Psychodiagnostisch aanbod in de voorzieningen voor Geestelijke Gezondheidszorg 1. CGG De Pont Eva Van Malderen Psychologe Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg De Pont Aanbod psychodiagnostiek Als tweedelijnsvoorziening in de geestelijke gezondheidszorg bieden we naast psychosociale begeleiding en behandeling, ook gespecialiseerde psychodiagnostiek voor mensen met ernstige psychologische en psychiatrische stoornissen. De contactpersoon voor het inhoudelijke beleid inzake psychodiagnostiek is Eva Van Malderen (
[email protected]). Per leeftijdsdoelgroep worden specifieke accenten gelegd, zowel wat betreft het theoretische model van waaruit men werkt, als voor de concrete praktische werkwijze. Hieronder bieden we per doelgroep een overzicht van ons aanbod van het klinisch en functioneel onderzoek dat we uitvoeren. Kinderen en jongeren 1. Verantwoordelijken: Eva Van Malderen (Lier); Marleen Carens (Mechelen); Liesbeth De Roeck (Boom) 2. Gehanteerd model: Oudshoorn (1993) geconcretiseerd in Van Malderen (2006). 3. Voorwaarden: Alleen op interne verwijzing. Een psychodiagnostisch onderzoek wordt steeds toegevoegd aan een hulpverleningstraject dat al binnen het eigen CGG loopt en waarbij er een expliciete vraag is om indicatiestelling bij een vermoeden van een ernstige individuele stoornis. Omwille van de tijdsinvestering kunnen externe hulpverleners geen beroep doen op ons CGG voor een geïsoleerde diagnostische vraag. 4. Types van onderzoek: - persoonlijkheid: o.a. belevingsonderzoek - onderzoek van cognitieve functies en/of logopedisch onderzoek o.a. in functie van: Vlaams Fonds dossiers - neuropsychologisch onderzoek (o.a. bij vermoeden van ontwikkelingsstoornissen) 5. Vaak gebruikte instrumenten: Achenbach Child Behaviour Checklist, Youth Self Report,Teacher Report Form 6. Specialisatieopleiding: Marleen Carens, klinisch psychologe, volgt een opleiding neuropsychologische diagnostiek Probleemgedrag op school 1. Verantwoordelijke: Hans Swinnen 2. Gehanteerd model: contextueel – systemisch (van Waterschoot e.a. 2006) 3. Voorwaarden: Alleen wanneer het noodzakelijk is in de context van de kortdurende PrOS begeleiding of in functie van een vervolgbehandeling. 4. Types van onderzoek: - persoonlijkheidsonderzoek: o.a. belevingsonderzoek - onderzoek van cognitieve functies (o.a. IQ) 5. Vaak gebruikte instrumenten: Achenbach Child Behaviour Checklist, Youth Self Report,Teacher Report Form, School Vragen Lijst
GGALIMERO - 27 februari 2008
1
6. Specialisatieopleiding: Hans Swinnen, klinisch psycholoog, volgt de post academische vorming psychodiagnostiek Volwassenen 1. Verantwoordelijken: Sofie Cousée (Mechelen); Lieve Leys en Ellen Peeters (Lier); Bert Raats(Boom) 2. Gehanteerd model: Eurelings-Bontekoe & Snellen (2003) Dynamische persoonlijkheidsdiagnostiek. 3. Voorwaarden: alleen therapiegerichte psychodiagnostiek of i.f.v. Vlaams Fonds dossiers 4. Types van onderzoek: - persoonlijkheidsonderzoek. - onderzoek van cognitieve functies (o.a. IQ) en/of logopedisch onderzoek o.a. in functie van Vlaams Fonds dossiers. - Forensische diagnostiek beperkt zich tot screening van psychopathie, indien op basis van het gerechtelijk dossier hierover onduidelijkheid zou bestaan. - Neuropsychologisch onderzoek wordt niet uitgevoerd op ons CGG: dit wordt verwezen naar partners in de regio die hierin gespecialiseerd zijn cfr. CEPOS Duffel, Imelda ziekenhuis Bonheiden. 5. Vaak gebruikte instrumenten: WAIS III, SCL-90, Nederlandse Verkorte MMPI. 6. Specialisatieopleiding Ouderen 1. Verantwoordelijke: Ann Cappaert 2. Gehanteerd model: navigerende psychodiagnostiek 3.Voorwaarden: - op vraag van een andere hulpverlener, steeds in overleg met de huisarts en met goedkeuring van de cliënt zelf. - het aanbod blijft in principe beperkt tot screening van het cognitief functioneren om na te gaan of er sprake is van een degeneratief proces en er reden is tot doorverwijzing naar meer gespecialiseerde centra zoals geheugenklinieken en geriatrische dagklinieken, waar grondiger onderzoek kan worden uitgevoerd. 4. Types van onderzoek: - persoonlijkheidsonderzoek - screeningsonderzoek van cognitieve functies (o.a. IQ) 5. Vaak gebruikte instrumenten: 6. Specialisatieopleiding: Ann Cappaert is docente in de post academische vorming psychodiagnostiek. LITERATUUR Eurelings-Bontekoe, E. & Snellen, W. (2003). Dynamische persoonlijkheids-diagnostiek. Harcourt, Amsterdam. Oudshoorn (1995). Kinder- en adolescentenpsychiatrie: een praktisch leerboek. Bohn Stafleu Van Loghum. Van Malderen, E. (2006). Een nieuw behandelplan: fundament voor gerichter multidisciplinair werken. In: Jaarverslag 2006. CGG De Pont, Mechelen. 4-12. van Waterschoot, T., Noorduin, C. Swinnen, H. en Van Asch, E. (2006). Het PrOS-project: een alternatief ambulant hulpverleningsmodel voor probleemgedrag op school. Tijdschrift Klinische Psychologie, 36, 4, 221 – 228.
GGALIMERO - 27 februari 2008
2
2. PAAZ Imeldaziekenhuis Bonheiden Caroline Abelshausen Lic. Klinische psychologie optie volwassenen, KULeuven 2005 Postacademische opleiding Psychodiagnostiek volwassenen 2005-2007 Opleiding in de projectieve testdiagnostiek Harcourt, 2007 Tewerkstelling PAAZ Imeldaziekenhuis Bonheiden (50%) -
Populatie: breed omwille van 2de lijnszorg: crisisopnames, vaak eerste contact psychiatrie, maar ook regelmatig ‘draaideurpatiënten’.
-
Problematieken die diagnostisch geëvalueerd worden: As 1: stemmingsstoornissen, verslavingsproblematieken, psychotische stoornissen, angststoornissen,… As 2: persoonlijkheidsstoornissen Bij neuropsychologische vragen: doorverwijzing collega’s Ann Boone en Véronique Van Noyen. belang van de interactie situationele factoren – psychopathologie: evaluatie van de draagkracht van de patiënt, geoperationaliseerd in ‘ik-functies’, die worden geëvalueerd aan de hand van de Rorschach, m.b.v. het Exnersysteem (opbouwen database).
-
Methode: Meest gebruikte tests: interview/MMPI-2/ADP-IV/Rorschach hoofdzakelijk persoonlijkheidsonderzoek. Voorkeur voor beperkt aantal goed gekende tests. Bij specifieke vragen evt. ook specifieke tests bv. WAIS-III, DIS-Q, MDQ… Bij meer uitdiepend persoonlijkheidsonderzoek extra projectief materiaal (inhoudelijke dynamieken): TAT, MLaD, ZA,… Autisme-onderzoek: observatieopname van 2 weken met uitgebreid persoonlijkheids- en neuropsychologisch onderzoek. Diagnostiek in de lijn van het model van de ‘autistische triade’ van stoornissen (communicatie, interactie, verbeelding) waarbij ‘centrale coherentie’ een kerngebrek vormt.
Toekomst: poliklinische psychodiagnostiek (op zelfstandige basis) -
Populatie: Poliklinische patiënten van onze psychiaters, maar eveneens diagnostische vragen vanuit externe centra.
-
Problematieken: idem als op PAAZ: persoonlijkheidsonderzoek. Bij poliklinische diagnostiek zal er een specifieke nood zijn aan indicatiestelling (inschatting of de patiënt verder kan met ambulante begeleiding, of dat er een opname nodig is), waardoor de focus primair zal liggen op de draagkracht/ik-functies van patiënt in zijn huidige levenscontext.
-
Methode: Beperkte basisbatterij omwille van kosten voor patiënt en beperktheid in tijd: standaard: gesprek/MMPI-2/Rorschach. Uitbreiding batterij bij specifieke vragen én na overleg met patiënt (kosten). Bij ambulante vragen naar autisme-onderzoek: observatie-opname adviseren.
GGALIMERO - 27 februari 2008
3
Neuropsychologische diagnostiek Ann Boone / Véronique Van Noyen, klinisch psychologen -
Doelgroep (zowel gehosp als ambulant): Neurologie (o.a. CVA)) cognitieve revalidatie Geriatische patiënten met geheugenproblemen of andere (vb. dementie) (geriatisch DZ) Volwassenen/ouderen met subj/obj cognitieve klachten Patiënten PAAZ met cognitieve functiebeperkingen
-
Tot op heden samenwerking met: Neurologen Imelda, geriaters Imelda, psychiaters Imelda, (sporadisch) huisartsen extern. Ambulante aanvragen van externe specialisten zijn ook welkom.
-
Inhoud: 1) diagnostisch gesprek 2) psychometrisch testonderzoek (evt. aangevuld met vragenlijsten naargelang de vraagstelling) 3) klinische observaties 4) uitgebreid schriftelijk verslag Zowel gesprek, testbatterij als vragenlijsten worden steeds gekozen in relatie tot de vraagstelling en de mogelijkheden/leeftijd/opleidingsniveau van de patiënt.
-
Voorbeelden van vraagstellingen: Objectivering geheugenklachten / aandachtsstoornissen, Korsakov?, Psychogeen/organisch?, DD dementie/depressie, CVS?, MCI?, OPS?, Parkinson?, Postwhiplashsyndroom?, Desexecutief syndroom (frontaal syndroom), Malingering, DD soorten dementie (SDAT, FT, Vasculair, alcoholdementie…), …
-
Psychometrisch testonderzoek: Afname van genormeerde diagnostische meetinstrumenten om cognitieve functies (en emotioneel functioneren) na te gaan.
-
Cognitieve functies: Executief functioneren, aandacht en informatieverwerking, geheugen, intelligentie (abstract denken), visuoconstructie/-perceptie, taal, mentale flexibiliteit
-
Emotioneel/gedragsmatig functioneren: Vragenlijsten (BDI, Zung, GDS, UCL, SCL,…) + klinische observaties
-
Testonderzoek kan specifiek of algemeen zijn, vb: Gericht op vraagstelling (vb. DD dementie/depressie of algemeen neuropsychologisch onderzoek), geheugenonderzoek, intelligentie-onderzoek, dementie-onderzoek, controle-onderzoek dementie
-
Testmateriaal/testotheek (enkele voorbeelden):
Geheugen: CFT, AVLT, VAT, Doors&people, Rivermead… Concentratie: TEA, TMT, Stroop, subtests WAIS-III, PASAT… Executief functioneren: BADS, WCST, Short Category Test Malingering: aKTG, TOMM, FIT Intelligentie: WAIS-III, GIT, NLV…
GGALIMERO - 27 februari 2008
4
3. PAAZ Sint-Maarten campus Mechelen en campus Duffel Koen De Kerpel Psycholoog AZ Sint-Maarten PAAZ eenheid 2 Campus Zwartzustersvest Mechelen
Leen Neyens Psycholoog AZ Sint-Maarten PAAZ eenheid 1 Campus Zwartzustervest Mechelen
Greet De Groot Psycholoog AZ Sint-Maarten PAAZ Campus Rooienberg Duffel
Psychodiagnostiek binnen opnameafdeling psychiatrie AZ Sint-Maarten, campus Mechelen en campus Duffel -
-
-
-
Situering van de psychodiagnostische praktijk binnen het kader van een psychiatrische opnameafdeling: De dienst psychiatrie van het AZ-St-Maarten is een PAAZ (Psychiatrische Afdeling in een Algemeen Ziekenhuis). De patiënten zijn volwassenen met diverse psychopathologische problemen, vaak van acute aard. Vaak worden patiënten verwezen voor nazorg naar therapeuten of settings van verschillende strekkingen. Doel van opname is het uitvoeren van een grondig diagnostisch nazicht (op somatisch, psychologisch en sociaal gebied) en het voorstellen van een onderbouwd behandelingsperspectief met in eerste instantie behandeling van de acute toestand, en vervolgens gerichte doorverwijzing voor verdere psychotherapie of opvolging (ambulant of residentieel). Opnames worden zo kort mogelijk gehouden, in de regel een 3-tal weken. Evolutie: druk op verkorting van opnameduur met als gevolg grotere turnover, steeds minder tijd voor psychodiagnostisch onderzoek, dus verplicht om vlug en efficiënt te werken, o.a. keuze voor diagnostische instrumenten die én een brede screening toelaten én diagnostisch relevante informatie bieden. Wanneer? Het psychologisch onderzoek is onderdeel van de psychiatrische diagnostiek. Een testonderzoek wordt meestal aangevraagd door de behandelende psychiater en vertrekt vanuit een welbepaalde vraagstelling. Een aanvraag voor psychodiagnostisch onderzoek kan gebeuren : 1) bij patiënten waarbij de diagnose onduidelijk is (meestal complexe problematieken en onduidelijke toestandsbeelden), bijv. schizofrenie versus andere psychotische stoonissen versus persoonlijkheidsstoornissen, somatoforme stoornissen, borderline persoonlijkheidsproblematieken, beginnende dementie geëxacerbeerd door depressie enz… 2) wanneer het objectiveren van bepaalde klachten of dysfuncties van belang is voor de prognose en planning van nazorg (bijv. bij vermoeden van Korsakoff syndroom of Alzheimer dementie: in functie van doorverwijzing naar revalidatiecentra, rusthuizen of psychogeriatrische diensten is het van belang te weten of er sprake is van cognitief verval, welke functies aangetast zijn, hoe ernstig de deterioratie is …). 3) in het kader van indicatiestelling voor psychotherapie (bijv. een depressie bij een borderline persoonlijkheidsstoornis zal een andere vorm van therapie vereisen dan een ongecompliceerde depressie bijv. na een significante life event). 4) in gevallen waar het nuttig kan zijn om een baseline evaluatie te hebben (bijv. cognitief functioneren bij schizofrenie of dementie) zodat bij latere herevaluaties kan vergeleken worden. Het psychologisch onderzoek levert een bijdrage tot een meer grondige, volledige en betrouwbare diagnostiek. Het maakt deel uit van een multidisciplinair diagnostisch proces en draagt bij tot de finale psychiatrische diagnose.
GGALIMERO - 27 februari 2008
5
- Psychodiagnostische instrumenten: In te delen in een 3-tal methoden: observatie (al dan niet gestuurd door schaal), interview (in min of meerdere mate gestructureerd) en psychologische test en andere beoordelingsschalen 1) Relevante domeinen zijn: Cognitief functioneren: intelligentieonderzoek (WAIS-III, RPM), specifieke cognitieve dysfuncties (neuropsychologisch functieonderzoek) met oa Bender, Benton, Hooper, Rey CF, Rey 15 woorden, TMT, Bourdon Wiersma, Stroop Kleur-woordtest, WCST, etc. 2) Evaluatie van de aanwezigheid en ernst van bepaalde klachten en symptomen (angst, depressie…). Instrumenten: klachtenlijsten (SCL-90), zelfrapportagevragenlijsten (BDI, ZBV) 3) Zelfbeoordeling van persoonlijkheidskenmerken en eventuele persoonlijkheidsstoornissen: Zelfbeoordelingsvragenlijsten zoals MMPI-2, ADP-IV, UCL… geven weer wat de patiënt ons bewust wil en kan meedelen over zichzelf, hoe hij zichzelf ziet en wenst te presenteren. Het gaat om bewuste zelfpresentaties, die niet noodzakelijk overeenkomen met gedrag of onderliggende dynamiek. 4) Structurele persoonlijkheidsdiagnostiek: persoonlijkheidsorganisatie, defensiemechanismen, realiteitstoetsing, stabiliteit en regulatie van het zelfgevoel, objectrelaties, … zijn begrippen uit psychodynamische theorieën die niet rechtstreeks geobserveerd kunnen worden maar gededuceerd uit interview, observatie van de interactie, MMPI-2 gegevens, projectief materiaal (Rorschach, TAT, MLAD), levensloop… -
-
Er wordt vaak gewerkt met een combinatie van deze methoden, meer bepaald met WAIS-III, MMPI en Rorschach. Het voordeel is dat informatie wordt bekomen over verschillende aspecten van de patiënt (respectievelijk intelligentieniveau en cognitieve deelfuncties; psychopathologisch beeld en belangrijke persoonlijkheidskenmerken; reality testing, denkstoornissen, hoe gaat men om met affectieve prikkels, hoe is de controle over zijn driftimpulsen, wordt men eerder van binnenuit of van buitenaf gedreven…). Interessant is ook dat men de patiënt materiaal aanbiedt met een verschillende mate van structuur. Mensen met een ernstige persoonlijkheidspathologie type borderline, doen het vaak goed op gestructureerde tests, maar gedragen zich als psychotici in weinig gestructureerde testsituaties. Het psychodiagnostisch proces wordt opgevat als een empirische cyclus (zoals in wetenschappelijk onderzoek). D.w.z. we vertrekken van een hypothese en gaan deze toetsen met behulp van meetinstrumenten. Maatwerk dus, en niet systematisch (iedereen) testen met standaardtestbatterijen. Vaak worden in de loop van het onderzoek nieuwe vragen gegenereerd die dan weer kunnen getoetst worden.
Ambulant psychodiagnostisch onderzoek - campus Mechelen, eenheid 2 -
-
Op ambulant vlak beperkt het testonderzoek zich tot een evaluatie van de cognitieve functies binnen de onderzoekshypothese van ADHD. De resultaten van de aandachtsfuncties, de verwerkingssnelheid, het werkgeheugen en het categorisatievermogen worden hierbij zowel vergeleken met het algemeen intellectueel niveau als met de gerapporteerde ADHD klachten. Het psychologisch onderzoek maakt deel uit van de psychiatrische diagnostiek bij Dr F. Matthys.
GGALIMERO - 27 februari 2008
6
4. PAAZ H.Hartziekenhuis Lier Luc Van Elst Psycholoog PAAZ H.Hartziekenhuis Lier Diagnostiek Testonderzoek maakt deel uit van het psychodiagnostisch proces. Bijdragen worden geleverd vanuit de diverse disciplines en worden samengebracht op het teamoverleg. Het is niet zo dat standaard een aantal testen worden afgenomen. Beperkingen hebben te maken met indicatiestelling voor testing, maar worden ook ingegeven door tijdsdruk. Meestal wordt de MMPI-II afgenomen. Er is geen geautomatiseerde versie aanwezig. Indien er vragen zijn over de intellectuele mogelijkheden, wordt deze voorafgegaan door de WAIS-III. In principe wordt alleen het verbale deel afgenomen. Een volledige WAIS is mogelijk wanneer een groot verschil tussen verbaal en performantie IQ vermoed wordt. Naast de MMPI wordt vaak de ADP-IV gebruikt (Assesment van DSM-IV Persoonlijkheidsstoornissen), zowel qua zelfbeschrijving, om zicht te krijgen op lijdensdruk of om persoonlijkheidspathologie op te sporen. Projectieve testen kunnen afgenomen worden om meer zicht te krijgen op de persoonlijkheidsstructuur, m.n. Rorschach, TAT of Zinnen Aanvultest. Cognitieve testing is mogelijk, maar het gaat hier vooral om globale screening: -
WAIS-III en de VIS (Verbale Intelligentie Schaal) voor het bepalen van de premorbiede intelligentie
-
Benton Visual Retention Test
-
geheugendeficits: Wechsler Memory Scale, 15 woorden van Rey.
Voor een gericht neuropsychologisch onderzoek wordt meestal doorverwezen naar CEPOS. Bij vermoeden van dementie wordt Mini Mental State en/of ADS-6 (Amsterdamse Dementie Screeningtest) afgenomen. Voor het opvolgen van een depressief beeld kan de Beck Depression Inventory of de Geriatrische Depressie Schaal gebruikt worden.
GGALIMERO - 27 februari 2008
7
Ambulant diagnostisch onderzoek is niet mogelijk. Uitzonderlijk worden patiënten die op intake komen voor dagbehandeling, getest om hun mogelijkheden beter te kunnen inschatten, zicht te krijgen op de aard van de problematiek en hen eventueel aan een therapiegroep toe te wijzen.
GGALIMERO - 27 februari 2008
8
5. Psychiatrisch Centrum Sint-Norbertus Duffel Sieglinde Meganck, dr in de klinische psychologie – psychotherapeut verbonden aan het psychiatrisch centrum Sint-Norbertus, fase B, te Duffel vrijwillig onderzoeksmedewerkster aan de K.U.Leuven Situering van psychodiagnostiek binnen het PC De laatste jaren werd hard gewerkt om een beleid uit te stippelen omtrent de plaats van psychodiagnostiek binnen het psychiatrisch centrum Dit was geen eenvoudige opdracht, gezien psychodiagnostiek voor psychologen veelal de bijklank had van “testdiagnostiek” wat niet verenigbaar werd geacht met hun tijdsschema of therapeutische opdracht. We kwamen tot een consensus dat psychodiagnostiek niet enkel testdiagnostiek betekent, en dat testen een mogelijk middel zijn om psychodiagnostisch onderzoek uit te voeren. Zo kan een gesprek in een psychotherapeutische setting of een pretreatment fase binnen DGT ook geïnterpreteerd worden als “psychodiagnostisch werk”. Er werd gekozen om psychodiagnostisch (test)onderzoek als expliciete opdracht te situeren binnen de opnameafdelingen. Op psychotherapieafdelingen beperkt men zich tot gebruik van testmateriaal bij differentiaal diagnose (bijvoorbeeld borderlinepersoonlijkheidsstoornis versus bipolaire stoornis). Momenteel zijn er 2 expertise afdelingen binnen het psychiatrisch centrum met de opdracht om psychodiagnostisch onderzoek uit te voeren: Fase B (open opnameafdeling voor 30 bedden) is gespecialiseerd in persoonlijkheidonderzoek bij eerste psychiatrische opnames en werkt per definitie residentieel; Cepos (centrum voor epilepsie en psycho-organische stoornissen) is gespecialiseerd in neuropsychologisch onderzoek en werkt zowel residentieel als ambulant. Recent wordt eveneens meer en meer systematisch diagnostisch onderzoek gedaan op de opnameafdeling voor senioren (Baken D en Ceder) De andere opnameafdelingen doen minder systematisch psychodiagnostisch onderzoek.Op fase A (30 gesloten opnamebedden) zijn de patiënten dermate in crisis dat in een eerste fase gewerkt wordt naar symptoomreductie en veiligheid. Op fase C (draaideurpatiënten) gebeurt regelmatig psychodiagnostisch onderzoek in functie van herevaluatie van vroeger gestelde diagnoses. Psychodiagnostiek op fase B (open opnameafdeling,30 bedden) De patiëntengroep bestaat uit een aselectief publiek met diverse pathologie bij een eerste psychiatrische opname. Patiënten engageren zich voor een periode van maximaal 4 weken met als doel: (psycho)diagnostische uitklaring en het formuleren van een therapeutisch advies (voorstel voor een behandeltraject). Vanuit gespreksgegevens worden een aantal diagnostische hypotheses geformuleerd die getoetst worden aan de hand van testmateriaal. Om een testbatterij samen te stellen hebben we rekening gehouden met de uitgeschreven richtlijnen voor psychiatrisch onderzoek en met de eisen rond “evidence based” werken. Anderzijds willen we de patiënt, die in crisis wordt opgenomen, minimaal belasten met testen. We vroegen advies aan prof H. Vertommen en stelden met hem de volgende testbatterij op. Een aantal vragenlijsten (SCL90, BDI-II, DIS-Q, UCL) worden afgenomen, naast ADP-IV, zinaanvultest, Mijn Leven als Dier, Rorschach en TAT. Er wordt standaard een IQ-screening gedaan om de testresultaten correct te interpreteren. MMPI-II en WAIS III worden afgenomen indien nodig. Verder hebben we de beschikking over een aantal vragenlijsten en
GGALIMERO - 27 februari 2008
9
psychodiagnostische testen die aanvullend worden gebruikt ter verfijning van de diagnose of bij differentiaaldiagnose (bijvoorbeeld ASS versus schizoïde persoonlijkheidsstoornis) . Psychodiagnostische activiteiten op fase B en in het PC 1) op fase B Op fase B bestaat sinds jaren een traditie van wetenschappelijk onderzoek o.a. in verband met psychodiagnostische topics, voornamelijk in samenwerking met de K.U.Leuven. Prof P. Luyten implementeerde patiënten van onze afdeling voor zijn doctoraatsstudie. Op die manier werd de DEQ genormeerd die onderscheid maakt tussen een introjectieve en afhankelijke dimensie binnen de depressie en samenhangend met persoonlijkheidspathologie. Een volgende studie betrof het ontwikkelen van een valied scoringssysteem van de Rorschach (in samenwerking met S. Blatt). Momenteel zijn we bezig met onderzoek over een scoringssysteem van de TAT (in samenwerking met P. Fonagy). Verder loopt een onderzoek naar normering van een computerversie van de verkorte schriftelijke GIT (coördinatie prof. L. Claes). Ook werden een aantal vragenlijsten genormeerd bij een psychiatrische populatie (QRI, IPO, PWBS) (in samenwerking met prof. P. Luyten). 2) in het PC Om een overkoepelend beleid te kunnen uitwerken, werd een werkgroep “psychodiagnostiek” gestart. Deze werkgroep ontwikkelde de laatste jaren een aantal activiteiten: -
-
-
Inrichting van een testotheek (zoveel mogelijk gecomputeriseerd). We hebben een samenwerkingsverband met de K.U.Leuven waarbij studenten van 2de jaar master in de klinische psychologie onder supervisie van de universiteit een psychodiagnostisch onderzoek uitvoeren op afdelingen die een diagnostische vraag hebben bij een bepaalde patiënt. We bieden vanuit de werkgroep de mogelijkheid tot supervisie/intervisie aan leden van de vakgroep psychologen. Er bestaat de mogelijkheid tot bijscholing, bijvoorbeeld de postacademische vorming psychodiagnostiek, bijscholing rond ASS,… Vanuit de werkgroep is het initiatief gekomen om een overlegplatform te creëren met ander psychiatrische centra in Vlaanderen. De bedoeling is op regelmatige basis te vergaderen. Inmiddels is er een discussiegroep aangemaakt om informatie omtrent psychodiagnostische topics kenbaar te maken aan de leden van de groep. Per jaar worden 4 interne bijscholingen aangeboden vanuit de werkgroep. Sinds 4 jaar wordt er jaarlijks een symposium georganiseerd rond de topic psychodiagnostiek. Dit jaar zal het symposium doorgaan op 9 mei met als titel “Als de eerste indruk telt… Diagnostische scenario’s bij intake”
GGALIMERO - 27 februari 2008
10
6. Cepos Dorota Dmitruk Klinisch psychologe Cepos Neuropsychologisch onderzoek 1) Doelgroep: Volwassenen met cognitieve problemen i.k.v.: NAH (Niet-Aangeboren Hersenletsel) t.g.v. verkeersongeval ed., CVA, hersentumoren, herseninfecties, toxische stoornissen, … Epilepsie Psychiatrische problematiek (verslaving, psychose, depressie…) 2) Vraagstelling: Meest gestelde vragen bij Neurologische populatie (NAH- en epilepsiepatiënten): Onderzoek i.k.v. cognitieve revalidatie, resocialisatie (NAH), Onderzoek i.k.v. verzekering/expertise, Onderzoek i.k.v. invaliditeitsbepaling, Onderzoek i.k.v. tewerkstellingsmogelijkheden en eventueel arbeidsheroriëntering, Onderzoek i.k.v. opstarten van het dossier Vlaams Agentschap (tegemoetkomingen voor gehandicapten), … Psychiatrische populatie: Objectivering cognitieve klachten, eventueel cognitief verval, Bijdragen aan de medische (vooral neurologische en psychiatrische) diagnostiek, door het opsporen van functiestoornissen die cerebrale aandoeningen aannemelijk maken, Inventariseren en onderzoeken van functiestoornissen en de gevolgen ervan, bijvoorbeeld m.b.t. tewerkstellingsmogelijkheden, Differentiaaldiagnose (vb. depressie – dementie; Korsakoff?,...) … 3) Verwijzers Ziekenhuizen Revalidatiecentra Neurologen Psychiaters Huisartsen ATB (ArbeidsTrajectBegeleiding) Centrum voor Beroepsopleiding (CBO) De Ploeg Eigen initiatief 4) Verloop onderzoek (Hetero)anamnese Observatie Vragenlijsten (rond emoties en gedrag) Testonderzoek Tests of testbatterijen die o.m. peilen naar:
GGALIMERO - 27 februari 2008
11
o Aandacht o Leren en geheugen o Taal o Visuoruimtelijke vaardigheden o Executieve functies o Perceptie o Praxis o Intellectueel functioneren o … Instrumenten afhankelijk van individuele aanmeldingsvraag en problematiek
GGALIMERO - 27 februari 2008
12