Programma van toetsing en afsluiting Betreft het cohort 2011 Beste leerling ouders en verzorgers, In dit boekje tref je het examenreglement aan van deze school. Het examenreglement is een erg belangrijk document. Het geeft aan welke rechten en plichten de school kent en welke jij als examenkandidaat hebt. Met sommige van de beschreven situaties kun je tijdens het examen onverwacht temaken krijgen. Verder is in dit boekje het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) beschreven. Dat is het deel van het eindexamen dat over de gehele bovenbouw wordt afgenomen. Het is de route naar het diploma. In het VMBO begint het eindexamen al in de derde klas. De examenperiode omvat twee leerjaren (derde en vierde klas). In die periode komt je schoolexamencijfer tot stand. Aan het einde maak je het centraal examen.
1. Examenreglement cursusjaar 2011/2012 ALGEMENE BEPALINGEN Inleiding Rondom de examens zijn er diverse voorschiften en regelingen noodzakelijk. Het examenreglement voor het voortgezet onderwijs Amarantis onderwijsgroep bestaat uit twee delen: - Een algemeen deel, dat van toepassing is op alle locaties voor voortgezet - onderwijs van Amarantis Onderwijsgroep; - Een deel per locatie met regelingen en afspraken die gelden op de eigen - locatie. Dit algemene deel van het examenreglement werkt de wettelijke voorschriften uit en geeft aan welke verantwoordelijkheden de school en de kandidaten hebben. Het Eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo is naast het hiernavolgende Reglement de basis voor alles wat betrekking heeft op het eindexamen van de instelling. De gebruikte tekst van het Eindexamenbesluit is die geldend op 1 augustus 2011. De uitvoering van het reglement is door het bevoegd gezag gemandateerd aan de groepsdirecties van de Amarantis Onderwijsgroep in Almere, Amsterdam en Zaandam. Voor het goed kunnen lezen van het examenreglement wordt hieronder kort een beschrijving van de gehanteerde begrippen gegeven. Art. 1 Begripsbepalingen 1. Eindexamenbesluit vwo- havo- mavo- vbo:Landelijk Eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo. De school is gebonden aan deze regelgeving. In geval van strijdigheid van dit examenreglement en het Eindexamenbesluit is het laatste bepalend. 2. Bevoegd gezag:Het College van Bestuur van Amarantis Onderwijsgroep, waaronder de school ressorteert. Het bevoegd gezag heeft de school gemandateerd het examen te organiseren en op grond van het Examenbesluit alle werkzaamheden te verrichten die noodzakelijk zijn. 3. College voor examens:College voor examens genoemd in artikel 2, eerste lid van de Wet voor examens. Dit College is verantwoordelijk voor de centrale examens en staatsexamens in het voortgezet onderwijs. 4. Commissie van Beroep:Amarantis Onderwijsgroep stelt een Commissie van Beroep in, als bedoeld in artikel 5 lid 4 van het Eindexamenbesluit vwo havo mavo en vbo. Deze commissie is bevoegd beroepen af te handelen van kandidaten die in verzet komen tegen een (straf)maatregel van de directeur. 5. CSPE:Centraal schriftelijk en praktisch examen. 6. De Wet:De Wet op het voortgezet onderwijs. 7. Directeur:Het lid van de groepsdirectie dat verantwoordelijk is voor de VO-locatie. 8. Examen:Het examen bestaat uit een schoolexamen of een schoolexamen en een centraal examen. 9. Examendossier:Het examendossier is een overzicht van de toetsen en handelingen die een kandidaat heeft verricht en de resultaten en vorderingen die daarbij zijn behaald. Uiteindelijk kan aan de hand van dit dossier worden bepaald of een kandidaat mag deelnemen aan het centraal examen. 10. Examinator:De vakdocent, die les geeft aan de examenkandidaat is tevens de examinator. Onder verantwoordelijkheid van de directeur draagt hij/zij zorg voor de uitvoering van dat deel van het programma van toetsing en afsluiting, dat betrekking heeft op zijn/haar vak.
Algemeen deel PTA 1.1_2
Pag. 1
11. Experiment VM2: Een geïntegreerd traject van vmbo en mbo voor leerlingen in de vmbo-basis beroepsgerichte leerweg, gericht op het behalen van een startkwalificatie op mbo niveau 2. 12. Gecommitteerde: De tweede corrector (artikel 29, tweede lid van de Wet), een docent van een andere school. 13. Kandidaat:Ieder die door het bevoegd gezag tot het eindexamen of deeleindexamen wordt toegelaten. 14. Locatie:Binnen Amarantis Onderwijsgroep wordt met locatie de school bedoeld. 15. Locatieleider Binnen Amarantis Onderwijsgroep wordt met locatieleider de leidinggevende van de school bedoeld. 16. Minister: De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. 17. Onderwijsinspectie: De inspectie houdt toezicht op de examens en controleert aan de hand van het examenreglement en het programma van toetsing en afsluiting of het examen op de school voldoet aan de wettelijke voorschriften. 18. Onregelmatigheid:Een voorval dat de voortgang van enig deel van het examen belemmert of een eerlijke beoordeling onmogelijk maakt, dit ter beoordeling van de directeur. 19. Profiel: Een samenhangend onderwijsprogramma vanaf het 4e leerjaar havo/vwo als bedoeld in artikel 12 van de Wet. 20. Profielwerkstuk: Het profielwerkstuk is een werkstuk, een presentatie daaronder begrepen, waarin op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en vaardigheden aan de orde komen die van betekenis zijn in het gekozen profiel. 21. Programma van toetsing en afsluiting (Pta): De school geeft voor 1 oktober aan de kandidaten een programma van toetsing en afsluiting. In dit programma wordt aangegeven op welke wijze de toetsing en afsluiting van het schoolexamen plaats vindt en hoe het eindcijfer wordt bepaald. 22. Sector:Een samenhangend onderwijsprogramma vanaf het 3e leerjaar vmbo als bedoeld in artikel 10 lid 3, artikel 10b lid 3 en artikel 10d lid 3 van de Wet. 23. Sectorwerkstuk:Het sectorwerkstuk is een werkstuk, een presentatie daaronder begrepen, waarin op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en vaardigheden aan de orde. Het sectorwerkstuk heeft betrekking op een thema uit de sector waarin de leerling het onderwijs volgt. 24. Toets:Een toets met schriftelijke of mondelinge vragen en opdrachten, of een praktische opdracht. 25. Toezichthouder/surveillant: Een functionaris die belast is met toezicht houden tijdens examens. Art. 2 Afnemen eindexamen 1. De directeur en de examinatoren nemen onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag het eindexamen af. 2. De directeur wijst per locatie één van de personeelsleden van de locatie aan tot secretaris van het eindexamen. 3. De directeur kan zijn bevoegdheden met betrekking tot het examen mandateren aan de locatieleider. Art. 3 Onregelmatigheden 1. Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het eindexamen aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, dan wel zonder geldige reden afwezig is, kan de directeur maatregelen nemen. 2. De maatregelen bedoeld in het eerste lid die, afhankelijk van de aard van de onregelmatigheid ook in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, zijn: a. het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen of het centraal examen, b. het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan een of meer toetsen van het schoolexamen of het centraal examen, c. het ongeldig verklaren van één of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen of het centraal examen, d. het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de directeur aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwd examen bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op één of meer onderdelen van het centraal examen legt de kandidaat dat examen af in het volgende tijdvak van het centraal examen. Bij een digitaal examen op een flexibel tijdstip of een CSPE kan de directeur beslissen dat de kandidaat op een bepaald tijdstip een variant van hetzelfde examen kan maken. 3. Indien de onregelmatigheid pas na afloop van het schoolexamen of het centraal examen wordt ontdekt, kan de directeur eveneens bovenstaande maatregelen nemen. 4. Alvorens een beslissing ingevolge het 2e lid wordt genomen hoort de directeur de kandidaat. De kandidaat kan zich door een door hem aan te wijzen meerderjarige laten bijstaan. Algemeen deel PTA 1.1_2
Pag. 2
5. Het besluit waarbij een in het eerste lid bedoelde maatregel wordt genomen, wordt schriftelijk aan de kandidaat en, indien de kandidaat minderjarig is, aan de wettelijke vertegenwoordigers van de kandidaat meegedeeld en tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de inspectie. 6. De kandidaat kan tegen een beslissing van de directeur in beroep gaan bij de door het bevoegd gezag van de school ingestelde commissie van beroep. Art. 4 Commissie van beroep 1. Een kandidaat of diens vertegenwoordiger(s) die in beroep wil gaan tegen een beslissing van de directeur, kan zich richten tot de commissie van beroep. 2. Het beroep moet binnen drie dagen nadat de beslissing ter kennis van de kandidaat is gebracht, schriftelijk bij de commissie van beroep worden ingesteld. Het adres van de commissie van beroep is: Commissie van beroep van de Amarantis Onderwijsgroep, Postbus 75875, 1070 AW Amsterdam. 3. De commissie stelt een onderzoek in en beslist binnen twee weken op het beroep, tenzij zij de termijn gemotiveerd heeft verlengd met ten hoogste twee weken. 4. De commissie deelt haar beslissing schriftelijk mede aan de kandidaat, aan de ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat indien deze minderjarig is, aan de directeur en aan de inspectie. Art. 5 Examenreglement en Programma van toetsing en afsluiting 1. Het examenreglement van scholen voor voortgezet onderwijs van Amarantis Onderwijsgroep bestaat uit twee delen: a. Een algemeen deel, geldend voor alle scholen en locaties voor voortgezet onderwijs; b. Een locatiespecifiek deel, geldend voor de eigen locatie van voortgezet onderwijs. 2. Het College van Bestuur van Amarantis Onderwijsgroep stelt het algemene deel van het examenreglement vast, als bedoeld in het eerste lid onder a. 3. Het College van Bestuur van Amarantis Onderwijsgroep mandateert het vaststellen van het examenreglement per locatie, als bedoeld in het eerste lid onder b, aan de directeur. 4. De vaststelling van het programma van toetsing en afsluiting is door het College van Bestuur van Amarantis Onderwijsgroep gemandateerd aan de directeur. 5. De directeur stelt jaarlijks voor 1 oktober een programma van toetsing en afsluiting vast. 6. In het programma van toetsing en afsluiting staat in elk geval vermeld: a. welke onderdelen van het examenprogramma in het schoolexamen worden getoetst b. de inhoud van de onderdelen van het schoolexamen c. de wijze waarop het schoolexamen plaatsvindt d. de tijdvakken waarbinnen de toetsen van het schoolexamen aanvangen, de herkansing daaronder mede begrepen e. de wijze van herkansing van het schoolexamen f. de regels voor de wijze waarop het cijfer voor het schoolexamen voor een kandidaat tot stand komt. 7. Het examenreglement, zowel het algemene als het locatiespecifieke deel, en het programma van toetsing en afsluiting worden door de directeur voor 1 oktober toegezonden aan de inspectie en verstrekt aan de kandidaten. HET CENTRAAL EXAMEN Art. 6 Algemene bepalingen 1. Het Centraal examen wordt afgenomen volgens de artikelen 36 t/m 45 van het Eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo. Daarin is ook opgenomen hoe de score en het eindcijfer van het centraal examen worden vastgesteld. Het Eindexamenbesluit ligt ter inzage bij het examensecretariaat. 2. Voor leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg die geen regulier centraal examen afleggen, maar zich kwalificeren op niveau 1 van het middelbaar beroepsonderwijs, geldt de Onderwijs- en Examenregeling van het middelbaar beroepsonderwijs of het convenant dat Vmbo school en Mbo opleiding ten aanzien van deze leerlingen hebben afgesloten. Het convenant ligt ter inzage bij de directeur. 3. Leerlingen in het experiment VM2 zijn niet verplicht deel te nemen aan het centraal examen. Voor leerlingen die het Vmbo examen afleggen geldt dit examenreglement 2011/2012. Voor VM2 leerlingen die niet deelnemen aan het centraal examen geldt de onderwijs- en examenregeling van het middelbaar beroepsonderwijs niveau 2.
Algemeen deel PTA 1.1_2
Pag. 3
Art. 7 Tijdvakken en afneming centraal examen 1. Het centraal examen kent een eerste, tweede en derde tijdvak. 2. Het eerste en tweede tijdvak worden afgenomen in het laatste leerjaar. 3. Het derde tijdvak wordt aansluitend aan het laatste leerjaar afgenomen door het College voor examens. 4. Het College voor examens kan vakken aanwijzen waarin wegens het zeer geringe aantal kandidaten, het centraal examen in het tweede tijdvak eveneens wordt afgenomen door het College voor examens. 5. Het College voor examens kan bepalen dat een toets wordt afgenomen op een tijdstip dat is gelegen voor de aanvang van het eerste tijdvak. Art. 8 Centraal examen voorlaatste leerjaar 1. In afwijking van artikel 7 tweede lid kan de directeur een leerling uit het voorlaatste leerjaar toelaten tot het centraal examen in één of meer vakken van het eindexamen. Dit mogen niet alle vakken zijn. 2. Als er sprake is van het eerste lid, wordt het schoolexamen in dat vak of die vakken afgesloten voor aanvang van het eerste tijdvak in dat leerjaar. 3. Na vaststelling van het eindcijfer of de eindcijfers maakt de directeur deze schriftelijk aan iedere kandidaat bekend. Art. 9 Examenrooster Het examenrooster wordt door de directeur aan de kandidaten bekend gemaakt. Art. 10 Beoordeling centraal examen 1. De beoordeling van het centraal examen wordt gedaan door de examinator in het betreffende vak. 2. Na de beoordeling zendt de directeur de stukken aan een tweede corrector (de gecommitteerde), dan wel de tweede examinator, bedoeld in artikel 11 tweede lid toekomen. Art. 11 Beoordeling praktisch gedeelte centraal examen vmbo 1. Bij het maken van het praktisch gedeelte van het centraal examen van een eindexamen vmbo, is de examinator in het desbetreffende vak of programma aanwezig. De examinator beoordeelt de prestaties tijdens het maken van de praktijkopgaven en legt zijn bevindingen van de verrichtingen van de kandidaat schriftelijk vast. 2. Voor het praktisch gedeelte van het centraal examen vmbo vindt de beoordeling tevens plaats door een tweede examinator. Art. 12 Vaststelling score en cijfer centraal examen 1. De examinator en de gecommitteerde dan wel de tweede examinator, bedoeld in artikel 11 tweede lid, stellen in onderling overleg de score voor het centraal examen vast. Indien de examinator en de gecommitteerde daarbij niet tot overeenstemming komen, wordt het geschil voorgelegd aan het bevoegd gezag van de gecommitteerde. Dit bevoegd gezag kan hierover in overleg treden met het bevoegd gezag van de examinator. Indien het geschil niet kan worden beslecht, wordt hiervan melding gemaakt aan de inspectie. De inspectie kan een derde onafhankelijke gecommitteerde aanwijzen. De beoordeling van de derde gecommitteerde komt in de plaats van de eerdere beoordelingen. 2. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen in een vak vast op grond van de score, bedoeld in het eerste lid, en met inachtneming van de regels, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel d van de Wet College voor examens. UITSLAG, HERKANSING EN DIPLOMERING Art. 13 Eindcijfer eindexamen 1. Het eindcijfer voor alle vakken van het eindexamen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10. 2. De directeur bepaalt het eindcijfer voor een vak op het rekenkundig gemiddelde van het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen. Indien de uitkomst van deze berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal afgerond volgens artikel 14. Algemeen deel PTA 1.1_2
Pag. 4
3. Indien in een vak alleen een schoolexamen is gehouden, is het cijfer voor het schoolexamen tevens het eindcijfer. Indien dit cijfer niet een geheel getal is, wordt dat getal afgerond volgens artikel 14. 4. Voor het berekenen van het combinatiecijfer (havo/vwo) worden de op de cijferlijst vermelde afgeronde cijfers (bestaande uit gehele getallen) gemiddeld. De afronding naar hele cijfers van de combinatievakken alsmede van het combinatiecijfer is volgens artikel 14. Art. 14 Afronden cijfers Indien een rekenkundig gemiddelde moet worden berekend en de uitkomst van deze berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal op de volgende wijze afgerond: - indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, wordt het naar beneden afgerond; - indien het eerste cijfer achter de komma een 5 of hoger is, wordt het naar boven afgerond. Art. 15 Vaststelling uitslag 1. De directeur en de secretaris van het eindexamen stellen de uitslag vast met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 48 en 49, en voor zover van toepassing artikel 52a van het Eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo. 2. De uitslag luidt “geslaagd voor het eindexamen” of “afgewezen voor het eindexamen”. Art. 16 Uitslag vmbo 1. De kandidaat die eindexamen vmbo heeft afgelegd, is geslaagd indien het rekenkundig gemiddelde van zijn bij het centraal examen behaalde cijfers ten minste 5,5 is, en hij tevens: a. Voor al zijn examenvakken als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, of b. Voor één examenvak als eindcijfer 5 heeft behaald en voor de overige vakken een eindcijfer van 6 of meer, of c. Voor één examenvak als eindcijfer 4 heeft behaald en voor de overige vakken een 6 of meer waarvan ten minste één 7 of hoger, of d. d. Voor twee examenvakken als eindcijfer 5 heeft behaald en de overige vakken een eindcijfer van 6 of meer waarvan ten minste één 7 of hoger. 3. Voor de toepassing van het eerste lid wordt het eindcijfer van het afdelingsvak of intrasectorale programma in de basisberoepsgerichte en de kaderberoepsgerichte leerweg meegerekend als twee eindcijfers. 4. In aanvulling hierop geldt tevens, dat voor de vakken lichamelijke opvoeding en het kunstvak uit het gemeenschappelijk deel en in de gemengde en theoretische leerweg voor het sectorwerkstuk de kwalificatie “voldoende” of “goed” is behaald. 5. In afwijking van het eerste en derde lid, is de kandidaat, die eindexamen vmbo ter afsluiting van een leerwerktraject/basisberoepsgerichte leerweg –als bedoeld in artikel 10 b1 van de Wet- heeft afgelegd, geslaagd indien hij voor de vakken Nederlands en het beroepsgerichte vak een 6 of hoger heeft behaald. Voor een kandidaat, die eindexamen leerwerktraject/basisberoepsgerichte leerweg heeft afgelegd, geldt de aanvullende bepaling betreffende lichamelijke opvoeding en het kunstvak niet. Indien de vakken waarin examen is afgelegd, tezamen een eindexamen vormen van de basisberoepsgerichte leerweg zijn het eerste tot en met derde lid van overeenkomstige toepassing. vwo/havo 5. De kandidaat, die eindexamen vwo of havo heeft afgelegd, is geslaagd: a. Indien het rekenkundig gemiddelde van de cijfers behaald tijdens het centraal examen een 5,5 of hoger is, en b. (Dit lid geldt alleen voor kandidaten die vanaf 2013 centraal examen doen) Indien hij als eindcijfer voor de basisvakken Nederlands, Engels en wiskunde maximaal één onvoldoende heeft behaald en dat deze a. onvoldoende minimaal een 5 is. Voor kandidaten zonder wiskunde geldt dat ten hoogste één eindcijfer 5 mag worden behaald voor Nederlands en Engels, en c. Indien hij: - Voor alle examenvakken als eindcijfer 6 of hoger heeft behaald, of - Voor één examenvak als eindcijfer 5 heeft behaald en de overige vakken een eindcijfer van 6 of meer, of;
Algemeen deel PTA 1.1_2
Pag. 5
-
Voor één examenvak eindcijfer 4 heeft behaald of twee eindcijfers 5 of één eindcijfer 4 en één eindcijfer 5 is en de overige vakken een eindcijfer 6 of meer en het gemiddelde van de eindcijfers tenminste 6,0 bedraagt, en d. Indien geen van de eindcijfers, alsmede de onderdelen van het combinatiecijfer genoemd in het zesde lid, lager is dan 4, en; e. Indien de vakken lichamelijke opvoeding en indien van toepassing culturele en kunstzinnige vorming van het gemeenschappelijk deel van elk profiel zijn beoordeeld als “voldoende” of “goed”. 6. Het combinatiecijfer is het rekenkundig gemiddelde van de eindcijfers voor maatschappijleer, het profielwerkstuk en voor het vwo ook algemene natuurwetenschappen. Per locatie wordt verder bepaald welke extra vakken als onderdeel van dit combinatiecijfer gelden (zoals benoemd in het Eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo, artikel 49, lid 6). Dit wordt vastgelegd in het Examenreglement van de locatie. Het combinatiecijfer wordt afgerond volgens artikel 14. Algemeen 7. De kandidaat, die eindexamen heeft afgelegd en die niet voldoet aan de voorwaarden, is afgewezen, behoudens de mogelijkheid tot herkansing. 8. Zodra de eindcijfers en indien mogelijk de uitslag is vastgesteld, maakt de directeur deze schriftelijk aan iedere kandidaat bekend, onder mededeling van de mogelijkheid tot herkansing conform artikel 17. 9. De uitslag is de definitieve uitslag indien geen gebruik van het recht op herkansing gemaakt wordt. Extra vak 10. Heeft een kandidaat in meer dan het voorgeschreven minimum aantal vakken aan het examen deelgenomen, wordt nagegaan of door weglating van één of meer vakken een lijst kan worden samengesteld die aan de voorschriften ten aanzien van de samenstelling van het vakkenpakket voldoet en waarmee de kandidaat voldoet aan de eisen om te slagen. In dat geval wordt vastgesteld dat de kandidaat geslaagd is. Indien daarbij meerdere keuzemogelijkheden zijn, doet de directeur aan de kandidaat een voorstel en maakt de kandidaat een keuze. Indien de kandidaat niet binnen 4 dagen op het voorstel heeft gereageerd, wordt het voorstel van de directeur bindend. Art. 17 Herkansing centraal examen 1. Elke kandidaat heeft het recht op deelname aan de herkansing voor ten hoogste één vak. Voorwaarde is slechts dat de kandidaat in het betreffende vak en programma het schoolexamen heeft afgesloten. 2. Elke kandidaat in de basis- of kaderberoepsgerichte leerweg in het vmbo heeft daarnaast het recht op herkansing van het praktisch gedeelte van het centraal examen in een beroepsgericht programma. De herkansing van het praktisch gedeelte van het centraal examen bestaat uit het opnieuw afleggen van deze toets of van een of meer onderdelen daarvan. 3. Herkansing vindt plaats in het tweede tijdvak, of in het derde tijdvak voor die kandidaten die in het tweede tijdvak nog voor het eerst delen van het examen afleggen. Wie in het derde tijdvak nog voor het eerst delen van het examen aflegt, komt niet in aanmerking voor herkansing. 4. Indien de herkansing plaatsvindt, geldt het hoogste van beide behaalde cijfers als definitief cijfer voor het centraal examen. Bij herkansing van (onderdelen) van het cspe geldt de score van de herkansing en niet de hoogste score. Van de onderdelen die niet worden herkanst, blijft de score staan. 5. Aanmelding voor een herkansing voor het tweede tijdvak, met vermelding van het vak, waarin herkanst wordt, moet schriftelijk zijn ingediend bij de directeur vóór een door de directeur te bepalen tijdstip. 6. Na afloop van de herkansing in het laatste leerjaar wordt de uitslag definitief vastgesteld met overeenkomstige toepassing van artikel 48 van het Eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo en wordt deze schriftelijk aan de kandidaat bekendgemaakt. 7. Na afloop van een herkansing in het voorlaatste leerjaar wordt het eindcijfer schriftelijk aan de kandidaat bekend gemaakt.
Algemeen deel PTA 1.1_2
Pag. 6
Art. 18 Diploma en cijferlijst 1. De directeur reikt aan elke kandidaat, die eindexamen heeft afgelegd, een cijferlijst uit met daarop de vakken, cijfers en andere beoordelingen van het schoolexamen en centraal examen voor zover de resultaten van belang zijn voor de uitslag. 2. De directeur reikt aan elke geslaagde kandidaat een diploma uit, waarop het profiel of de leerweg is vermeld die bij de bepaling van de uitslag is betrokken. 3. Indien een kandidaat in meer dan het voorgeschreven minimum aantal vakken examen heeft afgelegd, worden de eindcijfers van de vakken die niet bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken vermeld op de cijferlijst, tenzij de kandidaat daartegen bezwaar heeft. 4. De directeur, dan wel de daartoe gemandateerde locatieleider en de secretaris van het eindexamen, tekenen de diploma's en de cijferlijsten. 5. Voor eindexamens, afgelegd in het voorlaatste schooljaar, verstrekt de directeur de kandidaat een voorlopige cijferlijst, conform het gestelde in artikel 52a van het Eindexamenbesluit vwo-havo-mavovbo. Art. 19 Certificaten en getuigschriften 1. Indien een kandidaat is afgewezen voor het eindexamen vmbo en de school verlaat, ontvangt hij/zij een certificaat met daarop de vakken, waarvoor hij/zij bij het laatst afgelegde examen in de school een voldoende heeft behaald. 2. Kandidaten van de basisberoepsgerichte leerweg, die met goed gevolg een gedeelte van het examenprogramma hebben afgelegd, ontvangen een getuigschrift voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs. Art. 20 Duplicaten Duplicaten van diploma’s, certificaten, getuigschriften en cijferlijsten worden niet uitgereikt. OVERIGE BEPALINGEN Art. 21 Faciliteiten 1. De directeur kan aan kandidaten faciliteiten verlenen bij het afleggen van schoolexamen en centraal examen. De faciliteit voor kandidaten voor wie Nederlands niet de thuistaal is, bestaat uit tijdverlenging bij schoolexamen (maximaal 15 minuten bij toetsen van 1 lesuur en 30 minuten bij toetsen van 2 of meer lesuren) en centraal examen (tot maximaal een half uur), bij die toetsen waarbij beheersing van de Nederlandse taal een belangrijke rol speelt. 2. Voorwaarde voor toekenning van deze toepassing is, dat de kandidaat vóór het examenjaar niet meer dan 5 jaar onderwijs in Nederland heeft gevolgd. 3. Faciliteiten voor kandidaten met enige handicap worden vastgesteld overeenkomstig de aard en zwaarte van de handicap. 4. De kandidaat dient een verzoek in om faciliteiten zoals hierboven bedoeld, uiterlijk op 1 oktober van het schooljaar voorafgaand aan het schooljaar waarin het examen wordt afgelegd. 5. De directeur beoordeelt na raadpleging van de orthopedagoog welke verzoeken worden gehonoreerd en welke faciliteiten worden geboden. Hij doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de inspectie. Art. 22 Bewaren examenwerk 1. Het werk van het centraal examen der kandidaten en de lijst met gegevens van alle kandidaten, worden gedurende ten minste zes maanden na de vaststelling van de uitslag bewaard door de directeur, ter inzage voor belanghebbenden. 2. Een door de directeur en de secretaris van het eindexamen ondertekend exemplaar van de lijst, zoals bedoeld in het vorige artikel, wordt gedurende ten minste zes maanden na de vaststelling van de uitslag in het archief van de school bewaard. 3. De directeur draagt er zorg voor dat een volledig stel van de bij de centrale examens gebruikte opgaven gedurende ten minste zes maanden na de vaststelling van de uitslag bewaard blijft in het archief van de school. Digitale examens worden in het digitale archief bewaard.
Algemeen deel PTA 1.1_2
Pag. 7
Art.23 Inzage van centrale examens 1. De directeur geeft toestemming tot inzage in het centraal examenwerk. 2. De directeur draagt er zorg voor dat inzage geschiedt onder toezicht. 3. Inzage van digitaal gemaakt (gesloten) werk geschiedt uitsluitend vanaf beeldscherm. 4. Tijdens inzage van digitaal gemaakt werk mogen geen aantekeningen worden gemaakt. 5. Bij deze inzage vindt geen discussie plaats over het toegekende aantal punten. Art. 24 Spreiding examen 1. De directeur kan, de inspectie gehoord, toestaan dat ten aanzien van een kandidaat die in het laatste leerjaar langdurig ziek is, en ten aanzien van een kandidaat die lange tijd ten gevolge van een bijzondere, van de wil van de kandidaat onafhankelijke omstandigheid niet in staat is geweest het onderwijs in al zijn eindexamenvakken gedurende het laatste leerjaar te volgen, het eindexamen gespreid over twee schooljaren wordt afgenomen. 2. De regeling, vermeld in artikel 59 van het Eindexamenbesluit vwo-havo-mavovbo, is van toepassing. Art. 25 Zij-instroom Voor de kandidaat die tot het voorlaatste of laatste leerjaar wordt toegelaten, nadat voorafgaand reeds toetsen zijn gehouden die deel uitmaken van het examen, stelt de directeur een regeling vast, in overleg met de betrokken examinator(en) en de kandidaat. Art. 26 Onvoorziene gevallen In gevallen waarin het examenreglement (zowel het algemene als het locatiespecifieke deel) en het Programma van Toetsing en Afsluiting van de school niet voorzien, beslist de directeur.
2. het programma van toetsing en afsluiting (PTA) 2.1 Het examencijfer Voor het Vmbo geldt dat het eindcijfer wordt bepaald door het schoolexamencijfer (SE) en het centraalexamencijfer (CE). De cijfers die de kandidaat haalt in de derde en vierde klas bepalen samen het schoolexamencijfer. Schoolexamen en centraal examen tellen even zwaar mee. e
Alle cijfers behaald in de 3 klas tellen mee voor het overgangsrapport en voor het schoolexamen. e e De cijfers die zijn behaald in de 3 klas en in de 4 klas bepalen samen het se-cijfer. e
e
In het PTA-boekje kan je terugvinden hoe zwaar het cijfer in de 3 klas en in de 4 klas meetellen voor het uiteindelijke schoolexamencijfer. Vakken die alleen met een schoolexamen worden afgesloten zijn. - maatschappijleer (1), - kunstvakken 1 (inclusief CKV) - lichamelijke opvoeding. Maatschappijleer wordt afgesloten met een SE-cijfer en telt mee voor de zak-slaagregeling. kunstvakken 1 (inclusief CKV) en lichamelijke opvoeding moeten met een "goed" of met een "voldoende" zijn afgesloten. Bovendien moet in de TL/GL een sectorwerkstuk zijn gemaakt dat met een ‘voldoende’ of ‘goed’ is beoordeeld.
2.2 Centraal examen Het centraal examen bestaat uit: - Voor algemene vakken een centraal schriftelijk examen (CSE) - Voor beroepsgerichte vakken een centraal schriftelijk praktisch examen (CPSE) Voor de algemene vakken wordt in alle leerwegen alleen een centraal schriftelijk examen afgenomen. Algemeen deel PTA 1.1_2
Pag. 8
In de BBL (en de KBL als pilot) wordt dit examen digitaal, dus met een computer, afgenomen. Duur van het centrale examen Voor het centraal schriftelijk examen in TL, GL en KBL krijgt de kandidaat per vak 120 minuten. In de BBL duren de digitale examens 60 minuten, uitgezonderd wiskunde. Dat examen duurt 90 minuten. In de KBL duren de digitale examens 90 minuten, uitgezonderd wiskunde. Dat examen duurt 120 minuten. Beoordeling Het examenwerk wordt beoordeeld door de eigen docent. De beoordeling vindt plaats aan de hand van een bindend correctievoorschrift. Voor de algemene vakken geldt een tweede correctie door een docent van een andere school. 2.3 Schoolexamen De wijze waarop het schoolexamencijfer wordt opgebouwd staat vermeld in dit PTA boekje. Elke leerling ontvangt in de derde klas voor 1 oktober van dat leerjaar dit boekje. Dit PTA boekje geeft een duidelijk overzicht van de eisen die bij de verschillende vakken worden gesteld. Ook wordt vermeld in welke periode toetsen van het schoolexamen plaatsvinden. Aan het einde van elke periode ontvangt de kandidaat een rapport van hoe hij/zij er voor staat. Aan het eind van leerjaar 4 ontvangt de kandidaat het laatste overzicht met de SE cijfers die meetellen voor het eindexamencijfer. Examenresultaten De resultaten van het schoolexamen worden genoteerd in Magister. Dat betreft: - een overzicht van alle afgelegde toetsen en uitgevoerde opdrachten - een overzicht van de behaalde resultaten en vorderingen’ - informatie over het handelingsdeel (praktisch opdrachten) Het examendossier kan worden opgevat als de persoonlijke invulling voor de leerling, van het PTA. Alle resultaten worden digitaal door de docenten centraal aangeleverd. De secretaris van de examencommissie ziet erop toe dat de cijfers van alle toetsen en werkstukken en opdrachten worden geregistreerd. De leerling bewaart thuis de ‘producten’ van het sectorwerkstuk en de stages. Mededelingen over de resultaten van het schoolexamen Aan het eind van het derde en vierde jaar ontvangt iedere leerling een eindrapport waarop voor ieder vak het eindcijfer vermeld is. Dat zijn de z.g. PTA cijfers. De kandidaat en ouders/verzorgers van de leerling e tekenen aan het einde van het 4 jaar voorde beoordelingen en cijfers voor akkoord. De secretaris van de het examen beheert de akkoordverklaring. Als de kandidaat niet akkoord is met de behaalde PTA cijfers in klas 3, moet hij of zij voor 1 oktober in klas 4 bezwaar aantekenen (zie ook het examenreglement) In het programma van toetsing en afsluiting (PTA) staat voor elk vak waarin de kandidaat examen gaat doen: - wat de kandidaat moet leren; - wat de kandidaat moet kunnen; - op welke manier dit getoetst wordt; - hoe het cijfer voor het schoolexamen tot stand komt; - wanneer een examenonderdeel afgerond moet zijn . Er kunnen zich omstandigheden voordoen waardoor er van onderdelen uit het PTA wordt afgeweken. De kandidaat ontvangt dan tijdig een brief of een bijgestelde versie van het PTA voor die periode.
Algemeen deel PTA 1.1_2
Pag. 9
3. Afspraken per school Het PTA geldt voor een cohort. De datum die daar bij hoort is het jaar waarin de leerling in de derde klas begint. In het PTA wordt het programma van twee leerjaren beschreven. De school kiest zelf of het hele programma in één keer wordt uitgereikt of dat dit per schooljaar/klas gebeurt (in tweeën). Per school een beschrijving van de volgende zaken: - Praktische opdrachten. Er wordt duidelijk omschreven wat de eisen zijn voor de praktische opdracht en binnen welke periode de opdracht afgerond moet zijn (checklist PTA). - Profielwerkstukken / sectorwerkstukken: duidelijke beschrijving van de eisen die aan het werkstuk worden gesteld en welke vakken er bij betrokken zijn (checklist PTA). - Handelingsdelen: beschrijving van verplichte onderdelen uit het examenprogramma die elke leerling moet hebben afgesloten (checklist PTA). - Duur: Aangeven hoe lang de toetsen duren - Beoordeling van het schoolexamen - Bepaling van het periodecijfer (gewogen gemiddelde en/of voortschrijdend gemiddelde) - Periode-indeling (aantal perioden) per leerjaar - Planning en voorbereiding op het CE. - Procedures en schoolregels bij het schoolexamen - Inleveren van werk betreffende het schoolexamen - Afwezigheid en telaatkomen bij het schoolexamen
3.3
Programma van toetsing en afsluiting per vak (schematisch overzicht) Per vak - Leerstofomschrijving (beknopt) of een verwijzing naar afzonderlijk document met leerstofinhoud - Exameneenheid/kerndeel waartoe de toets behoort - Periode/moment waarop de toets plaats gaat vinden (mogelijk aan te vullen met een codering) - Examenvorm/toetsvorm - Examenduur (werktijd) - Weging - Cijfer (ruimte waar de leerling het cijfer kan invullen
Algemeen deel PTA 1.1_2
Pag. 10