P r o g r amm a b e g r o t in g M e t t e g enw ind t o chv o o ru i t
2 0 1 32 0 1 6
1 Inhoudsopgave 2
3
Besluitvorming .....................................................................................................................................- 5 -
2.1
Voorstel aan college en raad ......................................................................................................- 6 -
2.2
Raadsbesluit ...............................................................................................................................- 8 -
Programmabegroting...........................................................................................................................- 9 3.1
Voorwoord.................................................................................................................................- 10 -
3.2
Samenvatting ............................................................................................................................- 11 -
3.3
Financiële positie ......................................................................................................................- 13 -
3.4
Leeswijzer .................................................................................................................................- 16 -
3.5
Programmaplan ........................................................................................................................- 17 -
3.5.1
Programma 1 de Zorgzame stad ..........................................................................................- 19 -
3.5.2
Programma 2 de Aantrekkelijke stad ....................................................................................- 33 -
3.5.3
Programma 3 de Ondernemende stad .................................................................................- 47 -
3.5.4
Programma 4 de Verbindende stad ......................................................................................- 57 -
3.5.5
Programma 5 Waterfront ......................................................................................................- 63 -
3.5.6
Programma 6 Algemene dekkingsmiddelen en financieringen .............................................- 67 -
3.6
4
Paragrafen ................................................................................................................................- 71 -
3.6.1
Paragraaf Lokale Heffingen ..................................................................................................- 73 -
3.6.2
Paragraaf Weerstandsvermogen ..........................................................................................- 79 -
3.6.3
Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen ..............................................................................- 87 -
3.6.4
Paragraaf Financiering .........................................................................................................- 91 -
3.6.5
Paragraaf Bedrijfsvoering .....................................................................................................- 95 -
3.6.6
Paragraaf Verbonden partijen ...............................................................................................- 99 -
3.6.7
Paragraaf Grondbedrijf .......................................................................................................- 105 -
3.6.8
Paragraaf Meerjareninvesteringsbegroting .........................................................................- 107 -
3.6.9
Paragraaf Stads- en regiocontracten ..................................................................................- 109 -
Financiële begroting ........................................................................................................................- 121 4.1
Financiële programmabegroting .............................................................................................- 122 -
4.1.1
Resultaatbepaling en -bestemming ...................................................................................- 123 -
4.1.2
Totaaloverzicht baten, lasten en resultaatbestemming ......................................................- 124 -
4.1.3
Toelichting baten en lasten .................................................................................................- 126 -
4.2
Balans .....................................................................................................................................- 127 -
4.2.1
Balans .................................................................................................................................- 128 -
4.2.2
Toelichting op de Financiële positie ....................................................................................- 130 -
4.2.3
Relatie programma / Producten ..........................................................................................- 132 -
2 Besluitvorming
2.1 Voorstel aan college en raad Onderwerp:
Programmabegroting 2013-2016 “Met tegenwind toch vooruit”.
Tekst voorstel openbaar: Eventuele uitzonderingen: Indien niet openbaar, redenen:
ja
Is het voorstel inhoudelijk besproken met de portefeuillehouder: Met wie is overleg gepleegd en wat is het resultaat:
ja MT
College
Portefeuillehouder: Is het een besluit ingevolge de WKPB: Begrotingswijziging: Op lijst ingekomen stukken: Wijziging productraming: Hoe vindt communicatie over dit besluit plaats?
Wethouder Den Besten nee nee nee nee brief naar betrokkenen (bijvoegen als bijlage) persbericht (bijvoegen als bijlage) toelichting in persuur bericht gemeentepagina (bijvoegen als bijlage) bericht op de website (bijvoegen als bijlage) bericht sociale media anders, nl.:
Raad
Gewenste datum in commissie: Naam commissie:
30 oktober 2012 Informatieavond raadsleden
Gewenste datum in raad:
08 november 2012
Voorstel aan college en raad Nummer: Datum: Opsteller: Portefeuillehouder: Onderwerp:
B12.003294 21 september 2012 I.M. van der Graaff Wethouder Den Besten Programmabegroting 2013-2016 “Met tegenwind toch vooruit”
Het college van B&W beslist: 1. De Programmabegroting 2013-2016 ter vaststelling voor te leggen aan de gemeenteraad. Inleiding Aanbieding Hierbij bieden wij u de ontwerp Programmabegroting 2013-2016 aan. Met deze begroting nieuwe stijl wordt door de aansluiting met de thema’s uit de Structuurvisie een eerste stap gezet om de indeling en presentatie van de programma’s beter aan te laten sluiten op de informatiebehoefte. De nu voorliggende ontwerp Programmabegroting 2013 en meerjarenperspectief 2014-2016 is het resultaat van: de Programmabegroting 2012, inclusief door de raad vastgestelde begrotingswijzigingen t/m 28 juni 2012, voor wat betreft de jaarschijven 2013, 2014 en 2015; de Kadernota 2013-2016, vastgesteld bij raadsbesluit van 28 juni 2012; de verwerking van de Junicirculaire Gemeentefonds 2012 conform B&W besluit van 10 juli 2012. Begrotingsresultaat De vast te stellen Programmabegroting 2013-2016 kent het volgende resultaat: Omschrijving
Resultaat voor bestemming Baten Lasten Totaal (1)Programma Algemene Dekkingsmiddelen Totaal (2)Algemene dekkingsmiddelen Totaal Resultaat voor bestemming Resultaat na bestemming Dotatie aan de Reserve Onttrekking uit de Reserve Totaal (3)Resultaatbestemming Totaal Resultaat na bestemming
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
43.566.696 91.700.374 48.133.677 52.524.446 52.524.446 4.390.769
43.398.871 89.100.833 45.701.962 51.056.867 51.056.867 5.354.905
43.321.739 87.889.677 44.567.937 49.934.276 49.934.276 5.366.338
43.349.471 87.156.434 43.806.962 50.846.442 50.846.442 7.039.479
9.581.830 5.276.791 4.305.039 85.730
9.576.993 4.710.942 4.866.051 488.854
9.309.514 4.057.569 5.251.945 114.393
9.660.219 3.742.819 5.917.400 1.122.079
Perspectief College en raad staan de komende jaren voor een stevige opgave. Het financieel perspectief 2013 en volgende jaren is voor de gemeenten niet goed. Ondanks eerder genomen maatregelen schetst de recent op 18 september jl. tijdens Prinsjesdag gepubliceerde Miljoenennota 2013 een somber beeld voor de Nederlandse economie. Lage economische groei, achterblijvende werkgelegenheidsgroei en particuliere consumptie, een oplopende werkloosheid tot 2014, in de tijd verder toenemende zorgkosten door de vergrijzing, en de nodige onzekerheden omtrent de houdbaarheid van de overheidsfinanciën. Effecten die ook in onze lokale samenleving diep ingrijpen en door de bezuinigingen niet ongemerkt aan ons voorbij gaan, zoals bijvoorbeeld in het onderhoud van het openbaar groen. Daarnaast is nog veel onduidelijk over de vertaling van de financiële gevolgen van de omvangrijke decentralisaties op het terrein van de Jeugdzorg, de AWBZ en de herstructurering van de WSW in de Wet werken naar vermogen. De contouren van deze drie grote transities, met een geplande invoering per 2014, zullen naar verwachting in de loop van 2013 meer duidelijk worden. Al deze onzekere factoren maken het opstellen van een meerjarige begroting extra lastig. Ondanks deze sombere bespiegelingen sluit de primitieve begroting voor alle jaarschijven met een positief saldo en zijn wij zo goed als mogelijk in staat om ook in 2013/2014 uitvoering te geven aan het collegeprogramma. Kortom, wij blijven op de aangegeven koers. De traditie van een solide financieel beleid in Harderwijk blijft overeind.
Met deze begroting, die wij de titel “Met tegenwind toch vooruit” hebben meegegeven, blijven wij werken aan voorzieningen die een bijdrage leveren aan het met plezier wonen, werken en recreëren in onze stad, het bevorderen van de onderlinge betrokkenheid, ondersteuning bieden aan kwetsbare groepen en verbetering van de dienstverlening aan onze burgers. Juni- en septembercirculaire Gemeentefonds 2012 In tegenstelling tot andere jaren is in deze ontwerp begroting de septembercirculaire gemeentefonds niet meegenomen. In het kader van het financieel toezicht heeft de provincie eerder dit jaar (mei 2012) de gemeenten in Gelderland laten weten de begroting jaarlijks te toetsen aan onder meer de input van de meiof junicirculaire. Over de inhoud van de septembercirculaire zal nog voor de begrotingsbehandeling van 8 november a.s. afzonderlijk worden gerapporteerd. Indien sprake is van substantiële wijzigingen, dan zullen wij door middel van een begrotingswijziging de raad voorstellen overeenkomstig de begroting aan te passen. Resumé Samenvattend willen wij behoedzaam opereren om ook in volgende jaren, in een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor een materieel sluitende meerjarenbegroting, nieuwe initiatieven op te kunnen pakken die van belang zijn voor het behouden van een vitale stad. Kader(s) Gemeentewet (artikelen 190 en 191), Financiële Beheersverordening 2011. Managementteam (MT) Het eerste ontwerp van de Programmabegroting 2013-2016 nieuwe stijl is in de MT – vergadering van 19 september jl. aan de orde geweest. Naast enkele redactionele aanpassingen is wat langer stilgestaan bij o.a. de gevolgen van lagere bouwleges, smart formuleringen van teksten, aantal indicatoren per programma, aanwijzing van programmaverantwoordelijken en mutatie in aantal budgethouders. Het MT heeft vervolgens besloten: 1) het college van B&W positief te adviseren over de nieuwe Programmabegroting; 2) in het najaar van 2012 nog een discussie op te starten over programmaverantwoordelijken, tekstschrijvers en aantal budgethouders; 3) de bouwleges voor de komende twee jaren reëel te ramen en deze te verwerken in een lager begrotingssaldo voor 2013 en 2014 van € 350.000,-; over de financiële consequenties vanaf de jaarschijf 2015 zal op korte termijn nader worden geadviseerd. Beoogd effect Met de vaststelling van de Programmabegroting door de raad (allocatiefunctie) wordt het college van B&W geautoriseerd om het beleid, zoals vertaald in deze begroting, overeenkomstig uit te voeren binnen de daarvoor afgesproken financiële middelen. Argumenten 1.1 Op basis van de relevante bepalingen van de Gemeentewet is de raad het bevoegde bestuursorgaan om de Programmabegroting 2013 en het meerjarenperspectief 2014-2016 vast te stellen. Communicatie Voor de raadsleden wordt op 30 oktober 2012 een informatieavond georganiseerd. Na de verzending van de Programmabegroting zal in het wekelijkse persuurtje de perspresentatie plaatsvinden. Eind oktober 2012 zal voor het eerst een begrotingskrant met een samenvatting van de belangrijkste speerpunten in het huis aan huis blad Het Kontakt verschijnen. Planning
Het proces kent nog de volgende stappen: Behandeling concept in college Verzending naar raadsleden Informatieavond raadsleden (aanvang 18.00 u. – 19.30 u.) Vaststelling in raadsvergadering Aanlevering bij provincie
di. 2 en 9 oktober di. 16 oktober di. 30 oktober do. 8 november do. 15 november
Bijlagen Programmabegroting 2013-2016 “Met tegenwind toch vooruit”.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
-7-
2.2 Raadsbesluit Corsa reg.nr: B12.003313
De raad van de gemeente Harderwijk;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 oktober 2012, nummer 12.00690; gelet op artikel 190 en 191 van de Gemeentewet;
besluit:
De programmabegroting 2013-2016 als volgt vast te stellen: Omschrijving Resultaat voor bestemming Baten Lasten Totaal (1)Programma Algemene Dekkingsmiddelen Totaal (2)Algemene dekkingsmiddelen Totaal Resultaat voor bestemming Resultaat na bestemming Dotatie aan de Reserve Onttrekking uit de Reserve Totaal (3)Resultaatbestemming Totaal Resultaat na bestemming
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
43.566.696 91.700.374 48.133.677 52.524.446 52.524.446 4.390.769
43.398.871 89.100.833 45.701.962 51.056.867 51.056.867 5.354.905
43.321.739 87.889.677 44.567.937 49.934.276 49.934.276 5.366.338
43.349.471 87.156.434 43.806.962 50.846.442 50.846.442 7.039.479
9.581.830 5.276.791 4.305.039 85.730
9.576.993 4.710.942 4.866.051 488.854
9.309.514 4.057.569 5.251.945 114.393
9.660.219 3.742.819 5.917.400 1.122.079
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Harderwijk in zijn openbare vergadering van 8 november 2012, onder nummer 12.00690.
mevrouw A.E.H. van der Kolk
de heer H.R. Lanning
voorzitter
raadsgriffier
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
-8-
3 Programmabegroting
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
-9-
3.1 Voorwoord Inleiding Voor u ligt de Programmabegroting 2013-2016 nieuwe stijl. Een begroting die, op basis van de in juni 2012 vastgestelde Kadernota 2013-2016, is opgesteld in een onzekere tijd. Niet alleen in financieel economische zin, maar ook door de vele maatschappelijke veranderingen op uiteenlopende beleidsterreinen. Hierdoor zijn er geen garanties dat het komend jaar alles volgens de nu bekende inzichten verloopt. Daarvoor zijn de diverse ontwikkelingen binnen en buiten de gemeente te onvoorspelbaar. Begroting nieuwe stijl Ik ben verheugd u de begroting in een nieuwe stijl te presenteren. Deze is in nauwe samenspraak met de auditcommissie tot stand gekomen. Grootste vernieuwing is de aansluiting met de thema’s uit de Structuurvisie. Aan de hand van een vast format is meer de nadruk gelegd op het verbeteren van de structuur en de teksten. Ook is een eerste aanzet gedaan tot het opnemen van sturingsinformatie in de vorm van kernindicatoren. Het doel is daarmee de programmabegroting compacter en beter leesbaar te maken. De komende jaren blijven wij streven naar verdere verbeteringen. Blijven investeren in de stad Ondanks de moeilijke economische omstandigheden slagen wij erin een sluitende meerjarenbegroting te presenteren met ruimte om te blijven investeren in de stad. Het college ziet dat als bewijs van een solide financieel beleid waarmee wij de stad op koers houden. Belangrijke terreinen, waarvoor middelen in de begroting zijn opgenomen, zijn onder meer: onderwijs, bereikbaarheid, jongerenparticipatie, veiligheid, sportvoorzieningen, gezondheidsbeleid en verbetering van de dienstverlening aan onze klanten. Het college is positief gestemd om hiermee het collegeprogramma te kunnen realiseren. Met dank aan de provincie investeren wij in de periode 2012 t/m 2015 aanzienlijk in diverse projecten en activiteiten in de ruimtelijke en sociale infrastructuur van de stad. Dit is vastgelegd in het Stads- en Regiocontract van april 2012 met drie specifieke programma’s: Economie, Omgeving / Ruimte en Mens / Sociaal. En daarnaast nog het sleutelproject Waterfront. Over de hele contractperiode is door de provincie € 13,3 miljoen beschikbaar gesteld. Voor meer inhoudelijke informatie verwijs ik u graag naar de paragraaf verderop in deze begroting. Koers houden Het college heeft er vertrouwen in dat door de combinatie van gemaakte keuzes, de samenwerking met onze inwoners, maatschappelijke instellingen en organisaties en de inzet van de medewerkers, onze stad goed door deze mindere economische tijden heen komt. Koers houden is het devies. Wij kijken uit naar een inspirerend en constructief begrotingsdebat op 8 november 2012. Namens het college van B&W, P. den Besten Wethouder Financiën
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 10 -
3.2 Samenvatting De financiële positie van onze gemeente wordt sterk beïnvloed door de gevolgen van de Europese schuldencrisis en de negatieve gevolgen daarvan voor de Nederlandse economie. Ten opzichte van de in juni 2012 vastgestelde Kadernota is dat beeld niet veranderd. Integendeel, het financieel tij is voor gemeenten ongunstig. Een nieuw kabinet staat aan de vooravond van aanvullende bezuinigingen om de grote sociaal maatschappelijke vraagstukken van deze tijd het hoofd te bieden. Bedragen worden genoemd in een bandbreedte van € 9 miljard tot € 16 miljard. Het Centraal Planbureau acht het zelfs niet onmogelijk dat er in de periode 2014-2017 € 25 miljard extra moet worden bezuinigd om in 2017 begrotingsevenwicht te bereiken. Dit beeld maakt ons nog meer bewust van de context waarbinnen wij opereren. Een nieuwe bezuinigingsronde in komende jaren is dan ook voorlopig niet uit te sluiten. Naast de eerder genomen en geïmplementeerde bezuinigingsmaatregelen hebben wij in de Kadernota al voor een deel geanticipeerd op nieuwe rijksbezuinigingen en de decentralisaties op het sociale domein. Daarmee komt de totale ruimte om kortingen van het Rijk op te vangen uit op ruim € 1,5 miljoen in 2013, oplopend tot bijna € 5 miljoen in 2016. Effecten voor Harderwijk De effecten van een op slot zittende huizen- en kantorenmarkt leggen niet alleen een druk op onze grondexploitaties. Wij zien deze ook terug in onder meer de opbrengst uit leges omgevingsvergunningen (bouwleges). Deze opbrengst is in twee jaar tijd gehalveerd van ruwweg € 1 miljoen in 2010 naar minder dan € 0,6 miljoen medio september 2012. De economische crisis werkt ook door in het sociaal domein, zoals zichtbaar is in oplopende uitgaven voor bijstandsverlening. Vraagstukken die een claim leggen op onze toekomstige financiële positie. Een ander belangrijk aandachtspunt in dit kader is de doordecentralisatie van de middelen voor onderwijshuisvesting voor het voortgezet (speciaal) onderwijs, op basis van het raadsbesluit van 10 november 2011. Tot en met de jaarschijf 2020 is volledige dekking beschikbaar. Vanaf 2021 wordt een tekort voorzien van structureel gemiddeld € 0,6 miljoen. In de loop van 2013 komen wij met een richtinggevend dekkingsvoorstel. Het geraamde begrotingsoverschot voor 2016 moet dan ook nadrukkelijk met de nodige terughoudendheid worden beoordeeld. Solide financieel beleid Om de financiële positie van de gemeente gezond te houden is in 2011 besloten tot een omvangrijk pakket aan bezuinigingsmaatregelen. De daadwerkelijke realisatie is een gezamenlijke opgave voor een structureel gezond en sluitend meerjarenperspectief. Elke niet gehaalde bezuiniging resulteert immers in een nieuwe tegenvaller, die vervolgens moet worden opgevangen met alternatieve voorstellen. Om het bezuinigingsproces inzichtelijk te maken en continu te bewaken, hebben wij een speciale monitor opgezet. Tweemaal per jaar rapporteren wij de raad over de voortgang; voor het eerst via de Bestuursrapportage (Berap) medio november 2012 en vervolgens in de Programmarekening. Op basis van de 2e managementrapportage 2012 is inmiddels bekend dat 90% van het totale pakket aan maatregelen is uitgevoerd. De verwachtingen zijn reëel, dat ook de resterende 10% aan bezuinigingsmaatregelen uiterlijk in 2014 wordt gerealiseerd. Een solide financieel beleid betekent ook dat wij, in het licht van een materieel sluitende begroting, onze structurele lasten met structurele baten dekken. In het kader van het financieel toezicht door de provincie is dit ook een belangrijke voorwaarde om voor toezicht achteraf (de minst belastende vorm) in aanmerking te blijven komen. De provincie heeft in mei 2012 bij brief de raad op dit punt, en overige relevante zaken voor het toezicht in de periode 2013-2016, nog uitgebreid geïnformeerd. Verder wijzen wij nog op het in januari 2011 gepubliceerde rapport van de Rekenkamercommissie over onderuitputting in onze begroting. Dit heeft o.a. geleid tot meer reële ramingen. Nu aan de voorkant de lucht uit de begroting is gehaald en de marges krapper worden, neemt ook de mogelijkheid om nieuwe tegenvallers binnen de begroting adequaat op te kunnen vangen steeds verder af. Ondanks de aanwezige buffer om de kortingen op het Gemeentefonds en de decentralisaties op te vangen, is op langere termijn een winstwaarschuwing op zijn plaats voor zaken, die wij nu niet kunnen overzien. Dit vraagt vervolgens om nieuwe afwegingen. Ook voor de gemeentebegroting geldt het principe dat een euro maar één keer kan worden uitgegeven.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 11 -
Decentralisaties Naast de economische situatie wordt ons toekomstig financieel perspectief ook sterk bepaald door het aantal omvangrijke decentralisatieoperaties die op stapel staan. Daarmee zijn honderden miljoenen euro's gemoeid. Eerder voorgenomen implementaties in 2013 van onder andere de Wet werken naar vermogen en Begeleiding AWBZ zijn met tenminste één jaar vertraagd naar 2014, als gevolg van het controversieel verklaren van deze dossiers door de Tweede Kamer in juni 2012. Het nieuwe Kabinet zal zich over deze vraagstukken moeten buigen. Hoewel de decentralisaties gemeenten kansen biedt voor meer integratie van beleid, kleven er ook risico’s aan. De decentralisaties worden gecombineerd met aanzienlijke efficiencykortingen op de door het Rijk beschikbaar te stellen budgetten. Hoe de decentralisaties werkelijk gaan uitpakken, zal in de aanloop naar de volgende Kadernota en begroting 2014-2017 duidelijker moeten worden. Lokale lasten In lijn met het gangbare beleid kiest het college voor kostendekkende tarieven en in de regel een trendmatige aanpassing voor inflatiecorrectie. De paragraaf Lokale heffingen geeft een volledig beeld van alle belastingvoorstellen. Door deze gematigde ontwikkeling van de lokale lasten blijven veel gemeentelijke voorzieningen betaalbaar en bereikbaar voor onze inwoners. Tot slot De gemeente staat de komende begrotingsperiode 2013-2016 voor de nodige uitdagingen. Wij blijven echter uitgaan van onze eigen kracht en mogelijkheden. Dat geldt zeker voor onze gemeentelijke organisatie. Aan de ene kant voelt zij de negatieve gevolgen van de bezuinigingen door het afstoten van werk. Anderzijds komt er door bijvoorbeeld de decentralisatie van rijkstaken werk naar ons toe. Vanuit goed werkgeverschap ligt de komende jaren de focus op het begeleiden van mensen van werk naar werk. Het college vindt het belangrijk om waar mogelijk nieuwe kansen en een nieuw perspectief te bieden aan onze eigen medewerkers. Gezien de verwachte beperkte financiële speelruimte vragen wij de raad om terughoudend te zijn in het brede scala aan wensen en ambities. Zo is de verwachting reëel, dat de inkomsten van het Gemeentefonds de komende jaren beperkt blijven. Een direct gevolg van nieuwe bezuinigingen van het Rijk om het begrotingstekort en staatsschuld terug te dringen tot de in Europees verband afgesproken normen. Dit pleit voor voorzichtigheid in algemene zin en het voeren van een solide financieel beleid in het bijzonder.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 12 -
3.3 Financiële positie Meerjarenperspectief 2013-2016 Actualisatie Het vertrekpunt in ons meerjarenperspectief wordt bepaald door de lopende Programmabegroting 20122015, aangevuld met de uitkomsten van de besluitvorming op de Kadernota 2013-2016 (raadsbesluit 28 juni 2012). Voor de goede orde geven wij u in onderstaande overzichten aan, met welke financiële kaders u in juni 2012 heeft ingestemd. Geactualiseerd meerjarenperspectief Kadernota 2013-2016 (bedragen x € 1.000,-)
Jaarschijf Saldo Programmabegroting 2012-2015 Wijzigingen programmabegroting 2012, m.n. verdeelsleutel SDV en doordecentralisatie onderwijshuisvesting Uitgangssituatie Kadernota 2013-2016 Beschikbare ruimte nieuw beleid Programmabegroting 2012 Kadernota 2013; juridisch verplicht Kadernota 2013; collegeprogramma prioritair en post prioritair Kadernota 2013; bestuurlijke onderwerpen Kadernota 2013; drempelbedragen Kadernota 2013; ruimtescheppende maatregelen Kadernota 2013; verlaging dividendopbrengst BNG Stelpost beschikbare ruimte Juridische verplichtingen 2014 e.v. Stelpost beschikbare ruimte drempelbedragen 2014 e.v. Stelpost opvangen aanvullende rijksbezuinigingen Prognose begrotingssaldo Kadernota 2013-2016
2013 212 (-) 163
2014 788 (-) 163
2015 181 (-) 255
2016 855 (-) 282
49 1.000 (-) 176 (-) 440 (-) 662 (-) 23 344 (-) 45 0 0 (-) 250 (-) 203
625 2.000 (-) 243 (-) 423 (-) 223 (-) 25 0 (-) 45 (-) 257 (-) 25 (-) 500 884
(-) 74 2.000 (-) 259 (-) 535 (-) 108 (-) 25 0 (-) 45 (-) 491 (-) 50 (-) 750 (-) 337
573 2.000 (-) 162 (-) 322 (-) 8 (-) 20 0 (-) 45 (-) 588 (-) 55 (-) 1.000 373
2014 884 (-) 160 724
2015 (-) 337 (-) 160 (-) 497
2016 373 0 373
In de raadsvergadering van 19 april 2012 is bij amendement besloten de bibliotheek tijdelijk, vanaf 2014 voor een periode van twee jaar, extra financiële ondersteuning te bieden om certificering in stand te houden. Deze financiële ondersteuning wordt gemaximeerd op een bedrag van € 160.000. Bovenstaande resulteert in het volgende geactualiseerde begrotingssaldo: Geactualiseerd begrotingssaldo na verwerking amendement Bibliotheek (bedragen x € 1.000)
Jaarschijf Prognose begrotingssaldo kadernota 2013-2016 Amendement Bibliotheek Prognose begrotingssaldo Kadernota en aanvullende besluitvorming
2013 (-) 203 0 (-) 203
Begrotingsresultaat 2013-2016 In juni jl. is de Junicirculaire Gemeentefonds 2012 gepubliceerd. De effecten van deze circulaire zijn verwerkt in voorliggende begroting. Ook is rekening gehouden met een meer reële raming voor de opbrengsten bouwleges. Voor de komende twee jaar is de oorspronkelijke raming van afgerond € 1,0 miljoen verlaagd met € 350.000. In de loop van 2013 zal nader worden geadviseerd over de opbrengstramingen vanaf 2015. Hierin zal worden meegenomen de kostentoerekening voor de heffing van de bouwleges, waaronder de huidige personele bezetting. Gewijzigd meerjarenperspectief Programmabegroting 2013-2016 (bedragen x € 1.000,-)
Jaarschijf Saldo Programmabegroting 2013-2016
2013 86
2014 489
2015 114
2016 1.122
Ten aanzien van het positief geraamde begrotingssaldo kan de kanttekening worden geplaatst dat er in verband met de doordecentralisatie onderwijshuisvesting V(S)O nog dekking moet worden gevonden voor het geraamde structurele tekort van € 0,6 miljoen vanaf jaarschijf 2021. Het begrotingssaldo moet dan ook met de nodige terughoudendheid worden beoordeeld. Ook de effecten van de in- en uitstroom problematiek (uren grondexploitatie en investeringen algemene dienst) hebben mogelijk nog gevolgen voor het begrotingssaldo. Eveneens geldt dit als gevolg van wijzigingen uit de septembercirculaire Gemeentefonds 2012. Bij substantiële afwijkingen t.o.v. de junicirculaire zal bij begrotingswijziging worden voorgesteld de raming van de algemene uitkering aan te passen.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 13 -
Het verschil tussen het gewijzigde meerjarenperspectief Programmabegroting 2013-2016 en de vastgestelde Kadernota 2013-2016 wordt in onderstaande tabel weergegeven. Verschil gewijzigd meerjarenperspectief versus kadernota (bedragen x € 1.000,-)
Jaarschijf Saldo Kadernota 2013-2016 en aanvullende besluitvorming Saldo Programmabegroting 2013-2016 Verschil Kadernota - Programmabegroting
2013 (-) 203 86 289
2014 724 489 (-) 235
2015 (-) 497 114 611
2016 373 1.122 749
2013 22 377 (-) 568 (-) 271 1.000
2014 242 338 (-) 668 31 0
2015 498 303 (-) 663 422 0
2016 256 255 (-) 659 745 0
(-) 350 79 289
(-) 350 172 (-) 235
0 51 611
0 152 749
Op hoofdlijnen worden de verschillen verklaard door de volgende factoren. Verschillen op hoofdlijnen meerjarenperspectief versus kadernota (bedragen x € 1.000,-)
Jaarschijf Effect Algemene Uitkering (Junicirculaire 2012) OZB opbrengsten Salarissen Kapitaallasten en bespaarde rente Inzet stelpost korting Algemene Uitkering (stelpost mjb 20112014) Reëel ramen bouwleges Overige verschillen Verschil Kadernota - Programmabegroting
Voor wat betreft de Algemene Uitkering wordt vanuit de VNG en het Ministerie van BZK gewaarschuwd weinig waarde te hechten aan de cijfers vanaf 2014. Hogere OZB opbrengsten betreft voornamelijk niet-woningen. Hogere WOZ-waarden door verbouwingen van panden (o.a. Ziekenhuis St. Jansdal) en nieuwe panden resulteren in hogere opbrengsten. Het nadeel in de salarissen wordt grotendeels veroorzaakt door hogere pensioen- en sociale premies. Het structurele voordeel op de kapitaallasten wordt met name veroorzaakt door de lagere te betalen rente over de langlopende geldlening van € 60 miljoen (1,985%). Ten tijde van de begroting 2012 werd uitgegaan van een hoger rentepercentage (3,75%) en was het aflossingsschema nog niet bekend. Zie hiervoor ook de paragraaf financiering. Weerstandsvermogen Op basis van de nota weerstandsvermogen 2012-2013 bedraagt het totale benodigd weerstandsvermogen € 28,4 miljoen. Ultimo 2013 is, op basis van de prognose, het tekort op het weerstandsvermogen afgerond € 218.000. Gezien de hoogte van dit bedrag zal bij de jaarrekening 2012 bekeken worden of het daadwerkelijke weerstandsvermogen op niveau is en zijn daarom in deze begroting geen aanvullende maatregelen opgenomen. De raad heeft bij de vaststelling van de programmabegroting 2011-2014 een renteschommelfonds ingesteld waarbij het verschil tussen het vastgesteld renteomslagpercentage van 4% en de berekende renteomslag wordt gestort cq onttrokken. Doel is om grote renteschommelingen te kunnen opvangen en zo stabilisering van de renteomslag in de (toekomstige) begroting te bereiken. Het college houdt vast aan het percentage van 4% en aan het renteschommelfonds. Bij een langdurig lage rentestand zal mogelijk worden overwogen een nader vast te stellen maximum voor het fonds in te stellen. In de nota weerstandsvermogen 2014-2015 zal, naast de bepaling van het benodigde weerstandsvermogen algemene dienst en grondbedrijf, de methodiek en werking van het renteschommelfonds worden opgenomen. Om tijdig te kunnen inspelen bij de kadernota 2014-2017 op mogelijke financiële consequenties uit de nieuwe nota weerstandsvermogen zal deze in het eerste half jaar 2013 worden aangeboden aan de raad. Korting rijksuitkeringen Er heerst nog onzekerheid over de impact van de rijksbezuinigingen c.q. decentralisaties en de effecten daarvan op de specifieke uitkeringen aan de gemeenten. Bovenop de al eerder besloten € 18 miljard op grond van het regeerakkoord uit 2010, zijn eind maart 2012 bedragen genoemd van € 9 miljard tot € 16
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 14 -
miljard aan aanvullende bezuinigingen. Hoe het beleid er na 2013 uit gaat zien is niet te zeggen en zal pas duidelijk worden na het aantreden van een nieuw Kabinet. Op basis van de uitgangspunten in de Kadernota 2013-2016 is er binnen de Programmabegroting 20132016 ruimte beschikbaar om de bovengenoemde komende bezuinigingen en decentralisaties op te vangen tot een oplopend bedrag van ruim € 4,9 miljoen in 2016. Deze financiële ruimte is beschikbaar als ook daadwerkelijk de bezuinigingen worden geëffectueerd. Op basis van de 2e managementrapportage 2012 is inmiddels bekend dat 90% van het totale pakket aan vastgestelde maatregelen is geëffectueerd.
Jaarschijf Programmabegroting 2013-2016 Stelpost effect korting Gemeentefonds Saldo Algemene Uitkering
2013 41.164 -1.534 39.630
2014 41.610 -4.465 37.145
2015 40.759 -4.715 36.044
2016 41.620 -4.965 36.655
Eventuele (nieuwe) rijksbezuinigingen op doeluitkeringen kunnen mogelijk worden doorvertaald naar het betreffende beleidsterrein. Van de organisatie zal dan worden gevraagd om maatregelen voor te stellen, die deze bezuinigingen kunnen opvangen. In de Programmabegroting 2013-2016 zijn de gehonoreerde juridisch- en bestuurlijk verplichte aanmeldingen uit de kadernota 2013-2016 overeenkomstig financieel verwerkt. Voor juridische verplichtingen en de stelpost drempelbedragen zijn de volgende bedragen nog beschikbaar die bij de kadernota 2014 en verder ingezet kunnen worden: Jaarschijf Beschikbare ruimte Juridische verplichtingen Beschikbare ruimte Drempelbedragen Nieuw beleid Totaal beschikbare ruimte (incl. juridisch verplicht) *) separaat opgenomen in kadernota 2013-2016 (pag. 17)
2013 0 0 0 0
2014 257 25 0 282
2015 491 50 0 541
2016 588 55 0 643
Door de inzet van middelen bij de kadernota 2013-2016, is in de voorliggende meerjarenbegroting geen specifiek budget meer beschikbaar voor nieuw beleid. Voor de jaarschijven 2015 en 2016 wordt vooralsnog een positief begrotingssaldo begroot. Zoals al eerder in deze paragraaf is vermeld, is de meerjarige raming van de Algemene Uitkering een onzekere factor en ligt er nog een claim als gevolg van de doordecentralisatie onderwijshuisvesting V(S)O op het begrotingssaldo. Bij de kadernota 2014-2017 zal, op basis van de dan bekende gegevens, afgewogen worden of het begrotingssaldo mogelijk ruimte biedt voor nieuw beleid in de komende jaarschijven.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 15 -
3.4 Leeswijzer Algemeen De programmabegroting is opgesteld conform het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). In overeenstemming met het besluit van de Raad d.d. 7 juni 2012 is de programmabegroting 2013-2016 opgesteld in de nieuwe stijl. Dit houdt in dat de programma-indeling is gewijzigd en nu bestaat uit 6 programma’s. Budgetten worden per programma beschikbaar gesteld. Om aansluiting te kunnen vinden met de producten uit de vorige begroting, is in bijlage 4.2.3 een conversietabel opgenomen. Programma’s en paragrafen Onder de door de raad vastgestelde programma’s (hoofdstuk 3.5) zijn per programma verschillende doelstellingen opgenomen. Op grond hiervan vindt een nadere indeling en uitwerking plaats aan de hand van de drie W-vragen: wat willen we bereiken wat gaan we daarvoor doen, en wat gaat het kosten Waar mogelijk zijn per doelstelling indicatoren toegevoegd. De programma’s en paragrafen zijn zoveel mogelijk geschreven in het licht van nieuwe ontwikkelingen en het reeds bestaande beleid wordt zo min mogelijk benoemd. In antwoord op de vraag ‘wat gaat het kosten’ wordt ieder programma afgesloten met een tabel van de meerjarig geraamde lasten en baten per doelstelling. Voor 2013 wordt gewerkt aan een nieuwe productenraming, zoals ook is vastgesteld door de Raad. In de paragrafen (hoofdstuk 3.6) worden onderwerpen die op meerdere programma’s betrekking hebben bij elkaar gebracht. De paragrafen vormen als het ware een dwarsdoorsnede van de Programmabegroting vanuit een aantal specifieke gezichtspunten. Naast de 7 verplichte paragrafen zijn een paragraaf Stads- en regiocontract en een paragraaf Meerjareninvesteringsbegroting toegevoegd. Activiteiten en investeringen benoemd in deze begroting kunnen ook in een andere jaarschijf dan 2013 worden gestart of uitgevoerd. Financiële begroting In dit onderdeel van de Programmabegroting (hoofdstuk 4) krijgt u onder andere informatie over: een recapitulatie van het totaal van lasten en baten; resultaatbepaling en – bestemming; geprognosticeerde balans. Nogmaals wordt opgemerkt dat de begroting is opgesteld vanuit bestaand beleid inclusief gehonoreerd beleid uit de Kadernota 2013-2016. De gehonoreerde posten vanuit de kadernota 2013-2016 zijn opgenomen in hoofdstuk 4.1.2. Vergelijkende cijfers Als vergelijkende cijfers zijn de jaarrekening 2011 en de begroting 2012 opgenomen. In de kolom begroting 2012 zijn de cijfers opgenomen uit de primitieve begroting aangevuld met de vastgestelde begrotingswijzigingen uit de raadsvergaderingen tot en met 28 juni 2012. Hierin is ook de budgetoverheveling vanuit de jaarrekening 2011 opgenomen. De budgetoverheveling leidt tot een incidenteel effect in deze begroting. Door afronding kunnen in de financiële tabellen (afrondings)verschillen ontstaan.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 16 -
3.5 Programmaplan
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 17 -
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 18 -
3.5.1 Programma 1 de Zorgzame stad Algemene Doelstelling Wij willen dat inwoners actief participeren in de samenleving en ondersteunen daarom activiteiten die de zelfredzaamheid, gezondheid en vitaliteit van inwoners verbeteren. Voor inwoners die het (tijdelijk) niet redden bieden wij een sociaal vangnet. Ook willen wij een veilige woon- en leefomgeving creëren.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 19 -
Wat willen wij bereiken?
Wat gaan wij daarvoor doen?
1.01 Meer (sociale) activering inwoners en minder uitval Subdoelstellingen: Activiteiten: Actievere inwoners en meer zelfinitiatief Participatiebeleid: inzetten werkgeversbenadering en een stevig maatregelen beleid; Volwasseneneducatie: 150 trajecten gericht op laaggeletterdheid / alfabetisering; Wmo beleid: inloophuizen op wijkniveau vormgeven; stimuleren zelfstandig wonen; preventieve huisbezoeken; uitvoeren van het Project Gewoon Gemak en evaluatie project buurtbemiddeling. Een gezonde leefstijl
Verbeteren lokaal gezondheidsbeleid: uitvoeren van de derde nota Volksgezondheid en projecten “Een gezonder fundament” uit het stads en regiocontract; Sportstimulering Basisschooljeugd: het project Sportwijzer voortzetten; combinatiefunctionarissen en buurtcoaches inzetten.
Zoveel mogelijk jongeren verlaten het onderwijs met een startkwalificatie
Onderwijsbeleid: handhaven van de leerplicht en stimuleren dat jongeren naar school gaan.
Een passend sociaal vangnet
Wmo-beleid: uitvoeren van het minimabeleid; regievoeren op de veranderingen Welzijn Nieuwe Stijl; opstellen van een beleidsnota schuldhulpverlening; Minimabeleid: doorlichting en eventuele aanpassing
Een beter leeftijdsgericht jeugd- en jongerenbeleid
Inzetten van de ‘communities that care methodiek’ gericht op veilig opgroeien; Participeren in het regionale voorbereidingsproces transitie jeugdzorg; Opstellen kadernotitie en uitreiken ‘jeugdonderscheiding’; Ondersteunen en begeleiden jongeren in het jeugdplatform.
1.02 Een sterkere, betrokken Harderwijkse gemeenschap Subdoelstellingen: Activiteiten: Een betrokken verenigingsleven Wmo-beleid: opstellen van de sociale kaart; Herijking subsidiebeleid: ontwikkeling van een nieuw subsidiebeleid; Sportbeleid: de mogelijkheden van sportondernemerschap onderzoeken; opzetten van een sportwebsite; Kunst en cultuurbeleid: de consequenties van het provinciale beleidskader cultuur in regioverband onderzoeken en deze inbrengen bij de provincie. Een betrokken maatschappelijk middenveld
Wmo-beleid: uitvoeren van een publiekscampagne en uitvoering projecten uit het stads- en regiocontract.
Een professionele ondersteuning van mantelzorg en vrijwilligers
Uitvoeren nota vrijwilligers- en mantelzorgbeleid.
Meer participatie en bijdrage van inwoners in de samenleving
Uitvoering plan van aanpak burgerschap.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 20 -
1.03 Een leefbare en veilige woonomgeving Subdoelstellingen: Activiteiten: Een aanpak per wijk Implementeren van de wijkaanpak; Wmo- beleid: de consequenties van kanteling van het Wmo-beleid samen met maatschappelijke organisaties voor één of meer wijken uitwerken. Een gezonde woonomgeving
Onderwijsbeleid: handhaving van de wet Kinderopvang en Peuterspeelzalen; Milieubeleid: opstellen nieuw milieubeleidsplan, waarin opgenomen de milieugezondheidskwaliteit van een gebied.
Een groter veiligheidsgevoel
Uitvoeren van het Integraal Veiligheidsplan 2012-2015.
Een hogere verkeersveiligheid
Verkeersveiligheid schoolomgeving: opstellen en uitvoeren actieplan verkeersveilige schoolomgeving.
Een veiliger leefomgeving
Brandweer: extra inzetten op risicobeheersing.
1.04 Een passend (wijk)voorzieningenniveau Subdoelstellingen: Activiteiten: Een Brede schoolontwikkeling Onderwijs en sportbeleid: Subsidiëren loonkosten combinatiefunctionarissen en materialen. Een stimulerende en faciliterende rol t.a.v. (multifunctionele) accommodaties
Accommodatiebeleid: opstellen van het accommodatiebeleid; Sportbeleid: Inzetten combinatiefunctionarissen Drielanden en Stadsdennen; ontwikkeling nieuwe (multifunctionele) sportaccommodatie in Drielanden West; transparantie in de geldstromen van/voor (sport)accommodaties; Onderwijshuisvesting basisonderwijs: bekostiging van meubilair en onderwijsleerpakketten, herstel van constructiefouten onderwijslocatie Alfons Ariëns (IJsselmeerpad 10); uitbreiding huisvesting “Het Kompas” met 6 lokalen; realisatie onderwijshuisvesting in Drielanden-West en voorbereiden visie op huurbeleid.
Toegankelijke voorzieningen
Wmo-beleid: opstellen van een nota Toegankelijkheid en uitvoeren van een onderzoek naar mogelijkheden voor de financiële dekking invalidenlift Sypel.
Sport- en speelvoorzieningen op wijkniveau
Sportbeleid: mogelijkheden inventariseren van multifunctioneel gebruik van sportaccommodaties.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 21 -
Algemeen Algemene doelstelling In 2031 is Harderwijk een gemeente waar inwoners actief deelnemen aan het economische en sociale leven door te werken of door maatschappelijk actief te zijn, bijvoorbeeld als vrijwilliger of mantelzorger. Wij stimuleren en ondersteunen de zelfredzaamheid van inwoners, zodat deze zo lang mogelijk in staat zijn om zelfstandig en zonder professionele hulp te participeren in de maatschappij. Voor inwoners waarvoor participatie en zelfredzaamheid geen vanzelfsprekende zaak is, bieden wij samen met anderen gerichte zorg en ondersteuning. Deze hulp is er op gericht om iedereen te laten blijven deelnemen aan het sociale leven, wat het isolement van mensen en groepen voorkomt. Daarnaast zetten wij ons samen met de inwoners in voor een schone, complete, veilige en prettige woonen leefomgeving De subdoelstellingen van het programma de zorgzame stad zijn: Meer sociale activering inwoners en verminderen uitval; Een sterkere, betrokken Harderwijkse gemeenschap; Een leefbare en veilige woonomgeving; Een passend (wijk)voorzieningenniveau. Een voorwaarde bij deze subdoelstellingen is dat inwoners elkaar (kunnen) ontmoeten, zodat er ook sociale verbanden ontstaan. De samenleving, het ‘samen leven’, krijgt vorm in buurten en wijken, bij verenigingen (bijvoorbeeld op gebied van sport en cultuur), op school, bij culturele instellingen en alle recreatieve ruimtes, waaronder de openbare ruimte.
1.01 Meer (sociale) activering inwoners en minderen uitval Wat willen wij bereiken? Actievere inwoners en meer zelfinitiatief Onder zelfinitiatief verstaan wij dat iedereen kan meedoen aan het economische en sociale leven. Veel mensen hebben daar geen overheid bij nodig en zijn goed in staat dat zelf te doen. Zij vinden zelf hun weg op de arbeidsmarkt en in de maatschappij. Voor anderen zal de gemeente ondersteuning moeten bieden, waarbij de eigen mogelijkheden en competenties uitgangspunten zijn. Wij helpen met het vinden van een geschikte baan of zinvolle dagbesteding. Daarvoor is maatwerk essentieel. Zeker nu de gemeentelijke overheid voor de zorg van steeds meer kwetsbare doelgroepen de verantwoordelijkheid krijgt. Maar mensen dragen zelf altijd zoveel mogelijk zelf verantwoordelijk, mits men daartoe uiteraard in staat is. Voor de economische dimensie is het van belang dat iedereen bijdraagt naar vermogen. Werk staat voorop. Dit betekent onder andere dat: 1. er geen drempels gelden voor werkaanvaarding; 2. waar inwoners met een bijstandsuitkering drempels opwerpen, hun bijstandsuitkering wordt gekort of stopgezet; 3. wij van werkgevers en uitvoeringsorganisaties om een actieve inzet vragen, gericht op inschakeling van werkzoekenden. Een gezonde leefstijl Het gezondheidsbeleid is erop gericht de gezondheid of de gezonde leefstijl van inwoners, of specifieke groepen, te beschermen en/of te bevorderen. Het is breder dan het strikte domein van volksgezondheid. Ook onderdelen van andere beleidsterreinen kunnen de gezondheidstoestand direct of indirect beïnvloeden. Denk hierbij aan gebruik/aanbod van sportaccommodaties, sportstimulering, handhaving drank –en horecawet in het kader van alcoholpreventie onder jongeren, onderwijs (alcoholvrije school, gezonde schoolkantine, bewegingsprogramma's) veilige speelveldjes, preventie en vroegsignalering in het kader van risicovolle relaties en/of jeugdprostitutie. Zoveel mogelijk jongeren verlaten het onderwijs met een startkwalificatie Een goede opleiding is belangrijk. Ons streven is, dat iedere jeugdige een ononderbroken ontwikkelingstraject doorloopt en een startkwalificatie haalt. In regioverband wordt (verder) ingezet op peuterspeelzaalwerk, voor- en vroegschoolse educatie, tweedekans- en volwassenenonderwijs, ‘een leven lang leren’-trajecten, talentontwikkeling en jeugdinterventieprojecten, het vormen van schakelklassen en/of het aanbieden van cursussen.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 22 -
Een passend sociaal vangnet Voor mensen met een (tijdelijke) beperking is er maatschappelijke ondersteuning. Deze gaat in eerste instantie uit van de eigen kracht van mensen en ondersteuning vanuit eigen netwerken. Onze ondersteuning is er op gericht dat deze mensen de regie houden (of terugkrijgen) over hun eigen leven. Wij stimuleren dit in de vorm van praktische hulp, coaching, ondersteuning van de mantelzorg en (gezins)begeleiding. Maar ook maatregelen die bepaalde voorzieningen, noodzakelijk voor de ontwikkeling van mensen, bereikbaar maken voor de minima vallen hieronder. Multi-probleemcliënten worden zo vroeg mogelijk gesignaleerd en ondersteund. Voor de ‘uitvallers’ is er opvang vanuit de maatschappelijke zorg (regionaal aanbod). Een beter leeftijdsgericht jeugd- en jongerenbeleid De gemeente krijgt meer dan ooit de verantwoordelijkheid voor het jeugdbeleid. Dat jeugdbeleid bestaat uit zeer veel facetten variërend van preventief jeugd- en jongerenbeleid tot jeugdzorg. Het opvoeden en helpen bij de ontwikkeling van jeugdigen is in eerste instantie een rol van ouders. Onze rol is gericht op het voorkomen van problemen door voorlichting en begeleiding, maar zal in de toekomst de gehele jeugdzorg omvatten. Zowel de preventieve inspanningen als de zorg is maatwerk, waar leeftijdsgericht wordt gewerkt. Wij maken gebruik van de eigen kracht van jongeren en zullen bijvoorbeeld jongeren stimuleren om vrijwilligerswerk te doen. Vrijwilligerswerk kan een opstapje zijn naar betaald werk. Jongeren kunnen tijdens of na de studie vrijwilligerswerk doen in de richting van het eigen vakgebied. Daarnaast worden jongeren meer betrokken bij de ontwikkeling van de stad door middel van het jongerenplatform. Indicator: jeugdwerkloosheid Het aantal jongeren tussen 15 en 24 jaar dat werk zoekt als percentage van de beroepsbevolking tussen 15 en 24 jaar. Werkelijk 2011 15% Bron: RNV
Werkelijk 2012 16%
Streefwaarde 2013 17%
Streefwaarde 2014 17%
Streefwaarde 2015 16%
Streefwaarde 2016 15%
Wat gaan wij daarvoor doen? Actievere inwoners en meer zelf initiatief Participatiebeleid: Wij zetten in op een werkgeversbenadering en een stevig maatregelenbeleid. De Sociale Dienst Veluwerand (SDV) gaat op regionaal en lokaal niveau de afstemming tussen werkgevers en werknemers verder oppakken. Daarbij verbinden wij meer dan nu het geval is het economisch beleid en het beleid gericht op bemiddeling tussen vraag en aanbod. Bijstandsontvangers zullen meer dan nu al het geval is tijdelijk en/of parttime arbeid aanvaarden en zich zo niet geconfronteerd zien met een maatregel (gehele of gedeeltelijke strafkorting op de uitkering). Zo nodig scherpen wij het huidige maatregelenbeleid aan. Volwasseneneducatie: De speelruimte voor gemeentelijk beleid is ‘praktisch’ beperkt. Dit komt door het lagere bedrag in het Participatiebudget voor volwasseneneducatie, de mogelijke overdracht van VAVOgelden (die nu nog worden ingezet voor de taaleducatie) rechtstreeks naar de ROC’s én de keuze van de minister voor het hoofddoel ‘tegengaan laaggeletterdheid/analfabetisme’. In afwachting van besluitvorming op rijksniveau gaan wij in 2013 door op de ingeslagen weg. De volwasseneneducatie zal zich in 2013 vooral richten op laaggeletterdheid /alfabetisering. Het gaat om ongeveer 150 trajecten. Wmo-beleid: De inloophuizen op wijkniveau krijgen vorm en inhoud. Uitgangspunt hierbij zijn de mogelijkheden die mensen hebben voor zichzelf en de ander. Het is primair de bedoeling dat mensen elkaar ondersteunen. Professionele hulp is als achtervang beschikbaar. Daarnaast is er extra aandacht voor mensen met psychische problemen. Hierbij krijgen ervaringsdeskundigen een belangrijke rol. Wij bevorderen vanuit de Wmo zelfstandig wonen, mobiel zijn en mee kunnen doen aan sociale activiteiten van inwoners die beperkingen ervaren. Wij zetten in op preventieve huisbezoeken aan 75-plussers, en preventieve huisbezoeken vanuit het Wmo-loket. Initiatieven van inwoners en hun organisaties om zoveel mogelijk zelf regie te voeren over wonen en participatie kunnen rekenen op onze ondersteuning. Vooralsnog zal dit budgettair neutraal binnen de huidige Wmo-middelen worden ingepast. Daarnaast loopt het in 2012 ingezette Project Gewoon Gemak. Het project is gericht op 55-plussers om hen ervan bewust te maken van wat zij zelf kunnen doen om hun woning aan te passen, zodat zij zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen. Het project Buurtbemiddeling wordt in 2013 geëvalueerd.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 23 -
Een gezonde leefstijl Verbeteren lokaal gezondheidsbeleid: De nog in december 2012 vast te stellen derde nota Volksgezondheid met als speerpunten alcoholpreventie, depressiepreventie, overgewicht en seksualiteit voeren wij uit. Het stimuleren van een gezonde leefstijl is de hoofddoelstelling. Dit wordt door middel van sport/bewegen ook gestimuleerd aan de vangnetkant (Maatschappelijke Zorg)van de keten. Sportstimulering Basisschooljeugd: De sportstimulering van de basisschooljeugd vindt plaats op drie manieren: Het project Sportwijzer zetten wij voort. Wij digitaliseren het project en stimuleren het vernieuwen van het aanbod. Daarnaast is er een ruim aanbod voor basisschooljeugd, zoals het schoolschaatsen en de sportkaravaan in samenwerking met de stichting Welzijn Op Maat. Samen met sportorganisaties ontwikkelen wij een nieuw aanbod voor de schooljeugd. Inzet Combinatiefunctionarissen (CF) op brede scholen, speciaal onderwijs en via beweegteams: de impulsregeling Brede scholen, sport en cultuur wordt door invulling van de 6,6 formatieplaatsen volledig benut en ingezet voor cultuur (2 FTE), en voor 2 FTE op de 2 brede scholen (Stadsdennen en Drielanden). De CF in het speciaal onderwijs en de CF beweegteams zorgen voor bewegingsstimulering voor het overig (bewegings)onderwijs. Inzet Buurtsportcoaches: Met deze nieuwe regeling (vervolg op CF regeling) zal 1,36 FTE ingezet worden voor sport / beweegstimulering in de wijk. Doel is om alle leeftijdscategorieën en doelgroepen met deze buurtsportcoaches te bereiken voor beweeg- en sportstimulering. Voor beide eerder genoemde impulsregelingen zijn bestaande middelen en /of cofinanciering geregeld, waardoor deze regelingen budgettair neutraal uitgevoerd kunnen worden. Zoveel mogelijk jongeren verlaten het onderwijs met een startkwalificatie Onderwijsbeleid: Wij stimuleren dat leerlingen binnen het onderwijs alle kansen krijgen om deel te nemen aan onderwijs en wij streven naar een daling van het aantal leerlingen dat zonder startkwalificatie de middelbare school verlaat. Naast de wettelijke verantwoordelijkheid om te handhaven op de leerplicht en het onderwijs adequaat te huisvesten, zetten wij in op het onderwijsachterstandenbeleid. Een passend sociaal vangnet Wmo-beleid: Inwoners die niet of nog niet op eigen kracht in voldoende mate kunnen participeren, kunnen rekenen op voldoende ondersteuning in de vorm van onder andere individuele voorzieningen. Een groot aantal activiteiten en ontwikkelingen binnen de Wmo zijn op deze doelstelling gericht. De veranderingen met betrekking tot Welzijn nieuwe stijl zullen ook in 2013 om aandacht en regie vragen. De nieuwe subsidieafspraken met de welzijnsorganisaties gaan hier een belangrijke bijdrage aan leveren. Het huidige voorzieningenniveau passen wij in 2013 en 2014 aan op de zogenoemde Kantelingsprincipes: eerst kijken wij naar de mogelijkheden van de eigen kracht, de inzet van sociale netwerken en collectieve voorzieningen, voordat wij een individuele voorziening aanbieden. Bij de implementatie onderzoeken wij de mogelijkheden van laagdrempelige cursussen om eigen kracht te stimuleren. Wij ontwikkelen een monitorsysteem. Wmo-beleid: Vangnet Maatschappelijke zorg Wij presenteren eind 2013 een vervolg beleidsnota schuldhulpverlening, waarin ervaringen met nieuwe ontwikkelingen (begrensd budgetbeheer en nieuwe wetgeving) opgenomen zijn. De ingezette lijn richting zo veel mogelijk eigen verantwoordelijkheid en preventie (met name bij jongeren), zetten wij voort. In het stads- en regiocontract zijn verschillende pilots met betrekking tot de Maatschappelijke Zorg opgenomen die in één geheel worden opgepakt. Eigen kracht, cliëntenparticipatie, huisuitzetting, probleemsituaties/gezinnen en zwerfjongeren zijn groepen/onderwerpen, die binnen de huidige vangnetstructuur tot het voorkomen van uitval moeten gaan leiden. In 2013 wordt een aanzet gemaakt voor meerjarig beleid. Het beleid met betrekking tot dreigende huisuitzettingen scherpen wij aan. Dit wordt regionaal opgepakt, waarbij de lokale kleur leidend is. Eigen kracht bij huisuitzettingen is een experiment, dat wij hierbij betrekken. Minimabeleid: op basis va een minima-effectrapportage zal in 2013 zal het minimabeleid worden doorgelicht en eventueel aangepast (binnen de bestaande financiële kaders). Belangrijke aspecten in het minimabeleid zijn: voorzien in vergoedingsmogelijkheden in kosten die te maken hebben met sociaalmedische aspecten (bijzondere bijstand), participatiemogelijkheden creëren en vervanging van duurzame gebruiksgoederen.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 24 -
Een beter leeftijdsgericht jeugd- en jongerenbeleid Preventief jeugdbeleid: De Communities that Care (CtC) methodiek werd onder GSO 3 als zeer waardevol beschouwd. Op basis van een tweede analyse (na de nulmeting in 2010) zetten wij de CtC-methodiek gericht in op het veilig opgroeien van de jeugd in Harderwijk. Voor de doorontwikkeling van het Centrum Jeugd en Gezin in 2013 staan de onderwerpen laagdrempeligheid, vroegtijdig signaleren en ondersteunen centraal. De invloed van en de relatie met de transitie jeugdzorg is nadrukkelijk aanwezig. Wij blijven in het regionale voorbereidingsproces van deze transitie actief participeren. De lokale structuur met betrekking tot jeugdzorg wordt geactualiseerd en de beleidsnota jeugd krijgt vorm, als de eerder genoemde veranderingen voldoende richting hebben gekregen. Het streven is om dit in 2013 verder uit te werken. Wij evalueren het project Kansrijk Wonen 1 (risicojongeren) en bereiden een keuze voor het vervolg voor. Op basis van de op 28 juni 2012 unaniem aangenomen motie ‘Jeugdonderscheiding’ bereiden wij in 2013 een kaderstellende notitie voor, zodat wij in 2013 voor de eerste keer een waarderingsprijs voor jeugd kunnen uitreiken. De jongeren in het Jeugdplatform begeleiden wij voor gemiddeld 3 uur per week. De ondersteuning bestaat uit het organiseren van minimaal 4 activiteiten per jaar met uitwisseling tussen de jongeren en gemeenteraadsleden. Dit met als doel jongeren actief te betrekken bij de bestuurlijke besluitvorming van de raad.
1.02 Een sterkere, betrokken Harderwijkse gemeenschap Wat willen wij bereiken? Een betrokken verenigingsleven Verenigingen zijn uitermate nuttig voor integratie en participatie. Wij gaan daar waar mogelijk het verenigingsleven stimuleren en ondersteunen. Ook zoeken wij naar brede verbanden waar bijvoorbeeld studenten van (sport)gerelateerde opleidingen een maatschappelijke stage doen. Ook het ondernemerschap van sportverenigingen willen wij stimuleren. Een betrokken maatschappelijk middenveld Wij bekijken in hoeverre gemeentelijke taken kunnen worden doorgedecentraliseerd naar het maatschappelijk middenveld, of samen met dit maatschappelijk middenveld kunnen worden opgepakt. Bij doordecentralisatie van bijvoorbeeld onderwijsgelden komt de uitvoering van de zorgplicht voor verantwoordelijkheid van een adequate huisvesting bij het onderwijs te liggen. Het maatschappelijk middenveld neemt een stevige positie in bij het mobiliseren van de kracht van de samenleving. Een professionele ondersteuning van mantelzorg en vrijwilligers Wij stimuleren de professionele ondersteuning van vrijwilligers en mantelzorgers. Mantelzorgers zijn mensen die langdurig en intensief (onbetaald) zorgen voor een chronisch zieke, gehandicapte of hulpbehoevende naaste, vriend of buur. Mantelzorgers hebben baat bij flexibele maatoplossingen om hun reguliere baan te kunnen blijven uitoefenen naast hun zorgtaak. Wij willen dat maatschappelijke organisaties en werkgevers in Harderwijk oog hebben voor mantelzorgers. Indicator actieve vrijwilligers/mantelzorgers Gevraagd is of inwoners actief zijn als vrijwilliger of mantelzorger. Vrijwillige zorg en mantelzorg zijn vormen van hulp en zorg door vrijwilligers, die begeleid en ondersteund worden door een vrijwillige coördinator of beroepskracht. Vrijwilliger Mantelzorg Vrijwillige zorg
Bron: Veiligheidsmonitor 2011
Werkelijk 2011 37% 14% 10%
Streefwaarde 2012 38% 14% 10%
Streefwaarde 2013 40% 15% 11%
Streefwaarde 2014 42% 16% 12%
Streefwaarde 2015 44% 18% 13%
Meer participatie en bijdrage van inwoners in de samenleving Burgerschap gaat over de manier waarop inwoners participeren in de samenleving en de samenleving helpen vormgeven. Burgerschap heeft een politieke, een sociale, een culturele en een economische dimensie. Inwoners vervullen bepaalde verplichtingen voor hun overheid en mogen op hun beurt bescherming van hun vitale belangen verwachten. Wij willen de betrokkenheid en invloed van inwoners,
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 25 -
instellingen en bedrijven op het beleid over de ontwikkeling van Harderwijk vergroten en burgerschap meer inhoud en een podium verschaffen. Indicator: sociale cohesie De leefbaarheid van een woonbuurt wordt niet alleen bepaald door de aanwezigheid en kwaliteit van fysieke voorzieningen. Ook de sociale cohesie in de woonbuurt speelt hierbij een rol. Bij sociale cohesie gaat het om de mate, waarin inwoners vinden dat zij zelf en anderen betrokken zijn bij hun woonbuurt. Werkelijk 2009 6,2
Werkelijk 2011 6,2
Bron: Veiligheidsmonitor 2011
Streefwaarde 2012 6,2
Streefwaarde 2013 6,4
Streefwaarde 2014 6,6
Streefwaarde 2015 6,8
Wat gaan wij daarvoor doen? Een betrokken verenigingsleven Wmo-beleid: Wij brengen alle collectieve voorzieningen in kaart. Deze sociale kaart gebruiken wij om de inzet van verenigingen en vrijwilligersorganisaties bij de uitvoering van de Wmo te bevorderen (invullen van lacunes). Herijking subsidiebeleid: Wij ondersteunen vrijwilligersorganisaties en verenigingen met subsidies. In 2013 ontwikkelen wij een nieuw subsidiebeleid. Dit leggen wij u ter besluitvorming voor. Dit nieuwe subsidiebeleid richt zich onder andere op lastenverlichting voor vrijwilligersorganisaties, het intensiveren van samenwerking en het bevorderen van de regierol van de gemeente (sturen op resultaat). Wij verwachten de implementatie van het nieuwe beleid voor 1 januari 2014 af te ronden. Sportbeleid: (bevorderen sportondernemerschap): In het Beleids- en Beheerplan Buitensportaccommodaties 2012-2016 is de bestuurlijke opdracht geformuleerd om onderzoek te verrichten naar de mogelijkheden van sportondernemerschap en maatschappelijke betrokkenheid van sportverenigingen. Wij stellen een projectgroep in, waarin ook verenigingen zitting hebben, om met elkaar te komen tot mogelijke scenario’s voor sportondernemerschap. Wij brengen zaken als integraal accommodatiebeleid, transparantie van geldstromen in sportaccommodaties, tarievenbeleid, maatschappelijke betrokkenheid middels stages (MAS), vraag en aanbod verbinding en sportaanbod voor speciale doelgroepen in kaart. Daarnaast zetten wij met de subsidieregeling Sport Lokaal Samen een website en netwerk op tussen het voortgezet onderwijs en verenigingen. In samenwerking met scholen en sportverenigingen start medio september een “sportwebsite” ter versterking van en voor netwerken van de betrokken partijen. Deze site zal een schakelfunctie gaan vervullen tussen sportvereniging, scholen en gemeente. Wij zetten een sportevenement voor VO/MBO scholen op, dat een structureel karakter moet krijgen met als doel : sportstimulering van de doelgroep (13-18 jarigen) ,de (maatschappelijke) betrokkenheid van de sportverenigingen en invulling van gemeentelijk sportbeleid. Kunst- en cultuurbeleid: In 2013 onderzoeken wij in regioverband wat de gevolgen zijn van het in 2012 geformuleerde provinciale beleidskader voor cultuur. Voor de uitvoering hiervan is 25% minder budget beschikbaar voor het provinciaal cultuur- en erfgoedbeleid. Dit vraagt om scherpe keuzes. Voor Harderwijk betekent dat hierdoor het Steunpunt Amateurkunst, het Coördinatiepunt Cultuureducatie en de Theaterschool geraakt worden. Ook op de provinciale instellingen KCG, Eduart en Gelders Erfgoed wordt bezuinigd. In 2013 vindt provinciaal onderzoek plaats naar een verdere invulling van deze bezuinigingen. Er zullen daartoe voorstellen worden gedaan aan GS, eventueel met overgangsregelingen. Wij krijgen de gelegenheid om onze regionaal verzamelde bevindingen in te brengen. Een betrokken maatschappelijk middenveld Wmo beleid: Iedereen die actief is in het maatschappelijk middenveld krijgt te maken met een cultuuromslag (gericht op de eigen kracht en kracht van de samenleving). Dit vraagt om informatievoorziening en toerusting. Bij de inzet van de huidige Wmo-middelen maken wij hiervoor ruimte vrij. Wij zetten bij het Wmo-beleid in op een cultuuromslag: meer eigen kracht, minder overheidsvoorzieningen. De omslag vindt onder meer plaats door een publiekscampage, waarvoor € 30.000 per jaar voor de jaren 2013 en 2014 beschikbaar is gesteld. In het regiocontract is het majeure project Burgerkracht opgenomen. Met dit project, waaraan Harderwijk deelneemt, beogen wij de noodzakelijke mentaliteitsverandering te bewerkstelligen. Dit gebeurt door een heldere en gestructureerde samenwerking te organiseren tussen hulpverleners en welzijnswerkers in buurten, wijken en dorpen. De Harderwijkse Ontwikkel Maatschappij is een project uit het stadscontract dat gericht is op het versterken van het maatschappelijk middenveld en start in 2013.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 26 -
Een professionele ondersteuning van mantelzorg en vrijwilligers Vrijwilligers/mantelzorgersbeleid: De uitvoering van de nota vrijwilligers- en mantelzorgbeleid, onderdeel Wmo-nota Harderwijk, is één van de speerpunten in 2013. Het vergroten van burenhulp is hiervan een onderdeel. Extra aandacht gaat naar: Stimuleren van Inwoners in Harderwijk tot vrijwillige inzet. Ontlasten van mantelzorgers o.a. door respijtzorgmogelijkheden Meer participatie en bijdrage van inwoners in de samenleving Uitvoering plan van aanpak burgerschap In het najaar van 2012 heeft de aftrap plaatsgevonden van het traject om te komen tot een visie op burgerschap. Burgers, het maatschappelijk middenveld en de politiek formuleren samen deze visie die in 2013 gereed is. Wij geven in 2013 concrete uitvoering aan het plan van aanpak, waaronder het stimuleren en faciliteren van initiatieven. Bij het opstellen van de visie is interactief werken uitgangspunt (stadsgesprekken, expertmeeting, paneldiscussies). Een duurzame betrokkenheid en verbondenheid, duurzame inzet en (gezamenlijke) verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de stad in de ruimste zin van het woord en de eigen directe leefomgeving staan daarbij centraal.
1.03 Een leefbare en veilige woonomgeving Wat willen wij bereiken? Een aanpak per wijk Met de wijkaanpak leveren wij meer maatwerk en service direct aan de burger. Hierbij verwachten wij zelfinitiatief van inwoners. In samenwerking met woningcorporaties, zorginstellingen en andere maatschappelijke organisaties wordt in iedere wijk (Drielanden, Tweelingstad/Slingerbos, Stadsweiden, Stadsdennen/Zeebuurt, Binnenstad/Friesche Gracht, Frankrijk en Hierden) een netwerk van samenwerkende partijen geformeerd. Dit netwerk is gericht op aanpak van problemen in de wijk maar verleent ook diensten aan bewoners en ondernemers in de wijk. Bij de ontwikkeling van de wijkaanpak kijken wij nadrukkelijk naar de aansluiting met het welzijnswerk en de sport. Een gezonde woonomgeving Wij leveren een bijdrage aan een vitale stad door mee te werken aan optimalisering van de gezondheid van alle inwoners. Dat betekent enerzijds een woon- en werkomgeving waar het veilig en prettig leven is met een openbare ruimte waarin mensen kunnen recreëren, bewegen en ontmoeten. Anderzijds betekent het dat de gemeente haar mogelijkheden benut om leefomstandigheden van alle inwoners te verbeteren. De prioriteit ligt daarbij op inwoners die meer dan gemiddeld hinder ondervinden van geluid, luchtverontreiniging, geur of bovengemiddeld risico lopen vanwege de aanwezigheid van risicobronnen. Dit betekent dat er in principe gebouwd wordt in een omgeving waar de luchtkwaliteit goed is, de bodemkwaliteit voldoende is, de geluidsoverlast onder de toegestane norm zit en waar de veiligheid gewaarborgd is. Wij passen daarom bij iedere ontwikkeling het volgende stappenplan toe: A. bouwplannen voldoen aan de milieueisen (wettelijke streefwaarden, normen of aanvullend milieubeleid); B. daar waar niet kan worden voldaan aan deze eisen worden maatregelen getroffen, waardoor alsnog wordt voldaan aan de eisen; C. slechts in uitzonderlijk gevallen wijken wij bewust en verantwoord af van deze normen. Een groter veiligheidsgevoel De relatie tussen feiten en gevoel zit bij veiligheid ingewikkeld in elkaar. Er is geen veiligheidsagenda te bedenken, die zondermeer leidt tot vergroting van de veiligheidsgevoelens. Sterker nog, aandacht voor veiligheidsvraagstukken leidt, paradoxaal genoeg, soms juist tot vergroting van de onveiligheidsgevoelens! Toch voeren wij samen met onze partners én inwoners, actief beleid om in ieder geval de objectieve veiligheid te verbeteren en hopelijk daarmee ook de subjectieve veiligheid. Een hogere verkeersveiligheid De gemeente zorgt voor een goede, veilige en schone gemeentelijke verkeersinfrastructuur. De gemeente pakt onveilige verkeerssituaties aan. Daarom zijn de volgende haalbare doelstellingen geformuleerd: a) het aantal slachtofferongevallen vermindert; b) de stijgende trend in het aantal ernstige slachtofferongevallen wordt omgebogen in een dalende trend; c) verkeersonveilige situaties worden aangepakt en d) er wordt waar mogelijk ingezet op scheiding van vervoersstromen van auto’s en langzaam verkeer.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 27 -
Een veiliger leefomgeving In de ruimtelijke ordening worden situaties waarin grote groepen mensen worden blootgesteld aan gevaarlijke situaties waar mogelijk uitgebannen. Hierbij is het belangrijk om zorgvuldig om te gaan met bijvoorbeeld gastransport, vervoer van gevaarlijke stoffen en LPG tankstations. Ook in de handhaving van het bouwbesluit wordt bij de bouw de nodige aandacht besteed aan veilige en deugdelijke bouw. Indicator: waardering veiligheid woonomgeving Aan inwoners is gevraagd om rapportcijfers te geven over de leefbaarheid in de woonomgeving en de veiligheid van de woonomgeving.
Veiligheid
Werkelijk 2011 6,9
Bron: Veiligheidsmonitor 2011
Streefwaarde 2012 7,0
Streefwaarde 2013 7,1
Streefwaarde 2014 7,2
Streefwaarde 2015 7,2
Wat gaan wij daarvoor doen? Een aanpak per wijk Wijkaanpak, implementatie: Door middel van de inzet van wijkmanagers vervullen wij een coördinerende rol tussen bewonersvragen uit de wijk en het aanbod van derden. Basis is het door wijkbewoners opgestelde jaarplan, met de voorwaarde ‘geen plan zonder bewoners’. Dat betekent dat ook een eigen inzet van bewoners wordt gevraagd. In 2013 gaan wij het volgende doen: Het 10-puntenplan van het rapport Wijkaanpak 2012-2015 uitvoeren; Stimuleren van de cultuuromslag van aanbodgerichte naar vraaggerichte welzijnsactiviteiten; Stimuleren van de samenwerking tussen externe aanbieders in de wijken. Wmo-beleid, Kanteling van de Wmo: Met maatschappelijke partners, waaronder vooral de welzijnorganisaties, gaan wij in één of meer wijken na hoe De Kanteling1 van de Wmo en Welzijn nieuwe stijl vorm en inhoud kan krijgen. Een gezonde woonomgeving Onderwijsbeleid, juiste registratie en handhaving van de Wet op de Kinderopvang en Peuterspeelzalen. Aan de voorzieningen voor de opvang en het stimuleren van de ontwikkeling van jonge kinderen (kinderdagverblijven, gastouderopvang en gastouderbureaus, buitenschoolse opvanglocaties en peuterspeelzalen) worden door de wet- en regelgeving strenge eisen gesteld op het gebied van veiligheid, deskundigheid en hygiëne. Deze locaties moeten aan de gestelde eisen voldoen om hun registratie in het Landelijk Register Kinderopvang te krijgen en te houden. De registratie en de handhaving van de wet- en regelgeving ligt bij de gemeenten. Wij willen dat de kinderopvang- en peuterspeelzaallocaties voldoen aan de gestelde eisen, door zorgvuldige registratie en handhaving van regels. Milieubeleid: De kwaliteit van het woon- en leefklimaat wordt bepaald door minder in het oog springende aspecten, zoals een schone bodem, externe veiligheid, geluids- en geuroverlast, licht en lucht. Wij vinden dat inwoners, werkers en bezoekers in Harderwijk veilig en gezond moeten kunnen verblijven. De verschillende milieu-aspecten hebben invloed op de milieugezondheidskwaliteit in een gebied. In het huidige milieubeleidsplan zijn de verschillende milieu-aspecten gekoppeld aan de milieugezondheidskwaliteit. In het in 2013 op te stellen milieubeleidsplan zal dit principe wederom worden toegepast, waardoor direct een verbinding van milieu en gezondheid zichtbaar is. Een groter veiligheidsgevoel Veiligheidsbeleid: In het nieuwe Integraal Veiligheidsplan 2012-2015 is een pakket van maatregelen opgenomen dat de feitelijke veiligheid maar ook het veiligheidsgevoel positief beïnvloedt. Als één van de uitgangspunten geldt dat: ‘Veiligheidsinitiatieven van inwoners of vanuit het maatschappelijk middenveld verdienen steun. Bij het opzetten van projecten moet zowel de behoefte aan veiligheid van de betrokkenen, als hun eigen inbreng bij het bereiken van meer veiligheid, centraal staan!’ Of wel, participatie verhoogt de sociale veiligheid. Wij concentreren ons op de volgende vijf prioriteiten: 1. Veilig uitgaan: Horecacoördinatie, Kwaliteitmeter Veilig Uitgaan, bestrijding drugsoverlast; 2. Woninginbraak/veelplegeraanpak: Een combinatie van preventieve maatregelen en voortzetting van de dadergerichte aanpak zoals door de samenwerkende partners ingezet via het NOG Veiligerhuis; 1
Het gesprek over participatie, waarin de eigen mogelijkheden, de inbreng van familie en buurt, algemene voorzieningen en eventueel individuele voorzieningen aan de orde komen. De uitkomsten van h et gesprek leggen betrokkenen vast in een afsprakenlijst (het arrangement).
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 28 -
3. 4. 5.
Jeugd en Veiligheid: Aanpak jeugdcriminaliteit (18-min en 18-plus); jeugdoverlast/ jeugdinterventiewerk, alcoholmatigingsbeleid, aanpak jeugdprostitutie/loverboys, convenant schoolveiligheid; Polarisatie en radicalisering: Een proactieve maatschappelijke benadering onder regie van het lokaal bestuur; Aanpak drugscriminaliteit en -overlast: Naast politieaandacht is voortzetting van de integrale aanpak nodig, ook in bovenlokaal verband.
Een hogere verkeersveiligheid Verkeersveiligheid schoolomgeving: Met het opstellen van een actieplan verkeersveilige schoolomgeving en het aanpakken van twee schoolomgevingen (de hoofdfietsroute van en naar school en de directe schoolomgeving met brengen en halen) geven wij uitvoering aan deze prioriteitsstelling. In samenhang met onder andere de school (verkeersouders) en overige belanghebbenden (VVN, Fietsersbond), treffen wij maatregelen om verkeerssituaties veiliger te maken. Hierdoor wordt, op basis van het door de raad op 9 december 2010 vastgestelde Verkeerstructuurplan, bestaande uit Mobiliteitsvisie Harderwijk 2030 en Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) 20102015, prioriteit gegeven aan het aanpakken van de verkeersonveiligheid en stimuleren van het fietsgebruik. Wij voeren de op 28 juni 2012 unaniem aangenomen motie over het “Actieplan verkeersveilige schoolomgeving” uit. Wij bieden u voor mei 2013, voor de behandeling van de Kadernota 2014-2017, een plan van aanpak aan, waarin de knelpunten en mogelijke oplossingen op het gebied van verkeersveiligheid rond de basisscholen zijn benoemd, de voor kinderen gevaarlijke oversteekplaatsen naar de basisscholen zijn voorzien van accentpalen, de uitvoering van de knelpunten een generieke aanpak vertoont in plaats van twee scholen en de financiering daartoe onderdeel is van het “Actieplan verkeersveilige schoolomgeving” en de in de Kadernota 2013-2016 opgenomen bedragen te gebruiken voor de uitvoering van het plan. Een veiliger leefomgeving Brandweer: De formatie risicobeheersing bij de brandweer breiden wij voor een periode van twee jaar uit. Deze zijn: uitvoeren van controles en handhaving omgevingsvergunningen en brandveilig gebruik (inclusief evenementen). Een ander taakonderdeel is het terugdringen van loze meldingen bij brandmeldinstallaties door actiever de nazorgtaak in te vullen. Ook zal worden ingezet op objectpreparatie met als kerntaak, controle en actualisering van de digitale bereikbaarheidskaarten.
1.04 Een passend wijkvoorzieningenniveau Wat willen wij bereiken? Een brede schoolontwikkeling Wij stimuleren en faciliteren Brede-schoolconcepten, waarbij de combinatie wordt gezocht van naschoolse opvang en sport- en culturele activiteiten. In het Brede-schoolconcept wordt gezocht naar mogelijkheden om de schoolactiviteiten en gebouwen te combineren met buitenschoolse activiteiten zoals, sportbeoefening, zwem- en muziekles, culturele activiteiten, enzovoorts. Schoolgebouwen kunnen daardoor ook in de avonduren beter benut worden. Een stimulerende en faciliterende rol t.a.v. multifunctionele accommodaties nabij (wijk)winkelcentra Wij stimuleren en faciliteren waar mogelijk en noodzakelijk multifunctionele accommodaties. Met maatschappelijke partners zoeken wij naar mogelijkheden om accommodaties te creëren of te behouden om daarmee zorg op wijkniveau te verlenen. Daarbij wordt waar mogelijk gebruik gemaakt van of aangehaakt op bestaande functies zoals gymzalen, wijk- en onderwijsgebouwen. Wij stemmen vraag en aanbod naar en van bestaande ruimtes voor culturele-, sport- en andere maatschappelijke doeleinden op elkaar af. Toegankelijke voorzieningen Wij houden, onder andere met het oog op de toenemende vergrijzing, meer rekening met voorzieningen speciaal voor de minder valide mens. Zoals bijvoorbeeld het toegankelijk maken van sociale activiteiten en specifieke activiteiten voor mensen met beperkingen. Daarnaast ziet de gemeente toe op de fysieke toegankelijkheid van gebouwen en openbare ruimte. Sport- en speelvoorzieningen op wijkniveau Wij willen kinderen, volwassenen en ook ouderen in Harderwijk stimuleren om te spelen, bewegen en
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 29 -
sporten. Door ruimte en voorzieningen in de wijk maken we dit aantrekkelijk en laagdrempelig. Wij denken aan voldoende speeltuinen, multifunctionele/kunstgras sportveldjes en buiten fitness (bewegen voor ouderen). Kortom een openbare ruimte die uitnodigt om te bewegen, fietsen en sporten. Op deze manier kan bewegen, spelen en sporten de wijkbewoners op een positieve manier samenbrengen. Indicator: percentage tevredenheid wijkvoorzieningen Aan de inwoners is gevraagd een totaaloordeel te geven over het voorzieningenniveau en om aan te geven of zij voorzieningen in hun buurt missen Werkelijk 2011 77%
Streefwaarde 2012 78%
Bron: Veiligheidsmonitor 2011
Streefwaarde 2013 79%
Streefwaarde 2014 80%
Streefwaarde 2015 80%
Streefwaarde 2016 80%
Wat gaan wij daarvoor doen? Een brede schoolontwikkeling Onderwijs- en sportbeleid: brede scholen. Wij subsidiëren de Brede Scholen door middel van een bekostiging van de loonkosten van de combinatiefunctionarissen. Daarnaast ontvangt elke Brede School een subsidie voor materiaal. De combinatiefunctionarissen in Drielanden en Stadsdennen zorgen voor een breed aanbod van culturele en sportieve activiteiten. Daarnaast geven zij op de scholen bewegingsonderwijs onder schooltijd en begeleiden de leerkrachten voor een betere kwaliteit van het bewegingsonderwijs. Een stimulerende en faciliterende rol t.a.v. multifunctionele accommodaties Accommodatiebeleid: Wij leggen u begin 2013 het accommodatiebeleid ter vaststelling voor. Daarna starten wij met de implementatie. De eerste stappen zijn: het vastleggen van de kaders voor resultaatgerichte afspraken over het gebruik en de huur van accommodaties en het opzetten van een monitor van deze afspraken; daarnaast wordt, gelijk opgaand met de pilots 'ondernemerschap' bij sportverenigingen en culturele instellingen, een kader ontwikkeld voor maatschappelijk ondernemerschap en onze ondersteuning hierbij; tot slot zullen wij de vraag naar en het aanbod (gebruik en bezetting) van accommodaties in kaart brengen. Sportbeleid: Om een integrale benadering en gebruik van accommodaties om sporten, bewegen en culturele activiteiten mogelijk te maken zijn er in 2013 drie hoofdactiviteiten: Ontwikkeling nieuwe (multifunctionele) sportaccommodatie in Drielanden West; De mogelijkheden onderzoeken naar de mogelijkheden voor verenigingen om de accommodaties beter en multifunctioneler in te zetten. Bijvoorbeeld in combinatie met scholen of BSO; Uitvoering Beleids- en Beheerplan sportaccommodaties. Onderwijshuisvesting basisonderwijs: Wij hebben de zorgplicht om te voorzien in adequate onderwijshuisvesting. Voor de onderstaande activiteiten zijn de benodigde middelen beschikbaar: Als er meer nieuwe leerlingen komen op een school hebben scholen recht op bekostiging van onderwijsleerpakketten en meubilair. Voor de periode 2013-2016 gaat het om in totaal 11 lokalen; Herstel constructiefouten: Wij zijn verplicht om constructiefouten te herstellen aan het gebouw van de Alfons Ariëns, IJsselmeerpad 10. In 2014 moet in het hoofdgebouw van de Alfons Ariëns aan IJsselmeerpad 6 een identieke constructiefout worden hersteld; Uitbreiding onderwijshuisvesting Waterfront: Om aan de behoefte van extra onderwijshuisvesting te kunnen voldoen, wordt de christelijke basisschool “Het Kompas” met 6 lokalen uitgebreid. Deze school staat in de Zeebuurt, vlak naast de nieuw te bouwen wijk in het Waterfront. De bestaande school moet gerenoveerd worden, in de tussentijd voorkomt de uitbreiding noodhuisvesting. Ingebruikname wordt verwacht in het schooljaar 2016/2017; Realisatie van een 12 klassige onderwijsaccommodatie met dubbele gymzaal in Drielanden West. In 2013 is de bouw gepland, oplevering medio 2014. In 2012 is een gemeentebreed accommodatiebeleid ontwikkeld en vastgesteld. In aansluiting daarop bereiden wij in 2013 huurbeleid voor scholen voor (visie onderwijshuisvesting Primair Onderwijs). Hierin gaan wij in op het stimuleren van het optimaal gebruik van schoolgebouwen en de mogelijkheden van afdracht van huur aan de gemeente door scholen. Daarna stellen schoolbesturen samen met ons een
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 30 -
Integraal Huisvestingsplan op. Deze stappen zijn vastgelegd in de in januari 2012 vastgestelde visie op onderwijs-huisvesting primair onderwijs. Toegankelijke voorzieningen Wmo-beleid: Vanuit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning moeten wij ervoor de zorgen dat alle inwoners van Harderwijk, ook diegenen die beperkingen ervaren, mee kunnen doen aan sociale activiteiten. Wij maken hierbij een onderscheid tussen: a) De openbare ruimte. Wij stellen in 2013 een nota Toegankelijkheid op, met routes/voorzieningen die de toegankelijkheid verhogen voor inwoners in rolstoel of scootmobiel en slechtzienden/blinden. Vanuit het Wmo-loket bieden wij gebruikers scootmobielcursussen aan. Bij het verbeteren van de toegankelijkheid is ons streven dat woongebieden en ontsluitingswegen afgestemd worden op het gebruik door inwoners die slecht ter been zijn of in een rolstoel zitten. Daarnaast bekijken wij of en welke voorzieningen nodig zijn op essentiële verkeerspunten om de bereikbaarheid van slechtzienden/blinden te vergroten. Hierbij gaat het niet altijd om het treffen van een voorziening maar bijvoorbeeld ook om het verwijderen van obstakels zoals reclame objecten in de binnenstad. Het verbeteren van de toegankelijkheid voor slechtzienden/blinden is in de visie over de inrichting van de openbare ruimte in de binnenstad opgenomen. b) Gebouwen: wij onderzoeken in 2013 de mogelijkheden van financiële dekking voor een invalidenlift in de Sypel. Binnen het accommodatiebeleid onderzoeken wij de behoefte aan ontmoetingsplekken. Hierbij kijken wij ook naar de inloophuizen en wijksteunpunten. Sport- en speelvoorzieningen op wijkniveau Sportbeleid: In de sportbeleidsnota is het multifunctioneel gebruik van sportaccommodaties (binnen en buiten) één van de speerpunten. Wij inventariseren de mogelijkheden van alle accommodaties (rapport HC). Daarnaast zetten wij in op het op niveau houden, daar waar mogelijk het uitbreiden en het verbeteren van sportaccommodaties (kunstgrasvelden). Ook onderzoeken wij de mogelijkheden om bewegen en sport laagdrempelig te maken. Een voorbeeld hiervan is buitenfitness.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 31 -
Wat gaat het kosten? Doelstelling PRG1 Zorgzame stad PR101 Meer (soc.)activ. bewoners - minder uitval
B/L
Rekening 2011
Baten Lasten Totaal PR101 Meer (soc.)activ. bewoners - minder uitval PR102 Een sterkere, meer betrokken gemeenschap Baten Lasten Totaal PR102 Een sterkere, meer betrokken gemeenschap PR103 Een leefbaarder en veiliger woonomgeving Baten Lasten Totaal PR103 Een leefbaarder en veiliger woonomgeving PR104 Een passender wijkvoorzieningenniveau Baten Lasten Totaal PR104 Een passender wijkvoorzieningenniveau Totaal PRG1 Zorgzame stad
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
-20.291 36.518 16.227 -2.473 5.219 2.747
-18.598 34.511 15.913 -118 2.732 2.614
-17.996 32.840 14.845 -118 2.753 2.635
-17.325 31.460 14.136 -120 2.393 2.273
-16.916 30.974 14.058 -120 2.393 2.273
-16.639 30.707 14.068 -59 2.332 2.273
-6.514 8.900 2.386 -142 1.557 1.415 22.774
-2.364 8.635 6.271 -132 1.610 1.477 26.275
-1.683 7.851 6.168
-1.911 8.398 6.487
-1.894 8.318 6.424
-1.841 8.228 6.387
1.417 1.417 25.064
1.377 1.377 24.273
1.370 1.370 24.125
1.362 1.362 24.089
In de bovenstaande financiële opstelling zijn de volgende aanmeldingen van de Kadernota verwerkt: Programma
PRG1 Zorgzame stad
Omschrijving
2013002 Uitbr. form. (1 fte) Risicobeheersing 2013002 Uitbr. form. (1 fte) Risicobeheersing 2013003 Onderhoud brandweerkazerne Hierden 2013027 Stijging stroomkosten scholen 2013039 Uitv. IVP 2013-2016-jeugdintervent.werk 2013041 Uitvoeringskstn Wet tijdelijk huisverbod 2013042 Organisatiekosten vreugdevuur Hierden 2013043 Kosten van lijkschouwing 2013044 Uitvoeringskosten wet BIBOB 2013048 Verbeteren Lokaal gezondheidsbeleid 2013053 Exploitatie dubbele gymzaal Drielanden-W Inkomsten 2013053 Exploitatie dubbele gymzaal Drielanden-W Uitgaven 2013054 Herst.const.ftn Alfons Ariëns\Driemaster 2013056 Plan van aanpak Burgerschap 2013060 Uitv. routekaart duurz. klimaatneutraal 2013064 Kosten instandhouding AED
Totaal Nieuw Beleid PRG1
Begroting 2016
Begroting 2013 -29 54 5 2 0 4 3 5 8 30 0 0 60 70 100 2 311
Begroting 2014 -27 52 5 2 85 4 3 5 8 30 -9 27 60 0 0 2 244
Begroting 2015
0 0 5 2 85 4 3 5 8 30 -21 65 0 0 0 2 185
Begroting 2016
0 0 5 2 85 4 3 5 8 30 -21 65 0 0 0 2 185
Naast het nieuwe beleid verklaren de volgende mutaties (op hoofdlijnen) de financiële verschillen in de jaarschijven: Door de Raad is om 13-01-2012 een amendement aangenomen om alleen voor 2012 de bezuinigingsmaatregel op de minimaregelingen groot € 73.000,- ongedaan te maken, in 2012 was er nog sprake van een incidenteel budget groot € 39.000. Vanaf 2013 wordt deze maatregel weer structureel ingezet, daarnaast wordt het incidentele budget uit 2012 voor het programma Zorg niet meer ingezet. In 2013 is er een bijstelling van het macrobudget WWB waardoor er een hogere rijksbijdrage wordt geraamd van € 376.000,-.Vanaf 2014 wordt in de meerjarenraming van de SDV rekening gehouden met een lagere rijksbijdrage als gevolg van een afname van het aantal uitkeringsgerechtigden. Omdat het inkomensdeel WWB sinds 2010 ontoereikend is geweest is in de begroting 2012 en 2013 rekening gehouden met hogere uitgaven van respectievelijk € 661.000,- en € 277.000, Bij de jaarrekening 2012 zijn in de budgetoverheveling onder meer incidentele middelen voor schuldhulpverlening en het lokale steunpunt huiselijk geweld opgenomen voor in totaal € 184.000,-.Dit zorgt voor een verschil tussen de jaarschijf 2012-2013. De raad heeft in 2012 een eenmalig budget voor 2012 beschikbaar gesteld met betrekking tot "Voorbereidingskosten transitie AWBZ-WMO voor in totaal € 126.600,-. Het CJG budget voor 2013 bedraagt € 1.023.000,-. Dit is € 192.000 hoger dan in 2012. Hiervoor wordt ook een hogere algemene uitkering geraamd. In de kadernota 2012-2015 zijn een aantal bezuinigingsmaatregelen opgenomen welke met ingang van 2014 worden geëffectueerd. Hierbij valt o.a. te denken aan: de stichting welzijn ouderen, stichting welzijn op maat, centrum jeugd en gezin en maatschappelijk werk veluwe voor in totaal € 284.000,-. De raad heeft op 28-6-2012 ingestemd met het realiseren van een nieuwe brandweerkazerne waardoor er vanaf 2014 structureel sprake is van een hoge kapitaallast van € 485.000,-. In samenwerking met de dienst landelijk gebied is door de raad van de Gemeente Harderwijk een totaalbedrag van € 551.000,- beschikbaar gesteld voor het saneren van de gemeentelijke asbestwegen. Voor 2012 was hier nog een incidenteel restant budget van € 224.000,- beschikbaar.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 32 -
3.5.2 Programma 2 de Aantrekkelijke stad Algemene doelstelling Wij willen een stad realiseren en in stand houden waarin het aantrekkelijke is om te wonen, te werken, te leven en te verblijven.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 33 -
Wat willen wij bereiken? 2.01 Meer regionale centrumvoorzieningen Subdoelstellingen: Een centrumstad met een daarbij passend voorzieningenniveau
Wat gaan wij daarvoor doen? Activiteiten: Herijking culturele infrastructuur; Advies theater Waterfront; Voortgangsrapportage concretisering van cultureel ondernemerschap Bibliotheek; Planologische ruimte creëren in de gebiedsgerichte structuurvisie Zuidelijke stadsrand; Nota van uitgangspunten Centrale Zone Noord; Uitvoering Beleids- en Beheerplan buitensportaccommodaties: onderzoek sportondernemerschap/maatschappelijk gebruik buitensportaccommodatie; Invoering sportloket in sportcentrum de Sypel, een kenniscentrum in samenwerking met Gelderse Sport Federatie en Landstede; Aanleg kunstgrasveld V.V. Hierden (2014); Uitvoering groot onderhoud buitensportaccommodaties; Aanpassing buitenspringbak Ruitersportcentrum Harderwijk; Bouwkundige aanpassing kleedaccommodatie VVOG; Bouw dubbele gymzaal Drielanden West; Revitalisering Sportcentrum Sypel: bouw 2e sporthal; Mogelijkheid onderzoeken voor een regionale beach accommodatie op sportpark Parkweg; Verantwoording doordecentralisatie VO en (V)SO ivm kwaliteitsimpuls en huisvestingsplicht.
2.02 Een hogere kwaliteit van de woonomgeving Subdoelstellingen: Activiteiten: Een betere ruimtelijke kwaliteit Meer diversiteit in woonmilieus
Financiële ondersteuning Verenigingen van Eigenaren; Bestemmingsplan Horlosebrink in Groene Zoom; Kwalitatieve- en kwantitatieve heroriëntatie programma Drielanden-west; Uitvoeren van het woningbouwprogramma 2010 t/m 2019; Uitvoeren woningbouwgerelateerde stimuleringsregelingen.
Een goede kwaliteit van de leefomgeving
Een betere fysieke bereikbaarheid
Reconstructie Stationsplein en directe omgeving; Reconstructie Oranjelaan; Aanleg fietsbrug A28.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
Herinrichting openbare ruimte binnenstad; Actualiseren Milieubeleidsplan; Aanleg groenstroken Newtonweg; Advies vermindering geluidsoverlast A28; Plan van aanpak gebiedsontwikkeling Groot Sypel; Realisatie deel langzaam-verkeersroute Groene Zoom; Herstructurering Zeebuurt; Actualiseren van bestemmingsplannen; Nota onderhoud openbaar groen; Uitvoering watertaken.
- 34 -
Behoud van monumenten en cultuurhistorische waarden.
Restauratie Zeebeer; Opstellen cultuurhistorische waardenkaart; Het ontwikkelen van een bouwhistorische waarden en verwachtingkaart voor de binnenstad; Aanvulling Monumentenlijst.
Meer aansprekende architectuur
Welstandsnota herzien; Gebruik gevelstenen.
2.03 Een duurzamere samenleving Subdoelstellingen: Een duurzaam ruimtegebruik Een kleinere ecologische voetafdruk
Activiteiten: Uitvoering routekaart naar een duurzaam/klimaatneutraal Harderwijk; Opstellen businessplan energie en ontwikkelingsmij; Stimulering van energiebesparende maatregelen.
Slimmer plannen 2.04 Meer ruimtelijke ontwikkelmogelijkheden Subdoelstellingen: Activiteiten: Meer ruimtelijke Opstellen gebiedsgerichte structuurvisie Zuidelijke ontwikkelingsmogelijkheden stadsrand. Opstellen uitgangspuntennotitie Centrale Zone Noord. 2.05 Een betere (banen)bereikbaarheid Subdoelstellingen: Snellere vervoersverbindingen
Activiteiten: Bestemmingsplan Herinrichting Stationsomgeving inclusief Randstadspoor.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 35 -
Algemeen Algemene doelstelling In 2031 is Harderwijk een gemeente met een aantrekkelijk woonklimaat. Dat wil zeggen dat het in Harderwijk prettig wonen, werken en verblijven is. Die aantrekkelijkheid wordt bepaald door verschillende factoren, zoals bijvoorbeeld de aanwezigheid van banen en de aanwezigheid van verschillende woonattracties. Woonattracties zijn voorzieningen in of kenmerken van een stad/gemeente waar mensen in hun woonbeslissing of vestiging van een bedrijf rekening mee houden. Dat zijn voorzieningen in een stad die het woongenot kunnen verhogen, zoals cultuur, horeca en winkels of kenmerken van de gemeente zoals: een prettig klimaat, een mooi uitzicht, schone lucht, de nabijheid van natuur en openbaar groen maar ook rust en veiligheid. De algemene doelstelling is het realiseren en in stand houden van een aantrekkelijke stad om in te wonen, werken, leven en verblijven. Wij richten ons hierbij op de volgende subdoelstellingen: Meer regionale centrumvoorzieningen; Hogere kwaliteit van de woonomgeving; Een duurzamere samenleving; Meer ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden; Betere (banen)bereikbaarheid.
2.01 Meer regionale centrumvoorzieningen Wat willen wij bereiken? Een centrumstad met een daarbij passend voorzieningenniveau Wij zetten ons in voor een breed voorzieningenniveau behorend bij een centrumstad. Wij streven naar een (boven)lokaal voorzieningenaanbod dat in de behoefte van de regio Noord Veluwe voorziet. Het gaat daarbij om een breed aanbod in cultuur, sport, onderwijs, (para)medische zorg, (maatschappelijke) dienstverlening, detailhandel, evenementen, enzovoorts. Deze functies dragen bij aan het voorzieningenniveau van de gehele regio. Sportvoorzieningen krijgen een kwaliteitsimpuls, waardoor het in 2031 mogelijk is om meer topsportevenementen in Harderwijk te organiseren. Indicator podiumkunsten Het aantal theatervoorstellingen en concerten in de gemeente is opgesplitst in drie podia: Catharinakapel, Theater en Estrado. Voor het aanbod podiumkunsten is gebruikgemaakt van de jaarcijfers van de drie podia, weergegeven in aantal bezoekers. Omschrijving Catharinakapel Theater Harderwijk Estrado
Bron: jaarcijfers drie podia
Werkelijk 2011 2.300 20.000 2.000
Streefwaarde 2012 2.300 20.000 2.000
Streefwaarde 2013 2.300 20.000 2.000
Streefwaarde 2014 2.300 20.000 2.000
Streefwaarde 2015 2.300 20.000 2.000
Streefwaarde 2016 2.300 20.000 2.000
“Vasthouden aan deze indicatoren in deze tijd is al een hele kunst” Wat gaan wij daarvoor doen? Een centrumstad met een daarbij passend voorzieningenniveau BELEIDSTERREIN CULTUUR Herijking culturele infrastructuur (Kadernota) In 2012 is gestart met de herijking van het culturele veld. Dit wil zeggen dat gestart is met de vorming van drie nieuwe cultuurclusters: podia, historie en educatie. De strategiefase is inmiddels afgerond, uitmondend in de diverse intentieverklaringen van de culturele instellingen. Onder externe regie voeren wij het ontwikkelde plan van aanpak uit om de gestelde doelen over de herijking van de culturele infrastructuur te bereiken. Waarbij clustering (organisatievorm), bezuinigingen (minder subsidies) en het cultureel ondernemerschap (meer verantwoordelijkheid en ruimte voor de instellingen) bepalend zijn.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 36 -
Wij plannen in 2013 mede in het licht van de herijking van het culturele infrastructuur activiteiten in, gericht op het creëren van draagvlak voor een nieuw museaal concept “Huis van de Stad”. Advies Theater Waterfront In 2013 besluiten wij over een verdere invulling van de door uw raad vastgestelde ambities over een theatervoorziening in het Waterfront. Vervolgens brengen wij de gevolgen van die besluitvorming in beeld en zullen aan de hand daarvan de vervolgacties inplannen. Voortgangsrapportage concretisering van cultureel ondernemerschap Bibliotheek De bibliotheek krijgt met ingang van het jaar 2014 te maken met een bezuiniging. Uw raad heeft besloten om de subsidie voor de jaren 2014 en 2015 tenminste te handhaven op het landelijke instapniveau (en dat is hoger dan de uiteindelijke structurele subsidie). Voorwaarde is, dat voor de behandeling van de programmabegroting 2014 – 2017 een voortgangsrapportage beschikbaar is over de concretisering van het cultureel ondernemerschap in aanloop naar de uiteindelijke structurele subsidie. BELEIDSTERREIN RUIMTE Planologische ruimte creëren in de gebiedsgerichte structuurvisie Zuidelijke stadsrand Wij stellen een gebiedsgerichte structuurvisie voor de Zuidelijke stadsrand op, waarin ruimte wordt geboden aan regionale centrumvoorzieningen. Nota van uitgangspunten Centrale Zone Noord Wij stellen een Nota van uitgangspunten op voor het bestemmingsplan Centrale Zone Noord met ruimte voor centrumvoorzieningen in met name de zorg. BELEIDSTERREIN SPORT Invoering sportloket in sportcentrum de Sypel, een kenniscentrum in samenwerking met de Gelderse Sport Federatie en Landstede Gelijktijdig met de (ver)bouw van het sportcentrum de Sypel richten wij een sportloket in. In samenwerking met de partners Landstede en Gelderse Sport Federatie, moet hier een kenniscentrum ontwikkeld worden waar alles op het gebied van de sportaccommodaties in Harderwijk te vinden is. De plannen hiervoor worden in 2013 in grote lijnen neergezet, zodat het sportloket in september 2013 van start kan gaan. Aanleg kunstgrasveld V.V. Hierden (2014) Om de trainings- en speelcapaciteit op het huidige sportcomplex te vergroten, is voor 2014 een bedrag beschikbaar voor de aanleg c.q. omvorming van een natuurgras- naar een kunstgrasveld voor de voetbalvereniging Hierden. Bij de behandeling van het Beleid- en Beheerplan buitensportaccommodaties is door de raad op 19 april 2012 een motie aangenomen met betrekking tot de situering van een nieuw kunstgrasveld. Realisatie vindt plaats in overleg met het bestuur van de sportvereniging. Uitvoering groot onderhoud buitensportaccommodaties Wij voeren de jaarlijkse onderhoud- en beheersmaatregelen uit, die zijn opgenomen in het Beheer- en beleidsplan Buitensportaccommodaties 2012-2016. Dit betreft bijvoorbeeld het vervangen van terreinmeubilair, parkafscheiding en overige sporttechnische voorzieningen. Het voldoen aan de geldende veiligheids- en sporteisen is voor 2013 een speerpunt. Aanpassing buitenspringbak Ruitersportcentrum Harderwijk Wij subsidiëren in 2013 een aanpassing van de buitenspringbak, in verband met veiligheidseisen voor ruiter en paard. Bouwkundige aanpassing kleedaccommodatie VVOG (Kadernota) Wij subsidiëren de bouwkundige aanpassingen van de kleedaccommodatie. Bouw dubbele gymzaal Drielanden West In 2013 start de bouw van de gymzaal. Oplevering vindt plaats in 2014 waarna wij de gymzaal in gebruik nemen met ingang van het schooljaar 2014-2015. Revitalisering Sport- en Aquacentrum de Sypel, bouw 2e sporthal De bouw is reeds gestart en wordt afgerond in 2013. Vanaf het schooljaar 2013-2014 nemen wij de sporthal en de centrale entree in gebruik. Mogelijkheid onderzoeken voor een regionale beach accommodatie op sportpark Parkweg. Op sportpark Parkweg zijn wij bezig om, samen met de betrokken verenigingen (volleybalvereniging
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 37 -
Harderwijk en voetbalvereniging Zwart –Wit’ 63), of in 2013 een beachvolleybal accommodatie (multifunctioneel : ook beach soccer, -hockey,-korfbal) kan worden gerealiseerd. In het kader van Gelderland Sportland onderzoeken wij de mogelijkheden subsidiëring om het project voor de gemeente budgettair neutraal te houden. BELEIDSTERREIN ONDERWIJS Doordecentralisatie Voortgezet Onderwijs en (Voortgezet) Speciaal Onderwijs Sinds 1 januari 2012 ontvangen de scholen voor VO en (V)SO de middelen voor huisvesting rechtstreeks, waarmee ze zelf verantwoordelijk zijn geworden voor de uitvoering van de zorgplicht voor adequate huisvesting. De schoolbesturen hebben aangegeven dat men een kwaliteitsimpuls in de onderwijshuisvesting kan realiseren. Voor 2013 worden de 5 jaren investeringsplannen van deze scholen bij ons ingediend. In 2013 moet voor het eerste jaar de verantwoording plaatsvinden over de besteding van de huisvestingsmiddelen door de scholen. Ontwikkelingen: 1. In het kader van de doordecentralisatie heeft het schoolbestuur de planvorming voor uitbreiding van De Lelie (Speciaal Onderwijs) aan de Thorbeckelaan overgenomen. 2. Het Tjalling Koopmans College heeft een aanvraag ingediend voor het starten met een nieuwe VO school voor mavo en havo. Uitgangspunt is dat als men start, een doordecentralisatie overeenkomst wordt afgesloten. 3. De Verschoorschool uit Nunspeet is in het CVMBO (Spectrum) gestart met een nevenvestiging voor speciaal onderwijs in de eerste twee leerjaren, waar na de leerlingen uitstromen in het regulier onderwijs. Wij onderzoeken of ook met de Verschoorschool een doordecentralisatie overeenkomst gesloten kan worden.
2.02 Een hogere kwaliteit van de woonomgeving Wat willen wij bereiken? Een betere ruimtelijke kwaliteit Ter bevordering van de aantrekkelijkheid van de stad is bij iedere ruimtelijke ontwikkeling ruimtelijke kwaliteitsverbetering voorwaarde. Meer diversiteit in woonmilieus De komende jaren zal de programmering van woningen gericht zijn op het creëren van goede en aantrekkelijke woningen in een grotere variatie. Er zal ook worden gestreefd naar het creëren van verschillende woonmilieus met bijvoorbeeld het wonen aan het water in Waterfront, in de uitwerking van Drielanden West en het aantrekken van de creatieve klasse door het verbeteren van mogelijkheden voor woon/werkcombinaties. Ook duurzame woonconcepten waar flexibiliteit van wonen (levensloopbestendig), energieneutraal bouwen en ecologisch wonen kunnen rekenen op een positieve grondhouding. Een goede kwaliteit van de leefomgeving Het beheer van de stad wordt geregeld vanuit het principe van aantrekkelijkheid. Een schone, goed beheerde en groene stad is een visitekaartje waarmee de stad wint aan aantrekkelijkheid. Schoon, heel en veilig zijn de kernbegrippen waar het gaat om het gebruik en dus ook het onderhoud van de stad. Plekken die een belangrijke publiek en/of toeristische functie hebben en het openbaar groen langs de hoofd-, recreatieve én cultuurhistorische infrastructuur alsmede de in deze structuurvisie benoemde ontmoetingsplekken krijgen een hogere onderhoudskwaliteit. Van belang voor de kwaliteit van de leefomgeving zijn ook de waterbelvedères (de belevingsplekken van Harderwijk als stad aan het water) en het groen in en om de stad. Die op de beleidskaart staan aangegeven, zoals de Poort naar de Veluwe, de Groene Zoom en de Natura 2000 gebieden. Indicator waardering leefbaarheid in de woonomgeving Aan de inwoners is gevraagd een rapportcijfer te geven over de leefbaarheid in de woonomgeving Werkelijk 2011 7,4
Streefwaarde 2012 7,5
Bron: Veiligheidsmonitor 2011
Streefwaarde 2013 7,6
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
Streefwaarde 2014 7,6
Streefwaarde 2015 7,6
Streefwaarde 2015 7,6
- 38 -
Een betere fysieke bereikbaarheid De verbetering van de bereikbaarheid van werk- en winkellocaties en locaties voor maatschappelijke doeleinden (onderwijs, zorg, sport, enzovoorts) gaat op twee manieren: enerzijds door functies beter bereikbaar te maken, anderzijds door functies mogelijk te maken nabij de hoofdinfrastructuur voor auto en/of fietsverkeer. Voor het eerste zijn goede parkeervoorzieningen en parkeerroutering randvoorwaarde. Voor wat betreft de bereikbaarheid in de stad gaat de gemeente veilig fietsgebruik en het gebruik van openbaar vervoer verder stimuleren. Behoud van monumenten en cultuurhistorische waarden. Wij streven naar het behoud, herstel en (her)gebruik van monumenten en cultuurhistorische waarden. Daartoe worden mogelijkheden gezocht om nieuwe functies toe te kennen aan monumenten. Cultuurhistorische waarden worden in ruimtelijke plannen zoveel mogelijk beschermd Meer aansprekende architectuur Het ontwerp de inpassing in de omgeving van gebouwen en plekken dient bij te dragen aan de aantrekkelijkheid van de stad. De waarde van architectuur is: 1. herkenbare beeldentaal uit het verleden als het ware doorvertellen; 2. de bijdrage aan de inrichting van de openbare ruimte; 3. gevelopeningen als ‘ogen’ van de openbare ruimte; 4. begane grond als ondersteunende functie aan de openbare ruimte; 5. herkenbaarheid/leesbaarheid van de stad; 6. goede architectuur is duurzaam. Wat gaan wij daarvoor doen? Meer diversiteit in woonmilieus Financiële ondersteuning Verenigingen van Eigenaren (VvE) In lijn met het raadsbesluit van 30 juni 2011 opteren wij voor het sluiten van een deelnemingsovereenkomst met het landelijk werkend Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn). Dit is een contract tussen de gemeente en SVn, waarin de wijze van samenwerking is vastgelegd. Wij openen bij SVn een fonds. Daaruit worden VvE’s door middel van een lening ondersteunt bij de aanpak van groot en duurzaam onderhoud en/of het verbeteren van de energieprestatie. Het fonds heeft een revolverend karakter. Dit wil zeggen dat door de VvE’s betaalde rente en aflossing terugkeren in het fonds, waardoor na verloop van enige tijd nieuwe leningen in omloop kunnen worden gebracht. Het fonds bij SVn is en blijft in eigendom van de gemeente. Opstellen van een bestemmingsplan Horlosebrink. In dit bestemmingsplan willen wij woningen in een landelijke setting op zeer ruime kavels mogelijk maken, die in Harderwijk slechts zeer beperkt worden aangeboden en waar wel vraag naar is. Kwalitatieve- en kwantitatieve heroriëntatie Drielanden-West. Vanwege de stagnatie op de woningmarkt wordt het woningbouwprogramma heroverwogen in samenwerking met de ontwikkelaars.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 39 -
Uitvoeren van het woningbouwprogramma 2010 t/m 2019 Rekening houdend met de in 2009 gemaakte afspraken tussen de regio Noord-Veluwe en de provincie over het Kwalitatieve Woningbouwprogramma 2010 t/m 2019 (KWP3) is in 2010 het Meerjarenprogramma Woningbouw 2010 t/m 2019 opgesteld. Geactualiseerd per 1 juli 2012 ziet het woningbouwprogramma er als volgt uit: Locatie Binnenstad Stadsdennen-Oost part. Stadsdennen winkelcentr. CWI-terrein Schelpenhoek Walstein 2A Drielanden Harderhout 1B Drielanden Harderhout II Drielanden Triasgracht Stadsdennen-Oost gem. De Harder Prinsenhof De Sypel-Zuid 2e fase Drielanden Crescent Drielanden-West cons. Drielanden-West gem. Waterfront fase 2 Waterfront fase 3 Hoge Varen Groene Zoom Hierden-dorp Frankrijk diversen Diverse kleine locaties totaal:
2010 3 2 45 44 105 10 34 185
6 434
2011
2012
2013 9 10
2
12
18
4
2
2014
2015
2016
2017
2018
2019
140 10 150
140 10 150 10
140 10 75 73
300
310
298
2
27 17
10 58
10 9 66 34
20
24
35
14
2 77
39
50 35 100
140 10 150
140 10 150
26
8
15 15 5 9
5
5
81
348
331
344
totaal 12 14 45 46 105 24 34 244 17 9 66 34 39 44 750 85 775 83 90 15 15 19 16 2581
Voor zover de in deze tabel genoemde projecten op gemeentegrond worden uitgevoerd zijn de kosten en opbrengsten geraamd in de betreffende grondexploitaties. Uitvoeren woningbouwgerelateerde stimuleringsregelingen In de gemeenraadsvergadering van 24 mei 2012 is een budget van € 1,2 miljoen beschikbaar gesteld voor drie woningbouw gerelateerde stimuleringsmaatregelen: 1. De huidige crisis op de woningmarkt heeft o.a. tot gevolg dat de doorstroming in de koop- en de huurmarkt ernstig stagneert. Om die doorstroming weer enigszins op gang te brengen, zal een stimuleringsregeling worden uitgewerkt voor starters, die een woning op de bestaande woningmarkt willen kopen. 2. Een stimuleringsregeling voor energiebesparende maatregelen in de bestaande woningvoorraad. 3. Zo nodig financiële ondersteuning voor het lopende project “Gewoon Gemak”, gericht op het uitvoeren van eenvoudige woningaanpassingen, die het wooncomfort voor ouderen verhogen.
Een goede kwaliteit van de leefomgeving Herinrichting openbare ruimte binnenstad In het kader van een voortzetting van de Kwaliteitsslag Binnenstad verhogen wij het kwaliteitsniveau van de openbare ruimte in de binnenstad.De volgende activiteiten vinden plaats. Het verrichten van herinrichtingswerkzaamheden in de binnenstad, waaronder het onderhoud van wegen en riolering. Het project vormt een onderdeel van het nieuwe Stads- en Regiocontract met de provincie Gelderland (contractperiode 2012-2015), programma Economie. Op basis van de haalbaarheid met betrekking tot de provinciale bijdrage(n) is gekozen voor een scenario met een projectomvang van € 1,5 miljoen, met een uitvoering van werkzaamheden in de Donkerstraat (gedeelte Smeepoortstraat – Markt), Hondegatstraat, Wolleweverstraat en Luttekepoortstraat (gedeelte Vitringasingel – Wolleweverstraat). Actualiseren Milieubeleidsplan Het Milieubeleidsplan 2009-2012 actualiseren wij in 2013. Aanleg van groenstroken aan de Newtonweg Wij leggen groenstroken aan langs de Newtonweg om het bedrijventerrein visueel minder zichtbaar te maken vanuit de woonwijk. Deze maatregel bevordert ook de reductie van geluidsoverlast. Advies scenario’s vermindering geluidsoverlast A28. In dit advies beschrijven wij de varianten van geluidsreductie, inclusief de voor- en nadelen.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 40 -
Plan van aanpak gebiedsontwikkeling Groot Sypel. Op basis van de structuurvisie Groot Sypel stellen wij een ontwikkelingsstrategie op. De ontwikkelingsstrategie geeft een uitvoerig onderbouwde beschrijving van hoe de gebiedsontwikkeling in de tijd tot realisatie dient te komen. Het achterliggende doel van een ontwikkelingsstrategie is om de gewenste gebiedsontwikkeling zo effectief mogelijk te realiseren door tijdig de juiste stappen in kaart te brengen en deze te kunnen voorbereiden. Realisatie van een deel van de langzaam-verkeerroute Groene Zoom. Het deel van langzaam-verkeerroute van de Horlosebrink tot aan het Zwartepad willen wij met middelen uit het regiocontract aanleggen. Herstructurering Zeebuurt. Na vaststelling van het bestemmingsplan Zeebuurt 2012 starten wij in 2013 met de herstructurering. Wij hebben hierin een faciliterende rol. Actualisatie van bestemmingsplannen. Het actualiseren van bestemmingsplannen moet op 1 juli 2013 afgerond zijn. Dat zal niet voor het hele grondgebied van de gemeente het geval zijn. Bij de actualisering wordt sterk rekening gehouden of in gebieden ontwikkelingen van derden op gronden van derden te verwachten zijn. Mocht er in een dergelijk gebied geen geactualiseerd bestemmingsplan zijn vastgesteld dan is het heffen van bouwleges daar niet mogelijk en leidt dat tot inkomstenverlies voor de gemeente. Voor gronden van de gemeente die bedoeld zijn voor nieuwe ontwikkelingen zal ook een vigerend bestemmingsplan noodzakelijk zijn. De gemeente kan in die gevallen wel de verkoop uitstellen totdat een bestemmingsplan geactualiseerd is, maar dat heeft wel renteverlies tot gevolg of tot gevolg dan een potentiële koper afhaakt. De gebieden waar de actualisatie niet tijdig is geregeld zullen in de praktijk die gebieden betreffen waar geen bouwactiviteiten te verwachten zijn of waar de gemeente eigenaar is van de gronden en op die manier de regie in handen heeft. Onze doelstelling is om voor 1 juli 2013 die bestemmingsplannen aan uw raad ter vaststelling aan te bieden, waar sprake is van een hoge verwachting van bouwactiviteiten zoals Lorentz III, werkgebied Sypel, bedrijventerrein Tonsel en Groot Sypel. Nota onderhoud openbaar groen Om meer tegemoet te komen aan het beeld van een aantrekkelijke stad (schoon, heel en veilig) bereiden wij een nota voor, waarin meer gedifferentieerd omgegaan wordt met onderhoudsniveaus. Door te kijken of meer plantvakken omgevormd kunnen worden naar gras, kan een aantal, voor publiek en toeristen extra in het oog springende plekken, op een hoger niveau onderhouden worden zonder dat dit extra middelen vraagt. Uitvoering watertaken Vanaf 2013 werken wij met een gewijzigd monitoringsysteem (gebaseerd op model VNG) voor de budgetten, die verband houden met de gemeentelijke watertaken. Dit systeem moet een transparanter beeld gaan geven van de inspanningen/bestedingen, die samenhangen met deze taken. Ontwikkelingen: 1. Wij onderzoeken de potentiële meerwaarde van verdergaande samenwerking tussen de gemeenten Putten/Ermelo/Harderwijk en Waterschap Vallei & Veluwe op het gebied van ingenieursbureau en operationeel beheer, met betrekking tot het afvalwatersysteem van de zuiveringskring RWZI Harderwijk. De meerwaarde moet blijken uit een gunstige combinatie van het verkleinen van de kwetsbaarheid, het verhogen van de kwaliteit en beperking van de lastenstijging. 2. In 2013 wordt een Centraal Informatie Systeem voor watersysteemgegevens binnen de RNV gemeenten uitgerold. Het analyseren van het stedelijk watersysteem en afleiden van prestatieindicatoren wordt hiermee op een hoger plan gebracht, omdat gedetailleerde dynamische en statische gegevens over gemalen, overstorten, neerslag en grondwater via één portaal ontsloten worden en eenvoudiger onderling uitgewisseld kunnen worden. Bovendien kan het systeem ondersteunen bij adequate afhandeling van storingen en/of de behandeling van eventuele vragen/klachten vanuit de maatschappij. 3. Eind 2012 bieden wij het geactualiseerd basis rioleringsplan (BRP) van de gemeenten Ermelo en Harderwijk aan voor bestuurlijke vaststelling. Na vaststelling vertalen wij de urgente maatregelen uit dit plan naar gefaseerde activiteiten, via het reguliere Operationele Maatregelen Programma. De dekking vindt plaats uit de voorziening riolen en gemalen.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 41 -
4.
Medio 2012 is in het kader van ontwikkeling Waterfront Noord een retentiebassin met een oppervlak van ca. 1 ha achter de centrale noodoverstort (RO1) in het Veluwerandmeer (tussen N302 en RWZI) gerealiseerd. Dit retentiebassin is als belangrijke maatregel in bovengenoemde actualisatie BRP meegenomen. Het bassin moet de emissie van vervuild water reduceren, hetgeen een positieve bijdrage levert aan de kwaliteit van het (zwem)water in het Veluwerandmeer en het Wolderwijd. In 2013 wordt in nauwe samenwerking met Waterschap Vallei en Veluwe de bedrijfsvoering van dit bassin verder geoptimaliseerd en het milieutechnisch functioneren gemonitoord.
Een betere fysieke bereikbaarheid Reconstructie Stationsplein en directe omgeving Dit project omvat onder andere de realisatie van een dynamisch busstation, het aanleggen van het voorplein, het aanpassen van de fietsinfrastructuur (fietspaden en fietsenstallingen) en realisatie van voldoende parkeervoorzieningen voor zowel de P + R reizigers, als voor eventuele derde partijen die niet kunnen voorzien in parkeerbehoefte op eigen terrein. Het doel is om het Stationsplein en directe omgeving te laten functioneren als een modern, toegankelijk en gebruiksvriendelijke omgeving, die de toenemende reizigersstromen adequaat kan verwerken. Daarnaast willen wij een kwalitatief goede inrichting van het stations(bus)plein, de verplaatsing van de fietsenstallingen en de P + R voorzieningen realiseren. Reconstructie Oranjelaan. De Oranjelaan is momenteel het wegvak met het hoogste ongevallencijfer binnen de bebouwde kom. De werkzaamheden bestaan uit een reconstructie van het wegvak en de aanleg van een tweerichtingen fietspad aan de westzijde van de weg, aansluitend op de nieuwe Stationsomgeving. In 2013 zullen de voorbereiding worden afgerond Aanleg Fietsbrug A28 In 2012/2013 zal de planstudiefase naar verwachting met betrekking tot de aanleg van de fietsbrug over de A28 worden afgerond. Er ontstaat dan een directe aansluiting van de wijk Drielanden op het Zuiderzeepad, als onderdeel van een rechtstreekse route van en naar het centrum. Onderdeel van dit project is het aanleggen van een brug over de vijver aan de kant van Stadsweiden en de vervanging van het bestaande bruggetje in het Zuiderzeepad. Behoud van monumenten en cultuurhistorische waarden Restauratie Zeebeer (regiocontract) De afgelopen jaren is de complete stadsmuur van Harderwijk gerestaureerd. Van de oorspronkelijke vestingwerken resteert naast de stadsmuur ook nog de Zeebeer. Die had als oorspronkelijk functie te voorkomen dat het water uit de stadsgracht leegliep in de Zuiderzee. De Zeebeer zal over de volle lengte van 200 meter worden gerestaureerd. Hiervoor zijn in het Stads- en Regiocontract middelen beschikbaar. Het ontwikkelen van een cultuurhistorische waardenkaart Alle bovengrondse cultuurhistorische waardevolle elementen (gebouwen, groen, water landschap) zullen worden geïnventariseerd en gewaardeerd. De cultuurhistorische waardenkaart is de verbeelding daarvan. Door deze kaart zijn alle cultuurhistorische waarden van Harderwijk inzichtelijk en kan er bij ontwikkelingen rekening gehouden worden met deze waarden. Tevens kan de kaart dienen als inspiratiebron voor de nieuwe ontwikkelingen. Het ontwikkelen van een bouwhistorische waarden en verwachtingkaart voor de binnenstad. Als uitwerking van de nota cultuurhistorie wordt er voor de binnenstad een bouwhistorische waarden- en verwachtingenkaart gemaakt. Bij de bouwhistorische waarden gaat het met name om waarden die niet direct zichtbaar zijn, maar zijn verborgen in de gebouwen. De bouwhistorische waarden zijn de drager van de historische structuur en gelaagdheid van de binnenstad. Zij vormen net als de archeologie het fysieke archief van de stad. Door deze kaart is het inzichtelijk, waar deze waarden zich bevinden en waar ze eventueel nog te verwachten zijn. Aanvulling monumentenlijst Wij vullen de Monumentenlijst aan met objecten uit de naoorlogse wederopbouwperiode. Meer aansprekende architectuur Welstandsnota herzien Wij herzien en actualiseren waar nodig de Welstandsnota (2007). Aansprekende architectuur maakt hier onderdeel van uit.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 42 -
Gebruik gevelstenen In 2012 is een gevelstenenproject opgestart. Het is de bedoeling om huizen in het Waterfront van toepasselijke gevelstenen te voorzien. De Adviescommissie Beeldende Kunst werkt samen met het projectbureau Waterfront aan de realisatie van een prijsvraag en een gevelstenencatalogus. In 2013 zullen de drie winnende gevelstenen bekend gemaakt worden. Ook wordt in 2013 een cursus gevelstenen maken aangeboden en worden de gerealiseerde gevelstenen, als promotie van Waterfront in de Stadswinkel van het stadhuis tentoongesteld.
2.03 Een duurzamere samenleving Wat willen wij bereiken? Een duurzaam ruimtegebruik Wij willen duurzame verstedelijking bevorderen door het toepassen van het principe van de SER (Sociaal Economische Raad) ladder. Ruimte is een schaars goed. Wij willen de verstedelijking van het buitengebied verder daarom tegengaan door de SER ladder op het hele stedelijke gebied toe te passen. Dat wil zeggen: eerst het huidige gebruik optimaliseren door herstructurering; zoveel mogelijk de ruimte meervoudig/multifunctioneel gebruiken; pas daarna nieuwe ruimte creëren in het buitengebied. Een kleinere ecologisch voetafdruk Wij zetten ons in om de totale ecologische voetafdruk te verkleinen door: binnen de gemeentelijke organisatie zuinig om te springen met materialen en energie; stimulering van energiezuinig vervoer, gebruik openbaar vervoer en fietsgebruik; stimulering en toepassing van energiebesparende maatregelen in de bestaande stad; lokale initiatieven te stimuleren die een afname van de ecologische voetafdruk bevorderen (lokale producten in de winkel, hoge eisen te stellen aan nieuwbouw voor wat betreft de energieprestatie, stimuleren van woningverbetering van bestaande woningen, bio-based economy, enzovoorts). Indicator: CO2-emissie (ton) Op Europees en nationaal niveau zijn doelstellingen geformuleerd met betrekking tot de reductie van de CO2-uitstoot. Deze doelstellingen vormen het uitgangspunt voor de ambitie om als gemeente Harderwijk klimaatneutraal te willen worden. De ambitie is de uitstoot CO2 terug te dringen met 45% in 2031. Voor de categorie woningen is dit 1,5% per jaar, voor de andere categorieën 2% per jaar.
Woningen Utiliteit Gemeentelijke gebouwen en voorzieningen Bedrijven Grote energievragers industrie Verkeer en vervoer Bron:
Werkelijk 2010 82.000 43.000 15.000
Streefwaarde 2012 80.770 42.140 14.700
Streefwaarde 2013 79.558 41.297 14.406
Streefwaarde 2014 78.365 40.471 14.118
Streefwaarde 2015 77.190 39.662 13.836
27.000 62.000
26.460 60.760
25.931 59.545
25.412 58.354
24.904 57.187
47.000
46.060
45.139
44.236
43.351
- door de gemeente aangeleverde gegevens (o.a. het aantal inwoners, woningen, utiliteit, gemeentelijke gebouwen en industrie); - algemeen gehanteerd energiegebruikskentallen; - gegevens van Planbureau voor de Leefomgeving; - gegevens uit de Klimaatmonitor van AgentschapNL.
Slimmer plannen (Smarter Cities) Centraal in de werking en ontwikkeling van steden staan zes systemen: mensen, bedrijven, vervoer, communicatie, water en energie. De effectiviteit en efficiëntie van deze systemen, individueel en als eenheid, bepalen hoe een stad werkt en hoe succesvol zij is in het bereiken van haar doelen. Een "Smarter City" draait niet alleen om het idee zelf, maar vooral om financiën, structuur en inzicht. Het besef dat deze zes kernsystemen onderling zijn verbonden en als zodanig moeten worden behandeld, is bij een "Smarter City" essentieel. In het huidige klimaat van welzijnsbelang, welvaart en noodzaak voor duurzaamheid zijn "Smarter Cities" feitelijk een ideale oplossing voor een duurzame toekomst. De structuurvisie is in feite een voorbeeld van deze nieuwe manier van werken, waarbij wij alle beleidsterreinen (systemen) met elkaar in verbinding brengen.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 43 -
Wat gaan wij daarvoor doen? Een kleinere ecologisch voetafdruk Uitvoering routekaart naar een duurzaam en klimaatneutraal Harderwijk Wij motiveren, stimuleren en/of faciliteren inwoners en bedrijfsleven bij het treffen van energiebesparingsmogelijkheden en/of het opwekken van duurzame energie. Het ter beschikking stellen van subsidies zal tot een minimum beperkt blijven. Daarnaast zal de voorbeeldfunctie van de gemeente meer worden benadrukt. Projectvoorbeelden zijn plaatsing van zonnepanelen op gemeentelijke gebouwen en ondersteuning bieden in het oprichten van een lokale kenniskring. Het doel is de lokale economie te versterken en het verbeteren van de leefomgeving door energiebesparing en een duurzame ontwikkeling. Opstellen businessplan energie en ontwikkelingsmaatschappij. De energiewereld is voortdurend in beweging. Op dit moment vormen de klimaatproblematiek en de financiële- en schuldencrisis alle aanleiding om de huidige energiehuishouding kritisch te bezien. Juist nu liggen er kansen om de transitie naar een duurzame energiehuishouding niet alleen aan te wenden om klimaatdoelstellingen te realiseren, maar tegelijkertijd ook voor de versterking van de lokale economie. Ook al ziet men dat het niet ontbreekt aan initiatieven, door allerlei belemmeringen worden marktpartijen ervan weerhouden te investeren in energiebesparing en opwekking van duurzame energie. Een duurzame Energie- en Ontwikkelingsmaatschappij (DE&OM) heeft een meerwaarde voor de versnelling van de energietransitie en voor de lokale economie. Besparing op energiekosten betekent verhoging van besteedbaar inkomen voor burgers en een betere concurrentiepositie voor bedrijfsleven. Energiebesparende maatregelen en productie van duurzame energie leveren werkgelegenheid op in Harderwijk. Het opstellen van een businessplan moet de haalbaarheid van een DE&OM inzichtelijk maken. Middelen hiervoor zijn gereserveerd in het regiocontract. Stimulering van energiebesparende maatregelen De volgende activiteiten voeren we in 2013 uit: isoleren van woningen; energiebesparende maatregelen in het bedrijfsleven (d.m.v. informatiebijeenkomsten en bedrijfsgerichte scans); aanleg van vegetatiedaken bij particulieren; het ondersteunen van het opstellen van een businessplan ten behoeve van duurzame energie en ontwikkelmaatschappij (intentieverklaring) / regiobreed; samenwerkingsovereenkomst 'proeftuin geïntegreerde aquacultuur' met Aqua Farming Consult, CAH Dronten en gemeente Harderwijk/Putten/Oldebroek (ondertekening samenwerkings-verband).
2.04 Meer ruimtelijke ontwikkelmogelijkheden Wat willen wij bereiken? Meer ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden Onze rol bij gebiedsontwikkeling is sterk veranderd. Gemeenten waren in het verleden vaak initiatiefnemer in relatief eenvoudig te ontwikkelen uitleggebieden. In de toekomst worden meer en meer inbreidingslocaties geherstructureerd of getransformeerd. Daarvoor zijn vaak andere partijen dan de gemeentelijke overheid aan zet, waarbij de gemeente vooral stimuleert en uitnodigt. Met ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden wordt bedoeld dat er steeds voldoende ruimte beschikbaar is voor de verschillende functies. Wat gaan wij daarvoor doen? Meer ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden Opstellen gebiedsgerichte structuurvisie Zuidelijke stadsrand Eén gebiedsgerichte structuurvisie voor de Zuidelijke stadsrand is een beleidsnota waarin de gemeente voor het gebied aan weerszijden van de A28 tussen bedrijventerrein Tonsel en de Hierdens Poort haar toekomstbeeld beschrijft. De visie voor dit gebied is dan de basis voor nieuwe ontwikkelingen. In de visie wordt invulling gegeven aan de Groene stadsrand uit de Structuurvisie Harderwijk 2031 en gezocht naar creatieve oplossingen voor de geluidsproblematiek. Op basis van deze gebiedsgerichte structuurvisie wordt na vaststelling een bestemmingsplan opgesteld. De visie dient ook om partijen de verleiden invulling te geven van de visie.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 44 -
Opstellen uitgangspuntennotitie Centrale Zone Noord In 2013 wordt deze uitgangspuntennotitie opgesteld. Hierin bepaalt de gemeente samen met belanghebbenden, wat de uitgangspunten zijn voor een op te stellen bestemmingsplan en zo nodig een uitvoeringsprogramma.
2.05 Een betere (banen)bereikbaarheid Wat willen wij bereiken? Snellere vervoersverbindingen Banen zijn van belang voor de aantrekkelijkheid van Harderwijk. Banen zijn van belang voor (nieuwe) inwoners van de gehele regio en voor inwoners van Harderwijk/Hierden in het bijzonder. Niet minder belangrijk zijn de banen die zich bevinden in de ons omliggende regio’s, vooral de Randstad waar veel inwoners van Harderwijk en regio hun werk hebben. Het is daarom van groot belang dat Harderwijk er alles aan doet om snellere verbindingen met de omringende regio’s te bevorderen voor zowel auto- en fietsverkeer als openbaar vervoer. Daarvoor gaan wij: 1 initiatieven ontwikkelen en uitvoeren die leiden tot het aanleggen van Randstadspoor en in de verdere toekomst een intercityverbinding met de Randstad én het noorden. Daarnaast gaan wij het gesprek aan met de provincie om te komen tot snellere busverbindingen met Apeldoorn en Arnhem/Nijmegen; 2 lobbyen voor capaciteitsverbetering van stroomwegen (A28 en N302). Wat gaan wij daarvoor doen? Snellere vervoersverbindingen Bestemmingsplan Herinrichting Stationsomgeving inclusief aanpassingen ten behoeve van Randstadspoor Het Bestemmingsplan infrastructurele werken voor het Stationsgebied maakt de realisatie mogelijk van alle infrastructurele werken die noodzakelijk zijn voor de realisatie van Randstadspoor. Het is het voor iedereen bindende plan waarin de functies en de infrastructurele werken nabij het station worden vastgelegd.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 45 -
Wat gaat het kosten? Doelstelling PRG2 Aantrekkelijke stad PR201 Meer regionale centrumvoorzieningen
B/L
Rekening 2011
Baten Lasten Totaal PR201 Meer regionale centrumvoorzieningen PR202 Een hogere kwaliteit van de Baten woonomgeving Lasten Totaal PR202 Een hogere kwaliteit van de woonomgeving PR203 Een duurzamere samenleving Baten Lasten Totaal PR203 Een duurzamere samenleving PR204 Meer ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkh. Baten Lasten Totaal PR204 Meer ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkh. PR205 Een betere (banen)bereikbaarheid Baten Lasten Totaal PR205 Een betere (banen)bereikbaarheid Totaal PRG2 Aantrekkelijke stad
Begroting 2012
-5.636 8.579 2.943 -14.510 21.031 6.522
-7.658 13.789 6.131 -21.600 28.605 7.005
-112 342 229 -57.880 68.844 10.965 -2 11 9 20.667
-115 324 209 -15.591 17.084 1.494 0 1 1 14.840
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
-797 7.679 6.883 -9.680 16.861 7.181
-852 6.864 6.012 -9.650 16.688 7.037
-840 6.829 5.989 -9.629 16.257 6.628
-828 6.623 5.795 -9.608 16.241 6.633
106 106 -4.867 6.075 1.207
106 106 -4.867 6.075 1.207
106 106 -4.867 6.075 1.207
106 106 -4.867 6.075 1.207
1 1 15.378
1 1 14.364
1 1 13.931
1 1 13.742
In de bovenstaande financiële opstelling zijn de volgende aanmeldingen van de Kadernota verwerkt: Programma
PRG2 Aantrekkelijke stad
Omschrijving
2013005 Bovenwijks RBT fase 1 2013006 Onderh.fiets- voet.hellingb. Parallelweg 2013007 Bovenwijks Tonsel 2013010 Groot onderhoud sportvelden 2013 2013016 Aanp. buitenspringbak Ruitersportcentr. 2013017 Aanp. toiletten en douches VVOG 2013024 Beheer passage Hortus - Markt 2013035 Uitvoering Verkeersstructuurplan 2013046 Herijking culturele infrastructuur 2013063 Ondz.sportondern.sch./maatsch.gebr.accom
Totaal Nieuw Beleid PRG2
Begroting 2016
Begroting 2013 4 2 0 36 7 26 2 40 80 40 236
Begroting 2014
4 2 3 0 0 0 2 40 0 0 50
Begroting 2015
4 2 3 0 0 0 2 0 0 0 10
Begroting 2016
Naast het nieuwe beleid verklaren de volgende mutaties (op hoofdlijnen) de financiële verschillen in de jaarschijven: Door toename van het aantal leerlingen en bijstelling van de budgetten met 1% zijn de lasten voor het voortgezet onderwijs in 2013 ten opzichte van 2012 € 202.000,- hoger. Bij het vaststellen van de kadernota 2012-2015 heeft de raad ingestemd met een structurele bezuinigingen op de bibliotheek. Bij amendement op de begroting 2012-2015 heeft de raad voor de jaren 2014 en 2015 de ingezette bezuiniging met € 160.000 teruggedraaid. Bij de votering van het krediet van de 2e sporthal Sypel zijn de kapitaallasten die samenhangen met deze investering met ingang van 2013 geraamd binnen de exploitatie van De Sypel. Dit leidt tot een hoger doorbelasting naar programma 2. In de kadernota 2012-2015 zijn een aantal bezuinigingsmaatregelen ingezet die vanaf 2013 en 2014 zijn beslag vinden. Hierbij valt o.a. te denken aan het centrum kunstzinnige vorming ‘t Klooster, de Streekmuziekschool, Stichting Catharinakapel, Milieucentrum en de huur Academiestraat 14. Het gaat voor jaarschijf 2013 om € 97.000,- en voor jaarschijf 2014 om € 197.000, De ramingen met betrekking tot de bouwleges zijn met € 350.000,- voor de jaarschijven 2013 en 2014 naar beneden bijgesteld. In het kader van de budgetoverheveling zijn budgetten geraamd in de jaarschijf 2012 voor de digitalisering en actualisering bestemmingsplan en het opstellen van de structuurvisie eendengebied het gaat hier om respectievelijk van € 190.000,- en € 40.000,-. Dit geldt ook voor de herijking infrastructuur cultuur en implementatie archeologiebeleid/cultuurhistorie, respectievelijk € 81.000,- en € 55.000,-.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
4 2 3 0 0 0 2 0 0 0 10
- 46 -
3.5.3 Programma 3 de Ondernemende stad Algemene doelstelling Wij willen de economische kracht van Harderwijk behouden en zo mogelijk versterken.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 47 -
Wat willen wij bereiken? 3.01 Groei van de werkgelegenheid Subdoelstellingen: Banengroei
Wat gaan wij daarvoor doen? Activiteiten: De mogelijkheden onderzoeken om op lokaal niveau de werkgelegenheid te stimuleren; Deelnemen aan regionale / landelijke projecten; Opstellen actieplan wijkeconomie.
3.02 Aantrekkelijke en sterkere werklocaties Subdoelstellingen: Activiteiten Verschillende vormen van Samen met de ondernemers een revitaliseringplan voor werkgelegenheid winkelcentrum stadsweiden opstellen. Een clustering en combi’s van elkaar Herstructureren parkeergelegenheid winkelcentrum versterkende functies Tweelingstad. Een goede winkelstructuur Uitvoeren detailhandelsvisie. 3.03 Een hoger gemiddeld opleidingsniveau Subdoelstellingen: Activiteiten: Een hoger gemiddelde opleidingsniveau In 2013 zullen geen nieuwe activiteiten worden opgestart van de Harderwijker beroepsbevolking 3.04 Een groter aandeel van de kenniseconomie en meer innovatie Subdoelstellingen: Activiteiten: Groei van het aantal innovaties en Harderwijkse bedrijven nemen deel aan Start Smart; kennisontwikkeling Deelname aan regionaal project Regio Noord Veluwe Onderneemt. 3.05 Een sterkere recreatie- en zorgsector Subdoelstellingen: Activiteiten: Een sterke recreatiesector Versterken van het aanbod in de recreatiesector; Versterken imago Noord Veluwe Hanzesteden. Een sterke zorgsector 3.06 Meer culturele vernieuwing Subdoelstellingen: In samenwerking met partners culturele vernieuwing stimuleren 3.07 Een sterkere centrumfunctie Subdoelstellingen: Een sterke regionale centrumfunctie
Activiteiten: Advies op te stellen ten aanzien van het realiseren van het MOB complex. Activiteiten: Uitvoeren onderzoek behoefte koopzondag; Versterken weekmarkt met cultuur; Kwaliteitsslag Binnenstad; Versterken evenementen.
3.08 Betere dienstverlening aan ondernemers Subdoelstellingen: Activiteiten: Een betere dienstverlening aan In 2013 zullen geen nieuwe activiteiten worden opgestart ondernemers
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 48 -
Algemeen Algemene doelstelling Harderwijk wil een ondernemende stad zijn. Wij streven naar een samenleving waar de mensen gestimuleerd worden en de ruimte krijgen om te ondernemen. Daarbij is het belangrijk dat het opleidingsniveau van de beroepsbevolking stijgt en dat er ruimte is voor culturele vernieuwing. Ook is het van belang dat Harderwijk zich meer dan nu profileert als centrumstad in de regio. De sectoren zorg en toerisme krijgen in lijn met de regiovisie, naast de andere sectoren, extra aandacht. De algemene doelstelling is het versterken en behouden van de economische kracht van Harderwijk. Die economische kracht wordt bepaald door de omvang en samenstelling van de beroepsbevolking, de kwaliteit van de werklocaties, de mate van groei en innovatie in het bedrijfsleven en het imago en de profilering van Harderwijk als economische centrum van de regio. Om dit te bereiken zijn de volgende doelstellingen gekozen: Groei van de werkgelegenheid; Aantrekkelijker en sterkere werklocaties; Hoger gemiddeld opleidingsniveau; Groter aandeel kenniseconomie en meer innovatie; Sterkere recreatie- en zorgsector; Meer culturele vernieuwing; Sterkere centrumfunctie; Verbeterde dienstverlening aan ondernemers.
3.01 Groei van de werkgelegenheid Wat willen wij bereiken? Banengroei We willen dat de werkgelegenheid in de pas blijft lopen met de ontwikkeling van de beroepsbevolking. Daarom ondersteunen wij lokale en regionale initiatieven, die banengroei stimuleren. Initiatieven die ruimte bieden aan bedrijven uit de stad en de regio voor verschillende vormen van werkgelegenheid. Wij sluiten daarbij aan op regionale en landelijke initiatieven en vertalen deze naar de specifieke Harderwijker omstandigheden. Het gaat daarbij om werkgelegenheid bij bestaande én nieuwe bedrijven. Wij richten ons hierbij op werkgelegenheid specifiek voor midden en hogere opgeleide mensen en werkgelegenheid in de sectoren zorg en recreatie. Daarnaast gaat er speciale aandacht uit naar de ontwikkeling van de werkgelegenheid voor een relatief nieuwe groep werkenden, de groep zelfstandigen zonder personeel (ZZP-ers). Het is belangrijk dat wij in de komende jaren onze regionale functie op het gebied van de werkgelegenheid versterken. Indicator verhouding aantal banen en de omvang van de beroepsbevolking in Harderwijk Jaarlijks houdt de provincie een enquête onder alle Gelderse bedrijven van waaruit ze een goede analyse kunnen maken van: beroepsbevolking en ontwikkeling van de werkgelegenheid in de diverse sectoren. Werkelijk 2011
Werkelijk 2012
112
112
Bron: provinciale werkgelegenheidsenquete.
Streefwaarde 2013 112
Streefwaarde 2014 112
Streefwaarde 2015 112
Streefwaarde 2016 112
Wat gaan wij daarvoor doen? Banengroei De mogelijkheden onderzoeken om op lokaal niveau de werkgelegenheid te stimuleren. De huidige situatie op de arbeidsmarkt maakt dat er op regionaal en landelijk niveau een veelheid aan projecten en activiteiten zijn ontstaan die trachten een positieve bijdrage te leveren aan de werkgelegenheid (omzetgroei, meer werk, nieuwe bedrijven, betere match vraag en aanbod arbeidsmarkt). De vraag of er ook lokaal, op Harderwijks niveau een stimulans kan uitgaan van werkgelegenheidsbevorderende activiteiten staat centraal in dit onderzoek.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 49 -
Deelnemen aan regionale / landelijke projecten. De Kamer van Koophandel Oost Nederland en VNO/NCW zijn voornemens het project Noord Veluwe onderneemt op starten. Vanuit dit initiatief komen in 2013 en verder, een aantal regionale initiatieven tot ontwikkeling die vooral bedoeld zijn om:
Het innovatief vermogen, vernieuwing en ondernemerskracht te versterken; Het opleidingsniveau op de Noord Veluwe te verhogen; Het vestigingsklimaat te verbeteren.
Opstellen actieplan wijkeconomie Voor de leefbaarheid in de buurt is ook de aanwezigheid van bedrijven van belang. In eerste instantie denken wij daarbij dan aan winkels, horeca en dienstverlening. Hoe sterk zijn de Harderwijker wijken als het gaat om deze bedrijvigheid? Zijn er nieuwe vormen van bedrijvigheid, die de wijkeconomie een nieuwe impuls kunnen geven? Op deze vragen richt zich het actieplan wijkeconomie. Als onderdeel hiervan wordt de haalbaarheid van een economische tafel onderzocht. De financiering vindt plaats uit het Stads- en Regiocontract. De economische tafel is een lokaal samenwerkingsverband dat op een vernieuwende wijze de wijkeconomie stimuleert. Om wijkeconomie te organiseren en concreet vorm te geven is een economische tafel een geschikt instrument. Aan de economische tafel nemen partijen deel die op (lokaal) economische gebied het verschil kunnen maken en de planvorming ook zelf ter hand nemen. De economische tafel leidt tot: meer focus op bestaande initiatieven; meer samenhang in de wijkaanpak door het ontwikkelen en bewaken van de economische agenda; vernieuwende ideeën en initiatieven uit de wijken, deze faciliteert; verrassende coalities rond deze ideeën en initiatieven.
3.02 Aantrekkelijker, sterkere werklocaties Wat willen wij bereiken? Verschillende vormen van werkgelegenheid In Harderwijk is er ruimte voor verschillende vormen van werkgelegenheid. Het gaat om werklocaties voor bedrijven, kantoorfuncties, winkels, maatschappelijke voorzieningen en werken-aan-huis. Er is een brede variatie aan locaties voor bovengenoemde vormen van werkgelegenheid. Het is belangrijk dat wij in de komende jaren voor de werklocaties onze regionale functie versterken. Hierbij denken we aan het versterken van het stadscentrum, het regionale bedrijventerrein Lorentz III en de kantoorfunctie. Daarnaast gaat er speciale aandacht uit naar een relatief nieuwe groep werkenden, de groep zelfstandigen zonder personeel (ZZP-ers). Een clustering en combi’s van elkaar versterkende functies Om de herkenbaarheid van locaties te vergroten worden vergelijkbare vormen van werkgelegenheid geclusterd. Voorbeelden van deze clusters zijn: winkelcentra, leisure (horeca, cultuur, sport en recreatie), bedrijventerreinen, kantorenlocaties en werklandschappen. Clusters zijn zodanig gelegen dat ze passen binnen de ruimtelijke context: clustering op basis van synergie-effecten; een goede bereikbaarheid; bijdragen aan de regionale herkenbaarheid; clusters mogen geen negatief effect hebben op leefbaarheid in de directe omgeving. Een goede winkelstructuur Detailhandelsvisie: Zorg voor een winkelstructuur, die zowel voorziet in voldoende voorwaarden voor een gezond ondernemersklimaat, als in een voorzieningenaanbod dat aantrekkelijk is voor consumenten. Dit betekent: meervoudig ruimtegebruik waar mogelijk, voldoende ruimtelijke kwaliteit en met aandacht voor de leefbaarheid, energiezuinig, klimaatvriendelijk en duurzaam. Versterken van het bestaande verdient de voorkeur boven het toevoegen van nieuwe winkellocaties. Zorg bij het her-ontwikkelen van winkelgebieden voor een voldoende kritische massa en een massa die past bij het (reëel gedefinieerde) ambitie- en verzorgingsniveau.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 50 -
Voorkom nieuwe solitaire ontwikkelingen en zorg zo veel mogelijk voor clustering van qua bezoekmotief gelijksoortige detailhandel. Laat een kwalitatieve verbetering van de winkelstructuur leidend zijn, staar niet blind op de vierkante meters maar beantwoordt de vraag of het voor de consument nu en straks leidt tot meer keuze op aanvaardbare afstand. Zorg voor een zorgvuldige stedenbouwkundige en ruimtelijke inpassing van detailhandelsontwikkelingen zodat de ruimtelijke kwaliteit ter plekke verbeterd wordt.
Indicator % Leegstand uitgedrukt in m2 tov het totale aantal m2 per type werklocatie (winkels kantoren en bedrijfspanden) Winkels In het kader van het centrummanagement en vanuit de detailhandelsvisie wordt jaarlijks gemeten wat de leegstand van winkels in Harderwijk is. Werkelijk 2011 8%
Werkelijk 2012 7%
Streefwaarde 2013 6%
Bron: meting gemeente ism makelaars van Harderwijk
Streefwaarde 2014 6%
Streefwaarde 2015 6%
Streefwaarde 2016 6%
Kantoren Tijdens de totstandkoming van de visie op de kantorenmarkt is voor het eerst in 2006 specifiek gemeten wat de leegstand op de verschillende kantoorlocaties is. Dit wordt nu periodiek herhaald Werkelijk 2006 8%
Werkelijk 2012 10%
Streefwaarde 2013 9%
Bron: meting gemeente ism makelaars van Harderwijk
Streefwaarde 2014 9%
Streefwaarde 2015 9%
Streefwaarde2016 9%
Wat gaan wij daarvoor doen? Een goede winkelstructuur Samen met de ondernemers een revitaliseringplan voor winkelcentrum Stadsweiden opstellen. Het wijkwinkelcentrum Stadsweiden is toe aan een opknapbeurt. Daarbij is het van belang om te kijken naar de branchering, uitstraling van het centrum, de bereikbaarheid en het parkeren. De vastgoedeigenaren en ondernemers stellen samen met ons een plan op, dat leidt tot een robuust centrum dat haar positie als wijkcentrum kan versterken. Herstructureren van de parkeergelegenheid winkelcentrum Tweelingstad. Het winkelcentrum Tweelingstad heeft na de recente formulewisseling van de supermarkt (van Super de Boer naar Jumbo) te maken met een versterkte aantrekkingskracht. Dit maakt dat er veel druk staat op de huidige parkeersituatie. In 2013 wordt deze situatie verbeterd door een nieuwe indeling van het parkeerterrein en een verplaatsing van de aanwezige ambulante handel. Uitvoeren detailhandelsvisie. De detailhandels visie ontvangt u dit najaar ter goedkeuring. Daarna kunnen wij de bijhorende uitvoeringsagenda opstellen. Alle plannen uit de detailhandelsvisie willen wij de komende jaren uitvoeren. Dit bekent onder andere, dat wij de leegstand aanpakken, de vestiging van landelijke ketens stimuleren en de deelname aan de verkiezing Beste Binnenstad voorbereiden. Verder gaat de aandacht uit naar projecten die te maken hebben met het nieuwe winkelen. In 2013 betekent dit concreet het organiseren van workshops en bijeenkomsten die het draagvlak onder ondernemers voor dit onderwerp vergroten. Ook starten wij met een onderzoek naar de mogelijkheden van een webwinkelcentrum Harderwijk.
3.03 Een hoger gemiddeld opleidingsniveau Wat willen wij bereiken? Een hoger gemiddelde opleidingsniveau van de Harderwijker beroepsbevolking Wij willen meer midden en hoger opgeleide mensen trekken. De wijze waarop dat gebeurt, is: de aantrekkelijkheid van Harderwijk als woon- en werkstad te verhogen (zie thema aantrekkelijke stad); gunstige vestigingsomstandigheden voor ondernemers uit de creatieve klasse creëren; gunstige ontwikkelingsmogelijkheden creëren voor de groeiende groep zelfstandigen zonder personeel; de ontwikkeling van specifiek op de sectoren recreatie en zorg gerichte HBO-opleidingen te ondersteunen; stimuleren dat leerlingen binnen het onderwijs alle kansen krijgen om deel te nemen aan onderwijs (ieder op zijn eigen niveau) en streven naar daling van het aantal leerlingen dat zonder startkwalificatie
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 51 -
de school verlaat door te handhaven op de leerplicht, onderwijs adequaat te huisvesten en het tegengaan van onderwijsachterstanden. Indicator Opleidingsniveau van de Harderwijker beroepsbevolking. Lager onderwijs omvat het gehele basisonderwijs en de eerste fase van het voortgezet onderwijs. Middelbaar onderwijs omvat de tweede fase van het voortgezet onderwijs en opleidingen vergelijkbaar met mbo 2, 3 en 4. Tot hoger onderwijs worden gerekend de hbo- en universitaire opleidingen. Klasse Laag Midden Hoog
Werkelijk 2009 28 42 30
Bron: Provinciale werkgelegenheidsenquete
Streefwaarde 2012 27 42 31
Streefwaarde 2013 26 43 31
Streefwaarde 2014 25 44 31
Streefwaarde 2015 25 44 31
3.04 Een groter aandeel van de kenniseconomie en meer innovatie Wat willen wij bereiken? Groei van het aantal innovaties en kennisontwikkeling Om ook in de toekomst een krachtige economie te hebben is ontwikkeling en innovatie van bedrijven belangrijk. Daarom zullen wij samen met de regio Noord-Veluwe werkgevers motiveren en stimuleren om innovatieprojecten in de regio en in Harderwijk in het bijzonder, op te zetten. Daarin spelen ook onderwijsinstellingen een belangrijke rol. Innovatieprojecten die passen binnen het ‘Care Valley Veluwe’ concept krijgen daarin de voorkeur. De wijze waarop dit gebeurt is: het motiveren van deelname van lokale bedrijven aan provinciale en landelijke innovatieprogramma’s; het profileren van de regio met de al aanwezige innovatief sterke bedrijven; de ontwikkeling van specifiek op de sectoren recreatie en zorg gerichte HBO-opleidingen; het stimuleren/motiveren van bedrijven en instellingen om kenniscentra te ontwikkelen. Wat gaan wij daarvoor doen? Groei van het aantal innovaties en kennisontwikkeling Harderwijkse bedrijven nemen deel aan Start Smart. Start Smart is een project waarin Harderwijker ondernemers, veelal starters, deelnemen aan een project waarin zij, samen met andere ondernemers, op allerlei aspecten van het ondernemerschap worden onderwezen en gecoached. Ook in 2013 nodigen wij circa 5 ondernemers uit om deel te nemen aan dit traject. Deelname aan het regionaal project Regio Noord Veluwe Onderneemt. Wij stimuleren ondernemers, lokale ondernemersverenigingen en ervaringsdeskundigen om deel te nemen aan de activiteiten van de Regio Noord Veluwe Onderneemt (zie ook 3.01).
3.05 Een sterkere recreatie- en zorgsector Wat willen wij bereiken? Een sterke recreatiesector Dit betekent dat wij: de recreatieve functies fysiek koppelen aan de hoofdinfrastructuur; de promotie en marketing van projecten in de stad en regio ondersteunen; de versterking van het Hanzethema ondersteunen; bestaande ondernemers motiveren om de kwaliteit van het aanwezige aanbod in de toeristische sector te verbeteren door accent te leggen op de al aanwezige sterke troeven in de regio zoals recreatie (waaronder Dolfinarium, Zwaluwhoeve, Natura2000 gebieden en historische binnenstad). Indicator Aantal toeristische en recreatieve bezoekers per jaar aan het centrum van Harderwijk In het kader van het businessplan recreatie en toerisme is in 2006 voor het eerst een inschatting gemaakt van het aantal toeristische en recreatieve bezoeken aan de stad Harderwijk. In 2009 heeft een passantentelling plaatsgevonden gedurende het hele jaar en tijdens enkele grote evenementen. Werkelijk 2006 2,5 miljoen
Werkelijk 2009 2,4 miljoen
Streefwaarde 2014 2,5 miljoen
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
Streefwaarde 2016 2,5 miljoen
- 52 -
* Nog geen middelen beschikbaar voor een nieuwe meting
Een sterke zorgsector Dit betekent dat wij: de zorgfuncties fysiek koppelen aan de hoofdinfrastructuur; de promotie en marketing projecten in de stad en regio ondersteunen; zorginstellingen stimuleren of motiveren om het aanbod in de zorgsector (met onder andere het Ziekenhuis St. Jansdal en een groot aantal zorginstellingen) te vergroten en te versterken. Wat gaan wij daarvoor doen? Een sterke recreatiesector Versterken van het aanbod in de recreatiesector Het aanbod wordt versterkt met een uitkijktoren op P-Veluwe, en de restauratie van onder andere de Kloostermuur en de Zeebeer. In 2013 maken we samen met de organisatoren een plan van aanpak om de evenementen kwalitatief te versterken en de uitstraling naar buiten de regio te vergroten. Versterken Imago Noord Veluwe Hanzesteden Samen met de gemeenten Elburg en Hattem stellen wij een toeristisch Hanze arrangement samen voor de (West-faalse) Duitse markt. Dit arrangement wordt in het voorjaar, tijdens de internationale Hanzedagen ingezet om meer Duitse toeristen naar de Noord Veluwse Hanzesteden te trekken.
3.06 Meer culturele vernieuwing Wat willen wij bereiken? In samenwerking met partners culturele vernieuwing stimuleren Wij willen in samenwerking met lokale en regionale partners met een aantal maatregelen culturele vernieuwing stimuleren door: met ontwikkelingsplanologie meer ruimte te bieden voor initiatieven in de creatieve sector; een sfeer en cultuur te creëren waarin innovatie en creativiteit worden gestimuleerd; nieuwe mogelijkheden te creëren en te stimuleren die interactie tussen mensen bevorderen; huisvestingsmogelijkheden bieden voor werken aan huis, broedplaatsen in leegstaande (gemeentelijke) objecten, bedrijfsverzamelgebouwen Wat gaan wij daarvoor doen? In samenwerking met partners culturele vernieuwing stimuleren Advies opstellen t.a.v. het MOB complex Het college van B&W heeft reeds een advies opgesteld over de realisatie, exploitatie en beheer van het MOB complex.
3.07 Een sterkere centrumfunctie Wat willen wij bereiken? Een sterke regionale functie Harderwijk moet een krachtig stadscentrum worden met een sterke regiofunctie. Samen met het Centrummanagement pakken wij deze taak op door: het stimuleren van een versterking van het koopcentrum in kwantitatieve en kwalitatieve zin; het initiëren van nieuwe winkelinitiatieven op het gebied van sociale media (het nieuwe winkelen); het stimuleren en motiveren van samenwerkingsverbanden tussen organisaties op het gebied van detailhandel, horeca en cultuur; het initiëren van nieuwe impulsen voor de weekmarkt met regionale producten, als ontmoetingsplek, cultureel-historisch en gezond; het ondersteunen van activiteiten die de historische setting van de Harderwijkse binnenstad nog beter tot haar recht doet komen.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 53 -
Indicator Koopkrachtbinding en koopkrachttoevloeïngspercentage. In dit onderzoek wordt onderzocht op welke locatie de inwoners in Harderwijk hun aankopen doen. Ook wordt onderzocht hoeveel mensen van buiten Harderwijk naar Harderwijk komen om hun aankopen te doen. Er wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen aankopen in de dagelijkse en niet dagelijkse sector. Koopkrachtbinding Niet dagelijks Dagelijks
Werkelijk 2006 73% 96%
Werkelijk 2010 66% 90%
Streefwaarde 2014 67% 91%
Koopkrachttoevloeiing Niet dagelijks Dagelijks
Werkelijk 2006 41% 14%
Werkelijk 2010 34% 18%
Streefwaarde 2014 35% 19%
Koopkrachtbinding geeft de mate aan waarin inwoners van Harderwijk hun aankopen in winkels die in Harderwijk gevestigd zijn.
Bron: Koopstromenonderzoek Kamer van Koophandel / gemeente wordt eens per vier jaar gehouden.
Koopkrachttoevloeiing geeft de mate aan waarin inwoners uit andere plaatsen aankopen doen in Harderwijk. Wat gaan wij daarvoor doen? Een sterke regionale functie Uitvoeren onderzoek behoefte koopzondag Wij voeren een onderzoek uit naar de mogelijkheid of wenselijkheid van invoering van koopzondagen. Dit met het doel, dat eventuele openstelling kan bijdragen aan de economische versterking van het stadscentrum en de binding van bezoekers aan het stadscentrum. Op basis van dit onderzoek, waarvan de kosten geraamd worden op € 10.000,-, kan de raad besluiten tot wel of niet invoeren van een koopzondag. Weekmarktproject Het weekmarktproject is onderdeel van het Stadscontract 2012-2016 voor het programma Economie, Versterken centrumfunctie Binnenstad. Het doel is om de betekenis van de weekmarkt als ‘ontmoetingsplek, cultureel-historisch en gezond’ te vergroten en te communiceren. Hierdoor willen wij bereiken dat er meer bezoekers komen, de ondernemers meer omzetten en de markt een nieuw imago krijgt. In 2012 is onder andere de initiatieffase en de nulmeting afgerond. In 2013 zullen wij de culturele activiteiten en de communicatieactiviteiten uitvoeren.
3.08 Een betere dienstverlening aan ondernemers Wat willen wij bereiken? Een betere dienstverlening aan ondernemers Het klimaat in Harderwijk moet gunstig zijn voor ondernemers. Dat betekent dat het in Harderwijk prettig zaken doen is. Onze rol is meedenken en faciliteren in het belang van het Harderwijker bedrijfsleven en zorgen dat de bereikbaarheid goed is. Wij doen dit door: Formele en informele contacten met en tussen individuele bedrijven en bedrijvenorganisaties te bevorderen; Regionale samenwerking tussen ondernemers en bedrijven te bevorderen; Initiatieven op het economisch gebied samen met het bedrijfsleven op te pakken; Bedrijven via één loket te bedienen; Klantgerichtheid voorop te stellen in alle contacten met bedrijven.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 54 -
Wat gaat het kosten? Doelstelling PRG3 Ondernemende stad PR301 Groei van de werkgelegenheid Totaal PR301 Groei van de werkgelegenheid PR302 Aantrekkelijker en sterkere werklocaties
B/L
Rekening 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
234 234 -3.654 2.048 -1.605 -530 1.317 787 -33 133 100 -484
221 221 -7.190 5.482 -1.708 -556 1.496 940 -32 134 102 -444
227 227 -5.260 3.418 -1.842 -308 982 674 -33 152 119 -822
226 226 -5.296 3.451 -1.844 -302 658 356 -35 141 107 -1.156
226 226 -5.338 3.490 -1.848 -239 593 354 -36 141 106 -1.162
226 226 -5.476 3.507 -1.969 -239 592 353 -35 136 101 -1.290
Lasten
Totaal PR302 Aantrekkelijker en sterkere werklocaties PR305 Een sterkere recreatie- en zorgsector Totaal PR305 Een sterkere recreatie- en zorgsector PR307 Een sterkere centrumfunctie Totaal PR307 Een sterkere centrumfunctie Totaal PRG3 Ondernemende stad
Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten
In de bovenstaande financiële opstelling zijn de volgende aanmeldingen van de Kadernota verwerkt: Programma
PRG3 Ondernemende stad
Omschrijving
2013022 Onderzoek naar Koopzondag 2013023 Deelname project Start Smart 2013037 Herind. parkeerpl. winkelc. Tweelingstad
Totaal Nieuw Beleid PRG3
Begroting 2013 10 5 -40 80 -40 15
Begroting 2014
0 5 0 0 0 5
Begroting 2015
0 5 0 0 0 5
Begroting 2016
0 0 0 0 0 0
Naast het nieuwe beleid verklaren de volgende mutaties (op hoofdlijnen) de financiele verschillen in de jaarschijven: In de meerjarenramingen zijn de baten parkeergelden met 5% geïndexeerd. Dit leidt tot een hogere dotatie aan de bestemmingsreserve Houtwal. Vanuit de jaarrekening 2011 wordt de jaarschijf 2012 incidenteel beïnvloed door de budgetoverheveling ad. € 188.000,- Hierin is onder andere opgenomen invoering P-tegel, centrummanagement en projecten Toerisme en recreatie De afname incidentele budgetten in de jaarschijf 2014 wordt met name veroorzaakt door de verlaging van de subsidie aan het Stadsmuseum en vervallen budgetten voor uitvoering nota Evenementenbeleid en profilering als Hanzestad (kadernota 2012) Exploitatie Houtwal De baten en lasten van de Houtwal garage zijn per saldo neutraal verantwoord in de programmabegroting 2013 – 2016. Zoals aan de Raad toegezegd is het exploitatie overzicht toegevoegd aan deze begroting. Baten / Lasten Omschrijving Lasten Exploitatiesaldo Houtwal garage Personeelskosten Onderhoudskosten Overige kosten Houtwal garage Kapitaallasten Houtwal garage Lasten Baten Parkeerbaten Houtwal garage Onttrekking reserve dekking kapitaallasten Baten Overzicht
Jaarschijf Jaarschijf Jaarschijf Jaarschijf Jaarschijf 2013 2014 2015 2016 2017 520.784 566.455 618.442 679.806 747.951 93.405 95.274 97.179 97.179 97.179 45.063 45.273 45.493 45.228 44.963 253.706 259.405 265.266 265.266 265.266 1.155.107 1.137.107 1.119.107 1.101.107 1.083.107 2.068.065 2.103.513 2.145.487 2.188.586 2.238.465 -912.959 -966.407 -1.026.380 -1.087.479 -1.155.359 -1.155.107 -1.137.107 -1.119.107 -1.101.107 -1.083.107 -2.068.065 -2.103.513 -2.145.487 -2.188.586 -2.238.465 0 0 0 0 0
In het najaar van 2012 zal de notitie Stand van zaken parkeerexploitatie parkeergarage Houtwal aangeboden worden aan de raad.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 55 -
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 56 -
3.5.4 Programma 4 de Verbindende stad Algemene doelstelling Wij willen dat Harderwijk een verbindende stad is waarin bestuurders, inwoners, bedrijfsleven en maatschappelijke instellingen binnen en buiten de gemeente in samenwerking met elkaar de gestelde doelen bereiken.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 57 -
Wat willen wij bereiken? 4.01 Betere dienstverlening Subdoelstellingen: Betere producten en diensten Efficiëntere en transparantere processen en besturing Toegankelijker systemen en informatie Flexibelere medewerkers 4.02 Meer bestuurskracht Subdoelstellingen: Bundeling van bestuurskracht van overheden
Wat gaan wij daarvoor doen? Activiteiten: Uitvoering programma Oog voor resultaat. Idem. Idem. Idem en individueel loopbaanbudget. Activiteiten: Uitvoeren bestuurskrachtmeting.
4.03 Meer partnerschap en samenwerking Subdoelstellingen: Activiteiten: Meer betrokkenheid van andere Uitvoering activiteiten Stads- en Regiocontract; overheden bij realisatie van ambities Instellen onafhankelijke bezwaarschriftencommissie in Harderwijk samenwerking met de gemeente Zeewolde; Instellen omgevingsdienst Noord-Veluwe; Bedrijfsvoeringsamenwerking Meerinzicht; Samenwerking op het beleidsveld sport. Samenwerking met maatschappelijk middenveld
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 58 -
Algemeen Algemene doelstelling De afgelopen periode hebben wij gewerkt aan het uitwerken van de Stadsvisie Harderwijk 2031 in de concept structuurvisie. Vanuit sociaal, economisch en ruimtelijk perspectief is informatie bijeengebracht over de huidige situatie in Harderwijk en zijn ontwikkelingen en trends gesignaleerd. Hoewel wij niet in staat zijn alles exact te voorspellen is het voor ons duidelijk, dat als gevolg van de gesignaleerde ontwikkelingen in de komende twintig jaar veranderingen in de Harderwijker samenleving optreden, die om een (ander) gemeentelijk antwoord vragen. De afstand tussen wat inwoners en ondernemers willen en dat wat de overheid vanuit het algemeen belang aan beleid voorstaat willen wij verkleinen. De algemene doelstelling is om Harderwijk een verbindende stad te laten zijn waarin bestuurders, inwoners, bedrijfsleven en maatschappelijke instellingen binnen en buiten de gemeente in samenwerking met elkaar de gestelde doelen bereiken. Bij de verbindende stad gaat het in hoofdlijn om de volgende doelstellingen: Betere dienstverlening; Meer bestuurskracht; Meer partnerschap en samenwerking;
4.01 Betere dienstverlening Wat willen wij bereiken? Betere producten en diensten Onder betere producten/diensten verstaan wij niet alleen het aanbod en de kwaliteit van de producten en diensten, maar ook de verschillende kanalen waarmee wij de producten en diensten aan klanten aanbieden. De kanalen die onderscheiden worden, zijn: telefonie, digitaal, post en balie. Om onze producten en diensten via de verschillende kanalen aan te bieden stellen wij de volgende ambities voor onze dienstverlening: De klant kan ons via ieder kanaal bereiken, informatie is voor iedereen vindbaar, juist, actueel, begrijpelijk en toegankelijk. 80% van de klantvragen wordt hierbij in één klantcontact inhoudelijk beantwoord. Elk kanaal geeft dezelfde informatie. Het digitale kanaal krijgt een prominente rol, maar waar het kan, blijven wij menselijk en persoonlijk. Wij gebruiken kwaliteit- en servicenormen en dragen deze uit. Hiervoor meten wij onze prestaties en monitoren de kwaliteit, de doorlooptijd en de klanttevredenheid. Wij vergelijken onze metingen met andere gemeenten en andere dienstverleners. Het producten- en dienstenaanbod en de kwaliteit ervan is afgestemd op de wensen van de klant. Binnen de grenzen van de wetgeving bieden wij flexibele oplossingen aan. Zo bieden wij de klant de mogelijkheid tot participatie in de gemeentelijke processen. Wij maken duidelijke keuzes over wat wij als gemeentelijke taken zien. In het kader van deregulering blijven wij bestaand beleid kritisch beoordelen op noodzaak en wenselijkheid. Zo wordt integraal en interactief werken gestimuleerd en zo nodig afgedwongen. Juridische kwaliteit wordt als vast onderdeel toegepast binnen de kwaliteitszorg van de werkorganisatie. Indicator: tevredenheid inwoners Klanttevredenheid over de gemeentelijke dienstverlening. De gegevens zijn verkregen via de verschillende klanttevredenheidsonderzoeken (balie, telefoon, digitaal) en de elektronische vragenlijst die wij hebben ingevuld op www.benchmarking-publiekszaken.nl. Hierin is gevraagd naar indicatoren op acht resultaatgebieden: Bereikbaarheid. De gemeente is voldoende/ruim bereikbaar. Beschikbaarheid. Zoveel mogelijk klantcontacten worden in één keer (en foutloos) afgehandeld. Informatievoorziening. De informatievoorziening aan klanten is voldoende en begrijpelijk. Wachttijden. Klanten worden binnen aanvaardbare tijden geholpen. Levertijden. Diensten en producten worden binnen redelijke termijn afgehandeld. Tarieven. De prijs voor de producten en diensten is redelijk. Bejegening van klanten. Klanten worden correct en deskundig behandeld. Betrouwbaarheid. De informatie die de gemeente verstrekt is betrouwbaar, volledig en juist Werkelijk 2011 6,0
Werkelijk 2012 6,2
Bron: Benchmarking Publiekszaken 2012
Streefwaarde 2013 6,3
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
Streefwaarde 2014 6,5
Streefwaarde 2015 6,5
Streefwaarde 2016 6,5
- 59 -
Efficiëntere en transparantere processen en besturing Onder efficiëntere en transparantere processen en besturing verstaan wij de wijze waarop de processen tussen front en back office zijn georganiseerd en de wijze waarop het leveringsproces wordt aangestuurd. Het verbeteren van de dienstverlening en het optimaal inrichten van processen en besturing hebben een wederkerig positief effect op elkaar. Om onze processen en de besturing optimaal in te zetten, hanteren wij de volgende ambities: Om de klant efficiënt en eenduidig te bedienen richten wij onze hoofdprocessen generiek in. Zaken vormen het uitgangspunt voor de wijze waarop processen zijn georganiseerd; Generieke processen zijn dusdanig flexibel dat het mogelijk blijft in te springen op specifieke klantwensen en nieuwe ontwikkelingen; De klant houden wij actief via het digitale kanaal op de hoogte van de status van zijn zaak, mede doordat de voortgang gestandaardiseerd wordt geregistreerd; Baten en lasten van onze producten en diensten zijn inzichtelijk en onderbouwd, waardoor wij de dienstverlening ook financieel transparant maken. Indicator: hoe ondernemend is de gemeente Harderwijk? Ondernemend: Wij hebben een hands-on mentaliteit. Met een hoog dienstverlenend niveau leveren wij, doordat onze processen efficiënt en transparant zijn ingericht, een daadkrachtige bijdrage aan de welvaart in de stad en een goede leefomgeving. Werkelijk 2011 7,0
Werkelijk 2012 7,0
Bron: Waarstaatjegemeente.nl
Streefwaarde 2013 7,2
Streefwaarde 2014 7,2
Streefwaarde 2015 7,2
Streefwaarde 2016 7,2
Toegankelijker systemen en informatie Onder toegankelijkere systemen en informatie verstaan wij de systemen en de organisatie van de informatiehuishouding, die nodig zijn om prestaties te kunnen leveren. De processen in de organisatie worden ondersteund door systemen. Wij onderzoeken of deze systemen in de toekomst in staat zijn om de nieuwe manier van werken goed kunnen ondersteunen. Hierin wordt meegenomen welke informatie op dit moment beschikbaar is in het proces. Maar ook welke informatie bij de nieuwe manier van werken voorhanden moet zijn. Om processen te laten ondersteunen door systemen en informatie zijn de volgende ambities uitgangspunt: Gegevens, documenten en zaken zijn integraal voor medewerkers toegankelijk zodat we de klant optimaal kunnen bedienen; We geven onze klant toegang tot zijn gegevens, documenten en zaken, zodat onze dienstverlening transparant is; De gegevens, die de klant ons eenmalig verstrekt gebruiken wij meervoudig en daarbij maken wij actief gebruik van informatie van andere overheidsinstellingen; Wij ondersteunen nieuwe technologische ontwikkelingen om tijd- en plaats onafhankelijke dienstverlening te bieden; Wij realiseren een goede toegang tot bestuurlijke informatie om inzicht te geven in de besluitvorming; Bij de aanvraag van een product of dienst worden de administratieve lasten voor de klant gereduceerd; Alle medewerkers hebben toegang tot een overzicht van alle producten met daarbij een complete productbeschrijving, zodat wij de klant eenduidig en juist informeren; De toegankelijkheid van systemen en informatie door zaakgericht werken wordt verbeterd en interne bedrijfsprocessen worden geoptimaliseerd door bijvoorbeeld het oprichten en inrichten van een midoffice. Indicator: Hoe open is de gemeente Harderwijk? Open: Wij zijn integer en aanspreekbaar. Wij werken transparant en zijn toegankelijk, bereikbaar en betrokken. Wij weten elkaar te vinden en zijn betrokken bij ons werk. Wij staan klaar voor de inwoners en zijn er voor hen. Door een toegankelijke en transparante informatievoorziening, leveren wij tijds- en plaatsonafhankelijke dienstverlening. Werkelijk 2011 6,4
Werkelijk 2012 6,2
Bron: Waarstaatjegemeente.nl
Streefwaarde 2013 6,2
Streefwaarde 2014 6,4
Streefwaarde 2015 6,6
Streefwaarde 2016 6,6
Flexibelere medewerkers Onder flexibelere medewerkers verstaan wij de benodigde capaciteit en competenties van medewerkers en managers. Dienstverlening stelt hieraan hoge eisen. Het verder ontwikkelen van de dienstverlening
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 60 -
vraagt om een nieuwe manier van werken. Deze nieuwe manier van werken heeft direct invloed op medewerkers en betekent wellicht ook een wijziging in de aansturing. De ambities zijn: De organisatie ondersteunt de medewerker in flexibel werken, waarbij gestuurd wordt op basis van vertrouwen en resultaten (plaats- en tijdsonafhankelijk); Wij werken integraal en delen kennis met elkaar en externe partners en zoeken hierbij actief de samenwerking met andere overheden; Bij de ontwikkeling en levering van producten, werken wij samen met ketenpartners om onze diensten zo eenvoudig mogelijk aan onze klanten aan te bieden; Wij helpen de klant snel, vriendelijk en goed. Wij praten en schrijven in begrijpelijk taal; Klantvriendelijke dienstverlening aan de burger staat centraal in de organisatie en de wijze van klantbenadering is uniform; Het toepassen van interactief werken maakt integraal onderdeel uit van onze werkzaamheden. Indicator: Hoe Ontspannen is de gemeente Harderwijk? Ontspannen: Wij zijn flexibel, gaan vriendelijk met elkaar om en hebben respect voor elkaar en onze klanten. Op een ontspannen wijze werken wij op een integrale manier samen met onze klanten en delen kennis met elkaar. Werkelijk 2011 6,0
Werkelijk 2012 5,8
Bron: Waarstaatjegemeente.nl
Streefwaarde 2013 5,8
Streefwaarde 2014 6,0
Streefwaarde 2015 6,2
Streefwaarde 2016 6,2
Wat gaan wij daarvoor doen? Betere dienstverlening Wij voeren het Programma “Oog voor Resultaat” uit. Met dit programma beogen wij de dienstverlening voor inwoners en bedrijven in Harderwijk te verbeteren. Om de dienstverlening op een hoger peil te brengen en tevens te kunnen voldoen aan de wettelijke verplichtingen zijn de projecten en activiteiten die hiervoor nodig zijn, samengebracht in het Programma Oog voor Resultaat, om zo een integrale en eenduidige aanpak te garanderen. Projecten die hier onder vallen zijn: inrichten van een Klant Contact Centrum (KCC), het verbeteren van de elektronische dienstverlening, implementeren van basisregistraties, het optimaliseren van processen om deze efficiënter en klantvriendelijker te maken en de invoering van Het Nieuwe Werken. De planning van de activiteiten nemen wij op in het programma Oog voor Resultaat. In de bedrijfsvoeringparagraaf is aanvullende informatie opgenomen.
4.02 Meer bestuurskracht Wat willen wij bereiken? Bundeling van bestuurskracht van overheden Gemeenten hebben te maken met complexe vraagstukken die vragen om grote bestuurskracht. Soms zijn de vraagstukken dusdanig complex dat resultaten alleen kunnen worden bereikt in grotere samenwerkingsverbanden. Bestuurskracht gaat daarom over een meer algemeen maatschappelijk vermogen om complexe publieke vraagstukken aan te pakken, het bereiken van beoogde maatschappelijke effecten en het vermogen om die beoogde maatschappelijke effecten te verwezenlijken. Wij zullen: coalities en allianties moeten aangaan, teneinde opgaven te identificeren en minder producerende rollen te spelen; het organiserend vermogen in de stad moeten versterken, zodat bewoners en bedrijven zelf deelnemer worden; maatschappelijke initiatieven signaleren en faciliteren. Wat gaan wij daarvoor doen? Bundeling van bestuurskracht van overheden Wij voeren in 2013 een bestuurskrachtmeting uit. Hiermee krijgen wij inzicht in ons strategisch vermogen om de wettelijke en autonome taken en de ambities, die wij hebben, adequaat uit te voeren en hiervoor in de bestuurlijke en maatschappelijke context de juiste verbindingen aan te gaan.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 61 -
4.03 Meer partnerschap & samenwerking Wat willen wij bereiken? Meer betrokkenheid van andere overheden bij realisatie van ambities Harderwijk Wij gaan met de provincie en de andere regiogemeenten nauwer samenwerken, teneinde op een integrale wijze invulling te geven aan regionale en provinciale ambities. Samenwerking met maatschappelijk middenveld Gemeenten kunnen het door de beperkte middelen en het omvangrijke takenpakket niet alleen en hebben partners nodig uit het maatschappelijk middenveld om de taken naar behoren te kunnen uitvoeren. Bijvoorbeeld in het sociale domein (o.a. wijkgerichte aanpak, WNS, Wmo), in het economische domein (o.a. arbeidsmarkt) en in het ruimtelijke domein (o.a. publiek-private-samenwerking in gebiedsontwikkeling zoals bijvoorbeeld het aangaan van verbintenissen met woningbouwcorporaties bij herstructurerings- en transformatieopgaven). Het meer betrekken van maatschappelijke partners bij beleid/planvorming betekent ook dat taken als beheer, onderhoud en zelfs handhaving minder inspanning vragen omdat de maatschappij meer bereid is zelf initiatief en/of verantwoordelijkheid te nemen voor de eigen leefomgeving Wat gaan wij daarvoor doen? Meer betrokkenheid van andere overheden bij realisatie van ambities Harderwijk 1. Wij gaan met de provincie en de andere regiogemeenten nauwer samenwerken om op een integrale wijze invulling te geven aan regionale en provinciale ambities. Het Stads- en Regiocontract is een invulling van het uitbreiden van meer partnerschap in de regio. 2. Wij werken aan het instellen van een onafhankelijke bezwaarschriftencommissie en brengen deze in 2013 onder bij de gemeente Zeewolde. 3. Wij stellen in 2013 de Omgevingsdienst Noord-Veluwe in. 4. Door een krachtenbundeling op de bedrijfsvoeringstaken in Meerinzicht beogen de gemeenten (Ermelo, Nunspeet, Zeewolde en Harderwijk) een kwaliteitsimpuls, vermindering van de kwetsbaarheid, kostenreductie en een hogere klanttevredenheid. 5. In toenemende mate wordt er in de regio samengewerkt op sportgebied. Zowel de sportambtenaren, als de zwembadmanagers en sportwethouders hebben op regelmatige basis overleg. Met name op accommodatiegebied wordt gekeken naar de mogelijkheden van samenwerking. Samenwerking met maatschappelijk middenveld De betrokkenheid van het maatschappelijk middelenveld bij het gemeente is per beleidsveld beschreven. Interactieve beleidsvorming is uitgangspunt. Voorbeelden zijn burgerschap en het Kwalitatief Woningbouw Programma. Wat gaat het kosten? Doelstelling
B/L
PRG4 Verbindende stad PR401 Betere dienstverlening
Baten Lasten
Totaal PR401 Betere dienstverlening PR402 Meer bestuurskracht
Baten Lasten
Totaal PR402 Meer bestuurskracht PR403 Meer partnerschap en samenwerking Totaal PR403 Meer partnerschap en samenwerking Totaal PRG4 Verbindende stad
Baten Lasten
Rekening 2011 -1.264 9.376 8.112 -401 542 141 -39 516 477 8.729
Begroting 2012
Begroting 2013
-1.012 10.692 9.680 0 128 128 0 584 584 10.392
Begroting 2014
Begroting 2015
-1.024 10.638 9.614
-1.022 10.607 9.585
-1.021 10.241 9.220
-1.019 10.538 9.519
122 122
122 122
122 122
122 122
535 535 10.271
535 535 10.241
535 535 9.877
535 535 10.175
In de bovenstaande financiële opstelling zijn de volgende aanmeldingen van de Kadernota verwerkt: Programma
PRG4 Verbindende stad Totaal Nieuw Beleid PRG4
Omschrijving
2013040 Bestuurskrachtmeting
Begroting 2013 30 30
Begroting 2016
Begroting 2014
0 0
Begroting 2015
0 0
Begroting 2016
Naast het nieuwe beleid verklaren de volgende mutaties (op hoofdlijnen) de financiële verschillen in de jaarschijven: In 2012 zijn incidentele budgetten beschikbaar gesteld voor een bedrag van ruim € 200.000 voor o.a. invoering Wet BGT en verbeteren toegankelijkheid archieven; In 2015 is de onttrekking uit de bestemmingsreserve NUP geraamd voor ruim € 300.000.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
0 0
- 62 -
3.5.5 Programma 5 Waterfront Algemene Doelstelling Met het project Waterfront beogen wij een aantal knelpunten van de stad ten aanzien van bereikbaarheid, woon- en verblijfskwaliteit op te lossen. Door middel van een integrale aanpak willen wij de stad voor bewoners, bedrijven en bezoekers aantrekkelijker maken.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 63 -
Wat willen wij bereiken? Fase 1 Realisatie van Waterfront Noord, Lorentzhaven en Mheenlanden voor te bereiden
Fase 2 Ontwikkeling en realisatie Waterfront Zuid; Deelgebieden Boulevard, nieuwe Jachthaven, woongebieden de Bakens, de Eilanden, Watersportboulevard en Kop Stadswerven
Fase 3 Het op termijn een voorstel doen over de marktstrategie van deelgebieden de Kaden en de Stadswerven
Bodemsanering
Wat gaan wij daarvoor doen? Aan- en verkoop van percelen grond in gebied Mheenlanden; Alternatieve realisatie natuurontwikkeling in de Mheenlanden; Uitvoering geven aan afspraken omtrent uitruil van gronden Mheenlanden alsmede doorlevering aan Natuurmonumenten; Afronding bouwrijpmaken van uitbreiding Lorentzhaven; Afgifte van vergunningen voor de bouw van opstallen; Monitoring van ontwikkelingen obv verleende vergunningen; Uitwerken van ontwerp Overloopterrein (incl uitstroompunt RWZI en overstort riool); Uitvoering geven aan afspraken (convenant) Rustgebieden. Realisatie 1e fase van het toekomstig Strandeiland; Start werkzaamheden realisatie nieuwe Jachthaven; Uitvoering geven aan afspraken omtrent verplaatsingen vanuit de oude Jachthaven; Vaststelling uitwerkingsplannen deelgebieden WF-Zuid; Begeleiding traject benodigde vergunningen civiele werken; Begeleiding ontwerptraject richting bebouwingsplannen voordeelgebieden binnen fase 2; Begeleiding ontwerptraject richting inrichtingsplannen voor deelgebieden binnen fase 2; Afstemming en zonodig het maken van nadere afspraken met Consortium, Dolfinarium en overige stakeholders; Begeleiding verplaatsing bedrijven; Nadere uitwerking tijdelijke verkeers- en parkeersituatie; Voorbereiding bodemsanering. Afronding minnelijke verwervingen in industriegebied Haven; Starten onteigeningsprocedure niet verworven percelen; Vaststellen herzien projectplan Fase 3, waarin de stedenbouwkundige herijking en ontsluitingsstructuur is verankerd; Nadere uitwerking tijdelijke verkeers- en parkeersituatie (in relatie met uitvoeringsplanning Fase 2); Oplevering bodemsaneringsplan Waterfront Zuid; Provinciaal besluit op subsidieaanvraag bodemsanering; Start voorbereiding aanbestedingsprocedure(s) Fase 3; Voorbereiding bodemsanering.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 64 -
Algemeen Algemene doelstelling Het Harderwijker Waterfront (van Stadsweiden tot en met de Mheenlanden) is door zijn ligging van strategische betekenis voor stad en regio. Het gebied wordt in z’n huidige vorm echter gekenmerkt door een beperkte ruimtelijke kwaliteit en herkenbaarheid. In de loop der jaren is de relatie met het water verstoord geraakt. Er zijn belangrijke knelpunten ontstaan rondom de van oorsprong positieve economische activiteiten langs de oeverlijn. Het gaat met name om: congestie van verkeer (parkeren en bereikbaarheid); verouderd en verontreinigd industrieterrein Haven; en daarmee samenhangend gebrek aan leefbaarheid. Herinrichting van het gebied is dan ook van cruciaal belang voor Harderwijk en de regio. Het maatschappelijke belang is ermee gediend en er wordt een belangrijke impuls gegeven aan de economie van de stad, die daarmee haar positie als regionale kern kan behouden en versterken. Het project Waterfront heeft dan ook als hoofddoelstellingen: het versterken van de stedelijke en regionale economie; het tot stand brengen van een hoogwaardige relatie tussen het water en de stad. Om dit nader te concretiseren zijn daaruit de volgende subdoelstellingen afgeleid: verbetering van de stedelijk-economische kwaliteit en functionaliteit van het Waterfront; verbetering van de bereikbaarheid van binnenstad en Dolfinarium; verbetering van de verblijfskwaliteit en leefbaarheid van de Boulevard en het havengebied; behoud en versterking van het culturele erfgoed; verbetering van de ecologische hoofdstructuur van het Wolderwijd en Veluwemeer; verbetering van de sociale kwaliteit, met aandacht voor leefbaarheid, ontmoetingsfuncties en passend voorzieningenniveau.
Fase 1: Realisatie van Waterfront Noord; Lorentzhaven en Mheenlanden voor te bereiden Wat willen wij bereiken? Uitvoering van Fase 1 is een essentiële voorwaarde voor de uitvoerbaarheid van het plan Waterfront als geheel. Enerzijds in de vorm van landaanwinning en de realisatie van uitbreiding industriegebied Lorentzhaven, om daarmee de watergebonden bedrijvigheid vanuit het oude havengebied Zuid te kunnen verplaatsen. Anderzijds voorziet Fase 1 van de planontwikkeling in ruimte voor natuurontwikkeling in het gebied de Mheenlanden. In het kader van de MER/Passende beoordeling Waterfront is komen vast te staan, dat een tweetal vogelrustgebieden dient te worden gerealiseerd. Het ene rustgebied is gesitueerd voor de kust van de Mheenlanden (op het grondgebied van de gemeente Dronten), het andere ter hoogte van Stadsweiden. Wat gaan wij daarvoor doen? Aan- en verkoop van percelen grond in gebied Mheenlanden Alternatieve realisatie natuurontwikkeling in de Mheenlanden Uitvoering geven aan afspraken omtrent uitruil van gronden Mheenlanden, alsmede doorlevering aan Natuurmonumenten. Afronding bouwrijpmaken van uitbreiding Lorentzhaven. Afgifte van vergunningen voor de bouw van opstallen. Monitoring van ontwikkelingen obv verleende vergunningen. Uitwerken van ontwerp Overloopterrein (incl uitstroompunt RWZI en overstort riool) Uitvoering geven aan afspraken (convenant) Rustgebieden.
Fase 2: Ontwikkeling en realisatie Waterfront Zuid; Deelgebieden Boulevard, nieuwe Jachthaven, woongebieden de Bakens, de Eilanden, Watersportboulevard en Kop Stadswerven, Wat willen wij bereiken? Voor Fase 2 heeft Europese aanbesteding in december 2006 geresulteerd in een samenwerkingsovereenkomst met het consortium Synchroon, Koopmans TBI en Boskalis.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 65 -
De overeenkomst is erop gericht om in dit deel van het project Waterfront een metamorfose plus een verlenging van de huidige Boulevard te realiseren en de aanleg van een nieuwe binnenhaven en een strandeiland. Voorts richt het zich op de bouw van parkeergarages en de bouw van ruim 700 woningen aan of nabij het water, de verplaatsing van jachthaven De Knar en ruimte voor de ontwikkeling van leisure en een watersportboulevard. In 2011 is een aantal aanvullende afspraken tussen consortium en gemeente gemaakt om de haalbaarheid van de ontwikkeling van Fase 2, die zwaar onder druk is komen te staan als gevolg van de crisis op de woningmarkt, veilig te stellen. In dat kader zijn de twee parkeergarages in het gebied uit de samenwerkingsovereenkomst gelicht, is – met behoud van plankwaliteit – een aantal versoberingen in het plangebied doorgevoerd en is de omvang van uitgeefbaar gebied vergroot. Dat vormt de basis voor concrete afspraken over de daadwerkelijke realisatie van (de onderdelen van) Fase 2. Wat gaan wij daarvoor doen? Realisatie 1e fase van het toekomstig Strandeiland. Start werkzaamheden realisatie nieuwe Jachthaven. Uitvoering geven aan afspraken omtrent verplaatsingen vanuit de oude Jachthaven. Vaststelling uitwerkingsplannen deelgebieden Waterfront Zuid. Begeleiding traject benodigde vergunningen civiele werken. Begeleiding ontwerptraject richting bebouwingsplannen voordeelgebieden binnen fase 2 Begeleiding ontwerptraject richting inrichtingsplannen voor deelgebieden binnen fase 2 Afstemming en zo nodig het maken van nadere afspraken met Consortium, Dolfinarium en overige stakeholders. Begeleiding verplaatsing bedrijven Nadere uitwerking tijdelijke verkeers- en parkeersituatie Voorbereiding bodemsanering
Fase 3. Het op termijn een voorstel doen over de markstrategie van deelgebieden de Kaden en de Stadswerven. Voorts het voorbereiden van bodemsanering binnen Waterfront Zuid. Wat willen wij bereiken? Voor Fase 3 heeft een stedenbouwkundige herijking plaatsgevonden. In dat verband zijn de effecten van de crisis op de woningmarkt en de areaalverkleining als gevolg van het groter dan oorspronkelijk aangenomen ruimtebeslag verwerkt. Dat heeft geleid tot een substantiële wijziging van het stedenbouwkundig programma van Fase 3. Voor Fase 3 geldt een forse saneringsopgave. De provincie Gelderland heeft daarvoor een subsidie in het vooruitzicht gesteld. In de subsidievoorwaarden is de eis gesteld dat de sanering uiterlijk in 2014 wordt gestart. Om daaraan te kunnen voldoen is een apart planproces op gang gebracht. Dat heeft inmiddels geresulteerd in een Saneringsplan, op basis waarvan het college een voorlopige voorkeur voor de te volgen oplossing heeft bepaald. Wat gaan wij daarvoor doen? Afronding minnelijke verwervingen in industriegebied Haven Starten onteigeningsprocedure niet verworven percelen. Vaststellen herzien projectplan Fase 3, waarin de stedenbouwkundige herijking en ontsluitingsstructuur is verankerd Nadere uitwerking tijdelijke verkeers- en parkeersituatie (in relatie met uitvoeringsplanning Fase 2) Oplevering bodemsaneringsplan Waterfront Zuid Provinciaal besluit op subsidieaanvraag bodemsanering. Start voorbereiding aanbestedingsprocedure(s) Fase 3. Voorbereiding bodemsanering Wat gaat het kosten? PRG5 Waterfront PR501 Waterfront
Doelstelling
Totaal PR501 Waterfront Totaal PRG5 Waterfront
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
B/L Baten Lasten
Rekening 2011 0 2.302 2.302 2.302
Begroting 2012 -273 273 0 0
Begroting 2013 -5.815 5.815 0 0
Begroting 2014 -5.815 5.815 0 0
Begroting 2015 -5.815 5.815 0 0
Begroting 2016 -5.815 5.815 0 0
- 66 -
3.5.6 Programma 6 Algemene dekkingsmiddelen en financieringen Doel / Visie Onder dit onderdeel zijn de niet aan de overige programma’s toe te rekenen lasten en baten opgenomen. Het gaat hierbij om treasury, de algemene belastingen, de algemene uitkering uit het gemeentefond en diverse administratieve stelposten. Opgenomen zijn ook de ramingen van de dekkingsmaatregelen, die nodig zijn om een sluitende meerjarenbegroting te krijgen. Verder wordt per onderwerp een korte toelichting gegeven.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 67 -
Algemeen Onder dit onderdeel zijn de niet aan de overige programma’s toe te rekenen lasten en basten opgenomen. Het gaat hierbij om treasury, de algemene belastingen, de algemene uitkering uit het gemeentefond en diverse administratieve stelposten. Opgenomen zijn ook de ramingen van de dekkingsmaatregelen, die nodig zijn om een sluitende (meer)jarenbegroting te krijgen. In de financiële toelichting wordt een cijfermatig overzicht gegeven van het hoofdstuk Algemene dekkingsmiddelen en financieringen. Verder wordt per onderwerp een korte toelichting gegeven
6.01 Algemene uitkeringen De gemeentelijke uitgaven worden voor een belangrijk deel gedekt uit de algemene uitkering van het Gemeentefonds. Deze is met een aandeel van circa 45% van de totale inkomsten de belangrijkste inkomstenbron van de gemeente. Bij de beoordeling of sprake is van een materieel sluitende (meerjaren) begroting wordt door de provincie in de uitoefening van het repressief toezicht uitgegaan van de mei/junicirculaire Gemeentefonds en de daarin opgenomen informatie. De meerjarenraming is berekend op basis van de junicirculaire Gemeentefonds van 13 juni 2012. Het fonds wordt nu nog verdeeld over de gemeenten via een 12-tal clusters en vervolgens een 60-tal maatstaven. De eerder met ingang van 2013 voorgenomen herverdeling van het Gemeentefonds (herijking van de clusters) is uitgesteld tot 2014. Bij de raming van de algemene uitkering over de periode 2013-2016 hebben wij, voor wat betreft de meerjarige ontwikkeling van eenheden als woningen, inwoners, bijstandscliënten en overige hieraan gerelateerde maatstaven, een zo realistisch mogelijke prognose gehanteerd. De meerjarige ontwikkeling wordt beïnvloed door: Mutaties in de verdeelmaatstaven waaruit de algemene uitkering is opgebouwd, waaronder het aantal woningen, inwoners, uitkeringsgerechtigden, minderheden, bedrijfsvestigingen, enzovoort. De effecten van rijksbezuinigingen. Taakmutaties, inclusief de doordecentralisaties, waarbij in de regel ontvangen middelen binnen het Gemeentefonds voor de uitvoering van nieuwe taken tijdelijk op een stelpost beschikbaar worden gehouden. Zoals al aangegeven in onze rapportage van 4 juli 2012 over de junicirculaire (raadscommissie Beleid Algemeen 30 augustus 2012) past bij de ramingen voor 2014 en volgende jaren de kanttekening, dat de cijfers met de nodige terughoudendheid moeten worden beoordeeld. Ook de VNG informeerde gemeenten medio 2012 over het niet realistische karakter van deze cijfers. De cijfers zijn namelijk gebaseerd op de Voorjaarsnota van het Rijk, waarvan de inhoud weer sterk is bepaald door de uitkomsten van het Lenteakkoord. Veelzeggend was ook de bijdrage van (toen) demissionair premier Rutte tijdens zijn toespraak op 5 juni 2012 op het VNG – Jubileumcongres. Gemeenten moeten ook in de komende jaren rekenen met ‘een treetje lager in de trap op / trap af systematiek’. Het wachten is op het nieuwe regeerakkoord en de doorrekening daarvan voor de accressen in komende jaren. Belangrijke onderdelen van de algemene uitkering worden gevormd door de integratie-uitkering van € 3,885 miljoen voor uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de decentralisatieuitkering van € 1,023 miljoen voor de brede activiteiten in de realisatie en uitbouw Centra voor Jeugd en Gezin (CJG). Door het op 5 juni 2012 door de Tweede Kamer controversieel verklaren van o.a. de wetsontwerpen Wet werken naar vermogen en Wet maatschappelijke ondersteuning in verband met de decentralisatie van de AWBZ-functie Begeleiding, is de inwerkingtreding van deze wetgeving per 1 januari 2013 van de baan. Vooralsnog blijft overigens voor de decentralisatie van de AWBZ-functie Begeleiding het voorbereidingsbudget van macro € 32 miljoen in 2013 voor gemeenten beschikbaar. Het aandeel van Harderwijk hierin bedraagt afgerond € 84.200,-. Wel wordt in de junicirculaire Gemeentefonds 2012 de kanttekening gemaakt dat, wanneer een nieuw Kabinet alsnog afziet van de decentralisatie, deze middelen worden teruggeboekt. De kans hierop wordt door de VNG echter gering geacht, gelet op het breed politiek draagvlak dat landelijk voor de decentralisaties bestaat. Een nieuw Regeerakkoord zal duidelijkheid moeten geven over deze vraagstukken, waaronder het jaar van invoering (wordt 2014 gehaald of wordt het 2015), wat gaat dan precies over naar gemeenten en onder welke (budgettaire) randvoorwaarden zal door het Rijk worden gedecentraliseerd. Meer informatie voor 2014 en volgende jaren mag worden verwacht in de mei- en septembercirculaires Gemeentefonds 2013, dan wel uit andere bronnen.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 68 -
Met ingang van de jaarschijf 2015 is door het Rijk in de berekening van de algemene uitkering rekening gehouden met een structurele uitname van € 110 miljoen in verband met de vermindering van het aantal politieke ambtsdragers bij gemeenten, provincies en waterschappen. Het negatieve effect voor Harderwijk vanaf 2015 is vooreerst geraamd op € 273.000,-. In het wetsvoorstel wordt uitgegaan van een reductie van 25% van het aantal raadsleden en wethouders, te bereiken door een aanpassing van de Gemeentewet (tabel aantal inwonersklassen). Conform de huidige beleidslijn gaan wij er in beginsel van uit, dat de verlaging van de algemene uitkering in voldoende mate wordt gecompenseerd door: een besparing op de loonsommen van ambtsdragers; daarnaast bijvoorbeeld een vermindering van de kosten voor ambtelijke ondersteuning voor de raad en besparingen op bureau- en apparaatskosten. Dit onderwerp zullen wij betrekken bij de volgende Kadernota 2014-2017.
6.02 Belastingen Naast de algemene uitkering uit het Gemeentefonds vormen de gemeentelijke belastingen een andere belangrijke bron van algemene inkomsten. Onroerende zaakbelasting, hondenbelasting, toeristenbelasting, bouwleges en parkeertarieven zijn hiervan een aantal voorbeelden. Alle onroerende zaken worden ingevolge de wet WOZ jaarlijks getaxeerd. Voor het belastingjaar 2013 worden de aanslagen OZB opgelegd aan de hand van de taxaties per prijspeildatum 1 januari 2012. Het tarievenbeleid, o.a. gebaseerd op een jaarlijks trendmatige aanpassing voor inflatie, wordt inclusief overige ontwikkelingen jaarlijks geformuleerd bij de verschillende verordeningen in het najaar. Voor meer informatie over het onderdeel Belastingen wordt verwezen naar de Paragraaf Lokale heffingen.
6.03 Financieringen De financiering van activiteiten en projecten (o.a. de grondexploitaties), het aantrekken van geldmiddelen en het uitzetten van geldmiddelen, die niet direct benodigd zijn, maken allemaal deel uit van de treasuryfunctie en ondersteunen de uitvoering van de programma’s. Daarnaast worden op dit onderdeel de dividenden van o.m. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) en netwerkbedrijf Alliander verantwoord. Ook de bespaarde rente over de eigen financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) maakt deel uit van het onderdeel Financieringen. Meer informatie over het onderdeel Financieringen in de Paragraaf Financiering.
6.04 Algemene baten en lasten Het onderdeel (overige) algemene baten en lasten wordt in administratief technische zin gebruikt om bedragen vast te houden, die naar hun aard en karakter nog niet op functionele posten binnen de programma’s kunnen worden geraamd. Deze bedragen zijn voornamelijk opgenomen in stelposten. Dit varieert van stelposten voor nog in te vullen CAO afspraken, taakmutaties uit het Gemeentefonds, onderuitputting op kapitaallasten van investeringen en dergelijke. Op basis van adviezen worden in de regel de op deze stelposten geraamde middelen door middel van een door de raad vast te stellen begrotingswijziging vervolgens functioneel opgenomen. Tevens wordt er op dit onderdeel ook een budget ad € 161.400,- voor ‘onvoorziene uitgaven’ verantwoord.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 69 -
Wat gaat het kosten? Doelstelling PRG6 Alg. dekkingsmiddelen en financieringen PR601 Algemene uitkeringen Totaal PR601 Algemene uitkeringen PR602 Belastingen Totaal PR602 Belastingen PR603 Financieringen Totaal PR603 Financieringen PR604 Algemene baten en lasten Totaal PR604 Algemene baten en lasten Totaal PRG6 Alg. dekkingsmiddelen en financieringen
B/L Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten
Rekening 2011 -41.114 0 -41.114 -8.636 862 -7.774 -3.445 273 -3.172 -8.392 6.463 -1.929 -53.988
Begroting 2012 -41.387 0 -41.387 -9.100 772 -8.329 -4.255 4 -4.251 -3.497 6.400 2.903 -51.063
Begroting 2013 -41.164 1.534 -39.630 -9.674 789 -8.885 -4.897 5 -4.892 -1.900 5.330 3.430 -49.977
Begroting 2014 -41.610 4.465 -37.145 -9.704 789 -8.915 -4.920 5 -4.915 -2.083 4.847 2.764 -48.212
Begroting 2015 -40.759 4.715 -36.044 -9.735 789 -8.946 -5.220 5 -5.215 -1.722 5.091 3.319 -46.885
In de bovenstaande financiële opstelling zijn de volgende aanmeldingen van de kadernota verwerkt: Programma
Omschrijving
PRG6 Alg. dekkingsmiddelen en financieringen
2013015 Kunstgrasveld VV Hierden 2013028 Realiseren nieuwe archiefbewaarplaats 2013030 Financiële ondersteuning VVE's 2013031 Reconstructie Stationsomgeving 2013036 Herinrichting openbare ruimte Binnenstad 2013037 Herind. parkeerpl. winkelc. Tweelingstad 2013047 Jongerenplatform 2013050 Onderw.leerpakket\meubilair div. scholen 2013052 Uitbr. Onderwijshuisvesting Waterfront Totaal Nieuw Beleid PRG6
Begroting 2013 0 0 500 0 60 40 8 0 0 608
Begroting 2014 0 48 0 250 190 0 8 6 13 515
Begroting 2015 48 48 0 250 100 0 8 11 85 549
Begroting 2016 -41.620 4.965 -36.655 -9.765 789 -8.976 -5.196 5 -5.191 -1.827 4.809 2.982 -47.839
Begroting 2016 48 48 0 0 0 0 8 14 85 202
Naast het nieuwe beleid verklaren de volgende mutaties (op hoofdlijnen) de financiele verschillen in de jaarschijven: In de jaarschijf 2013 is ten opzichte van 2012 ruimte beschikbaar om komende bezuinigingen en decentralisaties op te vangen tot een bedrag van € 1.534.000. Dit bedrag loopt op tot € 4.965.000 in 2016. De algemene uitkering laat in de jaarschijven per jaar forse afwijkingen zien. Zo is voor de algemene uitkering 2013 ten opzichte van 2012 een lagere raming opgenomen van € 223.000. Voor 2013 bedraagt de raming € 41.164.000, 2014 € 41.610.000, 2015 € 40.759.000 en 2016 € 41.620.000. Voor een toelichting per jaarschijf wordt u verwezen naar paragraaf 6.01 Algemene Uitkering. Bij amendement op de begroting 2012-2015 heeft de raad besloten om de bovenmatige belastingverhoging ad 2% in 2013 te onttrekken aan de bestemmingsreserve collectieve lastendruk. Het gaat hier om een totaal bedrag van € 150.000. Voor het jaar 2013 wordt er een meeropbrengst van diverse belastingen geraamd van € 422.000 ten opzichte van 2012. Naast de trendmatige verhoging van 1,5%, wordt het verschil met name veroorzaakt doordat er een aantal objecten (niet-woningen met een grote WOZ-waarde) in 2012 zijn geherwaardeerd. Ook areaal uitbreidingen zijn debet aan een hogere belastingopbrengst. De verkoop van de aandelen Nuon en de overdracht van de diverse tranches zorgt voor schommelingen in de te ontvangen rente in de diverse jaarschijven. De raad heeft bij de kadernota 2012-2015 (ad € 1.037.000) en de programmabegroting 2012-2015 (ad € 1.500.0000) aanvullende maatregelen genomen om het weerstandsvermogen te versterken. Dit betreft een incidentele maatregel 2012 en verklaart voor een groot deel het verschil tussen de jaarschijven 2012 en 2013. Doordat een deel van de bezuinigingen, die ingezet zijn bij de programmabegroting 2012-2015, betrekking hebben op bedrijfsvoeringbudgetten, vindt er een lagere "doorbelasting naar de producten plaats". In de meerjarenschijven 2014-2016 levert dit substantiële verschillen op.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 70 -
3.6 Paragrafen
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 71 -
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 72 -
3.6.1 Paragraaf Lokale Heffingen P o rt ef e ui l l e ho u de r: A fd el i n g:
W eth o ud e r D e n B e s t en C o nc e rn o nd e rs te u ni ng
Algemeen De gemeentelijke heffingen vormen een belangrijk onderdeel van onze inkomsten en zijn onderverdeeld in belastingen en rechten. In deze paragraaf schetsen wij u een beeld van de ontwikkelingen op dit beleidsterrein en de effecten daarvan op de tarieven. Het algemeen beleid is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: kostendekkende tarieven van in principe 100%; beheersing van de collectieve lastendruk, waarbij de lokale lasten jaarlijks worden geïndexeerd met de inflatie; geen boven trendmatige verhogingen, tenzij de meerwaarde voor de burgers een dergelijke verhoging kan motiveren. De belastingen die in onze gemeente worden geheven zijn de onroerende zaakbelastingen, forensenbelasting, toeristenbelasting, hondenbelasting, parkeerbelasting, reclamebelasting en precariobelasting. De opbrengsten zijn een onderdeel van de algemene dekkingsmiddelen. De belangrijkste rechten, waarbij de gemeente kosten in rekening brengt voor een door de gemeente verrichte dienst aan de burger, zijn de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Daarnaast zijn er nog de marktgelden, grafrechten en leges als vergoeding voor diverse diensten en taken (burgerlijke stand, reisdocumenten, rijbewijzen, omgevingsvergunning, etc.). De tarieven van deze rechten moeten de gemaakte kosten dekken. Hier geldt: de gebruiker betaalt. De belastingtarieven worden jaarlijks bij de begroting vastgesteld. Gebaseerd op de laatst bekende cijfers van het Centraal Planbureau (juni 2012) wordt voor 2013 een trendmatige aanpassing voorgesteld van 1,5%. In een aantal situaties, w.o. reisdocumenten worden legestarieven (mede) vastgesteld door de rijksoverheid en gepubliceerd in de Staatscourant. Onroerende zaakbelasting Op 1 januari 2013 begint een nieuw waardetijdvak voor de WOZ met als peildatum 1 januari 2012. De herwaardering van de objecten is naar de situatie van augustus 2012 in volle gang. Onder invloed van de economische crisis staat de huizenmarkt al enige tijd aanzienlijk onder druk. Deze trend zal naar verwachting ook de komende jaren nog aanhouden, met een negatieve waardeontwikkeling van zowel woningen als niet-woningen als gevolg. Macro is de marktontwikkeling op basis van gegevens van de Waarderingskamer tussen 1 januari 2011 en 1 januari 2012 berekend op -3% voor woningen en voor nietwoningen op -2,5%. De gemeente hanteert het zogeheten “verbeterd volumebeleid”. Uitgaande van een gelijke OZB-opbrengst worden de marktontwikkelingen, net als in voorgaande jaren, verrekend in de tarieven, en stijgen de tarieven OZB voor de woningen met 3% en voor de niet-woningen met 2,5%. Naast het percentage van de waardeontwikkeling vindt er een trendmatige aanpassing van de OZB- tarieven met 1,5% plaats. Het voorstel is om de tarieven onroerende zaakbelasting te verhogen met 4,5% voor woningen en 4% voor niet-woningen. In 2013 volgt dan nog een boven trendmatige verhoging van 2% zoals bij de kadernota 2012-2015 voorgesteld is. Bij amendement nr. 8-3 van 30 juni 2011 heeft de raad besloten om deze verhoging vanaf 2013 te dempen door het inzetten van het Fonds Beheersing Collectieve Lastendruk Naast bovengenoemde stijging van het belastingtarief, zijn in 2011/2012 een aantal “grote” niet-woningen ge(her)waardeerd. Ook is er rekening gehouden met areaaluitbreiding. Dit resulteert in meeropbrengsten. Afvalstoffenheffing De tarieven voor de afvalstoffenheffing en de reinigingsheffing zijn in principe 100% kostendekkend op begrotingsbasis. Indien bij de rekeningcijfers blijkt dat er een verschil is tussen de kosten en de opbrengsten, wordt dit verrekend met de egalisatiereserve Afvalstoffenheffing. In de begroting 2011 is door de raad besloten de kapitaallasten van het krediet Ondergrondse containers ten laste te brengen van de egalisatiereserve afvalstoffen. Voor de begroting 2012 is de trendmatige stijging
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 73 -
van 2,25% en de kapitaallasten van het krediet Implementatie minicontainers eveneens ten laste gebracht van de egalisatiereserve afvalstoffen waardoor het tarief in 2012 niet is verhoogd. Als gevolg van de aanpassing van het BTW-percentage van 19% naar 21% per 1 oktober 2012 zou het tarief naast de trend van 1,5% met 2% extra moeten stijgen. Om het tarief 2013 alleen trendmatig met 1,5% te laten stijgen zou een onttrekking aan de egalisatiereserve afvalstoffen nodig zijn van € 340.000,-. Het saldo van deze reserve bedroeg eind 2011 € 1.279.000,-. Inclusief het ingezette bedrag bij de begroting 2012 van € 244.000,- resteert er een bedrag van geprognosticeerd € 1.035.000,-. Doordat vanaf het begrotingsjaar 2015 / 2016 de egalisatie reserve, op begrotingsbasis, geen dekking meer zou kunnen bieden voor het bedrag van € 340.000,- zou het tarief naar alle waarschijnlijkheid vanaf dat moment substantieel verhoogd moeten worden. (zie ook tabel opbrengsten). Om dit geleidelijk op te vangen wordt voorgesteld de tarieven met ingang van 2013 met € 2,50 boventrendmatig te verhogen. Rioolheffing Onder invloed van de veranderde wetgeving op het gebied van waterbeheer (o.a. Wet gemeentelijke watertaken 2008) zijn de zorgplichten van de gemeente uitgebreid. Vanaf 2010 kent de gemeente een zorgplicht ten aanzien van afvalwater, hemelwater en grondwater. De kosten van zowel de afvoer van huishoudelijk- en bedrijfsafvalwater, als de kosten van overtollig hemelwater en grondwater worden bestreden uit de (verbrede) rioolheffing. De heffingsgrondslag – vast bedrag per object – is daarbij ongewijzigd gebleven. Basis voor het huidig beleid wordt gevormd door het “Gemeentelijk Rioleringsplan 2005-2015” uit 2005, de “Module Verbreed GRP 2010-2015” uit 2009 en de “Module Evaluatie VGRP 2011 gemeente Harderwijk”. De rioolheffing is op begrotingsbasis 100% kostendekkend. De tarieven voor 2013 stijgen met het trendpercentage van 1,5%. Door het kritisch beoordelen van de tariefberekening is gebleken, dat er extra kosten toegerekend kunnen worden aan riolering, die eerder in de algemene middelen waren opgenomen. Deze kosten kunnen gedekt worden uit de extra opbrengsten recreatiewoningen, die sinds 2011 ook onder de aanslag riolering zijn komen te vallen. Hierdoor stijgt de totale opbrengst rioolheffing meer dan trendmatig (zie tabel opbrengsten). Forensen- en toeristenbelasting Voor de tarieven van deze belasting is in de begroting 2013 uitgegaan van een trendmatige aanpassing van 1,5%. Hondenbelasting Voor de tarieven van deze belasting is in de begroting 2013 uitgegaan van een trendmatige aanpassing van 1,5%. Reclamebelasting In december 2010 is er besloten een deel van de reclamebelasting in te zetten voor een ondernemersfonds. Dit betekent dat alle ondernemers, die reclame-uitingen voeren in de binnenstad, een extra belasting betalen. Deze extra opbrengst sluist de gemeente door naar het ondernemersfonds. Het ondernemersfonds van de stichting Centrummanagement Harderwijk heeft hierdoor budget om gezamenlijke projecten en activiteiten uit te voeren. Het doel hiervan is het economisch functioneren te versterken en de aantrekkingskracht van de binnenstad te vergroten. De ondernemers beslissen, binnen de stichting Centrummanagement, welke projecten en activiteiten worden uitgevoerd. Voor de tarieven van deze belasting is in de begroting 2013 uitgegaan van een trendmatige aanpassing van 1,5%. De afdracht aan de stichting Centrummanagement Harderwijk in 2013 zal ook met 1,5% verhoogd worden. Precariobelasting Voor de tarieven van deze belasting is in de begroting 2013 uitgegaan van een trendmatige aanpassing van 1,5%. Parkeerbelasting In juli 2012 is voor de periode 2013-2017 de doorkijk parkeerbeleid en parkeertarieven opgesteld. De daarin opgenomen parkeertarieven 2013 worden overeenkomstig verwerkt in de tarieventabel, behorende bij de
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 74 -
verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2013. Dit geldt eveneens voor het maximumbedrag dat voor een naheffingsaanslag parkeerbelastingen in rekening kan worden gebracht, en jaarlijks door het Rijk wordt vastgesteld en gepubliceerd in de Staatscourant. Per 1 januari 2013 is het maximum bedrag bepaald op € 56,-. Overeenkomstig de informatie uit de Kadernota 2013-2016 worden, conform de door de raad vastgestelde exploitatie parkeergarage Houtwal, de parkeertarieven vanaf 2012 jaarlijks met 5% verhoogd. Daarbij wordt het parkeertarief van zone A verhoogd tot € 1,90 per uur. In deze verhoging is de correctie voor inflatie begrepen. Begraafplaatsrechten Basis voor de berekening van de begraafplaatsenrechten wordt gevormd door de rapportage “Evaluatie begraafplaatsen” van december 2008 (vastgesteld bij raadsbesluit 26 maart 2009). Op basis van de jaarcijfers 2012 bedraagt het kostendekkingspercentage inmiddels 100%. Voor de tarieven van begraafplaatsrechten is in de begroting 2013 daarom uitgegaan van een trendmatige aanpassing van 1,5%. Marktgelden Vanaf 1 januari 2012 wordt het Kloosterplein na de zaterdagmarkt niet meer schoongemaakt door externen, maar meegenomen in het regulier straatvegen van de afdeling BOR. Door deze opzegging zijn de structurele kosten van de weekmarkt verminderd. De kostendekkendheid van de marktgelden is 90%. De afgelopen jaren zijn de tarieven niet verhoogd. Voorgesteld wordt de tarieven, met ingang van 2013, gedurende 3 jaar met 3,33% (excl. indexering) te verhogen ten einde 2015 uit te komen op 100% kostendekkendheid. Wel wordt opgemerkt dat de promotiegelden met 1,5% worden verhoogd. Havengelden Voor de tarieven van deze belasting is in de begroting 2013 uitgegaan van een trendmatige aanpassing van 1,5%. Leges Bouwleges: De opbrengsten uit bouwleges blijven sinds 2010 aanzienlijk achter bij de ramingen. Naast minder woningaanpassingen wordt dit vooral veroorzaakt door een afnemende bouwproductie van met name grote(re) bouwprojecten. In hoeverre de gesignaleerde opbrengstderving in komende jaren geleidelijk afneemt door de ontwikkelingen Waterfront kan nu niet worden aangegeven. Ten tijde van het opstellen van deze begroting vind er onderzoek plaats waarbij er diverse scenario’s worden uitgewerkt om de geschetste problematiek inzichtelijk te maken en met structurele dekkingsmaatregelen te komen. Abonnement verslagen raadsvergaderingen: Het tarief voor het bij abonnement verstrekken van stukken behorende bij een raadsvergadering wordt verwijderd uit de legesverordening. Op dit moment worden de stukken digitaal aangeleverd en zijn ze inzichtelijk op het internet. Voor de tarieven van de overige leges is in de begroting 2013 uitgegaan van een trendmatige aanpassing van 1,5%. Kwijtscheldingsbeleid Voor burgers die niet in staat zijn bepaalde gemeentelijke belastingen te betalen, is kwijtschelding mogelijk. Bij het verstrekken van kwijtschelding zijn de gemeenten gebonden aan het kwijtscheldingsbeleid van de rijksoverheid. Gemeenten hebben wel de vrijheid om voor bepaalde belastingen en heffingen geen kwijtschelding te verlenen. In Harderwijk wordt uitsluitend voor de afvalstoffenheffing en de rioolheffing kwijtschelding verleend. Uiteraard hangt het verlenen van kwijtschelding af van de betalingscapaciteit van belastingplichtigen. Landelijk bedraagt de norm voor kwijtschelding 90% van het bijstandsniveau, waarvan mag worden afgeweken. De norm voor het verlenen van kwijtschelding is in Harderwijk gesteld op 100% van het bijstandsniveau, waardoor er relatief meer mensen voor kwijtschelding in aanmerking komen. Dit betekent, dat 100% van het inkomen op bijstandsniveau wordt vrijgelaten bij de beoordeling of iemand in aanmerking komt voor kwijtschelding. Hierdoor krijgen mensen met een bijstandsuitkering en nagenoeg geen vermogen volledige kwijtschelding. Het tot nu gevoerde kwijtscheldingsbeleid wordt in 2013 voortgezet. Dit betekent
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 75 -
dat de kwetsbare groepen in Harderwijk een beroep kunnen blijven doen op de mogelijkheden voor kwijtschelding. Door wetswijziging in het kwijtscheldingsbeleid zal in 2013 gestart worden met een onderzoek naar het kwijtscheldingsbeleid binnen de gemeente Harderwijk. Sinds september 2009 kunnen gemeenten gebruik maken van de diensten van het Inlichtingenbureau en laten toetsen of iemand recht heeft op (automatische) kwijtschelding van gemeentelijke belastingen2. Daarvoor zijn de gegevens van gemeente(n), Belastingdienst, UWV en RDW gekoppeld. Harderwijk maakt ook gebruik van deze faciliteit. In de geautomatiseerde toets houdt het Inlichtingenbureau rekening met de normen voor vermogen en inkomen. Deze normen worden halfjaarlijks vastgesteld door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Tariefsontwikkeling belangrijkste heffingen Afsluitend wordt een beeld gegeven van de tariefsontwikkeling van de belangrijkste heffingen. In de hierna volgende tabel zijn de voorgestelde tarieven weergegeven van 2013 in vergelijking met 2012. (hele bedragen in €)
Voorstel belastingtarieven 2013 Afvalstoffenheffing Éénpersoonshuishouden meerpersoonshuishouden Forensenbelasting vloeroppvl m2 12,5 tot 30 30 tot 40 40 tot 60 > 60 Grafrechten monument kelder graftuin urn Havengelden Hondenbelasting Marktgelden (incl. promotiegelden) Onroerende-zaakbelastingen OZB E-woningen OZB E-niet woningen OZB G-niet woningen Precariobelasting per m2 grond per m2 terras per 1m rail/transportbaan per automaat > 1m Reclamebelasting exclusief ondernemersfonds tot 1 meter van 1 tot 2,5 meter meer dan 2,5 m Rioolrechten woning niet-woning Toeristenbelasting Leges Bouwleges
2012
2013
151 198
155,50 202,50
187 310 437 500
189 314 443 507
65,66 98,41 32,83 65,66 Stijging met 2,25% trendperc. 54,15 19,12
66,64 99,88 33,32 66,64 Stijging met 1,5% trendperc 54,96 19,69
0,10789% 0,20606% 0,16541%
0,11279% 0,21438% 0,17209%
16,32 39,09 7,92 45,61
16,56 39,67 8,03 46,29
13,45 23,59 32,82
13,65 23,94 33,31
116 178 0,79
117 179 0,80
Stijging met 2,25% (trendpercentage) Stijging met 5%
Stijging met 1,5% (trendpercentage) Stijging met 1,5% (trendpercentage)
Parkeerterrein Zone A (Kerkplein, Vitringasingel, Houtwal en Smeepoortstraat) Zone B/C ( Boulevard, Selhorstweg, Westeinde, Kruithuis en overloop terreinen toeristisch parkeren)
2012 1.80 1.50
2013 1.90 1.60
2
Het Inlichtingenbureau is opgericht in 2001 door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mede op initiatief van Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en Divosa (vereniging van managers van sociale diensten).
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 76 -
De parkeervergunningen worden verhoogd conform de doorkijk 2013-2017 tot de volgende tarieven. Parkeerterrein vergunningen bewoners Houtwal Hortus Stadhuis Vuldersbrink Vergunninggebied Parkeerterreinen m.u.v Westeinde, Boulevard Westeinde, Boulevard Havendijk Flevodijk Parkeerterreinen werkers Westeinde Boulevard Flevoweg Algemene Vergunning Havendijk Tijdelijke parkeerverguning (4 weken)
2012 300 275 472,5 173,25 178,5 131,25 94,5 ---------
2013 315 289 496 182 187 138 99 25 25
2012 250 250 125 490 -----
2013 300 300 50 540 75
60
65
Woonlasten en lokale lastendruk De gemeentelijke woonlasten worden gevormd door het gemiddelde bedrag, dat een huishouden betaald aan onroerende zaakbelasting, reinigingsheffing en rioolrechten. Voor een beeld van de ontwikkeling van deze lasten en de lokale lastendruk wordt sinds 1997 door het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden de zogeheten COELO – Atlas gepubliceerd 3. Gebaseerd op de publicatie van de “Atlas van de lokale lasten 2012” van 30 maart 2012 bedraagt de gemiddelde lastendruk in Harderwijk voor een meerpersoonshuishouden € 568,-. De gemeente Harderwijk staat daarmee op de 18e positie van de gemeente met de laagste woonlasten van Nederland. Ter indicatie, het landelijk gemiddelde bedraagt € 683,- en voor de gehele provincie Gelderland eveneens € 683,-. Overzicht lastendruk
Gemeenten Nunspeet Ermelo Nijkerk Elburg Putten Barneveld Harderwijk Waalwijk Noordoostpolder Huizen Soest Veldhoven Steenwijkerland
Woonlasten per huishouden in € 593,581,612,622,542,700,568,648,678,629,585,511,706,-
Rangorde (aantal gemeenten 418) 40 26 60 72 7 223 18 107 165 79 33 3 242
3 Door het COELO, onderdeel van de Rijksuniversiteit Groningen, wordt jaarlijks een uitgebreid onderzoek uitgevoerd naar de lokale lastendruk.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 77 -
Opbrengsten In de volgende tabel zijn de belastingopbrengsten weergegeven met de vergelijkende cijfers van voorgaande jaren. De bedragen zijn afgerond op veelvouden van € 1.000,-. De opbrengsten afvalstoffenheffing en rioolrechten zijn bruto opgenomen en er is hierin dus geen rekening gehouden met de kwijtschelding. Voor een toelichting op de tabel wordt verwezen naar bovenstaande hoofdstukken. Rekening 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
(01) Secretarieleges (02) Bouwleges (02-05) Liggelden incl. woonschepen (03) Secretarieleges (04) Marktgelden (05) Parkeeropbrengsten (11) Leges planwijzigingen (12) Begraafplaatsrechten/-onderhoud (12) Reinigingsrechten (12) Riool (aansluit)rechten Programma Algemene dekkingsmiddelen
773 480 300 9 30 2.822 20 619 3.395 2.673 11.121
839 1.004 265 10 32 3.572 6 665 3.474 2.459 12.325
852 667 269 10 33 3.798 6 692 3.581 2.650 12.557
852 667 263 10 35 3.983 6 692 3.581 2.650 12.737
852 667 200 10 36 4.185 6 688 3.735 2.650 13.028
852 667 200 10 35 4.392 6 687 3.847 2.650 13.346
(A) Forensenbelasting (A) Hondenbelasting (A) Onroerende zaakbelasting (A) Precariorechten (A) Reclamebelasting (A) Toeristenbelasting Algemene dekkingsmiddelen Overzicht
136 157 7.734 136 253 131 8.547 19.668
138 156 8.220 152 242 155 9.063 21.388
140 158 8.781 154 246 157 9.636 22.193
140 158 8.811 154 246 157 9.667 22.404
140 158 8.842 154 246 157 9.697 22.725
140 158 8.872 154 246 157 9.728 23.074
Programma
Categorie
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 78 -
3.6.2 Paragraaf Weerstandsvermogen P o rt ef e ui l l e ho u de r: A fd el i n g:
W eth o ud e r D e n B e s t en C o nc e rn o nd e rs te u ni ng
Algemeen Informatie over het weerstandsvermogen is van belang om te weten of en in hoeverre de gemeente in staat is voldoende middelen vrij te maken om financiële tegenvallers te kunnen opvangen, zonder dat daarvoor het beleid substantieel moet worden gewijzigd. Deze tegenvallers kunnen incidenteel en structureel van karakter zijn. Daaronder worden tevens alle risico’s verstaan, waarvoor nog geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn voor de financiële positie van de gemeente. Tot het treffen van maatregelen behoren onder andere het instellen van voorzieningen, afdekken van risico’s door verzekeringen of andere risico beperkende maatregelen. De omvang van het weerstandsvermogen is dan ook afhankelijk van de financiële risico’s die de gemeente loopt en de kans dat die risico’s ook daadwerkelijk effectief worden. Het is aan de gemeente zelf om te bepalen wat een passende omvang van het weerstandsvermogen is. Beleidskader Het huidig beleid is bij raadsbesluit van 1 maart 2012 opnieuw vastgelegd in de geactualiseerde Nota weerstandsvermogen 2012-2013. In de nota is het weerstandsvermogen vastgesteld op € 28,4 miljoen. In het eerste halfjaar van 2013 zal de nota weerstandsvermogen voor de jaren 2014-2015 herzien worden, waarmee opnieuw de vloerbedragen voor de algemene reserve Algemene Dienst en algemene reserve Grondbedrijf zullen worden bepaald en ter besluitvorming aan de raad worden voorgelegd. Als basis voor deze nota zullen onder meer de meest actuele calculatieopzetten grondexploitatie worden gebruikt. Berekening weerstandscapaciteit Bij de berekening van de weerstandscapaciteit speelt de flexibiliteit van de gemeentebegroting een belangrijke rol. Hoe snel kunnen bijvoorbeeld tegenvallers worden opgevangen door ombuigingen op bestaand beleid, al dan niet in combinatie (indien noodzakelijk) met verhoging van lokale belastingen. Onderscheid kan worden gemaakt tussen structurele en incidentele weerstandscapaciteit. Structureel: de mate waarin de gemeente zelf in staat is om niet begrote kosten te dekken door elders structurele ruimte vrij te maken, zonder dat het ten koste gaat van de uitvoering van de raadsprogramma’s (= het beleid). Incidenteel: de mate waarin eenmalige tegenvallers en/of calamiteiten kunnen worden opgevangen met vrij besteedbare middelen, die eenmalig kunnen worden ingezet, zonder dat het invloed heeft op het gemeentelijk voorzieningenniveau. De incidentele weerstandscapaciteit noemen wij weerstandvermogen. De weerstandscapaciteit bestaat dus uit de middelen om ingeval één of meerdere risico’s werkelijkheid worden de daaruit voortvloeiende kosten te kunnen dekken. Bij het beheersen van een risico moet steeds de afweging worden gemaakt tussen een beroep op deze aanwezige capaciteit en het nemen van beheersmaatregelen. De volgende elementen maken in de regel deel uit van de weerstandscapaciteit: Algemene reserve Algemene Dienst en Algemene reserve Grondbedrijf (vrij aanwendbare deel) Renteschommelfonds Overige vrij aanwendbare reserves 4 Stille reserves Raming voor onvoorziene uitgaven Onbenutte belastingcapaciteit Algemene reserve Algemene Dienst De Programmarekening 2011, die gelijktijdig met de Kadernota 2013-2016 is gepresenteerd, gaat voor de algemene reserve uit van een stand ultimo 2011 van afgerond € 3 miljoen. Om het tekort aan weerstandsvermogen aan te zuiveren tot het vastgestelde vloerbedrag van € 4,4 miljoen zijn in de Programmabegroting 2012-2015 maatregelen opgenomen voor een bedrag van € 1,5 miljoen. 4
Voorzieningen worden gerekend tot het vreemde vermogen en zijn bedoeld voor het afdekken van voorzienbare lasten in verband met risico’s en (toekomstige) verplichtingen. Voorzieningen worden getroffen op basis van regelgeving en zijn dan ook niet vrij besteedbaar en maken daarom tevens geen onderdeel uit van de weerstandscapaciteit.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 79 -
Algemene reserve Grondbedrijf Het vloerbedrag van de algemene reserve grondbedrijf is in de nota weerstandsvermogen bepaald op € 23,1 miljoen. Het nadelig saldo van afgerond € 2 miljoen op de grondexploitaties 2011 is conform de besluitvorming tot vaststelling van de Programmarekening 2011 (raadsbesluit 28 juni 2012) ten laste gebracht van de algemene bedrijfsreserve. Ultimo 2011 kent de reserve daarmee een geprognosticeerde stand van afgerond € 22,9 miljoen. Renteschommelfonds Bij het vaststellen van de Programmabegroting 2011-2014 heeft de raad besloten de renteomslag op 4% vast te stellen. Het verschil ten opzichte van de berekende renteomslag is een bestemmingsreserve ondergebracht om zo stabilisering van de renteomslag te bereiken. De stand van deze reserve bedraagt op begrotingsbasis ultimo 2013 € 4.135.000,-. Overige vrij aanwendbare reserves Alle overige (bestemmings)reserves zijn in bedrijfseconomische zin vrij aanwendbaar, voor zover er geen daadwerkelijke verplichtingen zijn aangegaan. Bestuurlijk is dat anders, omdat de raad een bepaalde bestemming voor deze reserves heeft vastgelegd. Die bestemming kan door de raad uiteraard gewijzigd worden. Stille reserves Stille reserves worden gevormd door aanwezige activa (bezittingen in bijvoorbeeld de vorm van panden en overige bedrijfsmiddelen), waarvan de vrije verkoopwaarde in het economisch verkeer hoger ligt dan de boekwaarde van deze bezittingen op de balans. Verkoopmogelijkheden van activa niet bestemd voor de publieke taak zijn sterk afhankelijk van specifieke omstandigheden en zullen van geval tot geval verschillend zijn. Daarom wordt in het kader van deze paragraaf geen rekening gehouden met mogelijke opbrengsten voor de berekening van de weerstandscapaciteit. Raming voor Onvoorziene uitgaven Het budget voor onvoorziene uitgaven is gefixeerd op € 161.400. Dat bedrag vormt tevens onderdeel van de structurele weerstandscapaciteit. Onbenutte belastingcapaciteit Bij het bepalen van de onbenutte belastingcapaciteit wordt vooral gekeken naar de nog aanwezige ruimte om belastingtarieven, uiteraard binnen de wettelijke kaders, te verhogen. Voor de berekening van de onbenutte belastingcapaciteit wordt de systematiek gehanteerd voor toelating tot artikel 12 van de Financiële Verhoudingswet (FVW). Primair gaat het om de onroerende zaakbelastingen, de rioolrechten en de afvalstoffenheffing. Uitgangspunt voor de rioolrechten, afvalstoffenheffing en overige retributies is dat ze 100% kostendekkend moeten zijn (toelatingseis artikel 12). Daarnaast is het mogelijk om de tarieven van de forensenbelasting, toeristenbelasting en hondenbelasting aan te passen. De opbrengst van de onroerende zaakbelasting van alle gemeenten samen mag niet meer stijgen dan de reële trendmatige groei van het bruto binnenlands product (+3% in 2013) (Macronorm). De macronorm is niet in wetgeving vastgelegd, maar is een bestuurlijke afspraak tussen het Rijk en de VNG. De afspraak is dat bij overschrijding van de macronorm het volume van het gemeentefonds kan worden verlaagd. Een kleine overschrijding van de norm bleef in de afgelopen jaren zonder gevolgen. De vaststelling van de hoogte van de tarieven is een autonome bevoegdheid van de raad. Natuurlijk geldt daarbij de vraag of de voorgestelde aanpassingen in de hoogte van de tarieven wenselijk of maatschappelijk verantwoord is. Die vraag wordt hier niet beantwoord. In deze paragraaf wordt slechts in beeld gebracht welke bestuurlijke opties er zijn om structurele ruimte te creëren om tegenvallers te kunnen opvangen. Op basis van de geschetste uitgangspunten is hierna een samenvatting gemaakt van de geprognosticeerde weerstandscapaciteit van de gemeente per 31-12-2013. Bij de incidentele middelen moet worden bedacht, dat deze eenmalig kunnen worden ingezet en dus alleen dienen voor de afdekking van incidentele risico’s. Incidenteel; per einde van het jaar: Algemene Reserve Bedrijfsreserve Grondbedrijf Subtotaal incidenteel Onvoorzien (structureel) Totaal aanwezige weerstandscapaciteit
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
Weerstandsvermogen obv prognose stand
4.675.664 23.344.718 28.020.382 161.400 28.181.782
- 80 -
Op basis van de nota weerstandsvermogen 2012-2013 bedraagt het totale benodigd weerstandsvermogen € 28,4 miljoen. Ultimo 2013 bedraagt op basis van de prognose het tekort op het weerstandsvermogen (€ 28.400.000 -\- € 28.181.782) € 218.000 afgerond. Bij de programmarekening 2012 zal het daadwerkelijk aanwezige weerstandsvermogen opnieuw berekend worden. Zowel bij de kadernota 2012 als in de programmabegroting 2012-2015 zijn aanvullende maatregelen opgenomen om het weerstandsvermogen op niveau te brengen. Deze maatregelen zijn meegenomen in de kolom Weerstandsvermogen obv prognose stand. Eén van deze maatregelen is geweest het inzetten van de bestemmingsreserve Multifunctioneel Theater ad € 9,4 miljoen. De bestemmingsreserve is dus niet meer gevuld. Bij de besluitvorming daaromtrent was de verwachting dat de vulling zou kunnen worden hersteld in de periode tot aan de daadwerkelijke investering in het beoogde nieuwe theater. Inmiddels is echter het financieel perspectief van de gemeente gewijzigd. Indien, op basis van de huidige inzichten, er gelden moeten worden vrijgemaakt voor de investering voor het theater, komt dit geld uit de algemene reserve en daalt dus het weerstandsvermogen. Op dit moment valt niet te verwachten dat dit weerstandsvermogen daarna weer snel op peil kan worden gebracht uit de lopende grondexploitaties. Deze staan als gevolg van de recessie allemaal onder druk. Het benodigde weerstandsvermogen voor de jaren 2014-2015 zal in 2013 opnieuw door de raad worden vastgesteld. Risico’s Zonder in herhalingen te vervallen, wordt voor een beschrijving van mogelijke risico’s ten aanzien van onze totale gemeentelijke bedrijfsvoering verwezen naar de Nota weerstandsvermogen van 1 maart 2012. Het is onrealistisch te denken, dat de risico’s op tal van beleidsterreinen in het huidig economisch klimaat de komende jaren zullen afnemen. Wij denken daarbij aan de zorgen over de decentralisatieoperaties van het Rijk, de mogelijk (structurele) gevolgen van extra rijksombuigingen, de ten opzichte van afgelopen jaren fors toegenomen werkloosheid met hogere bijstandslasten voor de gemeente(n) tot gevolg, lagere opbrengsten uit bouwleges door een gewijzigd bouwvolume met betrekking tot de woning- en kantorenmarkt, enzovoort. Door sturing en het treffen van de juiste beheersmaatregelen zal naar verwachting ook de komende jaren maximaal moeten worden ingezet op het verkleinen van deze risico’s. Tot slot worden nog een paar aspecten voor 2013 genoemd, die betrekking hebben op enkele gemeenschappelijke regelingen. Cijfermatig ziet één en ander er als volgt uit (afgerond): Omschrijving risico’s
Risico’s algemene dienst Risico’s grondexploitaties Garantierisico ReVu Garantierisico GGD Garantieregeling Muziekschool Garantierisico Inclusiefgroep 2006 Garantierisico Inclusiefgroep 2010 Garantierisico St. Openbare Bibliotheek Garantierisico Vitens Garantierisico ARN Garantierisico particuliere woningbouw Garantierisico sociale woningbouw
2013
P.M. P.M. P.M. P.M. 1.466.990 35.069 333.333 650.858 408.100 P.M. P.M. P.M.
2014
Omvang
P.M. P.M. P.M. P.M. 1.466.990 23.379 321.429 605.286 318.100 P.M. P.M. P.M.
2015
P.M. P.M. P.M. P.M. 1.466.990 11.690 309.479 556.200 228.100 P.M. P.M. P.M.
2016
P.M. P.M. P.M. P.M. 1.466.990 0 297.529 503.343 138.100 P.M. P.M. P.M.
Risico’s algemene dienst Ook het risicoprofiel voor de algemene dienst is toegenomen door de economische crisis. Enkele onderwerpen die hier worden aangestipt zijn: Er is geen rekening gehouden met mogelijke frictiekosten als gevolg van de organisatieontwikkeling en bezuinigingsoperatie. Wij willen u er dan ook op wijzen dat deze mogelijke kosten uit de algemene reserve moeten worden onttrokken. Het Centraal Planbureau heeft in juni 2012 het rapport “De Nederlandse economie t/m 2017, inclusief Begrotingsakkoord 2013” gepubliceerd. Onder invloed van de krimp in afgelopen maanden en de geraamde lage economische groei in de periode 2012/2013 loopt naar verwachting van de rekenmeesters van het Kabinet de werkgelegenheid verder terug en de werkloosheid op tot circa 6% van de totale beroepsbevolking. Dergelijke percentages zijn sinds het midden van de jaren negentig niet meer voorgekomen. Pas vanaf 2014 wordt een voorzichtig herstel verwacht op de arbeidsmarkt. In relatie tot de ontvangen rijksvergoedingen moet er rekening mee worden gehouden, dat ook de eerstkomende jaren de gemeente geconfronteerd wordt met hogere uitgaven op het gebied van
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 81 -
bijstandsuitkeringen en overige sociaal maatschappelijke regelingen. Zo is onder invloed van de huidige economische conjunctuur het aantal bijstandsgerechtigden toegenomen van afgerond 590 ultimo 2011 naar 630 per september 2012, een toename op lokaal niveau van 6,8%. Weliswaar heeft het Rijk in juli 2012, onder invloed van de minder gunstige conjuncturele ontwikkelingen het macrobudget met € 445 miljoen omhoog bijgesteld, maar of die aanpassing ook gelijke tred houdt met de uitgaven op de sociale zekerheid kan nu niet worden beantwoord. Bij de Kadernota 2012-2015 is rekening gehouden met een extra budgetinspanning SDV van € 661.000,- voor 2012 en in 2013 met € 277.000,- op het inkomensdeel WWB. In hoeverre de uitgaven meerjarig zich vervolgens weer stabiliseren, is sterk afhankelijk van het tempo waarin de economie zich herstelt en de arbeidsmarkt daarop anticipeert. Voor zover een verbetering van de lokale werkloosheidscijfers niet optreedt, zal de gemeente ook de komende jaren rekening moeten houden met tekorten. De opbrengsten uit bouwleges blijven sinds 2010 aanzienlijk achter bij de ramingen; naast minder woningaanpassingen wordt dit vooral veroorzaakt door een afnemende bouwproductie van met name grote(re) bouwprojecten. In hoeverre de gesignaleerde opbrengstderving in komende jaren geleidelijk afneemt door de ontwikkelingen Waterfront en Drielanden West kan nu niet worden gezegd. Ten tijde van het opstellen van deze begroting vindt er onderzoek plaats waarbij er diverse scenario’s worden uitgewerkt om de geschetste problematiek inzichtelijk te maken en met structurele dekkingsmaatregelen te komen. Door de economische recessie staan de grondexploitaties onder druk. Hierdoor kunnen mogelijk minder uren worden toegerekend aan grondexploitaties. Dit kan leiden tot instroom van uren in de algemene dienst. Effect decentralisaties: los van de economische tegenwind en de daaraan gekoppelde (extra) bezuinigingen worden taken vanuit hogere overheden overgeheveld naar de gemeenten. Concreet gaat het om de AWBZ, Wet Werken naar vermogen en de jeugdzorg. Deze decentralisaties gaan echter gepaard met een korting op de voor deze taken beschikbare middelen. Het Rijk gaat er vanuit dat gemeenten deze taken veel efficiënter kunnen uitvoeren vanwege hun kennis van de lokale omstandigheden en de mogelijkheden tot bundeling van taken. Omdat deze kortingen van rijkswege nog gerealiseerd moet worden schuilt hierin een risico. Ontwikkelingen in de algemene uitkering Maatschappelijke voorzieningen en overige activiteiten die met incidentele middelen zijn gerealiseerd; risico dat op termijn geen middelen aanwezig zijn om tot vervanging over te gaan (stille lasten); Het effect van open-einde-regelingen, waarbij de gemeente slechts een beperkte invloed heeft op de uiteindelijke omvang van de uitgaven. Belangrijkste voorbeelden zijn de uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, het leerlingenvervoer en de bijzondere bijstand.
Risico’s grondexploitaties Het grondexploitatieproces is het meest risicovolle proces binnen de gemeente. Het risicoprofiel is onder invloed van de effecten van de economische crisis aanzienlijk toegenomen. Relevante onderwerpen die binnen de kaders van de Programmabegroting 2013-2016 aan de orde zijn: Een afnemende aanwezigheid van winstgevende grondexploitaties door noodzakelijke afwaarderingen; zo zal een verlieslatende grondexploitatie moeten worden afgewaardeerd tot het bedrag van de verwachte verkoopprijs en moet voor dat bedrag een voorziening worden getroffen; Onduidelijkheid over de vraag of en in welke mate herstel van de woningen- en kantorenmarkt plaatsvindt, met eveneens nadelige effecten voor de financiële positie van het grondbedrijf (o.a. druk op verkoopprijzen, voorraadrisico’s met langer braakliggende, onverkochte gronden); Wijzigingen in het woningbouwprogramma door provinciaal en/of rijksbeleid. Overige Risico’s ReVu Al een aantal jaren streeft de Revu naar de overdracht van de stortplaats plaats te laten vinden. Hierin is zij echter afhankelijk van de provincie en de Ledigheid. Begin 2012 zijn de eerste gesprekken met de provincie gestart over de bepaling van het bedrag, dat gemoeid gaat met de overdracht. Deze gesprekken moeten leiden tot een overdracht in 2012. Vooralsnog gaan we er dan ook vanuit dat de Revu met ingang van 2013 is overgedragen aan de provincie. Op dit moment wordt er nog van uitgegaan dat bij opheffing een tekort ontstaat van € 240.000,--. De gemeente Harderwijk heeft hiervoor een voorziening getroffen voor het aandeel in het tekort van € 84.000,Vooralsnog is er geen aanleiding deze voorziening te verhogen dan wel te verlagen.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 82 -
GGD Gelre-IJssel De gemeente Harderwijk is op 1 januari 2008 toegetreden tot deze gemeenschappelijke regeling. De fusie tussen de GGD van de regio Noord-Veluwe en de GGD-Gelre-IJssel is op 31 maart 2008 geëffectueerd. Aan deze regeling nemen 21 gemeenten deel. De GGD Gelre-IJssel voert de wettelijke gezondheidstaken uit. Het Algemeen Bestuur is, op basis van de nota Weerstandsvermogen, van mening dat het voldoende is, dat de GGD van het weerstandsvermogen voor de basisproducten 50% aanhoudt als reserve. Per saldo 2,5%, in plaats van 5% van de betreffende omzet. De overige 50% van het weerstandvermogen voor de basisproducten wordt geacht bij de deelnemende gemeenten te zijn gereserveerd. Het is aan de gemeente te bepalen hoe zij hier mee om willen gaan. In de programmabegroting 2012 van de GGD wordt rekening gehouden met een bedrag van € 268.000,-. Dit bedrag wordt geacht te worden aangehouden bij de gemeenten volgens de instelling. Ongeveer 5,7% van de bijdrage per inwoner wordt door Harderwijk betaald. Het risico dat Harderwijk loopt bedraagt ca. € 15.000,-. Gezien het bedrag is hiervoor geen afzonderlijke voorziening getroffen. Muziekschool Noordwest Veluwe De bestuurlijke ontvlechting is ingegaan op 1 januari 2012. Dat betekent, dat de instelling vanaf die datum niet meer wordt gesubsidieerd als gemeenschappelijke regeling, maar als een instelling met budgetsubsidie. Één van de voorwaarden om te komen tot bestuurlijke ontvlechting was de gemeentelijke garantstelling gedurende een periode van 15 jaar. Vanwege de bestuurlijke ontvlechting moesten een aantal zaken op het gebied van de uitkeringsverplichtingen worden geregeld. Omdat de personeelsleden vallen onder de rechtspositieregeling gemeenten (CAR/UWO) is dat geregeld via een garantstellingsovereenkomst. Hierin is opgenomen dat elke gemeente zich gedurende 15 jaar garant stelt voor de uitkeringsverplichtingen voortvloeiend uit de rechtspositiebepalingen, die van toepassing zijn op de medewerkers van de muziekschool. Voor Harderwijk is de garantstelling gemaximeerd op € 1.466.990,-. Omdat de muziekschool wordt geconfronteerd met bezuinigingen van de subsidiërende gemeenten, zal de instelling als gevolg daarvan de uitgaven moeten beperken. De grootste kostenpost zijn de salarissen van de muziekdocenten. Op grond van het voor het personeel geldende sociaal plan bedraagt de mobiliteitspremie in 2012 100%, geleidelijk aflopend in de volgende jaren. Het zittende personeel is gemakkelijker tot vertrek te verleiden bij een mobiliteitspremie van 100%. Daar wordt door het bestuur van de instelling nadrukkelijk op aangestuurd. Vanwege het ontbreken van middelen en de garantstelling van de gemeenten, verzoekt de instelling de gemeenten om een bijdrage in de mobiliteitspremie. Voor eind 2012 zal bekend zijn welk beroep hiervoor op de gemeente wordt gedaan. Na honorering van dit verzoek zal de oorspronkelijke garantstelling naar beneden worden bijgesteld. Inclusief Groep NV Voor twee leningen wordt garant gestaan. Van een lening uit 1995 van oorspronkelijk € 1.145.576,- is nog een restant hoofdsom over van € 245.483,-. Harderwijk staat hiervoor garant voor 1/7 deel is € 35.069,-. Eind 2010 is besloten garant te staan voor 1/7 deel van een lening van € 2,5 miljoen, namelijk € 409.134,voor de financiering van de bouw van een CO-2 neutraal bedrijfsverzamelgebouw. Begin 2013 staat Harderwijk hiervoor nog garant voor een bedrag van € 333.333,-. Het negatieve resultaat van 2011 van ca. € 1,1 miljoen is ten laste van het eigen vermogen gebracht, dat ultimo 2011 nog € 5 miljoen bedraagt. Dankzij het in 2011 uitgevoerde Koersplan voor een vitale organisatie kon voor 2012 een sluitende begroting worden gepresenteerd. Op basis van de cijfers van het eerste kwartaal 2012 wordt nu een klein positief resultaat verwacht over 2012. De nieuwe Wet Werken Naar Vermogen (WWNV) is controversieel verklaard en werd niet meer in behandeling genomen. Waarschijnlijk is die wet ook bij een volgend kabinet van de baan. Met ingang van 2013 ontstaat nog wel een gering tekort van € 840,- per SE. Bij 228 SE voor Harderwijk komt dat neer op ca. € 190.000,-. Gemeenten kunnen dat oplossen door dit bedrag ten laste van het participatiebudget te brengen, of het verhogen van de inverdiencapaciteit. Anders kan het op termijn ten laste van de algemene middelen komen. St. Openbare Bibliotheek Sinds 1982 staat Harderwijk garant voor de geldlening ten behoeve van de bouw van de bibliotheek. Sinds 1995 is besloten garant te staan voor de herfinanciering van de annuïtaire lening tegen een lagere rentevergoeding. De garantstelling in 1995 bedroeg € 1.075.005,- en loopt tot en met 2023. Het restant van de lening per begin 2013 bedraagt € 650.858,-. Tot nu toe heeft de Bibliotheek altijd aan de betalingsverplichting van rente en aflossing voldaan. In het kader van de bezuinigingen wordt de subsidie met ingang van 2014
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 83 -
afgebouwd van € 9,5 naar € 6,6 ton voor de jaren 2014 en 2015. En vanaf 2016 naar € 5 ton. Deze bezuiniging vergroot de kans dat de instelling niet meer aan de betalingsverplichting kan voldoen en de gemeente wordt aangesproken op de afgegeven garantstelling. Vitens Vitens is in 2002 tot stand gekomen door een fusie van de drinkwaterbedrijven Nuon Water, Waterbedrijf Gelderland en Waterleiding Maatschappij Overijssel. Vitens is een publiek bedrijf en heeft als voorzieningsgebied Friesland, Gelderland, Overijssel, de gemeente Noordoostpolder en een aantal gemeenten in Drenthe. In tegenstelling tot andere provinciale en gemeentelijke overheden bezit de gemeente Harderwijk geen aandelen in het maatschappelijk kapitaal van Vitens. Als juridische rechtsopvolger staat de gemeente bij Vitens wel nog borg voor haar aandeel in een geldlening van het v.m. Waterbedrijf Gelderland van € 17,26 miljoen. Op basis van ontvangen informatie van Vitens neemt de borgstelling komende jaren verder af met jaarlijks circa € 90.000,-. ARN Door de verkoop van de aandelen ARN in 2011 is er door de huidige aandeelhouders een nieuwe bankgarantie afgegeven gewaarborgd bij de ING. Formeel kan de oorspronkelijke bankgarantie niet ingetrokken worden. In bovenstaande tabel zijn de bedragen zoals deze in de oorspronkelijke bankgarantie zijn opgenomen niet meer vermeld. In de praktijk is het risico, doordat er een nieuwe garantie is afgegeven, nihil. Garantierisico particuliere woningbouw Sinds 1 januari 1995 is de garantiestructuur voor bevordering van het eigen woningbezit, de Nationale Hypotheek Garantie (NHG), ondergebracht bij de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW). Hierbij is er sprake van landelijk geldende uniforme voorwaarden, zoals toetsing door financiers en een door de koper te betalen borgtochtprovisie. Per 1 januari 1999 is de garantiefaciliteit van de WEW uitgebreid voor de hypothecaire financiering van het (achterstallig) onderhoud en woningverbetering. Hierbij wordt de mogelijkheid gegeven om niet alleen bij aankoop van een woning, maar ook na aankoop van een woning achterstallig onderhoud dan wel woningverbetering te financieren met NHG-garantie. De kostengrens voor NHG-garantie is per 1 juli 2012 vastgesteld op € 320.000,- (was € 350.000,-). Consumenten kunnen o.a. tegen een lagere rente een hypotheek afsluiten, waarbij het voordeel kan oplopen tot 0,6%. De risicodekkende premie die de eigenaar-bewoner moet betalen en het fondsvermogen van het Waarborgfonds dienen in eerste instantie tot dekking van het risico, indien de hypothecaire verplichtingen niet worden nagekomen. Voor het Rijk en de gemeente is er een achtervang positie ingenomen van elk 50%. De achtervangfunctie is gerealiseerd in de vorm van privaatrechterlijke overeenkomsten tussen het WEW en het Rijk en alle gemeenten. Voor Harderwijk is deze door de raad vastgesteld d.d. 13-10-1994 nr. 82 en 19-11-1998 nr. 76. De economische crisis maakt duidelijk dat aan de financiering van het eigen woningbezit, voor alle hierbij betrokken partijen, risico’s zijn verbonden al zijn deze moeilijk te kwantificeren. Uit de liquiditeits-prognose blijkt dat het WEW, naar verwachting, voor de jaren t/m 2016 geen beroep zal doen op de ingenomen achtervangfunctie door het Rijk en de gemeenten. Tussen de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Rijk is inmiddels afgesproken dat de achtervangfunctie van de gemeenten ten aanzien van nieuwe borgstellingen per 01-01-2011 wordt beëindigd. Vanaf 1 januari 2011 is de achtervang voor garanties die worden afgegeven voor 100% een zaak van het Rijk. De achtervangfunctie van de gemeenten ten aanzien van de tot 1 januari 2011 verstrekte garanties blijft bestaan. Garantierisico sociale woningbouw De bestaande risico's van de door de gemeente gegarandeerde woningbouw leningen zijn in het verleden overgedragen aan het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Daadwerkelijk heeft dit zijn beslag gekregen en zijn de overeenkomsten tot vrijwaring met de gemeente getekend. De directe financiële risico's van de door de gemeente gegarandeerde woningbouwleningen zijn hierdoor verdwenen. De overname van risico's vloeien voort uit de in het verleden verstrekte gemeentegaranties voor: Gemeenteleningen; Kapitaalmarktleningen met gemeentegarantie;
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 84 -
Kapitaalmarktleningen met gemeentegarantie en contragarantie van het rijk.
Aan de overname van genoemde risico's zijn voor de gemeente geen kosten verbonden. Van de corporaties wordt gevraagd een obligo aan te houden ter grootte van 2 1/2% van het nominale bedrag waarvoor het WSW borg staat tot het moment van herfinanciering. Het Rijk en de gemeente (ieder voor de helft) vervullen een zogenaamde tertiaire achtervang positie. In eerste instantie wordt het kapitaal van het WSW aangesproken; vervolgens worden de corporaties zelf aangesproken voor de afgegeven obligo's en in de derde plaats het Rijk en de gemeente. Het schuldrestant van de door de WSW in totaliteit geborgde leningen in onze gemeente bedroeg per 31 december 2011 € 204,3 miljoen. Ondanks dat de zekerheidsstructuur van het WSW zondermeer goed is te noemen zijn aan de achtervang financiële risico’s verbonden, die moeilijk kwantificeerbaar zijn. In opdracht van de VNG gaat een commissie onderzoek doen naar de financiële risico’s van de achtervangpositie. Dit onderzoek is ingesteld vanwege de financiële problemen bij Vestia. Uitgangspunt in de gemeente Harderwijk is altijd gericht geweest op een risicomijdend financieel beleid met als uitgangspunt een gelimiteerde achtervangovereenkomst met het WSW aan te gaan, waarbij per corporatie een maximaal bedrag aan te borgen leningen is vastgelegd en tevens is uitgegaan van een tijdslimiet van maximaal 5 jaar, waarna evaluatie kan plaatsvinden.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 85 -
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 86 -
3.6.3 Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen P o rt ef e ui l l e ho u de r: A fd el i n g:
W eth o ud e rs D en B es t e n, D e K l ei ne e n T e e ni n g a B e he e r Op e nb a r e R ui mt e / V as t go e d & W o ne n / S a me n l e v i ng
Algemeen Het onderhoud van de kapitaalgoederen legt een beslag op een aanzienlijk deel van de financiële middelen van de gemeente. Kapitaalgoederen zijn ruwweg verdeeld naar de categorieën wegen, water, groen en gebouwen. Het onderhoud van deze kapitaalgoederen is van groot belang voor het zo optimaal mogelijk functioneren van de gemeente, onder meer op het gebied van vervoer, leefbaarheid en veiligheid. Meer specifiek gaat het in deze paragraaf om de planning en uitvoering van de te verrichten onderhoudswerkzaamheden aan de diverse categorieën kapitaalgoederen, inclusief de bijbehorende financiële consequenties. Onderhoud is nodig om kapitaalvernietiging te voorkomen. In de diverse beleidsen beheerplannen heeft de raad de kaders vastgesteld voor de uitvoering van het onderhoud. Het vastgestelde onderhoudsniveau en de kwaliteit van de kapitaalgoederen zijn daarbij bepalend voor de jaarlijkse lasten. Voor zover aanwezig worden onderhoudsvoorzieningen gevuld door een jaarlijkse storting ten laste van de begroting. Openbare ruimte Beleidskader Het beleid voor het beheer van onze openbare ruimte is in het voorjaar van 2011 met het Integraal Beheerplan Openbare Ruimte opnieuw vastgelegd (raadsbesluit 20 januari 2011). Het plan (IBOR) heeft als motto “Samen werken aan een openbare ruimte in beweging” en geeft in hoofdlijnen aan hoe de gemeente Harderwijk alle onderdelen van de openbare ruimte op een doelgerichte en planmatige wijze beheert. Beleidsuitgangspunten, streefkwaliteit, ontwikkelingen 2010-2014 en kosten zijn in het IBOR gerubriceerd naar de productgroepen blauw (water, riolering), bruin (reiniging, afval), grijs (wegen, openbare verlichting, civieltechnische kunstwerken) en groen (openbaar groen, speelplaatsen). Het plan agendeert tevens belangrijke thema’s voor het beheer en vormt daarmee een schakel tussen de vigerende beleidsplannen en de meerjaren onderhoudprogramma’s. De strategie voor het beheer kent twee fasen. Het beheerplan vormt de eerste fase in het integrale beleid en beheer voor de producten in de openbare ruimte en is gericht op het technisch en verzorgend planmatig beheer. De tweede fase bestaat uit het opstellen van integrale wijk- en buurtbeheerplannen, waarin het technisch beheer, klantgericht werken en sociale aspecten samenkomen. Uitvoering en financiële consequenties Wegen Het IBOR is maatgevend voor het in stand houden van de verhardingen. Aan de hand van de landelijke CROW normen is het kwaliteitsniveau bepaald op niveau C en de dekking van dit niveau geregeld in het IBOR. Deze richtlijnen hebben geen wettelijke status, maar worden landelijk erkend en toegepast. Er is sprake van planmatig jaarlijks onderhoud (belijning, onkruidbestrijding), meerjarig onderhoud (vervanging van op basis van technische en economische levensduur), curatief onderhoud (herstellen van schade) en van meer projectmatige werkzaamheden (grootschalige vervanging, renovatie en reconstructie). De technische levensduur wordt mede bepaald door met een frequentie van eens in de 3 jaar het gehele areaal te inspecteren. De exploitatielasten bestaan uit onderhoud, vervanging, en herstel schades. Voor 2013 en 2014 is hier afgerond € 1.550.000,- voor geraamd. Civiele kunstwerken Het IBOR is maatgevend voor het in stand houden van de civiele kunstwerken. Voor de civieltechnische kunstwerken geldt het Kunstwerken Informatie Onderhoudssysteem, waarbij de eis is gesteld dat de civiele kunstwerken moeten functioneren en het beheer wordt uitgevoerd op basis van een planmatige verouderingstijd. Het benodigde beheer volgt uit een inspectie (een keer per 3 jaar). De exploitatielasten bestaan jaarlijks planmatig onderhoud, planmatig meerjaren onderhoud en herstel schades. Voor 2013 en 2014 is hier afgerond € 106.000,- voor geraamd. In de exploitatie is vervanging niet
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 87 -
opgenomen. In het IBOR is een lijst van alle civiele kunstwerken opgenomen met vervangingsjaar. De kosten moeten separaat aangevraagd worden. Voor 2016 staat de eerste brug op de nominatie, de Rietmeenbrug. Deze kosten zijn gedekt en meegenomen met het project “fietsbrug over de A28”. Openbare verlichting en Technische installaties Het IBOR is maatgevend voor het in stand houden van de openbare verlichting en de technische installaties. Aan de hand van landelijke normen, de richtlijnen en aanbevelingen van de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSVV), wordt het verlichtingsniveau bepaald. Deze richtlijnen hebben geen wettelijke status maar worden landelijk erkend en toegepast. De technische installaties moeten in principe altijd functioneren. Hiervoor is een service level agreement met de norm van verhelpen van storingen binnen 24 uur Er is sprake van planmatig jaarlijks onderhoud, planmatig meerjaren onderhoud (vervanging van onderdelen en lichtmasten op basis van technische en economische levensduur), curatief onderhoud (herstellen van schade) en van meer projectmatige werkzaamheden (grootschalige vervanging, renovatie en reconstructie). De exploitatielasten bestaan o.a. uit energielasten, onderhoud en vervanging en herstellen van schades. Voor 2013 is hier afgerond € 695.000,- voor geraamd. Met ingang van 2014 neemt het budget door de bezuinigingen af tot jaarlijks circa € 644.000,-. Straatmeubilair Het IBOR is maatgevend voor het in stand houden van het straatmeubilair. Aan de hand van de landelijke CROW normen is het kwaliteitsniveau bepaald op niveau B en de dekking van dit niveau geregeld in het IBOR. Deze richtlijnen hebben geen wettelijke status maar worden landelijk erkend en toegepast De exploitatielasten bestaan uit onderhoud, vervanging, en herstel van schades. Vanaf 2013 is hier jaarlijks afgerond € 227.000,- voor geraamd. Riolering Het GRP en het IBOR zijn maatgevend voor het in stand houden van de rioleringen. Voor de rioleringen is de streefkwaliteit vastgesteld op niveau C. Dit is een “Harderwijkse” vertaling van landelijke erkende richtlijnen, maar hebben geen wettelijke status. De totale vervangingswaarde van de riolering bedraagt € 255 miljoen. De exploitatielasten bestaan uit onderhoud en vervanging en herstel schades. Voor 2013 en 2014 is hier afgerond € 2.074.500,- voor geraamd. Water Het beheerplan watergangen is maatgevend voor het in stand houden van de watergangen. Het gaat hier om watergangen voornamelijk in het buitengebied met een schouwplicht. De stedelijke watergangen zijn in eigendom en beheer bij het Waterschap. Bij de volgende evaluatie van het IBOR worden de watergangen meegenomen en komt het huidige beheerplan watergangen te vervallen. De exploitatielasten bestaan uit onderhoud en herstel schades. Voor 2013 en 2014 is hier afgerond € 25.000,- voor geraamd. Groen Het IBOR is maatgevend voor het in stand houden van de groenvoorzieningen. Aan de hand van de landelijke CROW normen is het kwaliteitsniveau bepaald op niveau C en de dekking van dit niveau geregeld in het IBOR. Deze richtlijnen hebben geen wettelijke status, maar worden landelijk erkend en toegepast. Voor de bomen streven we naar duurzame instandhouding van het bomenbestand en voldoen aan de wettelijke zorgplicht. Er is sprake van planmatig jaarlijks onderhoud, meerjarig onderhoud, vervanging op basis van technische en economische levensduur, curatief onderhoud (herstellen van schade) en van meer projectmatige werkzaamheden (grootschalige vervanging, renovatie en reconstructie). De exploitatielasten bestaan uit onderhoud, vervanging en herstel van schades. Voor 2013 en 2014 is hier afgerond jaarlijks circa € 2.760.000,-.voor geraamd. Speelplaatsen Het IBOR is maatgevend voor het in stand houden van de speelplaatsen. Bij spelen gaat het om het handhaven van een veilige speelomgeving. De gemeente kent een zorgplicht om de veiligheid van de
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 88 -
speelvoorzieningen te waarborgen. De veiligheid heeft betrekking op de onderhoudstoestand van de speeltoestellen en valondergronden, conform de regels in het Warenwetbesluit Attractie- en Speelvoorzieningen. Het onderhoud bestaat uit onder meer het vervangen en repareren van speeltoestellen, het uitvoeren van functionele en visuele inspecties en het bijhouden van logboeken. De totale kosten voor onderhoud en vervanging bedragen circa € 334.000,- per jaar. Gemeentelijk vastgoed (gebouwen en terreinen) De vastgoedportefeuille van de gemeente kent een divers karakter. Van scholen voor het onderwijs, tot gebouwen voor kunst en cultuur, sport, brandweerkazerne, tot bedrijfsgebouwen, diverse monumentale objecten en overige panden in gemeentelijk eigendom. Beleidskader De doelstellingen voor het gemeentelijk vastgoed kennen de volgende speerpunten: professioneel vastgoedmanagement, adviseren en projectmanagement. Het beleidskader voor de uitvoering van het planmatig onderhoud aan de gemeentelijke gebouwen is de rapportage planmatig onderhoud 2006-2015 en voor de onderwijsaccommodaties de rapportage over de periode 2011-2020. Hierin worden inzichtelijk gemaakt, welke onderhoudswerkzaamheden noodzakelijk zijn. Dat wordt gekoppeld aan de toekomstvisie voor het gebruik van de gebouwen. Daarnaast zijn de mutaties op het gebouwenbestand en de meest omvangrijke werkzaamheden toegelicht. In het 4e kwartaal van 2012 wordt een accommodatiebeleidsplan, ten aanzien van het maatschappelijk vastgoed, ter besluitvorming aan de raad aangeboden. In dit plan worden op hoofdlijnen de ambities en doelen bepaald en worden keuzes gemaakt die in het beheer van het vastgoed moeten worden gemaakt om met de beschikbare middelen de kwaliteit van het vastgoed te borgen. De implementatie c.q. verdere uitwerking van het plan start begin 2013. Uitvoering en financiële consequenties Het onderhoudsniveau is gebaseerd op sober en doelmatig onderhoud. Het cyclische karakter van het planmatig onderhoud brengt met zich mee, dat er jaarlijkse fluctuaties optreden in het uitgavenpatroon. Om geplande en verwachte uitgaven te egaliseren is er, naast de jaarlijks beschikbare onderhoudsbudgetten ten behoeve van het preventief en correctief onderhoud, een voorziening onderhoud gemeentelijke gebouwen (inclusief technische installaties) en een voorziening onderhoud onderwijsaccommodaties gevormd. Beide voorzieningen zijn gebaseerd op een periodiek te actualiseren vastgestelde meerjaren onderhoudsrapportage. De eerstvolgende evaluatie voor de huidige dotatie aan de egalisatievoorziening onderhoud gemeentelijke gebouwen is nog voorzien in het lopende jaar 2012 en voor onderhoud onderwijsaccommodaties in 2014. In het najaar van 2012 zal voor de periode 2012-2013 het uit te voeren groot onderhoud van de diverse gemeentelijke gebouwen ter bestuurlijke besluitvorming worden voorgelegd. Voor het groot onderhoud ten laste van de egalisatievoorziening onderhoud onderwijsaccommodaties vindt dat jaarlijks in het najaar plaats, via de vaststelling in het college van het “Programma en Overzicht Onderwijshuisvesting”. Voor 2013 staan o.a. de volgende werkzaamheden aan groot onderhoud gepland:
Renoveren voegwerk Stadhuis Deelvervanging buitengevels De Sypel Inpandige renovatie 2-tal schoolgebouwen Renoveren dakbedekking schoolgebouw IJsselmeerpad
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
€ 175.000,€ 100.000,€ 255.000,€ 157.000,-
- 89 -
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 90 -
3.6.4 Paragraaf Financiering P o rt ef e ui l l e ho u de r: A fd el i n g:
W eth o ud e r D e n B e s t en C o nc e rn o nd e rs te u ni ng
Algemeen De financieringsparagraaf komt voort uit de Wet financiering decentrale overheden (Wet FIDO). Deze wet stelt regels voor het financieringsgedrag van gemeenten. De financieringsparagraaf is in samenhang met het gemeentelijk treasurystatuut een belangrijk instrument voor het transparant maken en daarmee voor het sturen van, beheersen en controleren van de treasuryfunctie binnen de gemeente. De treasuryfunctie ondersteunt de uitvoering van de programma’s in de begroting. Kortweg heeft deze functie betrekking op het tijdig beschikbaar hebben van voldoende financieringsmiddelen tegen zo gunstig mogelijke tarieven, rekening houdend met de regels omtrent de kasgeldlimiet en de aard van de financieringsbehoefte. Voorts adviseert de treasuryfunctie over het scheppen van randvoorwaarden voor een zo goedkoop mogelijk betalingsverkeer, de beleidsmatige bewaking van betalingstermijnen (in- en uitgaande geldstromen) en het uitzetten van geldmiddelen die niet direct nodig zijn. De armslag die het college heeft bij uitvoering van deze functie hangt samen met het door de raad vastgestelde risicoprofiel. Meer armslag betekent meer beleidsvrijheid en kans op hoger rendement. De gemeente Harderwijk heeft gekozen voor een laag risicoprofiel. (zie treasurystatuut waarin de beleidsvrijheid is vastgelegd, raadsbesluit van 2 februari 2012). Regelgeving Het beleid van Harderwijk voor de treasuryfunctie is vastgelegd in de financiële beheersverordening 2011 en in het treasurystatuut 2012. Op het gebied van wet- en regelgeving zijn een aantal wijzigingen geweest. Als belangrijkste wijzigingen kunnen worden genoemd: het verbod op hypotheekverstrekking aan ‘eigen’ personeel (en bestuur) wat in Harderwijk al jaren niet meer de praktijk was; een nieuwe renterisiconorm wat inhoudt dat de jaarlijkse verplichte aflossingen en herfinancieringen niet meer dan 20% mogen bedragen van de totale vaste schuld begin boekjaar; een wijziging van de minimale rating waarbij gelden worden uitgezet. Door de wijziging wordt de ondergrens single A opgehoogd naar double A bij uitzettingen, die een looptijd hebben langer dan 3 maanden. Een dergelijke rating geeft de kredietwaardigheid van een financiële instelling weer. Zo staat de A-rating voor “zeer kredietwaardig”. Naast genoemde wijzigingen, als gevolg van wijzigingen in de regelgeving, is besloten het gebruik van financiële derivaten niet meer toe te staan. De derivatenproducten en hun (risico)effecten zijn uitermate complex. Zonder de vereiste adequate kennis zal het gebruikt hiervan tot vervelende ervaringen kunnen leiden. De wijziging heeft geen gevolgen voor de treasury praktijk, omdat geen gebruik werd gemaakt van deze instrumenten. Strategienota Jaarlijks wordt, conform het treasurystatuut een strategienota opgesteld. Deze nota heeft de volgende opzet: overzicht en analyse huidige financiële positie van de gemeente; prognose van de ontwikkelingen op de financiële markten; liquiditeitsprognose; voorgenomen strategie met een uitwerking van de voorgenomen maatregelen; renteresultaat (stand per peildatum gerelateerd aan de begroting renteresultaat); rentestructuur en de verwachtingen hierover. Risicoprofiel Uit deze punten komt onder meer naar voren dat Harderwijk heeft gekozen voor een laag risicoprofiel. Bij de keuze van het risicoprofiel geldt: hoe lager het risico hoe lager het rendement (positief en negatief). Risicobeheer Voor het begrotingsjaar 2013 zal Harderwijk volgens de huidige liquiditeits- en financieringsplannen binnen de kasgeldlimiet en de renterisiconorm blijven.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 91 -
Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet is gelimiteerd tot 8,5% van het bedrag van de begroting. Met deze limiet wordt de omvang van de kortlopende leningen beheerst. Rente risiconorm De rente risiconorm heeft tot doel het beheersen van de renterisico’s op de vaste schuld door het aanbrengen van spreiding in de looptijden van de leningenportefeuille. Bij een gelijkmatige opbouw van de leningenportefeuille, waarbij niet in enig jaar een onevenredig groot deel geherfinancierd behoeft te worden, wordt het renterisico op de vaste schuld gespreid over de jaren. Een verandering van de rente heeft dan geen schokeffect tot gevolg en werkt zodoende vertraagd door op de rentelasten en -baten. De rente risiconorm wordt berekend door het wettelijk vastgestelde percentage van 20% te vermenigvuldigen met de totale schuld aan het begin van het begrotingsjaar. In 2011 zijn we binnen de rente risiconorm gebleven. De rente risiconorm blijft ook de komende 5 jaar binnen de norm van 20%.
Jaarschijf
1a Renteherziening vaste schuld o/g 1b Renteherziening vaste schuld u/g 2 Netto-saldo herziening (1a-1b)
Rekening 2011 0 0 0
Begroting 2012 0 0 0
Begroting 2013 0 0 0
Begroting 2014 0 0 0
Begroting 2015 0 0 0
Begroting 2016 0 0 0
3a Nieuw aangetrokken vaste schuld 3b Nieuw verstrekte leningen u/g 4 Netto-saldo aangetrokken (3a-3b) 5 Betaalde aflossingen
20.000 0 20.000 1.786
40.000 0 40.000 1.786
0 0 0 16.786
0 0 0 16.786
0 0 0 16.786
0 0 0 16.786
1.786 1.786
1.786 1.786
0 0
0 0
0 0
0 0
19.642 20%
37.857 20%
76.071 20%
59.286 20%
42.498 20%
25.712 20%
3.928
7.571
15.214
11.857
8.500
5.142
3.928 1.786 2.142
7.571 1.786 5.785
15.214 0 15.214
11.857 0 11.857
8.500 0 8.500
5.142 0 5.142
6 Herfinanciering (laagste van 4 en 5)) 7 Renterisico op vaste schuld (2+6) Renterisiconorm 8 Vaste schuld per 1-1 9 Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage 10 Renterisiconorm (8x9) Toets renterisiconorm 10 Renterisiconorm 11 Renterisico op vaste schuld 12 Ruimte (10-7)
Financieringsbehoefte en leningenportefeuille Normale bedrijfsvoering Voor de periodieke uitgaven (lonen, reguliere budgetten) en inkomsten (belastingen, gemeentefonds) is een redelijk betrouwbare liquiditeitsprognose voorhanden. Per saldo levert dit echter op jaarbasis (verspreid binnen het jaar nog wel) geen grote mutaties op in de financieringsbehoefte. Grondexploitaties Grondexploitaties worden jaarlijks herzien aan de hand van ontwikkelingen. De huidige recessie zal naar verwachting zijn sporen trekken aan de inkomstenkant, wat weer gevolgen heeft voor het uitgaventempo. Daarnaast kunnen procedures behoorlijk roet in de planning gooien. Het project Waterfront, waarbij formele procedures geleid hebben tot forse vertraging, is hiervan een sprekend voorbeeld. Daarmee nemen de onzekerheden over geldstromen toe. Wel is in de liquiditeitsprognose af te lezen, dat er veel investeringen worden gedaan voor het Waterfront. Aanwending NUON-gelden In 2009 zijn de NUON aandelen verkocht. De eerste termijnen van de verkoop zijn ontvangen. De laatste 2 tranches zullen in 2013 en 2015 plaatsvinden voor respectievelijk € 5.991.000,- en € 8.387.000,-. In 2012 is de aandeelhouders voorgesteld om de verkoop van de 3e tranche te vervroegen. Aanleiding hiervoor was de omvang van de liquide middelen van NUON/Vattenfall. Besloten is niet in te gaan op dit aanbod. Gezien de huidige rentestand was dit uit rendementsoogpunt niet aantrekkelijk. Overige in- en uitgaande geldstromen In het kader van een verdere professionalisering van de bedrijfsvoering zal de informatiestroom, over op korte en langere termijn verwachte uitgaven (zoals subsidies, investeringen, bijdragen) en inkomsten (zoals subsidies en verkopen), vollediger moeten worden en een hogere betrouwbaarheidsgraad moeten krijgen. Regelmatig (planning is 4 maal per jaar) wordt hiervoor de liquiditeitsprognose geactualiseerd.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 92 -
Leningenportefeuille De samenstelling van de leningenportefeuille is de resultante van de liquiditeitsprognose. Op 1 augustus 2012 bestaat de langlopende leningenportefeuille uit een lening van € 16.071.429,- bij de Nederlandse Waterschapsbank tegen een rentepercentage van 3,609%. Verder is in 2011-2012 bij de BNG een lening aangetrokken van in totaal € 60.000.000,- tegen een rentepercentage van 1,985%. Vanaf 2013 zal deze lening in vier jaar worden afgelost. De condities van de lening waren ten tijde van de meerjarenbegroting 2012-2015 nog niet bekend. Er werd uitgegaan van een rentepercentage van 3,75%. Doordat de werkelijke rente aanzienlijk lager is uitgevallen, levert dit een structureel voordeel op. De gemeente Harderwijk hanteert het principe van totaalfinanciering en past geen projectfinanciering toe. EMU-saldo In het bestuurlijk overleg is afgesproken dat het EMU-saldo over het jaar t-1 en t+1 in de begroting wordt opgenomen, zodat besturen van GR’en, gemeenteraad en provinciale staten inzicht hebben in het EMUsaldo. Het EMU saldo wordt berekend volgens onderstaande tabel. Omschrijving
1 2 3 4 5 6 7 8 9 1 0
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) Afschrijvingen ten laste van de exploitatie Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4 Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voorzover niet op de exploitatie verantwoord Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan) Baten bouwgrondexploitatie: Baten voorzover transacties niet op de exploitatie verantwoord Lasten op de balanspost Voorzieningen voor zover deze transacties met derden betreffen Lasten i.v.m. transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten Verkoop van effecten:
1 1 a Gaat u effecten verkopen? (ja/nee) b Zo ja wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie? Berekend EMU-saldo
2012
(volgens realisatie t/m september 2012, aangevuld met raming resterende periode)
2013
(volgens begroting 2013)
2014
(volgens meerjarenraming in begroting 2013)
-9.761
4.384
5.348
23.096 1.886 7.429
3.883 1.394 735
3.808 1.395 1.594
Nee
Nee
Nee
7.792
8.926
9.057
In-/externe ontwikkelingen Rentebeleid Door de huidige onrust op de financiële markten als gevolg van o.a. de Europese schuldencrisis is het lastig een goede verwachting uit te spreken over de ontwikkeling van de rentekosten en rentebaten. De BNG verwacht voor 2013 in haar rentevisie een licht oplopende (lange) rente, bij een gematigde inflatie. Ten behoeve van een stabiel begrotingsbeleid houden wij in deze begroting vast aan de in 2011 in gang gezette lijn van een vaste rekenrente van 4% voor investeringen (inclusief grondexploitatie). In de jaarrekening worden de rentelasten en –baten verantwoord op basis van werkelijke uitgaven en inkomsten. Met het hanteren van een vaste rekenrente wordt voorkomen dat er grote schommelingen in het percentage van jaar tot jaar ontstaan. Met name is dit relevant bij een bouwgrondexploitatie. Dit wordt vooral veroorzaakt door het kapitaalintensieve karakter van een GREX en de lange looptijd. Grote schommelingen in de rente kunnen ook (ongewenste) grote fluctuaties veroorzaken in vast te stellen tarieven van kostendekkende producten. Het verschil tussen het rekenrentepercentage en werkelijk renteomslag percentage wordt verrekend met het renteschommelfonds.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 93 -
Wet Houdbare Overheidsfinanciën De Europese regeringsleiders hebben in december 2011 afspraken gemaakt om de financiële stabiliteit van de eurozone te waarborgen. Lidstaten moeten de aangescherpte eisen uit het eerder in 2004 afgesloten Stabiliteits- en Groeipact voor het eind van 2012 vastleggen in nationale wetgeving. De beoogde ingangsdatum van deze wetgeving, de Wet Houdbare overheidsfinanciën (Wet HOF), is 1 januari 2013. Het wetsvoorstel is inmiddels ingediend bij de Tweede Kamer. Ten tijde van het opstellen van deze begroting dient de formele vaststelling nog plaats te vinden. Uitgedrukt in een percentage van het bruto binnenlands product (BBP) is voor het Rijk een begrotingstekort (EMU-tekort) toegestaan van maximaal 3% van het BBP. Doel van de Wet HOF is te zorgen dat Nederland blijvend kan voldoen aan deze normstelling. Het aandeel hierin van de gezamenlijke decentrale overheden bedraagt 0,50%, waarvan 0,38% voor gemeenten. Concreet betekent dit, dat het aandeel van de totale gemeenten van 0,38% in het Nederlandse tekort van maximaal 3% niet mag worden overschreden. Het wetsvoorstel opent de weg tot het opleggen van een boete aan gemeenten, indien dit percentage van 0,38% hoger uitvalt. Of een uiteindelijke verrekening of boete op macro- of microniveau plaatsvindt, is nog niet duidelijk. De betekenis van deze maatregel lijkt voor gemeenten beperkt, omdat jaarlijks immers sprake dient te zijn van een sluitende begroting en geen begrotingstekort. Niets is echter minder waar bij dit wetsvoorstel. Dat komt door het kasstelsel dat het Rijk hanteert, tegenover het stelsel van lasten en baten wat gemeenten hanteren. In het stelsel van lasten en baten worden investeringen afgeschreven en de jaarlijkse afschrijving, uitgesmeerd over meerdere jaren, opgevangen binnen een sluitende begroting. Voor de bepaling van de EMU-norm zijn echter niet de afschrijvingslasten bepalend maar het investeringsbedrag (moment van de investeringsuitgave in enig jaar). Schatkistbankieren In het juni 2012 afgesloten Begrotingsakkoord 2013 (uitwerking van het Lente-akkoord) is afgesproken dat de decentrale overheden, waaronder dus ook de gemeenten, uiterlijk eind 2013 worden verplicht hun financiële tegoeden aan te houden bij de Nederlandse Staat in plaats van bij een bank. De maatregel moet bijdragen aan een verkleining van de staatsschuld, die op basis van Europese afspraken niet hoger mag zijn dan 60% van het BBP. Overtollige middelen op de lopende rekening en deposito’s worden bij het schatkistbankieren gestald bij het Ministerie van Financiën in plaats van nu bij de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) of een andere bankinstelling met een triple A-status; een en ander conform het gemeentelijk treasurystatuut. De rente die vervolgens wordt vergoed aan gemeenten is gelijk aan de rente die de Staat betaalt voor leningen die zij aangaat op de financiële markten. Het reguliere betalingsverkeer blijft overigens gewoon lopen via de BNG. Het Kabinetsbesluit is onder voorbehoud van parlementaire goedkeuring. Door het verplicht bankieren bij het Rijk lopen de decentrale overheden volgens berekeningen van de VNG gezamenlijk circa € 135 miljoen per jaar mis aan opbrengsten uit overtollige middelen. Omdat het schatkistbankieren nog geformaliseerd dient te worden per 1-1-2013, is in deze begroting nog geen rekening gehouden met mogelijke financiële consequenties. Tot slot Op dit moment (situatie medio september 2012) kunnen wij nog niet aangeven wat de precieze gevolgen van invoering van beide maatregelen zijn voor onze financiële positie. De VNG, het IPO en de Unie van Waterschappen hebben per brief van 3 september 2012 aan de politieke fracties van de Tweede Kamer laten weten niets te zien in deze voorstellen, die een reductie beogen van het huidige begrotingstekort op de rijksbegroting en de staatsschuld. De wetsvoorstellen worden beschouwd als een aantasting van de autonomie van de decentrale overheden. Daarbij is tevens gewezen op de oneigenlijke effecten van de beoogde wetgeving, zoals de derving van renteopbrengsten op overtollige middelen, rem op regionale en lokale investeringen en blokkeren inzet van bestemmingsreserves. Of deze kritiekpunten uiteindelijk leiden tot aanpassingen in de wetsvoorstellen moet worden afgewacht.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 94 -
3.6.5 Paragraaf Bedrijfsvoering P o rt ef e ui l l e ho u de r: A fd el i n g:
W eth o ud e r D e n B e s t en B es tu u rs o nd e rs te u ni ng / C on c e rn o nd e rs t e u ni ng
Programma Oog voor Resultaat Om de dienstverlening richting inwoners, bedrijven en instellingen te verhogen wordt in 2013 gestart met de uitvoering van het programma Oog voor resultaat. In het programma Oog voor resultaat is het hoofddoel het verbeteren van onze dienstverlening. Hierbij wordt gewerkt vanuit 4 subdoelen: betere producten & diensten, toegankelijkere systemen & informatie, efficiëntere & transparantere processen en flexibelere & betrokken medewerkers. Om dit te bereiken worden er diverse projecten gestart. Hierbij is onder andere te denken aan het opzetten van een Klant Contact Centrum, het verbeteren van de elektronische dienstverlening, procesoptimalisaties en de invoering van het nieuwe werken. Het programma bouwt door op reeds lopende activiteiten. Belangrijke meerwaarde van het programma is de integrale aanpak. Hierdoor vullen de verschillende initiatieven elkaar aan en versterken ze elkaar. Ofwel op deze manier organiseren wij meer slagkracht en maken wij een groter verschil. In 2012 is de inhoud en de opzet van het programma gedefinieerd, vanaf 2013 wordt dit plan ten uitvoering gebracht. 1.1 Landelijke Projecten De komende jaren worden gemeenten vanuit de Landelijke overheid ondersteund door KING (Kwaliteitsinstituut voor Nederlandse Gemeenten). KING streeft naar een betere dienstverlening van gemeenten en doet dat in samenwerking met gemeenten. KING adviseert, stimuleert en brengt gemeenten bij elkaar. Voor 2013-2015 heeft KING 23 NUP bouwstenen (Nationaal Uitvoerings Programma) vastgesteld, waaraan gemeenten moeten gaan voldoen. Deze projecten zijn op hoofdlijn in twee categorieën onder te brengen in basisregistraties en elektronische dienstverlening. Daarnaast is er een project, de verplichte invoering van het 14+netnummer, waarmee de burger uitkomt bij het Klant Contact Centrum (KCC) van de gemeente, waar hij terecht kan met al zijn vragen. Het KCC zorgt er vervolgens voor dat de beller bij de juiste medewerker terecht komt. Onder de 4 doelen van het programma Oog voor resultaat worden de volgende activiteiten uitgevoerd: 1. Betere producten en diensten: Belangrijke onderdelen hiervoor zijn:
Inrichting van een Klantcontactcentrum (KCC). Dit geeft de kaders voor de gewenste, samenhangende, inzet van de dienstverleningskanalen; telefonie, website, balie en post. Daarnaast worden de individuele dienstverleningskanalen geoptimaliseerd. Invoering van 14+ netnummer maakt onderdeel uit van het KCC. Verbeteren van de elektronische dienstverlening. De website wordt doorontwikkeld om aan te sluiten bij de hedendaagse verwachtingen van de bezoeker. Burgers, bedrijven en instellingen verwachten een digitale overheid, worden graag persoonlijk geïnformeerd en er is een grote behoefte aan verdere ontwikkeling van de elektronische dienstverlening. Hiervoor wordt een strategie voor de website ontwikkeld, waarbij de bezoeker centraal wordt gezet en de digitale dienstverlening actief wordt uitgebreid.
2. Toegankelijkere systemen en informatie Belangrijke onderdelen hiervan zijn:
Basisregistraties. De gemeente is wettelijk verplicht om het stelsel van basisregistraties uit te breiden. Om hier invulling aan te geven is in 2012 gestart met de invoering van de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT). In 2014 moet intern gebruik gemaakt worden van het Nieuwe Handelsregister. Deze basisregistraties verhogen de dienstverlening, omdat burgers en bedrijven kunnen volstaan met het eenmalig verstrekken van gegevens aan overheden (eenmalige gegevensverstrekking; meervoudig gebruik). Na de implementatie wordt efficiencywinst behaald, doordat gegevens centraal beheerd worden. De herinrichting van een Mid Office. Dit zorg er voor dat een aantal producten deels of volledig via de website afgehandeld kunnen worden. Dit project zal onder verantwoordelijkheid van Meerinzicht uitgevoerd worden.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 95 -
3. Efficiëntere en transparantere processen Onderdelen hiervan zijn: Het optimaliseren van werkprocessen in de organisatie, zodat deze efficiënter en klantvriendelijker worden. Deregulering, het vereenvoudigen of afschaffen van regels. Hierdoor kunnen processen klantvriendelijker en ook efficiënter worden ingericht. 4. Flexibelere en betrokken medewerkers Dit richt zich op de invoering van het nieuwe werken waarbij de volgende componenten van belang zijn: Flexibel leiding geven, richt zich onder andere op resultaat gericht sturen en people management. Flexibele medewerkers, richt zich op de ontwikkeling persoonlijk leiderschap en talentontwikkeling Flexibele organisatie, gaat uit van een thematische aanpak en de buitenwereld duidelijker betrekken bij ons werk. Flexibel werken, tijd- en plaatsonafhankelijk werken met een werkplek die daar op aansluit. Hierbij is er voortdurend aandacht voor verdere ontwikkeling van een dienstverlenende houding en bijpassend gedrag in de organisatie. Communicatiebeleid 2012 – 2015 Het communicatiebeleidsplan ‘In Positie, bewust en vernieuwend’ is begin 2012 vastgesteld door het college van B&W en het managementteam. In dit beleidsplan is in beeld gebracht, hoe communicatie kan bijdragen aan het realiseren van de organisatiedoelen, hoe wij dat de komende jaren gaan invullen en wat daarvoor nodig is. Dit alles in hoofdlijnen. Het beleidskader voor het communicatiebeleid wordt gevormd door het collegeprogramma, de strategische raadsagenda, de Stadsvisie en het organisatiebeleid (o.a. Dienstverlening en Organisatieontwikkeling). Daarnaast worden ontwikkelingen vanuit rijksoverheid, ontwikkelingen binnen overheidscommunicatie en andere omgevingsfactoren bij het beleid betrokken. De concrete invulling van het communicatiebeleidsplan is opgenomen in een bijbehorend uitvoeringsprogramma ‘In Positie, bewust en vernieuwend’. Dit uitvoeringsprogramma is de agenda voor de communicatieactiviteiten vanuit het bestuur en organisatie en maakt inzichtelijk wat hiervoor nodig is. Wat willen wij bereiken? Een communicatiebeleid uitvoeren in samenspraak met bestuur en organisatie wat het communicatiebewustzijn in de organisatie verhoogt. En waarbij de functie van communicatie als beleidsinstrument wordt doorontwikkeld en een belangrijke bijdrage levert aan doelen van bestuur en organisatie. Wat gaan wij daarvoor doen? Het vastgestelde communicatiebeleid uitvoeren aan de hand van de activiteitenplanning in het uitvoeringsprogramma. Hierin is de voortgang en de (tussentijdse) evaluatie van de communicatieactiviteiten opgenomen. Samenwerking Meerinzicht De vier gemeenten (Ermelo, Nunspeet, Zeewolde en Harderwijk) willen voortvarend en onvoorwaardelijk samenwerken, om te komen tot een intensievere en niet-vrijblijvende samenwerking op het gebied van de bedrijfsvoering. Onder bedrijfsvoering worden de PIOFACH-taken verstaan (personeel, informatisering, organisatie, financiën, automatisering, communicatie, huisvesting). Daarbij willen de vier gemeenten zich niet laten beperken door deze definitie. Daar waar zich kansen voordoen willen zij zeker onderzoeken of die passen binnen de nu beoogde samenwerking. In 2012 is het visiedocument vastgesteld. Afgesproken is dat het feitelijke go or no go moment voor deze samenwerking is gekoppeld aan de besluitvorming over het bedrijfsplan Meerinzicht. In dit bedrijfsplan wordt aangegeven op welke wijze de samenwerking vorm krijgt. Het bedrijfsplan Meerinzicht inzicht is opgeknipt in twee fasen: 1e fase: dit betreft de onderdelen ICT, P&O, Inkoop, Belastingen en Facilitair; 2e fase: dit betreft de onderdelen Financiën, Juridische zaken, Communicatie en Gegevensmanagement.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 96 -
Bij de opstelling van het bedrijfsplan is voor deze opsplitsing gekozen, omwille van de complexiteit van de onderdelen uit de tweede fase. In de aanpak is voor die onderdelen voor een bottum-up proces gekozen. Het bedrijfsplan wordt eind 2012, begin 2013 aan de raden ter vaststelling aangeboden. De mogelijkheden voor samenwerking worden door de vier gemeenten, op basis van wederzijds vertrouwen en vanuit een open en positieve grondhouding, bekeken vanuit de aspecten kwaliteit, continuïteit, kostenbeheersing én de klant. Want de dienstverlening mag er zeker niet op achteruitgaan. Overigens realiseren wij ons, dat bij een dergelijk samenwerkingsproces “de kosten voor de baat uitgaan”. Er bestaat bij ons dan ook de bereidheid om middelen in te zetten om dit samenwerkingstraject op te starten en vorm te geven. Zoals opgemerkt zullen wij ervoor zorg dragen, dat onze inwoners geen hinder of beperkingen ondervinden van de samenwerking. Dat betekent dat de dienstverlening aan de inwoner, vanuit onze frontoffices, lokaal blijft. De bevoegdheden over het autonome beleid blijven liggen bij de bevoegde bestuursorganen van de vier gemeenten. Personeel & Organisatie Trends en ontwikkelingen De afgelopen decennia is er veel veranderd op het terrein van arbeid en arbeidsmarkt: was begin jaren tachtig van de vorige eeuw voor grote delen van de bevolking de man kostwinner met een vaste, fulltime baan, liefst bij dezelfde werkgever tot aan zijn pensioen, tegenwoordig ligt dat anders. De meeste vrouwen hebben betaald werk, zij het doorgaans parttime en ‘job-hoppen’ is een ingeburgerd begrip. Het concept ‘baan’ is ook veranderd: het aantal zelfstandigen was nog nooit zo groot als nu, zo’n 10% van de beroepsbevolking verdient de kost als ZZP-er. Verder zijn er allerlei detacheringsconstructies, kennen wij payrolling, uitzendkrachten in dienst van het uitzendbureau en zijn interimmers en outsourcing gemeengoed geworden. Allemaal constructies waar we toen nog niet van gehoord hadden, het begrip ‘flexibele schil’ moest nog worden ontwikkeld. Maar inmiddels hebben steeds meer organisaties, bijna ongemerkt, zo’n flexibele schil binnen, en soms ook deels buiten de organisatie gecreëerd. Dit levert in een organisatie een mix van arbeidsrelaties op. De rode draad De eerste aanzetten zijn gedaan in de notitie ‘Op weg naar een flexibele organisatie’ en de trends uit de Visie op de Dienstverlening. Hieruit ontstaat er een duidelijk beeld hoe we op deze ontwikkelingen kunnen inspelen. De rode draad hierbij is: “flexibilisering van de manier van werken”. Thema's voor P&O In het kader van Human Resource Management voor de gemeente Harderwijk spelen de volgende hoofdthema’s nu en het volgende jaar een leidende rol. De activiteiten die worden uitgevoerd, worden hieraan ontleend. 1. Het Nieuwe Werken 2. Talentmanagement 3. Persoonlijk leiderschap (Harderwijkse Werkwijze) 4. Regionale samenwerking P&O-afdelingen (bedrijfsvoeringstaken naar MeerInzicht) Activiteiten 2013 De thema’s vertalen zich o.a. in de volgende activiteiten: Het Nieuwe Werken in relatie tot de Harderwijkse werkwijze In 2012 is gestart met de ontwikkeling van persoonlijk leiderschap. Tegelijkertijd wordt gewerkt aan een concept voor Het Nieuwe Werken. In 2012 zijn de eerste stappen gezet op de afdeling Ruimte door de ‘B.V. Ik’. Dit concept kan langzamerhand over de gehele organisatie uitgerold worden, zodat medewerkers, op basis van hun persoonlijk leiderschap, invulling geven aan de werkwijze die het best past bij de activiteiten, waarmee zij zich bezig houden. Talentontwikkeling De visie op de gemeentelijke organisatie als werkgever is door alle ontwikkelingen ook aan verandering onderhevig. De manier waarop werkzaamheden worden uitgevoerd wijzigen en taken komen te vervallen. Om als organisatie flexibel te kunnen zijn en een goed werkgever te zijn en te blijven moet daarop worden ingespeeld. Het sterker inzetten op het ontwikkelen van talenten/kwaliteiten van medewerkers is één van de speerpunten van de directie, om het toekomstige tekort aan gekwalificeerde medewerkers door de
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 97 -
vergrijzing op te vangen vanuit de eigen organisatie. Ons uitgangspunt is dat mensen meer talenten bezitten dan ze nu al in hun dagelijkse werk inzetten. Het gaat erom, dat we de talenten van medewerkers herkennen, ontwikkelen en inzetten. Kortom: het beter benutten om uiteindelijk onze organisatiedoelen te halen. Daarnaast zorgt talentontwikkeling voor een uitdagende en motiverende werkomgeving, dit heeft aantrekkingskracht voor nieuwe medewerkers, waardoor de kans op het binnenhalen van schaarse gekwalificeerde medewerkers alleen maar zal toenemen. Projectmatig werken en programmamanagement De directie stelt zich tot doel om de stijgende lijn van doorontwikkeling van projectmatig werken voort te zetten en om programmatisch werken verder in te voeren. P&O levert hier een bijdrage aan vanuit de expertisegroep projectmatig werken en de projectgroep Programmamanagement. Projectmatig werken is doorontwikkeld naar niveau drie 'Competenties' (met dien verstande dat we geen projectenbureau inrichten, dit blijft in niveau één). Waar het kan behalen van niveau vier 'Formaliseren'. Programmamanagement is ingevoerd, programma's zijn benoemd en programma-managers zijn aangesteld. In 2013 zal programmatisch gewerkt worden. Bezuinigingen Vanaf 2012 zijn de personele bezuinigingen daadwerkelijk een gaan rol spelen. In een ‘Leidraad MT Personele gevolgen van het bezuinigingstraject en organisatieontwikkeling’ zijn de spelregels vastgelegd hoe het MT hiermee omgaat. In deze Leidraad is een overzicht opgenomen met de bezuinigingsverplichtingen per afdeling. Dit per functie, aantal uren en welk jaar. Tevens is in de Leidraad een overzicht opgenomen met de medewerkers in de Arbeidspool. De wijzigingen, mutaties worden door de P&O adviseur bijgehouden. MT leden ontvangen regelmatig een actueel overzicht. e-HRM e-HRM is de afkorting van Electronic Human Resource Management. Het is een verzamelnaam voor de digitalisering van de P&O administratie. Meer specifiek: alle op internettechnologie gebaseerde instrumenten en pakketten, die P&O Processen ondersteunen. Hierdoor is het ook mogelijk om gebruikers buiten het cluster P&O te ondersteunen. Dit kan variëren van ziekteverzuimregistratie tot online competentiescans en externe vacaturesites. Vanaf het najaar 2012 wordt er vanaf een ‘personeelsplein’ gewerkt. Dit pakket zorgt ervoor dat standaard HR- en salariswerkzaamheden geautomatiseerd worden en medewerkers meer zelf kunnen doen. Deze applicatie wordt (in samenwerking met Zeewolde) stapsgewijs ingevoerd.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 98 -
3.6.6 Paragraaf Verbonden partijen P o rt ef e ui l l e ho u de r: A fd el i n g:
W eth o ud e r D e n B e s t en C o nc e rn o nd e rs te u ni ng
Algemeen Een verbonden partij wordt gedefinieerd als een privaatrechtelijke- of publiekrechtelijke organisatie, waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Van een bestuurlijk belang is sprake ingeval van zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging, hetzij uit hoofde van stemrecht. Van een financieel belang is sprake als aan een verbonden partij financiële middelen beschikbaar zijn gesteld, die niet verhaalbaar zijn in geval van een faillissement van de verbonden partij. Relaties waarbij alleen sprake is van een financieel of bestuurlijk belang vallen dus hierbuiten. Het aangaan van banden met (verbonden) derde partijen komt voort uit het publieke belang. Verbindingen met deze derde partijen, is dus een manier om bepaalde publieke taken uit te voeren. De huidige verbonden partijen waaraan de gemeente is gelieerd, hebben veelal een historische bestaansgrond. Afhankelijk van onze mate van verbondenheid, zijn wij in meer of mindere mate in staat om invloed op het beleid van de betreffende verbonden partij uit te oefenen. Visie op verbonden partijen Het gemeentelijk beleid is er op gericht het aantal verbonden partijen beperkt te houden. Enerzijds uit het oogpunt van risicobeheersing en -beperking, anderzijds uit het oogpunt van transparantie van bestuur. Er kunnen echter altijd goede redenen aanwezig zijn voor het aangaan van een verbonden partij constructie. Criteria die daarbij worden gehanteerd: De taak kan niet of zeer moeilijk door de gemeente alleen worden uitgevoerd; Gezamenlijke uitvoering van de taak levert voor de gemeente een concrete meerwaarde op de gekozen vorm van samenwerking en draagt bij aan een efficiëntere en effectievere mogelijkheid tot het uitvoeren van onze publieke taak; Voordelen van de (beoogde) samenwerking wegen op tegen de nadelen. Gemeenschappelijke regelingen Voor deelname in gemeenschappelijke regelingen worden de regels gevolgd die zijn vastgelegd in de Wet Gemeenschappelijke Regeling. De belangrijkste bepaling is dat raden, colleges van B&W en de burgemeesters van twee of meer gemeenten afzonderlijk of samen, ieder voor zover zij voor de eigen gemeente bevoegd zijn, een gemeenschappelijke regeling kunnen treffen ter behartiging van één of meerdere belangen van die gemeenten. Overzicht van de bestaande verbonden partijen
Verbonden partij Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
Type Vennootschap
Alliander (voorheen NUON)
Vennootschap
Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland (VNOG) Natuur- en Recreatieschap Veluwerandmeren
Gemeenschappelijke Regeling Gemeenschappelijke Regeling
Regio Noord Veluwe (RNV) Streekarchivariaat Noordwest Veluwe Muziekschool Noordwest Veluwe Regionale Vuilverwerking Ullerberg (ReVu) Afvalverwerking Regio Nijmegen (ARN)
GGD Gelre IJssel Inclusief Groep NV Sociale Dienst Veluwerand
Bestuurlijk belang Ja / stemrecht / 0,105% zeggenschap op basis van aandelenkapitaal Ja / stemrecht / 0,405% zeggenschap op basis van aandelenkapitaal Bestuur GR / burgemeester
Financieel belang 58.968 aandelen; nominale waarde van € 147.420,- (€ 2,50 per stuk)
Bestuur GR/wethouder
Jaarlijkse bijdrage
Gemeenschappelijke Regeling Gemeenschappelijke Regeling Stichting
Bestuur GR / burgemeester
Jaarlijkse bijdrage
Archiefcommissie / wethouder
Jaarlijkse bijdrage
Bestuur GR / wethouder
Jaarlijkse bijdrage
Gemeenschappelijke Regeling Vennootschap
Bestuur GR / wethouder
Gemeenschappelijke Regeling Naamloze Vennootschap Gemeenschappelijke Regeling
Bestuur GR / wethouder
Risicodragende deelneming in (eventueel) tekort bij opheffing van de ReVu bedraagt 34,2% Via gemeenschappelijke regeling RNV: 490 aandelen, nominale waarde van € 222.460,-(€ 454,--per stuk) waarvan 28,83% voor de gemeente Harderwijk. Risico-dragende deelneming, in de tijd aflopend tot 2015 Jaarlijkse bijdrage
Gemeenschappelijke regeling via RNV/raadslid Bestuur GR / wethouder
Jaarlijkse bijdrage, waar rijksbijdrage tegenover staat Jaarlijkse bijdrage
Ja / stemrecht / zeggenschap op basis van aandelenkapitaal via RNV
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
553.624 aandelen; nominale waarde van € 2,77 miljoen (€ 5,-- per stuk) Jaarlijkse bijdrage
- 99 -
Verdere omschrijving verbonden partijen Hieronder wordt mee informatie verstrekt over de verbonden partijen. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) De BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank biedt tegen zo laag mogelijke kosten financiële diensten op maat aan, zoals kredietverlening, betalingsverkeer, elektronisch bankieren, uitzetting van gelden en vermogensbeheer. Klanten van deze in 1914 opgerichte bank zijn overwegend overheden en instellingen op het gebied van volkshuisvesting (corporaties), gezondheidszorg, onderwijs en openbaar nut. De Staat is aandeelhouder van de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van hoofdzakelijk gemeenten en provincies. Ieder jaar wordt door de bank een dividend uitgekeerd. De ontvangst is naar rato van het gemeentelijk belang in het aandelenkapitaal. Het gestorte aandelenkapitaal van de gemeente is aan te merken als een beperkt financieel belang. Onder invloed van de Europese schuldencrisis, de voorgenomen invoering van de Wet bankenbelasting in 2012/2013 en de gefaseerde invoering vanaf 2013 van het zogeheten Basel-III akkoord (afgesloten in september 2010), moet ook de BNG in komende jaren grotere financiële buffers aanleggen om de negatieve effecten van nieuwe financiële crises te verkleinen. Al deze maatregelen zetten de winstgevendheid van de bank voor de komende jaren onder druk. De noodzakelijke groei van het eigen vermogen heeft er inmiddels toe geleid dat in april 2012, bij de presentatie van het jaarverslag 2011, de BNG het uitkeringspercentage heeft gehalveerd van 50% naar 25%. In de Kadernota 2013-2016 is hierover de nodige informatie verstrekt. Over het boekjaar 2011 bedroeg de nettowinst na belastingen € 256 miljoen. Dit was € 1 miljoen lager in vergelijking met 2010. Over het boekjaar 2011 is in 2012 een dividend van € 67.813,- ontvangen. Op basis van de op 29 augustus 2012 gepubliceerde halfjaarcijfers over het boekjaar 2012 acht de bank het niet verantwoord een uitspraak te doen over de nettowinst 2012, gezien alle onzekerheden en het vooralsnog uitblijven van economisch herstel. In lijn met de besluitvorming op de Kadernota 2013-2016 (raadsbesluit 28 juni 2012) is in deze begroting geanticipeerd op de geschetste ontwikkelingen en een nieuwe dividendraming opgenomen van € 60.000,-, in afgelopen jaren bedroeg deze raming € 105.000,-. Alliander / NUON Energy Op basis van de Wet Onafhankelijk Netbeheer (Splitsingswet) werd in 2008 Nuon opgesplitst in twee bedrijven. De aandelen in het productie- en leveringsbedrijf (N.V. Nuon Energy) worden over een looptijd van 6 jaar (2009-2015) gefaseerd verkocht aan het Zweedse energiebedrijf Vattenfall, waarvan de eerste 2 tranches met een aandelenbelang van 64% inmiddels zijn verkocht in 2009 respectievelijk 2011. De 3e en 4e tranche worden uitgevoerd in respectievelijk 2013 en 2015. Uit hoofde van het besluit tot verkoop van de aandelen in 2009 is voor de 3e tranche (15%) in 2013 een verkoopopbrengst geraamd van afgerond € 6,0 miljoen. De 4e en laatste tranche (21%) wordt uitgevoerd medio 2015 met een geraamde verkoopopbrengst van € 8,3 miljoen. Het aantal aandelen Alliander is gelijk aan het aantal aandelen Nuon ‘oude stijl’ (553.624 stuks), een deelnemingspercentage in het aandelenkapitaal van 0,405%. Het energie(netwerk)bedrijf heeft als bedrijfsbeleid, dat geen prognoses over het dividend worden gegeven. Tot 1 januari 2014 is het dividend gemaximeerd tot 45% van de winst na belastingen. Door de snelle en ingrijpende veranderingen in de energiewereld wordt de komende jaren fors geïnvesteerd in zowel onderhoud, vervanging als innovatie van de elektriciteit- en gasnetten. Zo laten de eind juli 2012 gepubliceerde hafjaarcijfers over het boekjaar 2012 een investeringsvolume zien van € 250 miljoen over het eerste halfjaar tegen € 201 miljoen in de eerste helft van 2011. Mede onder invloed van de hogere investeringen komt het halfjaarresultaat 2012 uit op € 82 miljoen, tegen nog € 119 miljoen in dezelfde periode over 2011. Rekening houdende met deze ontwikkelingen is al met ingang van het begrotingsjaar 2012 geanticipeerd op een in de tijd afnemende dividendopbrengst. Voor de periode 2013-2016 is een jaarlijks dividend geraamd van € 200.000,-, tegenover eerder nog € 427.000,- t/m 2011. Toekomstige dividenduitkeringen zullen uitwijzen of de nieuwe raming reëel is.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 100 -
Veiligheidsregio Noord Oost Gelderland Op 1 april 2004 is de Veiligheidsregio Noord-Oost Gelderland (VNOG) opgericht. De VNOG is ontstaan door samenvoeging van drie brandweerregio’s en twee GHOR organisaties (Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen) in de Achterhoek, Noordwest-Veluwe en Stedendriehoek. Deventer is inmiddels uitgetreden en de gemeenten Hattem en Heerde zijn toegetreden. De burgemeester van Harderwijk is lid van het dagelijks bestuur (portefeuille financiën) en heeft zitting in het algemeen bestuur. In aansluiting op de ontwikkelingen in het kader van de wet op de veiligheidsregio’s worden binnen de veiligheidsregio clusters ontwikkeld. De vorming van het cluster Veluwe West, waar Harderwijk samen met Putten, Ermelo en Nunspeet onderdeel van uit maakt, is inmiddels een aantal jaren een feit. Het beroepspersoneel is met ingang van 2010 overgaan van de gemeente naar de veiligheidsregio. De brandbestrijding en hulpverlening blijft plaatsvinden vanuit de lokale posten. Natuur- en Recreatieschap Veluwerandmeren Op 10 november 2011 is het Natuur- en Recreatieschap Veluwerandmeren ingesteld. Per 1 januari 2012 is het Schap daadwerkelijk van start gegaan. Het Schap is een samenwerkingsverband - op basis van de wet Gemeenschappelijke Regelingen – van de gemeenten Nijkerk, Putten, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Elburg, Oldebroek, Kampen, Dronten en Zeewolde. Het Schap is belast met een aantal aspecten van beheer en onderhoud van de Veluwerandmeren en activiteiten op het gebied van ‘gebiedspromotie’. Ook worden in schapsverband de nog resterende IIVR-maatregelen gerealiseerd. Deze maatregelen zijn bij de instelling van het Schap door Rijkswaterstaat met bijbehorende middelen overgedragen aan het Schap. Het Natuur- en Recreatieschap Veluwerandmeren is middels een dienstverleningsovereenkomst ‘aangehaakt’ bij Regio Noord-Veluwe. Het financieel beheer van het Schap wordt gevoerd door Regio Noord-Veluwe. Regio Noord Veluwe (RNV) De RNV is een samenwerkingsverband van de gemeenten Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek en Putten. Op een aantal beleidsvelden nemen ook de buurgemeenten Epe, Hattem, Heerde, Nijkerk en Zeewolde deel. Het gezamenlijk doel is om taken efficiënter uit te voeren, kennis te bundelen, kosten te besparen en het versterken van de gemeenten en van het gebied Noord-Veluwe als geheel. Het algemeen bestuur is het hoogste bestuursorgaan van de RNV en telt 20 leden. De regiogemeenten leveren elk twee leden (een lid van de gemeenteraad en een lid van het college van burgemeester en wethouders) Daarnaast leveren Epe en Heerde elk twee leden in verband met deelname in de stichting Proo. Nijkerk neemt deel aan de samenwerkingsregeling voor de Dienst Sociale Werkvoorziening (twee leden in het AB) En tenslotte neemt Zeewolde deel aan de samenwerking rond leerlingzaken (ook twee leden in het AB) In de komende periode zal een evaluatie plaatsvinden van het bestuurlijk functioneren en de sturing van het samenwerkingsverband. De meerjarenbegroting van de RNV kent drie hoofdfuncties: de platformfunctie, de ontwikkelfunctie en de uitvoeringsfunctie. Binnen deze functies richten de activiteiten van de RNV zich op een heel breed gebied, waaronder; duurzame leefomgeving, economische versterking, (regionale) infrastructuur, toerisme en recreatie en diverse uitvoerende taken. De meerjarenbegroting 2013-2016 van de RNV is door het Algemeen Bestuur op 27 juni 2012 vastgesteld. De gemeentelijke bijdrage uit de begroting voor 2013 is verwerkt in deze meerjarenbegroting. De jaarschijven 2013 t/m 2016 geven de financiële ruimte aan bij ongewijzigd beleid. Er is een algemene bijdrage opgenomen van € 520.000 en voor de bijdragen servicetaken is in totaal € 1.863.000 geraamd. Streekarchivariaat Noord west Veluwe Deelnemende gemeenten zijn Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet en Oldebroek. De gemeente Putten is in 2007 uitgetreden. Op gemeenschappelijke basis wordt het beheer van en toezicht op archiefbescheiden ingevolge de Archiefwet 1995 uitgevoerd. Door de archiefcommissie is ingestemd met de meerjarenbegroting 2013 tot en met 2016. Op grond van de gemeenschappelijke regeling heeft de gemeente Elburg deze meerjarenbegroting vastgesteld. Na de eenmalige bijdragen voor de invoering van de virtuele studiezaal wordt vanaf 2012 een structurele bijdrage geraamd van ca. € 50.000. Naast de extra structurele lasten voor de virtuele studiezaal moet ook rekening worden gehouden met de gestegen personeelslasten. Omdat na vaststelling van de meerjarenbegroting, het een verplichte uitgave voor de gemeente is, worden de volgende bedragen in de gemeentelijke meerjarenbegroting opgenomen 2013 € 84.984, 2014 € 86.684, 2015 € 88.417, 2016 € 90.186.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 101 -
Regionale Vuilverwerking Ullerberg Al een aantal jaren streeft de Revu er naar de overdracht van de stortplaats plaats te laten vinden. Hierin is zij echter afhankelijk van de provincie en de Ledigheid. Begin 2012 zijn de eerste gesprekken met de provincie gestart over de bepaling van het bedrag, dat gemoeid gaat met de overdracht. Deze gesprekken moeten leiden tot een overdracht in 2012. Vooralsnog gaan we er dan ook vanuit dat de Revu met ingang van 2013 is overgedragen aan de provincie. Op dit moment wordt er nog van uitgegaan dat bij opheffing een tekort ontstaat van € 240.000,--. De gemeente Harderwijk heeft hiervoor een voorziening getroffen voor het aandeel in het tekort van € 84.000,Vooralsnog is er geen aanleiding deze voorziening te verhogen dan wel te verlagen. GGD Gelre IJssel De gemeente Harderwijk is op 1 januari 2008 toegetreden tot deze gemeenschappelijke regeling. De fusie tussen de GGD van de Regio Noord Veluwe en de GGD Gelre-IJssel is op 31 maart 2008 geëffectueerd. Aan deze regeling nemen 21 gemeenten deel. Vanwege de wettelijke verplichting om de veiligheidsregio’s te congrueren aan de regio’s van de GGD is in 2011 Deventer uitgetreden en Heerde toegetreden. De GGD Gelre-IJssel voert de wettelijke gezondheidstaken uit. De bijdrage 2013 bedraagt € 13,38 per inwoner. Op basis van het geschat aantal inwoners van 45.619 per 1 januari 2013 is voor 2013 een bijdrage geraamd van afgerond € 610.385. De instelling hanteert voor 2013 en volgende jaren een (voorlopig) indexeringspercentage van 1,65%. Voor de jaren 2014 € 620.420 2015 € 630.910 en 2016 € 641.410 zijn deze bedragen geraamd op basis van het verwachte aantal inwoners 2013. Er is besloten tot zogenaamde groene bezuinigingen oplopend van 3,3% in 2011, naar 7,3 % in 2012 en 10% in 2013. Die zijn verwerkt in de huidige meerjarenbegroting 2013-2016 van de GGD. Daarnaast was een lijst gepresenteerd met rode bezuinigingen, die uiteindelijk zouden moeten leiden tot een bezuiniging van 20%. De GGD is van mening dat door de groene bezuinigingen het pakket aan basistaken op een minimaal niveau is gekomen. Door de rode bezuinigingen zou de wettelijke verantwoordelijkheid van de gemeenten voor preventie en publieke gezondheidszorg in het geding kunnen komen. Op dit ogenblik is besloten, dat de GGD een inspanningsverplichting voor de rode bezuinigingen op zich zal nemen. Maar het is zeer onzeker of dat nog kan worden vertaald in een concrete taakstelling. Inclusief Groep NV Met ingang van 1 januari 2008 is een wijziging van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) doorgevoerd. De wetswijziging was bedoeld om te zorgen dat gemeenten meer regie en sturing over de uitvoering van de Wsw zouden krijgen. Sinds 2008 wordt de rijkssubsidie voor de Wsw-plaatsen niet meer aan de samenwerkingsverbanden, maar aan de afzonderlijke gemeenten uitbetaald. De afzonderlijke gemeenten moeten de rijksbijdrage verantwoorden via Sisa. De uitvoering van de Wsw is gecontinueerd via de RNV. In 2011 bedroeg het negatieve resultaat van de Inclusief Groep ca. € 1 miljoen. Door ingrijpende maatregelen is de instelling geslaagd in de opzet om voor komende jaren een sluitende begroting te overleggen. Door de politiek is via het lente-akkoord de bezuiniging op de WSW teruggedraaid. Het aantal WSWplaatsen staat momenteel ook niet onder druk. Om die redenen wordt voor de meerjarenraming uitgegaan van de nu bekende rijksbijdrage 2012 € 5.872.934. Sociale dienst Veluwerand De Sociale Dienst Veluwerand voert voor de gemeenten Ermelo, Harderwijk en Zeewolde de Wet werk en bijstand uit. De gemeenten stellen elk apart hun verordeningen en het minimabeleid vast. De drie gemeenten hebben ook de uitvoering van de Wet Inburgering aan de Sociale Dienst opgedragen. Daarnaast voert de Sociale Dienst Veluwerand de volgende regelingen uit: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en gewezen zelfstandigen en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen. In de nieuwe Programmabegroting zijn de meerjarenramingen gebaseerd op de ultimo april 2012 ontvangen concept meerjarenbegroting SDV 2013-2017. Dit betreft de programmaonderdelen Werk, Inkomen en Zorg. De uitvoeringskosten zijn op grond van een met ingang van 2012 gewijzigde kostenverdeelsleutel van 51,3% naar 54,6% van de indirecte kosten.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 102 -
Op basis van de gegevens van september 2012 spelen nog een aantal ontwikkelingen een rol, die invloed zullen uitoefenen op de gepresenteerde ramingen. Daarbij moet worden gedacht aan o.a. de volgende factoren: De afschaffing, met terugwerkende kracht naar 1 januari 2012, van de huishoudinkomenstoets in de WWB op grond van het Begrotingsakkoord, afgesloten in het voorjaar van 2012 na de val van het kabinet Rutte. De gevolgen voor de gemeente(n) van het in juni 2012 controversieel verklaren door de Tweede Kamer van het wetsvoorstel Wet werken naar vermogen. De Staatssecretaris van SZW heeft gemeenten in juni 2012 hierover in kennis gesteld en opgemerkt, dat het aan een volgend Kabinet is (citaat): “hoe verder om te gaan met het controversieel verklaarde wetsvoorstel en de meerjarige financiële doorwerking daarvan”. Invoering wordt nu voorzien per 2014. Een aanpassing van het Rijk in juli 2012 van het beschikbare macrobudget voor de gecombineerde uitvoering van de WWB, IOAZ, IOAW in 2012. Het totaal beschikbare bedrag voor de gemeenten is € 445 miljoen hoger, dan bij de bekendmaking van het voorlopige macrobudget voor 2012 op 30 september 2011. De toename is vooral het gevolg van het feit, dat het CPB haar raming als gevolg van de minder gunstige conjuncturele ontwikkelingen met een oplopende werkloosheid omhoog heeft bijgesteld. Het huidig objectief verdeelmodel voor het inkomensdeel van de WWB wordt al enige jaren ervaren als ingewikkeld, ondoorzichtig en niet transparant. In samenspraak met de VNG, Divosa en de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv)wordt door het Ministerie van SZW gewerkt aan een nieuwe verdeelsystematiek. Invoering staat gepland voor het jaar 2014. In opdracht van het Ministerie is door een extern adviesbureau, in de afgelopen maanden van 2012, een brede verkenning uitgevoerd naar mogelijke nieuwe verdeelmodellen. In de periode tot april 2013 is het de bedoeling de modellen nader uit te werken. In het voorjaar van 2013 zal door het Rijk vervolgens worden besloten welk verdeelmodel vanaf 2014 zal worden toegepast. De inkomsten uit terugvordering en verhaal Wet werk en bijstand zijn substantieel gedaald. Volgens de laatste gegevens (situatie augustus 2012) een inkomst van circa € 360.000,- in 2010 naar € 130.000,in 2012. Dit heeft invloed op de middelen die Harderwijk aanvult op het inkomensdeel WWB. Dit alles tegen de achtergrond van een zwakke economische conjunctuur met navenante effecten ten aanzien van de werkgelegenheid. Hierop wordt dieper ingegaan in het in juni 2012 door het CPB gepubliceerde rapport “De Nederlandse economie t/m 2017”, waarin o.m. ook een beeld wordt geschetst van de werkgelegenheidsontwikkelingen over de periode 2013-2017 (een magere economische groei met een relatief hoge werkloosheid). Indien de geschetste ontwikkelingen op enig moment daartoe aanleiding geven zal, op basis van nadere advisering, worden voorgesteld de nu geraamde uitvoeringsbudgetten 2013 voor de diverse sociale zekerheidsregelingen aan te passen.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 103 -
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 104 -
3.6.7 Paragraaf Grondbedrijf P o rt ef e ui l l e ho u de r: A fd e l i n g:
W eth o ud e r D e n B e s t en V as tg o e d & W on e n
Algemeen Grondbeleid geeft uitvoering aan de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen door invloed uit te oefenen op de realisatie. Grondbeleid is hierbij geen doel op zich maar een middel om ruimtelijk en sectoraal beleid te realiseren. Grondbeleid kent hierbij de volgende algemene doelstellingen: realiseren van publieke doelstellingen ter bevordering van het maatschappelijk gewenst ruimtegebruik; het bevorderen van een rechtvaardige verdeling van kosten en opbrengsten bij locatieontwikkeling; het verhogen van de kwaliteit van het ruimtegebruik. Net als andere gemeenten draagt de manier, waarop het grondbeleid in Harderwijk wordt ingezet, bij aan het beleid, dat is verankerd in belangrijke beleidsdocumenten, zoals structuurvisies en de Programmabegroting. Het is belangrijk om het grondbeleid strategisch in te zetten in het proces van ruimtelijke ontwikkeling. Het uitgangspunt is, om de mogelijkheden en instrumenten in relatie tot de te realiseren doelen zo optimaal mogelijk in te zetten, om als gemeente krachtig te kunnen opereren binnen het krachtenveld op de grondmarkt. Toepassing grondbeleid Op dit moment veranderen de omstandigheden binnen het speelveld van gebiedsontwikkeling in zeer grote mate. Deze veranderingen raken het grondbeleid. Kernelementen uit de veranderende omstandigheden betreffen de gewijzigde vastgoed- en grondmarkt, met sterk afnemende vraag naar bouwgrond, grote toename van risico’s, de verbeterde mogelijkheden van kostenverhaal en het kunnen afdwingen van de gewenste vorm van uitvoering, zonder dat de gemeente over de grondpositie beschikt. Afgelopen jaar is ingespeeld op deze veranderende omstandigheden door nieuwe beleidskeuzes te maken. Deze zijn vastgelegd in de ‘Nota grondbeleid 2012 – 2016’. Deze keuzes hebben geleid tot een koerswijziging van het grondbeleid in algemene zin van actieve productie (actief grondbeleid) naar facilitaire productie (facilitair grondbeleid). Dat wil zeggen: ruimtelijke ontwikkelingen worden meer aan de markt over gelaten en de focus van de gemeente komt meer te liggen op haar publiekrechtelijke rol en het faciliteren van ruimtelijke ontwikkelingen. Per geval (project of gebied) zal de gemeente een unieke afweging maken voor de te hanteren vorm van grondbeleid en de houding van de gemeente in de ruimtelijk opgave. Beslissingen hierover worden verantwoord door middel van een ontwikkelingsstrategie. De nieuwe omstandigheden en de gewijzigde koers van het grondbeleid hebben ook geleid tot aanpassing van de inzet van instrumenten om de beoogde (ruimtelijke) doelen te bereiken: Risicomanagement, jaarlijks worden vanaf 2013 voor alle relevante grondexploitaties risicoanalyses uitgevoerd op basis van een risicoprotocol; Gronduitgiftebeleid, herziening in 2013; Gronduitgifteprijsbeleid, uitwerking van een integrale grondprijzennota in 2013; Kostenverhaal, in de nota grondbeleid 2012 – 2016 zijn de mogelijkheden van kostenverhaal volgens de Grondexploitatiewet uitgewerkt. De basis voor verhaal van bovenplanse kosten en bijdragen ruimtelijke ontwikkeling wordt opgenomen in de ‘Structuurvisie Harderwijk 2031’. Daarnaast is in de nota grondbeleid een standaard werkwijze opgenomen voor kostenverhaal van gemeentelijke kosten op ruimtelijke ontwikkelingen, die door de markt worden opgepakt. Crisis op de onroerendgoedmarkt De crisis waar de onroerendgoedmarkt in 2008 is terecht gekomen is nog niet voorbij. Sterker nog, na een klein herstel in het aantal verkopen in 2010 is er opnieuw een daling in de aantal verkochte huizen. Ook blijven de VON-prijzen van bestaande woningen dalen. De onzekerheid in de markt is echter erg groot. De prijsontwikkeling is gebaseerd op de kennis van nu (medio augustus 2012). De belangrijkste onzekerheden daarbij zijn; Hypotheekrenteaftrek (houdt het gesloten Lente akkoord stand na de verkiezingen); Vertrouwen in de economie; Baanzekerheid van mensen; Ontwikkelingen van de pensioenen. De prijsverlaging van de overdrachtbelasting van 6% naar 2% per 15 juni 2011 is inmiddels permanent geworden. Helaas heeft deze maatregel geen zichtbaar positief effect gehad op de woningverkoop. Hooguit kan gesteld worden, dat een nog verdere verslechtering van de woningmarkt hiermee is voorkomen.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 105 -
Aantal verkochte woningen
Jaar
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 *1) *2) *3) *4) *5) *6)
Nieuwbouw
(*1)
Bestaande bouw (*2) Heel Nederland Regio (*3) 36.164 134.166 1.194 44.145 146.084 1.287 42.397 148.985 1.253 35.692 148.196 1.223 24.692 127.471 952 17.648 93.774 783 27.501 94.379 744 20.520 (*4) 88.592 775 13.000 (*5) 85.830 (*6) 799 (*6) op basis van cijfers van “De NVB” (Vereniging voor ontwikkelaars & bouwondernemers). op basis van cijfers van de “NVM” (Nederlandse Vereniging van Makelaars o.g. en vastgoeddeskundigen). De aantallen betreffen alleen de woningen verkocht via een NVM makelaar. NVM Regio Nunspeet bestaat uit de gemeentes : Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Putten. Voorlopige cijfers 2011. Op basis van de verwachting dat er in 2012 het aantal verkopen met bijna 40% afneemt ten opzichte van 2011. De cijfers van 2012 zijn gebaseerd op de voorlopige verkoopcijfers over het eerste halfjaar en de verwachting dat de huizenverkoop in het 2e halfjaar gelijk zijn aan die van het 2e halfjaar 2011.
Ondanks de crisis bestaat er in de markt vraag naar woningen. Het punt is dat de potentiële koper de vraagprijs niet kan of wil betalen en de verkoper nog onvoldoende bereid is met zijn prijs te zaken. Verwacht wordt dat deze mis-match tussen de vraagprijs en de biedprijs voorlopig in stand blijft. Op grond hiervan wordt voor 2013 verwacht dat het aantal verkochte woningen ongeveer op hetzelfde niveau blijft als in 2012 (zowel in de bestaande bouw als in de nieuwbouw). Daarnaast zijn bedrijven als gevolg van de economische crisis terughoudend met het doen van grote investeringen. Het gevolg van dit alles is dat, zowel de afzet van grond voor woningbouw, als voor bedrijven in 2012 verder stagneerde. Gevolgen van bovenstaande ontwikkelingen worden verwerkt in de eerstvolgende herziene grondexploitatie & risicoanalyse. Acquisitie Om de gronduitgifte van bedrijfsgronden te stimuleren heeft het college van B&W medio 2011 een Marketingplan voor Lorentz III vastgesteld. Om dit plan uit te voeren is er t/m 2014 een bedrag van € 300.000 gereserveerd. Financiële resultaten Algemeen De volgende tabel geeft een overzicht van de resultaten en looptijd van de grondexploitaties. Jaarlijks vindt een actualisatie plaats van de grondexploitaties. Complex
Grondexploitatie 2011 Looptijd t/m NCW 1-1-2011 (Grex 2011) NCW 1-1-2012 (Grex 2012) (bedragen x € 1.000) 1 2 3 4 De Harder 1.080 1.120 2014 Drielanden 8.050 8.370 2025 Frankrijk 760 790 2013 Lorentz II 3.340 3.470 2013 Lorentz III 7.260 7.550 2020 Stadsdennen I 320 340 2013 Sypel 160 170 2015 Tonsel 7.140 7.430 2016 WA-Locatie -180 -190 2013 (*1) Waterfront (*2) -57.740 -60.050 2024 (*1) Totaal -29.810 -31.000 Het verschil tussen kolom 2 en 3 betreft 4% rente waarmee in de grondexploitatie 2011 is gerekend. *1) Voor dit verlies is een voorziening getroffen. *2) Bij het Waterfront betreft het de netto contante waarde, op basis van de grondexploitatie 2012.
Op basis van de meest recente grondexploitaties wordt jaarlijks nagegaan, in hoeverre geprognosticeerde winsten als gerealiseerd kunnen worden beschouwd. Rekening houdende met risico's van lopende projecten en aangegane verplichtingen kunnen vrijvallende winsten worden aangewend als dekking voor andere gemeentelijke activiteiten. De gerealiseerde winst wordt jaarlijks verantwoord in de jaarrekening. Geraamde verliezen dienen direct door een voorziening afgedekt te worden.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 106 -
3.6.8 Paragraaf Meerjareninvesteringsbegroting P o rt ef e ui l l e ho u de r: A fd el i n g:
W eth o ud e r D e n B e s t en C o nc e rn o nd e rs te u ni ng
Inleiding In deze paragraaf is een overzicht opgenomen van de investeringen, waarvan de kapitaallasten nog niet functioneel onder de programma’s zijn geraamd. Dit gebeurt pas nadat via een wijziging begroting of productenraming de gelden zijn vrijgegeven. De posten zijn, conform raadsbesluit, onderverdeeld in de volgende twee categorieën: Investeringen (nieuw beleid, via kadernota aangemeld), welke nog niet voldoende zijn toegelicht. Vrijgave van de middelen zal plaatsvinden na Raadsbesluit en begrotingswijziging van de Raad. Vervangingsinvesteringen, deze gelden kunnen worden vrijgegeven na een B&W-besluit, met een wijziging productenraming. Voor deze categorie investeringen wordt verwezen naar de onderliggende beheersplannen. Een aantal voorbeelden zijn o.a. o Tractiebeheersplan o Gemeentelijk rioleringsplan o Vervangingsschema brandweer Investeringen nieuw beleid (Algemene dienst)
Kader nota 2012 2013 2013 2013 2013
Omschrijving
2012040 Effecten implementatie Wet BGT 2013015 Kunstgrasveld VV Hierden 2013028 Realiseren nieuwe archiefbewaarplaats 2013050 Onderw.leerpakket/meubilair diverse scholen 2013052 Uitbr. Onderwijshuisvesting Waterfront Totaal Overzicht
Jaarschijf 2013 25.000 0 450.000 60.000 200.000 735.000
Jaarschijf 2014 0 450.000 0 44.000 1.100.000 1.594.000
Jaarschijf 2015 0 0 0 30.000 0 30.000
Jaarschijf 2016 0 0 0 29.000 0 29.000
Vervangingsinvesteringen In oktober 2004 is besloten dat de noodzakelijke vervangingsinvesteringen niet meer worden gezien als nieuw beleid, zoals tot die tijd gebruikelijk was, maar als bestaand beleid. Om te waarborgen dat op het moment van gewenste vervanging voldoende middelen beschikbaar zijn, is een vervangingsschema noodzakelijk. Voor het beoordelen van de noodzakelijke middelen voor de vervangingsinvesteringen bedrijfsmiddelen zijn de volgende stappen ondernomen: De bestaande activa met boekwaarden zijn in twee groepen verdeeld: “wel” of “niet” vervangen; Onder de categorie “niet vervangen”, dus niet in vervangingsschema opgenomen, zijn de gemeentelijke gebouwen (incl. scholen) opgenomen, omdat het Meerjaren OnderhoudsPlan (MOP) is opgesteld met het uitgangspunt dat het gebouw in principe “eeuwig” in stand wordt gehouden. Echter in de visie op onderwijshuisvesting primair onderwijs (vastgesteld in januari 2012) is vastgelegd dat er een economische afweging wordt gemaakt tussen groot onderhoud en vervangende nieuwbouw. Verder zijn hieronder opgenomen investeringen in de infrastructuur (BBV-termen: Investeringen Maatschappelijk Nut in de Openbare Ruimte), omdat de evt. vervanging niet afhankelijk is van de technische levensduur, maar van de maatschappelijke/politieke opvattingen over de inrichting van de openbare ruimte. Een eventuele vervanging van het actief omvat over het algemeen niet een één op één vervanging, maar is meeromvattend. Derhalve is dit aan te merken als “nieuw beleid” en zal in dat kader ook van adequate dekking moeten worden voorzien. Ook de activa, die betrekking hebben op de eerste inrichting van scholen en onderwijsleerpakketten vallen onder deze categorie. Aangezien de scholen op basis van bestaande regelgeving verantwoordelijk zijn voor de vervanging (en daarvoor ook van het Rijk de middelen ontvangen). Tenslotte zijn renovaties en inhaalslagen in deze categorie opgenomen, omdat het uitgangspunt is, dat dergelijke incidenten eenmalig zijn, bijv. als gevolg van nieuwe regelgeving etc., wat niet planmatig is te beheersen en daardoor inherent als “nieuw beleid” moet worden beschouwd; De groep activa, die voor vervanging in aanmerking komt, is onderverdeeld naar de wijze waarop de kapitaallasten worden gedekt. Daarbij moet worden gedacht aan: a. b. c. d.
Stelpost Automatisering; Stelpost Brandweer; Stelpost Tractie (TractieBeheersPlan); Gemeentelijk RioleringsPlan;
e. f. g.
Meerjaren OnderhoudsPlan; Overeenkomst; Overig
Van de investeringen, die zijn ingedeeld in de categorieën a. t/m f., wordt verondersteld dat de kapitaallasten van de vervangingsinvesteringen kunnen worden gedekt door de genoemde stelposten of binnen het genoemde plan/overeenkomst. Hiervoor moeten nog wel wijzigingen van de productenraming worden voorgelegd.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 107 -
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 108 -
3.6.9 Paragraaf Stads- en regiocontracten P o rt ef e ui l l e ho u de r: A fd el i n g:
B u rg e me e s t er v a n d er K ol k B es tu u rs o nd e rs te u ni ng
De paragraaf ‘Harderwijker Stedelijke Ontwikkeling’ is mede op verzoek van de provincie Gelderland tot stand gekomen. De oorsprong ligt in de op 1 juli 2012 afgeronde GSO3-periode. Op 25 april 2012 is het Stadscontract 2012-2015 tussen gemeente Harderwijk en provincie Gelderland afgesloten. Vooraf merken wij op, dat de structuur van deze paragraaf afwijkt van de overige verplicht voorgeschreven paragrafen. De reden hiervoor is, dat de gehanteerde structuur aansluit bij de door de provincie voorgeschreven voortgangsrapportages op basis van het door Provinciale Staten vastgestelde controle protocol. Deze paragraaf dient meerdere doelen: 1. Aan de hand van de drie w-vragen geven wij inzicht in de stand van de projecten uit het Stads- en Regiocontract. 2. Het incorporeren van de projecten uit het Stads- en Regiocontract in de Harderwijker beleids- en begrotingscyclus, omdat de verantwoording over projecten automatisch onderdeel uitmaakt van daartoe behorende documenten, zoals de Marap/Berap en programmarekening. 3. Het rapporteren van de stand van zaken aan de Regio Noord Veluwe (Regiocontract) en provincie Gelderland. De gemeente Harderwijk en Regio Noord Veluwe hebben gezamenlijk één aanvraag ingediend bij de provincie. Hoewel de provincie besloten heeft om én een Stadscontract én een Regiocontract af te sluiten, zijn beide contracten gelijk qua opbouw. Beide contracten zijn programmatisch opgebouwd en kennen de programma’s Economie, Omgeving en Mens. Deze categorisering sluit aan bij de gemeentelijke programma’s: de ondernemende stad, de aantrekkelijke stad en de zorgzame stad. In deze paragraaf zijn per programma de projecten beschreven. Van de meeste projecten is duidelijk wat het op te leveren resultaat zal zijn. Er zijn ook projecten die nog nader uitgewerkt moeten worden. Wij zien deze paragraaf dan ook niet als een statisch document, maar als een boek dat door de tijd heen aangevuld en gewijzigd wordt. Deze paragraaf is opgebouwd uit programma's, deelprogramma's, majeure projecten (grensoverschrijdend danwel groots) en projecten. De projecten, die hier zijn beschreven, zijn de Harderwijkse projecten uit het Stads- en Regiocontract. Deze paragraaf is onderdeel van de meerjarenbegroting. Binnenkort ontvangt u een begrotingswijziging, waarin u wordt gevraagd voor projecten middelen beschikbaar te stellen. Samenwerking Al jaren heeft de gemeente Harderwijk de status van G8-gemeente (grote 8 steden van Gelderland). Hierdoor heeft de gemeente Harderwijk een exclusief Stadscontract met de provincie. De Regio Noord-Veluwe en de gemeente Harderwijk hebben het afgelopen jaar samengewerkt aan een gezamenlijke subsidieaanvraag voor het Stads- en Regiocontract. De argumenten hiervoor waren: Gezamenlijke visie, Care Valley. Deze visie heeft als leidraad gediend voor het benoemen van projecten; De overeenkomsten tussen gemeenten,. concrete voorbeelden uit de contracten zijn majeure projecten als ‘Stationsomgeving’ en ‘Jeugd’; De algemene visie op regionale samenwerking. De gemeenten en RNV werken met elkaar samen bij de majeure (grensoverschrijdende) projecten. Over de uitvoering van de programma’s wordt gezamenlijk verantwoording afgelegd. Dit betekent, dat ook in gezamenlijkheid de projecten worden beheerd. Ook wordt samengewerkt bij de aanvraag voor de tweede tranche, waarin de in de contracten opgenomen ontwikkelprojecten (zie verder) een rol spelen. Financieel De Regio Noord Veluwe ontvangt via het Regiocontract 14,2 miljoen euro aan subsidie. Via het Stadscontract ontvangt de gemeente Harderwijk 6.1 miljoen euro, exclusief 7 miljoen voor het sleutelproject Waterfront (met mogelijke aanvulling van 4 miljoen voor het Waterfront).
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 109 -
Tweede tranche De provincie Gelderland heeft voor het programma Stad en Regio in totaal 150 miljoen euro te besteden. Via de eerste Stads- en Regiocontracten is 120 miljoen euro gesubsidieerd. De provincie heeft een tweede tranche afgekondigd, waarin zij 30 miljoen zullen besteden. Het proces hiervoor is nog niet bekend. In de Stads- en Regiocontracten staan preambule-afspraken, waarin diverse ontwikkelprojecten zijn opgenomen. Deze ontwikkelprojecten waren ten tijde van aanvraagperiode niet volledig genoeg om ingediend te worden als concreet project. Het is goed denkbaar dat deze ontwikkelprojecten bij de tweede tranche alsnog in aanmerking kunnen komen voor subsidiëring. Zie verder Ontwikkelprojecten. Gemeentelijke middeleninzet Een voorwaarde, die de provincie stelt, is dat 50% van de kosten door anderen dan de provincie betaald moet worden. De provincie en de gemeente Harderwijk zijn overeengekomen, dat de gemeentelijke middeleninzet op programmaniveau geldt en niet op projectniveau. Nieuw ten opzichte van GSO3 is dat derden mogen bijdragen in de kosten, in plaats van gemeenten. In onze subsidieaanvraag zijn diverse vormen van ‘gemeentelijke’ middeleninzet opgenomen: bijdrage gemeente op projectenniveau; bijdrage derden op projectenniveau; bijdrage gemeente op doelstellingenniveau; investeringen gemeente; investeringen derden. De middeleninzet vanuit de gemeente is beschikbaar via de beschikbare budgetten of via de kadernota. Per project is aangegeven welke vorm(en) van ‘gemeentelijke’ middeleninzet van toepassing is. Programma Economie Deelprogramma Gastvrije regio Projecten stadscontract: A.
Versterken economische positie
Wat willen wij bereiken? De regionale functie van de binnenstad versterken door de bestaande activiteiten en programma’s gericht op de binnenstad te stroomlijnen en te plaatsen in regionale context. Wat gaan wij daarvoor doen? met ondernemers het aanbod van koopavonden afstemmen; de leegstand van winkelpanden aanpakken; de vestiging van landelijke ketens stimuleren door samenvoeging van bestaande panden; deelnemen aan de verkiezing: “beste winkelstad van Nederland”; themabijeenkomsten/workshops gericht op meer gebruik van nieuwe media door ondernemers organiseren; het webwinkelcentrum Harderwijk realiseren. Wat kost het? Het totale project kost € 650.000 waarvan € 270.000 gesubsidieerd wordt door de provincie. ‘Gemeentelijke’ middeleninzet: bijdrage derde en gemeente op projectenniveau. B.
Kwaliteitsslag Binnenstad
Wat willen wij bereiken? Een gedeelte van het openbaar gebied in de binnenstad opnieuw inrichten met materialen, die refereren aan het historische karakter. Wat gaan wij daarvoor doen? In de periode 2012-2015 een viertal straten herinrichten. Dit zijn de straten: Luttekepoortstraat, Wolleweverstraat, Donkerstraat en Hondegatstraat. Wat kost het? Het project kost € 1.500.000 waarvan € 750.000 gesubsidieerd wordt door de provincie.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 110 -
‘Gemeentelijke’ middeleninzet: bijdrage gemeente op projectenniveau. C.
Evenementen versterken
Wat willen wij bereiken? Het evenementenbeleid in Harderwijk versterken. Wat gaan we daarvoor doen? een groot evenement naar Harderwijk halen (en/of); aan de hand van jaarlijks wisselende thema’s de bestaande evenementen verbeteren en de uitstraling vergroten; het organiseren van workshops voor organisatoren en ondernemers gericht op het verbeteren van communicatie, marketing en public relations van evenementen, mede gericht op het komen tot een gezamenlijke communicatieuiting. Wat kost het? Het project kost € 355.000 waarvan € 115.000 gesubsidieerd wordt door de provincie. ‘Gemeentelijke’ middeleninzet: bijdrage gemeente op projectenniveau. D.
Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan
Wat willen wij bereiken? Een binnenstad waar mensen veilig kunnen uitgaan en waar het gezellig is. Wat gaan wij daarvoor doen? Het landelijke procesinstrument Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan in het uitgaansgebied binnenstad toepassen. Hiervoor zal in gezamenlijkheid met verschillende horeca-partners een uitgebreid proces doorlopen worden. Wat kost het? Het project kost € 126.000, waarvan € 90.000 gesubsidieerd wordt door de provincie. ‘Gemeentelijke’ middeleninzet: bijdrage gemeente op projectenniveau. E.
Weekmarkt /Cultuurplein
Wat willen wij bereiken? Een versterkte economische positie van de weekmarkt. Wat gaan wij daarvoor doen? Het combineren van de weekmarkt met cultuur en cultuurhistorische aspecten. Wat kost het? Het project kost € 135.000, waarvan € 75.000 gesubsidieerd wordt door de provincie. ‘Gemeentelijke’ middeleninzet: bijdrage gemeente op projectenniveau. Projecten regiocontract: F.
Uitkijktoren P-Veluwe
Wat willen wij bereiken? De zichtbaarheid van Harderwijk vanaf de A-28 vergroten en meer bezoekers genereren onder passanten door het toevoegen van een herkenningsobject. Wat gaan wij daarvoor doen? Het plaatsen van een uitkijktoren. Wat kost het? Het project kost € 475.000, waarvan € 150.000 gesubsidieerd wordt door de provincie. ‘Gemeentelijke’ middeleninzet: bijdrage derde op projectenniveau.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 111 -
G.
Regioproject: Botterwerf en Vischafslag
Wat willen wij bereiken? Het visserijverleden van Harderwijk zichtbaar maken; Het bieden van een goede plaats aan het bewaard gebleven interieur van de voormalige visafslag; Toevoegen van een toeristische attractie met educatieve meerwaarde; Het versterken van de centrumfunctie van Harderwijk; Het toevoegen van een museale functie en faciliteiten voor incidentele exposities. Wat gaan wij daarvoor doen? de visafslag reconstrueren die tot 1963 in Harderwijk heeft bestaan; een botterloods realiseren naast het gebouw van de visafslag. Wat kost het? Het project kost € 800.000, waarvan € 400.000 gesubsidieerd wordt door de provincie. ‘Gemeentelijke’ middeleninzet: bijdrage derde op projectenniveau. H.
Restauratie Zeebeer
Wat willen wij bereiken? De oorspronkelijke vestingwerken volledig herstellen. Wat gaan we daarvoor doen? Het restaureren van de Zeebeer. Wat kost het? Het project kost € 300.000, waarvan € 150.000 gesubsidieerd wordt door de provincie. ‘Gemeentelijke’ middeleninzet: bijdrage gemeente op projectenniveau. I.
Restauratie Kloostermuur
Wat willen wij bereiken? Het behouden van een waardevol stuk cultureel erfgoed. Wat gaan wij daarvoor doen? Het restaureren van de Kloostermuur. Wat kost het? Het project kost € 100.000, waarvan € 50.000 wordt gesubsidieerd door de provincie. ‘Gemeentelijke’ middeleninzet: bijdrage gemeente op projectenniveau. J.
Drielandenstrand
Wat willen wij bereiken? De aantrekkelijkheid van de wijk Drielanden als woonplek vergroten en een actief gebruik van het strand te stimuleren. Wat gaan wij daarvoor doen: Het creëren van een aantrekkelijk strand/recreatief deel op fietsafstand van Drielanden en Ermelo Wat kost het? Het project kost € 100.000, waarvan € 50.000 wordt gesubsidieerd door de provincie. ‘Gemeentelijke’ middeleninzet: bijdrage gemeente op doelstellingenniveau (programma). In de onderstaande tabel is een financiële samenvatting opgenomen:
Programma Economie
Deelprogramma Gastvrije regio
Majeur Project
Project
Binnenstad Harderwijk
Versterken economie (incl. nieuwe winkelen) Kwaliteitsslag Binnenstad Evenementen Versterken
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
Totale kosten 650.000
Provinciebijdrage 270.000
Gemeentelijke middeleninzet 120.000
1.500.000 355.000
750.000 115.000
750.000 240.000
Inzet derden 260.000
- 112 -
Programma
Deelprogramma
Majeur Project
Toeristische infrastructuur Hanzesteden Veluws Water
Project Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan Weekmarkt/ cultuur Uitkijktoren P-Veluwe Botterwerf en Vischafslag Restauratie Zeebeer Restauratie Kloostermuur Drielandenstrand
Totale kosten 126.000
Provinciebijdrage 90.000
Gemeentelijke middeleninzet 36.000
135.000
75.000
60.000
475.000 800.000 300.000 100.000 100.000
150.000 400.000 150.000 50.000 50.000
Inzet derden
150.000 50.000 50.000
325.000 400.000
Programma Omgeving Deelprogramma Aantrekkelijke dorpen en steden Projecten: A.
Stationsomgeving
Wat willen wij bereiken? Een herstructurering van het openbaar gebied rondom het station, met een vernieuwd stationsplein. Wat gaan wij daarvoor doen? het stationsplein, de fietsenstallingen, de P&R, taxistandplaats, de busbuffer en het busstation aanpassen; de vernieuwde situatie aansluiten op het bestaande wegenstelsel. Wat kost het? De projectkosten zijn geraamd op een bedrag van € 10.325.000 De provincie heeft via het programma Stad en Regio € 1.700.000 gesubsidieerd, dit wordt aangevuld met € 1.000.000 vanuit de provinciale sectorale middelen. ‘Gemeentelijke’ middeleninzet: investeringsbijdrage door derden en een bijdrage van de gemeente op projectenniveau. B.
Groot Sypel:
Wat willen wij bereiken? Het tankstation opheffen en daarmee een start van verdere gebiedsontwikkeling mogelijk maken. Wat gaan wij daarvoor doen? Amoveren en saneren van een tankstation met LPG-vulpunt in de nabijheid van schoolgebouwen, waardoor verdere gebiedsontwikkeling mogelijk wordt. Wat kost het? Dit deelproject kost € 475.000. Het bedrag wordt volledig gesubsidieerd door de provincie. ‘Gemeentelijke’ middeleninzet in het totale project: investering gemeente van € 5.200.000 (delen van verplaatsing brandweerkazerne, bouw scholen). C.
MOB-complex
Wat willen wij bereiken? Het gebouw omvormen tot een locatie voor creatieve industrie. Wat gaan wij daarvoor doen? Verbeteren van het casco en ingebruikname van het gebouw. Daarnaast zullen wij ons inspannen om, samen met de gebruikers, te komen tot een duurzame vorm van exploitatie en beheer van het complex. Wat kost het? Het project kost € 185.000. Dit bedrag wordt volledig gesubsidieerd door de provincie. ‘Gemeentelijke’ middeleninzet: bijdrage gemeente op doelenniveau (programma).
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 113 -
D.
Lekker groen
Wat willen wij bereiken? Meer groen in de wijken en de zelfwerkzaamheid van inwoners stimuleren. Wat gaan wij daarvoor doen? Inwoners een actieve rol geven bij het 'eetbaar maken' van groenvoorzieningen in de woon- en leefomgeving. Wat kost het? Het project kost € 150.000. Dit bedrag wordt volledig gesubsidieerd door de provincie. ‘Gemeentelijke’ middeleninzet: bijdrage gemeente op doelenniveau (programma). E.
Avontuurlijk spelen
Wat willen wij bereiken? Een meer groene speelomgeving die attractiever en spannender is dan bestaande speellocaties. Wat gaan wij daarvoor doen? In overleg met kinderen (houden van workshops) een inrichtingsplan maken en het plan uitvoeren. Wat kost het? Het project kost € 50.000. Dit bedrag wordt volledig gesubsidieerd door de provincie. Daarnaast vindt er aanvullende middeleninzet plaats: € 40.000 op doelenniveau (programma) door de gemeente en € 10.000 door Welzijn op Maat. D.
Wijkeconomie
Wat willen wij bereiken? Bestrijding van de leegstand van kantoorgebouwen, innovatieve bedrijvigheid, instandhouding en de bedrijvigheid in wijken verbeteren. Wat gaan wij daarvoor doen? Opstellen actieplan Wijkeconomie en het nemen van maatregelen. Wat kost het? Dit project kost € 230.000. Dit bedrag wordt volledig gesubsidieerd door de provincie. Daarnaast vindt er aanvullende middeleninzet plaats: circa 1.000.000 op doelenniveau (programma) uit wijkbudgetten en € 25.000 reservering Stadsweiden door de gemeente. E.
Woningen Zeebuurt
Wat willen wij bereiken? Een breed draagvlak onder inwoners/huurders voor renovatie/nieuwbouw en inrichting van de buurt. Wat gaan wij daarvoor doen? Bieden van deskundige ondersteuning aan huurders. Wat kost het? Het project kost € 80.000, hiervan wordt € 50.000 gesubsidieerd door de provincie. Aanvullende middeleninzet: € 30.000 door UWOON. F.
Keurmerk Veilig Ondernemen nieuwe stijl
Wat willen wij bereiken? Veiliger winkelcentra Wat gaan wij daarvoor doen? Behalen van een keurmerk (eerste ster) voor twee winkelcentra, waarbij moderne media ingezet worden als middel.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 114 -
Wat kost het? Het project kost € 63.000. Dit bedrag wordt volledig gesubsidieerd door de provincie. Daarnaast vindt er aanvullende middeleninzet plaatst: € 15.000 op doelenniveau (programma) door de gemeente en € 12.000 door de Kamer van Koophandel voor een projectonderdeel. Regioprojecten: G.
Gebiedsontwikkeling Groene Zoom
Wat willen wij bereiken? Het ontwikkelen van een recreatief uitloopgebied tussen het stedelijk gebied van Harderwijk en Ermelo. Wat gaan we daarvoor doen? de (infra)structuur versterken door het verleggen van een Veluwse beek gekoppeld aan een langzaam verkeersroute, die het gebied meer toegankelijk maakt; het verbeteren van de fietsinfrastructuur in het gebied; het creëren van een sociale ontmoetingsplaats aan de rand van het stedelijk gebied van Harderwijk met de aanleg van speelweiden, recreatievoorzieningen, kinderboerderij etcetera; het openhouden van groene ruimten. Wat kost het? Het project kost € 300.000. Dit bedrag wordt volledig gesubsidieerd door de provincie. ‘Gemeentelijke’ middeleninzet: investering gemeente van circa € 7.000.000 (boekwaarde complex Groene Zoom) In de onderstaande tabel is een financiële samenvatting opgenomen:
Programma Omgeving/ Ruimte
Deelprogramma Aantrekkelij ke dorpen en steden
Verbindend landschap
Majeur Project
Project
Stationsomgevingen Leefbare kernen en wijken
Stationsplein Harderwijk Lekker Groen Avontuurlijk Spelen Wijkeconomie
Herstructurering en herbestemming Versterking maatschappelijk e waarden
Totale kosten 10.325.000
Provinciebijdrage 2.700.000
Gemeentelijke middeleninzet 500.000
150.000 50.000 230.000
150.000 50.000 230.000
25.000
Woningen Zeebuurt Gebiedsontwikkeling Groene Zoom
80.000 300.000
50.000 300.000
7.00.0000
MOB-complex Groot Sypel KVO- nieuwe stijl
185.000 475.000 63.000
185.000 475.000 63.000
Inzet derden 7.125.000
30.000
pm. 5.200.000
* Bij een aantal projecten is de bijdrage van de provincie gelijk aan de totale kosten van het project. De gemeente en derden plegen inzet door op doelstellingenniveau te investeren.
Programma Mens Deelprogramma Jeugd A.
Preventief jeugdbeleid en participatie
Wat willen wij bereiken? Het leggen van een verbinding met curatief en repressief jeugdbeleid, gericht op het creëren van een veilig opvoedklimaat in de wijken. Wat gaan wij daarvoor doen? De preventiemethodiek “communities that care' uitrollen over de hele gemeente. Wat kost het? Het project kost € 195.000, hiervan wordt € 150.000 gesubsidieerd door de provincie. ‘Gemeentelijke’ middeleninzet: bijdrage gemeente op projectenniveau en doelenniveau (programma).
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 115 -
Deelprogramma Eigen Kracht B.
Project Harderwijker Ontwikkelingsmaatschappij
Wat willen wij bereiken? Het activeren en creëren van actieve sociale netwerken in Harderwijk. Wat gaan wij daarvoor doen? Een netwerk en doe-organisatie oprichten en activiteiten uitvoeren. Wat kost het? Het project kost € 150.000. Dit bedrag wordt volledig gesubsidieerd door de provincie. ‘Gemeentelijke’ middeleninzet: bijdrage op doelenniveau (programma). C.
Ondernemerschap bij sportverenigingen
Wat willen wij bereiken? Een intensiever en breder gebruik van sportvelden. Wat gaan we daarvoor doen? In samenwerking met sportverenigingen een plan opstellen en uitvoeren. Het doel is dat er 2 activiteiten per jaar (8 in totaal) plaatsvinden. Wat kost het? Het project kost € 100.000. Dit bedrag wordt volledig gesubsidieerd door de provincie. ‘Gemeentelijke’ middeleninzet: bijdrage gemeente op doelenniveau (programma). Deelprogramma Participatie D.
Sport en bewegen door maatschappelijke zorg
Wat willen wij bereiken? Mensen in een kwetsbare positie activeren. Wat gaan wij daarvoor doen? het laten organiseren van de Veluwe Games. het begeleiden van minimaal 20 mensen per jaar. Wat kost het? Het project kost € 110.000. Dit bedrag wordt volledig gesubsidieerd door de provincie. ‘Gemeentelijke’ middeleninzet: de gemeente investeert jaarlijks circa € 400.000 in de Maatschappelijke Zorg, dit geldt als gemeentelijke middeleninzet op doelenniveau (programma). E.
Het idee van Harderwijk
Wat willen wij bereiken? Mensen activeren en begeleiden naar werk. Wat gaan wij daarvoor doen? Het jaarlijks activeren van 30 personen. Het doorgeleiden van 18 personen per jaar naar een vaste baan in de horeca. Wat kost het? Het project kost € 1.200.000, hiervan wordt € 360.000 gesubsidieerd door de provincie. ‘Gemeentelijke’ middeleninzet: bijdrage derden en gemeente op projectenniveau. F.
PGA/GGA (Persoon- en gezinsgerichte aanpak)
Wat willen wij bereiken? Een vermindering van stelselmatige overlast of criminaliteit door personen of gezinnen.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 116 -
Wat gaan wij daarvoor doen? Een aanpak/aanbod opzetten en uitvoeren. Wat kost het? Het project kost € 230.000. Dit bedrag wordt volledig gesubsidieerd door de provincie. ‘Gemeentelijke’ middeleninzet: bijdrage op doelenniveau (programma). In de onderstaande tabel is een financiële samenvatting opgenomen: Programma Mens / Sociaal
Deelprogramma Jeugd
Majeur Project Opvoeden Versterken
Eigen kracht
Burgerkracht
Participatie
Participatie
Project Preventief Jeugdbeleid en participatie (uitrol &verbreding CtC) Harderwijker Ontwikkelingsmij. Ondernemerschap bij Sportverenigingen Sport en bewegen in Maatschappelijke zorg Het idee van Harderwijk Multiprobleem-gezinnen
Totale kosten
Provinciebijdrage
Gemeentelijke middeleninzet
195.000
150.000
45.000
150.000
150.000
PM
100.000
100.000
PM
110.000
110.000
PM
1.200.000 230.000
360.000 230.000
840.000 PM
Inzet derden
* Bij een aantal projecten is de bijdrage van de provincie gelijk aan de totale kosten van het project. De gemeente en derden plegen inzet door op doelstellingenniveau te investeren.
Sleutelproject Waterfront De doelen van het sleutelproject Waterfront zijn: herstellen en verbeteren van de hoogwaardige relatie tussen randmeren en stad. versterken van de stedelijke economie en het verbeteren van milieu en leefbaarheid in ruime zin. Deze doelstellingen sluiten aan bij de prioritaire thema's van de provincie: 1. Economische en logistieke structuurversterking; 2. Cultureel historische versterking; 3. Herstructurering en verduurzaming van binnensteden/vergroten leefbaarheid; 4. Natuur en landschap. Deze thema’s zijn gebruikt als aanknopingspunt in het benoemen van de op te voeren maatregelen. Onder de maatregelen zijn concrete projecten benoemd. Wat willen wij bereiken? A. Economische en logistieke structuurversterking Economische en logistieke structuurversterking operationaliseren door de condities te scheppen, op basis waarvan de samenstellende delen van het Waterfront optimaal kunnen functioneren. Dat vereist onder meer maatregelen om verkeersstromen te scheiden, zodat bezoekersstromen voor het Dolfinarium apart worden afgewikkeld van verkeer in de woongebieden. Goede, deels in de vorm van gebouwde, parkeervoorzieningen behoren daar ook toe. Dat komt zowel de kwaliteit van de woonomgeving, als de aantrekkelijkheid van de stad en daarmee het economisch functioneren ten goede. Wat gaan wij daarvoor doen? 1. Investeringen betreffende de gescheiden afwikkeling van bezoekersverkeer langs de noordzijde van N302, inclusief een overgang over het aquaduct N302; 2. Investeringen betreffende de gescheiden afwikkeling van wegverkeer en voetgangersstromen in logistieke afwikkeling vanaf het Overloopterrein; 3. Investeringen in parkeergarages op die plaatsen in het plangebied waar, als deze niet worden gerealiseerd, de kwaliteit van de woonomgeving de afzetbaarheid van woningen bemoeilijkt en/of het verblijfsklimaat negatief wordt beïnvloed, hetgeen op zijn beurt de economische aantrekkelijkheid van de stad aantast; 4. Investeringen in een busstation voor afwikkeling van groepsvervoer van en naar het Dolfinarium op een dusdanige manier dat de kwaliteit van de openbare ruimte niet onnodig zwaar wordt aangetast; 5. (reeds eerder gehonoreerd) Investeringen in geluidafschermende werking van de bebouwingsstrook van de zogenoemde boothuizen op het Dolfinariumeiland, bedoeld om geluidbeperkingen in het woongebied van fase 2 Waterfront te voorkomen.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 117 -
B. Cultuurhistorische versterking Cultuurhistorische versterking krijgt vorm door middel van herontwikkeling van het Boulevardgebied binnen het Waterfront, in welk verband de oorspronkelijke relatie tussen stad en water wordt hersteld. De historische stadsmuur zal daarin een belangrijke beeldbepalende factor zijn. Aangezien de ingrepen onder deze noemer onderdeel zijn van de samenwerkingsovereenkomst met het consortium voor de ontwikkeling van fase 2 Waterfront, vallen de desbetreffende investeringen buiten de scope van de sleutelprojectaanvraag. C. Herstructurering en verduurzaming van binnensteden Herstructurering en verduurzaming van binnensteden/vergroten leefbaarheid zijn, gerelateerd aan economische structuurversterking, uitermate relevant. Het verklaart mede waarom de benodigde investeringen voor een integrale binnenstedelijke herstructurering, wat de kern van het Waterfront vormt, bijzonder groot zijn. De beoogde plankwaliteit, noodzakelijk om de afzetbaarheid van het commerciële programma te optimaliseren en de economisch functioneren van het plangebied en zijn omgeving te stimuleren kan slechts worden bereikt door middel van zorgvuldig, hoogwaardig ontwerp en inrichting. Wat gaan wij daarvoor doen? Investeren in verwervingen en sloop in het gebied van fase 3 Waterfront; Een extra kwaliteitsimpuls door de verkeersovergang Lelyhaven als beweegbare brug uit te voeren; Een extra kwaliteitsimpuls in de overgangszone met het woongebied Waterfront – N302; Tijdelijke parkeerfaciliteit in deelgebied fase 3 ten behoeve van opvangen parkeerdruk gedurende uitvoeringsperiode Waterfront. D. Natuur en landschap Natuur en landschap hebben belangrijke aanknopingspunten met het Waterfront. Een stedelijke ingreep van een dusdanig grote omvang en zo dicht op de grenzen van het aangewezen Natura 2000 gebied kan slechts worden uitgevoerd als zorgvuldig met die belangen wordt omgegaan. Kenmerkend in deze is de gevolgtrekking uit de Passende Beoordeling Nbwet die voor het Waterfront is opgesteld, te weten dat een tweetal vogelrustgebieden moet worden aangelegd en dat ruimte-extensieve, natuurvriendelijke oevers langs de uitbreiding van Lorentzhaven voorwaardelijk zijn voor een goede symbiose van stad en omgeving. Wat gaan wij daarvoor doen? Creëren van voldoende waarborgen voor instandhouding van natuurwaarden in het aangewezen Natura 2000 gebied door middel van de realisatie van twee vogelrustgebieden; Creëren van voldoende waarborgen voor instandhouding natuurwaarden in aangewezen Natura 2000 gebied door middel van de aanleg van ruimte-extensieve natuurvriendelijke oevers langs Lorentzhaven, het Overloopterrein en de ontsluiting via passage over het aquaduct N302; Verleggen uitstroomopening RWZI in relatie tot gewijzigd ontwerp Overloopterrein. Financieel: Verwervingen zijn pas in de periode 2012 – 2015 aan de orde Ontwikkelprojecten Binnen het Stads- en Regiocontract zijn diverse ontwikkelprojecten opgenomen. Er is door de provincie geen subsidie toegekend voor deze projecten. Dit omdat de projecten ten tijde van de aanvraag nog niet volledig uitgewerkt waren. De provincie heeft er voor gekozen de projecten wel een plaats te geven in de contracten, waarbij de gemeente alsnog een kans krijgt een concreet projectplan in te dienen. Het is denkbaar dat enkele ontwikkelprojecten alsnog voor subsidie in aanmerking komen bij de verdeling van de tweede tranche. Voor het aanvragen van subsidie (2e tranche) heeft de provincie nog geen proces bekend gemaakt. De Harderwijkse ontwikkelprojecten opgenomen in het stadscontract zijn: Het Huis van de Stad: Door de gemeentelijke bezuinigingen en specifiek op het onderdeel kunst en cultuur heeft de museale sector de uitdaging aangenomen om een nieuw museaal concept uit te denken. Dit wordt het Huis van de Stad genoemd. De initiatiefnemers hebben een eerste concept ingediend. De gemeente heeft vanuit het Stadscontract de opdracht om het concept nader uit te werken in 2012 en voor te leggen aan de provincie.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 118 -
Theater Waterfront In het kader van de specifieke inpassing van het nieuwe theater in het Waterfront is de gemeente (zoals ook al aangekondigd bij de herijking van GSO3) in overleg getreden met de provincie over de voorbereiding van het maken van deze resultaatsafspraken. In onze visie betekent dit dat de provinciale bijdrage vanuit de provincie ook uit andere geldstromen kan komen en niet per definitie uit de eerste tranche van de stadsen regiomiddelen. Onze inzet blijft onverkort het in stand houden van de provinciale bijdrage ad € 5.000.000,-- voor het theater. Deze lijn wordt ook binnen het (nieuwe) Stads- en Regiocontract gevolgd. De afspraken over het theater zijn daarom afzonderlijk in deze preambule opgenomen. Stadsdistributiecentrum In de Structuurvisie Harderwijk 2031 is een haalbaarheidsonderzoek opgenomen naar het ontwikkelen van een Stadsdistributiecentrum. Dit onderzoek voeren wij in 2013 uit. Verbindingszone binnenstad – Waterfront Dit ontwikkelproject houdt het creëren van logische verbindingen in van het Waterfront naar de binnenstad op basis van behoeften. Dit vraagstuk moet nog verder verkend worden.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 119 -
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 120 -
4 Financiële begroting
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 121 -
4.1 Financiële programmabegroting
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 122 -
4.1.1 Resultaatbepaling en -bestemming Algemeen
Omschrijving
Begroting 2013
Resultaat voor bestemming Baten Lasten Totaal (1)Programma Algemene Dekkingsmiddelen Totaal (2)Algemene dekkingsmiddelen Totaal Resultaat voor bestemming Resultaat na bestemming Dotatie aan de Reserve Onttrekking uit de Reserve Totaal (3)Resultaatbestemming Totaal Resultaat na bestemming
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
43.566.696 91.700.374 48.133.677 52.524.446 52.524.446 4.390.769
43.398.871 89.100.833 45.701.962 51.056.867 51.056.867 5.354.905
43.321.739 87.889.677 44.567.937 49.934.276 49.934.276 5.366.338
43.349.471 87.156.434 43.806.962 50.846.442 50.846.442 7.039.479
9.581.830 5.276.791 4.305.039 85.730
9.576.993 4.710.942 4.866.051 488.854
9.309.514 4.057.569 5.251.945 114.393
9.660.219 3.742.819 5.917.400 1.122.079
In de hierna volgende tabel zijn de dotaties en onttrekkingen per programma uitgesplitst. Programma PRG1 Zorgzame stad PRG2 Aantrekkelijke stad PRG3 Ondernemende stad PRG4 Verbindende stad PRG5 Waterfront PRG6 Alg. dekkingsmiddelen en financieringen
B/L Onttrekkingen
Begroting
Begroting
Begroting
2013
2.014
2.015
-1.452.157
-1.408.131
-1.343.500
Begroting 2.016 -1.241.713
Dotaties
748.501
748.585
840.831
867.850
Dotaties
1.498.236
1.498.236
1.498.236
1.501.044
Onttrekkingen
-1.132.380
-1.108.979
-931.865
-789.489
Dotaties
923.419
969.090
1.021.077
1.082.441
Onttrekkingen
-1.375.806
-1.225.929
-1.066.070
-997.254
Dotaties
122.580
121.590
-243.951
58.112
Onttrekkingen
-54.745
-53.201
-51.657
-50.113
Dotaties
2.479.510
2.479.510
2.479.510
2.479.510
Dotaties
3.809.584
3.759.982
3.713.812
3.671.262
Onttrekkingen
-1.261.703
-914.702
-664.476
-664.250
4.305.039
4.866.051
5.251.945
5.917.400
Overzicht
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 123 -
4.1.2 Totaaloverzicht baten, lasten en resultaatbestemming Incidenteel Begroting Begroting Begroting Begroting / Grootboek Programma Structureel soort 2013 2014 2015 2016 PRG1 Zorgzame stad Incidenteel Baten -56 -36 -21 -21 Lasten 580 231 94 10 Incidenteel 524 195 73 -11 Structureel Baten -19.741 -19.320 -18.909 -18.518 Lasten 44.281 43.398 42.960 42.619 Structureel 24.541 24.078 24.052 24.101 PRG1 Zorgzame stad 25.064 24.273 24.125 24.089 PRG2 Aantrekkelijke stad Incidenteel Lasten 80 0 0 0 Incidenteel 80 0 0 0 Structureel Baten -15.344 -15.370 -15.337 -15.304 Lasten 30.643 29.734 29.268 29.047 Structureel 15.299 14.364 13.931 13.742 PRG2 Aantrekkelijke stad 15.378 14.364 13.931 13.742 PRG3 Ondernemende stad Incidenteel Baten -69 -63 0 0 Lasten 141 70 6 1 Incidenteel 72 7 6 1 Structureel Baten -5.533 -5.569 -5.612 -5.751 Lasten 4.638 4.407 4.444 4.460 Structureel -895 -1.162 -1.168 -1.290 PRG3 Ondernemende stad -822 -1.156 -1.162 -1.290 PRG4 Verbindende stad Incidenteel Lasten 30 0 0 0 Incidenteel 30 0 0 0 Structureel Baten -1.024 -1.022 -1.021 -1.019 Lasten 11.265 11.264 10.898 11.195 Structureel 10.241 10.241 9.877 10.175 PRG4 Verbindende stad 10.271 10.241 9.877 10.175 PRG5 Waterfront Structureel Baten -5.815 -5.815 -5.815 -5.815 Lasten 5.815 5.815 5.815 5.815 Structureel 0 0 0 0 PRG5 Waterfront 0 0 0 0 PRG6 Alg. dekkingsmiddelen en Incidenteel Baten -689 -165 -250 0 financieringen Incidenteel -68 -165 -250 0 Structureel Baten -56.946 -58.153 -57.236 -58.408 Lasten 7.658 10.107 10.601 10.568 Structureel -49.287 -48.047 -46.635 -47.839 PRG6 Alg. dekkingsmiddelen en financieringen -49.977 -48.212 -46.885 -47.839 Overzicht -86 -489 -114 -1.122
Onder nieuw beleid zijn de volgende posten opgenomen: Doelstelling Subdoelstelling KP2 Bestuursdienst K200 Hulpkostenplaats Individueel loopbaanbudget salarissen K200 Hulpkostenplaats salarissen K206 Informatisering Uitvoeringskstn Prog. Dienstverlening K206 Informatisering KP2 Bestuursdienst PRG1 Zorgzame stad PR101 Meer soc.activ. Verbeteren Lokaal gezondheidsbeleid bewoners - minder uitval Uitvoeringskstn Wet tijdelijk huisverbod Kosten instandhouding AED Plan van aanpak Burgerschap PR101 Meer soc.activ. bewoners - minder uitval PR102 Een sterkere, meer Uitv. IVP 2013-2016-jeugdintervent.werk betrokken gemeenschap PR102 Een sterkere, meer betrokken gemeenschap PR103 Een leefbaarder en Uitv. routekaart duurz. klimaatneutraal veiliger woonomgeving Exploitatie dubbele gymzaal Drielanden-W Herst.const.ftn Alfons Ariens\Driemaster
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
100
100
100
0
100 0 0 100
100 0 0 100
100 78 78 178
0 115 115 115
30 4 2 70 105 0
30 4 2 0 35 85
30 4 2 0 35 85
30 4 2 0 35 85
0 100 0 60
85 0 18 0
85 0 44 0
85 0 44 0
- 124 -
Doelstelling
Subdoelstelling Herst.const.ftn Alfons Ariens\Driemaster Stijging stroomkosten scholen Uitbr. form. (1 fte) Risicobeheersing Onderhoud brandweerkazerne Hierden Kosten van lijkschouwing Organisatiekosten vreugdevuur Hierden Uitvoeringskosten wet BIBOB PR103 Een leefbaarder en veiliger woonomgeving PRG1 Zorgzame stad PRG2 Aantrekkelijke stad PR201 Meer regionale Ondz.sportondern.sch./maatsch.gebr.accom centrumvoorzieningen Groot onderhoud sportvelden 2013 Aanp. buitenspringbak Ruitersportcentr. Aanp. toiletten en douches VVOG Herijking culturele infrastructuur PR201 Meer regionale centrumvoorzieningen PR202 Een hogere kwaliteit Beheer passage Hortus - Markt van de woonomgeving Bovenwijks Tonsel Bovenwijks RBT fase 1 Uitvoering Verkeersstructuurplan Onderh.fiets- voet.hellingb. Parallelweg PR202 Een hogere kwaliteit van de woonomgeving PRG2 Aantrekkelijke stad PRG3 Ondernemende stad PR307 Een sterkere Onderzoek naar Koopzondag centrumfunctie Deelname project Start Smart PR307 Een sterkere centrumfunctie PRG3 Ondernemende stad PRG4 Verbindende stad PR401 Betere Bestuurskrachtmeting dienstverlening PR401 Betere dienstverlening PRG4 Verbindende stad PRG6 Alg. dekkingsmiddelen en financieringen PR604 Algemene baten en Jongerenplatform lasten Herind. parkeerpl. winkelc. Tweelingstad Realiseren nieuwe archiefbewaarplaats Financiële ondersteuning VVE's Kunstgrasveld VV Hierden Reconstructie Stationsomgeving Uitbr. Onderwijshuisvesting Waterfront Herinrichting openbare ruimte Binnenstad Onderw.leerpakket\meubilair div. scholen PR604 Algemene baten en lasten PRG6 Alg. dekkingsmiddelen en financieringen Overzicht
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
Begroting 2013
0 2 25 5 5 3 8 206 311
Begroting 2014 60 2 25 5 5 3 8 124 244
Begroting 2015
40 36 7 26 80 189 2 0 4 40 2 47 236
0 0 0 0 0 0 2 3 4 40 2 50 50
0 0 0 0 0 0 2 3 4 0 2 10 10
0 0 0 0 0 0 2 3 4 0 2 10 10
10 5 15 15
0 5 5 5
0 5 5 5
0 0 0 0
30
0
0
0
30 30
0 0
0 0
0 0
8 40 0 500 0 0 0 60 0 608 608 1.299
8 0 48 0 0 250 13 190 6 515 515 914
8 0 48 0 48 250 85 100 11 549 549 927
8 0 48 0 48 0 85 0 14 202 202 512
0 2 0 5 5 3 8 65 185
Begroting 2016
0 2 0 5 5 3 8 65 185
- 125 -
4.1.3 Toelichting baten en lasten Algemeen Evenals voorgaande jaren is voor de berekening van de begrote bedragen 2013 de begroting van het voorgaande jaar (2012) als basis genomen. Voor deze begroting zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: De Programmabegroting 2013 – 2016 is opgesteld binnen de bestaande beleidsmatige en financiële kaders. Verder zijn voor de samenstelling de volgende uitgangspunten gehanteerd. Bestaand beleid begroting 2012 voor jaarschijf 2013 – 2016 inclusief wijzigingen t/m 28 juni 2012; Loonsom toegestane formatie per 1 mei 2012; Loonontwikkeling 1%, op basis van de junicirculaire Gemeentefonds 2012; Trendmatige verhoging van de materiële budgetten met 1,5%; De baten zijn trendmatig met 1,5% verhoogd; Besluitvorming kadernota 2013-2016, d.d. 28 juni 2012; Aanpassing van die budgetten die gebaseerd zijn op areaal (uitbreiding). Omschrijving Inflatierente, rente bijschrijving reserves Omslagrente, rente bijschrijving reserves ter dekking van kapitaallasten Omslagrente, rente bijschrijving voorzieningen GREX Marktrente, inzet eigen financieringsmiddelen Marktrente, aantrekken middelen financieringstekort Omslagrente
Percentage 1,50% 4,00% 4,00% 1,74% 1,74% 4,00%
Herziening van de methode voor bepaling van het renteomslag percentage Circa 10 jaar geleden was het bij de gemeente Harderwijk nog gebruikelijk dat bij grondexploitaties een vast percentage van 5% werd gehanteerd voor grondexploitaties. Was de werkelijke rente hoger,dan "subsidieerde" de algemene dienst het grondbedrijf en was de rente lager dan was het omgekeerde het geval. Hiervoor was gekozen om de uitkomsten van grondexploitaties niet te veel te laten variëren als gevolg van renteschommelingen. In een tijd dat de rente jaarlijks redelijk stabiel was is besloten de rente tussen algemene dienst en grondexploitaties gelijk te trekken zodat van onderlinge subsidiëring niet langer sprake was. Tegelijkertijd is besloten jaarlijks de renteomslag te laten variëren met de werkelijke rentekosten voor het volgend jaar. Hiervan maakt de rente berekend over de reserves een belangrijke component uit gezien de relatief geringe omvang van het vreemd vermogen. In een tijd van redelijke stabiliteit een goed bruikbare werkwijze. De marktrente heeft zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld:
2005 4,90%
2006 3,80%
2007 4,10%
2008 4,60%
2009 4,75%
2010 4,75%
De renteomslag heeft zich in de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld: 2005 4,70%
2006 4,00%
2007 4,00%
2008 4,30%
2009 4,50%
2010 4,50%
2011 2,78%
2012 3,22%
2013 1,74%
2011 3,40%
2012 3,60%
2013 2,75%
Net als vorig jaar hebben we ook op dit moment nog te maken met een historisch dieptepunt van de intrestvoet. Naar onze overtuiging is dit geen structureel beeld. Handhaving van bestaand beleid leidt dan ook tot een onjuiste voorstelling van het meerjarenperspectief in de meerjarenbegroting en ook een fors te positieve voorstelling van de verwachte uitkomsten van grondexploitaties. Bij de opzet van deze begroting zijn wij dan ook uitgegaan van een omslagrente van 4%. Dit percentage is net als vorig jaar op hetzelfde niveau gehouden. Dit percentage benadert in onze ogen ook de structurele intrestvoet voor de komende jaren. Het verschil tussen 2,75% en 4% (een bedrag van circa € 2,7 miljoen) wordt gereserveerd en bestemd voor het opvangen van toekomstige renteschommelingen. Wanneer dan in de volgende jaren de rente boven de 4% stijgt, wordt deze reserve aangewend om rentestijgingen te op te vangen. Op deze wijze laten het begrotingssaldo en de uitkomsten van grondexploitaties een stabieler beeld zien omdat renteschommelingen worden "afgevlakt". Daarnaast blijft het principe dat algemene dienst en grondexploitaties elkaar niet "subsidiëren" hiermee in stand.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 126 -
4.2 Balans
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 127 -
4.2.1 Balans (Bedragen x € 1.000,-)
Totale activa Vaste activa
Balans 2013
Balans 2012
Immateriele vaste activa Kosten van onderzoek/ontwikkelingen Totaal Immateriele vaste activa
-
-
-
-
Materiele vaste activa Investeringen met een economisch nut Investeringen met een maatschappelijk nut In erfpacht gegeven gronden Totaal Materiele vaste activa
-
-
73.390
81.306
6.918
6.918
80.308
88.224
342
342
Financiele vaste activa Lening Woningbouwcorporaties Lening Overige Verbonden Partijen
2.918
2.918
Overige Langlopende Leningen
8.494
14.485
0
4.925
11.754 92.062
22.670 110.894
Gereed product en handelsgoederen
-
-
Niet in exploitatie genomen bouwgrond
-
-
81.967
76.352
81.967
76.352
Vorderingen
-
-
Overige Overlopende Activa
-
-
Vorderingen op openbare lichamen
-
-
-
-
Kassaldo
-
-
Banksaldo
-
-
Bijdrage aan Activa in eigendom derden Totaal Financiele vaste activa Totaal Vaste activa
Vlottende Activa Voorraden
Bouwgrond in exploitatie Totaal Voorraden Overlopende activa
Totaal Overlopende activa Liquide middelen
Totaal Liquide middelen Totaal Vlottende Activa Totaal activa
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
-
-
81.967
76.352
174.029
187.246
- 128 -
(Bedragen x € 1.000,-)
Totale passiva Passiva
Balans 2013
Balans 2012
Eigen vermogen Algemene reserve
28.020
32.355
Bestemmingsreserves AD
43.907
45.123
Resultaat
-
-
71.927
77.478
Voorzieningen
14.824
16.275
Totaal Voorzieningen
14.824
16.275
Geldlening o/g (waterschapsbank)
14.285
16.071
Geldlening (BNG)
45.000
60.000
270
229
Totaal Eigen vermogen Voorzieningen
Langlopende schulden
Waarborgsommen Totaal Langlopende schulden Totaal Vaste financierings middelen
59.555
76.300
146.306
170.053
Vlottende passiva
Kort lopende schulden Overige Schulden Overlopende Passiva
-
-
27.723
17.193
Tussenrekeningen
-
-
Totaal Kort lopende schulden
27.723
17.193
27.723
17.193
174.029
187.246
Totaal Vlottende passiva Totaal passiva
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 129 -
4.2.2 Toelichting op de Financiële positie
De reserves kunnen naar aard en doel als volgt worden onderverdeeld: Algemene Reserves Bestemmingsreserves ter dekking van kapitaallasten Bestemmingsreserves ter dekking van overige exploitatielasten De algemene reserves hebben een tweeledig doel. Enerzijds wordt minimaal het vloerbedrag beschikbaar gehouden in het kader van de weerstandscapaciteit. Anderzijds is er sprake van een bufferfunctie. Het saldo van de jaarrekening wordt gemuteerd met de algemene reserve. De bestemmingsreserves ter dekking van kapitaallasten hebben als doel de in de exploitatie opgenomen kapitaallasten van de geactiveerde investeringen met een maatschappelijk nut budgettair neutraal te verantwoorden. Deze bestemmingsreserves zijn niet vrij aanwendbaar. Onderstaand wordt per bestemmingsreserve ter dekking van overige exploitatielasten het doel toegelicht. Bestemmingsreserves
Geactualiseerd saldo eindbalans 2012 * 0.-
Geprognosticeerd saldo eindbalans 2013 129.694,-
98.930,-
100.414,-
6.913.851,-
6.335.383,-
102.250,-
103.784,-
-2.768.120
2.768.120,-
8.432.871,-
7.290.525,-
9.032,-
9.167,-
5601 Plantsoenen
261.126,-
265.043,-
5606 Herinrichting park Zeebuurt – De Harder 6101 Te verhalen bijstand
125.256,-
127.135,-
1.215.150,-
1.215.150,-
2.917.839,-
2.963.724,-
1.038.955,-
761.253,-
18.292,-
18.567,-
953.009,-
952.808,-
557.734,-
566.100,-
44.767,-
43.338,-
8301 Lorentz
410.962,-
417.126,-
8311 Aanpassingen rond N302
305.307,-
309.886,-
8320 Veluwe Randmeren
42.324,-
42.959,-
8325 Verbreden Zeepad
412.821,-
419.013,-
4.139.080,-
4.201.166,-
0256 Nationaal Uitvoerings Programma 2000 Aanpassing Oranjelaan 1e fase 2142 Houtwal parkeergarage
2401 Waterplan Harderwijk verbinding Friesegracht 3306 Reserve Alliander Aandelen 4900 IHP onderwijshuisvesting
5401 Voorbereiding zwembad en herontwikkeling De Sypel
6202 Wet Maatschappelijke Ondersteuning 7210 Egalisatie afvalstoffenheffing 7230 Egalisatiereserve Bodemsanering 7240 Afkoop onderhoud graven 8210 Stadsvernieuwing 8220 Volkshuisvesting _BWS overschotten
8327 Realisatie
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
Toelichting
deze reserve dient ter dekking van de uitname uit het gemeentefonds in 2015 deze reserve dient ter dekking van de eerste fase van de reconstructie van de Oranjelaan; de verbetering van het fietsnetwerk deze reserve dient een tweeledig doel. Enerzijds worden aan deze reserve de kapitaallasten van de Houtwal parkeergarage onttrokken. Anderzijds wordt het exploitatiesaldo van de Houtwal parkeergarage binnen deze reserve gemuteerd deze reserve is gevormd ter dekking van de lasten die, naar verwachting, in 2015 worden verwacht deze reserve bestaat uit (de waarde van) het aandelenbezit Aliander, zoals deze onder de financiële vaste activa op de balans is opgenomen. De reserve is bestemd voor tegenvallende dividend uitkeringen en daling van de marktwaarde van de aandelen deze reserve is gevormd naar aanleiding van de derde tranche verkoop aandelen NUON en is bedoeld ter dekking van de lasten die verband houden met de doorcentralisatie voortgezet onderwijs en de lasten welke voortvloeien uit de bouw van de tweede sporthal deze reserve dient ter dekking van de kosten haalbaarheidsonderzoek voor de beoogde integrale revitalisering van het Sport- en Aquacentrum deze reserve is ingesteld om grote revisiewerk-zaamheden uit te voeren. Besloten is het saldo van deze reserve in te zetten ten behoeve van de revitalisering Sport- en Aquacentrum De Sypel Deze bestemmingsreserve is gevormd ter dekking van de lasten die, naar verwachting, in 2014 worden verwacht. deze reserve is ingesteld ter dekking van het ingeschatte oninbare deel van de te verhalen bijstand deze reserve dient voor het opvangen van de risico’s van het openeinde karakter van de Wmo deze reserve dient ter egalisatie van de mee- en tegenvallers van de lasten en baten van de afvalstoffenheffing deze reserve is bedoeld ter dekking van de lasten van het gemeentelijk aandeel van bodemsaneringen in deze reserve worden de jaarlijks ontvangen afkoopsommen voor het onderhoud van graven gestort. De afkoopsommen vallen jaarlijks vrij op basis van een berekende gemiddelde looptijd deze reserve is ingesteld als egalisatiereserve voor de middelen op het gebied van de stadsvernieuwing deze reserve is ingesteld ter egalisatie van de ontvangen Rijksbijdragen en uitbetalingen op grond van het Besluit Woningbouwgebonden Subsidies. Sinds enkel jaren worden er geen nieuwe subsidies meer verstrekt en is er sprake van een voordelig saldo op deze reserve. In Harderwijk is vastgelegd dat het overschot ten behoeve van de volkshuisvesting zal worden ingezet. Bij de kadernota 2012 is van het saldo € 150.000,- ingezet als ruimtescheppende maatregel. deze reserve is bedoeld ter dekking van de lasten voor de ontwikkeling van bedrijventerrein Lorentz. Besloten is het saldo van deze reserve gedeeltelijk in te zetten ten behoeve van de revitalisering Sport- en Aquacentrum De Sypel deze reserve is bedoeld voor de dekking van het gemeentelijk aandeel in de reconstructie en bijkomende kosten van de aanpassingen rond de N302 deze reserve is bedoeld voor de dekking van de lasten die verband houden met het inrichtingsplan Veluwe Randmeren deze reserve is ingesteld ter dekking van de lasten die verband houden met de verbreding van het Zeepad deze reserve is gevormd naar aanleiding van de derde tranche
- 130 -
Bestemmingsreserves
Geactualiseerd saldo eindbalans 2012 *
Geprognosticeerd saldo eindbalans 2013
2.313.746,-
2.348.452,-
9200 Beheersing collectieve lastendruk 9223 Rente schommelfonds
1.024.903,-
884.601,-
1.457.310,-
4.134.826,-
9900 Egalisatiereserve Automatisering 9930 Wijkaanpak op maat
1.203.969,-
1.222.028,-
193.948,-
196.857,-
stationsomgeving \ Randstadspoor (2012) 8328 Parkeergarages Waterfront
Onderstaand wordt per voorziening het doel toegelicht. Voorzieningen
0020 Personeelsfonds
Geactualiseerde saldo eindbalans 2012 * 6.580,-
Geprognosticeerd saldo eindbalans 2013 6.580,-
Voorzieningen GREX (Debet) 8323 Voorz. Willem Alexander locatie 8350 Voorziening Waterfront
190.957,-
198.595,-
61.987.739,-
64.467.248,-
8354 Voorziening Glindweg (21)
1.080.374,-
1.123.589,-
362.462,-
376.961,-
2.500.495,-
2.544.004,-
0022 Afvloeiingsregelingen personeel 0025 Voorziening verlofsparen
654.226,-
654.226,-
290.188,-
290.188,-
0026 Voorziening sociale uitkeringen voormalig personeel
979.153,-
979.153,-
0027 Voorziening uitkering FPU voormalig
181.634,-
181.634,-
84.000,-
84.000,-
967.530,-
1.065.556,-
8355 Voorziening Dichterskwartier (28) Vz voor LV, verplichtingen en risico’s 0021 Pensioengelden wethouders
7211 Exploitatiesaldi Revu
Onderhoud egalisatie voorzieningen 2210 Havenwerken 2211 Bodemsanering en baggeren vissershaven 4801 Onderwijshuisvesting
149.954,-
172.500,-
1.011.872,-
1.468.263,-
7220 Rioleringen / rioolpompen
5.094.763,-
5.879.215,-
7242 Groot onderhoud aula's
59.885,-
59.885,-
7243 Onderhoud inrichting begraafplaatsen
37.927,-
63.358,-
1.378.646,-
1.376.223,-
9220 Groot onderhoud geb. en technische installaties
Toelichting verkoop aandelen NUON en is bedoeld ter dekking van de lasten voor de realisatie stationsomgeving en Randstadspoor deze reserve dient een tweeledig doel. Enerzijds worden aan deze reserve de kapitaallasten van de Houtwal parkeergarage onttrokken. Anderzijds wordt het exploitatiesaldo van de Houtwal parkeergarage binnen deze reserve gemuteerd deze reserve wordt ingezet om de boventrendmatige stijging van de ozb-tarieven van 2% vanaf 2013 te compenseren deze reserve is ingesteld ter demping van de omslagrente indien deze in enig jaar boven 4% uitkomt deze reserve is bedoeld als bufferfunctie voor de vervangingsinvesteringen ICT ten laste van deze reserve wordt het gemeentelijk aandeel van de wijkaanpak op maat (stads- en regiocontract) projecten gedekt
Toelichting deze voorziening heeft een strikt sociaal karakter. Jaarlijks vindt er door medewerkers van de gemeente een vrijwillige dotatie plaats deze voorziening is ingesteld ter dekking van geprognosticeerde exploitatietekort GREX locatie deze voorziening is ingesteld ter dekking van geprognosticeerde exploitatietekort GREX locatie deze voorziening is ingesteld ter dekking van geprognosticeerde exploitatietekort GREX locatie deze voorziening is ingesteld ter dekking van geprognosticeerde exploitatietekort GREX locatie deze voorziening is bedoeld om te kunnen voldoen aan (toekomstige) pensioenverplichtingen van (voormalige) gemeentelijke bestuurders. Op basis van actuariële berekeningen is de omvang van deze voorziening bepaald deze voorziening is bedoeld ter dekking van de lasten voor de aangegane verplichtingen van voormalig personeel deze voorziening is bedoeld voor de dekking van de (aanvullende) lasten aan medewerkers die gebruik maken van de deeltijd fpuregeling de gemeente heeft een secundaire arbeidsvoorwaarde vastgesteld waarbij aan een medewerker, die volledig arbeidsongeschikt is geworden, een aanvullende uitkering, tot het 65e levensjaar, wordt toegekend op de WIA uitkering. Deze voorziening dient ter dekking van deze aanvullende uitkering. Daarnaast wordt aan deze voorziening de uitkering aan, drie, ex-wethouders onttrokken. de fpu regeling is er voor medewerkers die geboren zijn voor 1 januari 1950. De gemeente betaalt voor het werkgeversdeel mee aan deze regeling. Deze voorziening is bedoeld om het werkgeversdeel af te dekken de voormalige vuilstortplaats Ullerberg zal naar verwachting in 2011 van de gemeenschappelijke regeling overgaan naar de provincie. Het bedrag dat daarbij aan de provincie moet worden betaald is nog niet definitief vastgesteld. Deze voorziening dient ter dekking van het aan te provincie te betalen bedrag deze voorziening is gevormd ter dekking van de lasten voor vervanging en onderhoud van steigers en damwanden in de havens deze voorziening is gevormd ter dekking van de lasten van het baggeren en de bodemsanering van de vissershaven deze voorziening is bedoeld ter dekking van de lasten die gemoeid zijn met het onderhoud van onderwijshuisvesting deze voorziening is gevormd ter dekking van de lasten voor het onderhoud en vervanging van de riolering en pompen deze voorziening is gevormd om het toekomstig groot onderhoud van de gebouwen begraafplaatsen te kunnen dekken deze voorziening is gevormd om het toekomstig onderhoud van de instandhouding van de inrichting begraafplaatsen te kunnen dekken deze voorziening is gevormd om het groot onderhoud van gemeentelijke gebouwen en technische installaties te kunnen dekken. De jaarlijks geraamde dotatie is toegevoegd en de kapitaallasten van de gevoteerde kredieten groot onderhoud zijn onttrokken
* Het geactualiseerde saldo eindbalans 2012 wijkt af van het saldo in de gepresenteerde balans. Dit wordt veroorzaakt doordat in de geactualiseerde eindbalans de mutaties uit de jaarrekening 2011 alsmede de mutaties per ultimo augustus 2012 zijn verwerkt.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
- 131 -
4.2.3 Relatie programma / Producten Programma 1
Programma PRTOT Totaal programma's PR01 Burgerrelaties, participatie en bestuur PR03 Openbare orde en veiligheid PR05 Bereikbaarheid PR06 Onderwijs
PR07 Cultuur PR08 Sport en recreatie PR09 Werkgelegenheid en sociale zekerheid
PR10 Welzijn en zorg
PR12 Milieu PRTOT Totaal programma's
Functie 002 Bestuursondersteuning college van B&W 120 Brandweer en rampenbestrijding 140 Openbare orde en veiligheid 211 Verkeersmaatregelen te land 420 Openbaar basisonderwijs, excl huisvest 421 Openbaar basisonderwijs, huisvesting 422 Bijzonder basisonderwijs, excl huisvest 423 Bijzonder basisonderwijs, huisvesting 480 Gemeenschappelijke lasten/baten o.w. 482 Volwassenen-educatie 511 Vormings- en ontwikkelingswerk 580 Overige recreatieve voorzieningen 530 Sport 610 Bijstandsverlening 611 Werkgelegenheid 614 Gemeentelijk minimabeleid 623 Participatiebudget 620 Maatschappelijke begeleiding en advies 621 Vreemdelingen 622 Huishoudelijke verzorging 630 Sociaal cultureel werk 650 Kinderdagopvang 652 Voorzieningen gehandicapten 714 Openbare gezondheidszorg 715 Jeugdgezondheidszorg (uniform deel) 723 Milieubeheer
Programma 2
Programma PRTOT Totaal programma's PR02 Woon- en leefomgeving
PR04 Economische Zaken PR05 Bereikbaarheid
PR06 Onderwijs
PR07 Cultuur
PR08 Sport en recreatie PR10 Welzijn en zorg PR11 Ruimtelijke Ordening PR12 Milieu
Functie 210 Wegen, straten en pleinen 240 Waterkering, afwatering en landaanw. 560 Openbaar groen en openluchtrecreatie 820 Woningexploitatie/woningbouw 822 Overige volkshuisvesting 823 Bouwvergunningen 310 Handel en Ambacht 211 Verkeersmaatregelen te land 212 Openbaar vervoer 214 Parkeren 223 Veerdiensten 432 Bijz. voortg. spec. onderw excl huisvest 433 Bijz. voortg. spec. onderw, huisvest 441 Openbaar voortgezet onderwijs, huisvest 443 Bijz. voortgezet onderwijs, huisvest 510 Openbaar bibliotheekwerk 511 Vormings- en ontwikkelingswerk 540 Kunst 541 Oudheidkunde/musea 580 Overige recreatieve voorzieningen 530 Sport 531 Groene sportvelden en terreinen 630 Sociaal cultureel werk 810 Ruimtelijke ordening 821 Stads- en dorpsvernieuwing 341 Ov. agrarische zaken, jacht en visserij 550 Natuurbescherming 721 Afvalverwijdering en -verwerking 722 Riolering (gecombineerd) 723 Milieubeheer 724 Lijkbezorging
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
Jaarschijf 2013 9 2.285 650 272 73 322 57 1.607 698 74 31 414 165 2.948 274 1.377 93 1.743 119 2.949 1.528 394 3.835 833 1.136 1.177 25.064
Jaarschijf 2013 3.187 126 3.297 -84 1.773 -480 -3 227 1 42 8 27 437 791 1.159 964 974 434 155 532 1.020 514 4 1.208 291 1 -11 2.985 1.946 88 535
- 132 -
Programma
PRTOT Totaal programma's
Functie 725 Baten reinigingsrecht en afvalstoffenhef 726 Baten rioolheffing (gecombineerd) 732 Baten begraafplaatsrechten
Programma 3
Programma PRTOT Totaal programma's PR02 Woon- en leefomgeving PR03 Openbare orde en veiligheid PR04 Economische Zaken PR05 Bereikbaarheid PR07 Cultuur PR09 Werkgelegenheid en sociale zekerheid PR12 Milieu PRTOT Totaal programma's
Functie 560 Openbaar groen en openluchtrecreatie 140 Openbare orde en veiligheid 310 Handel en Ambacht 311 Baten Marktgelden 320 Industrie 214 Parkeren 215 Baten parkeerbelasting 221 Binnenhavens en waterwegen 541 Oudheidkunde/musea 580 Overige recreatieve voorzieningen 611 Werkgelegenheid 550 Natuurbescherming
Programma 4
Programma PRTOT Totaal programma's PR01 Burgerrelaties, participatie en bestuur
PR07 Cultuur PRTOT Totaal programma's
Functie 001 Bestuursorganen 002 Bestuursondersteuning college van B&W 003 Burgerzaken 004 Baten secretarieleges burgerzaken 005 Bestuurlijke samenwerking 006 Bestuursondersteuning raad en rekenkamer 580 Overige recreatieve voorzieningen
Programma 6
Programma PRTOT Totaal programma's PR01 Burgerrelaties, participatie en bestuur PR04 Economische Zaken PR14 Algemene dekkingsmiddelen
PRTOT Totaal programma's
Functie 002 Bestuursondersteuning college van B&W 330 Nutsbedrijven 911 Geldleningen en uitzettingen < 1 jr 913 Overige financiele middelen 914 Geldleningen en uitzettingen ≥ 1 jr 921 Algemene uitkeringen gemeentefonds 922 Algemene baten en lasten 930 Uitvoering wet WOZ 931 Baten OZB gebruikers 932 Baten OZB eigenaren 935 Baten forensenbelasting 936 Baten toeristenbelasting 937 Baten hondenbelasting 938 Baten reclamebelasting 939 Baten precariobelasting 940 Lasten heffing en invordering gem. bel. 960 Saldo van kostenplaasten 970 Saldo rek. baten & lasten voor bestem.
Programmabegroting 2013 – 2016 Gemeente Harderwijk
Jaarschijf 2013 -3.581 -2.650 -538 15.378
Jaarschijf 2013 -19 6 388 -33 175 1.930 -3.798 77 316 5 105 26 -822
Jaarschijf 2013 1.692 6.900 1.068 -552 535 602 26 10.271 Jaarschijf 2013 13 0 -2.794 -605 -1.494 -39.630 4.766 712 -1.552 -7.229 -140 -157 -158 -246 -154 40 -599 -750 -49.977
- 133 -