Projectplan
Steunpunt Geestelijke Verzorging & Educatie omgaan met levensvragen
Colofon Titel Projectplan
Steunpunt Geestelijke Verzorging & Educatie omgaan met levensvragen
Versie, datum
november 2010
Samengesteld door
Werkgroep Steunpunt Geestelijke Verzorging
Contactadres voor deze publicatie
Coördinator Marleen van der Haar
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van de Werkgroep Steunpunt Geestelijke Verzorging. 1
Inhoudsopgave
1.
Inleiding en Achtergrond
2.
Projectinhoud
• • •
3.
Projectdoelstelling en projectresultaten Uitwerking Randvoorwaarden en uitgangspunten
Projectaanpak
• •
Fasering en werkwijze Activiteiten- en tijdsplanning
4.
Projectorganisatie
• • •
Werkgroep en overlegstructuur Rollen, taken en verantwoordelijkheden Bewaking projectuitvoering
5.
Project wijze van financiering
6.
Communicatie
2
Ad 1 Inleiding en achtergrond Het Steunpunt Geestelijke Verzorging (2007) voorziet er in dat mensen, die behoefte hebben aan geestelijke ondersteuning, in contact worden gebracht met geestelijke verzorgers vanuit verschillende religies en levensbeschouwingen. Van regio Woerden heeft het Steunpunt in 2008 uitbreiding gerealiseerd naar De Ronde Venen. Regionaal is met veel partijen samenwerking tot stand gebracht. Behalve met het netwerk palliatieve zorg is samengewerkt met Vilans, en daarbinnen met de expertisegroep levensvragen en ouderen. Voorliggend geactualiseerd projectplan geeft inzicht in welke stappen gezet zullen worden om hulp bij levensvragen een vanzelfsprekend onderdeel te laten zijn bij zorg aan chronisch zieken en mensen in de laatste levensfase. Beschikbaarheid van geestelijke zorg is alleen in de intramurale zorg geregeld, daarbuiten is de toeleiding naar geestelijke zorg bepaald niet vanzelfsprekend. Het wordt als eigen verantwoordelijkheid van mensen beschouwd Probleem is echter dat veel mensen niet (of niet meer) betrokken zijn bij enige levensbeschouwelijke organisatie en zijn zorgverleners niet vertrouwd met het onderwerp en laten actie daardoor achterwege. Onderzoek wijst uit dat periklinische en transmurale geestelijke verzorging gewenst en nuttig is1. De vraag kan gesteld worden in hoeverre bestaande instellingen en kerken verantwoordelijk gesteld kunnen worden voor deze zorg. Daarop zijn verschillende antwoorden te geven. Ons standpunt is: 1.dat de zorginstellingen een verantwoordelijkheid hebben nu de intramurale zorg steeds meer transmuraal gaat en van alle zorgdisciplines een kwaliteitsborging gevraagd wordt. 2. dat levensbeschouwelijke instellingen een verantwoordelijkheid hebben omdat zij de nodige inhoud en expertise hebben en die beschikbaar moeten houden (in overeenstemming met hun eigen `missiënstatements) en niet de markt moeten `weggeven’ aan allerlei relibureautjes en websites. Na evaluatie blijkt het Steunpunt een enorme aanloop nodig te hebben in voorlichtende zin. Hulpverleners herkennen de spirituele vraag van hun patiënt/cliënt pas na gedegen doorvragen, zoals dat bijvoorbeeld gebeurt in casuïstiekbesprekingen. Maar in de dagelijkse werkpraktijk is het omgaan met levensvragen zeer beperkt en zodoende valt de toestroom vanuit verwijzers tegen. Het aantal doorverwezen klanten is na drie jaar achtergebleven bij de op goede gronden veronderstelde vraag. Tegelijkertijd is bij vergelijkbare projecten dezelfde ervaring: voor verwijzing is de juiste kennis nodig, en die wordt in de opleidingen weinig of helemaal niet gegeven. Een uitzondering is de opleiding op de Christelijke Hogeschool Ede. Er is bij een toenemende groep zorgverleners geen vertrouwdheid met eigen spiritualiteit en daarmee ook niet met die van zorgvragers. In de komende tien jaar zal op het gebied van de geestelijke verzorging een vernieuwende omslag gemaakt moeten worden. Dat betekent een onbekende reis door onbekend land, waarin weinig gidsen zijn. Die weg vinden kost tijd. Veel meer dan gepland is daarom gedaan aan voorlichten van zorgverleners, om hun antenne voor spirituele vragen van patiënten/cliënten te verbeteren. In tal van bijeenkomsten met wijkverpleegkundigen, huisartsen, maatschappelijke organisaties, vrijwilligersorganisaties, kerkelijke en levensbeschouwelijke organisaties is aandacht besteed aan het herkennen van de spirituele vraag. Hierdoor is de kennis iets toegenomen, maar de vaardigheid nog niet. 1
O.a. Onderzoek Van Gilst en De Vries 2001 UMCU
3
Een eenmalige voorlichtingsronde is dus zeker niet genoeg. Het Steunpunt anticipeert daarop door enerzijds de feitelijke hulpverlening voort te zetten en zich tevens prominent bezig te gaan houden met educatie van zorgverleners. Overal is er herkenning en erkenning voor het feit dat spirituele hulpverlening c.q. doorverwijzing naar professionele geestelijk verzorging niet automatisch tot het vaardighedenpalet van de zorgverlener kan worden gerekend en dat daar begeleiding bij nodig is. Het Steunpunt is een belangrijke motor om hierin vernieuwing en verbetering te bewerkstelligen. In dit projectplan worden de oorspronkelijke projectdoelen, randvoorwaarden en aanpak geactualiseerd.
Ad 2 Projectinhoud
(Vernieuwde) projectdoelstelling en projectresultaten
Hoofddoelstellingen: 1. Bestaand: Voortzetting van de concrete hulpverlening aan cliënten die hulp vragen. 2. Nieuw: Het planmatig organiseren van voorlichting en educatie m.b.t. het herkennen en tevoorschijn brengen van levensvragen (om te bereiken dat er doorverwijzing plaatsvindt die nu in veel gevallen achterwege blijft). Uitwerking hoofddoelstelling 1 : Concrete hulpverlening Met een beperkt aantal wisselingen in de afgelopen drie jaar is er een goed gevulde pool van 20 geestelijk verzorgers. De meesten van hen hebben een kort profiel gepubliceerd op de website van het Steunpunt. Uitbreiding van de pool geestelijk verzorgers is op dit moment niet nodig. De bereikbaarheid van de coördinator gaat via de telefoon (24 x 7). De coördinator heeft drie jaar lang fulltime de telefoon van het Steunpunt bij zich gedragen en daarmee een uitstekende bereikbaarheid gerealiseerd. Door betrokkenen wier vraag in behandeling is genomen is tevredenheid gerapporteerd, meestal bereikte dat bericht de werkgroep via de geestelijk verzorger in kwestie. Gewenste aanpassing: Een instrument om de tevredenheid van cliënten objectief te meten. De PR activiteiten worden gecontinueerd. Er is een plan voor gestructureerde promotie. Aangezien de geestelijk verzorgers in de pool van het Steunpunt professionals zijn, is hun beroepsmatige kwaliteit al geborgd. Zie beroepsstandaard op bijv. www.vgvz.nl De werkgroep heeft alleen eisen gesteld aan randvoorwaarden als beschikbaarheid, kwaliteitsborging door professionele en ambtelijke binding. Uitwerking hoofddoelstelling 2: Voorlichting en educatie Het Steunpunt Geestelijke Verzorging gaat zich nadrukkelijker bezighouden met voorlichting en educatie van medewerkers op het gebied van het herkennen en duiden van levensvragen. Naast de voorlichtingsbijeenkomsten bij allerlei groepen zorgverleners, wordt in september van dit jaar een symposium georganiseerd voor een breed publiek. De geestelijk verzorgers in de pool worden op de hoogte gebracht van bijscholingsmogelijkheden.
Nagestreefde resultaten: a) Zorgverleners zijn zich bewust van het belang van herkennen van levensvragen; b) Zorgverleners kunnen levensvragen tevoorschijn brengen (uitluisteren); c) Zorgverleners kunnen doorverwijzen naar deskundigen, zoals Steunpunt Geestelijke 4
Verzorging. Projectactiviteiten: a) Symposium 15 september 2010 ‘herkennen en tevoorschijn brengen van levensvragen’; b) Herhaling van het symposium op 1 december 2010; opnieuw drie weken te voren volle inschrijving. Vanwege het grote succes wordt overwogen het symposium nogmaals te herhalen in september 2011. c) Drie groepen van elk acht mensen die vier keer per jaar bijeenkomen (intervisie); d) Richtlijn spirituele zorg toegankelijk maken voor de zorgverlener in samenwerking met opleidingsinstituten in diverse organisaties, d.w.z. vertalen naar de praktijk en hanteerbaar maken. (in de vorm van bijeenkomsten). Uitwerking resultaten en projectactiviteiten a. Zorgverleners zijn zich bewust van het belang en de onderkenning van levensvragen Het bevorderen van de bewustwording van zorgverleners in de palliatieve zorg dat spiritualiteit een essentieel en inherent onderdeel van alle zorg is, zelfs de kern van de zorg is. b. Zorgverleners kunnen levensvragen uitluisteren Duidelijk is hoeveel moeite er is om spiritualiteit 'uit te luisteren', dwz leren om 'achter' datgene wat mensen uiten te kunnen luisteren. De noodzaak daartoe wordt onderkend maar het vermogen om levensvragen te herkennen schiet veelal tekort. De juiste houding is cruciaal. c. Zorgverleners kunnen doorverwijzen naar deskundigen Het Steunpunt Geestelijke Verzorging wil dat zorgverleners levens - en zingevingvragen bij hun cliënten kunnen herkennen en tevoorschijn brengen en indien noodzakelijk kunnen doorverwijzen naar een geestelijk verzorger. Het is daarom van belang om aan zorgverleners de helpende hand te bieden bij het herkennen van levensvragen en inzicht te geven in de mogelijkheden van doorverwijzing naar deskundigen. Uitwerking projectactiviteiten (zie boven) a. Symposium 15 september 2010 De symposiumavond heeft in het teken gestaan van zoeken naar het hart van spirituele zorg. Zoveel mogelijk zintuigen werden aangesproken. Dat betekent: mooie beelden, muziek en geuren. De heer drs. W. Huizing, stafmedewerker bij Reliëf , verzorgde een interactieve presentatie. Wegens enorm succes wordt dit symposium herhaald op 1 december 2010. b. Drie groepen van elk acht mensen die vier keer per jaar bijeenkomen (intervisie) Vanaf september 2010 kunnen medewerkers inschrijven voor begeleide intervisiegroepen, naar een beproefd model ontwikkeld door het Landelijk Expertisecentrum Levensvragen voor Ouderen en Reliëf, een christelijke vereniging van zorgaanbieders. De eerste intervisiebijeenkomsten staan gepland op 25 oktober en 4 november 2010. Deze intervisiegroepen bestaan uit vier bijeenkomsten en zullen worden begeleid door twee HBOof academisch geschoolde docenten, waarvan tenminste één een geestelijk verzorger. De groepen die starten worden ingedeeld naar kennis en begripsniveau van de deelnemers. De kosten bedragen € 400,00 per deelnemer, voor vier bijeenkomsten. Na afloop kan de cursist: – levensvragen herkennen; – onuitgesproken levensvragen detecteren en 'uitluisteren'; – passende hulp inschakelen.
5
c. Richtlijn spirituele zorg toegankelijk maken Het is een in de kwaliteitswet verankerd (aan de grondwet gelieerd) kwaliteitsvereiste om geestelijke zorg goed aan te bieden. Uit onderzoek en evaluaties onder ouderen en familie blijkt dat organisaties hieraan te weinig aandacht schenken. Het uitkomen van de richtlijn spirituele zorg in de palliatieve zorg is een goed aanknopingspunt om organisaties te ondersteunen bij de implementatie en managers en beleidsverantwoordelijke bestuurders van organisaties motiveren om (scholing in) spiritualiteit tot speerpunt te maken en intern een stimulator te benoemen. Met organisaties in zowel de intramurale als extramurale zorg zullen gesprekken worden gehouden, om interesse aan te wakkeren, zodat de organisaties scholing op spiritualiteit opnemen in hun educatiepakket. Voor organisaties wordt vervolgens jaarlijks een bijeenkomst belegd waarin de contactpersonen van de organisaties op dit gebied hernieuwde inspiratie op kunnen doen. Randvoorwaarden en uitgangspunten m.b.t. bovenstaande punten • Akkoord van opleidingsinstituten in verband met budgetten; • Er moet ruimte/gelegenheid zijn voor intervisie; • Aanvullende subsidieaanvragen moeten gehonoreerd zijn.
Ad 3 Projectaanpak Fasering en werkwijze Vooronderzoek: • Evaluatie van de activiteiten gedurende de afgelopen drie jaar van het Steunpunt Geestelijke Verzorging. Uit de inmiddels gehouden evaluatie is afgeleid dat voorlichting en educatie een belangrijke pijler zijn in het ondersteunen van zorgverleners bij het herkennen en tevoorschijn brengen van levensvragen. • Onderzoeken bij opleidingen binnen organisaties welke bereidheid er is intervisie mee te nemen in het budget Intervisiebijeenkomsten rondom het thema levensvragen organiseren onder leiding van twee HBO/academisch geschoolden waarvan tenminste één geestelijk verzorger is. Implementatiefase: De implementatie krijgt gestalte door het houden van symposia en het aanreiken aan zorgverleners van de mogelijkheid intervisie te volgen. Ter versterking van het onderwerp op het symposium en ter aanvulling op de intervisiebijeenkomsten zal halverwege het traject van intervisie een spreker worden uitgenodigd. De activiteiten rondom het herkennen en tevoorschijn brengen van levensvragen zijn de volgende: Symposium met drs. W. (Wout) Huizing, stafmedewerker bij Reliëf 15 september 2010 Herhaling van dit symposium 1 december 2010 Start intervisie 25 oktober 2010 Symposium met dr. C.J.W. (Carlo) Leget, universitair hoofddocent Zorgethiek aan de universiteit van Tilburg 18 januari 2011
Ad 4 Projectorganisatie 6
Werkgroep en overlegstructuur De werkgroep Steunpunt Geestelijke Verzorging (SGC) overlegt éénmaal per twee maanden. Aan dit overleg doen onderstaande personen mee. De coördinator van het netwerk is voorzitter. − −
M.M. van der Haar (coördinator Steunpunt) drs. M.A.T. van der Kooi (geestelijk verzorger Hofpoort Ziekenhuis) drs. J. Colenbrander (geestelijk verzorger Zorgcentrum Woerden) I. Zondervan ( coördinator netwerk Palliatieve Zorg) G Bol-de Wit, (zorgbemiddelaar Zuwe zorg) secretariële ondersteuning van S. Sadal (administratief medewerker)
Rollen, taken en verantwoordelijkheden De werkgroep SGV initieert de aanpak van voorlichting en educatie levensvragen. De coördinator van het Steunpunt coördineert de intervisiegroepen volgens projectplan en verantwoordt dit aan de werkgroep. Van belang is goede communicatie met de opleidingen binnen de diverse organisaties. Bewaking projectuitvoering De coördinator van het Steunpunt verzorgt schriftelijke rapportage voor de werkgroep in de vorm van voortgangsverslagen. Ieder jaar wordt een evaluatie gehouden door de werkgroep en daarvan wordt openbaar verslag uitgebracht.
Ad 5 Projectkosten en wijze van financiering Voor 2010 is een begroting opgesteld (in bezit of opvraagbaar). De kosten voor de te houden symposia die in dit projectplan verwoord zijn, worden bekostigd uit een eenmalige bijdrage van een Steunfonds en een kerk. Ook voor 2011 is een begroting opgesteld waarin de te houden symposia zijn opgenomen.
Ad 7 Communicatie Goede communicatie omtrent het Steunpunt en het aanbod van symposia en intervisie ‘herkennen en tevoorschijn brengen van levensvragen’ is van belang met: • • •
Het cursusbureau/opleidingsconsulenten van de diverse organisaties . Managers van zorgafdelingen en organisaties. Geestelijk verzorgers.
Voor het onder de aandacht houden van de kerntaak van het Steunpunt blijft voorts het communicatieplan (uit 2007/2008) van kracht.
7