Pro-Line 16
NL
Aandrijfsysteem voor industriële deuren
Montage- en bedieningshandleiding
1.
Verklaring van de symbolen
Aanwijzingen
Voorzichtig! Gevaar voor lichamelijk letsel! Hier volgen belangrijke veiligheidsinstructies die absoluut in acht moeten worden genomen ter voorkoming van lichamelijk letsel!
Attentie! Gevaar voor materiële schade! Hier volgen belangrijke veiligheidsinstructies die absoluut in acht moeten worden genomen ter voorkoming van materiële schade!
2.
Inhoudsopgave
1.
Verklaring van de symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
2.
Inhoudsopgave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
3.
Algemene veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . . . . .3
4.
Productoverzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4 4.1 Leveringspakket Pro-Line 16 . . . . . . . . . . . . . . .4 4.2 Montagevarianten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6 4.3 Afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
5.
Montagevoorbereidingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7 5.1 Algemene gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7 5.2 Controles . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7 5.3 Bekabelingsplan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8
6.
Montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8 6.1 Voorbereiding van de deur . . . . . . . . . . . . . . . .8 6.2 Montage van de as-adapter . . . . . . . . . . . . . . . .9 6.3 Montage van de aandrijving op de deur . . . . . .9 6.4 Montage van de draaikoppelsteun . . . . . . . . . .10 6.5 Aansluitingen aan de besturing Control x.22 . .11
7.
Inbedrijfstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14 7.1 Overzicht van besturingseenheid . . . . . . . . . .14 7.2 Snelprogrammering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14 7.3 Van draairichting veranderen . . . . . . . . . . . . . .16 7.4 Functiecontrole . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16
8.
Uitgebreide aandrijvingsfuncties . . . . . . . . . . . . . .18 8.1 Schema van de uitgebreide programmering (voorbeeld voor niveau 2, menu 2) . . . . . . . . .18 8.2 Totaaloverzicht van de programmeerbare functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19 8.3 Functieoverzicht van de programmeerniveaus .20
9.
Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30 9.1 Standaardbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30 9.2 Noodbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
10.
Meldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31 10.1 Overzicht van de LED-indicaties . . . . . . . . . . . .31 10.2 Statusmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31 10.3 Storingsmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32 10.4 Storingen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
11.
Bijlage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35 11.1 Technische gegevens Pro-Line 16 . . . . . . . . . . .35 11.2 Inbouwinstructie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36 11.3 EG-Conformiteitsverklaring . . . . . . . . . . . . . . .36
Opmerking / Tip
Controle
i
Informatie
Typeplaatje besturingseenheid (optioneel) Type: ____________________________________________________ Artikelnr.: ________________________________________________ Productnr.: _______________________________________________
Typeplaatje aandrijving Type: ____________________________________________________ Artikelnr.: ________________________________________________ Productnr.: _______________________________________________
2
Montage- en bedieningshandleiding, Pro-Line 16 NL (#98258)
3.
Algemene veiligheidsinstructies
Lees het onderstaande grondig door!
Doelgroep Dit aandrijfsysteem mag uitsluitend door gekwalificeerd en geschoold personeel worden gemonteerd, aangesloten en in bedrijf worden gesteld! Gekwalificeerd en geschoold personeel overeenkomstig deze beschrijving zijn personen - met kennis van de algemene en speciale veiligheidsvoorschriften en voorschriften voor de preventie van ongevallen, - met kennis van de geldende elektrotechnische voorschriften, - met een opleiding in gebruik en onderhoud van de toegepaste veiligheidsuitrusting, - met voldoende scholing en onder toezicht staan bij gespecialiseerde elektrotechnici, - met het vermogen om gevaren te herkennen die door elektriciteit kunnen worden veroorzaakt, - met kennis over de toepassing van de norm EN 12635 (eisen inzake installatie en gebruik). Garantie Voor een garantie met betrekking tot de werking en veiligheid moeten de aanwijzingen in deze handleiding in acht worden genomen. Bij nietinachtneming van de waarschuwingen kan lichamelijk letsel en materiële schade optreden. Voor beschadigingen die ontstaan door niet-inachtneming van de aanwijzingen aanvaardt de fabrikant geen aansprakelijkheid. Uitgesloten van de garantie zijn batterijen, accu’s, zekeringen en verlichting. Om montagefouten en beschadigingen aan deur en aandrijfsysteem te vermijden, moet er absoluut gewerkt worden overeenkomstig de montage-instructies in de montagehandleiding. Het product mag pas na kennisneming van de bijbehorende montage- en bedieningshandleiding worden gebruikt. De montage- en bedieningshandleiding moet aan de gebruiker van de deurinstallatie worden overhandigd en dient te worden bewaard. Deze bevat belangrijke aanwijzingen voor bediening, controle en onderhoud. Het product wordt vervaardigd overeenkomstig de richtlijnen en normen die vermeld zijn in de verklaring van de fabrikant en de conformiteitsverklaring. Het product heeft de fabriek in veiligheidstechnisch foutloze toestand verlaten. Mechanisch aangedreven ramen, deuren en hekken moeten voor de eerste inbedrijfstelling en wanneer nodig, maar minstens één keer per jaar, door een deskundige worden gecontroleerd (met schriftelijk bewijs). Eigenlijk gebruik Het aandrijfsysteem is uitsluitend bestemd voor het openen en sluiten van industriële deuren. Het maximale koppel moet in acht worden genomen. Naast de aanwijzingen in deze handleiding moeten de algemeen geldende veiligheidsvoorschriften en de voorschriften voor de preventie van ongevallen in acht worden genomen! Onze algemene leverings- en betalingsvoorwaarde zijn van toepassing.
Montage- en bedieningshandleiding, Pro-Line 16 NL (#98258)
Deurspecificaties Het aandrijfsysteem is geschikt voor sectionaaldeuren uitgerust met een verenpakket. Het beslag van de deur moet zodanig worden aangebracht dat het uit de looprails springen van de deur, met name in het plafondgedeelte, wordt voorkomen door middel van maatregelen als axiale loopwielborgingen en dwarsversterkingen van de plafondlooprailsbevestigingen en -verbindingen. De draagveren zijn uitgerust met een veerbreukbeveiliging. De steunkabels zijn uitgerust met een veiligheidsvoorziening die bij kabelbreuk een verdere beweging van de deur in de richting van "Deur dicht" voorkomt, of de beveiliging tegen neerstorten door andere constructiemiddelen, welke zijn geïntegreerd in het draagmiddelsysteem, voorkomt het sluiten van de deur, zodat het verdere gebruik met een steunkabel niet mogelijk is. Aanwijzingen voor de montage van het aandrijfsysteem • Verzeker u ervan dat de deur zich in een goede mechanische toestand bevindt. • Zorg er altijd voor dat de deur in balans is. • Verzeker u ervan dat de deur correct opent en sluit. • Zorg voor geschikte netspanningaansluiting voor het aandrijfsysteem aanwezig is. • Verwijder alle niet-benodigde componenten van de deur (bijv. kabels, kettingen, hoekstukken enz.). • Stel alle vergrendelingen buiten werking, die na de montage van het aandrijfsysteem niet nodig zijn. • Voor bekabelingwerkzaamheden moet het aandrijfsysteem altijd losgekoppeld worden van de netspanning. Houd een veiligheidsmarge van 10 seconden aan om er zeker van te zijn dat er geen spanning meer op het aandrijfsysteem staat. • Neem de plaatselijke veiligheidsbepalingen in acht. • Gebruik alleen het voor het fundament goedgekeurde bevestigingsmateriaal. • Installeer de net- en besturingskabels gescheiden. • Monteer het aandrijfsysteem alleen bij gesloten deur. • Monteer alle impulsdrukknoppen en radiografische commandogevers (bijv. radiografische codeschakelaar) op zichtafstand van de deur en op een veilige afstand van de bewegende delen van de deur. Een minimale montagehoogte van 1,5 meter moet worden aangehouden. • Plaats waarschuwingslabels/-stickers op plaatsen waar klemgevaar kan optreden (indien beschikbaar). • Verzeker u ervan dat, na montage, er geen delen van de deur uitsteken op de openbare weg. Aanwijzingen voor de inbedrijfstelling van het aandrijfsysteem De gebruikers van de deurinstallatie of hun vertegenwoordigers moeten na de inbedrijfstelling van de installatie worden geïnstrueerd in de bediening. • Verzeker u ervan dat kinderen niet met de besturing van deur kunnen spelen. • Alvorens de deur te bewegen, dient u zich ervan te verzekeren dat er zich geen personen of voorwerpen in de gevarenzone van de deur bevinden. • Controleer alle aanwezige Nood-bedieningsvoorzieningen. • Grijp nooit in een bewegende deur of bewegende onderdelen. • Let op mogelijke knel- en afknijpgevaar van de deurinstallatie. De bepalingen van EN 13241-1 moeten in acht worden genomen.
3
3.
Algemene veiligheidsinstructies
4.
Productoverzicht
4.1
Leveringspakket Pro-Line 16
Lees het onderstaande grondig door!
Aanwijzingen voor het onderhoud van het aandrijfsysteem Om een storingsvrije werking te garanderen, moeten de volgende punten regelmatig worden gecontroleerd en eventueel worden hersteld. Voor werkzaamheden aan de deurinstallatie moet het aandrijfsysteem altijd spanningsvrij worden geschakeld. • Controleer iedere maand of het aandrijfsysteem omkeert wanneer de deur een hindernis raakt. Zet daarvoor, overeenkomstig de looprichting van de deur, een 50 mm hoge/brede hindernis in de dagopening. • Controleer de instelling van het uitschakelmechanisme OPEN en DICHT. • Controleer alle bewegende onderdelen van het deur- en aandrijfsysteem. • Controleer de deurinstallatie op slijtage of beschadiging. • Controleer of de deur licht met de hand te bedienen is. • Controleer elke 6 maanden de aangesloten veiligheidsvoorzieningen. Aanwijzingen voor de reiniging van het aandrijfsysteem Voor reiniging mag in geen geval worden gebruikt: Een directe waterstraal, een hogedrukreiniger, zuren en logen.
Aandrijfsysteem 4.1 / 1
1
1
Pro-Line 16 aandrijving (ontgrendelingskabel 3.000 mm)
Draaimomentconsole
2
4.1 / 2
10
3 4
6 8
9
5 11
7 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
Schroef B4,8 x 13 SW8 (2x) Houtschroef 8 x 60 (2x) Plastic pluggen S-10 (2x) Sluitring 8,4 (2x) Sluitring 5,3 (2x) Bevestigingshoek (2x) Moer met aanzet SW13 (4x) Zelfborgende moer SW13 (2x) Schroef M8 x 16 (6x) Draaimomentconsole
i
4
Informatie: Zie de bijgaande handleiding voor de omvang van de levering optionele toebehoren.
Montage- en bedieningshandleiding, Pro-Line 16 NL (#98258)
4.
Productoverzicht Voor de bediening van de aandrijving is een bedieningselement nodig.
Veiligheidsinrichtingen (optioneel) Afstandsbediening (optioneel)
Bedieningselementen (optioneel) As-adapterset (optioneel)
4.1 / 4
4.1 / 3
25,4
12 27,55
17
6,35
13
25,4
14
17
6,4
Command 613-bedieningselement
25,4
17,8
6,4
15
29,4
SW 32,1
16
6,35
31,75
19,0
12 13 14 15 16
Spie 1 (1x) (alleen bij adapter zonder geïntegreerde spie) Spie 2 (3x) (alleen bij adapter zonder geïntegreerde spie) Spie 3 (3x) (alleen bij adapter zonder geïntegreerde spie) Spie (1x) (afmetingen zijn situatie afhankelijk) Borgring (2x)
Montage- en bedieningshandleiding, Pro-Line 16 NL (#98258)
5
4.
Productoverzicht
4.2
Montagevarianten
4.3
Opsteekmontage
Afmetingen
Pro-Line 16 4.3 / 1
4.2 / 1
261
119
Montage met steekas met adapter (optioneel) 4.2 / 2
72,5
298,5
420
77
Benodigde ruimte bij opsteekbevestiging 4.3 / 2
129
≥ 348
y-
≥ 73
119
i
6
Informatie: Voor de inbouw van de aandrijving met andere montagevarianten moeten de betreffende handleidingen worden aangehouden.
Montage- en bedieningshandleiding, Pro-Line 16 NL (#98258)
5.
Montagevoorbereidingen
5.1
Algemene gegevens
5.2
Controles
De handleiding beschrijft de opsteekbevestiging voor de aandrijving in de uitvoering met snelontkoppeling (SE).
Attentie! Om een correcte montage te garanderen moeten, voor het begin van de werkzaamheden, de volgende controles steeds worden uitgevoerd.
De afbeeldingen in deze handleiding zijn niet op schaal. Maten worden steeds in millimeter (mm) aangegeven. In deze handleiding wordt de montage van de deurvariant met normaal beslag binnen rechts beschreven.
Leveringspakket • Controleer of het leveringspakket compleet is.
Voor een correcte montage zijn de volgende gereedschappen nodig:
• Controleer of het benodigde toebehoren voor uw inbouwsituatie aanwezig zijn. Deurinstallatie
5.1 / 1
Attentie!
8 / 10 / 13
2 / 2,5
Het aandrijfsysteem kan van buiten niet worden ontgrendeld. Om in het geval van een storing in de garage te kunnen, moet er een aparte ingang aanwezig zijn.
20
i 2,5
4
ø9
Informatie: Zie de handleiding van de deur voor de montage van de aandrijving op de deur.
De deur moet volledig zijn gemonteerd en op juiste werking zijn gecontroleerd.
ø 10
*
* Vet
• Zorg ervoor dat uw deurinstallatie over een geschikte netspanningaansluiting en een stroomonderbreker beschikt. • Controleer of de aan te drijven deur aan de volgende voorwaarden voldoet: - De deur moet gemakkelijk met de hand kunnen worden bewogen. • - De deur moet in iedere stand in balans zijn. • Bepaal aan welke zijde van de deurinstallatie het aandrijfsysteem moet worden gemonteerd. • Controleer of er voldoende plaats is om het aandrijfsysteem te monteren.
i
Montage- en bedieningshandleiding, Pro-Line 16 NL (#98258)
Informatie: Bij toepassing en montage van accessoires dient de betreffende bijgevoegde handleiding in acht te worden genomen.
7
5.
Montagevoorbereidingen
6.
Montage
5.3
Bekabelingsplan
6.1
Voorbereiding van de deur
Opmerking:
Voorzichtig!
De bekabeling is als voorbeeld weergegeven en kan afhankelijk van het deurtype en de uitvoering afwijken.
- De montage moet in een veilige positie plaatsvinden om te voorkomen dat de deur plotseling naar beneden valt. U kunt ook een hoogwerker of een steiger gebruiken. - Om letsel te voorkomen moet de deur moet tijdens de montage zijn beveiligd tegen openen en sluiten.
5.3 / 1
F 6.1 / 1
A C
D
J
H
G
I
L B
K J H I
A B C D
E F G H I J K L M
• Vergrendel de deur.
Aandrijving Pro-Line 16 Bedieningselement Signalering (bijv. signaallamp) Voedingsaansluiting Beschikbaar lengte: - 1,1 m (230 V) Hoofdschakelaar Schakelaar veerbreukbeveiliging door derde Deursensoren slapkabelbeveiliging Optosensoren Fotocel Behuizing aansluiteenheid Deursensor loopdeur Platte kabel motoraggregaat – bedieningselement Besturing
i
8
M E G
Informatie: Zie voor de montage en bekabeling van de deursensoren, bedieningselementen en signaalinrichtingen de desbetreffende handleidingen.
Montage- en bedieningshandleiding, Pro-Line 16 NL (#98258)
6.
Montage
6.2
Montage van de as-adapter
6.3
Attentie!
Montage van de aandrijving op de deur
6.3 / 1
Voor een goede werking: - Moet er een speling van circa 3 mm tussen de lagerplaat en de borgring worden aangehouden, - Moet de as-adapter in de draairichting zonder speling op de veeras zijn bevestigd.
6.2 / 1
~3
A • Plaats de aandrijving op de asadapter.
C D
6.3 / 2
B • Ontbraam de veeras (B) met een vijl. • Schuif de borgring (A) op de veeras (B). • Draai de schroef van de borgring (A) vast. • Vet de veeras in. • Schuif de as-adapter (C) op de veeras (B). • Borg de aandrijving met een stelring. Alleen bij as-adapter zonder geïntegreerde spie: • Steek de spie in de as-adapter.
Montage- en bedieningshandleiding, Pro-Line 16 NL (#98258)
9
6.
Montage
6.4
Montage van de draaikoppelsteun
Montage op het frame 6.4 / 2
B Opmerking:
A
De draaikoppelsteun kan op de muur of op het frame worden gemonteerd.
Montage op de muur
C
6.4 / 1
B • Monteer de draaikoppelsteun (A) op de aandrijving. • Monteer de eerste beugel (B) op de draaikoppelsteun (A).
A
• Schroef de tweede bevestigingsbeugel (C) op de eerste beugel (B) vast. • Monteer de tweede bevestigingsbeugel (C) op het frame.
• Monteer de draaikoppelsteun (A) op de aandrijving. • Monteer de montagebeugel (B) op de draaikoppelsteun (A). • Monteer de montagebeugel (B) op de muur.
10
Montage- en bedieningshandleiding, Pro-Line 16 NL (#98258)
6.
Montage
6.5
Aansluitingen aan de besturing Control x.22
Soort / Functie
XN81 XP15 XV51
Aansluiting voedingskabel Aansluiting besturingsveiligheidscircuit Aansluiting motortoerental MS BUS, bijv. bedieningsbesturing, module Aansluiting referentiecassette
XW40A XW40B
Voorzichtig!
i
Omschrijving
Gevaar voor een elektrische schok! Voor het installeren van de bekabeling moet worden gecontroleerd, dat de leidingen spanningsvrij zijn. Tijdens het installeren van de bekabeling moet ervoor worden gezorgd, dat de leidingen spanningsvrij blijven (opnieuw inschakelen verhinderen).
i
6.5 / 2 6.5 / 7 – – –
Informatie: Bij het monteren van externe bedieningselementen, veiligheids- en signaalinrichtingen, de overeenkomstige handleidingen in acht nemen.
Opmerking: - Verwijder de overeenkomstige kortsluitingsstekker alvorens een bedieningselement aan de aansluitbus aan te sluiten. - De Pro-Line 16-aandrijving wordt standaard geleverd met een geïntegreerde besturing. Bij uitbreiding met aanvullende module, kan de Control vario-besturing ook worden aangesloten via de MS-bus.
Attentie! Om schade aan de besturing te voorkomen: - Neem altijd de plaatselijke veiligheidsbepalingen in acht. - Leg netleidingen en besturingskabels beslist gescheiden aan. - De stuurspanning bedraagt 24 V DC. - Externe spanningen aan de aansluitingen XW40A, XB10 of XB02 leidt tot beschadiging van de elektronica. - Op de klemmen 1 en 2 (XB02) mogen alleen potentiaalvrije contacten worden aangesloten.
Aansluiting XN81 6.5 / 2
P
2
M07E039
- XN81 L
N PE
L
N PE
N
1
L
6.5 / 1
7 3 6 54
XH02
XN81
L N XB10
PE 15 XB02
16 17 XW40B
XN70 PE
- X0
XB70 XM70
- F0
XH75 XV51
XP15
XW40A
i
Omschrijving
Soort / Functie
XB70
Aansluiting modulaire antenne
–
XB02
Aansluiten van externe bedieningselementen zonder systeembekabeling en tweedraadse fotocel
6.5 / 3, 6.5 / 4, 8.3 / Niveau 5 / Menu 1
XB10
Aansluiten van externe bedieningselementen met systeembekabeling
–
XH02 XM70 XH75 XN70
Aansluiting programmeerbare uitgang (bijvoorbeeld controlelampje) Aansluiting motor (Draairichting) Aansluiting deurvergrendeling Aansluiting reserveaccu
Omschrijving
Soort / Functie
L N PE
Aansluiting fase Aansluiting nuldraad Aansluiting randaarde
6.5 / 5 7.3 6.5 / 6 –
Montage- en bedieningshandleiding, Pro-Line 16 NL (#98258)
11
6.
Montage
Aansluiting XB02
Opmerking:
6.5 / 3
71
- XB02
70
2
1
Wanneer een fotocel wordt gebruikt met standaard- of lijstfunctie, moet deze vóór de ingebruikneming in spanningsloze toestand worden geïnstalleerd. Na het inschakelen van de netspanning wordt de fotocel alleen automatisch door de besturing herkend, wanneer de lichtbaan van de fotocel ten minste 5 seconden continu vrij is. Anders moet de fotocel achteraf alsnog worden geprogrammeerd.
3
M10E035
- Sb1
- W1 - W2
1
Veiligheidselementen die door aansluiting op de besturing automatisch worden opgenomen in het besturingsproces, kunnen alleen worden uitgeschakeld door het lostrekken van de elektrische verbinding en een aansluitende reset van de besturing (reset van veiligheidselementen).
2 - W1 1 2
- W2 1 2
- AP27
2 1
2 1
TX
RX
Aansluiting XH02
Attentie!
Omschrijving
Soort / Functie
1 2 3 70 70 + 71 RX Sb1 TX
24 V DC (max. 50 mA) Impuls GND GND Tweedraadse fotocel Ontvanger van de 2-draads fotocel Externe impulsschakelaar (indien aanwezig) Zender van de 2-draads fotocel
De contactbelasting (max. 230 V / 2A) moet in acht worden genomen om beschadigingen van de printplaat te voorkomen.
6.5 / 5 -XH02
L
Aansluiting XB02 (externe fotocel) 6.5 / 4
N 71
- XB02
70
15 16 17
M10E010
2
-HH14
3
1
M10E040 Omschrijving 15 / 16 16 16 / 17 HH14 -X1
+
Aansluiting programmeerbare uitgang potentiaalvrij NC Aansluiting COM Aansluiting programmeerbare uitgang potentiaalvrij NO Controlelampjes
-
11
71 70
Soort / Functie
12
- S1
Omschrijving
Soort / Functie
1 2 3 70 70 + 71 S1
24 V DC (max. 50 mA) Impuls GND GND Tweedraadse fotocel Fotocel potentiaalvrij verbreekcontact
12
Montage- en bedieningshandleiding, Pro-Line 16 NL (#98258)
6.
Montage
Aansluiting XH75 (optioneel) 6.5 / 6
Aansluiting XP15 (optioneel) Aansluitvoorbeeld: gebruik met een contactlijst en slapkabelschakelaar
6.5 / 7 XH75
M09E042
P1
- XP15
B
- W1 WH
c
b
d
e
BN
GN
YE
BK
3
4
5
6
f
- AP01 - R1 - XP01
1
2
- S1
A
• Sluit de elektrische vergrendeling (A) aan op de aansluitkast (B). • Sluit de XH75-aansluiting aan op de aansluitkast (B).
- BP49
Omschrijving
Soort / Functie
AP01 R1 XP01 BP49 S1
Eenzijdige aansluiteenheid 8K2-weerstand Stekkerdoos, 6-polig Contactlijst DICHT Slapkabelschakelaar Veerlijst, 6-polig Besturing – veiligheidscircuit
XP15
Opmerking: De SKS-aansluiting is standaard ingesteld op een SKS van 8,2 kΩ. Bij gebruik van een SKS OPTO 300 moet na aansluiting een reset plaatsvinden.
i
Montage- en bedieningshandleiding, Pro-Line 16 NL (#98258)
Informatie: De reset van de besturing is in punt 8.3 / niveau 1 / menu 8 beschreven.
13
7.
Inbedrijfstelling
7.1
Overzicht van besturingseenheid
7.2
Snelprogrammering
7.2.1 Snelprogrammeren 7.1 / 1
Opmerking:
Overzicht geïntegreerde Control x.22-besturing
A 8 1 2 7 3 6 54
Voor een correcte inbedrijfstelling van het aandrijfsysteem moet de snelprogrammering worden uitgevoerd. Dit geldt voor de eerste ingebruikneming en na een reset.
B D
1
In de snelprogrammering worden de basisfuncties van het aandrijfsysteem ingesteld. - Eindpositie OPEN - Eindpositie DICHT - Radiografische besturing (indien beschikbaar)
P
2
C
Dit programmeerproces is doorlopend en moet dwingend worden uitgevoerd.
Opmerking: - Tijdens het programmeren van de deurposities OPEN en DICHT moet de holle as ten minste eenmaal 360 ° draaien zodat een referentiepunt kan worden ingeleerd. - Beweegt de deur na het indrukken van de knop (+) in de deurpositie DICHT, dan moet de snelprogrammering worden onderbroken en eerst de draairichting veranderd.
Bedieningselementen
i
Benaming
Type / functie
A
Weergave carrousel
10.1
B
Toets OPEN (+) (bijv. deur in positie OPEN bewegen of parameter in de programmeermodus verhogen)
-
C
Toets DICHT (-) (bijv. deur in positie DICHT bewegen of parameter in de programmeermodus verlagen)
-
D
Toets (P) (bijv. programmeermodus openen of parameter opslaan)
-
i
Informatie: De verandering van draairichting wordt beschreven in punt 7.3.
7.2.2 Programmeertoetsen Voor de programmering worden de toetsen OPEN (+), DICHT (-) en (P) gebruikt. De programmering gebeurt met de toetsen plus (+), min (-) en (P). Als er in de programmeermodus binnen 120 seconden geen van de toetsen wordt ingedrukt, dan springt de besturing terug naar de bedrijfstoestand. Er wordt een overeenkomstige melding weergegeven.
i
Informatie: De verklaring van de meldingen is beschreven in punt 10.
Start van snelprogrammering (geïntegreerde besturing) • Voer de snelprogrammering uit volgens het navolgende schema.
Opmerking: De snelprogrammering kan op elk moment worden verlaten door 3x op de knop P te drukkenn.
14
Montage- en bedieningshandleiding, Pro-Line 16 NL (#98258)
7.
Inbedrijfstelling
7.2.3 Verloop van de snelprogrammering 1x >2s <10s
1.
Bedrijfsmodus
P
Snelprogrammering starten / Eindpositie OPEN programmeren
2.
Deur in de positie OPEN bewegen
3.
Correctie van de eindpositie OPEN met de (+) en (-) toetsen
1x <1s
4.
P
Eindpositie OPEN opslaan / Eindpositie DICHT programmeren
5.
Deur in de positie DICHT bewegen
6.
Correctie van de eindpositie DICHT met de (+) en (-) toetsen
1x <1s
7.
P
Eindpositie DICHT opslaan / Afstandsbesturing programmeren
8.
Handzender bedienen
9.
Handzender loslaten
1x <1s
10.
P
Afstandsbesturing opslaan / Snelprogrammering beëindigen
Legende: LED uit LED brandt LED knippert langzaam LED knippert gelijkmatig LED knippert snel Fabrieksinstelling Niet mogelijk
Montage- en bedieningshandleiding, Pro-Line 16 NL (#98258)
–
15
7.
Inbedrijfstelling
7.3
Van draairichting veranderen
Functiecontrole
Voorzichtig!
Controle:
Kans op stroomstoten: Bij bedradingwerkzaamheden moet ervoor worden gezorgd dat er geen spanning op de leidingen staat. Bij bedradingwerkzaamheden moet ervoor gezorgd worden dat er geen netspanning op de leidingen kan komen te staan (bijv. voorkomen van inschakelen van de netspanning).
Na de snelprogrammering en na veranderingen in het programmeermenu moeten de volgende leerbewegingen en controles worden uitgevoerd.
Attentie! Om de juiste werking van het aandrijfsysteem te garanderen, moet u de na de verandering van draairichting op de bedieningsbesturing een reset uitvoeren (alleen nodig indien de deurposities al zijn ingeleerd).
i
7.4
Informatie: - De aansluiting van de voeding is beschreven in punt 6.5. - De reset van de bedieningsbesturing is in punt 8.3 / niveau 1 / menu 8 beschreven. - De snelprogrammering wordt beschreven in punt 7.2.3.
7.3 / 1
XM70
Programmeerloop van de aandrijfkracht Het aandrijfsysteem leert de maximaal benodigde aandrijfkracht tijdens de eerste bewegingen na de instelling van de eindposities. • Laat de aandrijving (met gekoppelde deur) zonder onderbreking één maal van de eindpositie DICHT naar de eindpositie OPEN lopen en terug. De aandrijving bepaalt tijdens deze leerbeweging de maximale trek- en drukkracht en de krachtreserve, die nodig is om de deur te bewegen.
Controle:
1.
Na het indrukken van de (+) toets: De deur moet openen en naar de opgeslagen eindpositie OPEN bewegen.
2.
Na het indrukken van de (-) toets: De deur moet sluiten en naar de opgeslagen eindpositie DICHT bewegen.
3.
Na het indrukken van de toets van de handzender: Het aandrijfsysteem moet de deur in de richting OPEN resp. in de richting DICHT bewegen.
4.
Na het indrukken van de toets van de handzender terwijl het aandrijfsysteem loopt: Het aandrijfsysteem moet stoppen.
5.
Bij het volgende indrukken loopt het aandrijfsysteem in de tegengestelde richting.
• Verwissel op de motoraansluiting (XM70) de bruine draad met de groene draad. • Voer eerst een reset van de besturing uit. • Voer de snelprogrammering opnieuw uit.
16
Montage- en bedieningshandleiding, Pro-Line 16 NL (#98258)
7.
Inbedrijfstelling
Deursensoren • Activeer alle deursensoren afzonderlijk.
Automatisch uitschakelsysteem
Voorzichtig! Controle: Test de deursensoren conform de betreffende bedieningshandleiding. Bij het reageren van een veiligheidselement gaat LED 1 branden.
Controlelampjesvoorziening • Test de werking van de controlelampjesvoorziening.
Het uitschakelmechanisme OPEN en DICHT moet correct worden ingesteld, om lichamelijk letsel of materiële schade te voorkomen. Uitschakelmechanisme OPEN Bij aandrijfsystemen voor deuren met openingen in het deurblad (doorsnee opening > 50 mm): • Belast de deur tijdens de loopbeweging in het midden van de onderkant met een gewicht van 20 kg.
Noodbediening De deur moet onmiddellijk stoppen.
i
Informatie: De werking van de noodbediening is beschreven in punt 9.
• Test de werking van de noodbediening.
Fotocel in het frame • Laat alle fotocellen afzonderlijk reageren.
Uitschakelmechanisme DICHT • Zet een 50 mm hoge hindernis op de grond. • Laat de deur op de hindernis lopen. Het aandrijfsysteem moet bij het treffen van de hindernis stoppen en omkeren.
Opmerking: Opmerking: - Een aangesloten fotocel in het frame moet boven de inbouwpositie in werking treden. Onder de inbouwpositie wordt de werking door de besturing uitgeschakeld. - Bij het aansluiten van meerdere fotocellen reageren alle fotocellen op dezelfde wijze als een eventuele fotocel in het frame.
De instellingen van de parameters blijven bij een onderbreking van de netspanning opgeslagen. Alleen door een reset worden de aandrijfkrachten OPEN en DICHT terug gezet naar de fabrieksinstellingen.
Fotocel • Laat alle fotocellen afzonderlijk reageren. • Controleer alle aangesloten fotocellen nét voor de deurpositie DICHT.
Montage- en bedieningshandleiding, Pro-Line 16 NL (#98258)
17
8.
Uitgebreide aandrijvingsfuncties
8.1
Schema van de uitgebreide programmering (voorbeeld voor niveau 2, menu 2)
Niveau
Menu
+
Bedrijfsmodus (Geïntegreer de besturing)
Parameter -
+
Niveau 4
Menu 3
+
-
Parameter
+
Niveau 2
> 5 sec.
+
Menu 1
+
+
Menu 2
+
Programmering beëindigen
Waarde verhogen
+
Niveau 3
+
Waarde verlagen
+
+
> 10 sec. Niveau 1
Menu-exit (niveau 2)
-
+
+
> 5 sec. Niveau-exit
Menu 8
+
+
> 5 sec.
Niveau 8
+
Legende: LED uit LED brandt LED knippert langzaam LED knippert gelijkmatig LED knippert snel Fabrieksinstelling Niet mogelijk
18
–
Montage- en bedieningshandleiding, Pro-Line 16 NL (#98258)
8.
Uitgebreide aandrijvingsfuncties
8.2
Totaaloverzicht van de programmeerbare functies
Niveau
Niveau 1 – Basisfuncties
Niveau 2 – Aandrijvingsinstellingen
Niveau 3 – Automatisch sluiten
Menu Menu Menu Menu Menu Menu Menu Menu Menu Menu Menu Menu Menu
3: 4: 7: 8: 1: 2: 3: 4: 1: 3: 4: 5:
Tussenpositie OPEN Tussenpositie DICHT Relaisuitgang RESET Benodigde aandrijfkracht OPEN Benodigde aandrijfkracht DICHT Uitschakelmechanisme OPEN Uitschakelmechanisme DICHT Automatisch sluiten Deur-open-tijd Voorwaarschuwingstijd Startwaarschuwing
Menu 7: Signaallamp
Niveau 4 – Radiografische programmering
Niveau 5 – Speciale functie
Niveau 6 – Variabele snelheid
Niveau 7 – Service en onderhoud
Menu Menu Menu Menu Menu Menu Menu Menu Menu Menu Menu Menu Menu Menu Menu Menu Menu Menu Menu Menu Menu
2: 3: 4: 5: 8: 1: 4: 1: 2: 3: 4: 5: 6: 7: 8: 1: 2: 3: 8: 1: 2:
Tussenpositie OPEN Tussenpositie DICHT OPEN DICHT Relaisuitgang Programmeerbare impulsingang Verlichtingstijd Snelheid OPEN Snelheid soft-loop OPEN Soft-looppositie OPEN Snelheid DICHT Snelheid smart-loop DICHT Snelheid softlauf DICHT Smart-loop DICHT : Soft-looppositie DICHT Deurcyclusteller Onderhoudsteller Instelling onderhoudsinterval Reset service en onderhoud Fotocel Veiligheidscontactlijst
Menu 3: Automatisch uitschakelsysteem Niveau 8 – Systeeminstellingen
Menu 4: Bedrijfsmodi Menu 5: Functie van de richtingcommandogever Menu 6: Functie van de impulscommandogever
Montage- en bedieningshandleiding, Pro-Line 16 NL (#98258)
Fabrieksinstelling – – Signaallamp Geen reset Stap 8 Stap 8 Stap 8 Stap 8 Gedeactiveerd 2 sec. 1 sec. 0 sec. Deurbeweging / waarschuwing: knipperen uit Deurstilstand: – – – – – Impuls 180 sec. Stap 16 Stap 7 – Stap 16 Stap 16 Stap 7 – – – – UIT Geen reset Werking zonder fotocel Hek keert kort om (OPEN/DICHT) Deur stopt (OPEN) Deur loopt kort terug (DICHT) Zelfhoudend (OPEN/DICHT) Niet actief Alleen STOP, vervolgens standaardvolgorde van impulsen
19
8.
Uitgebreide aandrijvingsfuncties
8.3
Functieoverzicht van de programmeerniveaus
Voorzichtig! In de uitgebreide aandrijvingsfuncties kunnen belangrijke fabrieksinstellingen worden veranderd. De afzonderlijke parameters moeten correct worden ingesteld om lichamelijk letsel en materiële schade te vermijden.
Niveau 1 – Basisfuncties 1
Menu 3:
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
Tussenpositie OPEN Met toets (+ / OPEN) en (- / DICHT) instellen “Tussenpositie OPEN” – Functioneert met automatisch sluiten
Menu 4:
Tussenpositie DICHT Met toets (+ / OPEN) en (- / DICHT) instellen
Menu 7:
Relaisuitgang A7
Menu 8:
B7
C7
D7
E7
F7
G7
H7
I7
J7
K7
L7
–
–
–
–
C8
D8
E8
F8
G8
–
–
–
–
–
–
–
–
–
RESET A8
B8
Attentie! Na een Reset worden alle parameters op de fabrieksinstellingen teruggezet. Om een probleemloze werking van de besturing te garanderen: - moeten alle gewenste functies opnieuw worden geprogrammeerd; - moet de afstandsbediening worden geprogrammeerd; - moet het aandrijfsysteem éénmaal in de eindpositie OPEN en DICHT lopen.
Opmerking: - Alleen de laatst geprogrammeerde tussenpositie kan worden gebruikt. - Bij geactiveerd automatisch sluiten (niveau 3 / menu 1) is de relaisuitgang (niveau 1 / menu 7) niet programmeerbaar.
i
20
Informatie: Na wijzigingen in de menu's 3 en 4 van niveau 1 dient er opnieuw een functietest te worden uitgevoerd (punt 7.4).
Montage- en bedieningshandleiding, Pro-Line 16 NL (#98258)
8.
Uitgebreide aandrijvingsfuncties
Menu 7:
Relaisuitgang Stap
Menu 8:
Functie
Toelichting/opmerking
A7
Signaallichten
Functie
B7 C7 D7 E7 F7 G7
Einpositie Open Eindpositie Dicht Tussenpositie Open Tussenpositie Dicht Aandrijving start Storing
Wisimpuls – 1 seconde -
H7
Verlichting
Verlichtingtijd
I7
Vrijgave vergrendeling
J7
Vrijgave slot
K7 L7
Openschuifbeveiliging Afstandsbediening
Aandrijving loopt Aandrijving start Wisimpuls – 3 seconde Relais schakelt gedurende de impuls
Stap
Functie
Aantekening / Opmerking
A8 B8 C8 D8
Geen reset Reset besturing * Reset afstandbediening Reset uitbreiding automatisch sluiten
E8
Reset alleen uitgebreide aandrijvingsfuncties *
F8 G8
Reset veiligheidselementen * Reset van de busmodule
Onveranderd Fabrieksinstelling Telegrammen worden gewist Niveau 3, Menu 1-7 Behalve hekpositie OPEN/DICHT en afstandsbesturing impuls Fotocel De aangesloten busmodule word ingeleerd
i Niveau 3 Menu 7 Niveau 5 Menu 4 -
Reset
i -
* Alle aangesloten en functionerende veiligheidselementen worden na de reset opnieuw herkend.
Opmerking: Afhankelijk van de aard van de reset kan dit maximaal 30 seconden duren.
Legende: LED uit LED brandt LED knippert langzaam LED knippert gelijkmatig LED knippert snel Fabrieksinstelling Niet mogelijk
Montage- en bedieningshandleiding, Pro-Line 16 NL (#98258)
–
21
8.
Uitgebreide aandrijvingsfuncties
Niveau 2 – Aandrijvingsinstellingen 1
Menu 1:
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
10
11
12
13
14
15
16
9
10
11
12
13
14
15
16
9
10
11
12
13
14
15
16
9
10
11
12
13
14
15
16
Benodigde aandrijfkracht OPEN (gevoeligheid in stappen**) 1
Menu 2:
2
3
4
5
6
7
8
9
Benodigde aandrijfkracht DICHT (gevoeligheid in stappen*) 1
Menu 3:
2
3
4
5
6
7
8
Uitschakelmechanisme OPEN (gevoeligheid in stappen**) UIT
Menu 4:
2
3
4
5
6
7
8
Uitschakelmechanisme DICHT (gevoeligheid in stappen**) UIT
* **
2
2
3
4
5
6
7
8
hoe hoger de stap, des te hoger de aandrijfkracht. hoe lager de stap, des te gevoeliger het uitschakelmechanisme.
Voorzichtig! Na het uitschakelen of hoger zetten van de automatische uitschakeltrappen (menu 3 en 4): om kans op letsel uit te sluiten, moeten de in EN 12453 en EN 12445 vastgelegde metingen ter bewijs van de juiste krachtuitschakeling worden uitgevoerd.
Niveau 3 – Automatisch sluiten 1
Menu 1:
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
D1
E1
F1
G1
H1
–
–
–
–
–
–
–
–
25
30
35
40
50
80
100
120
150
180
255
20
25
30
35
40
45
50
55
60
65
70
Automatisch sluiten A1
Menu 3:
B1
C1
Deur-open-tijd (in seconden) 2
Menu 4:
5
10
15
20
Voorwaarschuwingstijd (in seconden) 1
Menu 5:
2
5
10
15
Startwaarschuwing (in seconden) 0
Menu 7:
2
1
2
3
4
5
6
7
–
–
–
–
–
–
–
–
C7
D7
E7
F7
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
Signaallamp A7
B7
Opmerking: - Het automatisch sluiten kan alleen worden geprogrammeerd wanneer er een fotocel of een veiligheidscontactlijst is aangesloten. - De functie van menu 1 kan naar wens door de tijdwaarden in de menu's 3 en 4 worden gewijzigd. 22
Montage- en bedieningshandleiding, Pro-Line 16 NL (#98258)
8.
Uitgebreide aandrijvingsfuncties
Menu 1:
Automatisch sluiten Openingstijd deur (seconden) 15 30 60 15 30 60
Stap A1 B1 C1 D1 E1 F1 G1 H1
Waarschuwingstijd (seconden) 5 5 8 5 5 8
Auto. sluiten
Overige functies
Gedeactiveerd Geactiveerd Geactiveerd Geactiveerd Geactiveerd Geactiveerd Geactiveerd
-
3
Geactiveerd
Oneindig
Verlenging van de deur-OPEN-tijd alleen door een impuls (knop, afstandsbediening)
Annuleren van deuropeningstijd na passeren van fotocel Sluiten na passeren van fotocel/sluitverhindering
Opmerking: Zonder aangesloten fotocel of sluitverhindering is alleen parameter A1 instelbaar. Menu 7:
Signaallamp Stap
Deurbeweging/waarschuwing
A7 B7 C7 D7 E7 F7
i
Knipperen Branden Knipperen Branden Knipperen Branden
Deurstilstand Uit (energiebesparing) Uit (energiebesparing) Knipperen Branden Branden Knipperen
Informatie: De aansluiting van de signaallamp is instelbaar in niveau 1, menu 7.
Niveau 4 – Radiografische programmering
Menu 2:
Tussenpositie OPEN LED 7 knippert langzaam -> toets handzender bedienen -> LED 7 knippert snel
Menu 3:
Tussenpositie DICHT LED 7 knippert langzaam -> toets handzender bedienen -> LED 7 knippert snel
Menu 4:
OPEN LED 7 knippert langzaam -> toets handzender bedienen -> LED 7 knippert snel
Menu 5:
DICHT LED 7 knippert langzaam -> toets handzender bedienen -> LED 7 knippert snel
Menu 8:
Relaisuitgang (niveau 1, menu 7, L7) LED 7 knippert langzaam -> toets handzender bedienen -> LED 7 knippert snel
i
Informatie: Om storingen te voorkomen, mag steeds slechts één draadloos signaal per positie worden ingeleerd.
Montage- en bedieningshandleiding, Pro-Line 16 NL (#98258)
23
8.
Uitgebreide aandrijvingsfuncties
Niveau 5 – Speciale functie 1
Menu 1:
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
B1
C1
D1
E1
F1
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
25
30
35
40
50
80
100
120
150
180
255
Verlichtingstijd (in seconden) 2
Menu 1:
3
Programmeerbare impulsingang - Klem 1/2 A1
Menu 4:
2
5
10
15
20
Programmeerbare impulsingang Stap
Functie
A1 B1 C1 D1 E1 F1
Impuls Sluitverhindering Stopt en keert om Stopt en keert om Impuls open Houdt alleen opener vast
Toelichting/opmerking Alleen maakcontact Alleen maakcontact Alleen in de richting dicht – alleen verbreekcontact Alleen in de richting dicht – Alleen maakcontact Inductielus – alleen maakcontact Aandrijfsysteem stopt
Opmerking: Het niveau C1 kan alleen worden gebruikt indien er geen andere MS-Bus-modules met programmeerbare impulsingang (zoals bijv. een externe besturing) zijn aangesloten.
i
24
Informatie: - De programmering van de speciale functie is afhankelijk van de aansluiting XB02. De aansluiting XB02 wordt in punt 6.5 beschreven. - De ingestelde verlichtingstijd is allen actief, wanneer de relaisuitgang (niveau 1 / menu 7) op Verlichting (H7) geprogrammeerd is.
Montage- en bedieningshandleiding, Pro-Line 16 NL (#98258)
8.
Uitgebreide aandrijvingsfuncties
Niveau 6 - Variabele snelheid 1
Menu 1:
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
–
–
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
Snelheid OPEN (in stappen) –
Menu 2:
–
–
–
Snelheid soft-loop OPEN (in stappen) 1
Menu 3:
2
3
4
5
6
Softlooppositie OPEN Met toets (+ / OPEN) en (- / DICHT) instellen
Menu 4:
Snelheid DICHT (in stappen) –
Menu 5:
–
–
–
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
Snelheid softloop DICHT (in stappen) 1
Menu 7:
–
Snelheid smartloop DICHT (in stappen) 1
Menu 6:
–
2
3
4
5
6
Positie smartloop DICHT Met toets (+ / OPEN) en (- / DICHT) instellen
Menu 8:
Softlooppositie DICHT Met toets (+ / OPEN) en (- / DICHT) instellen
i
Informatie: Na wijzigingen in de menu's 1, 2, 3, 4, 6 en 8 van niveau 2 dient er opnieuw een functietest te worden uitgevoerd (punt 7.4).
Legende: LED uit LED brandt LED knippert langzaam LED knippert gelijkmatig LED knippert snel Fabrieksinstelling Niet mogelijk
Montage- en bedieningshandleiding, Pro-Line 16 NL (#98258)
–
25
8.
Uitgebreide aandrijvingsfuncties
Niveau 7 – Service en onderhoud
1
Menu 1:
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
B1
C1
D1
E1
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
B2
C2
D2
E2
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
E3
F3
G3
H3
I3
J3
K3
L3
M3
N3
O3
P3
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
Instelling onderhoudsinterval A3
Menu 8:
4
Onderhoudsteller A2
Menu 3:
3
Deurcyclusteller A1
Menu 2:
2
B3
C3
D3
Reset service en onderhoud A8
B8
–
–
Weergave van de gebruiksgetallen: 0
Menu 1:
1
2
5
6
7
8
9
Deurcyclusteller – 10.000-tal Deurcyclusteller – 1.000-tal Deurcyclusteller – 100-tal
D1 E1
Deurcyclusteller – 10-tal Deurcyclusteller – 1-tal
Onderhoudsteller De onderhoudsteller van de besturing wordt hier uitgelezen en vijfcijferig weergegeven (tot 99.999). De weergavefunctie wordt in het volgende stroomdiagram beschreven. De nog benodigde gebruiksgetallen worden als 1-tal, 10-tal, 100-tal etc. weergegeven. De weergave vindt plaats zoals onder menu 1 wordt beschreven. A2 B2 C2
26
4
Deurcyclusteller De deurcycliteller van de besturing wordt hier uitgelezen en met vijf posities weergegeven (tot 99.999). De weergavefunctie wordt in het volgende stroomdiagram beschreven. De gebruiksgetallen worden als 1-tal, 10-tal, 100-tal etc. weergegeven. Met de knoppen (+) en (-) kan de volgende of de vorige positie van het gebruiksgetal worden weergeven. A1 B1 C1
Menu 2:
3
Onderhoudsteller – 10.000-tal Onderhoudsteller – 1.000-tal Onderhoudsteller – 100-tal
D2 E2
Onderhoudsteller – 10-tal Onderhoudsteller – 1-tal
Montage- en bedieningshandleiding, Pro-Line 16 NL (#98258)
8.
Uitgebreide aandrijvingsfuncties
Menu 3:
Instelling onderhoudsinterval Hier wordt het aantal deurcycli geprogrammeerd vanaf welke de besturing weergeeft dat er een bepaald onderhoud moet worden uitgevoerd. A3 B3 C3 D3 E3 F3 G3 H3
Menu 8:
Onderhoudsinterval UIT Onderhoud telkens na 1.000 Onderhoud telkens na 2.000 Onderhoud telkens na 3.000 Onderhoud telkens na 4.000 Onderhoud telkens na 5.000 Onderhoud telkens na 6.000 Onderhoud telkens na 7.000
deurbewegingen deurbewegingen deurbewegingen deurbewegingen deurbewegingen deurbewegingen deurbewegingen
I3 J3 K3 L3 M3 N3 O3 P3
Onderhoud Onderhoud Onderhoud Onderhoud Onderhoud Onderhoud Onderhoud Onderhoud
telkens telkens telkens telkens telkens telkens telkens telkens
na na na na na na na na
8.000 deurbewegingen 9.000 deurbewegingen 10.000 deurbewegingen 15.000 deurbewegingen 20.000 deurbewegingen 30.000 deurbewegingen 40.000 deurbewegingen 50.000 deurbewegingen
Reset service en onderhoud Voor service, diagnose en onderhoudswerkzaamheden wordt hier het foutengeheugen op nul gezet. A8
Geen reset
B8
Reset foutengeheugen
Legende: LED uit LED brandt LED knippert langzaam LED knippert gelijkmatig LED knippert snel Fabrieksinstelling Niet mogelijk
Montage- en bedieningshandleiding, Pro-Line 16 NL (#98258)
–
27
8.
Uitgebreide aandrijvingsfuncties
Niveau 8 – Systeeminstellingen
1
Menu 1:
8
9
10
11
12
13
14
15
16
B1
C1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
B2
E2
F2
G2
H2
-
-
-
-
-
-
-
-
C2
D2
B3
C3
D3
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
B4
C4
D4
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
B5
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Functie van de impulscommandogever A6
Menu 1:
7
Functie van de richtingcommandogever A5
Menu 6:
6
Bedrijfsoort A4
Menu 5:
5
Automatisch uitschakelsysteem A3
Menu 4:
4
Veiligheidscontactlijst A2
Menu 3:
3
Fotocel A1
Menu 2:
2
B6
-
-
-
-
Fotocel
Stap
Fotocel (Aansluiting XB02 - klemmen 70/71) Deurbeweging dicht
A1 B1 C1
Ongewenste fotocellen (Aansluiting XB02 - klemmen 70/71) Deurbeweging dicht
Werking zonder fotocellen Deur keert lang om2 Niet actief
Niet actief Deur keert lang om2
Attentie! Een aangesloten fotocel wordt door de besturing na het inschakelen van de spanning automatisch herkend. De fotocel kan naderhand anders geprogrammeerd worden.
Opmerking: Ongewenste fotocellen moeten worden afgeklemd omdat de besturing ze anders herkent.
i
Informatie: Aansluiting XB02 wordt beschreven in punt 6.5.
Legende: LED uit LED brandt LED knippert langzaam LED knippert gelijkmatig LED knippert snel Fabrieksinstelling Niet mogelijk
28
–
Montage- en bedieningshandleiding, Pro-Line 16 NL (#98258)
8.
Uitgebreide aandrijvingsfuncties
Menu 2:
Veiligheidscontactlijst Stap A2 B2 C2 D2 E2 F2 G2 H2
Menu 3:
A3 B3 C3 D3 1
Deur keert kort om:
2
Deur keert lang om:
A4 B4 C4 D4
Deurbeweging OPEN Deur stopt Deur keert kort om1 Deur stopt Deur keert lang om2
Deurbeweging DICHT Deur keert kort om1 Deur keert kort om1 Deur keert lang om2 Deur keert lang om2
Het aandrijfsysteem beweegt de deur kort in de tegenovergestelde richting, om een hindernis vrij te geven. Het aandrijfsysteem beweegt de deur tot in de tegengestelde deurpositie.
OPEN Dodeman Zelfhoudend Dodeman Zelfhoudend
DICHT Dodeman Dodeman Zelfhoudend Zelfhoudend
Functie van de richtingcommandogever (OPEN / DICHT) Stap
Menu 6:
Deur keert kort om1 Deur keert lang om2 Deur keert kort om1 Deur keert lang om2 Deur keert kort1 om met DW-test Deur keert lang2 om met DW-test Deur keert kort1 om met DW-test Deur keert lang2 om met DW-test
Bedrijfsoort Stap
Menu 5:
Deur keert kort om1 Deur keert kort om1 Deur keert lang om2 Deur keert lang om2 Deur keert kort1 om met DW-test Deur keert kort1 om met DW-test Deur keert lang2 om met DW-test Deur keert lang2 om met DW-test
Deurbeweging DICHT
Automatisch uitschakelsysteem Stap
Menu 4:
Deurbeweging OPEN (alleen met uitbreidingsmodule mogelijk)
Richtingcommandogever
Verklaringen
A5
Niet actief
De richtingcommandogevers geven alleen bij een stilstaande deur een commando af.
B5
Alleen STOP
Een bewegende deur wordt door iedere richtingcommandogever gestopt.
Functie van de impulscommandogever (impuls, tussenpositie OPEN, tussenpositie DICHT Stap A6
B6
Impulscommandogever
Verklaringen
Niet actief
De impulscommandogevers geven alleen bij een stilstaande deur een commando af.
Alleen STOP, aansluitend normvolgorde
Een bewegende deur wordt door iedere impulscommandogever gestopt. Een vervolgcommando start het aandrijfsysteem in de tegengestelde richting (OPEN - STOP - DICHT - STOP - OPEN).
Montage- en bedieningshandleiding, Pro-Line 16 NL (#98258)
29
9.
Bediening
9.1
Standaardbediening
9.2
Noodbediening
Opmerking:
Attentie! Om schade aan de deur te voorkomen, - mag de deur alleen in gesloten toestand worden ont- en vergrendeld. - moet een eventueel aanwezige deurvergrendeling vóór de noodbediening buiten werking worden gesteld.
Het aandrijfsysteem verplaatst de deur naar de zelfhoudende stand. Deur in de richting OPEN bewegen 9.1 / 1
Aandrijfsysteem met snelontgrendeling Om de deur met de hand te bedienen kan de aandrijving van de veeras worden ontkoppelt.
Aandrijving ontkoppelen 9.2 / 1
• Druk op de knop OPEN op het bedieningselement. De deur stopt automatisch in de eindpositie OPEN.
Deur in de richting DICHT bewegen 9.1 / 2
• Trek de rode koordknop naar beneden.
Deur bewegen • Ontgrendel de deur door lichte bewegingen in de richting OPEN en DICHT. De deur kan nu met de hand in richtingen OPEN en DICHT worden bewogen.
• Druk op de knop DICHT op het bedieningselement.
Aandrijving vergrendelen • Trek de groene koordknop naar beneden.
De deur stopt automatisch in de eindpositie DICHT. • Vergrendel de deur door lichte bewegingen in de richting OPEN en DICHT. De deur kan elektrisch OPEN en DICHT worden gedaan.
Opmerking: Om een goede werking te garanderen, moet de holle as na de blokkering ten minste éénmaal 360° draaien. 30
Montage- en bedieningshandleiding, Pro-Line 16 NL (#98258)
10. Meldingen 10.1 Overzicht van de LED-indicaties
10.2 Statusmeldingen
LED-indicaties in de bedrijfsmodus
Statusmeldingen geven naast de deurpositiemelding tijdens de werking uitsluitsel over de toestand van het aandrijfsysteem.
Status veiligheidselementen
Deur in deurpositie OPEN
Deur beweegt in richting OPEN
Veiligheidselementen: LED 1 dient als statusaanduiding van de aangesloten veiligheidselementen (veiligheidscontactlijst, fotocel). Wordt het betreffende veiligheidselement in werking gezet, dan licht LED 1 op zolang deze in werking is.
Tussenpositie OPEN
Commandogevers / handzenders: Tussenpositie DICHT
Deur in tussenpositie
Deur in deurpositie DICHT
Deur beweegt in richting DICHT
LED 7 dient als statusaanduiding en componententest van de aangesloten bedieningselementen (OPEN, DICHT, STOP, half OPEN, etc...). Wordt het betreffende bedieningselement in werking gezet, dan licht LED 7 op zolang deze in werking is. Bij ontvangst van een radiografisch signaal knippert LED 7 snel.
Referentiepunt (knippert tijdens het passeren van het referentiepunt)
Onderhoud
Veiligheidsstopcircuit aandrijving
Commandogever geactiveerd
Afstandsbediening wordt geactiveerd
Gebruiksklaar
Voorbeeld: De deur bevindt zich in de deurpositie OPEN. Als de waarschuwingstijd / aanloopwaarschuwing is afgelopen, zet de deur zich in beweging in de richting DICHT. Legende: LED uit LED brandt LED knippert langzaam LED knippert gelijkmatig LED knippert snel Fabrieksinstelling Niet mogelijk
Montage- en bedieningshandleiding, Pro-Line 16 NL (#98258)
–
31
10. Meldingen 10.3 Storingsmeldingen
Wisselen naar de diagnosemodus (Geïntegreerde besturing) Een wisseling naar de diagnosemodus kan plaatsvinden vanuit de meldingsmodus of vanuit de bedrijfsmodus. • Druk kort op knop (P).
Storingen in de installatie worden met een overeenkomend meldingsnummer weergegeven. De besturing gaat naar de meldingsmodus.
De besturing schakelt in de diagnosestand en geeft de laatste melding weer.
Knopfuncties in de diagnosemodus Toets (+ / OPEN) Door te drukken op de knop (+) wordt altijd de actueel bestaande fout weergegeven.
1.
Weergave van de meldingsnummers gedurende ca. 3 seconden (voorbeeld: melding 15).
2.
Weergavepauze gedurende ca. 1 seconde.
Toets (- / DICHT) Door te drukken op de knop (-) worden achtereenvolgens tot max. 5 fouten uit het foutengeheugen weergegeven.
3.
Weergave van de bedrijfsmodus gedurende ca. 3 seconden (voorbeeld: bedrijfsspanning, Deurpositie OPEN).
Toets (P / STOP) Door te drukken op de knop (P) wordt de diagnosemodus beëindigd. De carrouselweergave loopt achteruit. De besturing schakelt terug naar de bedrijfsmodus.
4.
Weergavepauze gedurende ca. 1 seconde.
5.
Herhaling van de displays 1 – 4.
Opmerking: - De besturing toont de meldingsnummers door het gelijkmatig knipperen van een of meer LED’s. Door de cijfers op te tellen wordt het foutmeldingsnummer bepaald. - Tijden de programmering worden status- en andere meldingen onderdrukt. De weergaven in de programmeermodus zijn altijd éénduidig. De foutmeldingsnummers hebben twee functies: 1. Zij geven een indicatie waarom de besturing het actuele bewegingscommando niet correct kon uitvoeren. 2. Zij geven defecte componenten aan om een betere en snellere service ter plaatse te kunnen geven en alleen de werkelijk defecte onderdelen van de besturing te vervangen. De besturing bevindt zich in de meldingsmodus tot de besturing wisselt naar de bedrijfsmodus of de diagnosemodus.
Wisselen naar de bedrijfsmodus De besturing gaat naar de bedrijfsmodus, zodra deze een bewegingsimpuls ontvangt.
32
Legende: LED uit LED brandt LED knippert langzaam LED knippert gelijkmatig LED knippert snel Fabrieksinstelling Niet mogelijk
–
Montage- en bedieningshandleiding, Pro-Line 16 NL (#98258)
10. Meldingen 10.4 Storingen oplossen
Storingen zonder indicatie van de storingsmelding Storing
Oorzaak
Oplossing
LED 8 brandt niet.
- Spanning ontbreekt.
- Controleren of er netspanning aanwezig is. - Stroomaansluiting controleren.
- Thermische beveiliging in de nettransformator is geactiveerd.
- Nettransformator laten afkoelen.
- Besturingseenheid defect.
- Aandrijfsysteem laten controleren.
Geen reactie na impuls.
- Aansluitklemmen voor schakelaar “impuls” overbrugd, bijv. door kortsluiting in de kabels of in de systeemstekkers.
- Eventueel bekabelde sleutelschakelaars of binnendrukknoppen bij wijze van proef van de besturingseenheid loskoppelen (punt 6.5): Kabel uit bus XB02 trekken of jumper in XB10 steken en de fout in de bedrading opsporen.
Geen reactie na impuls door handzender.
- Modulaire antenne niet ingestoken.
- Modulaire antenne verbinden met besturingseenheid.
- Handzendercodering stemt niet overeen met ontvangercodering.
- Handzender opnieuw programmeren.
- Batterij van de handzender leeg.
- Nieuwe batterij plaatsen.
- Handzender of besturingselektronica of modulaire antenne defect.
- De 3 componenten laten controleren.
Aandrijving keert om bij onderbreking van de fotocel in de lijst.
- De programmering van de fotocel op het kozijn is niet correct uitgevoerd.
- Reset van de besturing uitvoeren (punt 8.4 / Niveau 1 / Menu F8), snelprogrammering opnieuw uitvoeren (punt 7.2).
De eindposities zijn onnauwkeurig ingesteld.
- De poort werd zonder spanning verplaatst.
- De holle as moet ten minste éénmaal 360 graden draaien, zodat het referentiepunt wordt gepasseerd.
Geen reactie na impulsinvoer. Aandrijving beweegt alleen in dodemansgebruik in de richting DICHT (meldingsnummer 1 verschijnt).
- Elektronische kabelbreukbeveiliging heeft ingegrepen.
- Beweging deur controleren en deur weer beweegbaar maken. - Automatische uitschakeling door een vakman laten controleren (paragraaf 8.3/niveau 2/menu 3+4). - Deur repareren.
Storingen met indicatie van de storingsmelding Storing
Oorzaak
Oplossing
Melding 1
- Uitgebreide melding (alleen met MDS leesbaar).
- Besturing laten controleren.
Melding 7
- Na 120 seconden zonder toetsbediening sluit de programmeermodus vanzelf af. - Programmeren van de deurposities OPEN en DICHT zonder het referentiepunt te passeren.
Melding 8
- Referentiepuntsensor defect.
Montage- en bedieningshandleiding, Pro-Line 16 NL (#98258)
- Aandrijfsysteem laten controleren.
33
10. Meldingen Storing
Oorzaak
Oplossing
Melding 9
- Impuls toerentalsensor niet aanwezig, Aandrijfsysteem blokkeert.
- Aandrijfsysteem laten controleren.
Melding 10
- Deur loopt te stroef. - Deur blokkeert.
- Zorgen dat de deur soepel loopt.
- Maximale aandrijfkracht te laag ingesteld.
- Max. aandrijfkracht (punt 8.3 / niveau 2 / menu 1+2) door de vakhandelaar laten controleren.
Melding 11
- Looptijdbegrenzing.
- Aandrijfsysteem laten controleren.
Melding 12
- Test van SKS in de richting OPEN niet OK.
- Veiligheidscontactlijst controleren. - Functie veiligheidscontactlijst bij niet aanwezige veiligheidscontactlijst deactiveren (punt 8.3 / Niveau 1 / Menu 8).
Melding 13
- Test veiligheidscontactlijst in de richting DICHT niet OK.
- Veiligheidscontactlijst controleren. - Functie veiligheidscontactlijst bij niet aanwezige veiligheidscontactlijst deactiveren (punt 8.3 / Niveau 1 / Menu 8).
Melding 14
- Geen geldige eindposities beschikbaar.
- Snelprogrammering opnieuw uitvoeren (punt 7.2).
Melding 15
- Externe fotocel onderbroken of defect.
- Hindernis verwijderen of fotocel laten controleren.
- Fotocel geprogrammeerd, maar niet aangesloten.
- Fotocel uitschakelen of aansluiten.
Melding 16
- Stroomsensor voor het uitschakelmechanisme defect.
- Aandrijving laten controleren.
Melding 26
- Te lage spanning, aandrijfsysteem overbelast bij instelling max. kracht stap 16.
- Externe stroomvoorziening laten controleren. - Zorgen dat de deur soepel loopt.
Melding 28
- Deur loopt te stroef of onregelmatig. - Deur blokkeert.
- Deurbeweging controleren en zorgen dat de deur soepel loopt.
- Uitschakelmechanisme te gevoelig ingesteld.
- Uitschakelmechanisme door de vakhandelaar laten controleren (punt 8.3 / niveau 2 / menu 3+4).
- Touw gebroken of gevallen. - Veer gebroken.
- Deur repareren.
Melding 35
- Elektronica defect.
- Aandrijfsysteem laten controleren.
Melding 36
- Doorverbinding verwijderd, stop-toets echter niet aangesloten.
- Vasthoudknop op XB10 aansluiten of jumper (punt 6.5) plaatsen.
- Aandrijfsysteem ontgrendeld.
- Aandrijfsysteem vergrendelen.
- Ruststroomkring onderbroken.
34
Montage- en bedieningshandleiding, Pro-Line 16 NL (#98258)
11. Bijlage 11.1 Technische gegevens Pro-Line 16
Mechanische gegevens / Type Draaimoment gedreven as Nominaal toerental Max. toerental, gedreven as Noodbediening Ontkoppeling aandrijving Diameter holle as
Elektrische gegevens / Type Nominale spanning Nominale frequentie Stroomopname Motorvermogen Inschakelduur motor (ED) Verzorging externe elementen Beschermtype Beschermklasse
Omgevingsgegevens / Type Afmetingen Gewicht Temperatuurbereik Montagevarianten
Nm min-1
mm
15/30 15 30 15 Snelontgrendeling met trekkoord Snelontgrendeling Holle as aluminium / vertanding conform DIN 5480 - 42 x 1,25 x 30 x 32
V Hz A kW % V
mm kg C˚
15/30 1N~ 230 50 1,1 0,25 25 24 / 200 mA IP 20 I
15/30 119 x 420 x 261 6,70 -20 bis +60 Opsteek- of flensmontage
Legende: LED uit LED brandt LED knippert langzaam LED knippert gelijkmatig LED knippert snel Fabrieksinstelling Niet mogelijk
Montage- en bedieningshandleiding, Pro-Line 16 NL (#98258)
–
35
11. Bijlage 11.2 Inbouwinstructie
11.3 EG-Conformiteitsverklaring
Hierbij verklaren wij dat het hierna beschreven product op basis van zijn ontwerp en model alsook in de door ons in omloop gebrachte uitvoering voldoet aan de geldende fundamentele veiligheids- en gezondheidseisen van de EG-richtlijn inzake elektromagnetische compatibiliteit, de machinerichtlijn en de laagspanningsrichtlijn. Op verzoek van de inspectiedienst wordt de documentatie in papieren vorm beschikbaar gesteld. Bij een niet met ons afgesproken wijziging van de producten verliest deze verklaring haar geldigheid.
Hierbij verklaren wij dat het hierna beschreven product op basis van zijn ontwerp en model alsook in de door ons in omloop gebrachte uitvoering voldoet aan de geldende fundamentele veiligheids- en gezondheidseisen van de EG-richtlijn inzake elektromagnetische compatibiliteit, de machinerichtlijn en de laagspanningsrichtlijn. Bij een niet met ons afgesproken wijziging van de producten verliest deze verklaring haar geldigheid.
Product: Industriële deuraandrijving Pro-Line 16
Product:
Geldende EG-richtlijnen:
Geldende EG-richtlijnen:
- Machinerichtlijn 2006/42/EG EN 60204-1:2007 EN ISO 12100-1:2003 EN ISO 13849-1:2008 Cat.2 / PLC voor de functies krachtbeperking, eindpositieherkenning en veiligheidscontactlijstanalyse EN 61508:2001
- Machinerichtlijn 2006/42/EG EN 60204-1:2007 EN ISO 12100-1:2003 EN ISO 13849-1:2008 EN 61508:2001
- Elektromagnetische compatibiliteit 2004/108/EG EN 55014-1 EN 61000-3-2:2006 (2008) EN 61000-3-3:2009 EN 61000-6-2:2006 EN 61000-6-3:2007
- Elektromagnetische compatibiliteit 2004/108/EG EN 55014-1 EN 61000-3-2:2006 (2008) EN 61000-3-3:2009 EN 61000-6-2:2006 EN 61000-6-3:2007 - Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG EN 60335-1:2002 EN 60335-2-103:2004
- Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG EN 60335-1:2002 EN 60335-2-103:2004 Geldigheidsduur van deze inbouwhandleiding: Productiedatum 01.10.2010 - 30.09.2011
01.10.2010
ppa. K. Goldstein
Datum / handtekening
Bedrijfsleiding
Fabrikant en documentbeheer Marantec Antriebs- und Steuerungstechnik GmbH & Co. KG Remser Brook 11 · 33428 Marienfeld · Germany Fon +49 (52 47) 7 05-0
36
Montage- en bedieningshandleiding, Pro-Line 16 NL (#98258)
Montage- en bedieningshandleiding, Pro-Line 16 NL (#98258)
37
38
Montage- en bedieningshandleiding, Pro-Line 16 NL (#98258)
Montage- en bedieningshandleiding, Pro-Line 16 NL (#98258)
39
98258
Oorspronkelijke handleiding, Auteursrechtelijk beschermd. Nadruk, ook gedeeltelijk, uitsluitend met onze toestemming. Wijzigingen met het oog op de technische vooruitgang voorbehouden.
Uitgave: 01.2011 #98258
1 - NL/KD 360319-M-0.5.0110
Nederlands