PROEF 3
Elementaire Deeltjes Elementaire Deeltjes, de serie boekjes van Amsterdam University Press (AUP), maakt kennis toegankelijk voor een breed publiek. Elementaire Deeltjes is dé manier om snel alles te weten te komen over de onderwerpen die je interesseren. Experts nemen je mee op een ontdekkingsreis waarbij elk thema in de meest beknopte vorm volledig uitgediept wordt. Een serie handige en handzame boekjes, met altijd het antwoord op de vraag: ‘Hoe zit dat nou eigenlijk?’
PROEF 3
Eerste Wereldoorlog
Michael Howard
AUP
PROEF 3
Oorspronkelijke uitgave: Michael Howard, The First World War: A Very Short Introduction, Oxford University Press, 2007 [isbn 978-0-19-920559-2] Vertaling: Cornelis van Ginneken
Ontwerp omslag: Michel van Duyvenbode, Amsterdam Ontwerp binnenwerk: Crius Group, Hulshout Kaarten binnenwerk: Bert Heesen Produkties, Utrecht isbn 978 90 8964 609 5 nur 680 © M. Howard / AUP, Amsterdam 2014 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 jº het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.
PROEF 3
Inhoud Kaarten 1. Europa in 1914
17
2. De aanloop
32
3. 1914: De eerste campagnes
44
4. 1915: De oorlog duurt voort
55
5. 1916: De uitputtingsoorlog
75
6. De Verenigde Staten verklaren de oorlog
88
7. 1917: Het crisisjaar
102
8. 1918: Het jaar van de beslissing
118
9. Het vredesakkoord
138
Appendices
145
Illustratieverantwoording
148
Verder Lezen
149
Index
151
PROEF 3
NOORWEGEN Christiniania
Stockholm SCHOTLAND
ZWEDEN
Rosyth
Kopenhagen SLEESWIJK HOLSTEIN Kiel
S WA LE
STZ
DENEMARKEN
VERENIGD KONINKRIJK
Dublin
OO
IERLAND
ZEE
EE
D NOOR
Danzig
ENGELAND
Tannenbe POSEN
Amsterdam
Londen Portsmouth EA OC HE ISC
ar
POLEN
r
Praag
ne
n
M
MORAVIË
ELZASLOTHARINGEN BADEN
Loire
e
SAKSEN
Rij
ATL A
ine
NT
Se
HESSEN
ichs
r
HESSEN-NASSAU
BELGIË
de
de
Brussel
Parijs
We
Berlijn
DUITSE RIJK O
O
AN
NEDERLAND
BEIEREN
Wenen Do
FRANKRIJK
nau
ZWITSERLAND
Budape
OOSTENRIJK-HONGAARS
HO
Milaan
Belg
PORTUGAL MONACO
ANDORRA Lissabon
Madrid
SPANJE
BOSNIË
ITALIË
AD
Corsica Rome
MIDDE3LLA
NDSE ZEE
Sicilië
(Frans)
1. Europa voor de oorlog
EZ
EE
MONTENEGRO ALBANIË
ALGERIJE MAROKKO
HERZEGOVINA CH
Tirana
Sardinië
Balearen
RIA TIS
(Frans)
TUNESIË (Frans)
SE
PROEF 3
GENNOORWEGEN Christiniania
niania
ESTLAND
LETLAND
Dvin
Vistul
HOLSTEIN Kiel
Danzig
Berlijn
Warschau
RUSLAND
ula
Vilnius
Vilnius
ichs
el
r
r
Brest-Litovsk Kiev
Kiev
Praag
Dnje
Do
nau
Budapest
Odessa
Budapest
OOSTENRIJK-HONGAARSE OOSTENRIJK-HONGAARSE MONARCHIE MONARCHIE HONGARIJE
aan
EE
RIA TIS
SERVIË
SERVIË HERZEGOVINA
HERZEGOVINA
CH
Rome
EZ
Sofia
EE
MONTENEGRO Tirana
ALBANIË
Donau
KRIM
KRIM
ROEMENIË Bukarest
ZWARTE ZEE
ZWARTE ZEE
Donau
BULGARIJE BULGARIJE Sofia
MONTENEGRO
Constantinopel
Tirana
Constantinopel
ALBANIË HE ZEE
OTTOMAANSE OTTOMAANSE RIJK RIJK GRIEKENLAND GRIEKENLAND Sicilië
Athene
HE ZEE
EZ
Bukarest
BOSNIË AD
HONGARIJE ANIË ANIË SSYLV SSYLV TRAN Belgrado ROEMENIË
Odessa
Athene
AEGÏSC
CH
TRAN
AEGÏSC
lië
Belgrado BOSNIË RIA TIS
pr
Wenen
nau
D
AD
Dnje
pr
MORAVIË
MORAVIË BEIEREN Wenen
ITALIË
Moskou
a
LITAUWEN
SAKSEN
Do
RUSLAND Moskou
Dvin
a
Warschau Brest-Litovsk POLEN
POLEN
r
LETLAND
Tannenberg POSEN We
el
de
de
de
ichs
O
O
RIJK DUITSE RIJK O O
We
LITAUWEN Vist
a
Danzig
Tannenberg POSEN Berlijn
Riga
EE
OO
hagen Kopenhagen SLEESWIJK
OO
STZ
EN DENEMARKEN
STZ
EE
Riga
r SSEN-NASSAU AKSEN HESSEN Praag
Riga
ZWEDEN
ZWEDEN
de
St. Petersburg
St. Petersburg Helsinki
Helsinki Riga Stockholm ESTLAND
Stockholm
Rhodos Kreta
Kreta
Rhodos CYPRUS (Brits)
CYPRUS (Brits)
PROEF 3
NOORWEGENNOORWEGEN Oslo
Oslo
ZWEDEN
ZWEDE Stockholm
E SCHOTLAND ORDZE
SCHOTLAND
NOOR
NO
Rosyth
DZEE
Rosyth
Gotland
S Amsterdam em s Londen NEDERLAND Portsmouth
EA
n
NT ATL A
SAKSEN Rij
ISC
HE
OC
EA OC HE ISC NT
be
Donau
e Rh ôn
e Rh ôn
Praag
ECH
Donau
OSL
Wenen LICHTENSTEIN
ZWITSERLAND
ZWITSERLAND
Milaan
EE STZ OO
be
el
P
SAKSEN
TSJ
Loire
El
r
El
ichs
de
BELGIË
FRANKRIJK FRANKRIJK
We
Berlijn
O
BELGIË Parijs
DUITSLAND Berlijn r
Brussel
de
Brussel
ine
ine
ATL A
Amsterdam
NEDERLAND DUITSLAND
Se
Se
Parijs
Loire
OO
Danzig
O
AN
Londen Portsmouth
HOLSTEIN Kiel
ENGELAND The
s
n
em
Rij
ENGELAND The
AN
HOLSTEIN Kiel
WA LE
WA LE
S
DENEMARKEN DENEMARKEN VERENIGD KONINKRIJK VERENIGD KONINKRIJK IERSE IERSE Kopenhagen Kopenhagen VAN GROOT BRITANNIË VAN GROOTEN BRITANNIË EN Dublin Dublin VRIJSTAAT VRIJSTAAT SLEESWIJK NOORD IERLAND NOORD IERLAND SLEESWIJK
TSJ OVA
LICHTENSTEIN
Do
Praag
ECH OSL KIJWenen E
nau
Budape OOSTENRIJK OOSTENRIJK HONGARIJ
HO
Milaan
Belg
PORTUGAL PORTUGAL Lissabon
Lissabon
ANDORRA
Madrid
Madrid
SPANJE
SPANJE
ANDORRA
MONACO
MONACO
Corsica
Corsica
JO ITALIË JOEGOSLAVIË
ITALIË
AD
Rome
Balearen
Balearen MIDDE3LLA
NDSE ZEE
Sardinië
MAROKKO MAROKKO
(Frans)
MIDDE3LLA
EZ
EE
CH
EZ
EE
Tirana
ALBANIË
ALGERIJE (Frans)
TUNESIË
RIA TIS
Rome
NDSE ZEE
(Frans)
2. Europa na de oorlog
AD
CH
Sardinië
Sicilië
ALGERIJE
RIA TIS
TUNESIË (Frans)
Sicilië
PROEF 3
FINLAND
NNOORWEGEN Oslo
ZWEDEN
ZWEDEN
Wenen
LITAUWEN
Vistul
a
We
Warschau
ichs
el
Dvin
a
LITAUWEN a
Vilnius
Warschau
POLEN
Kiev
POLEN
Praag
Do
Do
nau
Dnje
Odessa
HONGARIJE ANIË ROEMENIË ANIË SSYLV SSYLV TRAN Belgrado
JOEGOSLAVIË ITALIË JOEGOSLAVIË CH
EZ
EE
RIA TIS
CH
Rome
EZ
Sofia
EE
Tirana
ALBANIË
Tirana
DON ALBANIË MACE
Bukarest Donau
Bukarest
ZWARTE ZEE
KRIM
ZWARTE ZEE
BULGARIJE BULGARIJE Sofia Constantinopel
IË
MACE
Athene
Athene
TURKIJE
Rhodos Kreta
Constantinopel
DONIË
GRIEKENLAND GRIEKENLAND Sicilië
KRIM
Donau
HE ZEE
RIA TIS
AD
ROEMENIË
Odessa
TURKIJE
HE ZEE
TRAN
AEGÏSC
lië
Belgrado
pr
AEGÏSC
HONGARIJE
aan
Dnje
pr
nau
Budapest Budapest OSTENRIJK OOSTENRIJK HONGARIJE HONGARIJE
AD
Kiev
TSJ ECH OSL LOV OVA AKI KIJE JWenen E
LICHTENSTEIN
Moskou
a
r
r
be
SAKSEN
TSJ Praag ECH Donau OS
Dvin
OO el
de
de
El
Moskou
EE STZ
EE STZ ichs O
O
ND
We
Berlijn
Riga LETLAND
OOST OOSTVilnius PRUISEN Danzig PRUISEN
Danzig
DUITSLAND Berlijn
AKSEN
UNIE VAN SOVIET UNIE REPUBLIEKEN VAN SOVIET REPUBLIEKEN
Vistul
HOLSTEIN Kiel
be
ESTLAND
Gotland
OO
hagen Kopenhagen SLEESWIJK
Leningrad
Riga
Riga LETLAND
DENEMARKEN N
El
Leningrad Helsinki
Riga Stockholm ESTLAND
Stockholm
Gotland
FINLAND
Helsinki
Kreta
Rhodos CYPRUS (Brits)
CYPRUS (Brits)
PROEF 3
Zeebrugge Oostende Nieuwpoort Brugge Duinkerke Calais Diksmuide
Amiens
Mons Maubeuge Cambrai Landrecies Albert Le Cateau Péronne
FRANKRIJK
St. Quentin e Ois La Frère Laon
Compiègne
Parijs Frontlinie 1915-16 Spoorlijn
3. Het westelijk front
Craonne Soissons Reims Chateau Thierry M arne
Charleroi
a Namur M
as
Liège
EN
e
Leuven
BELGIË
NN
m
Brussel
DE
m
Antwerpen lde
AR
So
Gent
Ieper St. Omer Hazebrouck Armentières Neuve Chapelle AubersLille La Bassée Bethune Loos Lens Plaats Arras
Boulogne
Sche
Hirson
AR
LUXEMBURG GO
Rethel Ainsne
NN
E
Arlon
Luxemburg
Longwy Briey
Verdun Châlons-sur-Marne
Metz St. Mihiel
PROEF 3
Riga
LITAUWEN KOERLAND Vilna
Königsberg
Danzig
Minsk
OOST-PRUISSEN
Posen
ich
se
l
POLEN
SILEZIË
Breslau Od er
n
Warschau
PRIPYAT MOERASSEN Kiev
GALICIË Krakau
Tarnow Przemysl Golitz Lemberg
OOSTENRIJK-HONGARIJE Gebied boven 1.000m
4. Het oostfront
me
ew
pr
We
Nar
je
Tannenberg
Dn
WESTPRUISSEN
Nie
KARPATEN
Bu Dn
ies
tr
g
PROEF 3
Wenen Bratislava Don au
Pr
OOSTENRIJK-HONGARIJE
ut
Budapest
Sibiu Brasov Sava
Drina
Varna
Constantinopel
a
Bitola
Cernavoda Constanza
Stara Zagora Plovdiv
um
Tirana
Str
5. De Balkan
au
BULGARIJE Sofia
inn
ALBANIË Gebied boven 1.000m
Vranja
Skopje Uskub
Dr
Durazzo
Nish
a
MONTE NEGRO
rav
Catarro
Don
SERVIË Mo
Sarajevo
Boekarest
Belgrado
BOSNIËHERZEGOVINA
ROEMENIË
GRIEKENLAND Thessaloniki
TURKIJE Galipoli
PROEF 3
DUITSLAND ZWITSERLAND
Gebied boven 1.000m
München
Wenen Donau
OOSTENRIJKHONGARIJE
Brenner Pas ZUID-TIROL
Tarvis Klagenfurt Isonzo TRENTINO Vittorio Udine SLOVENIË Caporetto Veneto M. Grappa Grandisca Gorizia Vicenca Triëst Monte Nevoso Venetië Po ISTRIË Fiume
ITALIË Florence
6. Noord-Italië
Pula
KROATIË
Zara
SLAVONIË
DALMATIË Sebernico
Sarajevo
PROEF 3
Odessa
ZWARTE ZEE
Poti Batum
Adrianopolis Constantinopel
Trabson
ZEE VAN MARMARA r Da
da
ne
K
n lle
Ankara
Sivas
ANATOLIË Smyrna Konia Adalia
TA
Tigris
E GT ER CILICIË EB Adana SG U Mersina UR Alexandretta
M
Aleppo MESOPOTAMIË
Hama Homs
CYPRUS MIDDELLANDSE ZEE
Acre Haifa
Caïro
Gebied boven 2.000m
7. Het Ottomaanse Rijk
Damascus
PALESTINA Jeruzalem Gaza
Alexandrië
Internationale grenzen 1914 Spoorlijn
Beirut
SINAÏ WOESTIJN
Akaba
SYRIË
Euphraat
PROEF 3
RUSLAND
KAU
KAS
US
KASPISCHE ZEE
Poti Tiblisi
Batum Trabson Kars ARMENIË
Erivan
Sivas
Van Tigris
retta
PERZIË
Mosul
Aleppo MESOPOTAMIË
Hama Homs Damascus
KOERDISTAN
Samara
SYRIË
Euphraat Bagdad Ctesiphon Kut el Amara
em
Basra
PERZISCHE GOLF
PROEF 3
PROEF 3
1.
Europa in 1914
De oorlog van 1914-1918 werd op alle wereldzeeën uitgevochten, en uiteindelijk deden er landen uit elk werelddeel aan mee. Hij mag dan ook met recht ‘wereldoorlog’ heten. Maar het was zeker niet de ‘eerste’ wereldoorlog, want al driehonderd jaar lang hadden de Europese mogendheden elkaar over de hele wereld bestreden. Om de oorlog van 1914-1918 te onderscheiden spraken en spreken sommige deelnemende partijen daarom over de ‘Grote Oorlog’. Net als al zijn voorgangers begon deze als een puur Europees conflict, voortkomend uit de botsende ambities en wederzijdse angsten van de Europese staten. De oorlog kende een verschrikkelijk verloop en de consequenties waren catastrofaal. Dat was echter niet zozeer het gevolg van de wereldwijde schaal, als wel van een combinatie van militaire technologie en de cultuur van de deelnemende volkeren. De Pruisische generaal en militair strateeg Carl von Clausewitz had bijna honderd jaar eerder, in de nasleep van de napoleontische oorlogen, geschreven dat oorlog een drieeenheid is, bestaande uit het beleid van regeringen, militaire activiteiten en de ‘hartstochten der volkeren’. Met elk van deze drie moeten we rekening houden als we niet alleen willen begrijpen waarom de oorlog plaatsvond, maar ook waarom hij verliep zoals hij verliep. De Europese mogendheden in 1914 Op een paar kleine wijzigingen na waren de zogenaamde ‘grootmachten’ van Europa nog vrijwel dezelfde als in de vorige twee eeuwen, maar hun onderlinge evenwicht was radicaal veranderd. Het sterkst was nu het Duitse keizerrijk, dat uit het Pruisische koninkrijk was voortgekomen na overwinningen in de oorlog van 1866 tegen Oostenrijk en die van 1870 tegen Frankrijk. Dit laatste land had door zijn nederlaag een tweederangs status gekregen en koesterde daarom wrok.
17
PROEF 3
De (meertalige) landen van het Oostenrijkse rijk waren in 1867 samengegaan in de Dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije en aanvaardden een ondergeschikte rol als bondgenoot van Duitsland. Hoewel Hongarije in deze verbintenis een quasi-autonome staat was, werd de hele Monarchie vaak simpelweg aangeduid als ‘Oostenrijk’ en de inwoners als ‘Oostenrijkers’ – net zoals het Verenigd Koninkrijk elders vaak bekendstaat als ‘Engeland’ en de inwoners als ‘Engelsen’. Aan weerszijden van deze continentale grootmachten lagen twee rijken waarvan de belangen slechts deels Europees waren: het enorme half-Aziatische Russische rijk – een grote, zij het ‘periodieke’ speler in Zuidoost-Europa – en Groot-Brittannië, dat vooral de machtsbalans op het continent gehandhaafd wilde zien terwijl het zelf zijn overzeese bezittingen uitbreidde en consolideerde. De Spanjaarden, die (op een kuststrook in Noord-Afrika na) aan het begin van de eeuw de laatste resten van hun overzeese rijk waren kwijtgeraakt aan de VS, waren een derderangs mogendheid geworden. Hun plaats was overgenomen door Italië, waarvan de eenwording onder het Huis Savoye tussen 1860 en 1871 weliswaar meer schijn dan werkelijkheid was geweest, maar dat toch, alleen al als stoorzender, behoedzaam werd bejegend door de andere mogendheden. Tot het einde van de 18de eeuw waren deze machten sociaal homogeen geweest. Het waren toen nog voornamelijk agrarische gemeenschappen, gedomineerd door landadel en bestuurd door historische dynastieën, gelegitimeerd door de gevestigde Kerk. Honderd jaar later was dit alles volledig op zijn kop gezet of onderhevig aan snelle en destabiliserende veranderingen. Maar zoals we zullen zien was het tempo van deze transformatie niet overal even gelijkmatig. Groot-Brittannië Groot-Brittannië liep in dit verband voorop. Aan het begin van de 20ste eeuw was het al een volledig verstedelijkte 18
PROEF 3
en geïndustrialiseerde natie. De landadel was in sociaal opzicht nog altijd dominant, maar de laatste resten van zijn politieke macht werden geleidelijk overgenomen door het Lagerhuis, waarin twee grote partijen streden om de stemmen. Die stemmen kwamen niet meer alleen van de middenklasse, maar door de uitbreiding van het kiesrecht ook steeds meer van de arbeidersklasse. In 1906 kwam een liberaal-radicale coalitie aan de macht, die het fundament van de verzorgingsstaat zou leggen. Het was echter onmiskenbaar dat het land zich aan het begin van deze eeuw in een precaire én paradoxale situatie bevond. Het was nog altijd de welvarendste mogendheid ter wereld en de trotse eigenaar van het grootste rijk dat die wereld ooit had gekend. Maar het was ook kwetsbaarder dan ooit tevoren. In het centrum van het rijk lag een dichtbevolkt eiland, dat voor zijn welvaart afhankelijk was van de wereldhandel en, belangrijker nog, van geïmporteerde voedingsmiddelen om zijn steden te voeden. De hegemonie op zee van de Royal Navy hield het rijk bijeen én garandeerde dat het Britse volk te eten kreeg. Eventueel verlies van die hegemonie was een nachtmerrie die diverse opeenvolgende Britse regeringen achtervolgde. En angst voor zo’n verlies speelde altijd een cruciale rol in de relatie met andere mogendheden. Het liefst had men zich afzijdig gehouden bij Europese conflicten, maar het idee dat andere landen, individueel of collectief, een bedreiging zouden kunnen vormen voor de Britse maritieme dominantie, was al twintig jaar een constante bron van nationale zorg. Frankrijk Frankrijk was meer dan een eeuw lang, van 1689 tot 1815, de grootste rivaal van Groot-Brittannië op het wereldtoneel geweest. Maar het had ook nog eens bijna honderd jaar geduurd voor het tot de Fransen was doorgedrongen dat dat niet langer het geval was. Frankrijk was economisch te ver achteropgeraakt om het tot een serieuze concurrent te ma
19
PROEF 3
ken. De revolutie van 1789 had de drie pijlers van het Ancien Régime – monarchie, adel en Kerk – vernietigd. Het land was verdeeld onder kleine boeren, die zich fel verzetten tegen elke ontwikkeling ‒ reactionair dan wel revolutionair ‒ die tot onteigening zou kunnen leiden. Ook hun levenspatroon was niet erg bevorderlijk voor de bevolkings- en kapitaalgroei die nodig waren voor economische ontwikkeling. In 1801 had Frankrijk met 27 miljoen inwoners de grootste bevolking van Europa. In 1910 was dat aantal slechts gegroeid naar 35 miljoen, terwijl het inwonertal van Groot-Brittannië in diezelfde periode was gestegen van elf naar veertig miljoen; het recent verenigde Duitsland telde op dat moment 65 miljoen inwoners en groeide gestaag door. Na de demoraliserende nederlaag van 1870 had het Franse leger een uitlaatklep gevonden in veroveringen in Afrika. Die zorgden, net als de gebruikelijke rivaliteit in het oostelijke Middellandse Zeegebied, voor wrijving met de Britse koloniale belangen. Voor het Franse volk waren dit echter marginale kwesties. Dat bleef vooral diep verdeeld tussen dat deel van de bevolking dat had geprofiteerd van de Revolutie, het deel dat onder leiding van de Katholieke Kerk nog steeds weigerde zich bij die Revolutie neer te leggen, en een steeds sterker socialistisch deel dat de Revolutie nog niet ver genoeg vond gaan. Frankrijk was nog steeds welvarend en in cultureel opzicht dominant, maar de binnenlandse politiek was erg instabiel. Op buitenlands gebied zette vooral de Duitse annexatie van Elzas-Lotharingen van 1871 nog steeds kwaad bloed, maar angst voor de Duitse macht maakte Frankrijk ook op verontrustende wijze afhankelijk van zijn enige grote bondgenoot: Rusland. Rusland De andere rivaal op het vasteland die in de 19de eeuw door de Britten werd gevreesd was het enorme Russische rijk. Dat bedreigde met zijn expansie naar het zuiden en oosten 20