Professionele ondersteuning. Toepassen van methoden en standaarden in de praktijk Dr. Wil H.E. Buntinx
Kennismarkt 2011 Bussum
In deze workshop: • Een meta-model van het professionele ondersteuningsproces • Vier modellen gekoppeld aan vier vragen uit het professionele ondersteuningsproces
1
Vier centrale vragen in de professionele praktijk
1.
Welke zijn de beperkingen (en mogelijkheden) ? (diagnostiek & beeldvorming)
2.
Welke zijn de ondersteuningsbehoeften?
3.
Hoe wordt de ondersteuning het best gepland en gegeven? (persoonlijk ondersteuningsplan)
4.
Is de persoon er beter van geworden? (effecten – uitkomsten)
Program Logic Model van Ondersteuning (metamodel)
Problemen
Behoeften
Ondersteuning
Uitkomsten
2
Program Logic Model van Ondersteuning (metamodel)
Subj. Wensen (WANTS)
Subjectieve en Objectieve
Diagnostiek = Multidimensionele Beeldvorming
A
P
C
D
Geobject Onderst. Behoeften (NEEDS)
Probleem?
Ondersteuning? Behoeften?
Kwaliteit van Bestaan
Uitkomsten?
Relevante modellen binnen het ondersteuningsproces
Deming
AAIDD ICF
Probleem?
Supports Model SIS)
A
P
C
D
Quality of Life
Ondersteuning Behoeften?
Uitkomsten?
3
Model diagnostiek / beeldvorming
Multidimensionele
A
P
C
D
Beeldvorming
Ondersteuning
Probleem? Behoefte?
Uitkomst!
Problemen in het functioneren?
• AAIDD-Model • WHO-ICF
4
I.
Verstandelijke mogelijkheden
II.
Adaptief gedrag Onder-
III. Gezondheid & Etiologie
steuning
Menselijk Functioneren
IV. Participatie, Interactie & Sociale rollen
V. Context Omgeving & Persoonlijke factoren
AAIDD model - 2010
ICF model (WHO 2001) gezondheidstoestand aandoeningen, ziekten
functies en anatomische eigenschappen
externe factoren
activiteiten
participatie
persoonlijke factoren
5
ICF model (WHO 2001) gezondheidstoestand aandoeningen, ziekten
stoornissen
beperkingen
(handicaps)
participatieproblemen
belemmeringen
persoonlijke factoren
Gemeenschappelijke kenmerken van de modellen voor diagnostiek / beeldvorming • • • •
Multidimensioneel Interactioneel: persoon x omgeving Belang van context Rol van ondersteuning (deze staat centraal in het AAIDD model en wordt hierin verder uitgewerkt)
•
Aan de hand van deze modellen kunnen professionals een werkwijze afspreken om aan alle relevant facotren aandacht te besteden in diagnostiek / beeldvorming.
http://www.rivm.nl/who-fic/indexned.html
6
Model ondersteuningsbehoeften
Subj. Wensen (WANTS)
A
P
C
D
Geobject. Behoeften (NEEDS)
Probleem?
Ondersteuningsproces! Behoefte?
competenties
‘normaal’ functioneren conform lft.&cult.
Ondersteuning
Ondersteuningsbehoeften
Uitkomst!
Quality of Life
ondersteuningsbehoefte
Ondersteuning compenseert de mismatch tussen competenties en omgevingseisen om met succes te participeren in activiteiten die gebruikelijk / typisch zijn bij leeftijdgenoten in de culturele context van de persoon
7
Gezondheid en Veiligheid Werkactiviteiten
Sociale activiteiten
Leren & ontwikkeling
Belangenbehartiging
Samenleving
Sp. Medische behoeften
Huiselijke activiteiten
Sp. Gedragsmatige behoeften
-Welke ondersteuning nodig? -Hoeveel
om te functioneren zoals leeftijdgenoten, als lid van de samenleving om je prettig te voelen in in je omgeving om je eigen ambities te realiseren om een goede kwaliteit van bestaan te ervaren...
Instrument Ondersteuningsbehoeften
1. Persoonlijke wensen, doelen, voorkeuren, waarden ? 2. Professionele vise op individuele ondersteuningsbehoeften ?
Domeinen: • Huiselijke activiteiten (wonen), • Samenleving (participatie), • Leren en ontwikkeling, • Werken / dagbesteding, • Gezondheid en Veiligheid, • Sociale activiteiten en contacten, • Belangenbehartiging, • Speciale Medische behoeften • Speciale Gedragsmatige behoeften
8
Model ondersteuning
ondersteuning
Probleem?
A
P
C
D
Ondersteuning! Behoefte?
Uitkomst!
Omschrijving ‘Ondersteuning’ verwijst naar hulpbronnen en strategieën waarmee de persoonlijke ontwikkeling en het functioneren, kunnen worden bevorderd. ‘Functioneren als lid van de samenleving’ kent verschillende aspecten: wonen, deelnemen aan activiteiten, werken, leren, sociale contacten, zorgen voor eigen gezondheid, behartigen van belangen. Wanneer het functioneren op één van die domeinen ten gevolge van de verstandelijke beperking problematisch is dan spreken we van een ondersteuningsbehoefte in dat domein. ‘Ondersteuning’ verwijst naar de PLANNING en de UITVOERING van strategieën om het functioneren te bevorderen, alias om een goede kwaliteit van bestaan te bevorderen. Strategie = doelen + acties + hulpbronnen
9
Model Ondersteuningsbronnen
Natuurlijke bronnen
Speciale bronnen 5. Gespecialiseerde diensten 4. Algemene diensten
3. Informele ondersteuning 2. Familie&vrienden 1. Persoon zelf
ONDERSTEUNING
Persoonlijk Ondersteunings Plan (opstellen en uitvoeren)
A
P
C D Deming cyclus: Plan Do Check Act Ingrediënten: Doelen – Processen – Hulpbronnen
10
Herhaal de Kwaliteit-Verbeter-Cyclus
P
D
A
P
C
D
C
A A C
T DA
A
D
AA
Gewenst niveau
P
AA
P
C
D
Borging
Huidig niveau
Model Kwaliteit van Bestaan
Subjectieve en Objectieve A
P
C
D
Uitkomst:
Kwaliteit van Bestaan
Probleem?
Ondersteuning Behoefte?
Uitkomst!
11
Uitkomsten van ondersteuning
• WHO WHO defines Quality of Life as an individual's perception of their position in life in the context of the culture and value systems in which they live and in relation to their goals, expectations, standards and concerns. It is a broad ranging concept affected in a complex way by the person's physical health, psychological state, personal beliefs, social relationships and their relationship to salient features of their environment.
• Model Quality of Life (Schalock et al.) A multidimensional phenomenon composed of core domains influenced by personal characteristics and environmental factors. These core domains are the same for all people, although they may vary individually in relative value and importance. Assessment of quality of life domains is based on culturally sensitive indicators.
WHO QoL Model Facetten binnen domeinen Domeinen Overall Quality of Life and General Health •
1. Physical Health
Energy and fatigue Pain and discomfort Sleep and rest •
•
2. Psychological
Bodily image and appearance Negative feelings Positive feelings Self-esteem Thinking, learning, memory and concentration •
•
•
•
3. Level of Independence
Mobility Activities of daily living Dependence on medicinal substances and medical aids W ork capacity •
•
•
•
4. Social Relations
Personal relationships Social support Sexual activity •
•
5. Environment
Financial resources Freedom, physical safety and security Health and social care: accessibility and quality Home environment Opportunities for acquiring new information and skills Participation in and opportunities for recreation/leisure Physical environment (pollution/noise/traffic/climate) Transport •
•
•
•
•
•
•
6.Spirituality / Religion / Personal beliefs
Religion/Spirituality/Personal beliefs (Single facet)
12
Quality of Life model (Schalock et al., 2008)
Factor
Domein
Zelfstandigheid
Sociale Participatie
Welzijn
Indicatoren
Persoonlijke ontwikkeling
subjectief / objectief
Zelfbepaling
subjectief / objectief
Inter-persoonlijke relaties
subjectief / objectief
Sociale inclusie
subjectief / objectief
Rechten
subjectief / objectief
Emotioneel welzijn
subjectief / objectief
Fysiek welzijn
subjectief / objectief
Materieel welzijn
subjectief / objectief
“Er is niets zo praktisch als een goede theorie” (Kurt Lewin)
13
Nut van een goed model… – Begrijpen van constructen (omschrijvingen - deelelementen – relaties) – Validiteitgrondslag in onderzoek (selectie van variabelen) – Validiteitgrondslag voor professionele praktijk (‘wat dient beeldvorming te omvatten?’ ‘wat maakt deel uit van POP?’) – Validiteitgrondslag voor ontwikkeling van instrumenten en interpretatie van uitkomsten (‘instrument om Participatie te onderzoeken’) – Referentiekader voor beleidsvraagstukken
Bronnen en literatuurverwijzingen Buntinx, W.H.E., & Schalock, R. (2010). Models of Disability, Quality of Life, and Individualized Supports: Implications for Professional Practice in Intellectual Disability. Journal of Policy and Practice in Intellectual Disabilities, 7 (4), pp 283–294. Buntinx, W.H.E., Maes, B., Claes, & L.M.G. Curfs (2010). De Nederlandstalige versie van de Supports Intensity Scale. Psychometrische eigenschappen en toepassingen. Nederlands Tijdschrift voor de zorg aan mensen met verstandelijke beperkingen, 36 (1), 4-22. Buntinx W.H.E. (2006). The relationship between the WHO-ICF and the AAMR-2002 system. In Switzky H. & Greenspan S. What is Mental Retardation? Ideas for an Evolving Disability in the 21st Century (p.303-323). Washington: AAMR. Schalock, R.L., Borthwick-Duffy S.A., Bradley, V.J., Buntinx, W.H.E., Coulter, D.L., Craig, E.M., Gomez, S.C., Lachapelle, Y., Luckasson, R., Reeve, A., Shogren, K.A., Snell, M.E., Spreat, S., Tassé, M.J., Thompson, J.R., Verdugo-Alonso, M.A., Wehmeyer, M.L., & Yeager, M.H. (2010). Intellectual Disability: Definition, Classification, and Systems of Supports (Eleventh edition). Washington, D.C.: AAIDD. Thompson, J.R., Bryant, B.R., Campbell, E.M., Craig, E.M., Hughes, C.M., Rotholz, D.A., Schalock, R.L., Silverman, W.P., Tassé, M.J. & Wehmeyer, M.L. – vertaling: W.H.E. Buntinx (2010). Supports Intensity Scale. Schaal Intensiteit van Ondersteuningsbehoeften. Handleiding SIS NL 1.2. Houten: BSL. Thompson, J.R., Bradley, V., Buntinx, W.H.E., Schalock, R.L., Shogren, K.A., Snell, M., & Wehmeyer M.L. (2009). Conceptualizing Supports and the Support Needs of People with Intellectual Disabilities. Intellectual Disability. 47 (2), 135–146. Wehmeyer, M.L., Buntinx, W.H.E., Lachapelle, Y., Luckasson, R.A. & Schalock, R.L. (2008). The Intellectual Disability Construct and Its Relation to Human Functioning. Intellectual and Developmental Disabilities, 46:4, 311–318
www.buntinx.org W. Buntinx Buntinx Training & Consultancy
[email protected] Tel. 0620798066
Gouverneur Kremers Centrum Maastricht University
14
ICF Bijlage
ICF
• De ICF is een begrippenstelsel en een model waarmee het menselijk functioneren in het algemeen en eventuele functioneringsproblemen in bijzonder kunnen worden beschreven • De ICF gaat uit van een multidimensionele en contextuele visie op het menselijk functioneren sociaal-ecologische theorie van het menselijk functioneren bio-psycho-sociaal model [ een ‘consensus’ model – beschrijvend, niet verklarend]
15
ICF
Doel • Voorzien in een grondslag voor: – begrijpen en bestuderen van menselijk functioneren – formuleren behandeldoelen – formuleren van uitkomsten van behandeling – determinanten van gezondheid • Scheppen van een gemeenschappelijke taal voor: – beschrijven van iemands functioneren – faciliteren van interdisciplinaire communicatie
ICF Functies 1.
Mentale functies 1. 2. 3.
2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Bewustzijn Oriëntatie Intellectuele functies (b117)
Sensorische functies en pijn Stem en spraak Hart en bloedvatenstelsel, ademhalingstelsel Spijsvertering-, hormoonstelsel Urogenitaal stelsel en reproductieve functies Bewegingssysteem Huid, haren , nagels
16
ICF Structuren (anatomische eigenschappen)
1.
Zenuwstelsel 1. 2. 3.
2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Hersenen Ruggenmerg Hersenvliezen…
Oog, oor Structuren van stem en spraak Hart en belodvatenstelsel Spijsvertering, metabool stelsel, hormoonstelsel Anatomie urogenitaal stelsel Structuur beweging (hoofd, hals, schouders…) Anatomische eigenschappen huid, haar, nagels
ICF Activiteiten en Participatie 1.
Leren en toepassen kennis 1. 2.
Doelbewust gebruiken van zintuigen Basaal leren 1. 2. 3.
Nadoen Herhalen Leren lezen…
2.
Algemene taken en eisen
3. 4. 5. 6. 7. 8.
Communicatie Mobiliteit Zelfverzorging Huishouden Tussenmenselijke interacties en relaties Belangrijke levensgebieden
•
1. 2. 3.
9.
D240: omgaan met stress en taakeisen
Opleiding Beroep en werk Economische leven…
Maatschappelijk, sociaal, burgerlijk leven
17
ICF Omgeving 1. 2. 3. 4. 5.
Producten en technologie (speciaal als hulpmiddel en algemeen) Natuurlijke omgeving Ondersteuning en relaties Attitudes Diensten, systemen en beleid
ICF Persoonlijke factoren • • • • • • • • • •
Leeftijd Ras Geslacht Opleiding Persoonlijkheid en karakter Levensstijl Gewoonten Opvoeding Beroep Ervaringen uit het verleden
18