Protocol 7: Buitenspelen en Buitenomgeving 1 (BeB) KDV ’t Sprookjesland
1
Laatste versie: 27 januari 2014
INHOUD 7.1. Planten en bomen rondom het kindercentrum 7.2. Buitenspelen 7.3. Buitenspeelplaats 7.4. Uitstapjes
7.1. PLANTEN EN BOMEN RONDOM HET KINDERCENTRUM Planten en bomen kunnen veel gezelligheid geven doordat ze bijvoorbeeld mooi van kleur zijn of lekker ruiken. Echter, planten en bomen kunnen ook giftig zijn voor de mens of allergenen produceren waar mensen allergisch op kunnen reageren. Giftige planten zijn planten die vergiftigingsverschijnselen veroorzaken wanneer kleine hoeveelheden ervan worden opgegeten, of planten die ontstekingen of andere huidaandoeningen veroorzaken wanneer ze worden aangeraakt. Giftige planten kunnen slaap verwekken, de huid irriteren, de slijmvliezen aantasten, kramp of buikloop veroorzaken… en zelfs dodelijk zijn. Gelukkig komt dit laatste maar weinig voor. Veel planten zijn giftig, maar doordat ze er niet aantrekkelijk uitzien om op te eten, zijn er maar weinig gevallen van vergiftigingen door planten bekend. Maar planten met bijvoorbeeld besjes hebben op kinderen weldegelijk een grote aantrekkingskracht. Wij plaatsen geen planten of bloemen in ons kindercentrum. Wij plaatsen geen planten in onze buitenruimte en verwijderen planten die daar eventueel komen te groeien. In onze hal hangt een gifwijzer met een overzicht van giftige planten. Raadpleeg bij twijfel deze gifwijzer. Controleer jaarlijks op boomwortels in de buitenomgeving en verwijder deze zo nodig. Controleer jaarlijks op oneffenheden in de buitenomgeving en maak deze zo nodig vlak. 7.2. BUITENSPELEN Houdt altijd rekening met het weer bij buitenspelen. Zorg voor extra kleding bij kou en voor voldoende vloeistoffen (tegen uitdroging) en schaduw bij warmte; Eet/drink niet buiten in verband met insecten en ongedierte dat op voedsel afkomt (Zie Protocol Huisdieren en Ongedierte HeO). Speel maximaal een half uur aaneen buiten bij kou of hitte, zodat kinderen niet onderkoeld, verbrand of oververhit raken of een zonnesteek krijgen; Houdt rekening met bijen, wespen, teken, planten, bomen en dergelijke bij buitenspelen. (Zie Protocol Huisdieren en Ongedierte HeO, zie Planten en Bomen rondom het Kindercentrum). Bij twijfel raadpleeg de gifwijzer. Controleer voor naar buiten te gaan of er geen plassen water of zwerfvuil in de tuin aanwezig zijn. Houdt altijd toezicht bij buitenspelen. De kinderen mogen geen moment alleen gelaten worden.
Leg de kinderen uit dat zij rustig moeten spelen, waarbij zij rekening houden met de andere kinderen.
7.3. BUITENSPEELPLAATS Onze buitenspeelplaats is voorzien van speciale rubbertegels, bestemd voor op speelplaatsen en rondom speeltoestellen. Deze rubbertegels hebben een valdempende werking. De speeltoestellen worden jaarlijks gecontroleerd door de directie op splinters, kapotte onderdelen, scherpe randen en overige mankementen. Bij twijfel wordt contact opgenomen met de fabrikant. De geplaatste speeltoestellen zijn afkomstig van erkende leveranciers en voorzien van een veiligheidskeurmerk (veilig voor gebruik voor kinderen). De speelplaats is afgezet met een hek van 2 meter, met kleine spijlen. Klimmen is hierdoor niet mogelijk. Het hek begint heel laag bij de grond, waardoor eronderdoor kruipen niet mogelijk is. Het hek dient open te blijven staan in verband met mogelijke evacuatie. Neem bij buitenspelen de sleutel van het hek mee en sluit het hek af. Zet het hek weer open als de kinderen weer naar binnen gaan. 7.4. UITSTAPJES Gebruik hiervoor het formulier Uitstapjes, die de ouders dienen te ondertekenen voor akkoord. Zorg voor voldoende begeleiding bij uitstapjes (minimaal 1 volwassene per 3 kinderen).