PREVENTIE EN (ZIEKTE) VERZUIMAANPAK 2014 Een onderzoek naar cao-afspraken over preventie en ziekteverzuim
December 2014
A. Houtkoop E.C. Junger-van Hoorn A.J. Machiels-van Es
INHOUDSOPGAVE
BLZ
SAMENVATTING
I
1 1.1 1.2
INLEIDING Onderzoeksopzet Methodiek van het onderzoek
1 2 4
2 2.1 2.2 2.3 2.4
PREVENTIE EN/OF (ZIEKTE)VERZUIMAANPAK Inleiding Doelstellingen Overige onderzochte onderwerpen Overzicht van de resultaten
7 7 7 8 13
3 3.1 3.2 3.3 3.4
PREVENTIE Inleiding Algemene preventiemaatregelen Specifieke arbeidsrisico’s Overzicht van de resultaten
15 15 15 22 30
4 4.1 4.2 4.3
ZIEKTEVERZUIM Inleiding Algemene afspraken op het gebied van ziekteverzuim Overzicht van de resultaten
33 33 33 35
5 5.1 5.2 5.3
ONTWIKKELINGEN 2012-2014 EN AANVULLENDE ANALYSES Inleiding Vergelijking met 2012: preventie en ziekteverzuimaanpak Vergelijking met 2012: algemene preventie en specifieke arbeidsrisico’s Vergelijking met 2012: (ziekte)verzuim Aanvullende analyses
37 37 37 38
5.4 5.5
Bijlagen I II III IV
Onderzochte cao’s Resultaten hoofdstuk 2 naar economische sector Resultaten hoofdstuk 3 naar economische sector Resultaten hoofdstuk 4 naar economische sector
39 39 43 47 51 57
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
SAMENVATTING In dit rapport staan de resultaten van het cao-onderzoek Preventie en (ziekte) verzuimaanpak 2014. Het doel van dit onderzoek is inzicht te krijgen in cao-afspraken gericht op het voorkomen van uitval door ziekte (preventie) en maatregelen bij ziekteverzuim (verzuimaanpak). Ook wordt nader ingegaan op de ontwikkelingen ten opzichte van de meting in 2012. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van een steekproef van de directie UAW van de 100 grootste bedrijfstak- en ondernemings-cao’s. Onder deze 100 cao’s valt 85% van de werknemers onder een cao. Dit onderzoek bestaat uit drie verschillende delen. Allereerst komen de onderwerpen aan de orde die betrekking hebben op preventie en op ziekteverzuim. Figuur S.1 geeft een overzicht van de onderwerpen die hier aan bod zijn gekomen. Vervolgens gaat het over onderwerpen die alleen betrekking hebben op preventie. De resultaten hiervan staan in tabel S.1 en S.2. Daarna gaat het over onderwerpen die alleen betrekking hebben op ziekteverzuim. De resultaten hiervan staan in tabel S.3. Nadat de onderwerpen in beeld zijn gebracht volgen enkele aanvullende analyses en tot slot worden de verschillen in beeld gebracht tussen het vorige onderzoek in 2012 en het onderzoek in 2014. Preventie en Ziekteverzuim In de figuur S.1 staan de resultaten van de onderwerpen die in het kader van dit onderzoek onder preventie en (ziekte)verzuim vallen. Figuur S.1
Percentage cao’s en percentage werknemers met relevante afspraak
% cao's, % werknemers
70 60 50 40 30 20 10 0
% cao's % werknemers
Uit de figuur blijkt dat de meeste afspraken zijn gemaakt over een doelstelling, voorlichting en arbodienstverlening, afspraken over een studie/onderzoek en de preventiemedewerker komen het minst voor.
I
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
Preventie: Tabel S.2 geeft een overzicht van de onderzoeksresultaten van de onderwerpen die in dit hoofdstuk aan de orde komen. Deze vallen in het kader van dit onderzoek onder preventie maar het gaat niet om specifieke arbeidsrisico’s. Het zijn afspraken die tot doel hebben adequaat arbeidsomstandighedenbeleid in de onderneming te voeren en die bijdragen aan het voorkomen van ziekteverzuim. Tabel S.2 Resultaten algemene preventieve maatregelen: Onderzochte onderwerpen % cao’s (n=100) Verwijzing naar RI&E, waaronder aanpak arbeidsrisico’s in RI&E PAGO Arbocatalogus Verwijzing naar PvA, waaronder aanpak van arbeidsrisico’s in PvA
54 25 33 32 19 8
% werknemers 63 34 24 39 30 14
De grootste categorieën cao-bepalingen binnen het onderdeel algemene preventieve maatregelen zijn verwijzingen naar de RI&E en afspraken over een periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek De minste afspraken zijn gemaakt over de aanpak van arbeidsrisico’s in het plan van aanpak. In tabel S.3 staan de resultaten van de onderwerpen die vallen onder de categorie ‘specifieke arbeidsrisico’s’. De meeste cao-afspraken gaan over ongewenste omgangsvormen en veiligheid/gevaarlijk werk. Tabel S.3 Resultaten specifieke arbeidsrisico’s Onderzochte onderwerpen Ongewenste omgangsvormen Veiligheid / gevaarlijk werk Werkdruk Fysieke belasting Gezondheidsbevordering op de werkplek Gevaarlijke stoffen Fysische factoren Biologische agentia (of bescherming tegen) Financiële compensatie voor bepaald werk (Integraal) gezondheidsmanagement
% cao’s (n=100) 68 61 50 47 41 26 26 21 15 8
% werknemers 71 69 59 57 38 42 46 37 16 2
(Ziekte)verzuim: In tabel S.4 staan de resultaten van de onderwerpen die in het kader van dit onderzoek alleen betrekking hebben op (ziekte)verzuim. Tabel S.4
Resultaten (ziekte)verzuim
Onderzochte onderwerpen Procedurele voorschriften Verzuimbegeleiding Controlevoorschriften Verzuimregistratie Naleving privacy Service level agreements met reintegratiebedrijven Casemanager
% cao’s (n=100) 62 52 45 28 18 12 8
% werknemers 69 53 46 26 12 7 6
Afspraken over procedurele voorschriften komen het meest voor, gevolgd door afspraken over verzuimbegeleiding.
II
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
Ontwikkelingen tussen 2012 en 2014 Om een vergelijking mogelijk te maken tussen deze twee onderzoeksjaren is een panel gevormd van 86 gemeenschappelijke cao’s van toepassing op ruim 98% van de werknemers uit de totale steekproef. In vergelijking met het onderzoek Preventie en (ziekte)verzuim uit 2012 is het beeld dat er over vrijwel alle onderwerpen meer afspraken zijn gemaakt. Het gaat veelal om een kleine toename (bij afspraken over algemene preventiemaatregelen en ziekteverzuim). Bij de specifieke arbeidsrisico’s is de toename wat groter zoals bij afspraken over fysieke belasting, biologische agentia en werkdruk. De toename komt voornamelijk doordat er meer arbocatalogi zijn geraadpleegd.
III
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
IV
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
1
INLEIDING
Goede en veilige arbeidsomstandigheden zorgen ervoor dat werknemers langer vitaal kunnen werken en het helpt voorkomen dat ze uitvallen wegens ziekte. Wetswijzigingen van de Arbo-wet, voor het laatst in 2007, beogen om de verantwoordelijkheid voor de arbeidsomstandigheden meer te verschuiven van de overheid naar de werkgevers en werknemers. Met behulp van wettelijke doelvoorschriften krijgen sociale partners de mogelijkheid om in de eigen branche hier zelf invulling aan te geven. Vanuit verschillende invalshoeken worden arbeidsomstandigheden in Nederland gemonitord. De Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden1 (hierna NEA) heeft een brede focus op ondermeer arbeid, arbeidsomstandigheden, arbeidsinhoud en arbeidsvoorwaarden. Aan werknemers wordt de mening gevraagd over ondermeer werkomstandigheden en of in welke mate de werknemer aan arbeidsrisico’s wordt blootgesteld, bijvoorbeeld of hij gevaarlijk of zwaar werk verricht of in hoeverre hij werkdruk ervaart. De Inspectie SZW monitort de naleving van de Arbo-wet bij bedrijven. De resultaten van dit onderzoek staan in Arbo in bedrijf, dat sinds 1998 jaarlijks door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt gepubliceerd. In Arbo in bedrijf 20142 staan de kerncijfers over de naleving van de Arbeidsomstandighedenwet (de Arbo-wet) door bedrijven en een overzicht van de arbeidsomstandigheden die betrekking hebben op gezond en veilig werken. Dit onderzoek geeft een representatief beeld van de stand van zaken van de naleving door bedrijven, instellingen en overheidsinstanties (hierna bedrijven genoemd) op het gebied van arbeidsomstandigheden in Nederland. De invalshoek die het uitgangspunt is voor het onderzoek Preventie en Ziekteverzuim 2014 de vraag in hoeverre sociale partners afspraken over arbeidsomstandigheden hebben opgenomen in cao’s. In dit onderzoek gaat het om cao-afspraken die tot doel hebben ziekteverzuim te voorkomen (preventie) en de maatregelen tijdens ziekte(verzuim). Het doel van dit onderzoek is tweedelig. Ten eerste wordt een beeld geschetst van de stand van zaken van de afspraken die cao-partijen over beide onderwerpen hebben gemaakt. Ten tweede zijn de onderzoekresultaten waar mogelijk vergeleken met de resultaten uit 2012. In opdracht van het ministerie van SZW is door Bureau Bartels onderzoek gedaan naar de motieven van sociale partners om al dan niet afspraken over gezond en veilig werken in hun cao op te nemen. Op basis van de onderzoeksresultaten uit 2012 is een gericht onderzoek gedaan in 78 cao’s
1
TNO, Nationale Enquête arbeidsomstandigheden 2012
2
Inspectie SZW, Arbo in Bedrijf 2014: Een onderzoek naar de naleving van arboverplichtingen, blootstelling aan arbeidsrisico’s en genomen maatregelen in 2014
1
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
van branches uit de steekproef die in 2012 voor het cao-onderzoek werd gehanteerd3. Uit het onderzoek blijkt dat belangrijke motieven van sociale partners om afspraken over gezond en veilig werken in cao’s op te nemen zijn: het veilig stellen van rechten en plichten van werkgevers en werknemers, het zetten van een ‘standaard’ voor de sector door het opleggen van verplichtende maatregelen aan alle bedrijven, voorlichten en uitdragen wat sociale partners belangrijk vinden. Een ander belangrijk ‘motief’ is dat de afspraak in de vorige cao stond. Vooral vakbonden zijn terughoudend met het verwijderen van afspraken uit de cao (vanwege het signaal dat daarvan uitgaat naar de achterban). Belangrijke motieven om afspraken over gezond en veilig werken niet in cao’s op te nemen zijn het statische karakter en de omvang van de cao en dat het thema gezond en veilig werken zich niet leent voor compromissen. In algemene zin concluderen de onderzoekers dat de cao naar verwachting minder belangrijk wordt voor zelfregulering op het terrein van gezond en veilig werken, omdat steeds meer wordt aangesloten bij de primaire arbeidsvoorwaardelijke - functie van het cao-instrument. 1.1
Onderzoeksopzet
De hoofdvraag voor dit onderzoek is in welke mate cao’s wettelijke en bovenwettelijke afspraken bevatten die werknemers en werkgevers ondersteunen om gezonde en veilige werkomstandigheden te creëren. In dit onderzoek komen als eerste in hoofdstuk 2 de onderwerpen aan de orde die betrekking hebben op zowel preventie als ziekteverzuim. Afspraken die uitsluitend betrekking hebben op ziekteverzuim komen bij dit hoofdstuk niet meer aan de orde. Het gaat om de volgende onderwerpen:
doelstellingen op het gebied van preventie; voorlichting; scholing; aanwezigheid van brancheloket of coördinatiepunt; studie of onderzoek naar preventie of ziekteverzuim gerelateerde onderwerpen; deskundige bijstand (door arbodiensten, preventiemedewerker of maatwerkregeling); sociale fondsen met preventie of ziekteverzuim gerelateerde taken.
Vervolgens gaat hoofdstuk 3 in op onderwerpen die alleen betrekking hebben op preventie, waarbij onderscheid is gemaakt tussen algemene preventieve maatregelen en specifieke arbeidsrisico’s. Het gaat om: Algemene preventie maatregelen:
3
2
Aanwezigheid van bedrijfsgezondheidskundige andere bedrijfsarts, BHV en arbospreekuur); Periodiek gezondheidskundig onderzoek;
voorzieningen
(onder
Bureau Bartels, Gezond en Veilig Werken in Cao’s, onderzoek naar de motieven en de doorwerking op de werkvloer, Amersfoort, 24 oktober 2014
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
Risico Inventarisatie en Evaluatie; Plan van Aanpak; (Integraal)gezondheidsmanagement; Arbocatalogus.
Specifieke arbeidsrisico’s:
Fysieke belasting; Fysische factoren; Veiligheid of gevaarlijk werk; Gevaarlijke stoffen; Financiële compensatie voor het verrichten van bepaalde werkzaamheden; Bescherming tegen biologische agentia; Psychosociale arbeidsbelasting (ongewenste omgangsvormen en werkdruk en de maatregelen hiertegen); Gezondheidsbevordering op de werkplek; Overige arbeidsrisico’s.
Ten opzichte van 2012 is het onderzoek op een paar punten gewijzigd. Zo is er in hoofdstuk 2 geen onderscheid meer gemaakt of een afspraak betrekking heeft op preventie of op ziekteverzuim. De reden is dat het onderscheid vaak niet is te maken op basis van de cao tekst alleen. Ook de vraag over duurzame inzetbaarheid is vervallen. In hoofdstuk 3 komt de paragraaf over de handicapvriendelijke werkomgeving niet meer terug. Voor de dataverzameling over dit onderwerp is aangesloten bij de monitor “Afstand tot de Arbeidsmarkt”. De resultaten van dit onderzoek zullen deel uitmaken van Cao afspraken 2014. In hoofdstuk 3 komt de vraag met betrekking tot arbeidsomstandigheden voor zwangere- en pas bevallen werknemers evenmin terug. Cao-afspraken over deze onderwerpen gingen vaak om een verwoording van wettelijke bepalingen. Het derde verschil in dit hoofdstuk is dat de vraag over arborisico’s voor ouderen en jongeren beperkter is gedefinieerd. Alleen als in een bepaling wordt aangegeven dat het gaat om het verkleinen van risico’s voor ouderen of jongeren scoort de cao nog op dit onderdeel. Bepalingen zoals geen verplichting tot overwerk vanaf 55 jaar, zonder dat er een relatie wordt gelegd in de tekst met de arbeidsbelasting, maken geen deel meer uit van het onderzoek. Hierover is informatie terug te vinden in het hoofdstuk over Duurzame Inzetbaarheid in Cao afspraken 20124. Ten slotte staan in hoofdstuk 4 afspraken over ziekteverzuimaanpak:
4
Procedure en controle voorschriften tijdens ziekte; Begeleiding door de arbodienst of bedrijfsarts; Verzuimregistratie; Casemanager; Service level agreements (onder andere met re-integratiebedrijven); Sancties bij het niet naleven van verzuimvoorschriften;
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Cao afspraken 2012, oktober 2013
3
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
Overleg over verzuim (onder andere met medezeggenschap of vakvereniging); Privacybepalingen bij behandeling van vertrouwelijke medische informatie (maakt voor het eerst deel uit van dit onderzoek).
1.2
Methodiek van het onderzoek
In dit onderzoek is gebruik gemaakt van de standaardsteekproef van de directie UAW. Deze omvat in 2014 100 cao’s: bedrijfstak-cao’s met 8.000 of meer werknemers en ondernemings-cao’s met 2.500 of meer werknemers. Onder deze steekproef valt 85% van de werknemers waarop een cao van toepassing is. De steekproef is representatief voor het doen van uitspraken op werknemersniveau. In bijlage 1 staat een overzicht van de onderzochte cao’s en de bijbehorende looptijden. In tabel 1.1 staat het aantal cao’s in de steekproef afgezet tegen het totaal aantal bij SZW aangemelde cao’s en het percentage werknemers van de aangemelde cao’s dat binnen de steekproef valt. Bij de groepering van bovenstaande economische sectoren is gebruik gemaakt van de SBI2008indeling van het CBS. Tabel 1.1
Aantal cao’s in de steekproef ten opzichte van totaal aantal cao’s aantal cao’s onder Totaal aantal % steekproef cao's werknemers
landbouw en visserij
3
13
89
15
278
75
4
17
95
handel en horeca
20
89
85
vervoer en communicatie
14
100
72
zakelijke dienstverlening
18
106
74
overige dienstverlening
26
98
98
100
701
85
industrie bouwnijverheid
totaal
Het uitgangspunt bij dit onderzoek zijn de cao-teksten. Wanneer cao-partijen in hun cao bijvoorbeeld verwijzen naar een website, sociaal fonds of aparte arbeid- en gezondheidcao is ook van deze bronnen gebruik gemaakt. De resultaten worden op de volgende manier gepresenteerd: aantallen cao’s; percentage cao’s met daarin een bepaalde afspraak van het totale aantal onderzochte cao’s (alleen in een aparte kolom aangeduid als dit afwijkt van het aantal cao’s); percentage werknemers voor wie een bepaalde afspraak geldt van het totale aantal werknemers onder de onderzochte cao’s. Ten aanzien van het onderzoek geldt de volgende werkwijze. Een cao bepaling kan betrekking hebben op meerdere onderwerpen uit het onderzoek. Als er een afspraak is over voorlichting over ongewenste omgangsvormen dan komt dit terug in de paragraaf over voorlichting en in de paragraaf over ongewenste omgangsvormen. Voor de scores in het onderzoek is het voldoende dat in de cao aandacht wordt besteed aan de verschillende onderwerpen die in paragraaf 1.1 zijn genoemd. In het onderzoek is geen onderscheid gemaakt naar het karakter van de relevante cao afspraken: Het doen van een aanbeveling, verwijzen naar of citeren van wettelijke
4
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
verplichtingen is geen waarde toegekend. Voldoende is dat er aandacht wordt besteed aan een bepaald onderwerp uit dit onderzoek. In hoofdstuk 5 is een vergelijking gemaakt met de onderzoeksgegevens uit 2012. Voor deze vergelijking is gebruik gemaakt van de 86 cao’s (van toepassing op 98% van het aantal werknemers dat in 2014 onder de 100 onderzochte cao’s valt) die deel uitmaken van beide steekproeven. Van deze 86 cao’s zijn tussen de peilmomenten 72 cao’s opnieuw aangemeld.
5
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
6
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
2
2.1
PREVENTIE EN/OF (ZIEKTE)VERZUIMAANPAK
Inleiding
Dit hoofdstuk gaat in op een aantal onderwerpen die betrekking kunnen hebben op beide hoofdonderwerpen van deze rapportage: preventie en ziekteverzuim. Als eerste staat in paragraaf 2.2 een overzicht in hoeveel cao’s een doelstelling op het gebied van preventie en/of ziekteverzuim is afgesproken. Paragraaf 2.3 gaat nader in op de andere algemene aspecten, zoals voorlichting, scholing, brancheloket/coördinatiepunt, studie/onderzoek, deskundige bijstand en fondsen. Ten slotte staat in paragraaf 2.4 een samenvattend overzicht van de resultaten van alle algemene aspecten. In bijlage II staat een samenvatting van de resultaten van hoofdstuk 2, uitgesplitst naar economische sector. 2.2
Doelstellingen
Gezonde en veilige arbeidsomstandigheden zorgen voor minder zieke of arbeidsongeschikte werknemers. Dit is niet alleen goed voor werknemers. Minder kosten voor ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid zijn ook gunstig voor werkgevers. Dit onderzoek bekijkt in hoeverre cao’s doelstellingen bevatten op het gebied van preventie en (ziekte)verzuim. Deze doelstellingen zijn in de meeste gevallen intentioneel van aard zonder dat er een concreet resultaat is genoemd. Verschillende vormen van beleid zoals actief beleid om te zorgen voor goede arbeidsomstandigheden zijn afgesproken. Andere voorbeelden zijn zorgdragen voor goede en veilige arbeidsomstandigheden of voor de veiligheid, gezondheid en het welzijn van de werknemers. Verder zijn er doelstellingen waarbij aangegeven is wat wordt beoogd. Dit zijn bepalingen over (preventief of pro-actief) beleid om ziekteverzuim te voorkomen of te verlagen of het voorkomen van uitval door het benoemen van streefnormen waarbij de streefnormen dan zelf geen deel uitmaken van de cao. In totaal staat in 66 cao’s (van toepassing op 57% van de werknemers onder de onderzochte cao’s) een of meer doelstellingen op het gebied van preventie. Een voorbeeld van een intentionele doelstelling met betrekking tot actief beleid staat in de cao voor de Timmerindustrie: … De werkgever voert een actief arbobeleid, dat gericht is op gezonde en veilige arbeidsomstandigheden. In de cao van Textielverzorging staat een daadwerkelijke arbeidsrisico’s zijn benoemd:
doelstelling
waarbij
ook
Veiligheid, gezondheid, milieu. De werkgever zal rekening houdend met de in werking getreden bepalingen van de Arbowet de beste zorg wijden aan de veiligheid van de werknemer en de maatregelen ter voorkoming van schade aan lichaam en goed van de werknemer, voorzover deze schade direct of
7
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
indirect het gevolg is van de werkzaamheden in de onderneming; in het bijzonder in verband met de samenstelling van de gebruikte grondstoffen en materialen. In verband hiermee zal de werkgever omtrent de aard van eventuele risico's en de mogelijkheid, respectievelijk gebrek aan mogelijkheid van beteugeling daarvan, allen tijdig vooraf informeren voor wie enig denkbaar risico aanwezig is. De werknemer zal de eigen veiligheid en die van zijn medewerknemers naar vermogen in acht nemen, de door de werkgever gegeven voorschriften stipt opvolgen en de voorgeschreven beveiligingen gebruiken. Het onderwerp komt in deze cao ook in andere bepalingen terug. Zo maakt het onderwerp deel uit van het overleg tussen vakorganisaties. Daarnaast is het een onderwerp in het medewerkerstevredenheidsonderzoek geweest en mogen de vakbonden tips geven om te zorgen dat de werkdruk daalt. Ook de roostertijden kunnen in deze onderneming aangepast worden aan de wisselende werkdruk. De doelstelling in de cao voor de Technische Groothandel is als volgt uitgewerkt: ….Projecten in het kader van beperking arbeidsongeschiktheid: CAO-partijen zullen in FKB-verband gezamenlijk projecten opzetten met als doel verlaging van het ziekteverzuim en daarop aansluitend beperking van de instroom in WIA te bewerkstelligen… Deze doelstelling is bijvoorbeeld ingevuld door het opzetten van een verzuimbenchmark voor de Technische groothandel. 2.3
Overige onderzochte onderwerpen
In deze paragraaf komen de andere onderwerpen aan de orde die op alle arbeidsrisico’s of arbobeleid in het algemeen betrekking kunnen hebben. Het gaat om voorlichting, scholing, (branche)loket, studie en onderzoek, deskundige bijstand en fondsen. Voorlichting Is er een manier waarop in het algemeen de arbeidsomstandigheden of wat specifieker enkele arbeidsrisico’s onder de aandacht van de werknemers worden gebracht? Dit kan bijvoorbeeld gaan over veiligheid en gezondheid zonder de benoeming van arbeidsrisico’s of specifieker over ongewenste omgangsvormen of het tegengaan van agressie en geweld. Voorlichting kan zijn vormgegeven via onder andere leidraden, werkwijzers, of instructies door leidinggevenden. Ook kan het gaan over alle vormen van voorlichting die éénmalig zijn of van korte duur en bovendien niet al te uitgebreid op een onderwerp ingaan. In totaal staan in 56 cao’s (van toepassing op 63% van de werknemers) één of meer bepalingen op het gebied van voorlichting. In de cao voor de Timmerindustrie staat bijvoorbeeld: Iedere werkgever legt de uitgangspunten voor veilig en gezond werken vast in een beleidsverklaring en maakt deze kenbaar aan de
8
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
werknemers. In een beleidsverklaring staan zaken genoemd zoals: het voldoen aan geldende wet- en regelgeving; het volgen van de arbeidshygiënische strategie (bronbestrijding) om risico’s te reduceren en beheersen; het onderzoeken van ongevallen en het geven van voorlichting. Minimaal eenmaal per jaar overlegt de werkgever met zijn werknemers over de arbeidsomstandigheden en het verzuimbeleid binnen het bedrijf. Ook kan voorlichting benoemd worden als een van de taken van het brancheloket. Hierover is meer geschreven in op p. 8 in de subparagraaf coördinatiepunt/branchloket. Een voorbeeld van een brancheloket staat in de cao voor de Bouwnijverheid Alle werknemers en werkgevers in de bouw hebben recht op de door de Stichting Arbouw, al dan niet door middel van derden, te verlenen voorlichting, informatie en onderzoek op het gebied van de veiligheid en de gezondheid in de bedrijfstak. Daar waar in een cao ook afspraken over een arbocatalogus van toepassing zijn voor een branche, is via die weg in meerdere gevallen gekozen voor het plaatsen van brochures op de website. Voorbeelden hiervan zijn te lezen op de website voor de arbocatalogus van de jeugdzorg, de kinderopvang en welzijn. In de cao staat dan een verwijzing naar de website. Scholing Bij afspraken over scholing valt te denken aan trainingen, workshops of het behalen van diploma’s of certificaten en alle varianten van verlening van deskundigheid voor langere duur en/of met een vaste frequentie. Het kan gaan om scholing aan werknemers en werkgevers. In 40 van de onderzochte cao’s (van toepassing op 47% van de werknemers) staat minstens één bepaling op het gebied scholing. Een voorbeeld van scholing aan werknemers op het gebied van preventie staat in de cao voor de UWV: Leidinggevenden kunnen voor hun teams groepsgewijze werkplekinstructies en preventieve trainingen aanvragen, waarbij medewerkers wordt geleerd hoe zij klachten kunnen voorkómen die door het werk worden veroorzaakt. Coördinatiepunt en Brancheloket Bij het coördinatiepunt en het brancheloket gaat het om voorzieningen die ondersteuning bieden aan bedrijven/organisaties bij de uitvoering van activiteiten op het terrein van preventie. Het kan gaan om een verzuimsteunpunt (het registreren van ziek en hersteldmeldingen), maar het kan ook gaan om andere verplichtingen die volgens de wet verbetering poortwachter voor een werkgever gelden (zoals bijvoorbeeld: een periodiek medisch onderzoek of een arbeidsomstandighedenspreekuur). In totaal staat in 24 van de onderzochte cao’s (van toepassing op 20% van de werknemers) één of meer bepalingen over een coördinatiepunt of brancheloket. In de cao voor de Apotheken staat een voorbeeld van een coördinatiepunt / brancheloket:
9
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
Sociale partners hebben ter facilitering van het ziektemanagement en de re-integratie voor de branche openbare apotheken het Brancheloket Apotheken opgericht en hebben zich verplicht dit loket in stand te houden. In verschillende cao’s wordt verwezen naar een website van een arbocatalogus. Hierop is dan actuele informatie te vinden over opleidingen en trainingen in een bepaalde branche. Als in de cao wordt verwezen naar een website van een servicecentrum of een organisatie die kan worden benaderd voor informatie en die ook opleiding en voorlichting regelt, dan is dit ook als brancheorganisatie meegenomen. Een voorbeeld hiervan is de cao voor de particuliere beveiligingsbranche: Cao-partijen hebben het Servicecentrum ingesteld ten behoeve van werkgevers en werknemers in de beveiliging. Het Servicecentrum biedt advies, ondersteuning en producten op het gebied van onder andere arbo en re-integratie. De producten zijn voor werkgevers en werknemers vrij beschikbaar op de website van het Servicecentrum… Studie/onderzoek Cao-partijen kunnen opdracht geven om informatie over bepaalde onderwerpen te verzamelen. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een studie, enquête, onderzoek of projectgroep. Van de 100 onderzochte cao’s staat in 23 cao’s (van toepassing op 15% van de werknemers) een studie of onderzoek op het gebied van preventie. De onderwerpen zijn algemeen zoals onderzoek naar het verbeteren van de arbeidsomstandigheden of meer specifiek zoals het in kaart brengen van de werkdruk. De cao voor PostNL bevat de volgende bepaling: De werkgever voert ter voorkoming van ziekte en structurele functionelebeperkingen in verband met de arbeid een actief beleid. Hieronder wordt onder meer verstaan:… onderzoek naar de kwaliteit van de arbeid en de arbeidsomstandigheden (in het bijzonder van de oudere werknemer) en het op basis van dit onderzoek zo nodig aanbrengen van verbeteringen;… en in de cao voor de ING: waar nodig gericht onderzoek te doen naar bestaande werkdruk (bij risicogroepen) en de gevolgen voor individuele medewerkers; bijvoorbeeld door middel van een risicoinventarisatie en evaluatie of werkdrukmonitor; Deskundige bijstand op het gebied van preventie en verzuim Bij dit onderwerp gaat het om een drietal deelonderwerpen:
10
Inzet van arbodiensten op het gebied van preventie en ziekteverzuim: het gaat hier om alle cao-afspraken over de verschillende diensten die een arbodienst levert; tevens is gekeken naar de inzet van arbodiensten voor de in de wet vastgelegde taken (advies over en toetsing van de RI&E, ziekteverzuimbegeleiding, (periodiek) arbeidsgezondheidskundig onderzoek (PAGO), aanstellingskeuringen.
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
Maatwerkregeling: Sinds 1 juli 2005 is een bedrijf niet meer verplicht zich aan te sluiten bij een arbodienst, maar heeft de werkgever de mogelijkheid om de arbodienstverlening aan te passen aan de omstandigheden en mogelijkheden van het bedrijf (maatwerkregeling). Een werkgever kan gebruik maken van de maatwerkregeling als de afspraak in de cao staat of in overeenstemming met de ondernemingraad of personeelsvertegenwoordiging vastgesteld is. Bij de maatwerkregeling moet een bedrijf voor de vier wettelijk verplichte taken gebruik maken van gecertificeerde deskundigen (Arbo-wet, artikel 14). Als een werkgever geen gebruik maakt van de maatwerkregeling, is deze verplicht om zich voor de wettelijke taken te laten ondersteunen door een arbodienst (vangnetregeling). Preventiemedewerker: staan in de cao bepalingen die verwijzen naar een preventiemedewerker.
In tabel 2.1 staat een overzicht van de drie onderwerpen. In totaal staan in 61 cao’s van toepassing op 60% van de werknemers afspraken over een vorm van deskundige bijstand. Tabel 2.1
aantal cao’s met bepalingen over deskundige bijstand (aantallen, % cao’s en % werknemers) Deskundige bijstand Aantal/% cao’s % werknemers Inzet arbodiensten (inclusief wettelijke taken) 57 51 Maatwerkregeling 24 29 Preventiemedewerker 16 25 Deskundige bijstand totaal5 61 60 N.B.: In sommige cao’s staan meerdere afspraken, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten.
In 57 cao’s (van toepassing op 51% van de werknemers onder de onderzochte cao’s) staat de afspraak dat een arbodienst taken uitvoert. Dit kan gaan om een van de vier wettelijke taken zoals hierboven beschreven, maar het kan ook gaan om een niet wettelijke taak zoals bijvoorbeeld het inventariseren en adviseren over werkdruk in de onderneming. Een voorbeeld van een afspraak waarin de mogelijkheid bestaat om een arbodienst te contracteren dan wel op een andere manier aan de wettelijke verplichting te voldoen staat in de cao voor taxivervoer: 1.1.6 De organisatie laat zich voor de verplichte arbodienstverlening bijstaan door één of meer gecertificeerde arbodeskundigen (maatwerkregeling) of door een gecertificeerde arbodienst (vangnetregeling) Maatwerkregeling: In totaal staat in 18 cao’s (van toepassing op 22% van de werknemers onder de onderzochte cao’s) een bepaling over een maatwerkregeling. In de cao voor de Vleessector staat een voorbeeld van een maatwerkregeling:
5
Hier gaat het om het aantal cao’s met één of meer afspraken over de inzet van arbodiensten, een maatwerkregeling of een preventiemedewerker.
11
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
De werkgever dient voor de werknemers een adequate bedrijfsgezondheidszorg te realiseren. Onder adequate bedrijfsgezondheidszorg wordt verstaan een op de onderneming toegesneden pakket van taken en voorzieningen, zoals is bedoeld in artikel 14 lid 3 van de Arbeidsomstandighedenwet. Preventiemedewerker: Sinds 1 juli 2005 moeten bedrijven een preventiemedewerker aanstellen. In bedrijven met minder dan 25 werknemers mag de werkgever zelf deze taak op zich nemen. De preventiemedewerker zorgt binnen een bedrijf voor de dagelijkse veiligheid en gezondheid op de werkvloer. De taken van een preventiemedewerker variëren per bedrijf en kunnen bijvoorbeeld bestaan uit: voorlichten over gebruik en onderhoud van apparaten, het bewaken van het juiste gebruik van beschermingsmiddelen, instructie geven over het werken met gevaarlijke stoffen. In totaal staat in 17 cao’s (van toepassing op 26% van de werknemers onder de onderzochte cao’s) een bepaling over een preventiemedewerker. Een voorbeeld van een afspraak over een preventiemedewerker staat in de cao voor de Grafimedia: … Indien een bedrijf met 26 werknemers of meer de branche RI&E zelf uitvoert, is een lichte toets door een gecertificeerd arbo-deskundige mogelijk. Dit onder de voorwaarde dat de preventiemedewerker die bij de uitvoering van de RI&E betrokken is, de branche opleiding heeft voltooid.… Fondsen Dit onderzoek bekijkt ook in hoeverre in cao’s afspraken staan of wordt verwezen naar het bestaan of het oprichten van fondsen met een taak op het gebied van arbeidsomstandigheden. Dit kunnen zowel sociale fondsen (bijvoorbeeld algemene sociale fondsen of opleidings- en scholingsfondsen) als uitkeringsfondsen zijn (bijvoorbeeld VUT-fondsen, WAO/WIA of WWaanvullingsfondsen). In totaal staat in 23 cao’s (van toepassing op 30% van de werknemers onder de onderzochte cao’s) een bepaling over een sociaal fonds op het gebied van preventie of verzuim. In de drie cao’s voor de kleinmetaal staat bijvoorbeeld: 1. Er is een Stichting Sociaal Fonds Metaal en Techniek (SFM). 2. De stichting heeft ten doel het financieren en subsidiëren van activiteiten die gerichtzijn op het in sociaal opzicht optimaal functioneren van de Metaal en Techniek. Activiteiten zijn het bevorderen van:…. het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van de bevordering van goede arbeidsomstandigheden en medezeggenschap in de Metaal en Techniek;…
12
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
2.4
Overzicht van de resultaten
In de onderstaande tabel staat op hoeveel verschillende onderwerpen de onderzochte cao’s afspraken bevatten: Tabel 2.2
Aantal cao’s met afspraken over algemene aspecten op het gebied van preventie en ziekteverzuim6 (aantallen, % cao’s en % werknemers) gegroepeerd naar aantal afspraken Afspraken over preventie en ziekteverzuim Aantal/% cao’s % werknemers Geen afspraken 7 6 1 tot en met 2 afspraken 39 36 3 tot en met 4 afspraken 34 43 5 tot en met 6 afspraken 16 11 7 afspraken 4 5 Totaal 100 100 N.B.: Door afronding kunnen totalen niet precies tot 100 optellen.
De grootste groepen zijn de cao’s met afspraken over 1 of 2 verschillende onderwerpen en de cao’s met afspraken over 3 of 4 verschillende onderwerpen. In totaal valt ruim twee derde van de onderzochte cao’s in één van deze twee groepen. In de onderstaande tabel staat het aantal afspraken uitgesplitst naar economische sector: Tabel 2.3
Aantal verschillende afspraken per cao, uitgesplitst naar economische sector Economische sector Geen 1–2 3-4 5-6 7 afspraken Landbouw en visserij 0 0 0 1 2 Industrie 3 6 4 2 0 Bouwnijverheid 1 0 1 1 1 Handel en horeca 1 2 12 5 0 Vervoer en communicatie 0 9 3 2 0 Zakelijke dienstverlening 1 9 5 3 0 Overige dienstverlening 1 13 9 2 1 Totaal 7 39 34 16 4
Uit tabel 2.3 blijkt dat in de sectoren landbouw en visserij en vervoer en communicatie de onderzochte cao’s allemaal één of meer afspraken bevatten. In de sectoren industrie, vervoer en communicatie, zakelijke dienstverlening en overige dienstverlening staan in de meeste cao’s 1 of 2 afspraken. In de andere drie sectoren staan in de meeste cao’s minimaal 3 afspraken. In de onderstaande figuur staan nog een keer de resultaten uit dit hoofdstuk zowel naar percentage cao’s als naar percentage werknemers.
6
Voorlichting, scholing, brancheloket/coördinatiepunt, studie/onderzoek, arbodienstverlening, maatwerkregeling, preventiemedewerker, doelstelling op het gebied van preventie en verzuim en sociaal fonds.
13
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
Figuur 2.1
Percentage cao’s en percentage werknemers met relevante afspraak
% cao's, % werknemers
70 60 50 40 30 20 10 0
% cao's % werknemers
Uit figuur 2.1 blijkt dat de meeste afspraken zijn gemaakt over doelstelling, voorlichting en arbodienstverlening, afspraken over een studie/onderzoek en de preventiemedewerker komen het minst voor.
14
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
3
PREVENTIE
3.1
Inleiding
In dit hoofdstuk staat een overzicht van bepalingen over preventie. In nagenoeg alle onderzochte cao’s staan een of meer afspraken over een of meer aspecten in dit hoofdstuk. Paragraaf 3.2. gaat over algemene maatregelen op het gebied van preventie, zoals aanwezigheid van bedrijfsgeneeskundige voorzieningen, de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E), het Plan van Aanpak (PvA) en het Periodiek Arbeidsgezondheidskundig Onderzoek (PAGO). Paragraaf 3.3 gaat over afspraken die bepaalde arbeidsrisico’s moeten verminderen of bestrijden. Deze arbeidsrisico’s zijn fysieke belasting, fysische factoren, veiligheid of gevaarlijk werk, gevaarlijke stoffen, biologische agentia, psychosociale arbeidsbelasting (waaronder ongewenste omgangsvormen en werkdruk), leefstijl/gezondheid en nog enkele andere arbeidsrisico’s. Bijlage III geeft een overzicht van de resultaten van hoofdstuk 3, uitgesplitst naar economische sector. 3.2
Algemene preventiemaatregelen
Bedrijfsgeneeskundige voorzieningen In het kader van dit onderzoek zijn bedrijfsgeneeskundige voorzieningen opgesplitst in twee groepen. Voorzieningen in stand gehouden door personen. Het gaat dan bijvoorbeeld om een bedrijfsarts of een bedrijfshulpverlener (BHV’er); Middelen of faciliteiten. Het kan dan gaan om een arbospreekuur of een gezondheidskundig onderzoek. Verder bekijkt dit onderzoek in hoeverre de aanstellingkeuring of het gezondheidskundig onderzoek (mede) bedoeld zijn voor bepaalde functies met extra risico’s. Tabel 3.1
Aantal cao’s met bepalingen over bedrijfsgeneeskundige voorzieningen (aantallen, % cao’s en % werknemers) Bedrijfsgeneeskundige voorzieningen Aantal/% cao’s % werknemers Personen Bedrijfsarts of arbo-arts 57 61 Bedrijfsverpleegkundige 3 2 Hulp bij ongelukken: BHV 25 21 Hulp bij ongelukken: EHBO 11 9 Anders 11 11 Personen totaal 60 62
Middelen of faciliteiten Arbospreekuur Arbeidsgezondheidskundig onderzoek Aanstellingskeuring Keuring voor specifieke functies Anders, namelijk Middelen / faciliteiten totaal Totaal N.B.: In sommige cao’s staan meerdere afspraken, alle onderzochte aspecten.
31 25 47 52 26 35 17 19 16 15 64 67 85 91 zodat het totaal niet gelijk is aan de som van
In de meeste cao’s (85% van de onderzochte cao’s, van toepassing op 91% van de werknemers onder de onderzochte cao’s) staan afspraken over bedrijfsgeneeskundige voorzieningen. De meeste afspraken gaan over een
15
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
bedrijfsarts/arbo-arts of een arbeidsgezondheidskundig onderzoek. In de cao voor het Delta Lloyd staat de volgende bepaling over een bedrijfsarts: Het vaststellen van het arbeidspatroon voor een gedeeltelijk arbeidsongeschikte medewerker dient, in verband met belastbaarheid en reïntegratiemogelijkheden, in overleg met de bedrijfsarts plaats te vinden. In de cao’s voor V&D Non Food en La Place staat een bepaling over een gezondheidskundig onderzoek: De medewerker is verplicht mee te werken aan (een) medisch onderzoek(en) als daartoe een duidelijk in het functioneren gelegen aanleiding bestaat. Met aanleiding wordt eveneens de verplichtingen in verband met reintegratie bedoeld. Van de 100 onderzochte cao’s kennen 17 cao’s (van toepassing op 19% van de werknemers onder de onderzochte cao’s) een bepaling die stelt dat het gezondheidskundig onderzoek of de aanstellingskeuring (mede) bedoeld is voor werknemers in specifieke functies. Een voorbeeld staat in de cao voor de Jeugdzorg: Indien en voor zover een (aanstellings)keuring mogelijk is met inachtneming van het bepaalde in de Wet op de Medische Keuringen, kan de werkgever de (kandidaat-) werknemer hiertoe verplichten. Onder de categorie “anders, personen” vallen bepalingen over voorzieningen als een sociaal medisch team (cao Openbaar Vervoer), een ergocoach of een adviseur van het Fonds Collectieve belangen (cao’s Welzijn, Kinderopvang en Jeugdzorg). In de categorie “anders, middelen of faciliteiten” vallen bijvoorbeeld bepalingen over conditietesten of een werkplekonderzoek van de werknemer. Risico- inventarisatie en -evaluatie en het plan van aanpak Werkgevers leggen in een risico- inventarisatie- en –evaluatie (RI&E) schriftelijk vast welke risico’s arbeid voor de werknemers met zich mee brengt. Onderdeel van de RI&E is een plan van aanpak (PvA). In dit staat welke maatregelen de in de RI&E gesignaleerde beperken. Omdat werkprocessen van bedrijven uit dezelfde elkaar lijken kunnen branches een model RI&E of een model opstellen.
plan van aanpak risico’s kunnen branche veel op plan van aanpak
In onderstaande tabel staat hoe vaak in cao’s bepalingen staan die betrekking hebben op of verwijzen naar een RI&E of een PvA:
16
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
Tabel 3.2
Aantal cao’s met bepalingen over de RI&E en het plan van aanpak (aantallen, % cao’s en % werknemers) Risico- inventarisatie en –evaluatie en Aantal/% cao’s % werknemers Plan van Aanpak Risico- inventarisatie en –evaluatie 54 63 Plan van Aanpak 20 30
In de cao Bouwnijverheid staat de volgende bepaling over een RI&E en een PvA: Naast de maatregelen die zullen worden getroffen ter voorkoming c.q. reducering van de in de risico-inventarisatie en -evaluatie gesignaleerde gevaren maken de volgende onderdelen deel uit van het Plan van Aanpak: - de vastlegging van te ontwikkelen activiteiten ter bevordering van de veiligheid en ter bescherming van de gezondheid in de vorm van te treffen maatregelen van technische aard en/of organisatorische aard of indien dit niet tot de mogelijkheden behoort, het aanwenden van persoonlijke beschermingsmiddelen; - de wijze waarop de introductie, voorlichting en onderricht is georganiseerd van in dienst zijnde en nieuwe werknemers met betrekking tot het veilig en gezond uitvoeren van de werkzaamheden, met speciale aandacht voor de doelmatige begeleiding van jeugdige werknemers; - de wijze waarop voorzieningen zijn getroffen opdat werknemers in het bedrijf gebruik kunnen maken van het door partijen vastgestelde, op het individugerichte pakket preventiezorg. Naast alleen verwijzen naar de RI&E kan in de cao ook staan welke arbeidsrisico’s in de RI&E aan de orde komen. In de onderstaande tabel staat hoe vaak bepaalde arbeidsrisico’s een onderwerp in een RI&E zijn: Tabel 3.3
Aantal cao’s met bepalingen over de aanpak van arbeidsrisico’s in de RI&E (aantallen, % cao’s en % werknemers) RI&E: aanpak van arbeidsrisico’s Aantal/% cao’s % werknemers Werkdruk 14 26 Fysieke belasting 11 21 Ongewenste omgangsvormen 9 20 Gevaarlijke stoffen 7 15 Veiligheid of gevaarlijk werk 7 3 Fysische factoren 3 2 Leefstijl 1 <1 Anders 13 15 Totaal 25 34 N.B.: In sommige cao’s staan meerdere afspraken, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten.
Uit tabel 3.3 blijkt dat werkdruk en fysieke belasting het meest worden genoemd in de ri&e. Onder de categorie anders vallen bepalingen die niet passen bij een of meer van de genoemde arbeidsrisico’s of die in het algemeen gaan over risico’s zoals bijvoorbeeld biologische agentia of prikincidenten. In de cao’s voor Ziekenhuizen en Sanquin staat de volgende bepaling over de inhoud van de RI&E:
17
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
1. De Risico-inventarisatie en -evaluatie (RIE) is een belangrijk aspect van het arbobeleid. Een systematisch uitgevoerde RIE is noodzakelijk evenals een daarbij behorend plan van aanpak. 2. Bijzondere aandacht in de RIE krijgt de aanpak van werkdruk, agressie, fysieke belasting en geweld. Net als bij de RI&E kan in de cao staan welke onderwerpen in het Plan van Aanpak aan de orde komen. In de onderstaande tabel staat een overzicht: Tabel 3.4
Aantal cao’s met bepalingen over de aanpak van arbeidsrisico’s in het PvA (aantallen, % cao’s en % werknemers) PvA: aanpak van arbeidsrisico’s Aantal/% cao’s % werknemers Veiligheid of gevaarlijk werk 4 9 Fysieke belasting 3 7 Werkdruk 3 5 Fysische factoren 2 3 Gevaarlijke stoffen 2 3 Ongewenste omgangsvormen 2 6 Leefstijl Anders 2 6 Totaal 8 14 N.B.: In sommige cao’s staan meerdere afspraken, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten.
Uit tabel 3.4 blijkt dat veiligheid en gevaarlijk werk het meest in een plan van aanpak aan bod komen. In de cao voor het Primair Onderwijs staat de volgende bepaling: De werkgever stelt als onderdeel van de risico-inventarisatie en evaluatie op schoolniveau, een plan van aanpak vast dat in ieder geval gericht is op: a. het voorkomen en beperken van ziekteverzuim door de werknemer, waarbij met name aan het tegengaan van psychische overbelasting aandacht wordt besteed; b. de begeleiding van de werknemer en de bevordering van reintegratie in geval van ziekte; c. het voorkomen en beperken van de arbeidsrisico’s ten gevolge van agressie en geweld op school, waarbij met name aandacht wordt besteed aan adequate scholing en begeleiding van werknemers met toezichthoudende taken. 2. De werkgever voert dit plan van aanpak uit met de inzet van alle daartoe geëigende middelen. Periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek (PAGO) Volgens artikel 18 van de Arbo-wet is een werkgever verplicht om werknemers periodiek in de gelegenheid te stellen om een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan. De bedoeling van dit onderzoek is om de gezondheidsrisico’s die gepaard gaan met arbeid te beperken. Dit cao-onderzoek bekijkt in hoeverre cao-partijen bij een PAGO een minimum leeftijd of een frequentie noemen en of de PAGO (mede) bedoeld is voor werknemers in bepaalde functies met extra risico’s.
18
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
Tabel 3.5
Aantal cao’s met bepalingen over PAGO (aantallen, % cao’s en % werknemers) Periodiek arbeidsgezondAantal/% cao’s % werknemers heidskundig onderzoek PAGO voor specifieke functies 15 12 Frequentie genoemd 15 9 Leeftijd genoemd 14 9 Anders 11 10 Totaal 33 24 N.B.: In sommige cao’s staan meerdere afspraken, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten.
De bepaling dat een pago bestemd is voor specifieke functies komt het meest voor. De categorie anders gaat bijvoorbeeld over de inzet van een pago als er een reëel risico is voor infectieziekten of om gezondheidsschade door het werk te signaleren. In de cao voor Netwerkbedrijven staat een bepaling over een PAGO, onder andere voor werknemers met specifieke werkzaamheden: Je werkgever biedt zijn werknemers periodiek een medisch onderzoek aan. Wanneer je bent ingedeeld in de wacht- en storingsdienst en 55 jaar of ouder bent, gebeurt dit minimaal één maal per twee jaar. In 13 cao’s staat zowel een leeftijd als een frequentie genoemd. Onder de categorie “anders” vallen bepalingen die wel verwijzen naar een PAGO, maar die geen leeftijd, frequentie of specifieke functies benoemen. Een voorbeeld staat in de cao voor Tatasteel: De bedrijfsgezondheidsdienst roept iedere werknemer periodiek op voor een periodiek medisch onderzoek (PMO). De werkgever geeft de werknemer desgewenst inzage in de medische adviezen over zijn geschiktheid tot het verrichten van bepaalde werkzaamheden. (Integraal) gezondheidsmanagement Dit onderzoek bekijkt ook in hoeverre partijen in hun cao’s spreken over (integraal)gezondheidsmanagement. In dit onderzoek wordt onder gezondheidsmanagement verstaan een samenhangend geheel van maatregelen om de gezondheid van de werknemer op een gezonde werkplek te bevorderen. Bij integraal gezondheidsmanagement wordt tevens de gehele bedrijfsvoering in beschouwing genomen, bijvoorbeeld schoon produceren. Ook wanneer cao-partijen zelf het woord (integraal)gezondheidmanagement of een variant hierop gebruiken (bijvoorbeeld ‘gezondheidsbeleid’ of ‘vitaliteitsbeleid’ telt een bepaling in dit onderzoek mee als (integraal)gezondheidsmanagement. In totaal staat in 14 cao’s (van toepassing op 4% van de werknemers onder de onderzochte cao’s) een bepaling over (integraal) gezondheidsmanagement. In 8 cao’s (van toepassing op 2% van de werknemers onder de onderzochte cao’s) staat een bepaling die betrekking heeft op gezondheidsmanagement. In 3 cao’s (van toepassing op <1% van de werknemers onder de onderzochte cao’s) staat een bepaling over integraal gezondheidsmanagement.
19
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
Een voorbeeld staat in de cao voor Aegon: Gezondheid en vitaliteit Aegon vindt het belangrijk dat medewerkers gezond zijn en blijven. Om zo het ziekteverzuim tot een minimum te beperken, medewerkers met plezier hun werk te laten doen en ervoor te zorgen dat medewerkers beter en langer inzetbaar blijven. Zeker in een tijd waarin het steeds gebruikelijker wordt om langer door te werken, is het essentieel dat mensen gezond en vitaal zijn en blijven. Aegon besteedt hier nadrukkelijk aandacht aan, onder andere met het leefstijlprogramma BRAVO en de FIT gesprekken die worden gehouden met medewerkers die langer dan 5 jaar in dezelfde functie werken. Gezondheidsbevordering op de werkplek Bij gezondheidsbevordering op de werkplek gaat het om cao-afspraken over de leefstijl van een werknemer, bijvoorbeeld het bevorderen van een gezonde manier van leven of het stimuleren van voldoende beweging. Ook is onderzocht in hoeverre de werknemer hierin een actieve rol heeft. Dit is het geval wanneer bijvoorbeeld de werknemer zelf actie moet ondernemen of instrumenten in handen krijgt waarmee hij zelf aan de slag kan gaan gaan om zo zijn of haar gezondheid te verbeteren. Dit in tegenstelling tot bepalingen waarin staat dat de werkgever bepaalde maatregelen neemt maar waarbij de werknemer een min of meer passieve rol heeft. In tabel 3.6 is terug te vinden welk onderscheid is gemaakt voor gezondheidsbevordering op de werkplek. Tabel 3.6
Aantal cao’s met bepalingen over gezondheidsbevordering op de werkplek (aantallen, % cao’s en % werknemers) Gezondheidsbevordering op de werkplek Aantal/% cao’s % werknemers Alcoholgebruik 13 14 Bevorderen vitaliteit 10 7 Beweging 6 3 Drugs 6 1 Roken op het werk 5 1 Medicijngebruik 4 3 Middelen die de rijvaardigheid beïnvloeden 3 3 Roken in het algemeen 2 3 Ontspanning / stresspreventie 2 <1 Voeding 5 2 Anders 21 15 Totaal 41 38 N.B.: In sommige cao’s staan meerdere afspraken, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten.
Samen met de categorie “anders” is de categorieën “alcoholgebruik” de grootste. In de cao Nederlandse Spoorwegen staat een voorbeeld van een afspraak uit de categorie anders waarbij een actieve opstelling van de werknemer wordt gevraagd: NS heeft in de afgelopen jaren veel aandacht besteed aan gezond werken en gezond leven. Er zijn veel initiatieven geweest om de werkomstandigheden te verbeteren en om medewerkers bewust te maken van het belang van een gezonde leefstijl en faciliteiten geboden om te werken aan verbetering van de gezondheid. Partijen zijn van mening dat de focus nog nadrukkelijker moet komen te liggen op preventieve maatregelen en hebben daarom de volgende afspraken gemaakt. Daarbij geldt dat meer aandacht voor preventie niet betekent dat de aandacht voor de zieke medewerker kan verminderen:
20
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
NS blijft werken aan het zo snel mogelijk weer inzetten van zieke medewerkers in de eigen werkzaamheden of, als dat niet mogelijk is, in werkzaamheden die zij wel kunnen verrichten. De categorie “anders” bestaat voor het grootste deel uit algemene bepalingen over de gezondheid van de werknemer, een gezonde leefstijl of een leefstijlprogramma. In totaal is in 5 van de 41 cao’s met daarin één of meer afspraken op het gebied van gezondheidsbevordering sprake van een actieve rol voor de werknemer. Arbocatalogus Na de wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet per 1 januari 2007 ligt meer verantwoordelijkheid bij werkgevers en werknemers. Het is de bedoeling dat sociale partners arbocatalogi opstellen. In deze arbocatalogi staat met behulp van welke (branchespecifieke) maatregelen doelen op het gebied van arbeidsomstandigheden bereikt kunnen worden. Tabel 3.7
Aantal cao’s met bepalingen over een Arbocatalogus (aantallen, % cao’s en % werknemers) Aantal cao’s % werknemers Verwijzing naar vindplaats 21 31 Alleen term ‘Arbocatalogus genoemd 6 6 Catalogus staat in cao 2 1 Studieafspraak 2 <1(0,6) Anders 9 11 Totaal 32 39 N.B.: In sommige cao’s staan meerdere afspraken, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten.
In totaal staat op dit moment in 32 cao’s een verwijzing naar een arbocatalogus (van toepassing op 39% van de werknemers onder de onderzochte cao’s)7. Van deze 32 cao’s gaat het in 29 gevallen om een bedrijfstak-cao. Bepalingen over arbocatalogi komen daarmee verhoudingsgewijs vaker voor in bedrijfstak-cao’s. In 21 van deze 32 cao’s staat een verwijzing naar de vindplaats van de Arbocatalogus, bijvoorbeeld een website. In de cao voor de Technische groothandel staat de volgende bepaling over de ontwikkeling van een arbocatalogus: Arbeidsomstandigheden CAO-partijen hebben in 2008 afgesproken om de volgende activiteiten te ontplooien op het gebied van arbeidsomstandigheden: • de inmiddels ontwikkelde Branche-RIE voor de Technische Groothandel; • het inmiddels lopende ARBO-ambassadeursproject in de Technische Groothandel;
7
Ook daar waar in de cao een verwijzing naar een website met informatie over de arbocatalogus is opgenomen is de cao meegeteld
21
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
• de ontwikkeling van een Arbocatalogus voor de Technische Groothandel; • het houden van regionale voorlichtingsbijeenkomsten voor werknemers en werkgevers; • het instellen van een arbohelpdesk; • het opzetten van een verzuimbenchmark. Ook is gekeken in hoeverre bij bepaalde arbeidsrisico’s verwezen wordt naar de arbocatalogus. Of andersom, in hoeverre in de arbocatalogus (mits deze in de cao staat of in de cao een verwijzing naar de vindplaats van de catalogus staat) wordt gesproken over bepaalde arbeidsrisico’s. In de onderstaande tabel is te zien hoe vaak dit voorkomt in de onderzochte cao’s. Tabel 3.8
Aantal cao’s met bepalingen over verwijzing naar arbocatalogus bij arbeidsrisico’s of verwijzing naar arbeidsrisico’s in arbocatalogus (aantallen, % cao’s en % werknemers) Verwijzing catalogus of risico Aantal/% cao’s % werknemers Fysieke belasting 21 30 Veiligheid / gevaarlijk werk 16 15 Werkdruk 15 25 Gevaarlijke stoffen 14 23 Fysische belasting 13 24 Ongewenste omgangsvormen 13 23 Leefstijl 2 8 Anders 16 20 Totaal 25 33 N.B.: In sommige cao’s staan meerdere afspraken, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten.
Uit tabel 3.8 blijkt dat fysieke belasting als arbeidsrisico het meest wordt behandeld in de arbocatalogus. De categorie anders bestaat uit prikincidenten of arbeidsrisico’s in het algemeen. 3.3
Specifieke arbeidsrisico’s
In deze paragraaf staan cao-afspraken over het voorkomen of verminderen van bepaalde arbeidsrisico’s centraal. Fysieke belasting Overbelasting van het lichaam tijdens werkzaamheden kan leiden tot arbeidsongeschiktheid. In tabel 3.9 staat vermeld hoeveel afspraken er zijn gemaakt over de onderscheiden fysieke belasting. Tabel 3.9
Aantal cao’s met bepalingen over fysieke belasting (aantallen, % cao’s en % werknemers) Fysieke belasting Aantal/% cao’s % werknemers Beeldschermwerk (RSI) 19 17 Tillen of dragen 17 29 Ongunstige of statische werkhouding 14 17 Duwen of trekken 8 16 Repeterend werk (anders dan 6 6 beeldschermwerk of RSI) Anders 32 40 Totaal 47 57 N.B.: In sommige cao’s staan meerdere afspraken, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten.
Een voorbeeld van een algemene bepaling over fysieke belasting staat in de arbo cao voor Schoonmaak- en glazenwassersbedrijf:
22
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
De werkgever moet bij het maken van werkprogramma’s zo veel mogelijk streven naar werkafwisseling en variatie in taken van de werknemers. Ter bevordering van werkafwisseling en variatie in taken moet de werkgever dit onderwerp opnemen als een verplicht agendapunt op het werkoverleg. De grootste categorie is de categorie “anders”. Onder “anders” vallen bijvoorbeeld cao-afspraken over ergonomische eisen aan gereedschap, machines of gebouwen of bepalingen over het terugdringen van fysieke belasting in zijn algemeenheid. Fysische factoren In het kader van preventie maken ook afspraken over fysische belasting deel uit van het onderzoek. In tabel 3.10 is te zien welk onderscheid is gemaakt voor dit aspect en hoeveel afspraken er zijn gemaakt. Tabel 3.10
Aantal cao’s met bepalingen over fysische factoren (aantallen, % cao’s en % werknemers) Fysische factoren Aantal/% cao’s % werknemers Geluid 15 24 Klimatologische omstandigheden 8 5 Trillingen 2 <1 Ioniserende straling 2 9 Niet-ioniserende straling 2 9 Anders 11 19 Totaal 26 46 N.B.: In sommige cao’s staan meerdere afspraken, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten.
Afspraken over geluid worden het meest gemaakt en wel in 15 cao’s van toepassing op 24% van de werknemers. De volgende informatie staat op de website van de arbocatalogus voor de sector Recreatie: Te veel geluid op het werk kan het gehoor beschadigen. Geluid wordt gevaarlijk wanneer het uitgroeit tot lawaai. Een extra gevaar ontstaat wanneer schadelijk geluid ongemerkt tot blijvende schade leidt. Het kan namelijk leiden tot lawaaislechthorendheid, een gehoorbeschadiging die niet meer geneest. Om medewerkers te beschermen tegen lawaaislechthorendheid moeten werkgevers de plaatsen en werkzaamheden inventariseren waar dit gevaar zich voordoet en maatregelen treffen. Dit kan geïnventariseerd worden met behulp van de RI&E Recreatie. Vanzelfsprekend moet de effectiviteit van de maatregelen ook gecontroleerd worden… Onder de categorie anders vallen bijvoorbeeld bepalingen over een tochtvrije werkplek of werkplekken waar daglicht binnenvalt. Veiligheid/gevaarlijk werk Hier gaat het om bepalingen over de veiligheid van de werknemer op de werkplek en maatregelen om deze veiligheid te verbeteren. In tabel 3.11 hieronder is te zien om welke aspecten het gaat en in hoeveel cao’s bepalingen over veiligheid of gevaarlijk werk staan:
23
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
Tabel 3.11
Aantal cao’s met bepalingen veiligheid/gevaarlijk werk (aantallen, % cao’s en % werknemers) Veiligheid / gevaarlijk werk Aantal/% cao’s % werknemers Persoonlijke beschermingsmiddelen 40 50 Machineveiligheid 16 24 Werken op hoogte 7 7 Aanrijdgevaar 4 5 Vallende voorwerpen 2 3 Anders 51 53 Totaal 61 69 N.B.: In sommige cao’s staan meerdere afspraken, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten.
Uit de tabel blijkt dat de meeste afspraken worden gemaakt in de categorie persoonlijke beschermingsmiddelen en “anders”. Deze categorie bestaat voor het grootste deel uit algemene bepalingen over het bevorderen van de veiligheid op de werkplek, zonder een van de categorieën te noemen. Het gaat dan om een afspraak over veiligheid, voorschriften of voorlichting over alle vormen van veiligheid. Op de website van de arbocatalogus van de Glastuinbouw staat de volgende bepaling over werken op hoogte: Door de steeds hogere kassen en smalle goten vormt werken op hoogte een veiligheidsrisico waardoor ernstige ongevallen kunnen ontstaan. Deze ontstaan als men het evenwicht verliest tijdens lopen in de goot en door het glas (onvoldoende draagkracht) en naar beneden valt. Op het kasdek worden de volgende werkzaamheden verricht. Gevaarlijke stoffen Het werken met gevaarlijke stoffen kan risico’s met zich mee brengen. Dit onderzoek bekijkt in hoeverre cao’s bepalingen bevatten over werken met of bescherming tegen gevaarlijke stoffen. In tabel 3.12 is te zien om welke aspecten het gaat en in hoeveel cao’s bepalingen over gevaarlijke stoffen staan: Tabel 3.12
Aantal cao’s met bepalingen over gevaarlijke stoffen (aantallen, % cao’s en % werknemers) Gevaarlijke stoffen Aantal/% cao’s % werknemers Asbest 7 12 Bestrijdingsmiddelen 4 2 Verfproducten 1 3 Andere gevaarlijke stoffen 19 32 Totaal 26 42 N.B.: In sommige cao’s staan meerdere afspraken, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten.
Onder de categorie “andere gevaarlijke stoffen” vallen cao-bepalingen over bijvoorbeeld teer of houtstof of gevaarlijke stoffen in het algemeen. Deze categorie komt het meest voor (19 cao’s van toepassing op 32% van de werknemers). In de cao voor het Bakkersbedrijf staat bijvoorbeeld de volgende bepaling: CAO-partijen hebben met Productschap Akkerbouw en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, ter bestrijding van de negatieve gevolgen van blootstelling aan grondstoffen in het productieproces een gezondheidssysteem ontwikkeld. Het gezondheidsbewakingssysteem richt zich op het vaststellen en beheren van (zorg)maatregelen die door werkgevers moeten worden getroffen en een structurele
24
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
monitoring/bewaking van de gezondheid van werknemers die in de bedongen werkzaamheden worden blootgesteld aan grondstoffen. Biologische agentia Ook preventieve maatregelen om werknemers te beschermen tegen blootstelling aan schadelijke biologische agentia (zoals schimmels, gisten en bacteriën) kunnen een onderwerp in de cao zijn. Op die manier kunnen werkgever en werknemer de kans op infecties, allergieën of vergiftiging minimaliseren. In tabel 3.13 staat in hoeveel cao’s bepalingen over biologische agentia staan: Tabel 3.13
Aantal cao’s met bepalingen over biologische agentia (aantallen, % cao’s en % werknemers) Biologische agentia Aantal/% cao’s % werknemers Vaccinatie 7 15 Anders 19 31 Totaal 21 37 N.B.: In sommige cao’s staan meerdere afspraken, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten.
In de cao voor de huisartsenzorg staat de volgende afspraak: De noodzakelijke inentingen tegen beroepsziekten komen voor rekening en verantwoording van de werkgever. Bij de categorie anders valt bijvoorbeeld te denken aan een verbod op toegang tot de werkplek voor werknemers met een besmettelijke ziekte of over infectieziekten in het algemeen. In de CAR-UWO voor Gemeenteambtenaren staat bijvoorbeeld: De ambtenaar die in contact staat of kort geleden gestaan heeft met een persoon, die een ziekte heeft, waarvoor ingevolge het krachtens de Infectieziektenwet bepaalde een nominatieve aangifteplicht geldt, mag zijn betrekking niet vervullen en heeft geen toegang tot de dienstgebouwen, -lokalen en -terreinen voor zolang de hoofdinspecteur of de inspecteur van het staatstoezicht op de volksgezondheid niet heeft verklaard, dat hij het gevaar voor overbrenging van een infectieziekte, of het gevaar dat hij verdacht moet worden te lijden aan zodanige ziekte, geweken acht. Financiële compensatie voor het verrichten van bepaalde werkzaamheden Bij dit onderwerp gaat het om een financiële compensatie voor werknemers die arbeid verrichten in bepaalde belastende omstandigheden. Het gaat bijvoorbeeld om werk in koelruimtes of wanneer werknemers in aanraking komen met gevaarlijke stoffen.
25
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
Onderstaande tabel geeft een overzicht: Tabel 3.14
Aantal cao’s met bepalingen over financiële compensatie voor het verrichten van bepaalde werkzaamheden (aantallen, % cao’s en % werknemers) Belastende omstandigheid Aantal/% cao’s % werknemers Fysische factoren 9 10 Veiligheid / gevaarlijk werk 3 1 Gevaarlijke stoffen 2 3 Fysieke belasting / fysiek belastende factoren 1 <1 Vuil werk 1 <1 Werken tijdens bepaald weer 1 <1 Zwaar werk 0 0 Andere werksituaties 7 9 Totaal 15 16 N.B.: In sommige cao’s staan meerdere afspraken, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten.
De meeste toeslagen worden betaald voor bezwarende omstandigheden die vallen onder de noemer Fysische factoren. Het gaat veelal om een toeslag voor werken in een gekoelde ruimte. Onder de categorie anders vallen voornamelijk toeslagen voor “bezwarende werkomstandigheden”. Van deze 15 cao’s staat in zeven cao’s een afspraak over beschermende kleding voor in de koel of vriesruimte of bij vuil werk. In zes cao’s staat een algemene afspraak die aangeeft dat de werkgever moet zorgen voor de gezondheid en de veiligheid van zijn werknemers. In zes cao’s wordt de veiligheid door middel van voorlichting, instructie of scholing bij de werknemer onder de aandacht gebracht en in één cao is bepaald dat de werknemers bepaalde werkzaamheden mag weigeren als er onvoldoende beschermende maatregelen zijn genomen. Een voorbeeld staat in de cao voor het Levensmiddelenbedrijf en voor het Levensmiddelen grootwinkelbedrijf: .. elk in een vriescel gewerkt uur geldt een vriestoeslag van 8% op het uurloon. Psychosociale arbeidsbelasting Bij psychosociale arbeidsbelasting gaat het aan de ene kant om (maatregelen tegen) ongewenste omgangsvormen, aan de andere kant gaat het om (maatregelen tegen) werkdruk of werkstress. In tabel 3.15 hieronder is te zien om welke aspecten het gaat en in hoeveel cao’s bepalingen over psychosociale arbeidsbelasting staan: Tabel 3.15
Aantal cao’s met bepalingen over ongewenste omgangsvormen (aantallen, % cao’s en % werknemers) Ongewenste omgangsvormen Aantal/% cao’s % werknemers Discriminatie 49 54 Seksuele intimidatie 42 52 Agressie of geweld 34 43 Ongewenste omgangsvormen in het algemeen 23 27 Pesten 12 22 Totaal 68 71 N.B.: In sommige cao’s staan meerdere afspraken, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten.
In totaal staat in tweederde van de onderzochte cao’s een bepaling over ongewenste omgangsvormen. De meeste van deze bepalingen gaan over discriminatie of seksuele intimidatie. Een voorbeeld van een relatief veel
26
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
voorkomende Reisbranche:
bepaling
over
discriminatie
staat
in
de
cao
voor
de
De werkgever zet zich in voor een beleid, gericht op gelijke kansen op arbeid en gelijke kansen in de arbeidsorganisatie voor gelijkwaardige werknemers, ongeacht leeftijd, sekse, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, levens- of geloofsovertuiging, huidskleur, ras of etnische afkomst, nationaliteit en politieke keuze, zonder dat er strijdigheid ontstaat met de objectieve vereisten van de functie. Onder “ongewenste omgangsvormen in het algemeen” vallen cao-afspraken over bijvoorbeeld het tegen gaan van ongewenst gedrag of ongewenste omgangsvormen, zonder dat duidelijk is om welk soort ongewenst gedrag het gaat. In onderstaande tabel staat welk soort maatregelen cao-partijen nemen tegen ongewenste omgangsvormen: Tabel 3.16
Aantal cao’s met maatregelen tegen ongewenste omgangsvormen (aantallen, % cao’s en % werknemers) Maatregelen tegen ongewenste Aantal/% cao’s % werknemers omgangsvormen Beleid / verbod algemeen 49 36 Aanstellen vertrouwenspersoon 29 31 Klachtencommissie of klachtenregeling 28 32 Voorlichting 14 16 Gedragscode 13 23 Opvang of nazorg van incidenten 13 20 Training 12 27 Registratie van incidenten 11 16 Daderaanpak 6 11 Anders 32 49 Totaal 68 71 N.B.: In sommige cao’s staan meerdere afspraken, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten.
De meeste afspraken gaan over beleid tegen of een verbod op ongewenste omgangsvormen, het aanstellen van een vertrouwenspersoon of een klachtencommissie/klachtenregeling. Onder de categorie “anders” vallen bijvoorbeeld afspraken over een regeling wat te doen bij ongewenst gedrag, een monitorlijst agressie en geweld of op een website wordt uitgebreid informatie gegeven door middel van een factsheet over dit onderwerp. Een voorbeeld van een regeling staat in de cao van Flora Holland. Dit is een Regeling om werknemers te beschermen tegen (seksuele) intimidatie, discriminatie, agressie en geweld. Het andere onderzochte aspect van psychosociale arbeidsbelasting is werkdruk of werkstress. In totaal staan in 51 cao’s (van toepassing op 60% van de werknemers onder de onderzochte cao’s) bepalingen over werkdruk. In de cao voor ABN AMRO staat een voorbeeld van een bepaling over werkdruk: CAO-partijen gaan een dialoog aan over (het voorkómen) van werkdruk binnen de organisatie. Vakbonden zullen periodiek geïnformeerd worden over werkdruk binnen de Bank.
27
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
In onderstaande tabel staat welk soort maatregelen cao-partijen nemen tegen werkdruk: Tabel 3.17
Aantal cao’s met maatregelen tegen werkdruk (aantallen, % cao’s en % werknemers) Maatregelen tegen werkdruk Aantal/% cao’s % werknemers Tools / instrumenten voor beoordelen werkdruk 13 30 Overleg medezeggenschap of vakorganisaties 11 16 Protocol (interne regeling) 9 11 Werkoverleg 9 17 Voorlichting 7 19 Werk & rusttijden 7 12 Afstemming van werk en privé 5 7 Meer autonomie 3 2 Verandering van werkprocessen 3 1 Beperken van overwerk 1 <1 Vermindering van taakbelasting 0 0 Anders 43 51 Totaal 50 58 N.B.: In sommige cao’s staan meerdere afspraken, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten.
De grootste groep bepalingen is ook hier de categorie “anders”. Onder deze categorie vallen algemeen geformuleerde bepalingen over bijvoorbeeld een integrale aanpak of beleid om de werkdruk te verminderen. Deze aanpak kan dan uitgewerkt zijn in een ri&e, plan van aanpak of een arbocatalogus. Overige arbeidsrisico’s Onder deze noemer vallen bepalingen die betrekking hebben op: Arbeidsrisico’s verband houdend met “oudere werknemers”; Arbeidsrisico’s verband houdend met “jongere werknemers”; Werkplekonderzoeken of inrichting van de werkplek. Het gaat niet om bepalingen waarin overwerk of ploegendienst vanaf een of onder een bepaalde leeftijd niet verplicht is of niet is toegestaan. Verder is hier ook sprake van een restcategorie. Hier vallen afspraken onder die niet onder één van de andere arbeidsrisico’s vallen. Tabel 3.18
Aantal cao’s met bepalingen over overige arbeidsrisico’s (aantallen, % cao’s en % werknemers) Overige arbeidsrisico’s Aantal/% cao’s % werknemers Werkplek gerelateerde bepalingen 24 21 Arbeidsrisico’s jongere werknemers 11 11 Arbeidsrisico’s oudere werknemers 5 5 Anders 38 43 Totaal 57 67 N.B.: In sommige cao’s staan meerdere afspraken, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten.
De grootste groep onder de overige arbeidsrisico’s zijn de arbeidsrisico’s verband houdend met de werkplek of de categorie anders. Onder de categorie anders vallen bepalingen over een milieuzorgsysteem of dat op een tele- of thuiswerkplek goede arbeidsomstandigheden moeten zijn.
28
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
In de cao van PostNL voor postbezorgers staat de volgende bepaling over arbeidsomstandigheden voor ouderen: Maatregelen bij ziekte en structureel functionele beperking … De werkgever voert ter voorkoming van ziekte en structureel functionele beperkingen in verband met de arbeid een actief beleid. Hieronder wordt onder meer verstaan: …. onderzoek naar de kwaliteit van de arbeid en de arbeidsomstandigheden (in het bijzonder van de oudere werknemer) en het op basis van dit onderzoek zo nodig aanbrengen van verbeteringen; … In de cao voor de Textielverzorging staat de volgende bepaling over jongeren: Werknemers dienen voorlichting te krijgen over: • het werk en de maatregelen om gevaren te voorkomen of te beperken • hun taken met betrekking tot de arbeidsomstandigheden • de te gebruiken persoonlijke beschermingsmiddelen en beveiligingen • bedrijfshulpverlening. Extra voorlichting dient te worden gegeven aan jeugdige werknemers (jonger dan 18 jaar). In de cao SNS Reaal staat een voorbeeld van een bepaling over de inrichting van de plaatsonafhankelijke werkplek van de werknemer: In geval van Het Nieuwe Werken werken deelnemers plaatsonafhankelijk, dat wil zegen op verschillende werkplekken. De werkgever heeft niet op alle werkplekken zicht en derhalve voorziet zij in informatie en instructie over veilig en verantwoord werken. De werkgever zorgt voorafgaand aan Het Nieuwe Werken voor een Arbopaspoort, een op maat gegeven advies over de juiste instellingen van de werkplek voor de werknemer. Werknemer heeft zelf de verantwoordelijkheid zorg te dragen voor het juist instellen van de werkplek conform het genoemde advies. De werknemer tekent hiertoe een zogenaamde telewerkovereenkomst. Onder de categorie anders vallen bijvoorbeeld bepalingen over het bevorderen van de gezondheid en het welzijn van de werknemer in het algemeen, gezond roosteren of overbelasting van een werknemer door combinatie van werk en mantelzorg.
29
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
3.4
Overzicht van de resultaten
In de onderstaande tabel staat op hoeveel verschillende onderwerpen de onderzochte cao’s afspraken bevatten: Tabel 3.19
Aantal cao’s met afspraken over arbeidsrisico’s (aantallen, % cao’s en % werknemers) gegroepeerd naar aantal maal dat cao op een hoofdonderwerp scoort8 Afspraken over arbeidsrisico’s Aantal/% cao’s % werknemers Geen afspraken 1 <1 1 tot en met 3 afspraken 11 5 4 tot en met 6 afspraken 37 36 7 tot en met 9 afspraken 20 15 10 tot en met 12 afspraken 16 17 13 tot en met 15 afspraken 15 26 Totaal 100 100 *N.B.: Door afronding telt het percentage werknemers niet op tot 100.
De grootste groepen zijn de cao’s met afspraken over 4 tot en met 6 verschillende onderwerpen en de cao’s met afspraken over 7 tot en met 9 verschillende onderwerpen. Meer dan de helft van de onderzochte cao’s valt in één van deze twee categorieën. In de onderstaande tabel staat het aantal afspraken uitgesplitst naar economische sector: Tabel 3.20
Aantal verschillende afspraken per cao, uitgesplitst naar economische sector Economische Sector Geen 1-3 4-6 7-9 10-12 13-15 afspraken Landbouw en visserij 0 0 0 0 0 3 Industrie 1 3 5 2 2 1 Bouwnijverheid 0 0 2 0 1 1 Handel en horeca 0 1 8 5 5 1 Vervoer en communicatie 0 2 7 3 2 0 Zakelijke dienstverlening 0 2 6 6 2 2 Overige dienstverlening 0 3 10 3 4 6 Totaal 1 11 38 20 16 14
Uit tabel 3.20 blijkt dat in de overige dienstverlening het meest 4 tot 6 afspraken zijn gemaakt, gevolgd door handel en horeca en vervoer en communicatie. Alleen in de sector industrie is een cao waar geen afspraken in staan. In de overige dienstverlening komt de categorie 13-15 afspraken het meest voor. In onderstaande figuren is per onderwerp uit dit hoofdstuk nog eens het percentage cao’s en werknemers weergegeven waarvoor bepaalde afspraken
8
30
Het gaat hier niet om het aantal afspraken binnen een hoofdonderwerp, maar alleen of de cao scoort op een van de volgende hoofdonderwerpen: bedrijfsgezondheidskundige voorzieningen, PAGO, fysieke belasting, fysische factoren, veiligheid/gevaarlijk werk, gevaarlijke stoffen, financiële compensatie, biologische agentia, psychosociale arbeidsbelasting, maatregelen tegen psychosociale arbeidsbelasting, gezondheidsbevordering op de werkplek, (integraal) gezondheidsmanagement, overige arbeidsrisico’s, verwijzing RI&E, aanpak arbeidsrisico’s RI&E, verwijzing PvA, aanpak arbeidsrisico’s PvA en arbocatalogus. Deze tabel is niet te vergelijken met tabel 3.21 uit Preventie 2012, aangezien nu minder onderwerpen zijn meegeteld.
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
gelden. In bijlage III staan de resultaten uit dit hoofdstuk uitgesplitst naar economische sector. Figuur 3.1
Percentage cao’s en percentage werknemers met een relevante afspraak op het gebied van algemene preventieve maatregelen naar onderwerp
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
% cao's %werknemers
In figuur 3.1 is te zien dat de meeste afspraken zijn gemaakt over bedrijfsgeneeskundige voorzieningen, gevolgd door een verwijzing naar een ri&e. In figuur 3.2 staat een overzicht van de onderzochte arbeidsrisico’s. Hieruit blijkt dat afspraken over ongewenste omgangsvormen en over veiligheid het meest worden gemaakt.
31
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
Figuur 3.2
Percentage cao’s en percentage werknemers met afspraken op het gebied van specifiekearbeidsrisico’s naar onderwerp
80 70 60 50 40 30 20 10 0
% cao's
32
% werknemers
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
4
ZIEKTEVERZUIM
4.1
Inleiding
Dit hoofdstuk gaat over cao-afspraken op het gebied van ziekteverzuim. Het gaat hier bijvoorbeeld om afspraken op het gebied van ziekteverzuim begeleiding, verzuimregistratie of procedurele- en controlevoorschriften tijdens ziekte. Nieuw in dit hoofdstuk is een overzicht van cao bepalingen die beogen de privacy van werknemers te waarborgen over medische gegevens in de relatie tot de werkgever. 4.2
Algemene afspraken op het gebied van ziekteverzuim
In tabel 4.1 hieronder zijn de verschillende deelonderwerpen op het gebied van ziekteverzuim verder uitgewerkt: Tabel 4.1
Aantal cao’s met afspraken over ziekteverzuim (aantallen, % cao’s en % werknemers) Ziekteverzuim Aantal/% cao’s % werknemers Procedurele voorschriften 62 65 Begeleiding bij ziekteverzuim door 51 50 bedrijfsarts/medewerker arbodienst Sancties bij niet naleven voorschriften 51 65 Controlevoorschriften tijdens ziekte 45 50 Verzuimregistratie 28 21 Naleving Privacy 18 18 Service level agreements met re16 12 integratiebedrijven Overleg over verzuim 15 17 Casemanager 8 7 Anders 42 39 Totaal 90 92 N.B.: In sommige cao’s staan meerdere afspraken, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten.
Uit tabel 4.1 blijkt dat negen van de tien cao’s een of meer afspraken hebben over ziekteverzuim. Tweederde van de afspraken op het gebied van verzuim gaan over procedurele voorschriften gaan. Bij deze procedurele afspraken kan het bijvoorbeeld gaan om richtlijnen bij wie en hoe laat een werknemer zich ziek moet melden. In totaal staat in 62 cao’s (van toepassing op 65% van de werknemers onder de onderzochte cao’s) een dergelijk afspraak. In de cao voor de Universitaire Medische Centra staat bijvoorbeeld de volgende afspraak: De medewerker is verplicht zo spoedig mogelijk aan de werkgever mededeling te doen van zijn verhindering wegens ziekte of gebrek zijn arbeid te verrichten. Ook over begeleiding bij ziekteverzuim door de arbodienst maken de caopartijen relatief veel afspraken (51 cao’s van toepassing op 50% van de werknemers) en over sancties bij het niet naleven van procedure- en controlevoorschriften tijdens ziekte (51 cao’s, van toepassing op 65% van de werknemers onder de onderzochte cao’s). Ten slotte maken partijen ook
33
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
relatief veel afspraken over controle voorschriften bij ziekte (45 cao’s van toepassing op 50% van de werknemers onder de onderzochte cao’s). Bij deze controlevoorschriften gaat het om richtlijnen hoe laat of wanneer een zieke werknemer thuis moet zijn om bijvoorbeeld een werknemer van de arbodienst te ontvangen. In de cao van Ikea staat een voorbeeld van een afspraak over controlevoorschriften en begeleiding bij ziekte: IKEA heeft een integraal ziekteverzuimbeleid. Dit beleid is gericht op het voorkomen van ziekteverzuim, begeleiding bij arbeidsongeschiktheid en re-integratie naar passend werk. In dit kader vinden onder andere de volgende activiteiten plaats: 1. Er is een gecertificeerde Arbodienst betrokken bij de ziekteverzuimbegeleiding. 2. Leidinggevenden beschikken over (individuele) verzuimpercentages van de afdeling. 3. Een continue aanpak ter verbetering van de arbeidsomstandigheden, zoals vermeld in de risico inventarisatie, wordt jaarlijks in overleg met de Ondernemingsraad uitgevoerd. 4. In overleg met de Ondernemingsraad zijn voorschriften voor controle en begeleiding opgesteld. Deze controle en begeleidingsvoorschriften zijn in het bezit van alle medewerkers. 5. Naast de voorschriften genoemd in de Wet Verbetering Poortwachter, worden extra toetsen uitgevoerd om mogelijkheden tot re-integratie te onderzoeken. Deze extra toetsmomenten zijn opgenomen in de brochure “Ziek! Wat dan?” en is te vinden op IKEA Inside (intranet). Nieuw in dit onderzoek is of er afspraken zijn die beogen de privacy van werknemers bij ziekte te respecteren door te verzorgen dat er geen medische informatie bij de werkgever terecht komt. Een dergelijke afspraak staat in 18 cao’s van toepassing op 18% van de werknemers. Een voorbeeld staat in de drie cao’s voor de kleinmetaal: De Arbodienst mag niet zonder uitdrukkelijke toestemming van de werknemer gegevens van medische aard betreffende die werknemer, aan de werkgever verstrekken. De werknemer is voorts niet verplicht gegevens betreffende de aard van zijn ziekte aan de werkgever te verstrekken, tenzij er sprake is van zwangerschap. Bepalingen zoals bij voorbeeld in de Reisbranche waarin staat dat de werkgever de privacy van de werknemers zoveel mogelijk zal beschermen zijn in deze vraag buiten beschouwing gelaten. Ten slotte staat in 42 cao’s (van toepassing op 39% van de werknemers onder de onderzochte cao’s) een bepaling die valt onder de categorie “anders”. Onder deze categorie vallen bijvoorbeeld meer algemene bepalingen over het voeren van een gericht- of integraal verzuimbeleid of algemene gedragsregels bij verzuim. Ook meer intentionele bepalingen over bijvoorbeeld het streven om ziekteverzuim terug te dringen vallen onder de categorie “anders”. Een voorbeeld van gedragsregels staat in de cao voor Philips:
De medewerker is verplicht mee te werken aan geneeskundig onderzoek door een door werkgeefster aan te wijzen bedrijfsarts en de aanwijzingen van deze bedrijfsarts op te volgen. De medewerker is
34
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
verplicht zich tijdens arbeidsongeschiktheid te houden aan de geldende gedragsregels.
4.3
Overzicht van de resultaten
In de onderstaande tabel staat op hoeveel verschillende onderwerpen de onderzochte cao’s afspraken bevatten: Tabel 4.2
Aantal cao’s met afspraken over ziekteverzuim (aantallen, % cao’s en % werknemers) gegroepeerd naar aantal afspraken9 Afspraken over ziekteverzuim Aantal cao’s % werknemers geen afspraken 10 8 1 – 2 afspraken 29 33 3 – 4 afspraken 32 28 5 of meer afspraken 29 31 Totaal 100 100
Tabel 4.2 laat zien dat de grootste groep (32% van de onderzochte cao’s) de groep cao’s is waarin 3 – 4 afspraken staan op het gebied van ziekteverzuim. Op enige afstand volgen de groepen 1 en 2 (28% van de onderzochte cao’s). In de onderstaande tabel staat het aantal afspraken uitgesplitst naar economische sector: Tabel 4.3
Aantal verschillende afspraken per cao, uitgesplitst naar economische sector Economische Sector Geen 1-2 3-4 5 of meer afspraken Landbouw en visserij 0 0 1 2 Industrie 2 5 4 4 Bouwnijverheid 0 1 0 3 Handel en horeca 1 4 6 9 Vervoer en communicatie 2 4 7 1 Zakelijke dienstverlening 1 8 7 2 Overige dienstverlening 4 7 7 8 Totaal 10 29 32 29
Uit tabel 4.3 blijkt dat in de sectoren landbouw en visserij en bouwnijverheid geen cao’s zijn die geen afspraken hebben. In de sector handel en horeca hebben 10 cao’s vijf of meer afspraken.
9
Deze tabel valt niet goed te vergelijken met tabel 4.2 uit het onderzoek “Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2012” omdat voor dit onderzoek een aantal extra onderwerpen zijn bekeken.
35
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
Figuur 4.1 Percentage cao’s en percentage werknemers met afspraken over ziekteverzuim
70 60 50 40 30 20 10 0
% cao's % werknemers
Figuur 4.1 biedt nogmaals een overzicht van de gemaakte afspraken over ziekteverzuim. Hierin is te zien dat afspraken over procedurele voorschriften en sancties bij niet naleving van de voorschriften het meeste voorkomen. In bijlage IV staan de resultaten uit dit hoofdstuk uitgesplitst naar economische sector.
36
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
5
ONTWIKKELINGEN 2012 - 2014 EN AANVULLENDE ANALYSES
5.1
Inleiding
In dit hoofdstuk staat een vergelijking tussen de resultaten van het vorige onderzoek uit 2012 en het huidige onderzoek in 2014. Aangezien er een wijziging is geweest in de steekproef is voor deze vergelijking gebruik gemaakt van een zogenaamd panel van cao’s. Dit panel bestaat uit cao’s die zowel in 2012 als in 2014 zijn onderzocht. In totaal gaat het om 86 cao’s van toepassing op 98% van de werknemers onder de cao’s die in 2014 zijn onderzocht. Van deze 86 zijn er tussen de twee onderzoeksmomenten 72 opnieuw aangemeld. Om inzicht te geven in verschuivingen in aantal cao’s en percentage werknemers is het werknemersaantal constant gehouden. Hierdoor hebben verschuivingen in aantal werknemers (zoals bijvoorbeeld bij het Levensmiddelenbedrijf: in 2012 107600 werknemers en in 2014: 152900 of de vvt in 2012: 435.000 werknemers en in 2014: 460.000 werknemers) geen invloed op de ontwikkelingscijfers. Als binnen de groep van cao’s verschuivingen zijn kan dit tot uiting komen in wijzigingen in het werknemerspercentage. In de laatste paragraaf van dit hoofdstuk is nader beschouwd of cao’s die een afspraak hebben over een doelstelling, een ri&e of een arbocatalogus meer afspraken in de cao over preventie en ziekteverzuim hebben dan cao’s die hier geen afspraak over hebben. 5.2
Vergelijking met 2012: preventie en ziekteverzuimaanpak
Onderstaande tabel bevat een vergelijking tussen het onderzoek dat is gedaan in 2012 en 2014 op onderwerpen die betrekking hebben op hoofdstuk 2 (preventie en ziekteverzuimaanpak) uit dit onderzoek. Tabel 5.1 Ontwikkeling tussen 2012 en 2014 preventie Preventie en (ziekte) Aantal cao’s % cao’s verzuimaanpak 2012 2014 2012 2014 Voorlichting 46 50 54 58 Scholing 32 38 37 44 Brancheloket / 16 23 19 27 coördinatiepunt Studie / onderzoek 22 23 26 27 Deskundige bijstand 55 58 64 67 Maatwerkregeling 16 18 19 21 Preventiemedewerker 15 17 17 20 Doelstelling 56 58 65 67 Fondsen 19 22 22 26
% werknemers 2012 52 33 11
2014 64 48 21
14 59 21 25 56 19
15 61 23 27 57 30
Met betrekking tot alle onderzochte aspecten is sprake van een toename van het aantal cao’s met afspraken. Wat betreft de onderwerpen brancheloket/coördinatiepunt, scholing en deskundige bijstand is de toename het grootst. De toename bij scholing en voorlichting komt nagenoeg geheel door de uitgebreidere raadpleging van websites van arbocatalogi. Nieuwe cao bepalingen zijn er nagenoeg niet.
37
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
5.3
Vergelijking met 2012: specifieke arbeidsrisico’s
algemene
preventie
en
Onderstaande tabellen bevatten een vergelijking tussen 2012 en 2014 op onderwerpen die betrekking hebben op hoofdstuk 3 uit dit onderzoek. Het gaat dan om voorzieningen die preventief werken of het voorkomen van te zware belasting door specifieke arbeidsrisico’s: Tabel 5.2 Preventie
Ontwikkeling 2012 en 2014 algemene preventie Aantal cao’s % cao’s 2012 2014 2012 2014 Bedrijfsgez. voorziening 76 76 88 88 PAGO 30 29 35 34 Verwijzing naar RI&E 44 48 51 56 Aanpak arb. ris. RI&E 18 22 21 26 Verwijzing naar PvA 19 18 22 21 Aanpak arb. ris. PvA 8 8 9 9 Arbocatalogus 26 29 30 34
% werknemers 2012 2014 78 87 25 24 61 63 31 34 40 31 22 14 37 39
Het aantal afspraken over algemene preventiemaatregelen is in 2014 ten opzichte van 2012 over het geheel genomen toegenomen. Kijkend naar werknemersaantallen is er sprake van een stijging van werknemers op wie een afspraak over bedrijfsgezondheidskundige voorzieningen van toepassing is en een daling op werknemerspercentages op wie een afspraak met een verwijzing naar een plan van aanpak van toepassing is. Dat er geen wijziging is in het aantal cao’s wil niet zeggen dat er geen wijziging is binnen de groep cao’s. Dit is terug te zien in het percentage werknemers. Dit zie je bijvoorbeeld terug bij de aanpak van arbeidsrisico’s in het plan van aanpak. Het aantal cao’s is ongewijzigd, maar het %werknemers is wel gedaald Ten slotte volgt nog een vergelijking van de verschillende specifieke arbeidsrisico’s die in hoofdstuk 3 aan de orde zijn geweest. Tabel 5.3 Ontwikkeling 2012 en 2014 specifieke arbeidsrisico’s Ziekteverzuimaanpak Aantal cao’s % cao’s % werknemers 2012 2014 2012 2014 2012 2014 Fysieke belasting 38 45 44 52 53 58 Fysische factoren 19 23 22 27 36 46 Veiligheid/gevaarlijk werk 53 54 62 63 69 69 Gevaarlijke stoffen 20 24 23 28 32 42 Fin. Compensatie werk 15 15 17 17 17 17 Biologische agentia 12 20 14 23 16 38 Ongewenste omgangsv. 56 59 65 69 70 72 Werkdruk 38 45 44 54 55 61 Gezondheidsbevordering 29 33 34 38 32 38 op werkplek (Integraal) 9 10 11 12 4 4 gezondheidsman. Arb. ris. van de werkplek 20 23 23 27 24 21
Tabel 5.3 laat zien dat ten aanzien van alle onderzochte aspecten sprake is van een toename van het aantal cao’s met afspraken over die aspecten. De toename is het grootst voor de aspecten fysieke factoren, werkdruk of werkstress en biologische agentia is gestegen ten opzichte van 2012. De toename bij fysieke belasting komt in zeven cao’s door nadere bestudering van de arbocatalogus. De toename bij werkdruk komt in vier cao’s door nadere bestudering van de arbocatalogus en in drie cao’s staat een nieuwe bepaling.
38
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
De toename bij biologische agentia komt in acht cao’s door nadere bestudering van de arbocatalogus en in één cao staat een nieuwe bepaling. 5.4
Vergelijking met 2012: (ziekte)verzuim
Onderstaande tabel bevat een vergelijking tussen 2012 en 2014 op onderwerpen die betrekking hebben op (ziekte)verzuim (hoofdstuk 4 uit dit onderzoek): Tabel 5.4 Ontwikkeling ziekteverzuim 2012-2014 Ziekteverzuim Aantal cao’s % cao’s Proc.voorschr. Contr.voorschriften Verzuimbeg. Verzuimregistratie Casemanager Service level agreements
2012 50 37 44 22 8 10
2014 53 41 46 26 7 14
2012 58 43 51 26 9 12
2014 62 48 54 30 8 16
% werknemers 2012 61 47 50 18 9 9
2014 65 51 50 21 7 12
Met betrekking tot op één na alle aspecten (uitgezonderd afspraken over een casemanager) is het aantal cao’s met afspraken over die aspecten tussen 2012 en 2014 toegenomen. 5.5
AANVULLENDE ANALYSES
In deze paragraaf is nader beschouwd of cao’s die een afspraak hebben over een doelstelling, een ri&e of een arbocatalogus meer afspraken in de cao over preventie en ziekteverzuim hebben dan cao’s die hier geen afspraak over hebben. Om dit in beeld te brengen is per hoofdstuk per cao het totaal aantal afspraken geteld. De eerste kolom gaat over preventie en ziekteverzuim, de tweede alleen over preventie en de derde alleen over ziekteverzuim. Vervolgens is er een gemiddelde berekend. Dit gemiddelde staat in de eerste regel van de tabel. Voor de cao’s met een doelstelling is ook per hoofdstuk nagegaan hoeveel afspraken er gemiddeld zijn gemaakt. Een overzicht staat in tabel 5.1.
39
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
Tabel 5.5:
alle cao's
gemiddeld aantal afspraken per hoofdstuk per cao, cao’s met en zonder een doelstelling, ri&e en arbocatalogus Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 2,9 7,4 3,4
met doelstelling (n=66) zonder doelstelling (n=34)
3,5 1,8
8,1 5,9
3,9 2,4
met afspraak over ri&e (n=54) zonder afspraak ri&e (n=46)
3,7 2,0
9,5 4,9
3,8 2,8
met afspraak over arbocatalogus (n=32) zonder afspraak arbocatalogus (n=68)
4,0 2,3
10,8 5,7
4,5 2,8
Uit bovenstaande tabel blijkt dat cao’s met afspraken over een doelstelling, een ri&e of een arbocatalogus meer afspraken over de onderzochte onderwerpen kennen dan cao’s zonder afspraken over een doelstelling, ri&e of arbocatalogus.
40
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
BIJLAGEN
41
42
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
BIJLAGE I
ONDERZOCHTE CAO’S
Cao-naam
Aantal werknemers
sbi
Ingangsdatum
expiratie datum
Glastuinbouw
40800
11
01.07.2012 01.07.2014
Open Teelten Landbouwwerktuigen exploiterende ondernemingen
32600
11
01.07.2012 01.07.2014
22000
16
01.07.2013 01.07.2014
40100
107
01.03.2012 01.05.2013
2700
110
01.01.2013 01.01.2014
13000
131
01.07.2012 01.07.2014
Landbouw
Industrie Bakkersbedrijf Heineken Mode- interieur- tapijt- en textielindustrie Timmerindustrie Grafimedia DSM
8100
162
01.01.2013 01.01.2014
28300
181
01.02.2012 01.08.2013
5500
201
01.07.2012 01.01.2014
127300
240
01.07.2013 01.05.2015
40900
240
01.07.2013 01.05.2015
9800
241
01.04.2013 01.04.2014
151700
256
01.05.2013 01.03.2015
Philips
14000
260
01.01.2013 01.01.2015
Carrosseriebedrijf Meubelindustrie en meubileringsbedrijven
18100
292
01.05.2013 01.03.2015
Metalektro Metalektro HP Tata Steel Metaalbewerkingsbedrijf
Sociale werkvoorziening Netwerkbedrijven
15000
310
01.07.2012 01.01.2015
104000
329
01.12.2012 01.01.2014
16500
351
01.05.2013 01.11.2015
135400
410
01.01.2014 01.01.2015
Bouw Bouwnijverheid Bouwnijverheid Prorail Technisch installatiebedrijf Schilders- afwerkings- en glaszetbedrijf
4200
421
01.03.2013 01.03.2015
136300
432
01.05.2013 01.03.2015
21100
433
06.04.2013 31.12.2014
Handel en Horeca Motorvoertuigen- en tweewielerbedrijf
75200
452
01.10.2012 01.11.2014
Bloemen- en plantengroothandel
8200
462
01.07.2012 01.07.2014
Vleessector
9100
463
01.04.2013 01.04.2014
Albert Heijn Logistics
3000
463
15.10.2012 15.10.2014
Technische groothandel
44200
464
01.07.2011 01.01.2013
ICK branche
31600
466
01.01.2013 01.01.2014
La Place B.V.
4900
471
01.07.2011 01.02.2013
V&D non food
5400
471
01.07.2011 01.02.2013
Levensmiddelenbedrijf
152900
472
01.04.2011 01.04.2013
Levensmiddelen grootwinkelbedrijf
140000
472
01.04.2011 01.04.2013
Slagersbedrijf
16900
472
01.04.2013 31.03.2014
Tankstations en wasbedrijven
17200
473
01.11.2013 01.11.2015
5500
475
01.10.2013 01.10.2014
Ikea
43
Cao-naam
Aantal werknemers
sbi
Ingangsdatum
expiratie datum
Doe het zelf branche
22400
475
01.07.2012 01.07.2013
Boekhandel en kantoorvakhandel
21000
476
01.04.2012 01.04.2014
Apotheken
22700
477
01.01.2014 01.01.2015
Fashion en Sport Inretail
93500
477
01.07.2012 01.10.2013
300000
551
01.08.2012 01.01.2014
Recreatie
27700
552
01.07.2013 01.07.2014
Contractcatering
17700
562
01.04.2013 01.04.2014
NS
14800
491
01.11.2010 01.02.2013
Openbaar vervoer
13300
493
01.01.2013 01.01.2014
Taxivervoer
30400
493
01.01.2014 01.01.2015
Horeca
Vervoer en Communicatie
GVB Goederenvervoer Beroepsgoederenvervoer
3700
493
01.01.2013 01.01.2014
20000
494
01.01.2012 01.01.2014
116900
494
01.01.2012 01.01.2014
Selektvracht
3000
494
01.01.2011 01.01.2013
DHL Logistics
3700
494
01.04.2013 01.04.2015
DHL Express
3500
494
01.01.2013 01.01.2015
PostNL CAO voor PostNL PostNL CAO voor Postbezorger (vh TNT cao postbezorgers)
22500
531
01.01.2012 01.04.2013
22500
531
01.01.2013 01.01.2014
Postverspreiders
19600
532
01.04.2011 01.01.2014
Koninklijke KPN N.V.
11900
611
01.06.2013 01.04.2014
2500
620
01.01.2013 01.01.2014
SNS Reaal
6400
641
01.06.2012 01.01.2014
Rabobank
40000
641
01.07.2013 01.01.2016
ABN Amro
19900
641
01.01.2013 01.01.2014
ING-BANK
28000
641
01.01.2012 01.01.2015
Achmea
15400
643
01.06.2013 01.06.2014
Verzekeringsbedrijf binnendienst
14500
651
01.01.2014 01.01.2015
4200
651
01.01.2012 01.01.2014
KPN Corporate Market (vh. Getronics) Zakelijke diensverlening
Delta Lloyd Aegon Nederland N.V.
3100
651
01.01.2014 30.06.2015
31700
682
01.07.2013 01.01.2014
8700
711
01.03.2013 01.03.2015
Uitzendkrachten ABU
218900
782
05.11.2012 05.11.2017
Uitzendkrachten NBBU
100000
782
01.04.2009 01.01.2014
19400
791
01.04.2012 01.11.2013
3600
799
01.04.2012 01.04.2014
Woondiensten Architectenbureaus
Reisbranche ANWB beveiliging, Particuliere Schoonmaak- en glazenwassersbedrijf Hoveniers FLORA Holland
23900
801
01.07.2012 01.10.2013
137000
812
01.01.2012 01.01.2014
16200
813
01.03.2013 01.01.2014
4200
829
01.07.2011 01.07.2013
163100
841
01.06.2011 01.01.2013
12200
841
01.06.2011 01.06.2012
Overige dienstverlening Gemeente-ambtenaren Provincies
44
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
Cao-naam Rijkspersoneel
Aantal werknemers
sbi
Ingangsdatum
expiratie datum
117000
841
01.01.2007 01.01.2011
Defensie
61800
842
01.03.2010 01.03.2013
Politie
65400
842
01.01.2012 01.01.2015
Sociale verzekeringsbank
3200
843
01.10.2011 01.07.2014
18900
843
01.08.2011 01.02.2014
142000
852
01.01.2013 01.07.2014
53000
853
01.11.2010 31.03.2011
110000
853
01.08.2011 01.08.2012
6700
853
01.08.2012 01.08.2013
Hoger beroepsonderwijs
42000
854
01.02.2012 01.10.2013
Nederlandse universiteiten
47000
854
01.01.2011 01.01.2014
203700
861
01.03.2011 01.03.2014
UMC's
66000
861
01.03.2011 01.04.2013
Huisartsenzorg
23300
862
01.01.2013 01.01.2014
Geestelijke gezondheidszorg
78500
862
01.03.2011 01.01.2013
3000
869
01.03.2011 01.03.2014
460000
871
01.09.2013 01.09.2014
2500
872
01.01.2013 01.01.2014
UWV werkbedrijf Primair onderwijs BVE Voortgezet onderwijs Ons middelbaar onderwijs
Ziekenhuizen
Sanquin VVT Fokus Gehandicaptenzorg
158400
872
01.03.2011 01.03.2014
Jeugdzorg
31000
879
01.05.2011 01.05.2014
Welzijn
66600
889
01.01.2012 01.01.2014
Kinderopvang
86900
889
01.01.2012 01.01.2015
Bibliotheken, Openbare
8600
910
01.01.2012 01.01.2014
Textielverzorging
8400
960
01.07.2013 01.07.2015
45
46
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
BIJLAGE II
RESULTATEN HOOFDSTUK 2 NAAR ECONOMISCHE SECTOR
In de onderstaande tabellen wordt, uitgesplitst naar economische sector, voor elk onderwerp vermeldt: het aantal cao’s met minstens één afspraak over het onderwerp; dit aantal uitgedrukt als percentage van de onderzochte cao’s in de desbetreffende sector; het percentage werknemers onder de onderzochte cao’s in de desbetreffende sector waarvoor het onderwerp geldt. Tabel II.1
Cao’s met minstens één afspraak een doelstelling op het gebied van preventie of verzuim Economische Sector Aantal cao’s % cao’s % werknemers Landbouw en visserij 2 67 57 Industrie 8 53 44 Bouwnijverheid 3 75 99 Handel en horeca 17 85 93 Vervoer en communicatie 10 71 53 Zakelijke dienstverlening 9 50 13 Overige dienstverlening 17 65 53 Totaal 66 66 57
Tabel II.2 Cao’s met minstens één afspraak over voorlichting Economische Sector Aantal cao’s % cao’s Landbouw en visserij 3 100 Industrie 9 60 Bouwnijverheid 3 75 Handel en horeca 10 50 Vervoer en communicatie 7 50 Zakelijke dienstverlening 11 61 Overige dienstverlening 13 50 Totaal 56 56
% werknemers 100 50 99 80 30 79 52 63
Tabel II.3 Cao’s met minstens één afspraak over scholing Economische Sector Aantal cao’s % cao’s Landbouw en visserij 3 100 Industrie 5 33 Bouwnijverheid 2 50 Handel en horeca 11 55 Vervoer en communicatie 5 36 Zakelijke dienstverlening 5 28 Overige dienstverlening 9 35 Totaal 40 40
% werknemers 100 13 53 77 30 29 48 47
Tabel II.4 Cao’s met minstens één afspraak over een brancheloket/coördinatiepunt Economische Sector Aantal cao’s % cao’s % werknemers Landbouw en visserij 3 100 100 Industrie 2 13 6 Bouwnijverheid 2 50 53 Handel en horeca 6 30 18 Vervoer en communicatie 1 7 5 Zakelijke dienstverlening 4 22 27 Overige dienstverlening 6 23 17 Totaal 24 24 20
47
Tabel II.5 Cao’s met minstens één afspraak over een studie/onderzoek Economische Sector Aantal cao’s % cao’s % werknemers Landbouw en visserij 3 100 100 Industrie 1 7 3 Bouwnijverheid 2 50 53 Handel en horeca 8 40 18 Vervoer en communicatie 6 43 72 Zakelijke dienstverlening 2 11 8 Overige dienstverlening 1 4 2 Totaal 23 23 15 Tabel II.6
Cao’s met minstens één afspraak over deskundige bijstand op het gebied van preventie of verzuim Economische Sector Aantal cao’s % cao’s % werknemers Landbouw en visserij 3 100 100 Industrie 7 47 41 Bouwnijverheid 3 75 99 Handel en horeca 15 758 63 Vervoer en communicatie 5 36 32 Zakelijke dienstverlening 9 50 22 Overige dienstverlening 19 73 73 Totaal 61 61 60
Tabel II.7
Cao’s met minstens één afspraak waarin een arbodienst één van de vier wettelijke taken verricht Economische Sector Aantal cao’s % cao’s % werknemers Landbouw en visserij 3 100 100 Industrie 6 40 40 Bouwnijverheid 3 75 99 Handel en horeca 12 60 61 Vervoer en communicatie 3 21 16 Zakelijke dienstverlening 7 39 14 Overige dienstverlening 10 39 24 Totaal 44 43 37
Tabel II.8 Cao’s met minstens één afspraak over een maatwerkregeling Economische Sector Aantal cao’s % cao’s % werknemers Landbouw en visserij 2 67 57 Industrie 4 27 11 Bouwnijverheid 0 0 0 Handel en horeca 5 25 43 Vervoer en communicatie 0 0 0 Zakelijke dienstverlening 2 11 4 Overige dienstverlening 5 19 27 Totaal 18 18 22
Tabel II.9 Cao’s met minstens één afspraak over een preventiemedewerker Economische Sector Aantal cao’s % cao’s % werknemers Landbouw en visserij 3 100 100 Industrie 3 20 9 Bouwnijverheid 1 25 46 Handel en horeca 3 15 33 Vervoer en communicatie 0 0 0 Zakelijke dienstverlening 1 6 1 Overige dienstverlening 6 23 34 Totaal 17 17 26
48
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
Tabel II.10 Cao’s met minstens één afspraak over een sociaal fonds op het gebied van preventie of verzuim Economische Sector Aantal cao’s % cao’s % werknemers Landbouw en visserij 3 100 100 Industrie 6 40 42 Bouwnijverheid 2 50 92 Handel en horeca 5 25 19 Vervoer en communicatie 1 7 11 Zakelijke dienstverlening 3 17 8 Overige dienstverlening 3 12 30 Totaal 23 23 30
49
50
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
BIJLAGE III
RESULTATEN HOOFDSTUK 3 NAAR ECONOMISCHE SECTOR
In de onderstaande tabellen wordt, uitgesplitst naar economische sector, voor elk onderwerp vermeldt: het aantal cao’s met minstens één afspraak over het onderwerp; dit aantal uitgedrukt als percentage van de onderzochte cao’s in de desbetreffende sector; het percentage werknemers onder de onderzochte cao’s in de desbetreffende sector waarvoor het onderwerp geldt. Tabel III.1 Cao’s met minstens één afspraak over een bedrijfsgezondheidskundige voorzieningen Economische Sector Aantal cao’s % cao’s % werknemers Landbouw en visserij 3 100 100 Industrie 13 87 92 Bouwnijverheid 3 75 99 Handel en horeca 18 90 94 Vervoer en communicatie 14 100 100 Zakelijke dienstverlening 11 61 23 Overige dienstverlening 23 89 99 Totaal 85 85 87
Tabel III.2 Cao’s met minstens één afspraak over een PAGO Economische Sector Aantal cao’s % cao’s Landbouw en visserij 3 100 Industrie 5 33 Bouwnijverheid 2 50 Handel en horeca 4 20 Vervoer en communicatie 4 29 Zakelijke dienstverlening 3 17 Overige dienstverlening 12 46 Totaal 33 33
% werknemers 100 15 53 7 23 5 34 24
Tabel III.3 Cao’s met minstens één afspraak over fysieke belasting Economische Sector Aantal cao’s % cao’s % werknemers Landbouw en visserij 2 67 57 Industrie 8 53 68 Bouwnijverheid 3 75 99 Handel en horeca 8 40 48 Vervoer en communicatie 4 29 22 Zakelijke dienstverlening 12 67 48 Overige dienstverlening 10 39 61 Totaal 47 47 57
Tabel III.4 Cao’s met minstens één afspraak over fysische factoren Economische Sector Aantal cao’s % cao’s % werknemers Landbouw en visserij 2 67 77 Industrie 6 40 61 Bouwnijverheid 3 75 99 Handel en horeca 6 30 70 Vervoer en communicatie 1 7 8 Zakelijke dienstverlening 3 17 26 Overige dienstverlening 5 19 33 Totaal 26 26 46
51
Tabel III.5 Cao’s met minstens één afspraak over veiligheid / gevaarlijk werk Economische Sector Aantal cao’s % cao’s % werknemers Landbouw en visserij 3 100 100 Industrie 8 53 48 Bouwnijverheid 3 75 99 Handel en horeca 15 75 89 Vervoer en communicatie 10 71 52 Zakelijke dienstverlening 9 50 79 Overige dienstverlening 13 50 58 Totaal 61 61 69
Tabel III.6 Cao’s met minstens één afspraak over (bescherming tegen) gevaarlijke stoffen Economische Sector Aantal cao’s % cao’s % werknemers Landbouw en visserij 3 100 100 Industrie 7 47 67 Bouwnijverheid 3 75 99 Handel en horeca 4 20 41 Vervoer en communicatie 1 7 7 Zakelijke dienstverlening 3 17 26 Overige dienstverlening 5 19 35 Totaal 26 26 42
Tabel III.7 Cao’s met minstens één afspraak over financiële compensatie voor bepaalde werkzaamheden Economische Sector Aantal cao’s % cao’s % werknemers Landbouw en visserij 0 0 0 Industrie 5 33 34 Bouwnijverheid 2 50 53 Handel en horeca 6 30 32 Vervoer en communicatie 2 14 48 Zakelijke dienstverlening 0 0 0 Overige dienstverlening 0 0 0 Totaal 15 15 16
Tabel III.8 Cao’s met minstens één afspraak over (bescherming tegen) biologische agentia Economische Sector Aantal cao’s % cao’s % werknemers Landbouw en visserij 3 100 100 Industrie 0 0 0 Bouwnijverheid 0 0 0 Handel en horeca 2 10 30 Vervoer en communicatie 0 0 0 Zakelijke dienstverlening 2 11 22 Overige dienstverlening 14 54 64 Totaal 21 22 37
52
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
Tabel III.9 Cao’s met minstens één afspraak over maatregelen tegen ongewenste omgangsvormen Economische Sector Aantal cao’s % cao’s % werknemers Landbouw en visserij 3 100 100 Industrie 5 33 33 Bouwnijverheid 1 25 1 Handel en horeca 15 75 85 Vervoer en communicatie 8 57 33 Zakelijke dienstverlening 16 89 95 Overige dienstverlening 20 77 82 Totaal 68 68 71
Tabel III.10
Cao’s met minstens één afspraak over maatregelen tegen werkdruk of werkstress Economische Sector Aantal cao’s % cao’s % werknemers Landbouw en visserij 1 33 23 Industrie 3 20 6 Bouwnijverheid 2 50 53 Handel en horeca 10 50 68 Vervoer en communicatie 4 29 25 Zakelijke dienstverlening 12 67 46 Overige dienstverlening 18 69 81 Totaal 51 51 60
Tabel III.11
Cao’s met minstens één afspraak over gezondheidsbevordering op de werkplek Economische Sector Aantal cao’s % cao’s % werknemers Landbouw en visserij 3 100 100 Industrie 3 20 9 Bouwnijverheid 2 50 47 Handel en horeca 5 25 37 Vervoer en communicatie 7 50 70 Zakelijke dienstverlening 11 61 32 Overige dienstverlening 10 39 41 Totaal 41 41 38
Tabel III.12
Cao’s met minstens één afspraak over (integraal) gezondheidsmanagement Economische Sector Aantal cao’s % cao’s Landbouw en visserij 0 0 Industrie 1 7 Bouwnijverheid 0 0 Handel en horeca 1 5 Vervoer en communicatie 1 29 Zakelijke dienstverlening 5 28 Overige dienstverlening 3 12 Totaal 14 14
% werknemers 0 1 0 1 18 5 5 4
Tabel III.13
Cao’s met minstens één afspraak over arbeidsrisico’s verbonden aan werken met ouderen Economische Sector Aantal cao’s % cao’s % werknemers Landbouw en visserij 0 0 0 Industrie 0 0 0 Bouwnijverheid 1 25 1 Handel en horeca 1 5 1 Vervoer en communicatie 1 7 8 Zakelijke dienstverlening 0 0 0 Overige dienstverlening 2 8 10 Totaal 5 5 5
53
Tabel III.14
Cao’s met minstens één afspraak over arbeidsrisico’s verbonden aan werken met jongeren Economische Sector Aantal cao’s % cao’s % werknemers Landbouw en visserij 1 33 23 Industrie 2 13 23 Bouwnijverheid 2 50 53 Handel en horeca 2 10 1 Vervoer en communicatie 0 0 0 Zakelijke dienstverlening 2 11 8 Overige dienstverlening 2 8 7 Totaal 11 11 11
Tabel III.15
Cao’s met minstens één afspraak over (het onderzoeken van) de werkplek Economische Sector Aantal cao’s % cao’s % werknemers Landbouw en visserij 3 100 100 Industrie 2 13 4 Bouwnijverheid 1 25 7 Handel en horeca 1 5 2 Vervoer en communicatie 3 21 52 Zakelijke dienstverlening 6 33 23 Overige dienstverlening 8 31 28 Totaal 24 24 21
Tabel III.16
Cao’s met minstens één afspraak waarin verwezen wordt naar een RI&E Economische Sector Aantal cao’s % cao’s % werknemers Landbouw en visserij 3 100 100 Industrie 6 40 19 Bouwnijverheid 2 50 53 Handel en horeca 16 80 95 Vervoer en communicatie 4 29 24 Zakelijke dienstverlening 9 50 47 Overige dienstverlening 14 54 69 Totaal 54 54 63
Tabel III.17
Cao’s met minstens één afspraak over de aanpak van arbeidsrisico’s in de RI&E Economische Sector Aantal cao’s % cao’s % werknemers Landbouw en visserij 0 0 0 Industrie 2 13 8 Bouwnijverheid 0 0 0 Handel en horeca 5 25 32 Vervoer en communicatie 2 14 15 Zakelijke dienstverlening 6 33 31 Overige dienstverlening 10 39 52 Totaal 25 25 34
Tabel III.18 Cao’s met minstens één afspraak waarin verwezen wordt naar een PvA Economische Sector Aantal cao’s % cao’s % werknemers Landbouw en visserij 2 67 57 Industrie 3 20 31 Bouwnijverheid 1 25 46 Handel en horeca 5 25 35 Vervoer en communicatie 0 0 0 Zakelijke dienstverlening 1 6 20 Overige dienstverlening 8 31 32 Totaal 20 20 30
54
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
Tabel III.19
Cao’s met minstens één afspraak over de aanpak van arbeidsrisico’s in het PvA Economische Sector Aantal cao’s % cao’s % werknemers Landbouw en visserij 0 0 0 Industrie 2 13 28 Bouwnijverheid 1 25 46 Handel en horeca 1 5 1 Vervoer en communicatie 0 0 0 Zakelijke dienstverlening 0 0 0 Overige dienstverlening 4 15 18 Totaal 8 8 14
Tabel III.20 Cao’s met minstens één afspraak die verwijst naar een arbocatalogus Economische Sector Aantal cao’s % cao’s % werknemers Landbouw en visserij 3 100 100 Industrie 2 13 4 Bouwnijverheid 1 25 7 Handel en horeca 9 45 52 Vervoer en communicatie 0 0 0 Zakelijke dienstverlening 5 28 13 Overige dienstverlening 12 46 58 Totaal 32 32 39
55
56
Preventie en (ziekte)verzuimaanpak 2014
BIJLAGE IV
RESULTATEN SECTOR
HOOFDSTUK
4
NAAR
ECONOMISCHE
In de onderstaande tabellen wordt, uitgesplitst naar economische sector, voor elk onderwerp vermeldt: het aantal cao’s met minstens één afspraak over het onderwerp; dit aantal uitgedrukt als percentage van de onderzochte cao’s in de desbetreffende sector; het percentage werknemers onder de onderzochte cao’s in de desbetreffende sector waarvoor het onderwerp geldt. Tabel IV.1 Cao’s met minstens één afspraak over ziekteverzuim Economische sector Aantal % cao’s cao’s Landbouw en visserij 3 100 Industrie 13 87 Bouwnijverheid 4 100 Handel en horeca 19 95 Vervoer en communicatie 12 86 Zakelijke dienstverlening 17 94 Overige dienstverlening 22 85 Totaal 90 90
% werknemers 100 92 100 99 54 80 97 92
57