PROVINCIE FLEVOLAND
Provinciaal Blad 2013-11 Nummer
1497766 Wijziging rechtspositionele regelingen
Op 14 mei 2013 hebben Gedeputeerde Staten van Flevoland bij besluit met kenmerk 1478577 ingestemd met een aantal wijzigingen in de rechtspositionele regelingen van de provincie. Het betreft de volgende wijzigingen: a) de opname in de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies (CAP) van een regeling die uitsluitend elektronische verzending van rechtspositieberichten (loonstrook, jaaropgave e.d.) aan provincieambtenaren mogelijk maakt; b) een redactionele aanpassing van de rechtspositieregelingen in verband met de troonswisseling; c) een redactionele aanpassing van de Regeling procedure en bescherming bij melding van vermoedens van een misstand (klokkenluiderregeling) die verband houdt met de instelling van de Onderzoeksraad Integriteit Overheid als opvolger van de Commissie Integriteit Overheid waarbij alle provincies waren aangesloten; d) aanpassing van de Levensloopregeling Provincies i.v.m. vrijvallende middelen uit de Seniorenregeling. De wijzigingen treden, na publicatie in het provinciaal blad, met ingang van 1 mei 2013 in werking. Onderdeel d heeft een terugwerkende kracht tot 1 januari 2013. De wijzigingen zijn in bijlage gevoegd. Lelystad, 22 juli 2010 Gedeputeerde Staten van Flevoland, T. van der Wal, secretaris L. Verbeek, voorzitter Uitgegeven op 27 mei 2013 De secretaris van Gedeputeerde Staten van Flevoland
Bijlage l bij de brief van 26 maart 2013, kenmerk IWV 06160/2013
W I J Z I G I N G CAP I.V.M. ELEKTRONISCHE VERZENDING BERICHTEN INZAKE DE R E C H T S P O S I T I E VAN DE AMBTENAAR Artikel I In de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies wordt na artikel A.6 een nieuw artikel Ingevoegd, luidende: Artikel A.7 Elektronische berichtgeving 1. Berichten inzake het maandelijks in geld vastgestelde loon en de jaaropgave aan de ambtenaar behoeven uitsluitend elektronisch te worden verzonden. 2. Gedeputeerde staten kunnen andere berichten inzake de rechtspositie van de ambtenaar dan die bedoeld in het eerste lid, aanwijzen die uitsluitend elektronisch behoeven te worden verzonden nadat hierover overeenkomstig hoofdstuk I overleg met de vakorganisaties van overheidspersoneel heeft plaatsgevonden. 3. De in het eerste en tweede lid bedoelde berichten worden niet uitsluitend elektronisch verzonden: a. indien de ambtenaar geen mogelijkheid heeft om kennis te nemen van een elektronisch bericht; b. bij ontslag of overlijden van de ambtenaar; c. op verzoek van de ambtenaar in het geval deze een zwaarwegend belang heeft bij incidentele verzending op een andere wijze. Artikel I I Dit besluit treedt, na publicatie in het provinciaal blad, in werking op 1 mei 2013. TOELICHTING Artikel 125, tweede lid, juncto eerste lid, aanhef en onderdeel n, van de Ambtenarenwet bepaalt dat het bevoegd gezag van provincies voorschriften vaststelt betreffende de gevallen waarin berichten inzake de rechtspositie van de ambtenaar uitsluitend elektronisch verzonden behoeven te worden en betreffende de voorwaarden die daarbij in acht worden genomen. Dit besluit strekt hiertoe. De bepaling in de Ambtenarenwet wijkt af van de Algemene wet bestuursrecht dat bepaalt dat een bestuursorgaan een bericht slechts elektronisch kan verzenden voor zover de geadresseerde kenbaar heeft gemaakt dat hij langs deze weg voldoende bereikbaar is. Elektronische berichtgeving kan via email of bijvoorbeeld door plaatsing op intranet. Het bericht zal kunnen Inhouden dat de loonstrook/jaaropgave via het personeelsinformatiesysteem beschikbaar is. De bevoegdheid tot uitsluitend elektronische verzending richt zich op de maandelijkse loonstrook en de jaaropgave. In de praktijk worden die in (bijna alle) provincies al aan vrijwel niemand meer per post verzonden. In het nieuwe artikel A.7 van de CAP wordt hieraan nu een recfitspositionele grondslag gegeven. Van belang is dat in het derde lid van artikel A.7 nu eenduidig wordt geregeld in welke gevallen elektronische verzending achterwege blijft. De in onderdeel a opgenomen uitzondering ziet op de situatie waarin de ambtenaar geen mogelijkheid heeft om kennis te nemen van de inhoud van het bericht. Dit kan zich voordoen omdat de ambtenaar op zijn werkplek geen toegang heeft tot de digitale loonstrook en geen persoonlijk emailadres heeft op zijn werk. In een dergelijk geval zal de ambtenaar de loonstrook op papier krijgen. Dit is ook het geval indien een ambtenaar wordt ontslagen of komt te overlijden (onderdeel b).
Bijlage 1 bij de brief van 26 maart 2013, kenmerk IWV 06160/2013
Bij onderdeel c moet gedacht worden aan situaties waarin de betrokkene er een zwaarwegend belang bij heeft dat een loonstrook of jaaropgave Incidenteel op papier wordt verstrekt. Daarvan kan sprake zijn indien door een instantie of in een procedure dit wordt gevraagd. Uiteraard zijn er meer individuele rechtspositionele berichten die zich lenen voor (uitsluitend) elektroniscti verzending aan de ambtenaar. Daaraan bestaat tussen provincies verschillende behoefte, Provincies zijn in verschillende fasen wat betreft de ontwikkeling van EHRM. Het tweede lid van het nieuwe artikel A.7 biedt provincies de mogelijkheid om- naar gelang de behoefte en op het moment dat zij dat willen - een beslissing te nemen over de aanwijzing van andere rechtspositionele berichten die uitsluitend elektronisch aan de ambtenaar behoeven te worden gestuurd. Daarover zullen dan afspraken moeten worden gemaakt met de vakorganisaties van overheidspersoneel in het Georganiseerd Overleg. Andere documenten die voor (uitsluitend) elektronische verzending in aanmerking kunnen komen zijn bijvoorbeeld genomen besluiten als gevolg van individuele keuzes in arbeidsvoorwaarden, zoals reiskostenvergoedingen, wijzigingen In arbeidsduur en het ruilen van arbeidsvoorwaarden via de IKAP (en straks het Individueel Keuzebudget). Een aantal documenten zullen echter in alle gevallen op papier aan de ambtenaar gestuurd blijven worden. Daarbij moet gedacht worden aan besluiten over aanstelling, beƫindiging van het dienstverband, disciplinaire straffen en ordemaatregelen zoals schorsing en buitendienststelling. Elektronische berichtgeving kan via email of bijvoorbeeld door plaatsing op intranet. Het elektroniscti bericht zal kunnen inhouden dat de loonstrook/jaaropgave via liet personeelsinformatiesysteem beschikbaar is. Elektronische verzending van rechtspositionele berichten is aan te merken als een geautomatiseerde verwerking in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens. Daarvoor gelden de bestaande beveiligingsmaatregelen in provincies die in overleg met de ondernemingsraad zijn getroffen. Het gaat hier om bijvoorbeeld juiste en nauwkeurige verwerking van persoonsgegevens en maatregelen ter voorkoming van verlies of onrechtmatige verwerking.
Bijlage 2 bij brief van 26 maart 2013, kenmerk IWV 06160/2013
WIJZIGING COLLECTIEVE ARBEIDSVOORWAARDENREGELING EN HANDREIKING GEDRAGSCODE PROVINCIALE AMBTENAREN I.V.M. TROONSWISSELING Artikel I In artikel D . l , derde lid, van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies wordt het woord 'koningin' vervangen door: Koning. Artikel I I In de Handreiking gedragscode provinciale ambtenaren wordt in de derde volzin van de tweede alinea 'Commissaris van de Koningin' vervangen door: commissaris van de Koning. Artikel 3 Dit besluit treedt, na publicatie in het provinciaal blad, in werking op 1 mei 2013. TOELICHTING Deze redactionele wijzigingen houden verband met de troonswisseling op 30 april 2013 waarbij Koningin Beatrix wordt opgevolgd door haar zoon Willem Alexander,
Bijlage 3 bij de brief van 26 maart 2013, kenmerk IWV 06160/2013
W I J Z I G I N G REGELING PROCEDURE EN BESCHERMING B I J MELDING VAN VERMOEDENS VAN EEN MISSTAND I.V.M. DE INSTELLING VAN DE ONDERZOEKSRAAD I N T E G R I T E I T OVERHEID TEKSTVOORSTEL Artikel I De Regeling procedure en bescherming bij melding van vermoedens van een misstand wordt gewijzigd als volgt: A. Artikei 1, eerste lid, onderdeel c, komt als volgt te luiden: c. de OIO: de Onderzoeksraad Integriteit Overheid, ingesteld voor in ieder geval de sectoren rijk, defensie en politie; B.
In de artikelen 5, eerste en derde lid, 7, eerste tot en met vierde lid, 8, eerste en tweede lid, 9, eerste en tweede lid, 10, eerste tot en met zesde lid, 11, eerste en tweede lid, en 12, eerste en tweede lid, wordt het woord 'commissie' telkens vervangen door; OIO.
C. Artikel 6 met opschrift komt als volgt te luiden: Artikel 6 De Onderzoeksraad Integnteit Overheid (OIO) Er is een onderzoeksraad. Als zodanig treedt op de OIO. D.
In het opschrift van de artikelen 7, 8 en 10 wordt de zinsnede 'commissie integriteit provincies' telkens vervangen door: OIO
E.
In het opschrift van artikel 11 wordt het woord "commissie' vervangen door: OIO.
Artikel II Dit besluit treedt, na publicatie in het provinciaal blad, in werking op 1 mei 2013. WIJZIGING TOELICHTING A.
Algemene toelichting,
paragraaf 'De externe
meldingsprocedure'
1.
Eerste alinea In de eerste volzin wordt 'commissie integriteit' vervangen door: onderzoeksraad. In de tweede en derde volzin wordt 'commissie' telkens vervangen door: onderzoeksraad
2.
Tweede alinea: 'commissie' wordt telkens vervangen door: onderzoeksraad.
3.
Derde alinea In de eerste volzin wordt "commissie' vervangen door: onderzoeksraad. In de tweede volzin wordt 'Commissie Integriteit Overheid' vervangen door: Onderzoeksraad Integriteit Overheid (verder te noemen: OIO).
B. Artikelgewijze toelichting 1.
In de toelichting op de arikelen 1, 5 en 6 t/m 10 wordt 'C(c)ommissie integriteit provincies' telkens vervangen door: OIO.
2.
In de toelichting op de artikelen 5, 6 t/m 10, 11 en 12 wordt 'commissie' telkens vervangen door: OIO.
Bijlage 3 bij de brief van 26 maart 2013, kenmerk IWV 06160/2013
TOELICHTING OP DE WIJZIGINGEN De wijzigingen zijn van zuiver redactionele aard. Zij houden verband met de opheffing van de Commissie Integriteit Overheid (CIO), waarbij ook de provincies voor de externe melding van vermoedens van een misstand waren aangesloten. De CIO is opgevolgd door de Onderzoeksraad Integriteit Overheid (010). De provincies zijn nu aangesloten bij de OIO. De tekst van de Regeling procedure en bescherming bij melding van vermoedens van een misstand wordt hierop redactioneel aangepast.
Bijlage bij de brief van 26 april 2013, kenmerk IWV 06218/13 VERHOGING WERKGEVERSBIJDRAGE LEVENSLOOP UIT VRIJVAL SENIORENREGELING TEKSTVOORSTEL WDZIGING LEVENSLOOPREGELING PROVINCIES Artikel
I
Artikel 9 wordt gewijzigd als volgt: 1. In het tweede lid, onderdeel a, wordt ' 3 % ' vervangen door: 3 , 1 % ; 2. In het tweede lid, onderdeel b, wordt '2,45%' vervangen door: Artikel
2,55%.
II
Dit besluit treedt in werking op de dag na publicatie in het provinciaal blad waarin het Is geplaatst, en werkt terug tot en met 1 januari 2013. TOELICHTING De Levensloopregeling Provincies voorziet in artikel 9 ln een werkgeversbijdrage in de levensloop. Bij invoering van de regeling Is de werkgeversbijdrage vastgesteld op 2,3% van het salaris voor medewerkers voor wie een salarisschaal beneden schaal 14 geldt, en op 1,75% van het salaris voor medewerkers voor wie een salarisschaal geldt die gelijk is aan of hoger dan schaal 14. Aangegeven is destijds dat de werkgeversbijdrage nog zal stijgen als gevolg van de cao-afspraak om de geleidelijke vrijval uit de vervallen seniorenregeling in te zetten voor de levensloopregeling. Per 1 januari 2011 is de werkgeversbijdrage levensloop verhoogd met 0,7%. De resterende vrijval uit de seniorenregeling bedraagt nog 0,4%. Op 8 april 2013 hebben cao-partijen afgesproken om per 1 januari van de jaren 2013, 2014, 2015 en 2016 telkens 0 , 1 % van die resterende vrijval toe te voegen aan de werkgeversbijdrage levensloop (c.q. aan het in te voeren Individueel Keuzebudget waarin de werkgeversbijdrage levensloop zal opgaan). Dat maakt een wijziging van artikel 9 van de Levensloopregeling Provincies noodzakelijk. Het tekstvoorstel strekt tot verhoging van de werkgeversbijdrage levensloop per 1 januari 2013. De werkgeversbijdrage komt daarmee vanaf die datum uit op 3 , 1 % van het salaris voor medewerkers beneden schaal 14 en op 2,55% van het salaris voor medewerkers in schaal 14 en hoger. In de loop van 2013 zal de Levensloopregeling Provincies worden aangepast vanwege de wettelijke afschaffing van de levensloopregeling en het daarbij behorende overgangsrecht. Daarin zal de verdere verhoging van de werkgeversbijdrage levensloop worden meegenomen.