Voorbeelduitwerking kerntaak kerntaak 4 Kerntaak 4: 4 Functioneert als werknemer in een arbeidsorganisatie. Werkproces 4.1: 4.1 Gedraagt zich als verantwoord werknemer bij het uitvoeren van het werk. Omschrijving: De werknemer houdt zich aan afspraken over het leveren van arbeid: op tijd en uitgerust op het werk komen, adequaat en decent gekleed gaan, zich aan de kwaliteits- en productiviteitsnormen van het bedrijf aanpassen (voor zover het de regels en waarden van de maatschappij niet overtreedt). De werknemer stelt zich coöperatief en flexibel op, maar geeft ook de grens aan als hij geen verantwoordelijkheid kan dragen voor de uit te voeren werkzaamheden. Gewenst resultaat: De werknemer functioneert naar tevredenheid in de arbeidsorganisatie waarbij er een evenwicht is met de eigen belangen. Competentie
Component(en)
PrestatiePrestatie-indicator
Kennis en vaardigheden
Instructies en
• Werken conform voorgeschreven
• De werknemer neemt de tijd om regels en
• Kent de regels en procedures van het eigen werk,
procedures opvolgen
procedures • Discipline tonen
standaard (bedrijfs)procedures te leren kennen
bijvoorbeeld. t.a.v. kledingvoorschriften,
en handelt ernaar, zodat de werknemer zijn werk
opbergen van gebruikte gereedschappen,
naar tevredenheid van anderen uitvoert.
aanwezigheid bij bijeenkomsten, arbeidstijden • Schriftelijke en mondelinge taalvaardigheid
Ethisch en
• Ethisch handelen
• De werknemer geeft aan wanneer de
integer
werkzaamheden of het gedrag in de
handelen
arbeidsorganisatie algemeen aanvaarde normen
• Kennis van ethische beginselen • Mondelinge en schriftelijke presentatievaardigheden
en waarden overschrijdt, zodat een acceptabele werksituatie behouden blijft.
© Amarantis Onderwijsgroep en ThiemeMeulenhoff 2009
1/5
Kerntaak 4: 4 Functioneert als werknemer in een arbeidsorganisatie. Werkproces 4.1: 4.1 Gedraagt zich als verantwoord werknemer bij het uitvoeren van het werk. Competentie
Component(en)
PrestatiePrestatie-indicator
Kennis en vaardigheden
Kwaliteit leveren
• Kwaliteitsniveaus halen
• De werknemer kent de kwaliteitseisen van de
• Kent de kwaliteitseisen van de eigen
• Productiviteitsniveaus halen
organisatie en het tempo dat nodig is om de
werkomgeving
vereiste productiviteit te halen, eist van zichzelf dat het eigen werk hieraan voldoet en onderneemt actie om aan de eisen te voldoen. Leren
• Leren van feedback en fouten • Jezelf verder willen ontwikkelen
• De werknemer vraagt om feedback van collega’s en leidinggevenden om het eigen gedrag en
• Schriftelijke en mondelinge taalvaardigheid • Kennis van manieren van omgaan met feedback
functioneren aan te passen aan de eisen van de werkomgeving. Met druk en tegenslag omgaan
• Effectief blijven presteren onder druk
• De werknemer blijft productief werken in een stressvolle omgeving, aanvaardt daarnaast het
• Constructief omgaan met kritiek
krijgen van kritiek door dit te zien als een
• Grenzen stellen
suggestie voor verbetering en niet als een
• Schriftelijke en mondelinge taalvaardigheid • Kennis en kunde van manieren van omgaan met kritiek en manieren om grenzen aan te geven
persoonlijke aanval. Hij geeft hierbij aan wanneer de grenzen zijn bereikt, en verwoordt daarbij de belangen van het werk en de eigen belangen. Omgaan met verandering en aanpassen
• Aanpassen aan veranderende omstandigheden
• De werknemer houdt zich op de hoogte van de veranderingen in de arbeidsorganisatie en onderkent hierbij de gevolgen voor zichzelf. Vervolgens kan de werknemer stappen
• Technieken om vooruit te denken en om vooren nadelen van veranderingen af te wegen • Hulpmiddelen toepassen om tot een planmatige aanpak voor veranderingen te komen
ondernemen om zich aan te passen, zonder dat dit te veel ten koste gaat van zijn eigen belangen (bijvoorbeeld bij een reorganisatie).
© Amarantis Onderwijsgroep en ThiemeMeulenhoff 2009
2/5
Kerntaak 4: 4 Functioneert als werknemer in een arbeidsorganisatie. Werkproces 4.2: 4.2 Maakt gebruik van werknemersrechten. Omschrijving: De werknemer maakt gebruik van zijn werknemersrechten en -bescherming, zoals die zijn vastgelegd in cao’s en in de wettelijke bepalingen over medezeggenschapsrechten. Gewenst resultaat: De werknemer maakt op een door hem gewenste manier gebruik van zijn werknemersrechten en recht op participatie in de onderneming. Competentie Onderzoeken
Component(en)
PrestatiePrestatie-indicator
Kennis en vaardigheden vaardigheden
• Informatie achterhalen
• De werknemer verzamelt relevante informatie
• Kennis van bronnen en organisaties om infor-
• Openstaan voor nieuwe informatie
over eigen (wettelijke) rechten en vastgelegde
matie te vinden of om hulp te krijgen bij het
procedures en staat daarbij open voor nieuwe
vinden van de informatie, zoals vakbonden en
informatie en andere standpunten, zodat hij in staat is om de werknemersrechten te gebruiken.
vakorganisaties • Vaardigheden om informatiebronnen te gebruiken • Schriftelijke en mondelinge taalvaardigheid
Overtuigen en beïnvloeden
• Ideeën en meningen naar voren brengen en onderbouwen • Onderhandelen
• De werknemer beïnvloedt de besluitvorming over werknemersrechten. Hij brengt de eigen mening
• Schriftelijke en mondelinge taalvaardigheid • Overtuigings- en onderhandelingstechnieken
en/of de mening van de groep naar voren en onderhandelt met de werkgever over werknemersrechten, hetzij op individuele basis, hetzij namens en in samenwerking met andere werknemers, rekening houdend met de werknemersbelangen en de belangen van de arbeidsorganisatie.
© Amarantis Onderwijsgroep en ThiemeMeulenhoff 2009
3/5
Kerntaak 4: 4 Functioneert als werknemer in een arbeidsorganisatie. Werkproces 4.2: 4.2 Maakt gebruik van werknemersrechten. Competentie
Component(en)
PrestatiePrestatie-indicator
Kennis en vaardigheden
Samenwerken
• Anderen raadplegen en betrekken
• De werknemer vraagt advies aan collega’s of aan
• Kennis van bronnen en organisaties om
en overleggen
relevante organisaties, om zijn
informatie te vinden of om hulp te krijgen bij het
werknemersrechten als dat nodig is te
vinden van de informatie, zoals vakbonden en
beschermen.
vakorganisaties • Vaardigheden om informatiebronnen en hulp te gebruiken
Instructies en procedures opvolgen
• Werken conform voorgeschreven procedures • Werken overeenkomstig de wettelijke richtlijnen
• De werknemer houdt zich aan de procedures zoals die zijn vastgelegd in wettelijke
• Schriftelijke en mondelinge taalvaardigheid • Kennis van procedures zoals die zijn vastgelegd
voorschriften, cao’s en andere relevante
in wettelijke voorschriften, cao’s en andere
contracten en reglementen, bijvoorbeeld bij het
relevante contracten en reglementen
opnemen van vakantiedagen, protesteren bij verandering in werktijden, beroep aantekenen bij ontslag. Beslissen en
• Zelfvertrouwen tonen
activiteiten
• Op eigen initiatief handelen
initiëren
• De werknemer neemt initiatief om voor zijn
• Schriftelijke en mondelinge taalvaardigheid
werknemersrechten op te komen, als hij dat
• Kennis van werknemersrechten
nodig vindt en als de situatie dat vereist.
• Kennis van vertegenwoordigende organen
• Daarnaast neemt de werknemer initiatieven in vertegenwoordigende organen van werknemers
• Besluitvormingsvaardigheden: stappen, werken met dilemma’s, e.d.
om belangen van de werknemers veilig te stellen.
© Amarantis Onderwijsgroep en ThiemeMeulenhoff 2009
4/5
Kerntaak 4: 4 Functioneert als werknemer in een arbeidsorganisatie. Werkproces 4.3: 4.3 Stelt zich collegiaal op. Omschrijving: De werknemer werkt tijdens het werk coöperatief samen met collega’s en draagt in de meer informele contacten bij aan een positieve werksfeer. Hij houdt daarbij rekening met de bedrijfscultuur met inachtneming van de verantwoordelijkheid voor zijn eigen handelingen. Gewenst resultaat: De werknemer werkt coöperatief samen en handelt integer en wordt daarbij gewaardeerd door de collega’s. Competentie
Component(en)
PrestatiePrestatie-indicator
Kennis en vaardigheden
Samenwerken en
• Anderen raadplegen en betrek-
• De werknemer overlegt met collega’s en andere
• Kennis van de bedrijfscultuur
overleggen
ken • Proactief informeren
betrokkenen over het uitvoeren van het werk en
• Overlegvaardigheden
vraagt daarbij hulp en geeft informatie op de
• Schriftelijke en mondelinge taalvaardigheid
juiste momenten; niet te vaak en niet te weinig, zodat er coöperatief samengewerkt kan worden. Ethisch en integer
• Integer handelen
handelen
• Verschillen tussen mensen respecteren
• De werknemer is eerlijk en betrouwbaar tegenover zijn collega’s en behandelt iedereen
• Kennis van algemeen aanvaarde normen en waarden
gelijkwaardig, zodat hij bijdraagt aan een positieve sfeer tijdens het werk en tijdens informele contacten.
© Amarantis Onderwijsgroep en ThiemeMeulenhoff 2009
5/5