Projectomschrivjing Handleiding Inrichting Openbare Ruimte Woudrichem Projectplan

Projectomschrivjing Gemeente Woudrichem Versie : 2015, versie 2

Handleiding Inrichting Openbare Ruimte Woudrichem

Projectplan

Eigendom van Opgesteld door Datum

: Gemeente Woudrichem : Openbare Werken : 1 juli 2015

Gemeente Woudrichem Postbus 6 4285 ZG WOUDRICHEM

Projectnummer Revisiedatum

: :

pagina 1


VOORWOORD Voor u ligt de handleiding inrichting openbare ruimte Woudrichem. Onderdeel van deze handleiding vormt een programma met eisen en aanbevelingen voor de inrichting van de openbare ruimte in de gemeente Woudrichem uit het oogpunt van beheer en onderhoud. Het doel is het bieden van handvatten voor een optimaal ingerichte en goed beheerbare openbare ruimte. Ontwerpers, stedenbouwkundigen, civieltechnici, projectontwikkelaars, aannemers en uitvoerders kunnen hiermee de ontwikkelingen in de openbare ruimte zodanig vormgeven dat de gerealiseerd kwaliteit ook op termijn, tijdens de beheerfase, in stand gehouden kan worden. Het is van belang dat de inrichting van de openbare ruimte zoals deze door, zowel interne als externe partijen gerealiseerd wordt, voldoet aan de eisen en standaarden van de gemeente Woudrichem. Deze handleiding is voortgekomen uit een toenemende vraag en behoefte aan duidelijkheid voor wat betreft vormgeving, basisvoorzieningen en standaard oplossingsrichtingen inzake de openbare ruimte. De eisen zijn gegroepeerd rond inrichtingselementen zoals groen, verhardingen, verkeer, rioleringen, etc. Per inrichtingselement worden eisen voor o.a. weten regelgeving, maatvoering, situering en materiaalkeuze beschreven. Daarnaast zijn ook specifieke eisen weergegeven voor de verschillende fasen van de planontwikkeling. De in deze handleiding omschreven eisen betreffen de aspecten:  ontwerp  uitvoering  beheer


: :

pagina 2


Inhoudsopgave Inhoudsopgave ..................................................................................................................3 1.

Kwaliteitstoets Openbare Ruimte..............................................................................4

2.

Ontwerp ...................................................................................................................5

2.1 Kabels en Leidingen .................................................................................................................................................... 7 2.2 Riolering ...................................................................................................................................................................... 9 2.3 Groen ........................................................................................................................................................................ 15 2.4 waterhuishouding ..................................................................................................................................................... 18 2.5 Verharding ................................................................................................................................................................ 20 2.6 Openbare verlichting ................................................................................................................................................ 25 2.7 Kunstwerken ............................................................................................................................................................. 26 2.8 Straatmeubilair ......................................................................................................................................................... 28 2.9 Speelvoorzieningen................................................................................................................................................... 30 2.10 Grondwerken .......................................................................................................................................................... 31

3.

Uitvoering ............................................................................................................... 33

3.1 Bouwrijp maken ........................................................................................................................................................ 33 3.2 Woonrijp maken ....................................................................................................................................................... 33 3.3 Nazorg (onderhoudsperiode) ................................................................................................................................... 33 3.4 Technisch toezicht .................................................................................................................................................... 34 3.5 Revisie ondergrondse infrastructuur ........................................................................................................................ 34 3.6 Revisie bovengrondse infrastructuur ........................................................................................................................ 34 3.7 Kwaliteitscontroles ................................................................................................................................................... 35 3.8 Overdracht ................................................................................................................................................................ 35 3.9 Onderhoudstermijn / garantietermijn ...................................................................................................................... 35 3.10 Diverse overige bepalingen .................................................................................................................................... 36

Bijlage 1: Documenten en toetswaarden .......................................................................... 37 Bijlage 2: Ontwikkeling algemeen, Programma van eisen ................................................. 43 Bijlage 3: Standaardafspraken gemeente Woudrichem ..................................................... 46 Bijlage 4: Materiaaloverzicht ............................................................................................ 47 Bijlage 5: Werken rondom bomen (Boombescherming) .................................................... 48 Bijlage 6: Invalideninritten gemeente Woudrichem .......................................................... 49 Bijlage 7: Standaard P-vakken .......................................................................................... 50


: :

pagina 3


1. Kwaliteitstoets Openbare Ruimte Proces kwaliteitstoets Het doel van de kwaliteitstoets is het vastleggen van toepassingen van een kwaliteitssysteem in een project, en de specifieke maatregelen voor kwaliteitsborging van het project. Op die wijze kan een ontwikkelaar, ontwerper, aannemer zich voorbereiden op de uitvoering van een project. Daarnaast kan de gemeente zich een beeld vormen van de wijze waarop de ontwikkelaar de gewenste kwaliteit wil realiseren. Daarop volgend kan de gemeente zijn toezicht afstemmen op het kwaliteitsplan van de ontwikkelaar. Indien de ontwikkelaar in staat is zijn kwaliteitsborging duidelijk inzichtelijk te maken, is het voor de gemeente mogelijk het toezicht tot een minimum te beperken. Toetsingskader en toetsingsprocedure Het (her)inrichten van de openbare ruimte is vaak complex en veranderlijk. Bij het (her)inrichten spelen veel en soms tegenstrijdige belangen. Over de afwijkingen en andere knelpunten moeten duidelijke afspraken gemaakt worden met de projectverantwoordelijke. Er dienen diverse documenten opgesteld te worden en diverse zaken getoetst te worden. In bijlage 1 (Documenten en Toetswaarden) en 2 (Ontwikkeling algemeen, Programma van Eisen) staat beschreven welke werkzaamheden doorlopen moeten worden. Kwaliteitstoets De kwaliteitstoets is onderverdeeld in 3 fasen. Met de uitwerking van een volgende fase mag pas worden gestart als de gemeente goedkeuring heeft gegeven aan de uitwerking van de op dat moment af te ronden eerdere fase. Deel 1: Ontwerpfase (hoofdstuk 2) Als eerste dient de plan- en projectgrens te worden vastgesteld. Hierbij dient ook een deel van het omliggende gebied opgenomen te worden. Het plangebied zal immers goed aan moeten sluiten op de bestaande situatie. Eveneens zal in deze fase een beoordeling plaatsvinden van de plannen en ontwerpen zoals deze door de te ontwikkelen partij uitgewerkt en voorgesteld worden inclusief een exploitatiebegroting. In bijlage 1 “Documenten en toetswaarden” en bijlage 2 “Ontwikkeling algemeen, Programma van eisen” worden in hoofdlijnen aandachtspunten genoemd die van belang zijn voor de beoordeling. Goedkeuring voor: A. Vaststellen plan- en projectgrens B. Definitief inrichtingsplan openbaar gebied; C. Definitief ontwerp (DO); D. Exploitatiebegroting. Deel 2: Uitvoeringsfase (hoofdstuk 3) In deze fase vindt beoordeling plaats van de uitgewerkte civieltechnische RAW-bestekken inclusief bijbehorende (werk)tekeningen zoals deze door de ontwikkelaar zijn opgesteld, alvorens tot de aanbestedingsprocedure - conform gemeentelijk inkoopbeleid - zal worden overgegaan. In bijlage 3 zijn de standaard afspraken opgenomen, bijlage 4 voorziet in een materiaaloverzicht. Goedkeuring voor: A. Civieltechnische RAW-bestekken en (werk)tekeningen (Standaard 2015 en UAV 2012); B. Aanbestedingsprocedure conform gemeentelijk aanbestedingsbeleid (ARW 2012); Deel 3: Beheersfase Na uitvoering vindt een eindoplevering plaats voor de overdracht van het openbaar gebied naar de gemeente. Hierna treedt de beheersfase in werking. Goedkeuring voor: A. Eindoplevering en overdracht openbaar gebied


: :

pagina 4


2. Ontwerp Tijdspad en proces In de ontwerpfase vindt er regelmatig overleg plaats met de ontwikkelaar, gemeente en eventueel andere van belang zijnde partijen. Op een zeker moment zullen echter de integrale ontwerpdocumenten digitaal en in enkelvoud analoog formeel ter toetsing bij de gemeente moeten worden ingediend. Deze zal binnen 10 werkdagen (m.u.v. vakantieperiodes) de ingediende stukken beoordelen en van commentaar voorzien. Vervolgens dient de ontwikkelaar de conceptversie aan te passen op de gemaakte opmerkingen en opnieuw digitaal en in enkelvoud analoog ter accordering voor te leggen. Indien het commentaar op correcte wijze is verwerkt, zal binnen 10 werkdagen een gewaarmerkte versie (gemeentestempel, datum en handtekening) van de betreffende ontwerpdocumenten aan de ontwikkelaar worden toegezonden, waarna de besteksvoorbereiding kan starten en de exploitatieovereenkomst kan worden getekend (waarvan deze kwaliteitstoets een belangrijk onderdeel uitmaakt). Afstemming / overeenstemming belanghebbenden Vanuit de planlocatie dient tenminste met de volgende belanghebbenden overeenstemming en afstemming te worden bereikt: A. Waterschap Rivierenland B. Provincie Noord-Brabant C. Nutsbedrijven Thema's ontwerpfase In de ontwerpfase komen verschillende thema's aan de orde. In dit hoofdstuk wordt per thema de eisen en aanbevelingen beschreven, zodat een overzichtelijk programma van eisen (PVE) ontstaat voor de gemeente Woudrichem. De beheerder toetst ontwerpen op beleid en beheerbaarheid. De volgende thema's komen hierbij aan de orde:  Kabels en Leidingen (par. 2.1)  Riolering (par. 2.2)  Groen (par. 2.3)  Waterhuishouding (par. 2.4)  Verharding (par. 2.5)  Openbare Verlichting (par. 2.6)  Kunstwerken (par. 2.7)  Straatmeubilair en afvalinzameling (par. 2.8)  Speelvoorzieningen (par. 2.9)  Grondwerken (par. 2.10)


: :

pagina 5

Project Gemeente Woudrichem Versie : 2015, versie 2

2.1 KABELS EN LEIDINGEN Dit betreft het netwerk van kabels, leidingen, nuts- en telecomvoorzieningen in de openbare ruimte. Onderdeel Documenten Voorwaarden, eisen en/of uitgangspunten Algemeen - AVOI Woudrichem 2014 - AVOI Woudrichem 2014 (Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren inzake werkzaamheden voor de aanleg, - Handboek Kabels&Leidingen instandhouding en opruiming van kabels en leidingen in openbare gronden; - Degeneratievergoeding - Er geldt een meldingsplicht voor elke partij die voornemens is graafwerkzaamheden te verrichten in openbaar gebied; - Standaard 2015 - Voor het aanleggen en omleggen van kabels en leidingen in de openbare ruimte is instemming/vergunning vereist van de - CROW publicatie 96b gemeente. In de instemmings- en/of vergunningsaanvraag ook aangeven wat de status van de kabel/leiding wordt; - www.synfra.nl - Herstelwerkzaamheden aan verhardingen, straatmeubilair en groen zijn voor rekening van de aanbieder; - Telecomverordening - Herstraten conform Richtlijn Tarieven (graaf)werkzaamheden telecom, VNG 12 maart 2014. Ontwerpaspecten - Leidraad voor gemeenten en - Inventariseren ondergrondse infrastructuur, middels een oriëntatie- en/of graafmelding bij het kadaster (KLICmelding); nutsbedrijven inzake (her) - Vaststellen (nieuw) nutsleidingtracé in overleg met gemeente en nutsbedrijven; straatwerkzaamheden VNG - Plaatsbepaling en diepteligging conform het standaard dwarsprofiel (blz. 7) e.e.a. conform handboek Kabels en Leidingen; - Kabels en Leidingen dienen minimaal 60 cm diep te liggen. Dekking erfgrens t.a.v. de rioolaansluiting is min. 0.60 meter; - Tracés dienen altijd bereikbaar te zijn voor onderhoud en vrij houden van (te handhaven) beplanting; - In de rijbaan van wegen mogen geen afsluiterputten worden aangebracht; - Ruimte voor lichtmasten, riolering en kolken reserveren buiten tracés; - De ligging van glasvezel is niet opgenomen in de AVOI en dient derhalve met de gemeente afzonderlijk te worden bepaald; - Voor aanvang uitvoering altijd proefsleuven aanbrengen; - Bij wegkruisingen voor aanbreng verharding voldoende mantelbuizen aanbrengen (mantelbuis haaks aanbrengen); - Bij kruisingen van bestaande asfaltvoorzieningen dient er te worden geperst; - Het gebruik van puinfundering boven kabels en leidingen stroken is niet toegestaan; - Boomwortels met een dikte > 2 cm, altijd doorzagen niet doorhakken zonder toestemming gemeente/eigenaar K&L; - Een kruising met een A-watergang valt onder de vergunningsplicht van het Waterschap; - De kabel/leiding dient aan weerszijde van de watergang te worden aangegeven door middel van zinkerborden; - Locatie en bereikbaarheid brandkranen conform eisen brandweer, het ontwerp ter goedkeuring voorleggen. Bovengrondse - Bovengrondse voorzieningen zoveel mogelijk vermijden; infra - Bovengrondse voorzieningen moeten worden ingepast in de omgeving, trafo's en andere omvangrijke voorzieningen bij voorkeur opnemen in bebouwing dit moet goedkeuring van de gemeente hebben – kasten in kleur RAL 6009 (groen); - Bovengrondse voorzieningen mogen het uitzicht op kruisingen en bochten niet belemmeren; - Indien nutsbedrijven de grond in eigendom willen hebben, dient de overdracht uitgewerkt te worden. Vergunning en/of - Gemeente; Instemming - Brandweer; - Nutsbedrijven; - Waterschap Rivierenland te Tiel. Documenten - Vastgestelde tekening nutsleidingentracé.


: :

pagina 7


STANDAARD NUTSPROFIEL

rioolaansluiting


: :

pagina 8


2.2 RIOLERING Alle riolering in het openbaar gebied. Visie Hydrologisch neutraal bouwen, vuil water afvoer, schoon water lokaal infiltreren, indien mogelijk afvoeren volgens de drietrapsstrategie vasthouden, bergen en afvoeren. Onderdeel Rioolstelsel

Documenten - Leidraad riolering - Verbreed Gemeentelijk rioleringsplan (vGRP) - Basis rioleringsplannen (BRP)

Ontwerpaspecten

- Standaard 2015 - WMB - WBB - Waterwet - Keur Waterschap - NEN-EN 1916 - NEN-EN 7126 - NEN-EN 13508-1 - NEN-EN 13508-2 - NEN 1878 - NEN 3140 - NEN 3215 - NEN 3219 - NPR 3220 - NPR 3221 - NEN 3398 - NEN 3399 - NEN 8005 - BRL 9201 en 9202 - NPR 3218 - Evt. nieuwe aanvullingen


: :

Voorwaarden, eisen en/of uitgangspunten - Bij het rioleringsplan/-ontwerp geen water op straat bij een bui 08, met inachtneming van de leidraad riolering; - Volledig gescheiden stelsel, waarbij gestreefd wordt naar max. afkoppelen van schoon oppervlak, met uitzondering van industrieterreinen en reconstructies wordt gekeken naar doelmatigheid van het afkoppelen; - Aan het rioleringsplan dient een hydraulische berekening ten grondslag te liggen; - Doorlopen van de watertoets in overleg met Waterschap en gemeente; - Telemetrie dient Van der Linden-systeem te zijn; - Bij nieuwbouw dient er rekening te worden gehouden met een stankzone van 30 meter rond een gemaal. Staan er huizen binnen die afstand, dient er een geurfilter geplaatst te worden; - Bij hemelwateruitlaten dient er fysiek ruimte worden gereserveerd voor evt. een toekomstige zuiverende voorziening. - Tracés dienen te allen tijde bereikbaar te zijn voor onderhoud en calamiteiten. Waarnodig dient er zakelijk recht te worden gevestigd; - Bestand tegen de plaatselijke gronddruk, zettingen en verkeersbelastingen; - In verband met levensduurverlenging van de riolering en tegengaan van zettingverschillen zoveel mogelijk lichte materialen toepassen; - Behoudens calamiteiten en aanpassingen minimale levensduur 60 jaar; - Riolering niet situeren onder, asfaltverharding, het trottoir/voetpad, onder bomen of in groenstroken; - Voor aanvang uitvoering altijd proefsleuven aanbrengen; - Minimale diameter hoofdriool >= 250mm; - Gronddekking hoofdriool >= 1.00 meter (excl. wanddikte van de buis); eventueel in overleg DWA>= 0,80 meter); - Kruisingsputten en zinkers mogen alleen worden toegepast in HWA-riolen, dit in overleg met de gemeente. Het DWA-riool dient geen hinder te ondervinden; - Kruisen van watergangen e.d. riolering beschermen met een mantelbuis of doorlopende betonplaat tot minimaal 1,00 meter onder de bodem van de watergang; - Kolken zo ver mogelijk van uitritten; - Vrijvervalsytemen: Beton en PVC (buizen en putten); - Persleidingsystemen: HPE; - Oude en/of niet her te gebruiken straat- en trottoirkolken afvoeren naar een erkende verwerker; - Goede deksels en kolken welke niet hergebruikt worden afvoeren naar de gemeentewerf.

pagina 9


Hoofdriolering

- Bij aanleg nieuw rioolstelsel moeten de diameters en hoogteligging van de buizen bepaald worden middels een hydraulische berekening die door de initiatiefnemer wordt uitgevoerd; - Het riool en de putten aanbrengen op een droge ondergrond; - Tussen de inspectieputten het riool in een rechte lijn aanleggen; - Schoonwaterriool welke uitstroomt op oppervlaktewater dient voorzien te zijn van een taluduitstroombak met RVS vuilrooster van een rond 300 mm; - Putten en betonnen buizen bij voorkeur afkomstig van dezelfde leverancier; - Materiaal: HWA, DWA en gemengd hoofdriool tot 500 mm van pvc groter dan 500 mm van beton, overige leidingen van PVC; - Materiaal: PVC, klasse SN-8. Indien hulpstukken niet leverbaar zijn in deze klasse is klasse SN-4 toegestaan; - Verbinding PVC vrijverval dmv mof met rubbermanchet (bij voorkeur easylockverbinding), Beton dmv rolverbinding, standaard lengte 2,40 meter. - Kleur voor rioolstrengen, standpijp, uitleggers, huis- en kolkaansluitingen (hulpstukken mogen grijs zijn): * regenwaterriool (HWA) : grijs (RAL 7037); * gemengde riolering : grijs (RAL 7037); * vuilwaterriool (DWA) : bruin (RAL 8023). - Standpijpen moeten worden afgesloten met de WAVIN Indikap (of gelijkwaardig), welke waterdicht afgekit dient te worden; - Bij het aansluiten van uitleggers op het hoofdriool moeten zettingmoffen worden toegepast; - Bij het aansluiten van uitleggers op het hoofdriool mogen geen 90 gr. bochten worden toegepast, maar moeten T/stukken (3 pijpen) met hoeken onder 45 gr. (flexibel) worden toegepast; - Indien het riool niet kan worden verwijderd, is alleen na goedkeuring van de gemeente volschuimen toegestaan; - Alle inspectiegegevens incl. hellinghoekmeting aanleveren volgens NEN 3399, in rapportvorm en op DVD; - De opleveringsinspectie en de revisie dient binnen 10 werkbare werkdagen te worden aangeleverd. - Putnummers worden uitgegeven door de gemeente (afdeling Openbare Werken); - De puttenstaat - aangeleverd door de aannemer - dient door de gemeente te worden goedgekeurd en ondertekend; - Leverancier: Struyk-Verwo of gelijkwaardig; - Inwendige afmeting minimaal 800 x 800 mm tot 2,5 meter diep. Dieper dan 2,5 meter, 1000 x 1000 mm - Materiaal * Putten beton (prefab) inwendige afmetingen vanaf 900 mm beton (C 35/45) * Putten pvc tot inwendige afmetingen tot 900 mm * Overige putten: in het werk gestort beton (C 35/45) - Betonnen putten en uitstroombakken die op een slechte ondergrond worden geplaatst dienen te worden onderheid; - In overleg met gemeente bepalen of putten worden voorzien van stroomprofiel, afdekplaat of kegelopzetstuk; - Putten in het DWA stelsel voorzien van een stroomprofiel; - Putafstand bedraagt maximaal 70 meter; - Verbinding onderling prefab putonderdelen door middel van ingestorte rubberring; - Betonbuizen onderling verbinden middels glijverbinding (voorkeur easylockverbinding) (buizen van 300 tot 1.600 mm) of middels rolringverbinding (buizen van 1.250 tot 1.500 mm); - Aansluiting PVC-buizen op prefab betonputten d.m.v. PVC instortmof.

Inspectieputten


: :

pagina 10


-

Putafdekkingen -

Aansluiting PVC-buizen op metselwerk d.m.v. PVC-mof; Aansluiting PVC-buizen op bestaande betonnen of metselwerkput middels boring met rolring of renovatiering; Verdekte inspectieputten zijn niet toegestaan; Putranden en -deksels: gietijzer, geschikt voor zwaar verkeer; Inspectieputten moeten te allen tijde toegankelijk zijn en buiten tracés van kabels en leidingen liggen. Type: RB3223-VR-Vepro, Leverancier: TBS Soest, o.g. Bij drainageputten: rand met opschrift 'D' en 'R', deksel met opschrift 'DRAIN' Bij vuilwaterputten: rand met opschrift 'V' en 'W', deksel met opschrift 'VUILWATER' Bij regenwaterputten: rand met opschrift 'R' en 'W', deksel met opschrift 'REGENWATER'

Putafdekkingen in elementenverhardingen: - Leverancier: Struyk-Verwo Type: Ductiel, uitvoering Solo AME/600/24 met gewapend betonnen rechte voet van 24 cm Deksel: Gietijzeren scharnierend deksel met geïntegreerd rubber en zelfreinigend scharnierpunt Dichtvalbeveiliging: 120 graden Minimale dagmaat: 600 mm Belastingklasse: D 400 kN - Putafdekkingen in asfaltverhardingen: Leverancier: Struyk-Verwo Type: WGS P Solo Selflevel S 600/19 Deksel: Gietijzeren scharnierend deksel met geïntegreerd rubber en zelfreinigend scharnierpunt Dichtvalbeveiliging: 120 graden Minimale dagmaat: 600 mm Belastingklasse: D 400 kN - Putafdekking in groenstrook of berm: Leverancier: Struyk-Verwo Type: AQG Solo 600 berm 100x100x20-24 - Teksten op putafdekkingen: Schoonwater: op deksel staat SCHOON WATER en op omranding S-W. Vuilwater: op deksel staat VUIL WATER en op omranding V-W. Regenwater: op deksel staat REGENWATER en op omranding R-W. Gemengd stelsel: geen opschrift op deksels. - Type WGS P Solo Selflevel S 600/19: geen opschrift op omranding (rand te klein). - De opschriften moeten in een straat in dezelfde richting geplaatst te worden. - Alle deksel moeten voorzien zijn van een rubberoplegging. - Putafdekkingen moeten haaks op de bestrating worden aangebracht. - Op hoogte stellen putranden d.m.v. betonringen of klinkers (stellagen).


: :

pagina 11


Huis- en kolkaansluiting

- Leidraad riolering - Aanvraagformulier Huisaansluiting - Bouwbesluit 2012 - NEN 3215 - Verordening riolering 2013

Trottoirkolken

Straatkolken

Inkorten kolken

Pompgemaal


: :

- Voor aanleg van een huisaansluiting dient schriftelijk toestemming te worden aangevraagd bij de gemeente; - Huisaansluitingen worden door de gemeente aangelegd vanaf het hoofdriool tot en met het ontstoppingsstuk; - De kosten zijn voor rekening van de aanvrager (er worden door de gemeente offerte(s) opgevraagd); - Per kolk mag niet meer dan 100m2 asfaltverharding afwateren en niet meer dan 120 m2 elementenverharding; - Er mogen niet meer dan 2 kolken op één leiding van 160 mm worden aangesloten; - Kolken moeten bereikbaar zijn voor ontstoppings- en reinigingswerkzaamheden; - Op particulier terrein, dient per perceel een ontstoppingsstuk met schroefdeksel te worden aangebracht; - Ontstoppingsstuk: type Wavin PK 315 of gelijkwaardig, met zwart deksel voor HWA en bruin deksel voor DWA; - Huisaansluitingen met een dekking op de bovenkant van de buis van 0.60m. verticaal gemeten op de erfafscheiding; - De ontstoppingsstukken op particulier terrein voor de huisaansluitingen (plaats <= 0,50 m uit de erfafscheiding). Leverancier: Aquaway, eendelig - T1271 GB1, hg 900mm Gemengd/DWA: normaal rooster, HWA: waaiermotiefrooster; Leverancier: TBS Soest, eendelig - STR 4717 Gemengd/DWA: normaal rooster, HWA: waaiermotiefrooster; Leverancier: Aquaway, eendelig - S1300 GB1, hg 800mm, Gemengd/DWA: normaal rooster, HWA: waaiermotiefrooster; Leverancier: TBS Soest, eendelig - STR 9737 Gemengd/DWA: normaal rooster, HWA: waaiermotiefrooster; De volgende procedure dient gevolgd te worden na goedkeuring van gemeente om een kolk in te korten: - De kolk recht en gelijkmatig zagen; - Eerste een betontegel 500mmx500mm stellen alwaar de kolk op gezet wordt; - Betonvloer instorten die gelijk is aan de dikte van de vloer uit de standaard kolk; - Aangeven in revisie hoe diep de kolk is geworden en om welke reden de kolk is ingekort; - Markering aanbrengen bovenop het deksel zodat visueel waarneembaar is dat het een ingekorte kolk betreft. - Overzichtstekening van het gemaal, lengteprofiel, detail-, sparings- en opstellingstekeningen en elektronische schema's dienen ter goedkeuring in drievoud aan de rioolbeheerder te worden voorgelegd; - De ligging van het gemaal altijd in overleg met de rioolbeheerder; - Gemaal dient bereikbaar te zijn voor vrachtwagens incl. parkeerruimte; - Staat het rioolgemaal bij een watergang in de onderhoudsstrook, dient het gemaal voorzien te worden van een zwaarverkeers dekluik; - Rioolgemaal voorzien van telemetrie Van der Linden-systeem; - Signalering / besturing: I-View telemetrie Van der Linden pomptechniek (Hoofdpost); - Pomp natte opstelling tot 100 m3 / uur; - Pomp droge opstelling bij >= 100 m3 / uur; - Leverancier pompen: ITT Flygt. Voor hoofdgemalen dient de N-waaier te worden toegepast;

pagina 12


Drainage

-

Lamellenfilter Helofytenfilter Wadi’s Oude riolering

Inspectie


-

: :

Gemeentelijke drainage alleen in openbaar gebied behalve in groenstroken; Aansluitingen van derden alleen via controleputten, niet onder of nabij bomen projecteren; Natuurlijke en ecologische zones ontzien; Controle- en inspectieputten bereikbaar houden voor onderhoudsmachines; Zo veel mogelijk vrij op oppervlaktewater laten lozen; Uitmonding dienen voorzien te zijn van uitstroombakken, ter beschermen tegen maaischade; Geen K&L op gelijke hoogte kruisen; Peilhoogte grondwater in overleg met gemeente en waterschap vaststellen; Diameters afstemmen op de lozing hoeveelheden; Drainageputten dienen te worden voorzien van inwendige doorspuitarmen vanaf 0,80 m – maaiveld; Aanleg van de drainage dient in droge omstandigheden te g ebeuren; Opvulling rondom drain met drainzand. Niet toepassen, alleen ruimte voor reserveren; Als er helofytenfilters worden toegepast, dient de berekening ter goedkeuring aan de gemeente te worden voorgelegd; Als ze worden toegepast, dient er rekening te worden gehouden met onderhoud, bereikbaarheid van het filter. Als er wadi’s worden toegepast dient de berekening ter goedkeuring aan de gemeente te worden voorgelegd; Wadi’s dienen toegankelijk te zijn voor onderhoud (maaimachine). Oude, niet meer in gebruik zijnde rioleringen dienen te worden gereinigd alvorens te worden verwijdert en op milieuverantwoordelijke wijze te worden verwijderd en afgevoerd. Blijft de riolering in de grond liggen dient deze te worden geïnspecteerd op aanwezige aansluitingen en te worden volgeschuimd. Voor inspectie dient de riolering gereinigd te worden; Alle gebreken dienen te worden geclassificeerd en omschreven te worden; Inspectie van nieuwe riolering dient met een traditionele camera te gebeuren; Van elke streng dient één algemene overzichtsfoto te worden gemaakt; Alle gegevens (SUF-bestand, foto’s in JPG, video’s in MPEG, etc) dienen digitaal op DVD te worden aangeleverd; SUF-RIB 2.1 dient gebruikt te worden; Van elke streng een hellingshoekmeting vastleggen, welke met een bijgeleverde viewer kan worden bekeken; De beeldopname dienen zodanig te zijn samengesteld dat alle toestandsaspecten kunnen worden waargenomen, zonder dat de beeldopname vertraagd afgespeeld of stilgezet moet worden.

pagina 13


Revisie

- Op de revisie dienen de volgende onderdelen te staan: - Putten (Putnummer, hoogte deksel, materiaal, diepte, afmetingen, soort water); - Strengen (Streng van-naar, materiaal, diameter, BOB’s, jaar van aanleg); - Eindkappen (afstand vanaf put); - Klokken (type kolk); - Huisaansluiting (inlaten (afstand vanaf put), ontstoppingsstukken, bochten, diameters vermelden); - Overstort (schoon- en vuilwater), drempelbreedte, drempelhoogte, vrije ruimte tussen bovenkant muur en dekplaat; - Speciale constructies beschrijven; - Alle gegevens dienen X, Y te worden ingemeten ten aanzien van het RD. Z dient te worden gemeten t.o.v. NAP; - De revisie dient te worden aangeleverd in DGN- of DXF formaat; - De revisie dient volgens de door de gemeente ter beschikking gestelde legenda aangeleverd te worden; - De revisie dient binnen 10 werkdagen te worden ingeleverd na oplevering. - Rioleringsplan, inclusief onderliggende berekening; - Drainageplan, inclusief onderliggende berekening; - Ontwerptekeningen riolering en drainage. - Gemeente - Waterschap

Documenten

Vergunningen


: :

pagina 14


2.3 GROEN Alle openbaar groen (perken, grasveld, groenstrook, borders, singels en plas-draszones). Visie Versnippering voorkomen en waar mogelijk groenstructuren aansluiten en versterken Onderdeel Documenten Eisen en uitgangspunten Algemeen - Natuurbeschermingswet - Aansluiten op bestaande groenstructuren; - Flora- en faunawet - Openbaar groen mag niet ten koste gaan van verhardingen (waaronder parkeervoorzieningen); - Boswet - Bomenplan afstemmen met verlichtingsplan en ondergrondse infrastructuur; - Jachtwet - Bomen dienen indien mogelijk 2 meter uit het tracé van riolering, kavelgrens, kabels en leidingen te worden geplant; - Groenstructuurplan - Groeiplaatsverbetering toepassen in het plantgat; - Landschapsbeleidsplan - Beleidsnotitie bomen 2010 - De boomgaten dienen voorzien te zijn van beluchtingvoorzieningen; - Lijst waardevolle bomen en - Per boom dient er een gietrand worden aangebracht hoogte 30 cm kleur groen; - Indien bomen in of nabij verhardingen worden geplaatst en er daardoor risico op wortelopdruk is, dient een boomstructuren - Regels werken rondom wortel geleidingssysteem te worden toegepast. Het systeem moet een diepte bereiken van ca. 0,60-0,80 - maaiveld; bomen (zie bijlage 5) - Bomen van 1ste grootte: 30-35cm met kluit; van 2de grootte: 25-30cm met kluit en van 3de grootte 18-20 cm met kluit; - Minimale groeiplaats bomen: 1ste grootte: 36 m3, 2de grootte: 25m3 en 3de grootte: 9 m3; - Afstand van boom tot gevel en of lichtmast: 1ste grootte: 10 m; 2de grootte: 6 m en 3de grootte: 3 m; - Bomen met kluit binnen de kom vastzetten met 2 knie(boom)palen en boomband strak zetten, onbehandeld hout; - Minimale afmeting boomplantgat: afhankelijk van de grootte van de kluit verder grond los maken ter grootte van 2 meter bij 2 meter en 1 meter diep gevuld met bomengrond; - In beeldbepalende situaties bomengrond toepassen met de volgende samenstelling categorie RAW A1 - Droge stof 60-80% - Organische stof 10-15% van hoeveelheid droge stof - pH KCI: 7-7,5 - Stikstof (N) 3,5-5 gram per kg kg droge stof - Fosfaat als P2O5 2-3 gram per kg droge stof - K-HCI als K20 1,5-3 milligram per kg droge stof - CaO 20-40 gram per kg droge stof - MgO) 3-5 gram per kg droge stof - Geen lutum - In alle overige situaties mag teelaarde/tuingrond worden toegepast;; - Drainage: Bij jonge bomen een maal, bij oudere bomen twee maal om kluit, Afdekdop van drain plaatsen aan zijde rijbaan; - Beplanting mag geen negatief effect op de verkeersveiligheid hebben; - Bomen moeten een herkomst hebben van NAK(B) goedgekeurd materiaal.


: :

pagina 15


Ontwerpaspecten

Bosplantsoen

Opgaande heesters

Bodembedekkende heesters Cultuurrozen Hagen


: :

- Besluit Kwaliteit en gebruik overige organische Meststoffen (BOOM) - Ministerie van LNV - Burgerlijk wetboek (art. 5:42) - APV Woudrichem

-

Bereikbaarheid groen garanderen voor onderhoudsmaterieel en mechanisch beheer; Aanbrengen pastegels rondom palen en lichtmasten ter voorkomen van onkruidgroei; Afmetingen grasvakken minimaal 2,00 m1 breed en met obstakels 3,50 m1 breed; Haag alleen plaatsen als trottoirband erlangs kan worden geplaatst, wegens dooizouten; In trottoir: Bij voorkeur geen banden als opsluiting maar opsluiten met beluchtingtegels, anders trottoirbanden; Bomen niet voor de ramen van een woonkamer plaatsen, maar op perceelsgrens (midden van de woningen); Als bomen tussen parkeerplaatsen worden geplaatst, dienen er beschermende maatregelen worden genomen. Afmeting plantvak minimaal 100 m2 en minimaal 5 meter breed Plantafstand bedraagt 1-2 meter Om monocultuur te voorkomen mag het aandeel van een soort nooit meer dan 50% binnen het plantvak bedragen Bosplantsoen moet een minimale maat van 100-125 hebben; 1ste grootte > 3 meter, 2de grootte 1,5 - 3 meter; Afmeting plantvak 1ste grootte: min 50 m2 en min 5 meter breed, 2de grootte: min 25 m2 en min 3 meter breed; Plantafstanden 1ste grootte: min 1,5 - 3,0 meter, 2de grootte: min 1,0 - 2,0 meter; Heesters moeten een minimale maat van 30-40 hebben; Heesters en hagen mogen tegen de kavelgrens aan worden geplaatst; Er zijn vier categorieën, gemeente woudrichem kent 2 categorieën 3de grootte 0,5 - 1,5 m en 4de grootte <0,5 m; Afmeting plantvak min 3 m2 en min 1 meter breed; Plantafstanden 3de grootte: 0,6 - 1,3 meter, 4de grootte: 0,3 - 1,0 meter; Worden zo beperkt mogelijk toegepast in verband met hoge onderhoudskosten; Afmeting plantvak min. 10 m2 en min 2 meter breed; Strakke hagen in verband met hoge onderhoudskosten beperkt toepassen; Bij strakke haagvorm wordt de haag geknipt of geschoren; Bij losse haagvorm hoeft niet geknipt te worden; Twee soorten toepasbare hagen: Afscherming of Geleiding Afmeting plantvak: - Strakke haag: min. breedte haag 0,5 m ondergronds, min. lengte 5,0 meter, min. hoogte 0,5 en max. 2,5 meter; - Losse haag: min. breedte haag 0,8 m ondergronds, min. lengte 10,0 meter, min. hoogte 0,5 en max. 2,5 meter; - Plantafstand: - Strakke haag: hoger dan 1,50 m : tussen 0,50-1,00 meter; en lager dan 1,50 m : tussen 0,30 - 0,60 meter; - Losse haag: hoger dan 1,50 m : tussen 0,80-1,50 meter; en lager dan 1,50 m : tussen 0,30 - 1,00 meter; Haagplantsoen moet een minimale maat van 60-80 hebben;

pagina 16


Vaste planten

-

Ruw gras

Gazons/gras

Beheer/Onderhoud

Documenten Vergunningen


: :

-

Vaste planten in verband met hoge onderhoudskosten beperkt toepassen; Afmeting plantvak: breedte min. 0,50 meter, lengte min. 1,00 meter, groepsgrootte min. 0,50 m2 Plantafstand: 0,20 - 0,70 meter; Dit komt overeen met 3 tot 9 stuks per m2; Vaste planten moeten winterhard zijn. Afmeting vakken breedte 2,00 meter en min. opp. 200 m2; Langs doorgaande wegen mag dit smaller zijn; Samenstelling mengsel zo dat weinig onderhoud nodig is: gras met lage productie, snelle vestiging en wintervast; Alle terreinen met ruw gras moeten bereikbaar zijn voor machines met een breedte van 2,50 meter. Sier- en speelgazons: min. breedte 5 meter, min. opp. 100 m2 en helling max. 1:3; Recreatieterreinen: min. breedte 20 meter, min. 400 m2; Samenstelling mengsel: - Sier- en speelgazons: gras moet betredingstolerant zijn , fijn uiterlijk hebben en gehele jaar groen zijn; - Recreatieterreinen: gras moet zeer sterk zijn, intensief beloopbaar en bespeelbaar zijn; Alle terreinen met ruw gras moeten bereikbaar zijn voor machines met een breedte van 2,50 meter. Grasvakken en gazons dienen bol te worden aangelegd (bollingspercentage 1,5 cm per meter); Grasvakken en gazons puinvrij opleveren. Op het totale groen zit 1 jaar onderhoud rekenend vanaf het plantmoment (najaar of voorjaar); Na aanplant dient er 1 jaar onderhoud en inboetgarantie op de beplanting te zitten; Bomen dienen aan het einde van de onderhoudsperiode minimaal een keer gesnoeid te zijn. Groenvakken vrij van puin en overige afvalstoffen (plastic, materialen) ivm maaien en groenonderhoud; Bij onderhoud geen gebruik maken van chemische bestrijdingsmiddelen. Ontwerp voor de openbare ruimte; Beplatingsplan, incl. opgave soorten, maat, e.d. (recapitulatielijst). Gemeente kapvergunning (WABO, omgevingsrecht); WSRL voor zover binnen de keurzone.

pagina 17


2.4 WATERHUISHOUDING Open water, in de vorm van watergang (rivier, beek, legger-, schouw- en reguliere watergangen) of vijvers (visvijvers, bergingsvijvers, poelen, wadi’s). Visie Water toepassen als ordenend principe. Onderdeel Algemeen


Documenten - Keur Waterschap - Beleid Waterschap - Waterplan Woudrichem - Gemeentelijk Rioleringsplan - Rijkswaterstaat (rivier)

: :

Eisen en uitgangspunten - Waterplan Woudrichem (basis voor ontwerpen) - Gemeentelijke eisen aan waterkwaliteit (o.a. waterparagraaf in bestemmingsplan); - Eisen Waterschap Rivierenland te Tiel (vergunningsplicht (keur)); - Geen vuil water naar schoon water later stromen; - Voorkomen van wateroverlast en watertekort; - Watertoets huidige/oorspronkelijke waterhuishoudkundige situatie onderzoeken conform kwaliteitsplan; - Water blijft openbaar; - Oevers blijven openbaar; - Bestaande waterstructuren zoveel mogelijk intact houden; - Voor het ontwerp van wadi's wordt verwezen naar het boek Wadi's: aanbeveling voor ontwerp, aanleg en beheer van de stichting RIONED (2006); - Geen stilstaand water opnemen, moet altijd doorstroombaar zijn; - De omgeving mag geen nadelige gevolgen ondervinden van het nieuw te maken project; - Regenwater dient afgevoerd te worden naar de daarvoor aangelegde/aanwezige watergangen; - In het plangebied moet waterberging gereserveerd worden : toepassen vuistregel: ca. 436 m3 per hectare tot 5 hectare, boven de 5 hectare dient een aparte berekening te worden overlegd; - Wijzigingen in het profiel van watergangen is vergunningsplichtig; - Voor het onderhoud aan watergangen dient minimaal een vlakke strook van 4 meter breed aangelegd te worden. Bij A-watergangen dient minimaal een strook van 5 meter te worden aangelegd; - Maatvoering A, B en/of C-watergangen conform eisen Waterschap Rivierenland, gemeente kan aanvullende eisen hebben.

pagina 18


Ontwerpaspecten

Documenten

Vergunningen derden


: :

- Water, oevers en taluds moeten bereikbaar zijn voor machinaal onderhoud; - Dimensionering: Te bepalen o.b.v. benodigde bergingscapaciteit, piekafvoer, infiltratie %; - Per 5 ha. projectgebied dient een peilbuis te worden aangebracht voor permanente monitoring van de grondwaterstand. uitvoering en locatie i.o.m. de gemeente te bepalen; - Ecologische verbindingszone minimaal 25 meter breed; - Onderhoud Watergang en vijver, vanaf één zijde bij breedten tot 4,00 meter, van twee zijden bij breedten tussen de 4,00 7,00 meter en bij breedten > 7,00 meter vanaf het water; - Taluds minimaal 1:2 met een onderhoudsstrook van 4,00 meter bij machinale bewerking vanaf bovenzijde insteek; - Taluds minimaal 1:3 bij vijver binnen de bebouwde kom; - Taluds minimaal 1:4 bij machinale bewerking op het talud zelf; - Taluds minimaal 1:10 bij oever- en wateronderhoud vanaf het talud; - Geen bomen en heesters in taluds met een volcapilaire zone planten; - Duikers afschermen met roosters, niet buiten talud laten uitsteken; - Diepte speelvijvers 0,15 - 0,20 meter en bodemdiepte 1,00 meter op de waterlijn; - Pas milieuvriendelijke oevers toe, waar spontane oevervegetatie gewenst is; - Bij tijdelijke oeverbescherming dienen bijvoorkeur eikenhout of wilgentenen toegepast te worden; - Bij toepassing van een kunstmatige oeverbescherming voorzieningen aanbrengen waardoor jonge dieren gemakkelijk uit het water kunnen komen, ook bij zeer lage waterstanden; - Bij de inrichting van natuurlijke oevers dient de bovenkant van de oeverbescherming maximaal op de hoogte van de gemiddelde waterlijn te liggen. - De gemeente vereist een waterhuishoudkundig plan gefundeerd op een geohydrologisch onderzoek - Bemalingadvies - Bronneringsonderzoek - WSRL Rivierenland (watervergunning, beregening, bronbemaling, sanering of industriële toepassingen > 150.000 m3) - Provincie Noord-Brabant (onttrekkingvergunning)

pagina 19


2.5 VERHARDING Alle verhardingen in het openbare gebied Functie Verkeers- of verblijfsfunctie. Onderdeel Algemeen


Documenten - Convenant Duurzaam Veilig - CROW Publicaties - NEN-normen - BRL 9334

: :

Eisen en uitgangspunten - Materialen zoals vastgelegd in het vast te stellen inrichtingsplan openbare gebied en Definitief Ontwerp (DO) - Kwaliteit van de materialen dient dusdanig te worden ontworpen dat duurzaam beheer toegepast kan worden Duurzaam beheer wil zeggen dat door goede materiaalkeuze en ontwerp het onderhoud geminimaliseerd wordt en dat reconstructies met grotere tijdsintervallen kunnen worden uitgevoerd. - Parkeernormen conform Notitie parkeren vastgesteld 17 mei 2011; - Categorisering volgens GVVP Land van Heusden en Altena/ Woudrichem vastgesteld 17 mei 2011; - Ontwerp conform handboek Politiekeurmerk Veilig Wonen; - Standaard RAW Bepalingen 2015; - UAV 2012; - Besluit bodemkwaliteit; - Handboek asfaltverhardingen (VBW); - NEN 1338 Betonstraatstenen; - NEN 1339 Betontegels; - NEN 1340 Betonbanden; - NEN 1344 Straatbakstenen; - Kwaliteit stenen : A4-12E Q+ voorzien van afstandshouder en eventuele vellingkant - Voegbreedte : 3 mm; - Basaltsplit : 0-3 mm; - Gebruik voor de kwaliteitsbepaling van de te leveren materialen (incl. beton) de standaard RAW-bepalingen, zoals vastgelegd in de Standaard 2015, uitgave van de stichting CROW en Besluit bodemkwaliteit. - Elk te ontwikkelen gebied/wijk dient minimaal 2 onafhankelijke toegangen te hebben voor hulpdiensten - Uitwegen (inritten) conform Notitie Omgevingsvergunning uitweg Woudrichem 2011; - Ontwerpen doorspreken en afstemmen met hulpdiensten, Gehandicaptenplatform, busmaatschappijen; - Geluidsonderzoek volgens de wet Geluidhinder; - Benodigde verkeerskundige onderzoeken (intensiteiten) ten behoeve van berekeningen wegconstructie; - Circulatieplan voor de benodigde omleidingsroutes en bereikbaarheid hulpdiensten.

pagina 20


Ontwerpaspecten


: :

- Handboek Wegontwerp (CROW publicatie 164) - ASVV 2012 - Standaard 2015 - Gefundeerd op weg (CROW publicatie 81) - G.V.V.P. Notitie Parkeren - Bouwstoffenbesluit - Groenstructuurplan - Handleiding blusvoorzieningen - Handboek toegankelijkheid

-

Aanliggende wegen grenzend aan het projectplan meenemen als minimaal herstraten inclusief verwerking toegankelijkheid Toelaatbare zetting: 10 cm in 25 jaar na datum van oplevering; Levensduur toplaag: 12 jaar na datum van oplevering; Verkeersklasse afhankelijk van functie verharding: minimaal 3; Levensduur overige constructie : 30 jaar na datum van oplevering; Vrije rijloper brandweer > 3,50 meter; Vrije doorrijhoogte > 4,50 meter; Parkeren : Haaks : 2,50m breed x 5,00m lang exclusief opsluiting, ruimte uitrijden minimaal 6,00m; Parkeren : Langs : 2,00m breed x 5,50m lang exclusief opsluiting, let op tussenvak langsparkeren 6,00m lang; Inspectieputten in het midden van de weg situeren, echter nooit in een bandenlijn situeren; Pompputten niet in de weg situeren; Straatkolken niet ter plaatse van (invaliden)inritten situeren; Bij publiekstrekkende voorzieningen dienen voldoende mogelijkheden gerealiseerd te worden voor fietsers; Snelheidsremmende maatregelen bij voorkeur uitvoeren als kruispuntplateau, terughoudend met drempels; Kruispunten erftoegangswegen met gebiedsontsluitingswegen uitvoeren in kruispuntplateau; Trottoir en fietspaden in halfsteensverband aanbrengen; Rijbaan in keperverband aanbrengen inclusief bisschopmutsen; Alle kantopsluitingen van doorgaande wegen in schrale beton 0/31,5 (dik 15 cm) met steunrug van schraal beton; Trottoirbanden tussen rijbaan en groen: 130/150 x 250 mm en tussen parkeerplaats en rijbaan 50/200 x 200 mm; Opsluitbanden minimaal 10/20 x 1.000 mm stellen op straatzand; Bestratingsmateriaal waarover motorvoertuigen rijden min. 80 mm dik; Invalidenopritten aanbrengen t.b.v. oversteekbaarheid, 1,50 x 0,75 m, middels inritperronband en bss-df-rood; Minimale opstelplaats op een middengeleider (vluchtheuvel) voor rolstoel is 1,50 x 1,50 meter; Afwatering Molgoten (5 strekken) afschot 0,5% in lengterichting en alleen in de middelste strek (waterlaag); Afwatering Rijbaan met trottoir dwarshelling rijbaan 3%, zonder trottoir dwarshelling 2% Afwatering trottoir dwarshelling 2%, bij natuursteen 4%; Afwatering parkeervak dwarshelling 2%; Klik bij trottoirs (hoogteverschil tussen trottoirband en tegels) 15 mm na aftrillen; Rekening houden met toegankelijkheid en bereikbaarheid van vuilnis- en verhuiswagens met opstelpunten kliko's.

pagina 21


Erftoegangswegen binnen de bebouwde kom (30 km/h)

Gebiedsontsluitingsweg binnen de bebouwde kom (50 km/h)


: :

-

Rijbaanindeling als één rijbaan met één rijstrook; Materialen kleurvast : gebakken straatstenen, in overleg en na akkoord eventueel betonstraatstenen met bisschopmutsen; Verhardingsbreedte: Eenrichting > 3,50 meter, tweerichting > 4,50 meter excl. Molgoot, max 5,50 meter; Gelijkwaardige kruisingen, eventueel verhoogd in de vorm van een kruispuntplateau of punaise; Geen wegmarkering; Rijbaan en parkeervakken : minimale dikte 80 mm in keperverband, kleur rood of heidepaars; Fundering: minimaal 0,25m zand, 0,25m menggranulaat, 0,05m brekerzand; Parkeren op de rijbaan en in een afwijkend kleur bestrating bij voorkeur zwart; Halteren Openbaar Vervoer op de rijbaan; Fietspaden vrijliggend of verhoogd aanliggend; Bromfietsers op de rijbaan; Langzaam verkeer op de rijbaan; Bochtstralen hoofdwegen >5 meter; Waar mogelijk rechtstanden maximaal 75 meter; Toepassen van fysieke snelheidsremmende maatregelen in de vorm van kruispuntplateau of versmallingen; Afschot: Tonrond profiel, niet op één oor, dwarshelling 2cm/m. Rijbaanindeling als één rijbaan met 2 rijstroken; Rijbaanbreedte minimaal 5.50 meter tot maximaal 6.50 meter; Kruispunttype: rotonde of voorrangskruising; Wegmarkering conform EHK (essentiële herkenbaarheidkenmerken); Verharding in asfalt, op basis van een verhardingsadvies; Fundering minimaal 0,25m zand, 0,25m menggranulaat; 0,05 brekerzand; Profiel: gewijzigd tonrond; Voorkomen van particuliere erfaansluitingen; Parkeren niet op de rijbaan en in een afwijkend kleur bestrating; Halteren Openbaar Vervoer aanliggend of op de rijbaan; Fietspaden vrijliggend of verhoogd aanliggend; Bromfietsers op de rijbaan; Langzaam verkeer niet op de rijbaan of mengend met verkeer door fietssuggestiestrook; Trottoir voor voetgangers aan beide zijde, minimaal 1 volledig trottoir; Bochtstralen hoofdwegen 15 meter; Beperkt toepassen van fysieke snelheidsremmende maatregelen.

pagina 22


Erftoegangsweg buiten de bebouwde kom (60 km/h)

Gebiedsontsluitingsweg buiten de bebouwde kom (80 km/h)

Openbaar Vervoer

- C.R.O.W. publicaties - Provinciaal beleid

Parkeren

- G.V.V.P. Notitie Parkeren


: :

-

Rijbaanindeling als één rijbaan met 1 rijstroken; Kruisingen gelijkvloers eventueel verhoogd in de vorm van een kruispuntplateau; Wegmarkering conform EHK (essentiële herkenbaarheidkenmerken); Verharding in asfalt; Fundering conform funderingsadvies; Parkeren niet op de rijbaan en in een afwijkend kleur bestrating; Halteren Openbaar Vervoer op de rijbaan of aanliggend; Fietspaden vrijliggend mengend met het verkeer via fietssuggestiestrook; Bromfietsers op de rijbaan; Langzaam verkeer op de rijbaan; Voetgangers op de rijbaan; Openbare Verlichting op kruispunten of belangrijk locaties; Toepassen van fysieke snelheidsremmende maatregelen. Rijbaanindeling als één rijbaan met 2 rijstroken; Kruispunttype: rotonde of voorrangskruising; Wegmarkering conform EHK (essentiële herkenbaarheidkenmerken); Verharding in asfalt op basis van een verhardingsadvies; Fundering conform funderingsadvies; Voorkomen van particuliere erfaansluitingen; Parkeren niet op de rijbaan en in een afwijkend kleur bestrating; Halteren Openbaar Vervoer aanliggend of vrijliggend; Fietspaden vrijliggend; Bromfietsers vrijliggend; Langzaam verkeer scheiden; Openbare Verlichting op kruispunten of belangrijk locaties; Geen fysieke snelheidsremmende maatregelen. De voorzieningen in het openbaar vervoer moeten voor iedereen toegankelijk zijn; Alle verkeersremmende maatregelen moeten afgestemd worden met de vervoerdersorganisatie in de gemeente; Locaties en voorzieningen bij van haltes dient met de vervoerder en de provincie afgestemd te worden; Drempelconstructie dienen voldoende lengte te hebben en een minimale helling van 1:40. Parkeernormen conform Notitie Parkeren (onderdeel G.V.V.P) Fundering 0,25m zand, 0,25m menggranulaat en 5 cm brekerzand; Elementenverharding 5 strekse lagen kleurvast grijs buitenom en in het midden elleboogverband kleurvast zwart; Geen haaks parkeren toegestaan langs gebiedsontsluitingswegen en bij kruisingen (binnen 5 meter) van wegen; Haakse parkeervoorzieningen bij schuttingen of muren dienen voorzien te worden van stootbanden; Indien een parkeervoorziening en trottoir op een gelijk niveau liggen dient een scheiding toegepast te worden; Indien nodig blijkt parkeervakken voorzien van een P-tegel in het middenvoor.

pagina 23


Fietspaden

Voetpaden

Invalideninrit

- Bijlage 6

Plateau (drempel)

CROW publicatie 244

Verkeersgeleiders Uitwegen

- Wabo (omgevingsloket.nl) - APV Woudrichem - Legesverordening

Documenten Vergunningen derden


: :

- Fietspad in asfalt, op basis van een verhardingsadvies; - Fietspaden in klinkerverharding indien nutsvoorzieningen onder het fietspad liggen; - Licht onderhoudsverkeer: Fundering : 30 cm zand, 20 cm menggranulaat 0/31,5; Open verharding (betontegels of klinkers) : minimale dikte 60mm op 5 cm brekerzand; Asfaltverharding : minimaal AC16 BASE 50mm en SMA-NL 8 30mm; - Middelzwaar onderhoudsverkeer (bijv. zoutstrooier): Fundering : 50cm zand, 25cm menggranulaat 0/31,5; Open verharding: minimaal 80 mm dik op 5 cm brekerzand; Asfaltverharding: minimaal AC16 BASE 70 mm en SMA-NL 8 (30mm (SMA-NL 8B rood); - Breedte fietspad enkelzijdig minimaal 2.00 meter en dubbelzijdig min. 3.50 meter. - Voetpaden onderscheiden van rijbaan door verhoogd aan te leggen; - Breedte voetpaden > 1.50 meter (excl. opsluitband 100/200), bij voorkeur 2.00 meter en bij éénzijdig voetpad 1.80 meter; - Verharding voetpaden in betontegelverharding in halfsteensverband; - Verharding voetpaden in klinkerverharding in halfsteensverband waarbij langs kantopsluiting één streklaag; - Verhardingsmateriaal minimaal 60 mm dik en bij uitritten 80 mm op 5 cm brekerzand (mits fundering menggranulaat is); - Fundering minimaal 0,50 m zand, 0,15m menggranulaat 0/31,5 of 0,70m zandfundering; - Afwatering mag niet plaatsvinden naar privéterreinen, afschot 1:40. - Bij trottoir => 1,50 meter t.h.v. oversteekpunten aanbrengen invalideninritten t.b.v. mindervaliden - Invalideninrit (0.75 x 1.50m): in rechtstand, materiaal bss-df (rood) tussen inritperronband (links en rechts) - Bij trottoir < 1,50 meter t.h.v. oversteekpunten verlaagde trottoirband aanbrengen t.b.v. mindervaliden - Toeritten drempels en kruispuntplateau standaard 8 cm hoogt en helling 1:40 (trapeziumvorm) bij 50 en 60 km/h; - Bij een maximumsnelheid van 30 km/h of lager eventueel 1:25 (trapeziumvorm); - Punaise hebben een diameter van 7,50 meter met een hoogte van max. 8 centimeter; - Lengte plateau minimaal 7 meter (in busroutes met 12m bus (7 meter), 15m bus (9 meter) en gelede bus (13 meter). - Verharding van betonprint met zwart-wit klinker-/blokmotief; - Fundering 150 mm menggranulaat. - Fundering uitwegen in woonwijken: 0,30 m geel zand; - Fundering uitwegen buiten de bebouwde kom: 0,05 brekerzand op 0,30 m puinfundering; - Fundering uitwegen industrieterrein: 0,05 brekerzand op 0,30 m puinfundering; - Tussen uitweg en rijbaan witte streep aanbrengen dikte 0,20 m (2 strekken klinkerverharding witte stenen); - Inritbanden 600x300 mm; - Aansluiting op de rijbaan dient haaks te zijn; - Standaard breedte inritten binnen de kom bij woningen: 3.00 meter. - Civieltechnische ontwerpen detailtekeningen; - Verkeers- en straatnaambordenplan; - Gemeente (ontwerp, parkeernormen/aantallen) - Overige organisaties (Provincie, Veilig Verkeer Nederland, Waterschap, gehandicaptenplatform, monumenten, ouderenbond) pagina 24


2.6 OPENBARE VERLICHTING Produceren van licht dat past bij de lokale kenmerken van de Openbare Ruimte en gemeentelijke eisen ten aanzien van veiligheid en leefbaarheid. Het doel is om het openbare leven bij duisternis zo goed mogelijk te laten functioneren en levert een bijdrage aan de sociale veilige, verkeersveilige en leefbare omgeving. Onderdeel Algemeen

Documenten - Gemeentelijk beleid - NPR 13201-1 - NSVV - Politiekeurmerk Veilig Wonen - Seniorenlabel

Onderhoud en Beheer

- NEN 1010 - NEN 3140

Binnen de bebouwde kom

Buiten de bebouwde kom

- NSVV OVNatuurgebieden - Flora en Fauna

Documenten Aanvraag derden

- OVL plan - OV-Beheerder - Netwerkbedrijf


: :

Eisen en uitgangspunten - Ontwerptekening inclusief lichttechnische berekeningen dienen voorgelegd te worden aan de gemeentelijke OV-Beheerder ter beoordeling en toetsing (rekening houden met aanliggende wegen grenzend aan het plangebied - Kleur lichtmasten : RAL 6009; - LED verlichting voorzien van OCL (Outdoor Lamp Controller) t.b.v. dynamisch dimmen op afstand (incl. dimregime : 4a); - Fundering: na plaatsing mast vullen met zand, boorbuis niet toegestaan; overgang naar bestrating afkitten - Ter plaatse van snelheidsremmende maatregelen, obstakels, ed. dient openbare verlichting aanwezig te zijn; - Bij plaatsing van lichtmasten afstand tot boom van 1ste grootte: 10 m; 2de grootte: 6 m en 3de grootte: 3 m; - Lichtmasten voor (slaapkamer)ramen zoveel mogelijk beperken. - Toepassen van doelmatige (energieverbruik en techniek), onderhoudsarme en vandalismebestendige armarturen - Uitsluitend milieuvriendelijke lampen toepassen, het aantal zoveel mogelijk beperken - Bij vervanging van oude lichtmasten, nieuwe stalen voorzien van poedercoating toepassen - Ter voorkoming van aansprakelijkheidstelling dient de installatie te voldoen aan NEN 1010 en NEN 3140 - Verlichting in kernen gelijktijdig in- en uitschakelen d.m.v. toonfrequent signaal van het netwerkbedrijf - Avondverlichting of inschakeltijd voor OCL-dimschakeling instellen op 23:00 uur. - Op wegen de gelijkmatigheid van verlichting, gelijkwaardig stellen aan het verlichtingsniveau - Alle verlichting uitvoeren als nachtbranders of voorzien van OCL-dimschakeling. - Voetpaden (vrijliggend) voorzien van verlichting, ’s nachts laten branden of OCL-dimschakeling - In openbare achterpaden/brandgangen, niet eigendom zijnde van de gemeente, dient de verlichting aangelegd te worden conform de gestelde eisen en geschied voor rekening van de eigenaar - Speelterreinen worden in beginsel niet verlicht, om schijnveiligheid te voorkomen - In beginsel woongebieden lage lichtpunthoogte (TP/CO 4 mtr, Led 26 W), parkeerkoffers (TP/VE 6 mtr, Led 26W) - Langs gebiedsontsluitingswegen (60 en 80 km/h) en erftoegangswegen (60 km/h) geen verlichting tenzij dit voor de verkeersveiligheid nodig is - Alleen op kruispunten van wegen (oriëntatie)verlichting aanbrengen - In de omgeving van natuurgebieden dient het aantal lichtpunten beperkt te blijven tot uitsluitend kruispunten - In aangewezen “donkergebieden” zogenaamde groene led verlichting, in het overige gebied ‘witte’ led verlichting - Vrijliggende fietspaden behorend tot het Regionaal fietsnetwerk verlichten ivm sociale veiligheid - Alle verlichting in het buitengebied in de nachtelijke uren laten branden of voorzien van OCL-dimschakeling - Aangeven van de te verwijderen, te verplaatsen, te vervangen en of nieuw aan te leggen lichtmasten/armaturen - De OV-beheerder is Nobra Technische Bureau BV, Bunderstraat 22a, 5481 KD te Schijndel (073-5479351) - Het OV-netwerkbedrijf is Enexis B.V.

pagina 25


2.7 KUNSTWERKEN Kunstwerken (duikers, bruggen, viaducten) en overige bouwwerken Visie Ontwerpen van verkeersveilig, sociaal veilig, duurzaam, vandalismebestendig en onderhoudsarme kunstwerken en/of bouwwerken. Onderdeel Algemeen

Documenten - Bouwbesluit - CROW publicaties - Politiekeurmerk - NEN-(EN) Normen - Eurocode/NEN 8700 - NEN-EN 1991-2 - NEN-EN 1992-1 en 2 - Watervergunning - Inkoopduurzaamhout.nl

Ontwerp

Damwanden


: :

Eisen en uitgangspunten - in en rond de Vesting van Woudrichem advies monumentencommissie (beschermd stadsgezicht/cultuur historisch) - Beton-, staal- en kunststof constructies ontwerpen op een levensduur van 80 jaar, voor hout geldt 30 jaar; - Coatingssysteem bij staalconstructies moet een minimale levensduur van 30 jaar hebben; - Voegovergangen dienen een (ontwerp) levensduur te hebben van 10 jaar; - Hout dient volgens de criteria te voldaan aan TPAS andere keurmerken zijn uitgesloten (www.inkoopduurzaamhout.nl); - Er dient gestreefd te worden naar metalliseren van staalconstructies; - Graffiti vrij ontwerpen, tot minimaal 2,5 meter hoogte anti-graffiti coating aanbrengen (voorkeur type Euro Guardian); - Verlichting dient door de beheerder van de openbare verlichting te worden geadviseerd, dit advies is leidend (par. 2.6) - Er mogen geen hijsvoorzieningen, injectieopeningen, stempels e.d. in de blijvend zichtbare delen zijn opgenomen; - Voorzieningen treffen ter voorkomen van locaties en onderdelen waar water kan blijven staan (goede afwatering); - Vermijd het ontstaan van ecologische barrières; - Het object moet in de omgeving worden ingepast; - Brugleuningen conform bouwbesluit en/of handboek bermbeveiligingsvoorzieningen (CROW); - Beweegbare kunstwerken onderhoudstermijn 1 jaar, bij overige kunstwerken 6 maanden; - Voetbruggen moeten voldoen aan de bouwverordening en toegankelijk voor gehandicapten, rolstoelers e.d.. - Onderhoudsbewust ontwerp; - Overgangen en aansluitingen moeten in verband met dooizouten waterdicht uitgevoerd zijn - Verkeersveiligheid en sociale veiligheid voor weggebruikers is primair; - Maximale helling van een uitrit uit een parkeergarage naar de openbare weg is in de laatste 5 meter maximaal 3%; - Bruggen met betondek, tussen beton en slijtlaag een membraam aanbrengen; - Tussen verbindingsmiddelen en onder bouten nylon ringen toepassen; - Bij alle bruggen (ook kleinere voetgangersbruggen) overgangs- c.q. aanrijdplaten toepassen; - Brugleuningen minimaal 0,50 meter door laten lopen voorbij de aanvang van het talud; - Brugdek altijd voorzien van een antisliplaag/slijtlaag; - Toegestane maattoleranties van de constructie na montage zijn maximaal 5 mm; - Leuningen op het kunstwerk dienen te voldoen aan het bouwbesluit; - Damwanden gronddicht afwerken; - Houten planken voorzien van messing en groef of trapeziumvormige visbek; - Staalkwaliteit S240GP, onrustig staal is niet toegestaan; - afwijking van werkelijke t.o.v. de voorgeschreven hartlijn, gemeten in het horizontale vlak, maximaal 10 mm; - afwijking van werkelijke t.o.v. de voorgeschreven inheiniveau, gemeten in het verticale vlak, maximaal 10 mm.

pagina 26


Hout

Staal Onderzoeken

- Bouwbesluit - Eurocode/NEN 8700 - NEN-EN 1991-2 - NEN-EN 1992-1 en 2

Documenten

Vergunningen derden


: :

-

Bij toepassing van hout alleen hardhout gebruiken Onder moeren en boutkoppen, welke in aanraking komen met het houtwerk, volgringen aanbrengen; Diameter volgringen 3 maal de boutdikte en de dikte 3/10 maal de boutdikte. Boutverbindingen waarbij contactcorrosie kan ontstaan dient nylon ringen als isolator gebruikt te worden. Grondonderzoek; Destructief onderzoek (bepalen eigenschappen verschillende materialen); Uitvoeren sonderingen; Modelleren en uitvoeren sterkteberekeningen (veiligheidsberekening) volgens de huidig geldende (NEN) normen. Rapportage van alle gehouden onderzoeken inclusief adviezen en conclusies; Revisiedocumenten : na realisatie van het ontwerp dienen er digitale revisietekeningen te worden aangeleverd; Bij overdracht beheer gehele bouwarchief overdragen (tekeningen, berekeningen, garantiecertificaten, kleurcodes, Typenummers, onderhoudsschema’s, leveranciers, etc); - Gemeente (bouwbesluit, wabovergunning); - Waterschap Rivierenland (watervergunning).

pagina 27


2.8 STRAATMEUBILAIR Alle straatmeubilair in het openbaar gebied Functie Recreatief, netheid, functioneel (geleiding/afzetting) Visie Eenduidigheid en herkenbaarheid Onderdeel Documenten Algemeen - Onkruidwerende verhardingen (CROW publicatie 119)

Verkeersborden - Wegenverkeerswet 1994 en - R.V.V. 1990 straatnaamborden - Bordenboek VNVF - crow.nl/verkeerstekens

Afvalinzameling


- Wet milieubeheer

: :

Eisen en uitgangspunten - Gebruik straatmeubilair afstemmen op de behoefte om zo overbodig straatmeubilair te voorkomen; - Rekening houden met verkeersveiligheid, zoals de overzichtelijkheid van de situatie; - Straatmeubilair combineren en integreren; - Straatmeubilair wat in de grond staat voorzien van voet of poer van beton of andere vorm van verankering; - Ruimte tussen straatmeubilair en verharding afkitten om onkruid te voorkomen; - Houdt rekening met kabels, leidingen en riolering; - Pas enkel producten toe, vrij van zware metalen, of voorzien van milieuvriendelijke coating; - RVS of duurzaam hout (inkoopduurzaamhout.nl) geproduceerd hout; - Straatmeubilair ten behoeve van Openbaar vervoer (haltelocaties) wordt door de gemeente ter beschikking gesteld, echter de kosten komen voor rekening van ontwikkelaar; - Kleur straatmeubilair bij voorkeur: RAL 4007, in overleg met gemeente kan andere kleur bepaald worden. - Plaatsing van verkeers- en straatnaamborden zoveel mogelijk combineren op één paal of aan één lichtmast; - Buiten de kom max. 2 borden en 1 onderbord per paal; - Verkeersborden dienen voorzien te zijn van een dubbele omgezette rand (DOR) en positioneringgaten, dikte min. 3 mm; - Palen standaard thermisch verzinkte flespalen 76/48 mm in diverse lengtes en voorzien van een losse voetkruis; - Folie min. retroreflectieklasse Diamond Grade DG3 (klasse 3); - Werk in uitvoeringsborden (W.I.U.) retroreflectieklasse Fluorescerend Diamond Grade DG3 (klasse 3); - Straatnaamborden conform systeem 2000; - Lettertype: ANWB TrafficUu; - Borden moeten voldoen aan kwaliteitskeurmerk: Qualisign. - Afvalaanbiedingsplaats moet binnen een straal van 75 meter van het perceel van de woning liggen en langs strooiroutes; - Inzamelvoorzieningen niet plaatsen bij brandkranen en/of afsluiters, eveneens rekening houdend met kabels en leidingen; - Ruimte houden t.b.v. bereikbaarheid en benodigde obstakelvrije ruimte, min. 2 m vanaf straatmeubilair; - Afvalbakken dienen te passen op het huidige systeem; - Bij laagbouw : minicontainers; - Bij gestapelde bouw : ondergrondse containers toepassen; - Ondergrondse afvalvoorziening voorzien van veiligheidshek of -vloer (tbv veiligheid als containers gelicht worden). - Uitvoering: ondergrondse containers plaatsen op betonplaat op palen (nadere eisen opvragen bij gemeente afd. milieu)

pagina 28


Fietsstallingen

- NEN 1814 - Fietsparkeur - BABW - CROW 207

Markeringen Overig

-

Documenten

Vergunningen derden


-

: :

Bij voorkeur voorwielinklemming toepassen. RAL Kleur in overleg bepalen met de gemeente Gesloten verhardingen: wit reflecterend thermoplastisch markeringsmateriaal (dikte min. 3 mm of sprayplast); Elementenverharding: Wegenverf m.u.v. kruizen en overige kleine markeringen deze uitvoeren in wit stenen. Bochtbescherming bij licht verkeer, beperkte verkeersdruk, bestaande uit 1 rij grasbetonstenen en 3 palen per bocht; Bochtbescherming bij zwaar verkeer, zware verkeersdruk, bestaande uit 4 rijen basaltkeien, 3 of 4 schampblokken in beton en/of 3 palen per bocht; Denk aan de bereikbaarheid en verkeersveiligheid bij het legen van de bakken. Bebordingsplan ontwerp conform NEN 1772 en 3381; Fietsbewegwijzering conform ANWB; Ontwerp inrichting openbare ruimte; Gemeente, provincie of Rijkswaterstaat (verkeersborden) Gemeente (afvalinzameling)

pagina 29


2.9 SPEELVOORZIENINGEN Alle speelvoorzieningen in het openbaar gebied. Onderdeel Algemeen Ontwerpaspecten

Overig



: :

Documenten - Speelplaatsenbeleid "Maak ruimte voor spelen" - Handboek veiligheid Speelgelegenheden - NEN-EN 1176 - APV Woudrichem - Warenwetbesluit attractieEn speeltoestellen dd 03-09-'96 - Besluit veiligheid attractieen Speeltoestellen dd 27-03-'97

Eisen en uitgangspunten - De plaats, inrichting en grootte van speelvoorzieningen moeten voldoen aan eisen speelplaatsenbeleid. - Minimum bruto oppervlak speelplaats: 350 m2; - Minimaal 3 speeltoestellen per speelplaats; - Duidelijk afgrenzen van omgeving en veilig inrichten; - Een speelplaats beschikt over variatie in mogelijke spelvormen: bewegingsspel, constructiespel, rollenspel, regel en wedstrijdspel, ontmoeting en rust; - Locatiespreiding speelplaatsen in dorpskern; - Materiaalkeuze voor speeltoestellen uit aluminium, stal, geïmpregneerd hout, beton, kunststof; - Duurzaamheid speeltoestellen min. 10 jaar; - Materiaalkeuze dient onderhoudsvriendelijk en vandalismebestendig te zijn; - Geen onbehandeld zink gebruiken; - Het hout van de speeltoestellen is uitsluitend hout uit duurzaam beheerde bossen. Onder duurzaam beheerde bossen wordt verstaan: bossen die voldoen aan de zogenaamde minimumeisen 1997 zoals door de Nederlandse overheid is vastgesteld. Voorzien van de nodige kopie certificaten of ander bewijsmateriaal; - Afwerking: lijnolie, natuurverf of verf o.b.v. acrylaat. bevestigingsmiddelen van RVS. - Voor speeltoestellen hoger dan 2,00 meter moet een bouwvergunning worden aangevraagd; - Inrichtingsvoorstellen moeten door de gemeente worden goedgekeurd; - Bij oplevering van de speelvoorzieningen dienen certificaten incl. logboek aan de gemeente te worden overhandigd. - Inrichtingsvoorstel(len) speelterreinen met daarop aangegeven de veiligheidszones voor speelvoorzieningen. - Evt. bouwvergunning (i.v.m. grootte/hoogte); - Vrijstelling i.r.t. bestemmingsplan.

pagina 30


2.10 GRONDWERKEN Alle speelvoorzieningen in het openbaar gebied. Onderdeel Algemeen

Documenten - Besluit bodemkwaliteit - Bodembeheersplan Woudrichem 2006 - Grondroerdersregeling - Wet milieubeheer - RAW Standaard 2015 - APV

Aanvullingen

Ophogingen



: :

Eisen en uitgangspunten - Bij grondverzet dient een milieukundig bodemonderzoek uitgevoerd te worden conform de wetgeving; - Indien grond wordt aangevoerd/afgenomen moet aangetoond worden dat dit schone grond is; - Alle werken waarbij zand en/of grond wordt ontgraven, vervoer en/of verwerkt moeten vooraf worden gemeld bij het bevoegd gezag van de gemeente Woudrichem, de afdeling Bouwen en Milieu; - Voor de aan- en afvoer van secundaire bouwstoffen is melding verplicht i.h.k.v. Wet Bodembescherming; - Wanneer bodemverontreiniging wordt vastgesteld, dient het werk direct stilgelegd te worden; - Bij elk werk dient een gesloten grondbalans het uitgangspunt te zijn. - Bij levering van zand en grond dient minimaal 1 week voor start een certificaat van afkomst overlegd te worden; - Te leveren grond dient schone grond, ongereinigd, volgens Besluit bodemkwaliteit te zijn; - Te leveren zand dient schoon zand, ongereinigd, volgens Besluit bodemkwaliteit te zijn; - Te leveren zand dient te voldoen aan de Standaard 2015, artikelen 22.06.01 en 22.06.03. - Ophoging dient onderbouwd te zijn middels een goed zettingsadvies en waterhuishouding - Restzetting dient na 25 jaar maximaal 0,10m te zijn, na datum van oplevering; - Ophogen van het maaiveld dient selectief toegepast te worden; - Grondmechanisch en geohydrologisch rapport. - Grondbalans - Rijkswaterstaat (langs Merwede en afgedamde Maas) - Waterschap Rivierenland - Gemeente, afdeling Milieu

pagina 31

Projectnaam Gemeente Woudrichem Versie : 2015, versie 2

3. Uitvoering Na de ontwerpfase volgt de uitvoeringsfase. De uitvoeringsfase bestaat uit 3 onderdelen, te weten het bouwrijp maken, woonrijp maken en de nazorgfase. Na de ontwerpfase ligt er een vastgesteld definitief ontwerp. Dit definitief ontwerp dient door of in opdracht van de ontwikkelaar te worden uitgewerkt in een RAW-bestek met bijbehorende bestekstekeningen en voorzien van de gebruikelijke bijlagen, zoals grondbalans, bemalingsplan en V&G-plan. In het bestek (of de bestekken) dienen alle uit te voeren werkzaamheden te worden opgenomen, zodat deze vooraf door de gemeente kunnen worden getoetst. Het aldus opgestelde conceptbestek dient in 3-voud bij de gemeente te worden ingediend. Deze zal de ingediende stukken beoordelen en van commentaar voorzien. Vervolgens dient de ontwikkelaar de conceptversie aan te passen op de gemaakte opmerkingen en opnieuw in 2-voud ter accordering voor te leggen. Indien het commentaar op correcte wijze is verwerkt, zal een gewaarmerkte versie van het bestek (of de bestekken) aan de ontwikkelaar worden toegezonden, waarna tot aanbesteding en uitvoering kan worden overgegaan. Indien gemaakte opmerkingen op het conceptbestek niet op de juiste wijze zijn verwerkt, herhaalt de bovengenoemde procedure zich opnieuw of indien er niet voldaan wordt aan de eisen van de gemeente. De gemeente beschikt over een aanbestedingsbeleid. Dit is gebaseerd op de aanbestedingswet 2012 (ARW 2012). Belangrijk is dat aanbestedingen van werken of diensten conform dit beleid wordt voorbereid en uitgevoerd. 3.1 BOUWRIJP MAKEN Onder bouwrijp maken wordt verstaan "het terrein/perceel zodanig bewerken dat het mogelijk wordt woning(en) te bouwen". Sloop van huidige opstallen, afrasteringen, beplantingen, zorg dragen voor voldoende drooglegging, op hoogte brengen van het bouwterrein alsook het toegankelijk maken van het te bouwen object middels een bouwstraat behoren tot het bouwrijp maken. Omdat aanleg van riolering in een later stadium grote gevolgen heeft voor de bereikbaarheid van percelen en ter voorkoming van kapitaalsvernietiging (bouwstraat opbreken) wordt riolering eveneens tijdens het bouwrijp maken aangelegd. De aanleg van nutsvoorzieningen (water, gas, elektra, cai, telefoon, etc) dienen in een zo vroeg mogelijk stadium tijdens het bouwrijp maken - aangelegd te worden, waarbij coördinatie berust bij de initiatiefnemer. Percelen rondom woningen mogen niet verdicht worden door het opstellen en gebruik van materieel en materiaal, het schoonmaken van speciekuipen e.d. en verdichting door verkeerde afwatering. 3.2 WOONRIJP MAKEN Onder woonrijp maken wordt verstaan "de openbare ruimte op een dusdanige wijze inrichten - in overeenstemming met de uitgangspunten van het plan - dat het mogelijk wordt er te verblijven. Hieronder wordt onder meer verstaan: de aanleg van de definitieve verharding (weg, parkeren, voetpad, fietspad, inritten, brandgangen, etc) en de afwatering van de verhardingen, het groen (bomen, gras en struiken), water (vijvers, grachten, sloten en greppels), speelvoorzieningen, straatmeubilair (huisnummers, straatnaamborden, publicatieborden, palen, verkeersborden, etc) en openbare verlichting. Als er in het plan gerekend is met invulling door kunst wordt deze in dit stadium aangebracht. Het onderhoud, nazorg en/of inboet behoort eveneens tot het woonrijp maken. 3.3 NAZORG (ONDERHOUDSPERIODE) In deze fase is de ontwikkelaar verantwoordelijk voor het in standhouden van de aangelegde openbare ruimte. Tijdens deze onderhoudsperiode is de ontwikkelaar verantwoordelijk voor spoedig herstel van ontstane schades. Na afloop van de onderhoudsperiode vindt een laatste oplevering plaats waarna het openbare gebied wordt overgedragen aan de gemeente voor herstel en onderhoud.


: :

pagina 33


3.4 TECHNISCH TOEZICHT Door of namens de gemeente, als toekomstig beheerder van de betreffende openbare ruimte, zal tijdens de uitvoering (dagelijks) technisch toezicht op de werkzaamheden worden gehouden. De toezichthouder krijgt volledig inzicht in de werkbestekken, wordt geïnformeerd over de planning en woont de bouwvergaderingen bij. De rol van de toezichthouder is beperkt tot de gebieden die daadwerkelijk in beheer zullen komen bij de gemeente. Als basis voor de controle op de werkzaamheden dienen de door de gemeente geaccordeerde bestekken alsmede de technische bepalingen uit de Standaard 2015, uitgegeven door het CROW te Ede. 3.5 REVISIE ONDERGRONDSE INFRASTRUCTUUR Door de ontwikkelaar dienen, voor de oplevering van het openbaar gebied, aan de gemeente revisiegegevens te worden verstrekt van de ondergrondse infrastructuur (riolering, drainage, kabels en kunstwerken). Dit betreft de volgende onderdelen:  Ligging tracé van strengen, inspectieputten, afsluiters, ontstoppingspunten en uitstroombakken;  ligging van uitleggers t.b.v. perceelsaansluitingen, gemeten aan vaste topografie;  ligging van uitleggers t.b.v. kolkaansluitingen, gemeten aan vaste topografie;  ligging en aansluitpunten (situatie en hoogte) van drukleidingen en kabels, gemeten aan vaste topografie;  ligging van eventueel aangebrachte mantelbuizen en duikers, gemeten aan vaste topografie;  ligging en afmetingen overstorten incl. uitstroomvoorzieningen;  diameter, materiaal en b.o.b.'s van de strengen, duikers en capaciteit kabels;  afmetingen, diepte, putdekselhoogte en materiaal inspectieputten;  m2 verhard oppervlak dat is afgekoppeld; Genoemde onderdelen dienen digitaal te worden ingemeten met een nauwkeurigheid van 20 mm in x- en y-richting en 5 mm in z-richting. De uitgewerkte meting dient analoog (in 3-voud) en digitaal aan de gemeente Woudrichem te worden verstrekt in DGN-formaat (MicroStation), DWG of DXF-formaat en getekend op de lagen die aangemaakt zijn in de “Lege tekening revisie riolering”. Bovenvermelde onderdelen moeten gemeten worden in RD-coördinaten en de hoogte t.o.v. NAP. Opmerking: De ontwikkelaar dient het standaard tekenbestand “Lege tekening revisie riolering” bij de gemeente, afdeling Openbare Werken, op te vragen. Dit bestand is gevuld met alle standaard lagen, coderingen, etc. 3.6 REVISIE BOVENGRONDSE INFRASTRUCTUUR Door de ontwikkelaar dient een revisiemeting te worden uitgevoerd, en aangeleverd voor oplevering aan de gemeente, van de inrichting van de openbare ruimte. In deze meting dienen de volgende zaken te worden opgenomen:  kant verharding  type verharding  putranden en kolken  straatmeubilair  lichtmasten en brandkranen  straatpotten t.b.v. aanwezige nutsvoorzieningen  groenvoorzieningen Genoemde onderdelen dienen digitaal te worden ingemeten met een nauwkeurigheid van 20 mm in x- en y-richting en 5 mm in z-richting. De uitgewerkte meting dient analoog (in 3-voud) en digitaal aan de gemeente Woudrichem te worden verstrekt in DGN-formaat (MicroStation), DWG of DXF-formaat Opmerking: De ontwikkelaar dient een standaard tekenbestand bij de gemeente, afdeling Openbare Werken, op te vragen. Dit bestand is gevuld met alle standaard lagen, coderingen, etc.


: :

pagina 34


3.7 KWALITEITSCONTROLES Voorafgaande aan de feitelijke overdracht van de overeengekomen gebieden naar de gemeente zullen door of namens de gemeente kwaliteitscontroles worden uitgevoerd in samenwerking met de ontwikkelaar teneinde vast te stellen of op belangrijke onderdelen aan de gestelde eisen is voldaan. De kosten voor genoemde werkzaamheden zijn voor rekening van de ontwikkelaar. Het betreft de volgende onderdelen c.q. inspectiewerkzaamheden:  het boren van kernen van de wegconstructie teneinde de toegepaste materialen incl. laagdiktes van verharding en fundering vast te stellen;  het uitvoeren van deflectiemetingen teneinde de kwaliteit van de verharding direct voorafgaande aan de overdracht vast te stellen. Hieruit blijkt eventuele schade door bouwverkeer, indien reeds in een vroeg stadium (een deel van) de asfaltverharding wordt aangebracht;  het doorspuiten van het drainagesysteem, teneinde eventuele verstoppingen of andere onvolkomenheden vast te stellen;  het reinigen, en vervolgens middels video-inspectie controleren van het rioleringssysteem, teneinde eventuele onvolkomenheden vast te stellen, dit alles in overleg met de gemeente;  het meten van profielen van wegen en watergangen;  het nemen van monsters uit de toegepaste teelaarde in de groenstroken, teneinde de fysische en chemische samenstelling te controleren. Indien uit bovengenoemde controles onvolkomenheden aan het licht komen, dienen deze door de ontwikkelaar voorafgaande aan de feitelijke overdracht, voor diens rekening te worden hersteld.

3.8 OVERDRACHT Nadat uit bovengenoemde kwaliteitsverklaringen en kwaliteitscontroles is gebleken dat op alle onderdelen voldaan is aan datgene wat in de gewaarmerkte bestekken is overeengekomen dan wel in normen en leidraden is vastgelegd, zal tot overdracht worden overgegaan. Het tijdstip van overdracht zal in nader overleg met de ontwikkelaar, gemeente en eventueel externe partijen worden vastgesteld. Het gehele terrein is privé-terrein (dus geen openbare weg) tot aan het moment van overdracht. Risico’s en aansprakelijkheden liggen tot aan de overdracht bij de ontwikkelaar en zijn voor rekening van de ontwikkelaar. Voorafgaande aan de overdracht dient het gehele openbare gebied te worden ontdaan van zwerfvuil. 3.9 ONDERHOUDSTERMIJN / GARANTIETERMIJN Vanaf het moment van overdracht geldt voor het project/werk een onderhoudstermijn *) van : 6 maanden op open verhardingen; 12 maanden op groenvoorzieningen (onderhoud en inboet); 24 maanden op thermoplastische (weg)markeringen; 60 maanden op gesloten verhardingen (asfalt). Gedurende deze termijn(en) zal de ontwikkelaar op aangeven van de gemeente Woudrichem eventuele schades en gebreken herstellen. Los van genoemde onderhoudstermijn voor het project/werk geldt voor diverse specifieke onderdelen een garantietermijn, zoals omschreven in de Standaard 2015 van het CROW.

*) De onderhoudstermijn kan wijzigen naar aanleiding van de vaststelling van gewijzigde RAW teksten.


: :

pagina 35


3.10 DIVERSE OVERIGE BEPALINGEN  Eventuele wegafzettingen op of nabij het plan, dienen te worden uitgevoerd conform het gestelde in publicatie 96a en 96b, uitgegeven door het CROW.  Indien tijdens de bouwrijpfase nog niet de gehele verhardingsopbouw aanwezig is, dienen eisen te worden gesteld aan het toe te laten bouwverkeer, teneinde vroegtijdige beschadiging te voorkomen.  Direct nadat de nutsbedrijven hun infrastructuur hebben aangebracht, dienen de tracés te worden gemarkeerd met perkoenpalen o.i.d. om schade aan deze infrastructuur te voorkomen.  Het gehele gebied dient middels duidelijke, retorflecterende bebording te worden aangemerkt als bouwterrein. Zo mogelijk dient het gehele terrein buiten werktijden te worden afgezet.  Werkzaamheden in de keurzône van de dijk dienen in overleg met het waterschap Rivierenland te worden uitgevoerd.  Tijdens de bouwperiode dient 1x per maand het gehele terrein te worden ontdaan van zwerfvuil.  De toegangen van het terrein dienen duidelijk gemarkeerd te worden als ‘uitrit bouwverkeer’.  De verharding buiten het bouwterrein dient indien dit wordt vervuild op regelmatige tijden te worden gereinigd, zodat geen gevaarlijke situaties ontstaan.  Volgeraakte riolering en kolken dienen te worden gereinigd.


: :

pagina 36


Bijlage 1: Documenten en toetswaarden 1.1 Procesmatig 1.1.1 Projectdocument Het projectdocument dient ten minste de volgende informatie te bevatten: • De naam van het project; • De opdrachtgever; • De auteur; • De locatie van het project; • Datum en versie; • Ruimte voor de gemeente om het kwaliteitsplan te accorderen. 1.1.2 Verantwoordelijkheden en bevoegdheden Voor iedere functie dient een beschrijving te worden geleverd waarin minimaal het volgende staat vermeld: • Verantwoordelijkheden; • Bevoegdheden; • Taken m.b.t. Kwaliteitsborging. • Aangegeven dient te worden hoe vervanging wordt geregeld ten tijden van afwezigheid. Een bepaling dat degene een niveau hoger in de hiërarchie de opengevallen plaats inneemt is, is voldoende. Uit de vastgestelde verantwoordelijkheden moet blijken wie verantwoordelijk is voor: • De naleving van het kwaliteitsplan; • De communicatie van de vertegenwoordigers van de opdrachtgever, de leveranciers, onderaannemers en andere belanghebbende; • Het autoriseren van wijzigingen in het kwaliteitsplan. 1.1.3 Overlegstructuren Het gestructureerde overleg binnen het project moet worden vastgelegd, per overleg moet vastliggen: • Doelstelling; • Frequentie; • Deelnemers; • Voorzitter; • Besluitvormende bevoegdheden; • Rapportage. Dagelijks overleg Indien nodig kunnen hierover afspraken worden vastgelegd in ieder geval dienen hier de volgende zaken van betrokkenen te worden beschreven: • Adres gegevens hoofdkantoor; • Telefoon nummer; • Fax nummer; • Mobiel nummer; • E-mail adres. 1.1.4 Planning De planning moet een goed beeld geven van de voorbereiding tot de oplevering • De verschillende kwaliteitsplan fasen; • Wanneer welke gegevens ter toetsing worden aangeboden. • Processen; • Kritische stappen voor het realiseren van de planning.


: :

pagina 37


1.2 Inhoudelijk 1.2.1 Initiatieffase Garantstelling De ontwikkelaar dient een garantstelling voor het bouwen woonrijpmaken op te nemen in het bestek conform artikel 43 a lid 3 van de U.A.V. * Matenplan 1 Inmeten eigendom en gebruiksgrenzen. Bestaande leidingen en te handhaven bestandenbebouwing en eventuele andere elementen, bestaande kadastrale grenzen. Daarnaast moeten de gebruiksgrenzen (fysieke situatie ter plaatse) in kaart worden gebracht. * Standaard tekenbestand De ontwikkelaar dient een standaard tekenbestand bij de gemeente, afdeling Openbare Werken, op te vragen. Dit bestand is gevuld met alle standaard lagen, coderingen, etc. 1.2.2 Definitiefase Groeiplaatsonderzoek Bij een groeiplaatsonderzoek dienen de volgende aspecten in kaart gebracht te worden: • Bodemprofiel (structuur en textuur) • Bodem-luchtwaarden • Grondwaterstand • PH-waarde • ElectrischGeleidingsVermogen (EGV) • Organische stof (OS) • Eventueel voorkomen van ziekteverwekkers • Noodzakelijke bewortelbareruimte voor bomen. • Advies voor bodemverbetering. Inventarisatie waardevolle bomen Inventarisatie en beoordeling van de onderhoudskwaliteit en conditie van bestaande bomen en overige beheerobjecten. Dient te worden vastgelegd op tekening volgens de eisen. Daarnaast dienen de onderstaande aspecten te worden gerapporteerd: • Natuurwaarde • Landschappelijke Waarde • Beeldkwaliteit • Cultuurhistorische Waarde • Waarde voor recreatie en leefbaarheid • Latijnse naam • Stamdiameter • Situering • Groeifase • Kwaliteit (mechanisch) • Vitaliteit • Conditie • Veiligheid • Toekomst verwachting • Beheer Faseringsplan Het faseringsplan moet inzicht geven in het totale plan de wijze waarop de bereikbaarheid van bedrijven en particulieren wordt gewaarborgd. Daarnaast moet worden weergegeven welke verkeersmaatregelen worden genomen om hieraan te kunnen voldoen. Plantmateriaal Het plantmateriaal (met name de bomen) wordt ten lasten van het projectbudget ter beschikking gesteld.


: :

pagina 38


Ontwerp Bouwplaatsinrichting Het ontwerp Bouwplaatsinrichting dient minimaal een schets te bevatten met daarin de situering van de keet en materiaal. Archeologie Voorafgaand aan de SAI dient een bureauonderzoek plaats te vinden over bekende en te verwachten archeologische waarden binnen het plangebied. Deze bevindingen dienen aan de gemeente te worden gerapporteerd, deze zullen dan beoordelen of een verkennend archeologisch onderzoek noodzakelijk is. Geohydrologisch onderzoek Voor een geohydrologisch onderzoek zullen de volgende werkzaamheden moeten worden verricht: a) Documentatieonderzoek Op basis van een uit te voeren analyse van beschikbare gegevens ten aanzien van topografie, de bodemopbouw en het grondwaterstandniveau zal een geohydrologisch beschrijving van het gebied moeten worden opgesteld. Hiertoe moeten minimaal de volgende bronnen worden geraadpleegd: • Gemeten hoogtes. • Grondwaterkaart van Nederland, dienst grondwaterverkenning TNO. • Meetgegevens van relevante TNO-peilbuizen. • Grondwatergegevens van de gemeente Woudrichem. • Eisen t.a.v. afwateren van een gebied zal door de gemeente worden aangegeven. • Gegevens van de waterhuishoudkundige situatie van waterschap Rivierenland. b) Infiltratieonderzoek: • Boringen insitu aantal afhankelijk van de grootte van het terrein tot ongeveer 4 meter – mv. • Uitvoeren van omgekeerde pompproeven ter bepaling van de k-waarde. • Het bepalen van de korrelverdeling van 2 um – 2 mm ter bepaling van de doorlatendheid van de bodem. c) Rapportage geohydrologisch onderzoek: • Beschrijving van de onderdelen a en b. • Beoordeling waterkansen binnen het plangebied op basis van bodemopbouw, grondwaterstanden en oppervlaktewater. • Opstellen van 3 alternatieven ten behoeve van de behandeling van vuil en schoon regenwater. • Aangeven van de voorkeursvariant (vergelijken m.b.v. kostencalculaties in aanleg en jaarlijks beheer). • Voorstel t.a.v. drooglegging, aanlegpeilen van gebouwen, wegen en groenvoorzieningen. Overleg met de waterkwaliteitsbeheerder, verslagen en correspondentie dient in de rapportage te worden meegenomen Grondwateronderzoek Conform pakket A, ten behoeve van lozing broneringswater Bodemonderzoek Conform Besluit bodemkwaliteit Geotechnischonderzoek Ten behoeve van fundering wegen en riolering


: :

pagina 39


1.2.3 Ontwerpfase Basisrioleringsplan (B.R.P.) Op basis van bodemkundig / hydrologisch onderzoek wordt het waterhuishoudkundigplan opgesteld. Dit plan dient een compleet beeld te geven water de waterhuishoudkundige ontsluiting, type stelsel dimensionering, de hoeveelheid retentie en benodigde oppervlakten. Bebordingsplan Ten behoeve van omleidingroutes dient een bebordingsplan conform CROW pub. 96b opgesteld te worden Verkavelingsplan Woonomgevingplan • Ontwerp speelvoorzieningen • Bebordingsplan • Verlichtingsplan • Beplantingsplan o Overzichttekening zowel analoog als digitaal. o Plantlijst met aanduiding naamgeving plantmateriaal, kwaliteit plantmateriaal, plantafstand, plantverband en eventuele bijzonderheden. o Beschrijving eindbeelden van de diverse beplantingen. o Onderbouwing waarom wel of geen wortelgeleidingssysteem is toegepast bij bomen in verharding.

1.2.4 Bouwrijpfase Bestekstekeningen Conform:” • RAW Standaard 2015 Bestek Conform: • RAW Standaard 2015 • CROW publicatie 117 1.2.5 Woonrijpmaken Bestekstekeningen Conform:” • RAW Standaard 2015 Bestek Conform: • RAW Standaard 2015 CROW publicatie 117


: :

pagina 40


1.2.6 Revisie aanleveren gegevens (digitaal) De aannemer dient van de gemaakte werken zowel een analoge als digitale revisietekeningen met de daarbij behorende meetgegevens te (laten) maken en deze compleet aan de opdrachtgever doen toekomen. Revisie dient aan de directie te worden overhandigd. Tevens dienen de gemeten objecten geleverd te worden in een digitale tekening als DGN (microstation) of DWG (Autocad 2000) bestand, getekend op de lagen (lijntype, lijn kleur en dikte). Dit bestand dient opgevraagd te worden bij de afdeling Openbare Werken van de gemeente Woudrichem en dient gebruikt te worden als “referees”. Inspectiegegevens dienen als SUF-formaat geleverd te worden. Materiaalstaten en overige lijsten dienen te worden geleverd in XLS-bestanden. Riolering en duikers De aannemer maakt de revisietekeningen van de door hem aangelegde c.q. aangepaste riolering. Nieuwe rioleringsobjecten dienen zowel als tekening als beheersbestanden te worden aangeleverd. De revisie wordt gesplitst in de volgende onderdelen en bestaat uit: - Vuilwaterriool (DWA, gemengd systeem); - Schoonwaterrioool (HWA, schoon HWA en duikers); - Drainage; - Aansluitingen (kolken huisaansluitingen); - Drukriool; - Gemalen; - Inspectiegegevens. Vrijvervalriool De aannemer maakt de revisietekeningen van de door hem aangelegde c.q. aangepaste rioleringen. De benodigde ondergronden worden hem daartoe op verzoek ter beschikking gesteld. De revisie wordt getekend in de lagen als voorbereid in de “Lege tekening riolering” en dient de volgende onderdelen te bevatten: Vuilwater, schoonwater, drainage en duikers: • Tracé van de nieuw gelegde of verplaatste leiding, gemeten in RD-coördinaten; • Inlaten gemaakt op de leiding, gemeten met doorgetelde maten van put tot put; • Inspectieputten, afsluiters, ontstoppingspunten en uitstroombakken, gemeten in RD-coördinaten; • Alle B.O.B.'s van de leidingen t.o.v. NAP ter plaatse van de aansluiting op de inspectieput; • Het materiaal, de diameter en jaar van aanleg van de gelegde riolering; • De plaats, afmetingen en de hoogte van het putdeksel t.a.v. NAP van de inspectieput(ten) met vermelding van de inspectieputnummer(s); • De maten moeten duidelijk leesbaar en overzichtelijk op tekening te worden aangebracht. Aansluitingen • Per streng de lengte van het hart van de inlaat gemeten vanaf de inspectieput, in door gemeten maatvoering. • Per inlaat moet de diameter zijn aangegeven indien deze niet 125mm is. • Tracé van de inlaat vanuit het hoofdriool • Het tracé van de leiding, het eindpunt van de gelegde inlaat/huisaansluitput/kolk vast meten en maatvoeren aan harde topografie. Drukriool • Tracé van de nieuw gelegde of verplaatste leiding, gemeten in , gemeten in RD-coördinaten; • Inspectieputten, afsluiters en ontstoppingspunten, gemeten in RD-coördinaten en maatvoeren aan harde topografie; • Het materiaal, de diameter en jaar van aanleg van de gelegde leiding; • De plaats, afmetingen en de hoogte van het putdeksel t.o.v. NAP van de pompputten en gemalen met vermelding van de inspectieputnummer(s); • De dieptematen van de leiding t.o.v. NAP bij gezinkerde leidingen; • Tracé van de besturings/voedingskabels met capaciteit; • Plaats bedienings- en centrale voedingskasten gemeten in RD-coördinaten; • Vrijverval riolering t.b.v. aansluitingen zie vuilwater, schoonwater, drainage en duikers; • De maten moeten duidelijk leesbaar en overzichtelijk op tekening te worden aangebracht. • Ten aanzien van de pompunits dient een overzichtslijst te worden opgesteld met kastnummer, pompnummer, geïnstalleerde pomptype en aangesloten panden (straatnaam en huisnummer).


: :

pagina 41


Inspectiegegevens • het reinigen, en vervolgens middels videoinspectie controleren van het rioleringssysteem, teneinde eventuele onvolkomenheden vast te stellen, dit alles in overleg met de gemeente. De video inspectie moet geleverd worden in een SUF-bestand (SUF-RIB 2.1). 1.2.7 Revisie gegevens openbare ruimte (wegen, verkeer en groen) Na realiseren van de werkzaamheden het beheer over te dragen van de nieuw aangelegde openbare ruimte aan de gemeente Woudrichem. Doel van overdracht: • Het doel is het verzamelen van de (juiste) gegevens van de voorziening in de openbare ruimte zoals deze werkelijk zijn aangelegd; • Duidelijkheid over waar en wanneer bij wie de verantwoordelijkheid ligt voor de openbare ruimte; • Overdracht van de gegevens ten behoeve van het gegevensbeheer door de afdeling Openbare Werken; • Vastleggen van een 0-situatie c.q. controle van Programma van eisen; • Tekening analoog (enkelvoud) als digitaal in DGN of DWG (autocad 2000) formaat. Overdracht bestaat uit: • Goedkeuring door beheerder(s); • Overdracht algemene projectgegevens; • Overdracht gereviseerd bestek en bestekstekingen ten behoeve van areaalgegevens; • Overdracht kentallen per beheersdiscipline t.b.v. beheersprogramma’s; • Overige gegevens (zie volgend); • Detailtekeningen. Groen • Oppervlakte- en/of lengtegegevens van de verschillende beheerstypen (m2 bosplantsoen, m2 heesters, m2 bodembedekkers, m2 (botanische) rozen, m2 haagvoet en m2 knipoppervlak, m2 gras en m1 rand lengte verhard en onverhard, m2 gras in talud steiler dan 1:3, m2 ecologisch gras). • Plantlijst met aanduiding naamgeving plantmateriaal, kwaliteit plantmateriaal, plantafstand en bijzonderheden. Verkeer (bebording, wegmakering en bebakening) • Overzichtstekening met aantallen. per soort, type, leverancier. • Excel lijst (XLS-bestand) met bordnummer, x-y coördinaten, drager en datum van plaatsing; • Overzichtstekening met hoeveelheden, soort wegmarkering, dikte en lengte en materiaalsoort. Openbare verlichting • Overzichtstekening met nauwkeurige positie (x – y coördinaten) van lichtmast en het nummer van de lichtmast. Speelvoorzieningen • Overzichtstekening zowel analoog als digitaal (t.b.v. verwerking in micro station, formaat DGN) met maatvoering. • Ingevuld logboek met foto per speeltoestel, zowel analoog als digitaal in MS Acces s. • In, op of nabij de speelplek aanwezig straatmeubilair (leverancier, type en kleur). • Gegevens valdempende ondergrond. Straatmeubilair etc • Overzichtstekening met hoeveelheden, soort meubilair, leverancier en type. Verhardingen • Overzichtstekeningen zowel analoog als digitaal (t.b.v. verwerking in micro station, formaat DGN) met maatvoering, dwarsprofielen, constructieopbouw. • oppervlakte en/of lentegegevens van de afzonderlijke materialen. Diverse (indien van toepassing) in overleg met de beheerder(s): • Waterpartijen (constructie, materiaal, waterdiepte, waterplanten, oeverbescherming etc.). • Kunstwerken (duikers, bruggen, viaducten) en overige bouwwerken • Afrasteringen (lengte en hoogte, leverancier en type). • Drainagesystemen (zie riolering)


: :

pagina 42


Bijlage 2: Ontwikkeling algemeen, Programma van eisen Basis gegevens: 1. Landmeetkundige gegevens 2. Kadastrale situatie 3. Milieutechnisch onderzoek 4. Grondmechanisch onderzoek 5. Geohydrologisch onderzoek 6. Archeologisch onderzoek 7. Rioleringsplan 8. Waterhuishoudkundigplan Ontwerp gegevens: 1. Landmeetkundige gegevens: 1. situatie tekening, dwarsprofielen, details 2. hoogteligging bestaand, aanleghoogten t.o.v. NAP 3. verklikken meetkundige grondslag (hoofdassen) 2.

Kadastrale situatie 1. situatietekening met begrenzingen 2. onderscheid verkoopbare gronden/aan gemeente over te dragen grond

3.

Milieutechnisch onderzoek 1. t.b.v. verkoop grond 2. t.b.v. (gesloten) grondbalans 3. Besluit bodemkwaliteit (AP04 onderzoeken) 4. Alle benodigde milieutechnische onderzoeken (geluid, fijn stof, e.d.)

4.

Grondmechanisch onderzoek 1. t.b.v. wegfunderingen/verhardingsadvies/aanvulling rioolsleuven 2. uitgangspunt is gesloten grondbalans  vraag: terrein voorzien van overhoogte?

5.

Geohydrologisch onderzoek 1. t.b.v. bemalingen freatisch grondwater/eerste watervoerende pakket 2. advies beschoeiingen vijvers/watergangen

6.

Archeologisch onderzoek 1. t.b.v. ontgravingen wegen, bouwkavels

7.

Rioleringsplan 1. dwa/hwa/drainage 2. overstorten incl. berekening overstorthoeveelheid 3. opstellen hydrologische berekening 4. afkoppelen dakwater 5. afkoppelen verhard oppervlakte en wegen 6. procedure waterschap (werken volgens checklist waterschap en nota rioleringsbeleid 7. vergunning waterschap (gemeente neemt deel in bespreking)


: :

pagina 43


8.

Waterhuishoudkundigplan 1. beleid waterschap incl. procedure 2. Vuistregel voor berging : 436 m3 / ha (T=10+10%) en 664 m3 / ha (T=100+10%) 3. ontheffing waterschap (gemeente neemt deel in bespreking)

9.

Nutsvoorzieningen 1. aanleg kabels- en leidingen: gas, water, elektra, telefoon, centrale antenne 2. voorstel tracés 3. locatie transformatiehuisjes e.d.

10. Openbare verlichting 1. verlichtingseis: verlichtingsnorm 3 Egem; 0,3 Uh; klasse 16K/SOX 2. Nettenbouw Breda, verlichtingsplan op laten stellen 3. lichtmasten uitvoeren in groene coating 4. zie norm bijlage 11. Groen 1. opstellen groenplan (rekening houdend met beheer en onderhoud) 12. Wegen 1. wegen uitvoeren in betonstraatstenen met fundering zie 4.1. Betonstraatstenen: toepassen ‘duurdere’ bestratingsmaterialen  andere kleuren, deklaag als standaard product 2. trottoirs langs wegen 3. parkeren volgens gemeentelijk beleid (notitie parkeren 2011) 4. materialen leveren conform Besluit bodemkwaliteit 5. betonbanden 18/20/25 en opsluitbanden 12/25 cm 6. banden moeten voldoen aan: NEN 7015, KOMO certificaat, kwaliteit 1: zelfde fabrikaat i.v.m. kleurverschillen en structuur 7. betonstraatstenen moeten voldoen aan NEN 7000, KOMO certificaat en KOMO keurmerk, keur 1 8. banden: pasmaken d.m.v. zaagwerk 9. bij overgangen in soorten banden: standaard verloopbanden toepassen 10. straten inrichten conform Duurzaam Veilig, waarbij het toepassen van drempels, verhoogde kruisingsvlakken zoveel mogelijk moet worden voorkomen 11. rekening houden met Politie Keurmerk 12. rekening houden met straatnaam- en verkeersborden 13. Grondwerken 1. grond binnen plan 2.1 verwerken 2. overtollige grond wordt eigendom aannemer en afvoeren onder eisen 3.3 3. zand: materialen leveren conform Besluit bodemkwaliteit 4. zand: chloride gehalte maximaal 35 mg/kgds 5. verdichtingseis: in afwijking van art. 22.02.06 lid 5 van de Standaard 2015 moet de verdichtingsgraad van het zand per monster tenminste 98% bedragen. De eis voor de gemiddelde verdichtingsgraad is niet van toepassing 6. Alle grondwerken in den droge uitvoeren


: :

pagina 44


14. Rioleringen 1. DWA/RWA/HWA VGS 2. HWA/DWA : GS 3. Regenwaterkolken voorzien van bloemmotief 4. putten DWA en RWA in beton: fabrikaat Martens of gelijkwaardig inwendig 80 x 80 cm, dik 10 cm indien b.o.k. ligt tussen 1,5 en 2,0 m; 100 x 100 cm bij een diepte van meer dan 2,0 m 5. putten drain in PVC: diameter 400, afdekplaat Strucom of gelijkwaardig 86x86x17,5 cm met gat 43 cm 6. PVC buizen grijs, klasse 34 7. kolken: Strucom 4530 GB1 eendelig 8. putranden: Weegels 352 BR/230 met opschrift 9. kolkleidingen en standpijpjes diameter 125, klasse 34 10. cunetdrainage polypropyleen 450 mu, diameter 100 mm 11. sleuven aanvullen met zand tot 25 cm t.o.v. bovenkant buis. Indien uit 4.1 blijkt dat met licht materiaal moet worden aangevuld dan dit advies volgen; onder bestratingen aanvullen met zand tot bovenkant sleuf 12. pompen aansluiten op telemetrie en dubbele opstelling 15. Bestek 1. RAW bestek met van toepassing Standaard 2015 2. bestek(ken)tekeningen voor bouwen Woonrijpmaken (hanteerbare en reproduceerbare papierformaten) 3. Besluit bodemkwaliteit van toepassing inclusief mogelijk saneringsaspecten 4. Veiligheids- en gezondheidsplan van toepassing 5. Kwaliteitsplan van toepassing (aangeven controles) 6. Putten nummeren volgens gemeentelijk beheerssysteem (GBI) 7. Overige bij het bestek behorende stukken (grondbalans, eigen verklaring, machinaal werken, bijdrage RAW) 16. Revisie 1. revisie rioleringen volledig maatvoeren en op tekening zetten 2. putten in RD coördinaten inmeten 3. hoogte overstortdrempels (WVO-vergunning) 4. B.O.B. buizen en dekselhoogte putten waterpassen (t.o.v. N.A.P.) 5. revisie in kader Besluit bodemkwaliteit (voorzover van toepassing) 17. Beproevingen 1. camera-inspectie (video-opname) rioleringen, volgens nader te stellen eisen door gemeente 2. verdichtingen funderingen 3. controles hoogtemetingen 4. controles hoofdafmetingen/assen 18. Bijkomende werkzaamheden 1. wanneer een zettingsverschil (waterdiepte) ad 17.1 in een streng van de riolering wordt waargenomen die groter is dan 20% van de (inwendige) buishoogte zal vervanging moeten plaatsvinden. Primaire zettingen, zoals die uit 4.1 mogen worden verwacht, compenseren in het rioleringsplan 2. transportroute instellen 3. voor- en naschouw 18.2 4. voorstel opleveringswijze 5. voorstel garantietermijn/onderhoudsperiode voor werken 6. voorstel overdracht openbare ruimte 7. voorzieningen brandweer: markering brandkraan, verharding bij pompplaatsen 8. wegafsluitingen/verkeersmaatregelen i.o.m. politie incl. bebordingen /omleidingsroutes/werkverkeer 9. aanvragen vergunningen 10. bemalingen: leges en belasting 11. bereikbaarheid percelen gedurende het werk waarborgen voor hulpdiensten.


: :

pagina 45


Bijlage 3: Standaardafspraken gemeente Woudrichem Opdrachtgever Ontwikkelaar Gemeente

: Degene die het plangebied wil exploiteren : Degene die het plangebied wil exploiteren : Gemeente Woudrichem

1. Algemeen Bestek en tekeningen Standaard R.A.W. 2015 A.R.W. 2012 U.A.V. 2012 Directievoering Opdrachtgever wijst een deskundige civiele directievoerder (MBO+ / HBO werken denkniveau) aan, welke als directievoerder conform de U.A.V. zal optreden. Dagelijks toezicht De directie wijst een deskundig civiele toezichthouder (MBO / MBO+ werken denkniveau) aan. V&G-plan en V&G-coördinator De opdrachtgever draagt zorg voor het opstellen van het kennisgevingformulier Veiligheids- & gezondheidsplan conform de Arbowet. De opdrachtgever zorgt voor een V&G-coördinator. Wel/Niet verrekenbaar of meer/minderwerk Tijdens de uitvoering voorkomend meer- of minder werk dient direct en vooraf gemeld te worden bij de opdrachtgever. Bij het achteraf melden van meer- of minderwerk zal geen verrekening plaatsvinden. Bouwverkeer De route waarlangs bouwverkeer het plangebied kan benaderen dient in overleg met de gemeente te worden vastgesteld en op tekening weergegeven. Kosten voor bijbehorende bebording zijn voor rekening opdrachtgever.


: :

pagina 46


Bijlage 4: Materiaaloverzicht Een overzicht van de bouwstoffen zoals hierboven is vermeld kan worden verkregen: • voor het KOMO-keur bij de Stichting Bouwkwaliteit te Rijwijk;http://www.komo.nl/ • voor het KIWA-keur bij KIWA NV te Rijswijk; http://www.kiwa.nl/ • voor het KEMA-keur bij KEMA NV te Arnhem; http://www.kema.nl/ • voor het GASTEC QA-keur bij GASTEC NV te Apeldoorn; www.gasteccertification.nl Cement Trottoirbanden 13/15x25 Bochtbanden Hoekstukken Inritbanden type 18x45x100 cm Inritbanden type 18x75x50 cm Betontegels 30x30x4,5 cq 7 cm Beton klinker keien Gebakken stenen

: : : : : : : : :

Anti onkruidgroei Betonbuizen, diameter  500 mm Betonbuizen diameter > 500 mm Putranden/Putafdekking

: : : :

Trottoirkolken

:

Straatkolken

:

Rioolputten Bomen Hout

: : :

hoogovencement klasse A Lichtgrijs, onder Komocertificaat klasse 1, fabrikaat Struyk Verwo Lichtgrijs, onder Komocertificaat klasse 1, fabrikaat Struyk Verwo Lichtgrijs, onder Komocertificaat klasse 1, fabrikaat Struyk Verwo Lichtgrijs, onder Komocertificaat klasse 1, fabrikaat Struyk Verwo Lichtgrijs, onder Komocertificaat klasse 1, fabrikaat Struyk Verwo leverancier vrij Standaard keiformaat, kleur heide, dikte 80 mm, leverancier Holcim Sortering A 4-12E Q+, leverancier vrij (altijd monstersteen aanbieden aan opdrachtgever) bijv. City Prof A van PVN bestratingsvoegen te Diemen of gelijkwaardig; leverancier Martens Beton, wel NEN 7126 leverancier Martens Beton, wel NEN 7126 TBS Soest of Struyk Verwo Bij drainageputten: rand met opschrift 'D' en 'R', deksel met opschrift 'DRAIN' Bij vuilwaterputten: rand met opschrift 'V' en 'W', deksel met opschrift 'VUILWATER' Bij schoonwaterputten: rand met opschrift 'S' en 'W', deksel met opschrift 'SCHOONWATER' TBS Soest, STR 4717 deksel met waaierafbeelding bij HWA Aquaway, T1271 GB1, hg 900mm waaiermotiefrooster bij HWA TBS Soest, STR 9737 deksel met Waaierafbeelding bij HWA Aquaway, S1300 GB1, hg 800mm, watermotiefrooster bij HWA Conform NEN 7035, fabrikaat Martens Beton NAKB-gewaarmerkt Volgens de criteria te voldaan aan TPAS (www.inkoopduurzaamhout.nl)

Riolering Vrijvervalsytemen: Beton, PVC of GVK (buizen en putten) Persleidingsystemen: HPE Rioolgemaal: voorzien van telematrie Putranden en -deksels: gietijzer, geschikt voor zwaar verkeer, inclusief opschrift resp. vuilwater, schoonwater, drain. Ontstoppingsstuk: type Wavin SP of gelijkwaardig Putafdekking Putafdekking beton/gietijzer, merk TBS, type 313, hoog 240 mm, dagmaat 520 mm, deksel voor zwaar verkeer met zwaluwstaartvormig verankerde verwisselbare rubberzitting, gietijzeren Uvormige rand verankerd aan het beton d.m.v. verankeringshaken. Putafdekkingen voor pompgemalen uitvoeren met pneumatische veren en dubbelzijdig te openen b.v. Norinco ermatic covers type D 400 Groenvoorzieningen, Grasmengsels Extenso, 150 kg/ha. Speelvoorzieningen, Boer Speeltoestellen te Nieuwendijk (0183) 402 366 Palen, Fietsenrekken (Velopa Leiderdorp (071) 541 032 1) Bebording (Pol Wegbebakening te Heteren (026) 47 90 111) Bebording (bewegwijzering bedrijventerrein) (Fa. Van Uden Kaatsheuvel (0416) 278 564) Zitbankjes (Velopa Leiderdorp (071) 541 032 1)


: :

pagina 47


Bijlage 5: Werken rondom bomen (Boombescherming)


: :

pagina 48


Bijlage 6: Invalideninritten gemeente Woudrichem 1. Verlaagde invalideninritten (trottoir < 1.50 meter breed)

Uitgangspunten: * In het bochten * Trottoirbreedte kleiner dan of gelijk aan 1.50 meter * Materiaal: betontegels uit bestaand materiaal * Trottoirband: inritbanden

2. Standaard invalideninritten (trottoir > 1.50 meter breed)

Uitgangspunten: * In rechtstanden * Trottoirbreedte groter dan 1.50 meter * Materiaal: betonstraatstenen, type: dikformaat, kleur: rood * Trottoirbanden: inritperronbanden (links en rechts) Projectnummer Revisiedatum

: :

pagina 49


Bijlage 7: Standaard P-vakken


: :

pagina 50

Projectomschrivjing Handleiding Inrichting Openbare Ruimte Woudrichem Projectplan

Recommend Documents