Big Brother zit ove eral! Heel w wat instelliingen, perssonen of orrganisaties nemen hett niet zo nauw m met de privacy van de e burgers. D De Liga voo or Mensenrechten en La Ligue de es droits de l’hom mme hebbe en een aanttal kandidaaten op een n rijtje gezet die het reecht op privvacy niet respecteren. Hiero onder vindt u het doss ier van één n van de kan ndidaten.
PRIVACY EN RIOOLJOURNALISTIEK
Sensatie verkoopt. Het hoeft dus niet te verbazen dat de media hier graag over berichten. Maar schendt dit soort berichtgeving de privacy niet? In de zomer van 2011 pakte het weekblad Story uit met een sensationele cover: 'De 849 pikante sms'en van Leterme aan zijn minnares' (21 juni 2011). De redactie had inzage in honderden sms’jes tussen Leterme en zijn vermeende minnares. Dit leverde niet enkel een smeuïge primeur op, uit de communicatie viel ook – zij het dan indirect – af te leiden dat Leterme de vrouw aan een job zou helpen en tussenbeide kwam in een politiekwestie. Story ging er prat op dat de sms’jes bewezen dat de privéactiviteiten van de premier een invloed hadden op het correct uitvoeren van zijn functie en gaf hiermee ook de voornaamste reden aan waarom de publicatie ervan ‘politiek relevant’ was. Sensationeel was het alleszins, maar was het ook écht maatschappelijk relevant? Volgens Story was dit allerminst een privézaak: “Yves Leterme is een boegbeeld van een christelijke gezinspartij, maar blijkbaar draagt hij andere waarden uit”1, verdedigde hoofdredacteur Frederik De Swaef de ongeziene inbreuk op het privéleven van de premier. Dat de bewuste dame niet aan een job geraakte dankzij Leterme en dat zij tevens ontstemd was dat de premier niet was tussengekomen in haar aanvaring met de politie sloeg De Swaef nuchter in de wind door op te merken dat “de intentie om misbruik te maken van zijn macht [bij Leterme] wel degelijk aanwezig was”2. Het mag duidelijk wezen dat Story hiermee de bestaande journalistieke grenzen voor berichtgeving over het privéleven van publieke figuren verlegt. In de Verenigde Staten of Engeland kijkt men lang niet meer op van dergelijke schandaaljournalistiek, maar in de Belgische pers gold tot voor kort een zekere terughoudendheid ten aanzien van al te vrije nieuwsgaring. Er bestond een min of meer zichtbare lijn tussen privé en publiek. En wat de pers wel ter ore kwam, werd consistent toegedekt. Een cultuur van discretie was de norm. Sinds kort is er echter een verschuiving merkbaar in het medialandschap. Politici treden toe tot het glamoureuze BV wereldje, in de hoop hierdoor een electoraal graantje mee te pikken, Bv’s gebruiken, op hun beurt, hun naamsbekendheid om een gooi te doen naar een politiek mandaat. De media speelt hierbij een listig spel: in ruil voor de mediatieke berichtgeving wordt ook de schandaaljournalistiek niet langer geschuwd. In een mum van tijd ontpopten diverse populaire weekbladen zich tot volwaardige rioolbladen van een platvloers niveau, amper de naam van journalistiek waardig.
1 2
De Standaard, 22 juni 2011, ‘Story berokkent premier schade’. De Zevende dag, Canvas, 26 juni 2011.
Een aantal voorbeelden tonen dit aan: Iris Vandenkerckhove, alias Wendy Van Wanten, nam gerechtelijke stappen tegen Dag Allemaal naar aanleiding van een aanhoudende lastercampagne die het weekblad maandenlang voerde tegen haar en haar echtgenoot (juni 2008). Tv‐gezicht Ilse De Meulemeester stapte naar de Raad voor de Journalistiek met een klacht gericht tegen Story, die stukken uit haar echtscheidingsdossier lekte in het blad (1 maart 2011). TV‐Familie negeerde de uitdrukkelijke vraag van voormalig CD&V‐voorzitster MarianneThyssen om haar strijd tegen borstkanker niet publiek te maken (19 januari 2011). Begin februari bracht Story de primeur over de nieuwe liefde in het leven van VTM‐presentatrice Dina Tersago, wederom na uitdrukkelijk vraag van haar management om de relatie nog niet wereldkundig te maken (1 februari 2011). De man was namelijk nog in een echtscheidingsprocedure verwikkeld, waarin ook zijn kinderen betrokken waren. Zanger Helmut Lotti en zijn vrouw Jelle Van Riet werden door Dag Allemaal onterecht “meegesleurd” in een verhaal over een fraudezaak waarbij Jelle’s broer betrokken zou zijn (26 oktober 2010). BV‐koppel Eveline Hoste en Bjorn De Wilde zagen hun trouwfoto’s, die ze exclusief aan Dag Allemaal verkochten, opduiken in concurrentieblad Story (8 juli 2008).
Recht op privacy: artikel 8 E.V.R.M. 1. Een ieder heeft recht op respect voor zijn privéleven, zijn familie‐ en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie. 2. Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan in de uitoefening van dit recht, dan voor zover bij de wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen. Dat privacy geen gunst is, slechts voorbehouden aan wie het zich kan veroorloven, bewijst de erkenning van een fundamenteel recht op privacy door artikel 8 E.V.R.M. Behalve deze wettelijke bepaling is er ook nog steeds de journalistieke deontologie, die aangeeft dat een journalist waarheidsgetrouw moet berichten, met respect voor de privacy en de menselijke waardigheid van de betrokkenen. Deze basisbeginselen zijn terug te vinden in de ‘Code van de Raad voor de Journalistiek’ met als uitgangspunt dat de journalistieke berichtgeving zich in de uitoefening van het recht op informatie en de vrijheid van meningsuiting laat leiden door het respect voor andere fundamentele mensenrechten. Met betrekking tot het privéleven benadrukt artikel 23 van de Code het beginsel dat de journalist het privéleven van personen respecteert en het niet verder aantast dan noodzakelijk in het maatschappelijke belang van de berichtgeving. Dat dit beginsel niet absoluut is blijkt uit de mogelijkheid hiervan af te wijken wanneer aspecten uit het privéleven van personen, en zeker van publieke personen zoals vooraanstaande politici, onlosmakelijk verbonden zijn met bepaalde laakbare of strafbare feiten die invloed hebben op hun publiek functioneren. In dergelijke gevallen kan het recht op informatie primeren op het recht op en een respect voor de privacy. Ook in de rechtspraak wordt dit basisprincipe toegepast, wat in de praktijk vaak zal leiden tot een delicate afweging tussen het recht op privacy enerzijds en het recht op informatie anderzijds. Uiteraard
komen er al eens minder fraaie dingen aan het licht, maar net dan dient het recht en de beroepsethiek garant te staan dat berichtgeving waarheidstrouw en zonder leedvermaak gebeurt. Volgens Dirk Voorhoof3 druist Story’s berichtgeving over de sms’jes van Yves Leterme in tegen een fundamenteel respect voor mensenrechten en de beginselen van de journalistieke beroepsethiek: “Story blaast het verhaal op, onnoemelijke schade aanrichtend aan het privéleven en de intieme levenssfeer waar elkeen, ook een politicus, zelfs een premier, recht op heeft4”. Thomas Siffer, voormalig hoofdredacteur van Story, ziet het anders: “Privacy is iets van de vorige generatie. Minder privacy zal leiden tot beter gedrag, want als alles vroeg of laat uitkomt, dan doe je niets verkeerd”5. Staat het recht op privacy daadwerkelijk op losse schroeven?
Wat zegt het Europees Hof voor de Rechten van de Mens? Ook het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft zich de voorbije jaren herhaaldelijk opgeworpen als pleitbezorger van het recht op privacy. In een reeks arresten, onder meer over Prinses Caroline van Monaco6, supermodel Naomi Campbell7 en zakenman Max Mosley8, gaf het Hof duidelijk aan dat de pers, in haar berichtgeving, de privacy van publieke personen dient te respecteren. Indien niet voldoende werd aangetoond dat de intieme berichtgeving enige maatschappelijke relevantie had, beschouwt het Hof dit als een ongeoorloofde inbreuk op het privéleven9. Er is op dat vlak een dalende tendens merkbaar in de rechtspraak van het Hof, ten koste van de vrijheid van expressie10. Voor het eerst sinds eind de jaren 7011 lijkt het Europees Hof haar gevestigde bescherming van de rechten van de media, in hun berichtgeving over publieke figuren, nu zelf af te zwakken. Jarenlang werd de pers door het Hof als een publieke waakhond beschouwd die met een kritisch oog berichtte over maatschappelijk relevante zaken. Hiertoe werd het de journalisten mogelijk gemaakt niet altijd strikt de letter van de wet na te leven, in het licht van de vrije nieuwsgaring en persvrijheid. Ook aangedikte, provocerende berichtgeving werd door het hof getolereerd zolang deze relevant was voor het maatschappelijk debat. Het leek het Hof niet aangewezen dat de rechterlijke macht al te veel controle zou uitoefenen op de journalistieke bronnengaring. Dat dit echter steeds dient te gebeuren met respect voor privacy en menselijke waardigheid heeft het Hof herhaaldelijk bevestigd in tal van arresten waarbij vooral de tabloidpers en paparazzi met de vinger werden gewezen12. Sinds 2008 lijkt het Hof echter een andere koers te varen13. Het recht op privacy treedt steeds vaker op de voorgrond en als een gevolg hiervan kan de vrijheid van expressie worden ingeperkt omdat dit
3
Hoogleraar mediarecht en journalistieke ethiek aan de Universiteit van Gent en de Universiteit van Kopenhagen. 4 De Morgen, 22 juni 2011, ‘Wat “Story” deze week presenteert is journalistieke porno’. 5 De Knack, 6 juli 2011, Interview Naegels en Siffer ‘Waar halen jullie het recht om zulke dingen te verzwijgen?’. 6 Uitspraak E.H.R.M. 24 juni 2004, Caroline von Hannover t. Duitsland. 7 Uitspraak E.H.R.M. 18 januari 2011, MGN Limited t. het Verenigd Koninkrijk. 8 Uitspraak E.H.R.M. 10 mei 2010, Mosley t. het Verenigd Koninkrijk. 9 Uitspraak E.H.R.M. 4 juni 2009, Standard Verlags GmbH (n° 2) t. Oostenrijk. 10 Artikel 10 E.V.R.M. 11 Uitspraak EHRM 26 april 1979, Sunday Times t. Verenigd Koninkrijk. 12 Von Hannover t. Duitsland, 24 juni 2004, Gourguenidze t. Georgië, 17 oktober 2006 en Hachette Filipacchi Ass. t. Frankrijk, 14 juni 2007. 13 Uitspraak EHRM 14 oktober 2008, Petrina t. Roemenië.
noodzakelijk is in een democratische samenleving. Door het privéleven van publieke personen af te schermen van hun publieke functie, op basis van artikel 8 E.V.R.M., wordt de expressievrijheid van journalisten aanzienlijk ingeperkt. Het Europees Hof waakt aldus over de tabloidisering van de populaire bladen en houdt zodoende nog een vleugje menselijke waardigheid intact.
Aanbeveling Wij menen dat de roddelbladen de privacy van publieke figuren schenden en roepen op tot een hernieuwd respect voor het privéleven van eenieder. Het te pas en te onpas inroepen van een ‘maatschappelijk relevantie’ als rechtvaardigingsgrond voor deze schending maakt de uitzonderingsgrond onterecht tot regel. Hoewel deze uitzonderingen soms gerechtvaardigd kunnen zijn, tonen de voorbeelden in dit dossier de ontsporingen op dit vlak en dienen ze de pers aan te zetten om alerter te zijn m.b.t. de bescherming van de privacy van publieke figuren. De media, zelfs de roddelpers, dienen hun maatschappelijke verantwoordelijkheid terug op te nemen. De scheidingslijn tussen publiek en privaat – hoe smal deze ook is ‐ moet opnieuw zichtbaar worden gemaakt. Eerbied voor de deontologische beginselen dient opnieuw een prominente plaats in te nemen in elke laag van de journalistiek, zowel de kwaliteitspers als de sensatiepers. De opdracht van de roddelbladen is tweevoud: tegemoetkomen aan de sensatiehonger van de modale lezer en tegelijkertijd de waardigheid van de bekende koppen respecteren. Dat is geen makkelijke taak, maar de uitdaging ligt net in het vinden van een acceptabel evenwicht tussen beide. Wie zegt dat lekker roddelen niet kwaliteitsvol kan gebeuren?
Nuttige Links Raad voor de Journalistiek: http://www.rvdj.be/ Vlaamse vereniging voor journalisten: http://www.journalist.be/