Preventie door de thuiszorg Analyse van ontwikkelingen en kansen
Preventie door de thuiszorg
Analyse van ontwikkelingen en kansen
De thuiszorg heeft een lange traditie in gezondheidsbevordering en preventie. Op verzoek van ZonMw en van ActiZ, organisatie van zorgondernemers, heeft het Trimbos-instituut een analyse gemaakt van de aard en omvang van preventie door thuiszorgorganisaties. Op welke thema’s doen zij aan preventie en welke programma’s of interventies voeren zij daarvoor uit? De analyse maakt de stand van zaken in 2009 op en geeft zicht op kansen voor de toekomst. Het onderzoek betreft allereerst de activiteiten die ZonMw vanuit het programma PreventieKracht Thuiszorg (2007-2009) financierde op het gebied van universele, selectieve en geïndiceerde preventie. Daarnaast is via interviews in 2010 de zorggerelateerde preventie door thuiszorgorganisaties in kaart gebracht. In deze brochure vindt u de belangrijkste resultaten van het onderzoek.
De onderzoeksmethode
Voor het onderzoek zijn allereerst de eindverslagen over
2009 geanalyseerd van 56 van de 59 thuiszorgorganisaties
Definities van preventie
– Universele preventie vermindert de kans op
risicofactoren of ziekte bij de algemene bevolking.
uit het ZonMw-programma. Aanvullend zijn vragenlijsten
– Selectieve preventie bevordert de gezondheid bij
over onder andere organisatievorm en ingezette fte’s.
– Geïndiceerde preventie vermindert het ontstaan
venties en naar kenmerken en bereik van de doelgroepen.
– Zorggerelateerde preventie ondersteunt mensen
uitgezet bij de deelnemende instellingen, met vragen
Per preventiethema is gekeken naar de uitgevoerde interConsultatiebureaus voor Ouderen en activiteiten voor
mantelzorgers werden apart geïnventariseerd.
Om zorg gerelateerde preventie in beeld te krijgen, zijn in 2010
interviews gehouden met negen preventiedeskundigen
van zeven thuiszorgorganisaties verspreid over het land. Het gaat om coördinatoren, gespecialiseerde verpleegkundigen en stafmedewerkers.
(hoog)risicogroepen en leidt eventueel naar zorg.
van ziekten bij mensen die risicofactoren vertonen.
met gezondheidsproblemen bij zelfredzaamheid, vermindert de ziektelast en probeert ‘erger’ te voorkomen.
Zie figuur 1
Bij preventie zoekt de thuiszorg onder andere samenwerking
Preventie in de thuiszorgsetting
Volgens de ZonMw-definitie is preventie ‘het uitvoeren van
interventies of nemen van maatregelen teneinde de gezondheid
met GGD’en, de geestelijke gezondheidszorg, ziekenhuizen,
eerstelijnsorganisaties en steeds vaker ook met cliëntenraden.
te bevorderen en ziekten of gezondheidsproblemen te voor
Doelgroepen voor preventie
De preventieve en gezondheidsbevorderende activiteiten
gezondheidsproblemen en ziekten de doelgroep, dus ook als
komen, en zodoende gezondheidswinst te bereiken.’
van thuiszorgorganisaties zijn divers: van huisbezoeken tot groepsvoorlichting en cursussen, en van mantelzorgonder
steuning tot algemene preventieprogramma’s. De thema’s, in 2006 aangegeven door VWS in het preventiebeleid, zijn overgewicht, roken, diabetes, depressie en valpreventie.
Thuiszorgorganisaties werken zo veel mogelijk met protocollen,
standaarden en preventieprogramma’s gebaseerd op de praktijk.
In PreventieKracht Thuiszorg vormen mensen met risico op
zij nog geen indicatie voor zorg hebben. Thuiszorgorganisaties werken voor een veel bredere doelgroep; van jong tot oud, van gezond tot ziek en van stadswijkbewoners tot mensen in
dorpen. Juist omdat thuiszorgverleners ‘achter de voordeur’ komen, bereiken zij mensen die uit zichzelf niet zo snel om
informatie of advies vragen. Jaarlijks heeft de thuiszorg meer dan 600.000 cliënten.
Figuur 1
Indeling van preventie Public health / vrije markt
Universele preventie
Selectieve preventie
Zorgdomein
Geïndiceerde preventie
Zorggerelateerde preventie
Universele, selectieve en geïndiceerde preventie in de thuiszorg
Hoe ziet preventie in PreventieKracht Thuiszorg eruit?
De gegevens illustreren dat het werken met gestandaardiseerde
preventie blijkt dat 56 thuiszorgorganisaties in 2009 gemiddeld
normen die in de thuiszorgpreventie gemeengoed zijn. Maar in
Uit de inventarisatie van universele, selectieve en geïndiceerde bijna tien verschillende interventies uitvoerden. Dat deden zij vooral op de thema’s overgewicht, diabetes, psychische aan
doeningen, roken en valpreventie. Binnen deze thema’s zijn door alle organisaties tezamen 12.556 activiteiten uitgevoerd. Het
aanbod was grotendeels in programma’s gevat. Dat is belangrijk voor de kwaliteit van het werk, omdat het programmatisch
koppelen van interventies een groter effect heeft dan losstaande activiteiten. Dertien thuiszorgorganisaties hadden een
Consultatiebureau voor Ouderen en 32 organisaties boden activiteiten aan voor mantelzorgers.
Wat is het bereik van de interventies?
In 2009 werden met thuiszorgpreventie in totaal 96.328
interventies in 2009 nog in de kinderschoenen stond.
De activiteiten zijn weliswaar veelal gebaseerd op professionele tegenstelling tot de ggz-preventie kent de thuiszorg nog geen
lange traditie van wetenschappelijke interventieontwikkeling en
toetsing volgens de cyclus praktijk-onderzoek-praktijk. Bovendien heeft standaardisering pas recent een sterke stimulans gekregen met het certificeringstraject van het CGL. Naar verwachting neemt het aandeel gestandaardiseerde interventies in de uitvoering toe na 2009.
Wel is duidelijk geworden dat het veld behoefte heeft aan ondersteuning bij het integreren van ‘losse’ interventies.
Daarbij gaat het er om hoe deze te plaatsen zijn in een bredere programmatische aanpak, die passend is bij de lokale context. Zie figuur 4
personen bereikt. Daaronder vielen 6.732 mensen die bij de
Hoe is de thuiszorgpreventie georganiseerd?
mantelzorgers die profiteerden van specifieke interventies voor
varieert tussen de 0,8 en 15 fte per thuiszorgorganisatie, met een
Consultatiebureaus voor Ouderen langskwamen en 4.767
deze groep. Het totale bereik lag in 2009 een stuk hoger dan in 2007/2008, toen thuiszorgpreventie over twee jaar gerekend zo’n 148.000 personen bereikte.
Het bereik is verspreid over alle leeftijden. Bij overgewicht bestond de bereikte groep voor iets meer dan de helft uit
kinderen die op school les kregen over gezonde voeding en
De personele inzet voor organisatie en uitvoering van preventie gemiddelde van 4,5 fte. Gemiddeld 1 fte bestond uit extern
personeel, voornamelijk docenten en cursusleiders. Bij een deel
van de organisaties werden de activiteiten aangestuurd door een
leidinggevende preventie of gezondheidsbevordering. Hier was de omvang van de personele inzet met gemiddeld 5,5 fte iets groter.
beweging. Bij valpreventie bestond het bereik voor 94 procent
Hoe werkt men samen aan preventie?
mannen bereikt en bijna een vijfde is allochtoon.
Thuiszorg de lokale samenwerking rond preventie gestimuleerd
uit ouderen. In totaal zijn bijna twee keer zo veel vrouwen als
Zes thuiszorgorganisaties voerden specifieke activiteiten uit voor mensen met een lage sociaaleconomische status (SES).
Daarnaast organiseerden zes thuiszorgorganisaties wijkgerichte
Uit de analyse van de ZonMw-dossiers blijkt dat PreventieKracht heeft. In 2009 werkten thuiszorgorganisaties (gegevens van de
18 organisaties die een vragenlijst retourneerden) vooral samen met welzijns- en ouderenwerk (78%), fysiotherapeuten (72%)
preventie voor inwoners met een lage SES.
en huisartsen/praktijkondersteuners (67%). Het hoogste
gebied van valpreventie en overgewicht. De signalering werd in
Ook de deskundigheid van de ggz scoorde hoog (zie verder
Steeds meer organisaties doen aan signalering, met name op het de meeste gevallen uitgevoerd door wijkverpleegkundigen, een ontwikkeling die intussen sterk wordt gestimuleerd vanuit het
ZonMw-programma ‘Zichtbare schakel. De wijkverpleegkundige voor een gezonde buurt’ (zie ook verderop onder ‘Een blik op de toekomst’).
Zie figuur 2 en 3
rapportcijfer kreeg de samenwerking met ggz-instellingen (7,9). figuur 5). In de samenwerking met cliëntenraden lijkt nog winst te behalen.
Een derde van de thuiszorgorganisaties maakt als uitvoerders
deel uit van een regionaal samenwerkingsverband. Daarbij ging het meestal niet om een algemeen Platform Preventie. Het zijn
vooral samenwerkingsverbanden per thema of aandachtsgebied.
Wat is de kwaliteit van preventie door de thuiszorg?
Impuls voor samenwerking
diseerde interventies worden ingezet. In de praktijk is dat lastig,
subsidie in het vervolgprogramma PreventieKracht dicht bij
In theorie is preventie het effectiefst als daarbij gestandaar
omdat voor deze sector nog weinig van dergelijke interventies beschikbaar zijn. Dit zien we terug in de analyse: in 2009 was nog maar 3 procent van de activiteiten gestandaardiseerd, waarmee in totaal 11 procent van de cliënten werd bereikt.
Deze interventies voldoen aan de eisen van het RIVM Centrum Gezond Leven (CGL).
Samenwerking rond preventie is een voorwaarde voor huis (2010-2012) van ZonMw. Dit blijkt de bestaande
samenwerkingrelaties inmiddels een sterke impuls te
hebben gegeven, met name als middel om gezamenlijk de
kwaliteit en de regionale verankering van thuiszorgpreventie verder te verbeteren. Zie figuur 5
Figuur 2
Aantal uitvoerende instellingen en bereik
52.296
in personen per thema
Bereik in personen (n=96.328)
5.429
40 Overgewicht
Diabetes
Psychische aandoeningen
Valpreventie
Roken
Meerdere van de vijf thema’s
Consultatiebureaus voor ouderen
1.494
24
30
27 5.400
7.817 13
15
6.732
4.767 Mantelzorg
29
32
12.393
Aantal uitvoerende instellingen (n=56)
Figuur 3
17% 42%
38%
36%
38%
34%
28%
22%
22%
21%
11%
9%
5%
4%
Kenmerken doelgroepen per thema
65%
Man Vrouw
Overgewicht Diabetes
Psychische aandoeningen
Valpreventie
Roken
2% 89%
83%
Autochtoon
58%
0% 6% 94%
95%
72%
3%
96%
78%
1%
79%
62%
53%
78%
66%
61%
32%
Allochtoon
Ouder dan 65 23 – 65 Jonger dan 23
Figuur 4
Percentage gestandaardiseerde activiteiten
Onbeken
d 2%
Gestandaardiseerd 3%
Nie
t ge
stan
daa
rdis
eerd
95%
Figuur 5
Samenwerking
Gerapporteerd door achttien thuiszorgorganisaties (32%), in 2009 Partners
Percentage mee
Gemiddeld rapportcijfer
Gemiddeld rapportcijfer
samengewerkt
samenwerking
deskundigheid
Welzijnswerk/ouderenwerk
78%
6,9
7,1
Fysiotherapeut
72%
7,3
7,7
Huisarts/praktijkondersteuner
67%
6,4
7,0
Ziekenhuis
61%
7,1
7,6
Maatschappelijk werk
56%
6,7
7,5
Diëtist (extern)
50%
7,3
7,8
Jeugdgezondheidszorg
50%
7,3
7,8
Gemeente
50%
7,0
6,9
Sportinstituut
44%
7,0
7,0
Patiëntenorganisaties
44%
6,9
7,0
Onderwijs
44%
6,9
6,4
GGZ
39%
7,9
7,9
Zorgverzekeraar
33%
6,5
6,5
Verslavingszorg
22%
7,5
8,0
Zelforganisatie allochtonen Anders, namelijk: GGD Anders, namelijk: cliëntenraad
11%
7,5
7,5
28%
7,2
7,2
6%
9,0
5,0
Zorggerelateerde preventie door thuiszorgorganisaties
Waar richt zorggerelateerde preventie zich op?
Thuiszorg versterkt de zelfredzaamheid, vermindert de ziektelast
Wat is het bereik van zorggerelateerde preventie?
in zichzelf een vorm van zorggerelateerde preventie. Door deze
met de doelgroep van thuiszorg in het algemeen. Veelal zijn
en probeert ‘erger’ te voorkomen. Welbeschouwd is thuiszorg dus inzet kan iemand langer thuis blijven. De interviews die het
Trimbos-instituut in 2010 heeft afgenomen, geven zicht op de specifieke activiteiten die bij deze vorm van preventie horen:
observeren, signaleren, rapporteren en gespreksvoering ‘achter de
voordeur’. Thuiszorgmedewerkers houden hun oren en ogen open.
Met protocollen of checklists signaleren ze mogelijke complicaties, comorbiditeit en risico’s. Welke leefstijlfactoren zijn van invloed op de situatie? En hoe is het gesteld met de draagkracht van de
De doelgroep van de zorggerelateerde preventie valt samen
dat mensen met een chronische ziekte, onder wie veel ouderen. Daarnaast zijn het mensen die net uit het ziekenhuis komen. Bepaalde groepen worden minder met zorggerelateerde
preventie bereikt, omdat zij niet of te laat hulp van de thuis-
zorg inroepen. Dat geldt vooral voor nieuwe Nederlanders en
mensen met een lage sociaaleconomische status, maar ook voor sommige hoogopgeleiden.
zijn huidletsel, voedingstoestand, valincidenten, medicijn
Hoe is de zorggerelateerde preventie georganiseerd?
en depressie. Dit laatste thema wordt vaak gekoppeld aan het
de zorgteams. Daarin zitten over het algemeen wijkverpleeg
mantelzorg? De meest genoemde thema’s voor risicosignalering veiligheid, incontinentie, psychosociaal welbevinden, dementie voorkomen van eenzaamheid en rouwverwerking.
Hoe ziet zorggerelateerde preventie eruit?
Thuiszorgmedewerkers gaan met de signalen aan de slag in
afstemming met andere zorgverleners. Zij geven voorlichting, advies en instructie over de medische kant van het omgaan
met de aandoening. Daarnaast richten zij zich op psychosociale
De zorggerelateerde preventie krijgt vorm in het werk van kundigen, gespecialiseerde verpleegkundigen, zieken
verzorgenden en ‘gewone’ verzorgenden (bijvoorbeeld
verzorgenden Individuele Gezondheidszorg). Cliënten melden
zich aan met een indicatie van het CIZ. Of de huisarts of medisch specialist verwijst ze door voor advies of instructie bij het omgaan met hun ziekte of beperking.
of haar ziekte of beperking een plaats geven in het leven?
Hoe werkt men samen aan zorggerelateerde preventie?
of haar omgeving. Er is dus ook veel aandacht voor de woon
met medisch specialisten en transferverpleegkundigen van
aspecten, zoals acceptatie en verwerking: hoe kan iemand zijn Daarbij is de preventieve aandacht gericht op de cliënt in zijn
situatie, eventueel het werk en voor de sociale situatie: partner, gezin, familie of buurt. Bij dit alles werkt de thuiszorg aan het
begeleiden van gedragsverandering. Daarvoor is ‘motiverende gespreksvoering’ van cruciaal belang, om mensen niet alleen ‘in beweging te krijgen’, maar vooral ook te zorgen dat de gedragsverandering beklijft.
Zorggerelateerde preventie is soms onderdeel van een preventie programma, maar vaker is het onderdeel van ketenzorg,
bijvoorbeeld rond diabetes of COPD. Er zijn dan afspraken met samenwerkingspartners, vooral met ziekenhuis en huisarts.
Bij zorggerelateerde preventie wordt veel samengewerkt
ziekenhuizen en met huisartsen en hun praktijkondersteuners. Ook met apotheken, verzorgingshuizen, geestelijke gezond heidszorg en welzijnswerk is vaak nauwe samenwerking.
De informanten noemen minder vaak de verslavingszorg als partner, terwijl zij desgevraagd wel aangeven regelmatig
overmatig alcoholgebruik te signaleren. Een enkele informant geeft aan deel te nemen aan een regionaal of lokaal
preventieplatform. De samenwerking verloopt over het algemeen goed.
Het onderdeel ‘preventie’ in deze ketenzorg wordt echter zelden als zodanig benoemd en is daardoor moeilijk financierbaar.
‘Thuiszorg = preventie!’
In de interviews kwam duidelijk naar voren dat uitvoerend medewerkers in de thuiszorg het onderscheid tussen verschillende vormen van preventie voor hun werkpraktijk weinig relevant vinden. Hun inzet is er hoe dan ook
op gericht om ‘erger te voorkomen’ en hun cliënten te helpen zelfredzaam te zijn. Daarbij komt dat cliënten vaak voor meerdere vormen van preventie in aanmerking komen, bijvoorbeeld zorggerelateerde preventie vanwege een chronische ziekte en geïndiceerde preventie vanwege het risico op comorbiditeit. Dat is ook logisch, want chronisch zieken hebben vaak meerdere aandoeningen. Belangrijk is dat de thuiszorg op alle vlakken tijdig eventuele problemen signaleert en vervolgens in actie komt, zoals een informant het verwoordde.
De zorg die de thuiszorg biedt, lijkt vrijwel samen te vallen met zorggerelateerde preventie. Een informant zegt het zo: ‘Onze medewerkers doen zoveel zorggerelateerde preventie en dat vinden ze zo vanzelfsprekend, dat medewerkers het geen preventie meer noemen.’
Een blik op de toekomst Preventie in de thuiszorg: volop in ontwikkeling
management van burgers (inclusief mantelzorgers). Cruciaal,
naar het vervolgprogramma PreventieKracht dicht bij huis
steeds groter eigen aandeel krijgen in de behandeling van hun
Bij de overgang van PreventieKracht Thuiszorg (2007-2009) (2010-2012) waren moeilijk bereikbare groepen soms nog
onvoldoende in beeld en kon de lokale samenwerking beter. Sinds 2009 zijn we op veel vlakken al weer verder. In een
complexe omgeving werken veel thuiszorgorganisaties steeds meer samen met partijen als GGD, gemeente, eerstelijnszorg,
welzijnswerk, ggz en maatschappelijk werk. Deze ontwikkeling zet zich naar verwachting voort, zeker nu ZonMw in haar
programmering nog explicieter op samenwerking stuurt.
Kwaliteit en professionalisering
nu ouderen langer zelfstandig blijven en chronisch zieken een aandoening. Ook kunnen thuiszorgorganisaties preventieve
diensten bieden aan mensen zonder zorgindicatie, bijvoorbeeld beweegactiviteiten en valpreventie. En zij kunnen geestelijke gezondheidsproblemen signaleren.
In de samenwerking heeft de thuiszorg nog vooral de rol van uitvoerder, nog niet zozeer van strategisch partner. Door de
introductie van concurrentie is de samenwerking veranderd. Het is de uitdaging voor zorgondernemers om de kansen te pakken, ook als strategisch partner in de wijk.
aanbeveling nog sterker in te zetten op standaardisering van
Kansen voor de wijkverpleegkundige en voor preventie
Voor financiers wordt werken met effectieve interventies steeds
Met preventie sluit de thuiszorg hier goed op aan. Kansrijk is de
De sturing op kwaliteit heeft vruchten afgeworpen. Het verdient veelgebruikte interventies en deze op effect te onderzoeken.
belangrijker. Hier ligt een taak voor landelijke ondersteunings organisaties in het kader van een onderzoeks- en innovatie
cyclus. Het werken aan halffabricaten komt daarbij tegemoet aan de lokale behoefte om methodieken per situatie passend te kunnen maken.
Een andere uitdaging ligt in de verdere
verbetering van de competenties van de medewerkers in de
zorg. Met name het onderhouden van motiverende gespreks
vaardigheden – tot 2012 gefinancierd door PreventieKracht dicht bij huis – is een aandachtspunt. Waar verpleegkundigen elke vijf jaar alle (verpleegtechnische) handelingen moeten laten certificeren, geldt dat nog niet voor hun vaardigheden rond
De zorg ontwikkelt zich steeds meer naar ‘zorg dichtbij huis’.
herwaardering van de rol van de wijkverpleegkundige, onder
meer ondersteund in het ZonMw-programma ‘Zichtbare Schakel. De wijkverpleegkundige voor een gezonde buurt’.
De wijkverpleegkundige werkt aan integratie van wonen, zorg en welzijn en heeft vroegsignalering en preventie in het
takenpakket. Door deze functie verder te professionaliseren
en de samenwerking op wijkniveau te intensiveren, verbetert de kwaliteit van de preventie in de wijk. Wijkgericht werken
bevordert de participatie en maakt het mogelijk risicogroepen beter te bereiken.
motiverende gespreksvoering.
Ten slotte
Samenwerking
die beweging positief uit. Eerder lag de nadruk op ‘zorg en
Samenwerking biedt de thuiszorg kansen om zich te profileren als betrouwbare speler en partner. De thuiszorg kan bij uitstek de verbinding tussen preventie en zorg versterken. Zij heeft de expertise in huis om tijdig te interveniëren bij een ongezonde leefstijl, chronische ziekte of eenzaamheid. Ook heeft zij
instrumenten beschikbaar voor het versterken van het zelf
De thuiszorg is een sector in beweging. Rond preventie pakt ziekte’, inmiddels komt het accent meer te liggen op ‘gedrag en gezondheid’. De thuiszorg heeft een unieke rol: zij komt
achter de voordeur, bij mensen van alle rangen en standen.
Een belangrijke randvoorwaarde is een structurele financiering voor preventie, waar mogelijk als onderdeel van de zorg.
Colofon Onderzoek
Wouter van Ballegooijen, Els Bransen,
Agnes van der Poel (Trimbos-instituut)
Redactie
Ines van Rooijen (ZonMw) en Riny van Lier (ActiZ)
Eindredactie
Marc van Bijsterveldt
Ontwerp
WIM Ontwerpers, Den Haag
Drukwerk
Albani Drukkers, Den Haag
Deze brochure is een gezamenlijke uitgave van ZonMw en ActiZ. De uitgave is gratis te downloaden via
www.preventiekracht.nl en www.actiz.nl/actiz/publicaties.
ZonMw
Laan van Nieuw Oost-Indië 334 2593 CE Den Haag Postbus 93245
2509 AE Den Haag
Telefoon 070 349 51 11 Fax 070 349 51 00
[email protected]
www.zonmw.nl ActiZ
Oudlaan 4
3515 GA Utrecht Postbus 8258
3503 RG Utrecht
Telefoon 030 273 93 93 fax 030 273 97 87
[email protected]
www.actiz.nl © ZonMw/ActiZ augustus 2011
Deze uitgave mag zonder toestemming van ZonMw en ActiZ voor niet-commercieel gebruik worden gedownload en verveelvoudigd. Voorts alle rechten voorbehouden.
Deze uitgave is met grote zorgvuldigheid en met gebruikmaking van de meest actuele gegevens tot stand gekomen. Het is evenwel niet geheel uitgesloten dat de informatie in deze uitgave onjuistheden en/of onvolkomenheden bevat. ZonMw en ActiZ aanvaarden geen aansprakelijkheid voor directe of indirecte schade ontstaan door eventuele onjuistheden en/of onvolkomenheden. Aan de inhoud van deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend.