PROTESTANTSE GEMEENTE TE WOENSDRECHT
liturgie voor de Drie Dagen van Pasen 2015
MAALTIJD - GEDACHTENIS - LICHT
Witte Donderdag
2 april 2015
aanvang
20.00 uur
Goede Vrijdag
3 april 2015
aanvang
20.00 uur
Paaswake
4 april 2015
aanvang
21.00 uur
Paasmorgen
5 april 2015
aanvang
9.45 uur (apart boekje)
In deze diensten heeft u naast dit liturgieboekje ook een liedboek nodig!
Witte Donderdag
de kleur is wit teken van blijdschap over het voorbij gaan van de dood
SACRUM TRIDUUM
voorganger: ds. Klaas Vos organist: mw. Gertie van Elsäcker
orgelspel we bereiden ons in stilte voor op de dienst (de kerkenraad komt binnen) welkom aansteken van de kaarsen en het openleggen van de bijbel – de gemeente gaat staan –
aanvangslied 81 : 1, 2 en 3 groet v: de Heer is met u allen g: ZIJN VREDE IS MET U bemoediging v: onze hulp is de Naam van de Heer g: DIE HEMEL EN AARDE GEMAAKT HEEFT v: die trouw houdt tot in eeuwigheid g: EN NIET LAAT VAREN HET WERK VAN ZIJN HANDEN zingen 81 : 4 en 5 – de gemeente gaat zitten –
schriftlezing Jesaja 53 : 1 – 5 zingen 81 : 8 en 9 gebed van de Witte Donderdag schriftlezing Genesis 43 (Naardense Bijbel) 1 De honger is zwáár gaan wegen in het land. 2 Het geschiedt: als ze aan het eind zijn met het eten van het koopkoren dat met hen is gekomen uit Egypte,- zegt hun vader tot hen: keert terug, koopt voor ons wat te eten! 3 Dan zegt Juda tot hem: overtuigend, zegt hij, heeft die man ons betuigd en gezegd: jullie zien mijn aanschijn niet zonder je broeder bij je!4 als ú onze broeder met ons meezendt dalen we af en kopen we voor u eten; 5 en als ú hem níet meezendt, dalen we niet af; want de man heeft gezegd tot ons: jullie zien mijn aanschijn niet zonder je broeder bij je!
6 Dan zegt Israël: waarom hebben jullie mij het kwaad gedaan om aan de man te melden dat je nóg een broer hebt? 7 Ze zeggen: gevraagd en nog eens gevraagd heeft de man!– naar ons en ons geboortehuis, door te zeggen: leeft jullie vader nog?, hebben jullie een broer?, en wij hebben het hem gemeld, omdat zijn mond het zo woordelijk vroeg; wisten wij, kónden wij weten, dat hij zou zeggen: laat afdalen jullie broeder? 8 Dan zegt Juda tot Israël, zijn vader: zend de jongen met míj mee en wij staan op en gaan, en léven zullen we en niet sterven, én wij, én u, én ons kroost!9 ík sta voor hem borg, uit mijn hand kunt u hem opeisen; als ik hem niet met hem bij u kom en neerzet voor uw aanschijn, dan heb ik een zonde aan u begaan, ál de dagen. 10 Want als we niet zo hadden getreuzeld, waren we nu al twee keer teruggekeerd! 11 Dan zegt Israël, hun vader, tot hen: als het zo staat, dan moeten jullie dit doen: neemt van het loffelijkste van het land mee in je spullen en laat mee afdalen, als broodgift voor de man: wat balsem en wat honing, wierook en mirre, pistaches en amandelen!12 in jullie hand moeten jullie zilver meenemen voor twee keer; het zilver dat is teruggelegd in de mond van jullie ransels moeten jullie eigenhandig doen terugkeren; misschien was dat een vergissing; 13 en jullie broeder – neemt hem, staat op en keert naar de man terug! – 14 God Overmachtig geve jullie ontferming voor het aanschijn van de man, hij moge jullie je andere broeder loslaten, én Benjamin; maar wat mij betreft: zoals ik kinderloos gewéést ben, zal ik kinderloos wórden! 15 Dan nemen de mannen deze broodgift mee; in hun hand hebben ze tweemaal zilver meegenomen, én Benjamin; ze staan op en dalen af naar Egypte; ze stellen zich op voor het aanschijn van Jozef. 16 Dan ziet Jozef bij hen Benjamin!, en zegt tot wie over zijn huis gaat: laat de mannen naar het huis komen; slacht wat geslacht moet worden en bereid het, want met míj zullen de mannen vanmiddag eten! 17 De man doet zoals Jozef heeft gezegd; de man laat de mannen komen naar het huis van Jozef. 18 Bevreesd worden de mannen, omdat men ze heeft laten komen naar het huis van Jozef!- ze zeggen: om reden van het zilver dat aanvankelijk is teruggekeerd in onze ransels heeft hij ons hier laten komen!- om ons te overrompelen en ons te overvallen en ons als dienstknechten te nemen en onze ezels ook! 19 Ze treden nader tot de man die gaat over het huis van Jozef; ze spreken hem aan in de poort van het huis
20 en zeggen: ik bid u mijn heer!, wij zijn aanvankelijk afdalend afgedaald om eten te kopen, 21 en wat geschiedt: toen wij aankwamen bij het nachtverblijf en onze ransels openmaakten: ziedaar, ieders zilver in de mond van zijn ransel, ons eigen zilver, in zijn volle gewicht!- we brengen het nu eigenhandig terug; 22 en ander zilver hebben we in onze hand mee doen afdalen om eten te kopen; we weten niet wie ons zilver in onze ransels heeft gestopt! 23 Maar hij zegt: vrede met u!, vreest niet!, uw God en de God van uw vader heeft u een schat in uw ransels gegeven,- uw zilver is bij mij binnengekomen! En hij brengt tot hen naar buiten: Simeon! 24 Dan laat de man de mannen binnenkomen in het huis van Jozef; hij geeft water zodat zij hun voeten kunnen wassen, en hij geeft voer voor hun ezels. 25 Zij maken de broodgift gereed voor de aankomst van Jozef in de middag; want ze hebben gehoord dat ze dáár het brood zullen eten. 26 Dan komt Jozef bij het huis aan en zij komen tot hem met de broodgift die in hun hand is naar het huis; ze buigen voor hem ter aarde. 27 Hij vraagt hun naar de vrede en zegt: is het vrede voor jullie vader, die oud is zoals jullie hebben gezegd?is hij nog in leven? 28 Zij zeggen: het is vrede voor uw dienaar, voor onze vader,- hij leeft nog! Ze knielen en buigen. 29 Hij heft zijn ogen op en ziet Benjamin, zijn broer, de zoon van zijn moeder, en zegt: is dit jullie broeder die de jongste is zoals jullie tot mij hebt gezegd?en hij zegt: God zij je genadig, mijn zoon! 30 Dan haast Jozef zich weg, want alles in hem is ontroerd jegens zijn broer, en hij zoekt een plek om te wenen; hij weet in de binnenkamer te komen en dáár weent. 31 Dan wast hij zijn aanschijn en gaat naar buiten; hij houdt zich sterk en zegt: zet het brood neer! 32 Ze zetten het neer, voor hém apart en voor hén apart; én voor de Egyptenaren die met hem eten apart, want niet bij machte zijn de Egyptenaren om met de Hebreeërs het brood te eten, want een gruwel is dat voor Egypte. 33 Zo zitten ze voor zijn aanschijn: de eersteling naar zijn eerstelingschap, en de geringste naar zijn geringheid; de mannen zijn ontsteld, alleman tegenover zijn naaste. 34 Hij deelt porties van wat voor zijn aanschijn staat aan hen uit, en de portie van Benjamin is vijf handen groter dan hun aller portie!dan krijgen ze te drinken en worden ze samen met hem dronken!
zingen Ubi caritas
Waar vriendschap is en liefde, daar is God
schriftlezing Johannes 13 : 1 – 20 zingen De Heer als knecht (tekst K.Vos; mel.: De Heer heeft mij gezien en onverwacht)
1. De Heer buigt zich in liefde tot ons neer, vernedert zich tot minste van de mensen. Slechts als een slaaf is Hij voor ons de Heer, doorbreekt daarmee genadig alle grenzen, voltrekt in ons bestaan een ommekeer, doet ons opstaan tot neergeknielde mensen. 2. Rond brood en wijn vlamt liefde op als vuur, aanstekend tot een mensen dienend leven. In ’t aangezicht van Jezus’ eigen uur, toen hij de bitt’re dood in werd gedreven, verlenen wij de wereld zin en duur waar liefde in Zijn Naam wordt uitgeschreven. 3. Gewassen in het water van zijn bloed zijn wij gereinigd van al onze zonden. Zijn dood, het teken dat hij aan ons doet waarin ons grote ego is verslonden bevrijdt ons zo tot daden groot en goed, in dienst worden wij aan elkaar verbonden.
overweging meditatief orgelspel zingen 760 voorbeden
inzameling van de gaven eerste collecte: Diaconie tweede collecte: Pastoraat en Eredienst tafellied 393 – de tafel wordt in gereedheid gebracht –
schriftlezing Exodus 12 : 1 – 14 zingen 908 1 en 2 tafelgebed v: Wij mogen delen in de gaven van Hem, die de uittocht heeft volbracht, geworden tot ons brood voor onderweg. Hij is ons Paaslam, Die op de avond voor zijn dood – deze avond – Het brood nam, de Vader dankte , het brak en zei: ‘Dit is mijn lichaam voor u’ En na de maaltijd, de beker, En de woorden sprak: ‘Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed, drinkt allen hieruit en blijft dit doen om Mij te gedenken’. g: AMEN v: Zo mogen wij delen in zijn gaven, zijn liefde, zo mogen we in Hem één lichaam zijn, tot liefde bestemd, tot liefde geroepen, voor elkaar en voor de wereld, op weg naar Gods toekomst, Zijn komst, waarheen we ons verlangend uitstrekken. g: MARANATHA (O Heer, kom) aanroeping v: Kom zo met Uw Geest adem uw gaven tot leven, opdat wij leven, voor U en met elkaar.
g: ONZE VADER DIE IN DE HEMEL ZIJT UW NAAM WORDE GEHEILIGD UW KONINKRIJK KOME UW WIL GESCHIEDE OP AARDE ZOALS IN DE HEMEL GEEF ONS HEDEN ONS DAGELIJKS BROOD EN VERGEEF ONS ONZE SCHULDEN ZOALS OOK WIJ ONZE SCHULDENAARS VERGEVEN EN LEID ONS NIET IN VERZOEKING MAAR VERLOS ONS VAN DE BOZE WANT VAN U IS HET KONINKRIJK EN DE KRACHT EN DE HEERLIJKHEID IN EEUWIGHEID AMEN
vredegroet v: de vrede van Christus met u! g: ZIJN VREDE MET U! – rondom ons wensen wij elkaar de vrede van Christus – – de gemeente neemt haar plaats in in de kring –- (liturgieboekje meenemen)
gemeenschap van brood en wijn v: Geeft niet het brood dat wij breken gemeenschap met het lichaam van Christus? Omdat het één brood is, vormen wij, hoevelen ook, één lichaam want wij hebben deel aan het ene brood. – delen van het brood –
v: Is niet de beker der dankzegging, waarover wij de dankzegging uitspreken gemeenschap met het bloed van Christus? – delen van de wijn en (laatste beker) druivensap –
slotlied 378 1. Sterk, Heer, de handen tot uw dienst, die heilig brood ontvingen, de lippen, aan uw kelk gezet, om van uw heil te zingen:
2. de oren open voor uw woord en doof voor vals gefluister, de ogen spiegels van uw licht dat doorbreekt in het duister; 3. de tong die proeven mocht van U vrij van bedrog en leugen, de mond geopend voor een lied om wat het hart verheugde; 4. de voeten die, op weg naar U, dit huis hebben betreden – dat zij van hier met lichte tred de weg gaan van uw vrede. 5. Sterk zo het hart dat voor U klopt met bloed, door U gegeven – uw lichaam dat ons lichaam voedt met uw verheerlijkt leven
slottekst Johannes 13 : 31 – 35 HEENZENDING v: Dit is het woord waarmee Hij bij ons blijft, dat wij de liefde delen waardoor Hij zich aan ons gaf.
uitleidend orgelspel – wij verlaten de kerk – – morgenavond wordt de dienst voortgezet –
Wilt u dit liturgieboekje in de kerk laten liggen, want wij gebruiken het morgen, Goede Vrijdag, weer. De dienst begint dan ook om 20:00 uur.
Goede Vrijdag
de kleur is paars teken van boete en inkeer
GEDACHTENIS VAN HET LIJDEN VAN CHRISTUS
organist: mw. Gertie van Elsäcker m.m.v. de cantorij o.l.v. dhr. Karel Smagge
- Wij gedenken in deze dienst het lijden en sterven van onze Heer. - Daarom zijn we voor en na de dienst stil. -
stilte zingen 51 : 1 cantorij; 5 allen Goede Vrijdag litanie v: De nacht valt…… en niets blijft dan onze onmacht. Geen enkel woord vindt nog gehoor geen taal kon nog helen. De nacht valt ……… en wij hebben geen andere woorden dan wapens, de taal die dreigt, dan angst die regeert. De nacht valt……. er wordt alleen nog vijandschap geademd, haat gezaaid, en wonden geslagen die nooit meer helen…….. De nacht valt ……… en er wordt enkel verloren aan hoop en vertrouwen er is alleen verlies, wie het ook winnen. De nacht valt ……… en onze schaamte zullen wij niet verbergen: om onze eigen machteloosheid, om het onschuldig bloed, om de waan van de dag met zijn geloof in geweld, om alle kleine mensen die de prijs betalen… zingen 562 HET LIJDENSEVANGELIE NAAR JOHANNES
schriftlezing Johannes : 18 : 1 - 11 zingen 102 : 1 en 2 cantorij; 3 allen schriftlezing Johannes 18 : 12 – 27 zingen 102 : 4 cantorij schriftlezing Johannes 18 : 28 – 19 : 3 zingen 102 : 5 allen
schriftlezing Johannes 19 : 4 – 16a zingen 102 : 6 cantorij; 7 allen schriftlezing Johannes 19 : 16b – 27 zingen 102 : 8 allen schriftlezing Johannes 19 : 28 – 30 stilte zingen 102 : 9 cantorij; 10 allen schriftlezing Johannes 19 : 31 – 37 zingen 102 : 11 allen; 12 cantorij; 13 allen het Beklag Gods Mijn volk, wat heb ik u gedaan of waarmee heb ik u bedroefd. Antwoord mij. Ik heb u uit Egypte weggeroepen : Gij hebt geroepen: Aan het kruis met hem. Heilige onsterfelijke God ontferm U over ons. Ik heb voor u het water uit de rots doen stromen. Gij hebt mij gal en azijn te drinken gegeven. Heilige onsterfelijke God ontferm U over ons. Ik heb om uwent wil uw vijanden geslagen, maar gij hebt mij gegeseld en gehoond. Mijn volk wat heb ik u gedaan of waarmee heb ik u bedroefd. Antwoord mij. Heilige onsterfelijke God ontferm U over ons. Ik heb u groot gemaakt, met heerlijkheid gekroond. Maar gij hebt voor mij een doornenkroon gevlochten. Heilige onsterfelijke God ontferm U over ons. Wat had ik nog meer voor u moeten doen. Ik heb u binnengevoerd in mijn land, mijn vrede. Maar gij, gij hebt uw redder aan het kruis geslagen. Heilige onsterfelijke God ontferm U over ons. Mijn volk wat heb ik u gedaan of waarmee heb ik u bedroefd. Antwoord mij
zingen 574 : 1 en 2 cantorij; 3 allen schriftlezing Johannes 19 : 38 – 42 de cantorij zingt WASS MEIN GOTT WILL avondgebed van Luther v: Heer, blijf bij ons want het is avond en de nacht zal komen. Blijf bij ons en bij uw ganse kerk. g: AAN DE AVOND VAN DE DAG. AAN DE AVOND VAN HET LEVEN. AAN DE AVOND VAN DE WERELD.
v: Blijf bij ons met Uw genade en goedheid met Uw troost en zegen met Uw Woord en sacrament. Blijf bij ons wanneer over ons komt de nacht van beproeving en van angst de nacht van twijfel en aanvechting de nacht van de strenge, bittere dood. g: BLIJF BIJ ONS IN LEVEN EN IN STERVEN IN TIJD EN EEUWIGHEID. AMEN.
de cantorij zingt O HILFE CHRISTE
– de gemeente gaat staan – – het licht wordt weggedragen – – wij verlaten in stilte de kerk –
Wilt u dit liturgieboekje in de kerk laten liggen, want wij gebruiken het morgen, Stille Zaterdag, weer. De dienst begint dan om 21:00 uur
Stille Zaterdag
de kleur verandert van paars naar wit, teken van blijdschap over de verrezen Heer!
VAN DONKER NAAR LICHT
voorganger: ds. Klaas Vos organist: mw. Gertie van Elsäcker m.m.v. de cantorij o.l.v. dhr. Karel Smagge
Deze dienst is een voortzetting van de gisteren gehouden wake bij het kruis. Wij gedenken nu dat de Heer in het dodenrijk is neergedaald. Voor de dienst is het stil, maar na de dienst speelt het orgel weer als voorbode van het Paasfeest. Het is stil in de kerk.
aanvangslied 591 : 1 en 2 cantorij; 3 en 4 allen; 5 cantorij; 6 allen gebed voor de Stille Zaterdag thoralezing Genesis 44 zingen 155 : 1 en 2 cantorij; 5, 6 en 9 allen evangelielezing Mattheus 27 : 57 – 66 zingen 610 stilte zingen 594 voorzang en cantorij de lof van het licht v: g: v: g: v: g: v:
De Heer zij met u! EN MET UW GEEST.
Verheft uw harten! WE ZIJN MET ONS HART BIJ DE HEER.
Zegenen wij de Heer onze God GOED IS HET EN GEPAST.
Ja het past ons Heer, U die Leven zijt en leven geeft met hart en ziel, met lijf en leven te loven en te prijzen. Dit is de nacht waarin uw Eniggeborene, de Eerstgeborene, de banden van de dood heeft losgemaakt, de poorten van de gevangenis van binnenuit heeft ontgrendeld en opengestoten. Dit is de nacht van het gedenken, de nacht van de verhalen hoe de God van Abraham, Izak en Jacob, ons mensen weer tot LEVEN bracht! Wij gedenken:
g: DAT DE TROUWE DE HEMEL EN AARDE GESCHAPEN HEEFT DAT HIJ ALLES WAT HEM LIEF WAS HEEFT GERED IN DE ARK VAN NOACH DAT HIJ ZELF HEEFT VOORZIEN IN HET OFFER VAN ABRAHAM OP DE BERG MORIA DAT HIJ ZIJN VOLK DOOR HET WATER VAN DE SCHELFZEE HEEFT DOEN TREKKEN DAT HET VOLK VAN GOD BIJ GOD KIND AAN HUIS IS DAT DOOR ZIJN STEM DORRE DOODSBEENDEREN KUNNEN HERLEVEN DAT DANKZIJ HEM ALLE MENSEN OP AARDE MOGEN UITZIEN NAAR DE NIEUWE AARDE.
v: Dit is de nacht waarin Gij uit het donker uw licht doet geboren worden. Dat licht dat wij loven mogen.
zingen 600 1. Licht, ontloken aan het donker, licht, gebroken uit de steen, licht, waarachtig levensteken, werp uw waarheid om ons heen! 3. Licht, aan liefde aangestoken, licht, dat door het donker brandt, licht, jij lieve lentebode, zet de nacht in vuur en vlam! 5. Licht, straal hier in onze ogen, licht, breek uit in duizendvoud, licht, kom ons met stralen tooien, ga ons voor van hand tot hand!
2. Licht, geschapen, uitgesproken, licht, dat straalt van Gods gelaat, licht uit licht, uit God geboren, groet ons als de dageraad! 4. Licht, verschenen uit den hoge, licht, gedompeld in de dood, licht, onstuitbaar, niet te doven, zegen ons met morgenrood!
– onder het zingen wordt de paaskaars brandend binnengedragen – – het paarse antependium wordt bedekt door het witte antependium –
v: Laat dan het licht, Heer onze God, dat Gij in ons midden hebt ontstoken, laat deze kaars het teken zijn van uw lichtend rijk dat gekomen is, dat wij verwachten
g: DAT WIJ DOOR UW LICHT AANGESTOKEN WORDEN LICHTEND IN ONTFERMING, IN GEMEENSCHAP, LICHTEND IN WAT DE HAND VINDT OM TE DOEN, IN DE WOORDEN DIE WE SPREKEN, IN DE WEG DIE WE GAAN. AMEN.
zingen 27 : 1 en 2 allen; 4 cantorij; 7 allen – we ontsteken de twee andere kaarsen –
HERNIEUWING VAN DE DOOP inleiding de cantorij zingt CHRIST VON DER TOTEN ERWECKT – het water wordt binnengedragen –
schriftlezing Romeinen 6 : 1 – 5 doopgebed – het water wordt uitgegoten in de doopvont –
doopvragen v: in deze nacht gedenken wij onze doop en hernieuwen we onze doopgelofte. v: wilt u u toevertrouwen aan God, de Vader, onze Schepper en Bevrijder; aan Jezus Messias, zijn Zoon, onze broeder, gekruisigd , gestorven en opgestaan; aan de Heilige Geest die ons verbindt met Christus en zo ons leven vernieuwt? g: JA, DAT WILLEN WIJ v: wilt u de Heer uw God dienen en naar zijn stem alleen horen? g: JA, DAT WILLEN WIJ v: wilt u zich verzetten tegen alle machten die als goden over ons willen heersen? g: JA, DAT WILLEN WIJ v: wilt u ieder slavenjuk afwerpen en leven in de vrijheid van de kinderen Gods? g: JA, DAT WILLEN WIJ v: wilt u elkaar blijven helpen gemeenschap te zijn en dienstbaar aan de wereld? g: JA, DAT WILLEN WIJ
zingen 604 : 1 en 2 cantorij; 3 allen inzameling van de gaven eerste collecte: tweede collecte:
ZWO Pastoraat en Eredienst
– de gemeente gaat staan –
HEENZENDING EN ZEGEN
We verlaten de kerk onder het zingen van ‘Laudate omnes gentes, laudate ‘Dominum’. (lied 117d)
uitleidend orgelspel