Ps.103:1,2, 17 en 18
Houten 23 november 2008
We vieren vanmorgen een prachtig feest. Kees van Leeuwen heeft belijdenis van zijn geloof afgelegd en hield samen met Mirjam hun drie kinderen ten doop. Johannes en Marieke Bos kregen van God een prachtige dochter. En ook zij stonden bij de doopvont met hun kinderen om Rebecca te laten dopen.. Wie hun ‘ja’ hoorde, was getuige van de geweldige kracht van het Woord van God in hun leven. Dat Woord is de motivatie achter hun ja tegen de Here. Gods Geest wist hun hart te boeien. Ze gaven en geven zich in hun leven, samen met hun kinderen, gewonnen aan God, in Jezus Christus, onze Heer. Dat zijn gebeurtenissen waar we ongelooflijk blij en dankbaar voor mogen zijn. Laten we dat dan ook vooral zijn: blij en dankbaar voor Gods weldaden, zoals Psalm 103 dat noemt in het begin. GODS WELDADEN 1. Waar hebben we het dan over? 2. Vergeten mogen we ze niet : 3. ze zijn de basis van onze lof Als twee mensen gaan trouwen, wisselen ze ringen uit. Trouwringen. Of sommigen die nog niet aan trouwen toe zijn, geven elkaar een vriendschapsring. Meestal staat daar dan iets in gegraveerd. Een naam, een datum. Met zo’n ring zeggen ze tegen elkaar: ik hoor bij jou; jij hoort bij mij. We houden van elkaar. Vergeet me niet, want ik vergeet jou niet. Wat er gebeurde vanmorgen is net zoiets als die trouwring. God had het tegen ons allemaal. Hij sprak van zijn trouw. Zijn weldaden. En weldaden …dat wil zeggen: Gods goede daden voor ons. Daden die ons ten goede komen. Waar we verder mee kunnen en ook werkelijk gaan. Weldaden… daaronder ligt Gods trouw aan mensen zoals wij. Zijn verbond en woorden. Daar heeft Psalm 103 het over in een soort conclusie (vers 17,18): “Maar de HEER is trouw aan wie Hem vrezen van eeuwigheid tot eeuwigheid. Hij doet recht aan kinderen en kleinkinderen van wie zich houdt aan zijn verbond en naar zijn geboden leeft”. Als je het kort en bondig zou samenvatten is dat de kern van die weldaden van God. Zijn trouw in het verbond dat Hij sloot met mensen, hun kinderen, kleinkinderen… generaties lang. En dat vindt zijn uitdrukking in al die woorden die daarvoor zijn genoemd: - God die zich ontfermt over broze mensen - Die liefdevol is als onze Vader in de hemel - zijn vergeving die zo wijd als de hemel is - liefdevol en genadig is Hij - geduldig en opnieuw: trouw. - Zijn rechtvaardigheid - Genezing en redding, zelfs van de dood! - Zijn kronen met trouw en liefde - Zijn belofte van eeuwig leven - En nieuw-testamentisch perspectief: zijn allesomvattende liefde in Jezus Christus! Het stapelt zich vanaf het begin van die psalm als het ware op: Kijk je ogen uit… Gods weldaden zijn zo geweldig groot en goed over ons en onze kinderen! Je hebt er om zo te
zeggen geen woorden genoeg voor. En dan die geweldige conclusie over zijn trouw en over zijn verbond! Dat is het recht van God in de allereerste plaats staat daar in psalm 103. Daar stonden ze dan, die ouders om hun kinderen te laten dopen. En ze zeiden ja tegen hun HEER, omdat Hij, in zijn trouw en in zijn verbond, zo geweldig goed is over hun leven. En over dat van hun kinderen. Want laten we dat in elk geval nog maar eens heel duidelijk stellen, ook vanuit Ps.103 17,18: Wer horen er allemaal bij, ouders en kinderen. Het doopformulier zegt het zo: In Christus zijn wij en onze kinderen geheiligd en daarom moeten ook de kinderen als leden van zijn gemeente gedoopt worden, als teken van het verbond dat God met ons en onze kinderen heeft gesloten! Daar gold in de dagen van het Oude Testament de besnijdenis voor: een bloedig teken. In de tijd van het Nieuwe Testament kwam daar de doop voor in de plaats. Een onbloedig teken in Christus Jezus, onze Heer. Dat water dat gesprenkeld werd sprak van zijn bloed, dat ons schoonmaakt van al onze zonden. Een reiniging van binnenuit is nodig. En wat aan de buitenkant gebeurt, is daar het teken van. Het zegel. Gods eigen garantiebewijs! Dat gold de besnijdenis. Dat geldt de doop net zo goed. En het geweldige is, dat God zich verbindt aan dat netwerk van relaties, van ouders én van kinderen. Dat lees je de hele bijbel door. En Hij, onze God, is altijd de eerste. En wij mogen in geloof antwoorden. Jazeker, dat ‘ja’ bij de belijdenis en bij de doop is een geloofsantwoord. Want noch de besnijdenis van vroeger, noch de doop van toen vallen los te koppelen van geloof in God die zijn beloften doet. En Gods beloften gelden alle betrokkenen: ouders en kinderen. Maar de basis is en blijft wat Gód zegt: “Ik vergeet je niet. Je hoort bij Mij. Kijk, de doop is als het ware mijn trouwring. Naam en datum staan er in”. En wat God ooit beloofde, blijft beloofd. Blijft gezegd en van kracht. Daarin is Hij trouw, betrouwbaar. Eindeloos! Dat geldt ook het téken van het verbond. Eenmaal besneden bleef besneden. Eenmaal gedoopt, blijft gedoopt (art.34 NGB). Gód sprak! Dat is de lijn die de Bijbel trekt. Het allesdoordringende en allesomvattende thema van de trouw van God in de generaties. Daar gaat het vooral om als je met Psalm 103 nadenkt over de weldaden, die van God, die we niet moeten vergeten. Toen Ps.103 ontstond was het ook al zo dat je geboorte niet het enige was dat telde. Je moest ook leren God lief te hebben met heel je hart, heel je ziel en al je krachten. Dat is en blijft ook in het Oude Testamenten het eerste en grote gebod. Dat lees je ook weer in Psalm 103: “ voor wie zich houdt aan zijn verbond en naar zijn geboden leeft”. Telkens weer moeten de mensen leren dat horen bij Gods verbond nooit een automatisme kon en mocht worden; dat ze dat steeds opnieuw weer moesten leren. Net als wij. Wie besneden werd, wie gedoopt is, krijgt de belofte van Gods Geestkracht mee, om hier op aarde gelovig aan de slag te gaan. Dat lees je ook in de brieven van Paulus, waar zo vaak vaders en moeders én kinderen worden aangesproken. 2. Weldaden zijn dat. God brengt samen en breekt niet van elkaar weg, wat Hij aan elkaar heeft gegeven. Want bij de doop van mensen, groot of klein, ligt het accent op de gemeenschap van het volk van God. Je zou ook kunnen zeggen: wie kinderdoop zegt, zegt verbond, want verbond en gemeenschap horen bij elkaar. Al die generaties, die psalm 103 noemt, getuigen daarvan. Als ouders word je geroepen door God en hoort je kind bij jou, inclusief alle verantwoordelijkheid, alle liefde, alle zorg. Je kinderen horen bij je en vallen ook binnen het licht van Gods trouw en zijn liefde. Omdat je als volwassene bij God hoort, hoort je kind er ook bij. Zo onbevangen haast roept God dat de hele Bijbel door. Zo groot is zijn trouw! Zelfs
zo dat je in situaties waarin geloof van de een en ongeloof van de ander toch van geheiligd zijn in Christus gesproken kan worden ( 1 Kor.7) Juist van de kinderen ook! En daarom ook: vergeet niet één van zijn weldaden. Dat is maar niet een oproep die ergens in de lucht hangt. Het is blijkbaar nodig. Nodig ook in het licht van de vanzelfsprekendheid, waarmee we allemaal op zijn tijd te maken krijgen en soms, als God ons zijn licht geeft, als schokkend ervaren… hoe ben ik nu zelf bezig met mijn geloof in God? Wat betekent het voor mij dat Hij trouw is aan zijn verbond en woorden; aan zijn mensen! Vanwege de zondeval en de breuken in de relatie met God valt er immers meer te zeggen? Er worden keuzes gevraagd. Van groot en van klein. Van jong en van oud. Juist omdat God ons verstand en wil heeft gegeven… Daarin moet je je kinderen voorgaan. En blijkbaar is dat altijd weer een groot gevaar dat op de loer ligt, dat je God vergeet, zijn weldaden. Of het allemaal gewoon gaat vinden, omdat het nu eenmaal altijd al zo geweest is… Wat is het geweldig dat je dan, zoals Kees van Leeuwen, samen met Mirjam, tot ontdekking komt dat God in Jezus Christus je zijn hand toesteekt en dat je die hand mag aanpakken om verder met Hem het leven door te gaan, samen met al die mensen die je zo na aan het hart liggen. Wat goed is het dan dat je, zoals Johannes en Marieke er op uit kunt gaan om met dat evangelie van liefde op allerlei manieren aan het werk te gaan en uit te dragen en je zo ook zelf heel duidelijk steeds opnieuw er wel bij móet stilstaan: God is in Christus Jezus geweldig goed voor mij. Zijn weldaden zijn ongelooflijk groot en gaan geweldig ver en diep! En zo werkt God in ons allemaal. Daar is Hij in elk geval op uit. Door je het voor te houden: Vergeet ze niet, mijn weldaden. Mijn trouwring. En je zegt: “ Heer, nee, dat zal en wil ik niet doen. Ik kan en wil dat niet maken. Naar U gaat mijn hart uit, mijn verlangen… Want die weldaden van U, zijn zo meesterlijk. Zo groots… En daarom zeg je ‘ja’ als je belijdenis doet. Je zegt als ouder ‘ja’ als je je kind ten doop houdt. Je zegt ‘ja’ als gemeente, wanneer je dat meemaakt, of avondmaal viert. Je zegt ‘ja’ als je het Woord hoort verkondigen. Ja met je hart. En je doet dat uit volle overtuiging. Want zo belangrijk is het allemaal wel, dat je dat niet zomaar kunt of wilt zeggen. Realiseer je dat je de belofte die je doet, alles te maken heeft met die oproep uit Psalm 103: “vergeet niet één van zijn weldaden”! Nogmaals, besnijdenis toen en doop van vandaag zijn dingen van de buitenkant. Uiterlijke tekenen, noemde de belijdenis dat vroeger. Belangrijk? Vast en zeker, maar alles was daar niet mee gezegd. Want het Oude Testament kent ook de tóepassing van de besnijdenis van buiten: de besnijdenis van je hart. En in het Nieuwe Testament wordt die vergelijking doorgetrokken, als het bijv. in Kolossenzen 2:11 en 12 gaat over die besnijdenis: niet door mensenhanden… het gaat dus veel verder! Ja, het gaat om het antwoord van je geloof! Hetzelfde wordt daar van de doop gezegd: je wordt gedoopt in Christus, kopje onder en je staat met Hem op tot een nieuw leven…. Dan gaat het ook om je binnenkant. Om wat de Geest van Christus daar bewerkt aan geloof, aan hoop en aan liefde. Daarom toen en vandaag die oproep: vergeet niet één van zijn weldaden. Jullie als ouders niet, wij als volwassenen niet.
En ga daarin je kinderen voor, om ze te helpen om al die goede dingen die God ons geeft niet te vergeten. Wijs ze en onderwijs ze als het gaat om zijn verbond, om zijn trouw en leer ze antwoord te geven aan God, door hen te leren van Hem te houden, van de Here Jezus Christus. Laat zien aan je kinderen en kleinkinderen die trouwring van Gods genade en liefde die Hij je gaf. Laten we elkaar aanvuren om ook van onze kant die liefde en trouw te beantwoorden met: Heer, ik hoor om Jezus’wil ook bij U en nee, ik vergeet U niet. Help me daarbij, elke dag weer opnieuw. 3. Prijs de Heer, mijn ziel, prijs mijn hart, zijn heilige Naam. Zo begint en eindigt de psalm. Het is om zo te zeggen het brede kader. Vroeger stond daar – en zo zingen we het nog – “zegen mijn ziel de grote Naam van de HERE”. Dat woord staat er in feite ook: zegenen. Dat is meer dan loven, mag je zeggen. De bedoeling van het woord ‘zegenen’ is dat er goed gesproken wordt over God. Hij moet met zegenwensen en lofzangen begroet worden. Aanbidden moeten we Hem. Zijn Naam moeten we bekend maken. Het heeft een missionaire strekking. Wie Hem prijst, doet dat niet zomaar. Je bent ervan doordrongen dat God voor jou persoonlijk en voor de hele wereld grote dingen heeft gedaan. We loven en we zegenen Hem om zijn weldaden, zoals die bijv in deze psalm onder woorden worden gebracht. Zo brengen we die weldaden onszelf ook steeds weer te binnen. De grootste weldaad die we van God ontvingen is de Heer, Jezus Christus. Zijn komst, zijn offer, zijn verzoening. In Hem laat God ons zijn liefde zien. Als er geroepen wordt: “vergeet niet één van zijn weldaden” betekent dat tegelijkertijd: “ vergeet zijn liefde niet die Hij je bewees”. Het is een oproep hier. Bijna een bevel: prijs God en vergeet nooit wat Hij voor je deed! Want vergeten is gebrek aan liefde. Altijd al, maar zeker als het om onze goede Vader in de hemel gaat. Over al die dingen – en er is nog veel en veel meer te noemen – gaat psalm 103 en daarover hebben wij het in de preek gehad. Als je dan nu nog niet voldoende reden zou hebben om God te loven, elke dag van je leven, wat zou er dan nog meer van Hem verteld moeten worden? Hem loven en prijzen is helemaal niet vrijblijvend voor mensen. Het is een manier van leven, die ons gewezen wordt om Hen te prijzen, van binnen – en van buiten. Overdenken, belijden, laten zien en horen. Het is geweldig wat God ons geeft vandaag. Met Johannes en Marieke, met Kees en Mirjam, met hun kinderen. God is trouw aan zijn verbond! Hij hoort bij ons en wij bij Hem. Hem prijzen we, en we vergeten niet één van zijn weldaden. Zo te leven is onze bestemming, het doel van ons leven. Gods Geest geve ons allemaal op die manier te leven en te loven. Opdat God vreugde in ons zal vinden. Nu en tot in eeuwigheid.