters zo volledig mogelijk te vullen. Dit is hun eigen verantwoordelijkheid. In de loop van 2014 zullen de vensters steeds completer worden. Soms kan het zijn dat bepaalde onderwerpen niet ingevuld kunnen worden, omdat bijvoorbeeld het onderwerp niet van toepassing is. Bijvoorbeeld: een specialistische instelling (zoals een Radiotherapeutisch Instituut) zal geen informatie hebben over infecties na een knieoperatie. Als een ziekenhuis bepaalde informatie nog niet kan invullen dan verschijnt er in beeld: “Deze gegevens zijn niet beschikbaar. In de toelichting van het ziekenhuis vindt u meer informatie.”
Q Wie doen mee? A Vrijwel alle algemene ziekenhuizen en een aantal categorale instellingen in Nederland publiceren vanaf 13 mei 2014 hun Kwaliteitsvenster op de website. Ook hebben academische ziekenhuizen en revalidatiecentra hun interesse getoond om straks ook hun kwaliteitsinformatie via het Kwaliteitsvenster te publiceren. Q Is er één site waarop alle Kwaliteitsvensters te vinden zijn? A Nee. De NVZ heeft op dit moment geen landelijk overzicht gemaakt met alle Kwaliteitsvensters. De Kwaliteitsvensters zijn alleen beschikbaar via de websites van de ziekenhuizen. De NVZ heeft ziekenhuizen zo veel mogelijk gestimuleerd om het venster op een voor de patiënt herkenbare en duidelijke plek te plaatsen op de website. Bovendien is het Kwaliteitsvenster van de ziekenhuizen zelf, daarom is het logisch dat het op hun eigen site wordt aangeboden. Patiënten zullen ook eerder informatie opzoeken via de website van hun ziekenhuis. Maar we vinden het wel belangrijk dat patiënten meerdere vensters gemakkelijk kunnen bekijken. Daarom bekijken we of we toch een landelijk platform kunnen aanbieden waar alle vensters op komen te staan. Q Infecties: wat betekent de score lijnsepsis? Is dit per 1000 patiënten? A Dit is per 1000 katheterdagen (het aantal dagen dat patiënten een lijn/infuus hebben gehad). Dit kunnen 100 patiënten zijn die 10 dagen een infuus hebben gehad, of 500 patiënten gedurende 2 dagen. Alle andere sommen zijn ook mogelijk. Dit is een eenheid van meten, waardoor je grote en kleinere ziekenhuizen betrouwbaar met elkaar kunt vergelijken. Q Risicovolle operaties: zijn deze 11 operaties, alle risicovolle operaties die worden uitgevoerd? A Nee, er worden meer risicovolle, complexe operaties uitgevoerd. Dit zijn de operaties die verplicht openbaar gemaakt moeten worden. Zodra er meer soorten operaties openbaar gemaakt moeten worden, bekijken wij of we deze opnemen in het Kwaliteitsvenster. Uitgangspunt is dat de beroepsverenigingen van medisch specialisten per risicovolle operatie het minimum aantal operaties heeft vastgesteld (volumenorm).
Q Werk van artsen: In het overzicht staat alleen het percentage artsen dat een feedbackgesprek krijgt, krijgen we ook inzage in de uitkomsten? A In het venster zijn alleen percentages opgenomen. Deze feedbackmethode is zo ingericht dat artsen de uitkomsten m.b.t. hun functioneren met elkaar bespreken en verbeterplannen opstellen. De Inspectie controleert jaarlijks of dit ook (tweejaarlijks) gebeurt. Het is aan de Inspectie om toezicht te houden op de kwaliteit. Q Sterftecijfers: waarom nu wel de sterftecijfers publiceren? A. Per 1 maart moeten alle ziekenhuizen verplicht hun sterftecijfers publiceren. We blijven benadrukken dat sterftecijfers vooral intern bruikbaar zijn op dit moment. Er is de laatste tijd de tendens dat interne kwaliteitsinformatie wordt gebruikt als keuze-informatie. Het risico hiervan is dat dit informatie oplevert die én moeilijk te begrijpen is, én waarbij onderlinge vergelijking lastig is. Toch publiceren ziekenhuizen naast de HSMR (gecorrigeerde sterftecijfers) nu ook hun SMRcijfers (sterftecijfers per diagnosegroep). Ziekenhuizen willen immers graag voldoen aan de vraag naar kwaliteitsinformatie. Bovendien kan de publicatie van deze cijfers de ontwikkeling naar betrouwbare keuze-informatie versnellen. Niet van alle ziekenhuizen is de HSMR beschikbaar. Dat komt doordat er instellingen zijn waarvoor de zogenoemde exclusiecriteria van toepassing zijn. Een ziekenhuis valt onder de exclusiecriteria wanneer de registraties onvolledig en duidelijk van onvoldoende kwaliteit zijn, of wanneer de patiëntencasemix van het ziekenhuis te veel afwijkt van de landelijk gemiddelde casemix. Ziekenhuizen die onder de exclusiecriteria vallen, en dus geen HSMR of SMR hebben, kunnen op basis van deelname aan de LBZ (Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg) hun voorlopige SMR en HSMR laten berekenen. Hiermee kunnen ook deze ziekenhuizen aan hun verplichting voldoen.