Strategienotitie Preventie VVT Zorg en preventie, een onlosmakelijke verbinding!
Notitie strategisch preventiebeleid (thuis)zorg ActiZ augustus 2009/RvL
1
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Schets van ontwikkelingen en kaders 3. Stakeholders en huidig speelveld preventie 4. Waar staan Actiz-leden voor? 5. Wat wil ActiZ bereiken? 6. Hoe wil Actiz dit bereiken?
Bronnen en websites
Bijlagen 1. Definitie preventie 2. Deelnemers discussiebijeenkomst preventie thuiszorg 2 maart 2009 3. Amendement ouderengezondheidszorg (Kant)
Notitie strategisch preventiebeleid (thuis)zorg ActiZ augustus 2009/RvL
2
1. Inleiding Maatschappelijke ontwikkelingen leiden er toe dat preventie steeds meer aandacht krijgt. De toename van het aantal ouderen en chronisch zieken en de steeds ongezondere leefstijl van Nederlanders zijn van grote invloed op de goede gezondheid en op de kwaliteit van het leven. Preventie levert een positieve bijdrage aan een goede gezondheid en kan daarom ook de kosten voor de totale gezondheidszorg verlagen. Dat vraagt echter wel om een investering van vele parijen in en buiten de gezondheidszorg waarbij de eigen verantwoordelijkheid van ieder mens natuurlijk ook een belangrijke rol speelt. De WHO schat zelfs in dat door een betere inzet van preventie er maar liefst 70% minder zieken zouden zijn in de wereld. Definitie preventie Preventie is het totaal van maatregelen, zowel in als buiten de gezondheidszorg, dat tot doel heeft de gezondheid te bewaken door ziekte en gezondheidsproblemen te voorkomen. Afbakening preventie in deze strategienotitie Preventie beslaat de gehele levensloop van de mens. Van preconceptie advies tot bijvoorbeeld valpreventie bij ouderen. Deze notitie focust op de preventie aan volwassenen / ouderen in de sector Verpleging, Verzorging en Thuiszorg (VVT). Preventie in kraamzorg en jeugdgezondheidszorg (JGZ) wordt niet specifiek belicht; voor deze terreinen zijn aparte strategienota’s ontwikkeld. Redenen zijn ondermeer dat kraamzorg en JGZ eigen regelgeving en financieringsbronnen kennen, alsmede andere stakeholders en een eigen dynamiek. Waar ontmoeten de activiteiten elkaar? Kraamzorg en JGZ staan niet op zichzelf maar vormen onmisbare schakels in de keten van geboortezorg (verloskunde, kraamzorg) en de keten jeugdgezondheidszorg (Centra voor Jeugd en Gezin). Vroegsignalering en uitvoering geven aan preventieprogramma’s zijn kerntaken van de kraamzorg en de JGZ. Kraamzorg richt zich op een goede start van het pasgeboren kind en diens moeder in het gezin. In totaal maakt 95% van de kraamgezinnen in Nederland gebruik van kraamzorg. De JGZ is collectieve preventie met als doelgroep de totale populatie van 0-4 jarigen woonachtig in Nederland. De zorg voor 0 tot 4 jaar wordt geboden door thuiszorgorganisaties of door GGD’en. Thuiszorgorganisaties voeren consultatiebureaus uit, doen huisbezoeken, bieden opvoedingsondersteuning, etc. Alle activiteiten van de JGZ zijn derhalve preventieve activiteiten. De JGZ werkt volgens de indeling: universele preventie met activiteiten voor de hele bevolking, selectieve preventie met activiteiten voor groepen met risico en geïndiceerde preventieve met activiteiten voor individuen. Op dit laatste terrein ontmoeten de activiteiten voor jeugd en volwassen ouderen elkaar. Dat betreft met name de onderwerpen uit de landelijke preventienota: roken, overgewicht en depressie: • •
•
Overgewicht: Overgewicht begint in toenemende mate al op jonge leeftijd en wordt voor volwassenen een steeds groter gezondheidsprobleem. Preventie van meeroken: Het gezondheidsvoorlichtingprogramma: ‘Roken, niet waar de kleine bij is! is structureel opgenomen in het basistakenpakket JGZ. Dit is een bewezen effectief programma (onderzoek TNO). Het programma is ontwikkeld door STIVORO, welke ook de trainingen voor de professionals verzorgen. Ook voor volwassenen is er samenwerking met STIVORO Depressie: Voor depressie loopt in samenwerking met het Trimbos ene proef naar de interventie mogelijkheden in de JGZ van post nataal depressie.
Daarnaast vindt er bij Actiz een gezamenlijke deelname en afstemming van preventie voor jeugd en volwassenen / ouderen plaats door: • Samenwerking met GGD Nederland • Deelname aan Partnerschap Overgewicht Nederland (PON) • Deelname aan Nederlandse Public Health Federatie (NPHF) • Deelname aan het Public Health Congres Investering in preventie
Notitie strategisch preventiebeleid (thuis)zorg ActiZ augustus 2009/RvL
3
Preventie vraagt om investeringen op de lange termijn. Bewezen effectieve programma’s en interventies vergen een lange doorlooptijd. Dat is ook meteen een knelpunt voor de financiering. De effecten van investeringen zijn pas merkbaar op de lange termijn. Mede om die reden is preventie geliefd en verguisd. Iedereen ziet het belang maar wie gaat het betalen? Het driejarige subsidieprogramma ‘Preventiekracht Thuiszorg’ bij ZonMw eindigt dit jaar. Inmiddels is bekend, dat het preventieprogramma wordt verlengd met nog eens 3 jaar onder de noemer ‘Preventiekracht dicht bij huis’. Een verandering ten opzichte van de voorgaande jaren is, dat de middelen beschikbaar komen voor meerdere aanbieders van preventie. Daarbij is wel opgenomen, dat samenwerking met een thuiszorgaanbieder een vereiste is. De koers van ActiZ Eind 2007 hebben de leden gezamenlijk de koers van ActiZ bepaald. Deze is verwoord in ‘Ondernemen voor mensen’, waarin ook de speerpunten voor 2008 -2010 staan. In die koers staat de klant centraal, die is ‘de baas’. ActiZ-leden kiezen voor een versterking van de relatie tussen zorgaanbieders en klant. ActiZ creëert de randvoorwaarden die hiervoor nodig zijn. Het doel van deze notitie is om zorgondernemers, die preventie zien als een speerpunt, te helpen bij het (verder) uitzetten van hun eigen strategie voor preventie. ActiZ wil door middel van belangenbehartiging, marktordening en dienstverlening zorgondernemers ondersteunen om dit doel te realiseren. Door ZonMw vanuit het programma Preventiekracht Thuiszorg, STOOM en een aantal voormalige en zittende bestuurders /directeuren van zorgorganisaties (zie bijlage) is een actieve bijdrage geleverd aan de totstandkoming van deze strategienotitie door het leveren van tekstsuggesties, opbouwende kritiek en eigen beleidsdocumenten. Bij deze wil ActiZ al die partners en collega’s hartelijk bedanken voor hun bijdrage.
Notitie strategisch preventiebeleid (thuis)zorg ActiZ augustus 2009/RvL
4
2. Schets van ontwikkelingen en kaders Beleid VWS Preventie staat hoog op de politieke agenda. VWS heeft in december 2006 de preventienota ‘Kiezen voor gezond leven’ uitgebracht. In deze preventienota zijn de lijnen uitgezet voor het preventiebeleid in de periode van 2007 – 2010. In deze kabinetsnota zijn de 5 kernthema’s benoemd: het aanpakken van roken; diabetes; overgewicht, het tegengaan van schadelijk alcoholgebruik en depressie. Daarnaast is als belangrijke doelstelling aangegeven dat de preventieve en curatieve gezondheidszorg (inclusief de care) intensiever gaan samenwerken. En ook moet het rijksbeleid en lokaal beleid beter op elkaar afgestemd worden. In september 2007 heeft VWS haar brede preventievisie ‘Gezond zijn, gezond blijven’ openbaar gemaakt. Een belangrijke reden voor de grote belangstelling voor preventie is, dat ons land in de afgelopen jaren van de top in de gezondheidszorg, terecht is gekomen in de Europese middenmoot. Daarnaast blijken gezondheidsverschillen tussen verschillende bevolkingsgroepen in Nederland hardnekkig. Uit gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat de verschillen in levensverwachting tussen mensen met lager en hoger onderwijs zijn opgelopen tot 6-7 jaar. Het aantal jaren dat zij doorbrengen in goede gezondheid verschilt nog meer: 16 – 19 jaar! (Artikel ‘Gezond? Dan ben je vast niet arm’ van Johan Mackenbach, Volkskrant 17 januari 2009). De bedoeling is dat preventie vooral gaat leiden tot vermindering van de meest actuele volksgezondheidsproblemen zoals diabetes en overgewicht én tot de houdbaarheid van het zorgstelsel. Dit vraagt om aanpassingen en vernieuwing van het beleid, door VWS in vier thema’s ondergebracht: 1. Koesteren en innoveren van gezondheidsbescherming en ziektepreventie 2. Een samenhangend en integraal gezondheidsbeleid 3. Een verbinding tussen preventie en zorg(cure en care) 4. Bestuurlijke omgeving: verbinden, samenwerken en moderniseren In de zorg doen zich daarnaast een aantal ontwikkelingen voor die vragen om een nieuw perspectief op de vormgeving van deze zorg. Minister Klink heeft zijn visie weergegeven in ‘Dynamische eerstelijnszorg’ en in zijn brief ‘programmatische aanpak van chronische ziekten’ en ‘functionele bekostiging (december 2008). Deze ontwikkelingen zijn van belang voor preventie, preventie is immers onlosmakelijk verbonden met de zorg. Preventiecyclus. In het beleid van VWS is sprake van een preventiecyclus: In de Rijksnota stelt VWS haar preventiebeleid en de prioriteiten vast. Dit is mede gebaseerd op de Volksgezondheid Toekomsverkenningen (VTV). Gemeenten stellen elke vier jaar een nota Volksgezondheid op en het IGZ volgt de uitvoering. Belangrijke uitgangspunten in het beleid van het ministerie van VWS zijn de lokale samenwerking en uitvoering. Gemeenten krijgen steeds nadrukkelijker de regie in de Volksgezondheid, zeker ook als het gaat om het bevorderen van een gezonde leefstijl bij de burgers. De regionale GGD is de belangrijkste partner van gemeenten op het terrein van Volksgezondheid. Zij zorgen voor de regionale gezondheidsmonitor met epidemiologische gegevens. GGD’en maken in toenemende mate regionale VTV’s om de aanknopingspunten voor een regionaal gezondheidsbeleid te ondersteunen. In een aantal regio’s heeft de GGD ook een uitvoerende taak als het gaat om universele preventie. De thuiszorg is niet vanzelfsprekend een gesprekspartner van gemeenten. De mogelijkheden van preventie thuiszorg zijn bij gemeenten vaak niet goed in beeld. Wet Publieke Gezondheid en Ouderengezondheidszorg Per 1 december 2008 is de Wet Publieke Gezondheidszorg in werking getreden. Hiermee wordt de verantwoordelijkheid voor een samenhangend en integraal gezondheidsbeleid neergelegd bij de gemeenten. De wet handelt o.a. over de samenhang van preventieve gezondheidszorg; de implementatie en de rol van de centra RIVM, de prenatale zorg, de jeugdgezondheidszorg (JGZ), de beleidscyclus, het Rijksvaccinatie Programma (RVP) en de Sociaal Economische Gezondheidsverschillen (SEGV). Op dit moment worden wijzigingen in de WPG tweede tranche door ActiZ en de Nederlandse Public Health Federatie (NPHF) kritisch gevolgd en van commentaar voorzien. Ouderengezondheidszorg. De WPG is in werking getreden behoudens het artikel 5a over ouderengezondheidszorg (amendement Kant, zie bijlage 3). Middels dit artikel zal aan gemeenten worden opgedragen Notitie strategisch preventiebeleid (thuis)zorg ActiZ augustus 2009/RvL
5
publieke gezondheid voor ouderen boven de 65 jaar aan te bieden, net als de doelgroep jeugdigen. In het kader hiervan staat het Consultatiebureau voor Ouderen in de belangstelling, over deze functie en de effectiviteit zijn recent weer kritische kamervragen gesteld. ActiZ is in gesprek met alle betrokken partijen over de expertise van leden waarmee zij in gemeenten kunnen bijdragen aan de invulling en uitvoering van het ouderengezondheidszorgbeleid. Ook is in deze besprekingen de rol van GGD’en aan de orde in relatie tot de zorgondernemers. Quickscan Het Ministerie van VWS heeft een subsidie verstrekt aan Vilans, landelijk kenniscentrum langdurige zorg, om een quickscan uit te voeren naar ouderengezondheidszorg in het kader van de invulling van artikel 5a van de Wet Publieke Gezondheid (Wpg). Het Ministerie wil graag meer zicht krijgen welke preventieve activiteiten binnen gemeenten plaatsvinden gericht op (kwetsbare) ouderen en welke lacunes er zijn. De quickscan die Vilans uitvoert bestaat uit de volgende onderdelen: (1) een casestudie in vijf gemeenten, (2) een enquête die wordt uitgezet in 40 gemeenten, (3) een enquête over Consultatiebureaus voor ouderen en (4) interviews met stakeholders. Op grond van de informatie uit de casestudies zal Vilans daarna een digitale enquête opstellen die via internet verstuurd wordt aan organisaties in 40 gemeenten om zo tot een uitgebreidere inventarisatie te komen. Ook zal er een digitale enquête gehouden worden onder de Consultatiebureaus voor ouderen die in Nederland actief zijn. Tot slot zullen er interviews plaatsvinden met de belangrijkste landelijke organisaties die preventieve zorg voor ouderen in hun takenpakket hebben. De resultaten van de quickscan worden in september 2009 verwacht. Toekomstvisie VNG De VNG heeft in februari 2009 de ‘Toekomstvisie op publieke gezondheid’ vastgesteld. Daarin zijn aanbevelingen geformuleerd over de rol van gemeenten in een aantal uitgangspunten voor beleid. De belangrijkste aanbevelingen zijn: het centraal plaatsen van maatschappelijke vraagstukken; het verbinden van deelterreinen en het versterken van lokale kracht en regie. Ook is een toekomstvisie op de GGD uitgewerkt. Het WMO-beleid is door gemeenten voortvarend opgepakt. Dit in tegenstelling tot Publieke Gezondheid. Dat komt onder andere, doordat Publieke Gezondheid wel wettelijk wordt voorgeschreven en een nationale prioriteit is, maar er wordt door de overheid geen geld voor beschikbaar gesteld. Lokale gezondheid wordt door de overheid gezien als een eigen beleid van gemeenten en moet daarom uit eigen middelen worden betaald. Publieke Gezondheid is afhankelijk van de persoonlijke interesse van wethouders en is lastig, omdat er veel partijen mee gemoeid zijn. Bij gemeenten is weinig beleidscapaciteit voor Publieke Gezondheid beschikbaar. De GGD is een belangrijk adviesorgaan op dit terrein met eigen geld en initiatief. De regierol van gemeenten ligt op dit moment te veel bij de GGD, dit is onwenselijk. Afspraken tussen gemeenten en GGD’ en zijn vaak niet helder. GGD Nederland en GGD ‘en vormen een sterk blok. Zorgorganisaties hebben een andere rol en positie, zijn een ander type organisaties. Er is een landelijk project ‘Lokaal Centraal’ gestart. Dit project is gericht op bestuurlijke verbetering en samenwerking. VNG, VWS en GGD Nederland zijn hierin de partijen. ZonMw en RIVM leveren een bijdrage aan dit project door ondersteuning van de ontwikkeling van lokaal beleid. In de visie van VNG zou voor Publieke Gezondheid een programma zoals ‘Beter Voorkomen’ gewenst zijn waar onder andere een benchmark en sturen op resultaten onderdeel van uitmaken. Beter Voorkomen was een landelijk kwaliteitsprogramma (2005 – 2008) voor de collectieve preventie, Deze werd in opdracht van VWS uitgevoerd van 2005 – 2008 door VNG, GGD Nederland en door ActiZ, als trekker van het deelprogramma benchmark JGZ 0-19 jaar. Preventie in zorgverzekeringswet In het huidige basispakket is preventie gedeeltelijk al opgenomen. Het gaat om individuele, geïndiceerde en zorggerelateerde preventie. Indien er sprake is van een indicatie, hebben mensen nu al recht op vergoeding van preventieve medicatie (cholesterol- of bloeddrukverlagende medicijnen), dieetadvisering, en gedragstherapie i.g.v. depressie. In 2007 heeft het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) advies uitgebracht aan de minister van VWS over ook andere vormen van individuele preventie (rapport ‘Van preventie verzekerd’, juli 2007). CVZ concludeert dat het vergoeden van kosten om gezondheidsschade te voorkomen afwijkt van de huidige werkwijze, maar dat dit wel past in de ZvW. Probleem hierbij is echter wel de zorgverzekeringsparadox. Niet altijd komt het geld dat in preventie wordt geïnvesteerd weer terug bij de verzekeraar. Mensen zijn immers niet verplicht om bij een verzekeraar te blijven. Ander probleem is de acceptatieplicht. Verzekeraars mogen mensen met een verhoogd risico, of reeds aanwezige chronische ziekte, niet weigeren. Notitie strategisch preventiebeleid (thuis)zorg ActiZ augustus 2009/RvL
6
Oplossingen voor dit probleem worden door CVZ ook gegeven en inmiddels toegepast. Zo is er een contract mogelijk voor meerjaren met een verzekerde. Daarnaast is het verplichte eigen risico een mogelijkheid. Mensen die preventieve maatregelen nemen, kunnen de kosten daarvan terugkrijgen door deze niet te verrekenen met het eigen risico. Er lopen nadere studies naar mogelijkheden voor financiering van thema’s als roken (‘stoppen met roken’) en bewegen (‘beweegkuur’en ‘bewegen op recept’),in de huidige zorgverzekeringswet. Die ruimte in de basisverzekering, waarin preventie een gelegitimeerd aanbod is, blijkt groter te zijn dan aanvankelijk gedacht. Het ‘Stoppen-met-roken programma’ zal naar alle waarschijnlijkheid in 2010 een plaats krijgen in de basisverzekering.Onlangs zijn ook de volgende 2 rapporten vastgesteld en uitgebracht door de minister van VWS: • Preventie bij overgewicht en oobesitas: de gecombineerde leefstijlinterventie (de beweegkuur); • Preventie van diabetes: verzekerde zorg? Er is nog niet bekend wanneer deze 2 programma’s worden opgenomen in het basispakket. Wat betreft de beweegkuur voor mensen met overgewicht en obesitas is wel door het CVZ besloten, dat een verwijzing voor deelname alleen kan via de huisarts. Het achterliggende idee is, dat de huisarts de motivatie om te starten met de beweegkuur en het doorgaan, kan beïnvloeden. Een indicatie van de huisarts is eveneens van belang omdat er een kostenplaatje aan vast zit voor de verzekeraar. Het Partnerschap Overgewicht Nederland (PON), waarvan ActiZ een convenantpartner is, heeft in samenwerking met het Nederlands Instituut voor Sport en bewegen (NISB) een werkgroep ingesteld voor een nadere uitwerking en implementatie van de beweegkuur. Door ActiZ is aan de orde gesteld, dat ook andere professionals die een relatie hebben met de klant kunnen verwijzen naar de beweegkuur. Door de verwijzingsmogelijkheid alleen bij huisartsen neer te leggen is deelname aan de beweegkuur niet laagdrempelig en een groot deel van de beoogde doelgroep wordt niet bereikt, zij komen lang niet allemaal bij de huisarts terecht. Een verbreding van verwijzing via o.a. diëtisten, wijkverpleegkundigen. fysiotherapeuten en gezondheidsconsulenten is daarom gewenst. Andere partijen delen deze visie. Of verbreding van verwijzing wenselijk en mogelijk wordt geacht zal pas over 1 jaar bekeken worden door het CVZ. Deze ontwikkelingen worden door ActiZ nauwlettend gevolgd, in samenwerking met andere partijen. Voor diabetes geldt dat dit één van de chronische aandoeningen is waar gekozen wordt voor een programmatische aanpak. Dit houdt in dat preventie, cure en care op elkaar dienen te worden aangesloten, m.a.w. dat er ketenzorg wordt geboden. In zijn brief van 22 december 2008, heeft minister Klink aangekondigd dat m.i.v. 2010 voor 4 chronische ketens deze aanpak zal worden ingevoerd. Daarvoor wordt gewerkt aan een model voor functionele bekostiging, omdat de minister zich realiseert dat de versnippering van de financiering binnen de Zvw, Wmo en AWBZ, het organiseren van ketenaanbod bemoeilijkt. Het betreft naast diabetes ook cardio vasculaire risico’s, hartfalen en COPD. Chronische ziektes die in toenemende mate zullen gaan voorkomen onder de bevolking en waarvan het voorkomen en de ernst, mede bepaald worden door levensstijl.
Notitie strategisch preventiebeleid (thuis)zorg ActiZ augustus 2009/RvL
7
3. Stakeholders en huidig speelveld preventie Preventie is nauw verbonden aan zorg, wonen en welzijn, en het is bedoeld voor iedereen in alle leeftijdsfasen. In de eerstelijn houden veel professionals en niet-professionals (o.a. sportscholen, milieu) zich bezig met preventie. In zorgorganisaties zijn het vooral de verpleegkundigen, verzorgenden, diëtisten en preventiemedewerkers die preventietaken uitvoeren. Voor een deel gebeurt dit al in samenwerking met andere professionals en niet-professionals in de eerstelijn en er zijn al diverse preventie- en zorgprogramma’s ontwikkeld en geïmplementeerd. Ook de grote groep huishoudelijke hulpen vervult een belangrijke rol (signalering), maar dit aspect van hun werk staat voortdurend onder druk door kostenbeheersing. Op het gebied van preventie gaat het om een breed en groeiend veld van betrokkenen en stakeholders zoals overheden, VWS, VNG, GGD, MOgroep, beroepsverenigingen zoals V&VN, Nederlandse Vereniging van Diëtisten (NVD) en Nederlandse Vereniging voor Publieke Gezondheid (NVPG), Consumentenbond en patiëntenverenigingen. Op landelijk niveau werkt ActiZ samen met landelijke partijen zoals VWS, GGD Nederland, VNG, de MO-groep om strategische thema’s uit te werken en van goede randvoorwaarden te voorzien. ActiZ heeft zich daarom aangesloten bij de Nederlandse Public Health Federatie (NPHF). ActiZ heeft in april jl. een gespreksronde gehouden met de stakeholders en partners, waaronder; kamerleden van de SP, CDA en PvdA, VWS, VNG en GGD-Ned over o.a. in welke relatie zij staan tot zorgondernemers op het gebied van preventie. Kamerleden SP, CDA en PvdA Naar aanleiding van een bijeenkomst over ouderengezondheidszorg, georganiseerd door VNG en GGD-Ned in maart 2009, heeft ActiZ een gespreksronde gehouden met een aantal kamerleden die op die bijeenkomst hun visie gaven op ouderengezondheidszorg. Er is in de gespreksronde nader ingegaan op hun visie op ouderengezondheidszorg. Hierbij kwamen specifiek de consultatiebureaus voor ouderen aan de orde. Als belangrijkste kritiekpunt wordt door de kamerleden aangegeven dat de risicogroepen (lage Sociaal Economische Status (SES), allochtonen, eenzame mensen) niet bereikt worden via deze consultatiebureaus. Door ActiZ werd uiteengezet wat de kansen en mogelijkheden zijn van de thuiszorg om mede invulling te geven aan het lokale beleid en de uitvoering van ouderengezondheidszorg. Opvallend was, dat de SP een vrij goed beeld heeft van de mogelijkheden van de thuiszorg op het terrein van preventie en het grote bereik achter de voordeur. Bij het CDA en bij de PvdA was dit in een veel mindere mate het geval. Initiatief en een proactieve houding van de thuiszorg op dit terrein wordt positief gewaardeerd. De kamerleden hebben aangegeven graag nader in gesprek te willen gaan met ActiZ en met bestuurders van (thuis)zorgorganisaties over preventie, bijvoorbeeld tijdens een netwerkbijeenkomst. VWS De verantwoordelijkheid en uitvoering ligt op lokaal niveau bij en in gemeenten. Voor zorgondernemers die preventie thuiszorg ‘vermarkten’ stelt VWS dat het belangrijk is om aan te sluiten bij huisartsen, samen te werken met GGD’en en gemeenten. Zorgondernemers moeten aansluiten bij ketens, DBC’s en bij de beleidscyclus van gemeenten, daar komt de financiering voor preventie vandaan. VWS verwacht van zorgondernemers dat preventie (thuis)zorg: • ruimdenkend en passioneel wordt ingevuld, en de noodzaak wordt gezien van preventie • aansluit op Lokaal Centraal • bijdraagt aan landelijke speerpunten • aansluit op de WMO • zich richt op het verbinden van preventie, cure en care • kwetsbare burgers effectief bereikt (lage SES, allochtonen) VWS ziet drie belangrijke doelen voor preventie (ook voor voortzetting van ZonMw programma Preventiekracht thuiszorg na 2009): 1. kracht thuiszorg achter de voordeur gebruiken (signalering is belangrijk) en verbindingen leggen met preventie, relatie met verantwoorde zorg, expertise wijkverpleegkundigen inzetten, gespecialiseerde verzorgenden gebruiken en moderniseren; doelgroepen diëtisten, JGZ, kraamzorg benutten 2. samenwerken met andere partijen als woningcorporaties, welzijn e.d.; 3. vergroten bereik van allochtonen en lagere sociale milieus. Inmiddels is door VWS voor het vervolg van het subsidieprogramma ZonMW ‘Preventiekracht Thuiszorg’ een opdracht verstrekt aan ZonMw voor de komende 3 jaar. Het programma gaat verder onder de noemer ‘Preventiekracht dicht bij huis’. In dit programma ligt het accent op Notitie strategisch preventiebeleid (thuis)zorg ActiZ augustus 2009/RvL
8
preventie achter de voordeur. Verder is een verbreding van aanvragers subsidie opgenomen, waarbij als voorwaarde is gesteld dat er sprake moet zijn van regionale samenwerking + nadrukkelijk samenwerking met de thuiszorg. De focus in het programma blijft de thuiszorg, maar dit moet verder worden geoperationaliseerd. Het programma blijft gericht op de 5 landelijke speerpunten waaraan een 6de speerpunt is toegevoegd, namelijk valpreventie in de thuissituatie Betreffende de ouderengezondheidszorg is VWS van mening dat er al veel gebeurt op dit terrein. Het uitgangspunt is binnen de huidige financiering de uitvoering en samenhang van ouderengezondheidszorg te verbeteren. VWS verwacht van Actiz dat de brancheorganisatie:”Preventie Thuiszorg” promoot en faciliteert; stimuleert dat creatieve krachten worden aangeboord bij wijkverpleegkundigen; stimuleert dat huishoudelijke hulp (HH2) wordt ingezet op signalering en preventie, het belang benadrukt van goed registreren en monitoren. Hiervoor een eenvoudig instrument ontwikkelen; een goede registratie van bereik en resultaten van preventie bevordert. VNG Door de VNG wordt aan de thuiszorg geadviseerd om zich met overtuigingskracht goed te profileren bij gemeenten. De thuiszorg zou meer gebruik moeten maken van goed toegeruste accountbeheerders / regiomanagers die contacten en relaties aangaan met gemeenten. Winsemius schreef destijds al over goede buurten, dat de kracht ligt in kleinschaligheid in buurt en wijk en wat de rol van onderwijs, zorg en welzijn hierin is. Er is een toenemende grote groep in de zorg en de kosten drukken op deels AWBZ, zorgverzekering en gemeenten. Investeren in preventie is een must voor gemeenten. Wat kan de thuiszorg bijdragen om dit terug te dringen? Daarbij is ook belangrijk dat zorgorganisaties de incentives aantoonbaar maken voor AWBZ, politie, enzovoort (bijvoorbeeld met behulp met de meetmethodiek ‘Social Return On Investment’). De discussienotitie Preventie Thuiszorg van ActiZ wordt door VNG gezien als een goed handvat voor leden van ActiZ, Op basis van deze notitie zou een folder gemaakt kunnen worden voor leden en stakeholders (analoog aan de glossy van jeugd). VNG wil zo’n folder op haar website plaatsen. Deze informatie kan gemeenten ook helpen in deze fase van de voorbereidingen op de verkiezingen in 2010 en wellicht nog voor invulling van de beleidsplannen voor 2010. GGD-Nederland Door GGD-Nederland is in juni 2006 het ‘Visiedocument GGD en doelgroep ouderen’ uitgebracht. In deze notitie is beschreven welke rol de GGD op zich neemt en welke activiteiten een GGD uitvoert voor de doelgroep ouderen in de gemeenten van haar regio. GGD-Nederland ziet als belangrijkste rollen van GGD-en monitoring en beleidsregie. Het is belangrijk om veel meer te monitoren in de ouderengezondheidszorg, te stimuleren en ondersteunen van betere samenwerking en doorverwijzing op lokaal niveau, veel beter benutten en afstemmen wat er al gebeurt en preventie langdurig en niet projectmatig aan te pakken. GGD Nederland geeft in gesprekken met ActiZ aan dat de uitvoering van ouderengezondheidszorg in principe wordt overgelaten aan uitvoeringsorganisaties, maar wil zich (nog) niet officieel verbinden aan dit standpunt. Sommige GGD’en willen deze uitvoeringstaken (nog) niet loslaten. Zij kunnen hierdoor een concurrent worden voor andere (zorg)organisaties die deze activiteiten hadden kunnen uitvoeren. In de JGZ is een druk op zorgorganisaties ontstaan om de JGZ over te doen aan GGD’en, op dit terrein heeft GGD-Nederland nadrukkelijk wel een standpunt om de uitvoering van JGZ 0-19 jaar volledig bij GGD’en onder te brengen (JGZ in perspectief. Strategienotitie Actiz 2009 – 2010). Zorgverzekeraars De zorgverzekeraars richten zich steeds meer op maatregelen om de levensstijl van verzekerenden te beïnvloeden. De gezondheidschecks die worden uitgevoerd bij gezondheidscentra en door de huisarts, zijn bedoeld om vast te stellen of verzekerden een verhoogd risico hebben op een ziekte of beperkingen. In tegenstelling tot het zorggerelateerde en geïndiceerde preventieve aanbod, wordt voor deze gezondheidschecks geen indicatie gevraagd. Geconstateerd moet worden dat deze checks niet altijd gebruikt worden door de groep (zoals lage SES) waar de gezondheidsrisico’s bewezen het hoogst zijn. Ook is nog niet altijd voldoende kennis aanwezig over het werkelijke effect (sociaal en financieel) van de inzet van deze checks en de eventuele preventieve maatregelen. Er ligt een belangrijke taak voor de huisartsen, de poortwachters om te signaleren of cliënten een gezondheidsrisico lopen. Voor de thuiszorg ligt hier echter eveneens een kans. Zij komen al achter de deur, of zijn bekend bij de betreffende bevolkingsgroepen. Consultatiebureaus voor ouderen, welke verschijnen op meerdere plaatsen in het land, zijn bedoeld om ouderen uit te nodigen en Notitie strategisch preventiebeleid (thuis)zorg ActiZ augustus 2009/RvL
9
vast te stellen of preventieve maatregelen ingezet moeten worden en welke. De wijkverpleegkundigen zijn echter ook opgeleid om (achter de deur) te signaleren of levensstijl en zorgvraag aanleiding zijn om een verhoogd gezondheidsrisico te vermoeden. Helaas is het (nog) niet zo dat een wijkverpleegkundige de indicatie vervolgens kan stellen en het aanbod in gang kan zetten. Dit is drempelverhogend voor een cliënt. ActiZ streeft er naar om deze situatie wel te realiseren.
Notitie strategisch preventiebeleid (thuis)zorg ActiZ augustus 2009/RvL
10
4. Waar staan ActiZ-leden voor?
Korte historie Organisaties voor Thuiszorg hebben een lange traditie in de preventie en gezondheidsbevordering. Al sinds hun oprichting hebben zij het belang ingezien van primaire preventie, maar vooral van secundaire en tertiaire preventie. Een recente indeling van preventie is: universele, selectieve, geïndiceerde en zorggerelateerde preventie (zie bijlage 1). Daarvoor zijn tal van activiteiten ontwikkeld variërend van één op één voorlichting, tot cursussen en tot complete preventieprogramma’s gekoppeld aan de ketenzorg. In de praktijk blijkt het aanbod van de preventie en gezondheidsbevorderende activiteiten per thuiszorginstelling sterk te verschillen, zowel wat betreft de inhoud als wat betreft de kwaliteit. Er is sprake van een sterke schakel tussen zorg (cure en care) en preventie, en thuiszorgorganisaties hebben al een groot bereik bij mensen achter de voordeur in alle bevolkingslagen. Er wordt op verschillende manieren een bijdrage geleverd aan de gezondheid van kinderen, (chronisch) zieken en ouderen, zoals preventieve huisbezoeken, ondersteunende begeleiding gericht op participatie en nieuwe initiatieven zoals consultatiebureaus voor ouderen. Tot 2007 was preventie onderdeel van de AWBZ zorg. Organisaties voor thuiszorg boden preventieprogramma’s en cursussen aan aan haar leden. Denk hierbij aan onderwerpen als stoppen met roken, leven met diabetes, geheugentraining en valpreventie. Daarnaast is preventie altijd een belangrijk onderdeel geweest van de individuele zorgverlening aan cliënten thuis. De (wijk)verpleegkundige en verzorgende zien dit als een belangrijke taak. Zij signaleren, informeren, begeleiden, ondersteunen en adviseren tijdens het zorgproces. Preventie is eigenlijk onlosmakelijk verbonden met zorg. Programma Preventiekracht Thuiszorg Het ministerie van VWS heeft in 2006 besloten dat preventieactiviteiten niet langer binnen de AWBZ passen. Daarom werden per 1 januari 2007 de gelden overgeheveld van de AWBZ naar de begroting van VWS. VWS heeft ZonMw opdracht gegeven om in samenwerking met ActiZ een programma te ontwikkelen . Dit programma ‘Preventiekracht Thuiszorg’ is in 2007 bij ZonMw gestart voor de duur van 3 jaar met een budget van 31,7 miljoen.. ActiZ is nauw betrokken bij zowel de ontwikkeling als de uitvoering van het programma Preventiekracht Thuiszorg. Het programma heeft 4 hoofddoelstellingen: 1. Het bevorderen van een (kosten)effectieve uitvoering van preventie en gezondheidsbevordering bij thuiszorgorganisaties. 2. Het versterken van de verbinding tussen preventie en zorg. 3. Het bevorderen van samenwerking tussen thuiszorgorganisaties en andere (lokale) partijen. 4. Zorgdragen voor verankering. a) door het overdragen van de aansturing van de uitvoering van preventieactiviteiten aan het Centrum Gezond Leven of aan gemeenten in het kader van de Wet Publieke Gezondheidszorg (WPG). b) door het betrekken van ziektekostenverzekeraars bij de financiering van preventieactiviteiten door thuiszorgorganisaties. Binnen het programma Preventiekracht Thuiszorg vinden de volgende (ondersteunende) activiteiten plaats: ¾ Het subsidiëren van preventieprogramma’s. Jaarlijks schrijft programma Preventiekracht Thuiszorg een subsidieronde uit, wat betekent dat er in de driejarige looptijd drie subsidierondes plaatsvinden. Vanaf de start hebben 62 thuiszorgorganisaties deelgenomen aan het programma (waarvan 60 deelnemers lid zijn van ActiZ).. ¾ Het ontwikkelen van een overzicht van bestaande preventieprogramma’s. Binnen het programma vindt een inventarisatie plaats van bestaande methodieken voor preventie en gezondheidsbevordering evenals onderzoek naar de effectiviteit van veelbelovende programma’s en interventies. Het Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie (NIGZ) heeft de preventieactiviteiten in kaart gebracht en ondergebracht in de Qui-databank. In samenwerking met het Centrum Gezond Leven (RIVM) worden effectieve preventie-interventies geselecteerd en gecertificeerd. Vanaf december 2008 zijn deze goede voorbeelden van preventieprogramma’s en – interventies tevens terug te
Notitie strategisch preventiebeleid (thuis)zorg ActiZ augustus 2009/RvL
11
¾
¾
¾
vinden op www.loketgezondleven.nl. Dit is het digitale loket van Centrum Gezond Leven van het RIVM, waar professionals terecht kunnen voor alle informatie. Scholing. Vanuit het programma worden trainingen aangeboden aan managers en consulenten preventie/thuiszorg om de deskundigheid te vergroten. Er is een ééndaagse training aangeboden door het NIGZ over het schrijven van een subsidieaanvraag. Vervolgens heeft de Netherlands School of Public & Occupational Health (NSPOH) een meer uitgebreide training aangeboden, bestaande uit de volgende 3 programma’s: programmatisch werken, positionering en financiering van preventie in de thuiszorg. Gedurende deze training werken de cursisten aan een businesscase met als doel de positie van preventie thuiszorg te verbeteren. Het Landelijk steunpunt Preventie. Het Trimbosinstituut heeft opdracht gekregen invulling te geven aan een steunpunt voor de periode van april 2008 – december 2009. Het Trimbosinstituut werkt hierin nauw samen met ActiZ, ZonMw en NIGZ. Doel van het steunpunt is: eenduidige communicatie over de verschillende activiteiten van het preventieprogramma en uitwisselen van ervaringen en ideeën om thuiszorgpreventie beter te profileren. Deelnemers zijn managers en preventieconsulenten van zorgorganisaties . Academische thuiszorgwerkplaatsen. Voor overgewicht / obesitas, diabetes type 2, dementie en leefstijl, zijn academische werkplaatsen opgericht voor de duur van 3 jaar, waarin leden van ActiZ actief participeren. In deze werkplaatsen vindt op regionaal niveau samenwerking plaats tussen thuiszorgorganisaties, universitaire afdelingen en evt. kennisinstellingen en GGD’en .Via deze academische werkplaatsen worden praktijk en theorie bijeengebracht om wetenschappelijk onderbouwd de (kosten)effectiviteit van preventieprogramma’s aantoonbaar te maken en te verbeteren.
Vervolgopdracht ‘Preventiekracht dicht bij huis’ Met ministerie van VWS heeft ZonMw gevraagd een programmavoorstel te ontwikkelen in het vervolg van haar eerste opdracht in 2006. Dit programma moet bijdragen leveren aan een kwalitatieve (lokale) uitvoering van preventie en uiteindelijk aan het bevorderen van de volksgezondheid. De belangrijkste veranderingen in vergelijking met de periode 2007 – 2009 zijn: 1. Het gezamenlijk realiseren van een (lokaal) aanbod van preventie Het budget is beschikbaar voor meerdere partijen die werkzaam zijn op het gebied van preventieve gezondheidszorg, maar een thuiszorgorganisatie moet deel uitmaken van dit samenwerkingverband. Deze partijen dienen gezamenlijk een preventieplan in. 2. Het vergroten van het bereik van risicogroepen. Door een sterkere samenwerking op lokaal en regionaal niveau kunnen hulpverleners die al veel contacten hebben met mensen uit de risicogroepen, hieraan meer bijdragen dan voorheen. Preventie brengen bij de mensen die het nodig hebben. Anders dan in voorgaande 3 jaren komen de middelen nu beschikbaar voor meerdere aanbieders die projecten op het terrein van preventie en gezondheidsbevordering voorstellen, mits er een thuiszorgorganisatie deelneemt aan de samenwerking. Eén organisatie kan namens de anderen de subsidie aanvragen. De voorstellen worden geacht passend te zijn bij de expertise van de aanvragers. Het was ook binnen het lopende preventieprogramma reeds de bedoeling om andere partijen in te laten schrijven, maar dat heeft ActiZ destijds kunnen voorkomen. Het vergroten van het bereik van risicogroepen staat de komende jaren extra in de schijnwerpers. Het gaat specifiek om de mensen die risico lopen op het ontwikkelen van gezondheidsproblemen. Een grote groep onder hen wordt al gezien door hulpverleners ‘achter de voordeur’, ‘in de spreekkamer’ of ‘in de wijk’. Om die mensen daadwerkelijk te bereiken is er intensief contact nodig tussen de preventiemedewerkers en die hulpverleners of welzijnswerkers. Zij zijn de intermediairen naar de potentiële preventiecliënt. Dit vervolgprogramma heeft eveneens een looptijd van 3 jaar en valt in de periode 2010 tot en met 2012. In 2009 wordt subsidieronde van 2010 voorbereid. Mede dankzij ActiZ kunnen andere partijen alleen een project indienen als zij daarin samenwerken met een thuiszorgorganisatie. ActiZ pleit op dit moment bij VWS en ZonMw voor een goede overgangsperiode voor de thuiszorg van het huidige naar het nieuwe programma. Er moet recht gedaan worden aan alle voorwerk van Actiz en de thuiszorg en voorkomen moet worden dat de bij de thuiszorg ingezette ontwikkelingen op het terrein van preventie in de knel komen.
Kansen en bedreigingen voor preventie thuiszorg. Notitie strategisch preventiebeleid (thuis)zorg ActiZ augustus 2009/RvL
12
Kansen Preventie als onderdeel van de zorgverlening Preventie is meestal onderdeel van het zorgproces wat gegeven wordt aan cliënten thuis. Deze individuele zorgverlening is de core-business van de thuiszorg. Zij komen op een laagdrempelige manier bij alle lagen van de bevolking thuis en hebben zicht op de thuissituatie en een vanzelfsprekend contact met cliënten en hun mantelzorgers. Deze vorm van individuele preventie is zo vanzelfsprekend dat deze onvoldoende wordt gezien en benut. Verbetering van de samenwerking binnen de organisatie tussen de afdelingen zorgverlening en preventie en een programmatische aanpak van preventie met de cliënt als vertrekpunt biedt veel kansen voor preventie thuiszorg! Landelijk uitvoeringsprogramma ’De wijkverpleegkundige als waardevolle schakel tussen bereiken en verbinden’. Begin 2009 heeft ZonMw van VWS – mede namens VROM / WWI – de opdracht gekregen om uitwerking te geven aan de motie Hamer. Het gaat daarbij om het inhoud geven aan een programma dat erop is gericht de integrale aanpak tussen wonen, zorg en welzijn, te beginnen in de 40 aandachtswijken, te stimuleren. Met de extra inzet van wijkverpleegkundige functie met name in de aandachtswijken wordt beoogt de integrale aanpak tussen wonen, zorg en welzijn te vergroten, de verbinding tussen vraag en aanbod voor de burger op wijkniveau en de bereikbaarheid te optimaliseren en een sluitende woon, zorg- en dienstverlening in de wijk passend bij de behoeften van (met name de kwetsbare) burger te realiseren. De wijkverpleegkundige in de aandachtswijken is een functie waarbinnen naast reguliere taken in de zorgverlening taken als coördinatie en regie, indicatiestelling en doorverwijzing , signalering en probleemanalyse op wijkniveau worden versterkt cq vernieuwd. Daarbij gaat het om vanuit zowel zorg- als preventieve taken de noodzakelijke verbindingen te leggen en samenwerking en afstemming te realiseren. Het gaat om samenhangende taken en functies als: • Vroeg signaleren en doorverwijzen. • Zorg verlenen, adviseren en toeleiden. • Het vergroten van het bereik van interventies onder relevante doelgroepen (dan wel het op ‘maat’ maken passend bij de doelgroepen en context van de wijk). • Registeren en volgen. • Monitoren van beleidsrelevante informatie als feedback voor lokaal gezondheidsbeleid. Het is belangrijk dat de wijkverpleegkundige in de aandachtswijken onderdeel is van een organisatorische eenheid die haar ondersteunt in het maken van de noodzakelijke verbindingen De organisatorische eenheid kan een regionale/ lokale zorg-of welzijnsorganisatie zijn maar ook bijvoorbeeld een huisartsenpraktijk of gezondheidscentrum Voor de inzet van deze wijkverpleegkundigen in de aandachtswijken kan 75% van de € 10 miljoen die vanaf 2009 voor een periode van vier jaar structureel ter beschikking komt, worden besteed. Het overige deel kan beschikbaar komen voor goede initiatieven buiten deze wijken. Het programma loopt in principe van 2009 tot en met 2012. ActiZ is betrokken geweest bij de uitwerking van het plan, zoals dit door ZonMw wordt uitgevoerd. Kwaliteit en profilering De thuiszorgpreventie maakt een kwaliteitsslag door, als gevolg van het ZonMw programma ‘Preventiekracht Thuiszorg’. Naast deze kwaliteitsslag komt ook de strategische positionering van preventie op lokaal niveau aan bod en worden preventieconsulenten getraind om hun rol hierin te verbeteren. Een goed aanbod op het gebied van preventie en gezondheidsbevordering biedt mogelijkheden voor zorgorganisaties om zich ten opzichte van anderen te profileren en zich te onderscheiden. Een relatief klein werkterrein kan een grote uitstraling hebben in de markt. Verbeteren van leefstijl via thuisbegeleiding. Thuisbegeleiding (voorheen ook wel bekend als Gespecialiseerde Verzorging) is een interventie bij multi problem gezinnen. Er wordt hulp en begeleiding thuis aan mensen geboden om weer grip te krijgen op het dagelijkse leven. Hun leven is verstoord geraakt door gedragsproblemen, Notitie strategisch preventiebeleid (thuis)zorg ActiZ augustus 2009/RvL
13
verslavingsproblemen, psychiatrische en psychosociale problemen en opvoed- en opgroeiproblemen. Doordat de gespecialiseerd verzorgende ook zelf de handen uit de mouwen steekt ervaren mensen deze vorm van zorg over het algemeen meer als ‘helpend’ dan hulp waarbij vooral wordt gepraat met de mensen. Cliënten accepteren deze hulp makkelijker. Leefstijl komt ook aan de orde bij de thuisbegeleiding. Mogelijk is er op dit punt nog meer gezondheidswinst te behalen via de thuisbegeleiding, omdat deze mensen moeilijk te bereiken zijn via reguliere preventieprogramma’s. Nieuwe financiële mogelijkheden Ook de positie van de ziektekostenverzekeraars is ingrijpend veranderd. Dat heeft er toe geleid dat zij hier en daar preventieactiviteiten in hun aanvullende pakketten hebben opgenomen. De invoering van DBC-financiering, ook in zorgketens, biedt mogelijkheden om preventieactiviteiten te financieren vanuit de zorgverzekering. De komende jaren zal blijken hoe dit zich zal gaan ontwikkelen. Voorwaarde voor dit type financiering lijkt in ieder geval dat er duidelijkheid moet zijn over de kwaliteit en de effectiviteit van de aangeboden preventieve interventies. Ook een goede aansluiting van preventie in zorgprogramma´s voor chronische ziekten biedt grote kansen. Huisartsen zijn hierin een belangrijke samenwerkingspartner en deze zijn ook vaak hoofdaannemer voor een dergelijk programma. Als thuiszorgorganisatie kun je hier goed bij aansluiten door het leveren van de preventieve en verpleegkundige zorg. ActiZ wil zich in het komende jaar met name richten op de verbinding tussen preventie en zorg. Daar is nog veel winst in te behalen! Daarbij is financiering een belangrijk punt van aandacht. Bijvoorbeeld preventieve activiteiten in de zorg zoals de ‘beweegkuur’ ‘stoppen met roken’, depressiepreventie’ en zelfmanagement van chronisch zieken’ zullen, mits voldaan is aan een aantal voorwaarden zoals inbedding van preventieve activiteiten in het zorgpad van de cliënt, straks tot het basispakket van de zorgverzekeringen gaan behoren. VWS stelt hiervoor in 2009 5,3 miljoen euro voor proefimplementaties beschikbaar en een reservering om vanaf 2010 hierin structureel te voorzien. Werken met preventieprogramma’s Een relatief nieuwe ontwikkeling is het werken met (al ontwikkelde) preventieprogramma’s waarin wordt samengewerkt met andere partners in de keten. Een enkele keer is het preventieprogramma gekoppeld aan een zorgprogramma waarmee een integrale aanpak van zorg én preventie wordt nagestreefd. Deze nieuwe preventieprogramma’s richten zich vooral op de belangrijke ziektebeelden als diabetes, COPD en CVA. De thuiszorg heeft veel contacten met deze doelgroepen achter de voordeur en dit biedt goede mogelijkheden om in samenwerking met ketenpartners goed op de cliënt aansluitende preventieprogramma’s aan te bieden op lokaal niveau. Aansluiting bij WMO taken van de gemeente De thuiszorg heeft een groot bereik onder de doelgroepen ouderen, chronisch zieken en gehandicapten. Middels de Wet Publieke Gezondheidszorg, inclusief het amendement Kant (SP) over ouderengezondheidszorg, wordt de verantwoordelijkheid voor een samenhangend en integraal gezondheidsbeleid neergelegd bij de gemeenten. Gemeenten en GGD´en hebben op het gebied van ouderengezondheidszorg nog weinig preventieprogramma´s ontwikkeld. De thuiszorg heeft van oudsher wel veel expertise in huis. Denk hierbij aan signalering van eenzaamheid, en gezondheidsrisico´s bij mensen thuis tijdens de zorgverlening en door het aanbod van preventieve huisbezoeken en consultatiebureaus voor ouderen. Van belang is dat de thuiszorg zichzelf zichtbaar maakt bij gemeenten en gemeenten kan adviseren bij het vormgeven van hun gezondheidsbeleid. Preventie en technologie Bij de hele ontwikkeling van ‘Zorg-Op-Afstand’, waarbij cliënten thuis contact hebben met de verpleegkundige middels een beeldgeluid-verbinding, wordt preventie een belangrijk onderdeel. Denk hierbij bijvoorbeeld aan zelfzorgprogramma’s, informatie over leefstijl en ziektebeelden en goed medicatiegebruik. Door technologische middelen in te zetten komen deze vormen van gezondheidsbevordering en preventie op een efficiënte wijze binnen bereik van cliënten en worden hulpmiddelen geboden om hen hierbij te ondersteunen (vergroten van effectiviteit van preventieprogramma’s). Bedreigingen Verschuivingen in de markt In de thuiszorgsector is veel in beweging. Door de stelselherziening en de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) is de aansturing en de financiering van de sector Notitie strategisch preventiebeleid (thuis)zorg ActiZ augustus 2009/RvL
14
ingrijpend veranderd. De markt heeft haar intrede gedaan en de concurrentie is op veel plaatsen voelbaar. Dit kan consequenties hebben voor een goede aansluiting op lokale preventiemarkt. Ook zijn er verschuivingen te zien door fusies in de sector. Dat kan betekenen dat er veel minder thuiszorgorganisaties komen. Er komen echter ook nieuwe aanbieders bij. Waar het aantal thuiszorgorganisaties zal uitkomen is moeilijk voorspelbaar en ook is moeilijk te voorspellen wat hiervan de invloed is op de lokale preventiemarkt. Financiële positie zorgaanbieders De financiële positie van veel zorgaanbieders staat zwaar onder druk. Reserves teren in en de verwachting is dat er een aantal faillissementen zullen plaats vinden. Dat betekent dat de continuïteit van het bedrijf de hoogste prioriteit heeft van bestuurders. Preventie is maar een klein onderdeel van zorgorganisaties en staat meestal niet hoog op de agenda. Financiering na 2009 De financiële middelen (9,5 miljoen euro per jaar) voor de uitvoering van het programma ‘Preventiekracht Thuiszorg’ zijn tot en met 2009 ondergebracht bij ZonMw en zijn geoormerkt voor organisaties die van oudsher thuiszorg leveren en een AWBZ erkenning hebben. ActiZ en ZonMw hebben bij VWS met succes gepleit voor een verlenging van het programma voor een periode van nog eens drie jaar. Belangrijkste reden is dat je niet van thuiszorgorganisaties kunt verwachten om in een periode van drie jaar een omvangrijk pakket te hebben van bewezen effectieve preventieprogramma’s. Daar is meer tijd voor nodig. Inmiddels is bekend, dat het preventieprogramma wordt verlengd met nog eens 3 jaar onder de noemer van ‘Preventiekracht dicht bij huis’. Een verandering ten opzichte van de voorgaande jaren is, dat VWS heeft besloten om de middelen niet meer te oormerken voor de thuiszorg, maar beschikbaar te stellen voor alle organisaties die een goed projectplan indienen. Daarbij is wel opgenomen, dat samenwerking met een thuiszorgaanbieder een vereiste is. Knelpunten in de uitvoering Eén van de knelpunten is dat een groot deel van de zorgorganisaties er niet in slaagt de preventieprogramma’s (waarvoor subsidie is toegekend) in z’n totaliteit te realiseren. Uit een nadere analyse komt naar voren dat dit in belangrijke mate te maken heeft met een aantal factoren:’een ontbrekende visie op preventie in zorgorganisaties, te weinig afstemming en samenhang met zorg (o.a. belangrijk voor werving), onvoldoende ruimte voor deskundigheidsbevordering en ontbrekende / te beperkte voorwaarden voor uitvoering van de preventieprogramma’s. Cliëntenpad versus versnipperde financiering Een programmatische ketenaanpak van preventie met de cliënt als vertrekpunt wordt steeds meer gezien als een succesfactor, in plaats van het aanbieden van losse interventies door verschillende aanbieders. De uitvoering van zo’n programma wordt bemoeilijkt door een versnipperde financiering . Preventie wordt gefinancierd via zorgverzekeraars, als onderdeel van DBC’s, uit de AWBZ (geïndiceerd, zorggerelateerd, deels selectief), via gemeenten / WMO (universeel, selectief) en via subsidies. Onbekend maakt onbemind Ondanks de lange traditie in preventie en de kwaliteitsslag die gemaakt is in de laatste jaren is de thuiszorg er onvoldoende in geslaagd om bekend te staan als belangrijke aanbieder van preventie. In de regionale en landelijke ontwikkelingen wordt de thuiszorg nog vaak over het hoofd gezien en niet vanzelfsprekend gezien als een belangrijke samenwerkingspartij. Afbouw dieetadvisering en Jeugdgezondheidszorg Als de jeugdgezondheidszorg (JGZ) als gevolg van overname door GGD-en en de dieetadvisering, door de gewijzigde financiering naar vrije tarieven, geen onderdeel meer uitmaken van de thuiszorg kan het bereik van doelgroepen worden ingeperkt en kan er een breuk ontstaan in de tot nu toe vanzelfsprekende samenwerking op het terrein van preventie. Goede afspraken op regionaal niveau met diëtisten en JGZ door de thuiszorg als uitvoerder van preventie is daarom van belang.
Notitie strategisch preventiebeleid (thuis)zorg ActiZ augustus 2009/RvL
15
5. Wat wil ActiZ bereiken? ActiZ heeft preventie benoemd als één van de speerpunten van haar beleid van de komende jaren. Hiermee wordt beoogd belemmeringen voor zorgondernemers om actief te zijn op het terrein van preventie weg te nemen en de mogelijkheden hiervoor te verruimen. Hierbij zijn als resultaten benoemd: 1. Leden krijgen ruimte om meer aan preventie te kunnen doen (o.a.voldoende bekostiging). 2. Zorgorganisaties weten zich goed te positioneren en profileren op het terrein van preventie: zorgorganisaties zijn (wanneer zij daarvoor kiezen) een belangrijke partner en kwalitatief goede uitvoerder van taken op het gebied van preventie en worden ook door cliënten, stakeholders en financiers gezien als een belangrijke partij op het gebied van preventie. De kerntaken van de branchevereniging liggen op de terreinen belangenbehartiging, marktordening (gericht op een gezonde branche) en faciliteren van / dienstverlening aan de leden (gericht op een gezonde bedrijfsvoering). Waarbij nadrukkelijk de koers van ActiZ is om zich vooral te richten op belangenbehartiging: brancheontwikkeling en dienstverlening moet ondersteunend zijn aan deze belangenbehartiging. Bovenstaande impliceert meer of minder activiteiten van ActiZ op het vlak van belangenbehartiging, brancheontwikkeling en faciliteren van leden. Vanuit de belangen van (de leden van) ActiZ kunnen als kerntaken van ActiZ worden genoemd: Belangenbehartiging Realiseren van randvoorwaarden op het terrein van wettelijke kaders en financiering en verbeteren van de zichtbaarheid en het imago van preventie (thuis)zorg. Voor het realiseren van voldoende randvoorwaarden voor preventie onderneemt ActiZ op dit moment de volgende activiteiten: anticiperen en reageren op financiële ontwikkelingen bij o.a. gemeenten en in zorgverzekeringen; anticiperen en reageren op ontwikkelingen in de WPG (tweede tranche) en de ouderengezondheidszorg (amendement Kant); bepleiten van een goede overgangsperiode van het programma ‘Preventiekracht Thuiszorg’ bij VWS en ZonMw. ActiZ gaat voor het positioneren van preventie (thuis)zorg als cruciale speler in het veld. De (thuis)zorg is onderdeel van vele zorg- en preventieketens. Daardoor kan zij bij uitstek een verbindende rol vervullen tussen cure, care en preventie. Daarbij hoort ook het actief bevorderen van een goed imago van de branche, naast een actieve lobby voor voldoende randvoorwaarden. En het bekend maken en promoten van preventie in de (thuis)zorg. Een andere belangrijke lijn is het realiseren van een aantrekkelijke positie op de arbeidsmarkt. Een branche waar het fijn werken is met mogelijkheden voor ontplooiing. Marktordening Bij preventie in de eerste en tweede lijn zijn veel partijen betrokken. Dat vraagt om afstemming, samenwerking en ondernemerschap tussen zorgorganisaties en andere partners op lokaal niveau. gemeenten, GGD, Rossen, enz. In algemene zin gaat het hierbij om het verstevigen van de positie van de leden in de veranderende markt via de inzet van preventie. ActiZ staat voor de gezamenlijke marktbelangen van de leden en verricht activiteiten die de positie van de leden op die markt versterken en hen helpen hun positie op die markt te bepalen. Het is vervolgens aan de leden zelf om hun keuzes te maken en strategie te bepalen. Een actiepunt hierbij is marktverkenningen (laten) uitvoeren en onderzoeken waar de witte vlekken zitten t.a.v. hoogrisicogroepen, waar thuiszorg goed op aan kan sluiten bij preventie vanuit de zorgverlening achter de voordeur. Dienstverlening Dienstverlening op het terrein van preventie is als volgt ingedeeld: 1) Aanjagen van innovatie, gericht op preventie. initiëren, stimuleren en richting geven aan de ontwikkelingen (ontwikkeling van de branche en belangenbehartiging) a) Bewustwording en urgentiebesef bij de leden versterken. b) Koploperbijeenkomsten organiseren met als doel kennis te delen en een strategische verkenning te doen. 2) Aanjagen van en zo nodig zorgen voor beschikbaarheid en uitwisseling van kennis. (ontwikkeling van de branche, faciliteren van de leden)
Notitie strategisch preventiebeleid (thuis)zorg ActiZ augustus 2009/RvL
16
6.
Hoe wil ActiZ dit bereiken?
Over preventie wordt veel gepraat, Thuiszorg doet veel op dit terrein maar staat niet op de kaart. Mijn advies is: probeer de goede en slimme dingen te doen, dit is een fase van creatief worden. (Jo Caris) Op 2 maart 2009 heeft bij ActiZ een de discussiebijeenkomst met bestuurders, STOOM en ZonMw plaatsgevonden over de toekomst van preventie (zie bijlage 2). Er zijn veel suggesties naar voren gebracht, om preventie thuiszorg te versterken en beter op de kaart te zetten. Door deze groep van bevlogen bestuurders is verder aangegeven, dat preventie veel kansen biedt om de thuiszorg goed in de markt te zetten en te houden. Maar dit vraagt wel om ondernemerschap en om een bewuste keuze van bestuurders wel of niet actief te willen zijn op dit terrein. Quickscan Preventie Thuiszorg Na deze bijeenkomst is een quickscan uitgezet onder de bestuurders van 60 zorgorganisaties die deelnemen, of hebben deelgenomen aan het programma Preventiekracht Thuiszorg. Het doel van deze quickscan was meer zicht te krijgen op activiteiten en belangen van leden op het gebied van preventie, om als ActiZ de belangen op het gebied van preventie goed te kunnen behartigen. Om die reden waren de in deze quickscan opgenomen vragen niet alleen gericht op de door ZonMW gefinancierde preventieactiviteiten, maar op alle preventieactiviteiten van de thuiszorg in de ruime zin van het woord. Door 36 zorgorganisaties (60%) is de vragenlijst ingevuld. Quickscan Preventie Thuiszorg (N = 36) Wat doet u op het gebied van preventie voor verschillende doelgroepen?
o
prenatale zorg en kraamzorg
22 x
o
jeugdgezondheidszorg
23 x
o
dieetadvisering
31 x
o
chronisch zieken
34 x
o
ouderen
34 x
o
via ledenservice
23 x
o
anders nl:
17 x
De uitkomsten van de quickscan zijn, samen met de uitkomsten van de discussiebijeenkomst van 2 maart jl., door ActiZ gebruikt voor de uitwerking van deze strategienotitie en zullen ook weer worden gebruikt voor de verdere uitwerking van het onderstaande actieplan. Na vaststelling van deze notitie door het bestuur van ActiZ, wordt in samenwerking met STOOM en ZonMw nader uitwerking gegeven aan het actieplan en zullen afspraken worden gemaakt over de uitvoering en de financiering van de activiteiten.
Actieplan In dit actieplan neemt Actiz met name de rol van aanjager en ondersteuner in. En soms, in het kader van flankerend beleid, de rol van dienstverlener. Dit actieplan neemt een positie in naast de reeds lopende activiteiten op het terrein van preventie. Lobby en belangenbehartiging, zoals in het vorige hoofdstuk zijn beschreven,worden actief voortgezet door ActiZ. Met dit actieplan wordt beoogd, belemmeringen weg te nemen voor zorgondernemers om actief te zijn op het terrein van preventie en de mogelijkheden hiervoor te verruimen. Het vertrekpunt hierbij is dat bestuurders van zorgorganisaties zelf keuzes moeten maken en het zelf moeten doen op lokaal / regionaal niveau.
Notitie strategisch preventiebeleid (thuis)zorg ActiZ augustus 2009/RvL
17
1. Inventarisatie van mogelijkheden voor preventie thuiszorg Het doel is om boven tafel te krijgen : • Wat in programma ‘Preventiekracht Thuiszorg’ zit. • Zichtbaar maken lokaal en landelijk, welke activiteiten worden ontplooid door leden. Waar nog mogelijkheden zijn en welke instrumenten hierbij gebruikt kunnen worden. Wat de vraag is naar en de meerwaarde van preventie bij een toenemend aantal ouderen. • Focus op zorgpaden, leefbaarheid van buurten, specifieke samenhangende pakketten • Goede voorbeelden in kaart brengen van preventie en financiering. 2. Aantonen wat is bereikt (Prestatie-indicatoren) Voor de thuiszorg is het wenselijk om subdoelen en resultaten aan te kunnen geven en daarmee naar buiten te kunnen treden. Hierbij wordt gedacht aan bereikcijfers (algemeen en risicogroepen), korte termijn effecten en cijfers over succesvolle doorverwijzingen. Een tweede actiepunt is om in beeld te brengen, wat bepaalde preventieactiviteiten betekenen voor de leefbaarheid in buurten en wat deze oplevert voor de gemeenschap. Hierbij moet nader worden verkend of een hoogleraar, gekoppeld aan preventie, of een lector van een Hogeschool,een onderzoek kan doen naar de invloed van “Preventie Thuiszorg” op maatschappelijke kosten (o.a. met de meetmethode SROI). Ook heeft Actiz reeds contact met de MO-groep, brancheorganisatie voor maatschappelijk werk en welzijn, om de kosteneffectiviteit van vroegsignalering bij ouderen in kaart te brengen met behulp van de SROI methode. 3. Ondersteuning bij het opstellen van een marketingplan Met een marketingplan wordt beoogd het verkopen, verhandelbaar maken van preventie op lokaal niveau. Positionering, visie en uitstraling van”Preventie Thuiszorg” zijn hierbij noodzakelijke ingrediënten. Gemeenten zijn niet of onvoldoende bekend met preventie thuiszorg. Ook wordt de relatie tussen preventie en de care niet vanzelfsprekend gelegd. Als eerste actiepunt zal daarom op korte termijn een folder (zoals de ‘glossy’ van JGZ) worden ontwikkeld door ActiZ. Deze folder is bedoeld als handreiking voor leden om voor ingang naar en aansluiting op de preventiecyclus van gemeenten. Er is al veel beschikbaar op het gebied van marketing bij ActiZ. En tijdens de training van het programma ‘Preventiekracht Thuiszorg’ hebben de cursisten gewerkt aan een businesscase voor hun eigen organisatie, met als doel de positie van preventie thuiszorg te verbeteren (zie hoofdstuk 4). Dit vraagt om een nader onderzoek naar wat er al is en wat aansluit bij de behoeften van de bestuurders. Naar verwachting zal het niet nodig zijn dat er iets nieuws ontwikkeld moet worden voor het vermarkten van preventie, maar dat gebruik wordt gemaakt van reeds beschikbare marketinginstrumenten, die zo nodig worden aangepast. 4.
Organiseren en begeleiden van een (digitaal) netwerk van bestuurders, actief op het terrein van preventie, voor uitwisseling van kennis. Het doel is een netwerk van bestuurders op te richten, die actief zijn op het terrein van preventie.De behoefte is uitgesproken om digitaal en in bijeenkomsten kennis te gaan delen. Uitgangspunt hierbij is dat alle deelnemers zowel komen brengen als komen halen. Dit vraagt om de volgende activiteiten: • nader onderzoeken, welke behoeften er leven, wat nodig is voor het opzetten van een netwerk en welke professionele ondersteuning dit vraagt; nader verkennen van mogelijkheden om aan te sluiten bij het reeds bestaande landeljjke platform preventiekracht thuiszorg als onderdeel van het preventieprogramma bij ZonMw (zie hoofdstuk 4). Quickscan Preventie Thuiszorg ( N = 36) Is preventie een speerpunt in uw beleid voor de komende jaren? JA NEE
22x 4x
Hebt u behoefte aan deelname aan een netwerk van bestuurders actief op het terrein van (thuis)zorgpreventie om kennis te delen? JA 22 x NEE 2x MISSCHIEN 5x
Notitie strategisch preventiebeleid (thuis)zorg ActiZ augustus 2009/RvL
18
5.
Versterken en (opnieuw) inzetten van de preventieve rol van wijkverpleegkundige) Preventie achter de voordeur is omvangrijk, maar niet zichtbaar. Wijkverpleegkundigen hebben een grote rol in preventie en zij vormen een schakel tussen preventie en zorg. Het aantal wijkverpleegkundigen en hun rol in preventie is de laatste jaren duidelijk teruggedrongen. Recent heeft ZonMw van VWS de opdracht gekregen om uitwerking te geven aan de motie Hamer. Met de extra inzet van wijkverpleegkundige functie met name in de aandachtswijken wordt beoogt de integrale aanpak tussen wonen, zorg en welzijn te vergroten, de verbinding tussen vraag en aanbod voor de burger op wijkniveau en de bereikbaarheid te optimaliseren en een sluitende woon, zorg- en dienstverlening in de wijk passend bij de behoeften van (met name de kwetsbare) burger te realiseren (zie hoofdstuk 4). ZonMw zal een verbinding leggen tussen dit programma en het vervolgprogramma voor preventie, ActiZ is nauw betrokken bij beide programma’s. ActiZ is in gesprek met de NPCF en de V&VN over de positie van de wijkverpleegkundigen en heeft als basisdocument hiervoor de notitie ‘Basisvoorziening wijkverpleging, een maatschappelijke functie’ opgesteld. In deze notitie wordt preventie als een van de werkzaamheden van wijkverpleegkundigen genoemd. In aansluiting op de bovengenoemde ontwikkelingen zal nader worden uitgewerkt wat er aanvullend nodig is om de preventieve rol van wijkverpleegkundigen te versterken en op welke wijze dit ondersteund kan worden.
Notitie strategisch preventiebeleid (thuis)zorg ActiZ augustus 2009/RvL
19
Bronnen en websites Kiezen voor gezond leven 2007 2010, VWS december 2006 Gezond zijn, gezond blijven. Een visie op gezondheid en preventie, VWS september 2007 Toekomstvisie op publieke gezondheid. Maatschappelijke vraagstukken centraal – verbinden verschillende beleidsdomeinen, VNG februari 2009 Programmatekst Preventiekracht Thuiszorg, ZonMw 2006. Programmatekst Preventiekracht dicht bij huis, ZonMw 2009. Visiedocument GGD en doelgroep ouderen, GGD-Nederland, juni 2006. Versterking preventie in de eerstelijn: de thuiszorg als spil? Voorstel voor actieplan succesvol ondernemen. STOOM, november 2008 Rapport ‘Van preventie verzekerd’, CVZ 16 juli 2007 Rapport ‘Preventie bij overgewicht en obesitas: de gecombineerde leefstijlinterventie’, CVZ 23 februari 2009 Rapport ‘Preventie van diabetes: verzekerde zorg?’, CVZ 23 februari 2009 Zorg in de toekomst – Toekomst in de zorg. Urgentie en potentie in de eerstelijn. ActiZ Visienota eerstelijn, november 2008 JGZ in perspectief, strategienotitie 2009 – 2010, ActiZ december 2008 Notitie Preventie Thuiszorg. ActiZ discussienotitie preventie, februari 2009 Basisvoorziening wijkverpleging, een maatschappelijke functie, notitie ActiZ mei 2009 Websites en nieuwsbrieven van o.a.: ZonMw; STOOM; NPHF; VNG; ActiZ
Notitie strategisch preventiebeleid (thuis)zorg ActiZ augustus 2009/RvL
20
Bijlage 1 Definitie preventie Preventie is het totaal van maatregelen, zowel in als buiten de gezondheidszorg, dat tot doel heeft de gezondheid te bewaken door ziekte en gezondheidsproblemen te voorkomen. Er zijn verschillende manieren om preventie verder te definiëren: naar de mate waarin de activiteit (on)gevraagd is, of het een op het collectief of het individu gerichte activiteit betreft, in hoeverre preventie zich richt op gezonde of zieke mensen. Er kan gekeken worden naar het ziektestadium, naar de mate waarin mensen op hun individuele gedrag worden aangesproken of naar het type activiteit. In de literatuur en het spraakgebruik worden veel indelingen gehanteerd om de preventieve activiteiten te beschrijven. De meest gebruikte indeling is het beschrijven van preventie in: primaire preventie heeft als doel om ziekte te voorkomen door het wegnemen van de oorzaak. Hierbij is een gezonde populatie de doelgroep. secundaire preventie beoogt ziekte in een vroeg stadium op te sporen, daardoor eerder met behandelen te starten met als doel genezing te bewerkstelligen dan wel verergering van ziekte te voorkomen. De doelgroep omvat personen die ziek zijn (of een bepaalde genetische aanleg hebben), maar waarbij de ziekte nog niet is gediagnosticeerd of waarbij de genetische aanleg nog niet is vastgesteld. Zorg of tertiaire preventie zijn activiteiten die erop gericht zijn tekorten inde gezondheidstoestand en of de zelfredzaamheid van individuen (patiënten / cliënten) op te heffen, te reduceren en of te compenseren. Essentieel bij zorg en tertiaire preventie is, dat het zich richt op individuen waarbij reeds een ziekte aanwezig is en individuen die zich met een zorgvraag tot de zorg gericht hebben. Een meer recente indeling, die landelijk steeds meer wordt gebruikt en ook terug te vinden is in het advies van het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) van juni 2007 is vooral gebaseerd op de structuur en financiering van de zorg en maakt onderscheid tussen: Universele preventie richt zich op de algemene bevolking die niet gekenmerkt wordt door het bestaan van verhoogd risico op ziekte. Universele preventie heeft tot doel de kans op het ontstaan van ziekte of risicofactoren te verminderen; Selectieve preventie richt zich (ongevraagd) op (hoog)risicogroepen in de bevolking. Selectieve preventie heeft tot doel de gezondheid van specifieke risicogroepen te bevorderen door het uitvoeren van specifieke lokale, regionale of landelijke preventieprogramma’s. Het opsporen en toeleiden naar de zorg is een onderdeel van zo’n programma; Geïndiceerde preventie richt zich op individuen die veelal nog geen gediagnosticeerde ziekte hebben, maar wel risicofactoren of symptomen. Geïndiceerde preventie heeft tot doel het ontstaan van ziekte of verdere gezondheidsschade te voorkomen door een interventie / behandeling; Zorggerelateerde preventie richt zich op individuen met een ziekte of een of meerdere gezondheidsproblemen. Deze preventie heeft tot doel het individu te ondersteunen bij zelfredzaamheid, ziektelast te reduceren en ‘erger’ te voorkomen.
Notitie strategisch preventiebeleid (thuis)zorg ActiZ augustus 2009/RvL
21
Bijlage 2 Deelnemers discussiebijeenkomst Preventie Thuiszorg 2 maart 2009 Evean Stichting Icare • Dhr. B. Hogeboom, directeur Verpleging en Verzorging • Dhr. R. Haartsen, manager beleidsafdeling STMG • Mw. I. Bergsma, lid rvb Thuiszorg West Brabant • Mw. S. Stilling, algemeen directeur Activite • Mw. L. Leurs, directeur zorgbeleid De Zellingen • Mw. T. van Wijngaarden, lid rvb Sensire: • Mw. J. Oosting, manager product-/marktontwikkeling TZR Rotterdam • Dhr. R. Jonkman, directeur zorggroep STR (onderdeel van TZR) Voormalige bestuurders • Mw. J. Verseput • Mw. H. Glasbergen Stoom • Mw. J. Bastiaenen, directeur • Mw. T. van den Bosch, bestuurslid ZonMw • Mw. H. Hillmann, voorzitter programmacommissie Preventiekracht Thuiszorg • Mw. I. van Rooijen, programmasecretaris Preventiekracht Thuiszorg Externe gespreksleider • Dhr. J. Caris, academic director Actiz • • • •
Dhr. A. Koster, directeur Mw. H. Buijze, manager team Jeugd Mw. I. Borghuis, senior beleidsadviseur Mw. R. van Lier, beleidsmedewerker
Notitie strategisch preventiebeleid (thuis)zorg ActiZ augustus 2009/RvL
22
Bijlage 3 Amendement Ouderengezondheidszorg (Kant)
Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 2007–2008
31 316
Bepalingen over de zorg voor de publieke gezondheid (Wet publieke gezondheid)
Nr. 10
AMENDEMENT VAN HET LID KANT Ontvangen 14 mei 2008 De ondergetekende stelt het volgende amendement voor: I In artikel 1 wordt na onderdeel d een onderdeel ingevoegd, luidende: da. ouderengezondheidszorg: de publieke gezondheidszorg ten behoeve van personen boven de vijfenzestig jaar. II Na artikel 5 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 5a 1. Het college van burgemeester en wethouders draagt zorg voor de uitvoering van de ouderengezondheidszorg. 2. Ter uitvoering van de in het eerste lid bedoelde taak draagt het college van burgemeester en wethouders in ieder geval zorg voor: a. het op systematische wijze volgen en signaleren van ontwikkelingen in de gezondheidstoestand van ouderen en van gezondheidsbevorderende en -bedreigende factoren; b. het ramen van de behoeften aan zorg; c. de vroegtijdige opsporing en preventie van specifieke stoornissen als comorbiditeit; d. het geven van voorlichting, advies, instructie en begeleiding; e. het formuleren van maatregelen ter beïnvloeding van gezondheidsbedreigingen. 3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de werkzaamheden, bedoeld in het tweede lid. Toelichting In het advies van de tijdelijke commissie Ouderenbeleid «Lang zullen ze leven» werd geadviseerd om ouderen, net als de doelgroep jeugdigen, als specifieke doelgroep te formuleren in de Wet collectieve preventie volksgezondheid. De Wet collectieve preventie volksgezondheid wordt nu Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, 31 316, nr. 10 1 opgenomen in het wetsvoorstel Publieke Gezondheidszorg. Met name de preventie van comorbiditeit en specifieke zorgproblemen als decubitus, ondervoeding, uitdroging, smetplekken verdienen de aandacht in een vergrijzende samenleving. Kant
Notitie strategisch preventiebeleid (thuis)zorg ActiZ augustus 2009/RvL
23