Praktijkopleidingsplaats gz
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Inleiding De opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog (gz-opleiding) is een postdoctorale beroepsopleiding voor psychologen en pedagogen die werkzaam willen zijn in de gezondheidszorg. De opleiding kent twee varianten. Één gericht op kinderen & jeugdigen en één gericht op volwassenen & ouderen. De opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog is een beroepsopleiding waarbij sprake is van een duaal traject: een cursorisch programma en een praktijkopleiding. Onder eindverantwoordelijkheid van de hoofdopleider geven docenten vorm aan het cursorisch programma en praktijkopleiders aan het praktijkopleidingsprogramma. De opleiding is erop gericht theorie en praktijk zinvol met elkaar te verbinden. In dit document vindt u relevante informatie die u behulpzaam kan zijn bij het organiseren van een praktijkopleidingsplaats voor de opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog.
Hoe ziet de opleiding er globaal uit? De opleiding bestaat uit een cursorisch programma van 480 uur dat in een periode van 2 jaar 1 dag per week wordt gevolgd bij het SPON in Nijmegen. Daarnaast bestaat de opleiding uit een praktijkdeel van twee tot vier jaar waarin u tenminste 16 uur per week omschreven praktijkervaring moet opdoen onder begeleiding van een erkend praktijkopleider, een werkbegeleider en met omschreven supervisie van erkende supervisors. Dit deel van de opleiding vindt plaats binnen een praktijkopleidingsinstelling, waarmee bindende afspraken zijn gemaakt over de inhoud en organisatie van de praktijkopleiding.
Hoe ziet de praktijkopleiding eruit? Het praktijkonderwijs van de opleiding vindt plaats bij een erkende praktijkinstelling en heeft een omvang van 2980 uur. Dit is inclusief 90 uur voor supervisie en 100 uur voor het maken van praktijkopdrachten tijdens werktijd. Om aan het vereiste aantal uren werkervaring te kunnen voldoen krijgen deelnemers bij de praktijkinstelling een aanstelling als psycholoog of pedagoog in opleiding tot gz-psycholoog (piog) van 32 uur per week gedurende twee jaar (voltijd-variant) of tenminste 16 uur per week gedurende vier jaar (deeltijd-variant). In dit kader wordt voor de duur van de opleiding een opleidingsovereenkomst afgesloten tussen het SPON, de praktijkinstelling en de piog. De piog sluit daarnaast een arbeidsovereenkomst met de praktijkinstelling. De taken van de piog worden verdeeld in psychodiagnostiek (40%), indicatiestelling (10%), behandeling (40%) en overige taken (10%).
Aan welke eisen moet een praktijkinstelling voldoen? Niet alle instellingen waarbinnen gezondheidszorgpsychologen werkzaam zijn, zijn geschikt als opleidingsplaats voor nieuwe gz-psychologen. Hiervoor zijn landelijk een aantal criteria opgesteld waaraan instellingen getoetst worden alvorens zij door de hoofdopleider gz van het SPON kunnen worden erkend als praktijkopleidingsplaats gz en een opleidingsplaats toegewezen kunnen krijgen door het Stichtingsbestuur van het SPON. Zie voor een overzicht van de eisen, bijlage 1. In bijlage 3 is een lijst van diagnostische instrumenten opgenomen als indicatie van een ruim gesorteerd instrumentarium, dat verondersteld wordt aanwezig te zijn in de praktijkinstelling.
Wat te doen als uw instelling niet aan de genoemde eisen voldoet? Als uw instelling niet aan alle genoemde criteria kan voldoen is het vaak mogelijk om in samenwerking met een andere, erkende praktijkinstelling in gezamenlijkheid een opleidingsplaats te organiseren en een zogenaamde combi-plaats aan te bieden. Dat betekent dat de piog zowel binnen de ene als binnen de andere praktijkinstelling werkzaamheden zal verrichten in het kader van de opleiding. Hiervoor sluiten (de directies van) beide praktijkinstellingen een samenwerkingsovereenkomst of een convenant waarin precies beschreven staat hoeveel uur per week de piog binnen de ene en binnen de andere instellingen werkzaam zal zijn, welke werkzaamheden binnen de ene en binnen de andere instelling verricht worden, wie binnen welke instelling verantwoordelijk is voor de praktijkbegeleiding, afspraken over aanstelling van de piog, betaling van de kosten en over de continuïteit van de opleiding. Dit convenant dient als bijlage bij de opleidingsovereenkomst. De aanmelding van de opleidingsplaats kan gedaan worden door één van beide partijen. In de aanmelding geeft u aan dat er sprake is van een combi-plaats en geeft u de naam aan van de samenwerkingspartner. De aanmelding van de plaats bij het SPON gaat vergezeld van het door beide partijen ondertekende convenant.
(Erkennings)visitatie Een gz-opleidingsplaats kan alleen toegewezen worden aan een praktijkopleidingsinstelling die als zodanig erkend is door de hoofdopleider gz. Hiervoor wordt er bij nieuwe instellingen of nieuwe samenwerkingsverbanden van instellingen altijd een erkenningsvisitatie gepland. Voor deze visitatie zullen geen kosten in rekening gebracht worden. Hiervoor brengt de hoofdopleider gz, evt. vergezeld van een coördinator een bezoek aan de instelling(en). In een gesprek van ongeveer een uur met de directie, teamleider en beoogd praktijkopleider (een ervaren gezondheidszorgpsycholoog) zal worden nagegaan in hoeverre de (samenwerking van) praktijkinstelling(en) voldoet aan de eisen die gesteld worden aan een praktijkopleidingsplaats gz. Na afloop van de visitatie krijgen betrokkenen hierover uitsluitsel via een brief: de plaats wordt erkend en toegewezen zonder
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
aanvullende voorwaarden; de plaats wordt erkend en toegewezen onder bepaalde voorwaarden of de plaats wordt niet erkend en afgewezen. Erkende praktijkopleidingsinstellingen worden vervolgens eens in de 4 jaar opnieuw gevisiteerd waarbij er door de instellingen een uitgebreide schriftelijke zelfevaluatie dient te worden ingevuld en in gesprekken van de hoofdopleider tijdens een bezoek van een dagdeel tot een dag aan de instelling door betrokkenen verder kan worden toegelicht. Voor deze visitatie zullen door het SPON kosten bij de praktijkopleidingsinstelling in rekening gebracht worden. Informeert u bij het SPON naar het actuele tarief hiervoor.
Welke functionarissen zijn erbij betrokken en wie is waarvoor verantwoordelijk? De inhoudelijke verantwoordelijkheid voor de gehele opleiding berust bij de hoofdopleiders van het SPON. Voor het praktijkdeel van de opleiding delegeert de hoofdopleider de verantwoordelijkheden aan de praktijkopleider of p-opleider. De praktijkopleider zorgt voor de praktijkbegeleiding van de piog en wijst hiervoor werkbegeleiders en gekwalificeerde supervisors aan. De praktijkinstelling dient de functie van praktijkopleider/werkbegeleider en supervisor niet in een persoon te combineren. Dit om te voorkomen dat de beoordelende taak van de praktijkopleider conflicterend wordt met het belang van een veilig en vertrouwd leerklimaat tijdens de supervisie. Indien een dergelijke combinatie noodzakelijk is dient de hoofdopleider hiervan voor het begin van de opleiding op te hoogte te worden gesteld. Bij de begeleiding van de piog dienen tenminste 3 personen betrokken te zijn. Als bijlage 2 is opgenomen het overzicht van kwalificatie-eisen aan praktijkopleiders, werkbegeleiders en supervisoren; bijlage 3 is een brochure van de Kamer Gezondheidszorgpsycholoog en het College Specialismen Gezondheidszorgpsycholoog over de taken en verantwoordelijkheden in de praktijkopleiding. In dit belangrijke document zijn de regels voor de praktijkopleiding en het tuchtrecht geëxpliciteerd. Ook bevat het document een modelinstructie.
Wat zijn de kosten van de opleiding voor de praktijkopleidingsinstelling Aan de opleiding zijn kosten verbonden. Allereerst het opleidingsgeld dat door het SPON in rekening wordt gebracht. Dit bedrag (kijk voor het actuele bedrag op onze website) kan (ten dele) betaald worden door de opleidingsdeelnemer of door de praktijkinstelling; hierover maken zij onderling afspraken. Dat geldt ook voor de aanschaf van boeken die binnen de opleiding gebruikt worden. De opleiding vindt plaats binnen een betaalde opleidingsplaats. Hiervoor biedt de praktijkinstelling de psycholoog of pedagoog in opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog (piog) een arbeidsovereenkomst aan voor tenminste 2 dagen per week en maximaal 4 dagen per week voor de duur van de opleiding met een salaris. Inschaling geschiedt volgens CAO-bepalingen in minimaal aanloopschaal 59 CAO GGZ. Kosten voor praktijkbegeleiding, in tijd en geld zijn eveneens geheel voor rekening van de praktijkinstelling. Ten aanzien van alle supervisies geldt dat de praktijkopleidingsinstelling verantwoordelijk is voor het aanbieden van deze supervisies, hetzij door het beschikbaar stellen van interne supervisors die over de juiste kwalificaties beschikken, hetzij door het elders inhuren van supervisors voor rekening van en in werktijd van de praktijkinstelling. Daarnaast moet de praktijkinstelling rekening houden met het productieverlies van iemand die in opleiding is: de piog maakt slechts voor 75% van de tijd productie; de overige tijd is voor studie, reflectie en het maken van verslagen en dus voor rekening van de praktijkinstelling. Tot slot zijn de kosten die gepaard gaan met de visitatie voor verlenging van de opleidingserkenning geheel voor rekening van de praktijkopleidingsinstelling. Informeert u bij het SPON wat dit bedrag voor uw instelling zal zijn.
Wat zijn de mogelijkheden voor subsidiëring van de opleidingsplaats: de beschikbaarheidbijdrage NZa Veel instellingen, behalve justitiële inrichtingen en overheidsinstanties, komen voor het opleiden van gzpsychologen in aanmerking voor de zogenaamde beschikbaarheidbijdrage NZa. Het toekennen van deze bijdrage aan de praktijkopleidingsinstellingen gebeurt jaarlijks door het Ministerie van VWS. Er wordt alleen een bijdrage toegekend aan opleidingsplaatsen die zijn erkend en toegewezen door de regionale opleidingsinstellingen, zoals het SPON. Andersom is het niet zo dat het SPON alleen opleidingsplaatsen toewijst die met een beschikbaarheidbijdrage worden gefinancierd. De praktijkinstelling is zelf verantwoordelijk voor het aanvragen van deze bijdrage bij de NZa. Het niet toegekend krijgen van deze bijdrage betekent geenszins dat de praktijkopleidingsinstelling de financiële verplichtingen ten aanzien van de opleiding niet hoeft na te komen. Op de website van het CONO en de NZa vindt u verdere informatie over de beschikbaarheidbijdrage en over het aanvragen hiervan. Eerste stap in dit proces is dat u een opleidingsplaats aanvraagt bij het SPON. Zodra deze wordt toegewezen omdat u een erkende praktijkopleidingsinstelling bent, dan pas kunt u in aanmerking komen voor de beschikbaarheidbijdrage.
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Preambule testmateriaallijst ten behoeve van de opleidingen tot gezondheidszorgpsycholoog -en klinisch psycholoog, differentiatie Volwassenen en Ouderen. In het kader van de postmaster opleidingen tot gezondheidszorg en klinisch psycholoog wordt een substantieel deel van de praktijkopleiding besteed aan de toepassing van psychodiagnostische instrumenten. Psychodiagnostiek houdt, naast observatie en het afnemen van een (hetero)anamnese, ook de toepassing van psychodiagnostische instrumenten in, zoals intelligentietests, andere neuropsychologische testen, zelfrapportage vragenlijsten op het gebied van klachten, coping en persoonlijkheid, interviews en indirecte metingen, als projectieve technieken. Van belang is dat de opleidelingen kunnen oefenen met de psychodiagnostische instrumenten die tijdens de opleiding worden behandeld. Daarnaast is van belang dat de deelnemers aan de opleiding tests en vragenlijsten met behulp van de computer kunnen afnemen en scoren. Ten behoeve van de GZ- en de KP opleiding is voor de Volwassenen & Ouderen variant, een lijst opgesteld van instrumenten waarover een praktijkopleidingsinstelling dient te beschikken en waartoe een deelnemer gemakkelijk toegang moet hebben. De opleiding eist een minimale batterij van diagnostische instrumenten. Deze minimale batterij is nodig, wil er sprake zijn van een voldoende geoutilleerde en toegeruste test-o-theek, afgemeten aan de huidige standaarden van testgebruik in de individuele patiëntenzorg. De aanwezigheid van deze batterij bepaalt mede of instellingen door de hoofdopleider kunnen worden erkend als praktijkinstelling. De hier gepresenteerde lijst van instrumenten heeft ook als doel een zekere mate van uniformiteit te bevorderen ten aanzien van de inrichting van een test-o-theek. Belangrijk is om nogmaals te benadrukken dat het in deze lijst gaat om de minimale vereisten en uiteraard kan afhankelijk van specifieke doelgroepen, visie en setting deze lijst naar believen worden uitgebreid. De lijst bevat zowel algemeen screenende instrumenten ten behoeve van de intake, als instrumenten die kunnen worden toegepast in het kader van complexe diagnostische vraagstellingen. De instrumenten betreffen de volgende domeinen: a. Klachten-/symptoomspecifieke vragenlijsten, screeners en interviews gericht op as 1 pathologie; b. Instrumenten en interviews gericht op classificatie van as II pathologie; c. Vragenlijsten die betrekking hebben op het gebied van zelfbeeld, cognities, cognitieve schema’s en copingmechanismen; d. Psychodiagnostische instrumenten en technieken die gericht zijn op het in beeld brengen van de kwaliteit van de afweermechanismen en structurele kenmerken van de persoonlijkheid. e. Psychodiagnostische instrumenten gericht op het bepalen van interpersoonlijke en psychobiologische dimensies en temperamentsfactoren f. Instrumenten die kwaliteit van leven en niveau van relationeel en maatschappelijk functioneren inventariseren op verschillende levensgebieden; g. Instrumenten gericht op (dis)functioneren van het systeem;. h. Specifieke syndroomgeoriënteerde instrumenten; i. Capaciteitentests; j. Neuropsychologische instrumenten en tests. Sommige instrumenten zullen afhankelijk van hun toepassing en de wijze waarop ze worden geïnterpreteerd in meerdere onderzoeksdomeinen kunnen passen. Zo kan de NVM/MMPI combinatie gebruikt worden om persoonlijkheidsdimensies in kaart te brengen, maar, wanneer theoriegestuurd geïnterpreteerd, ook gebruikt worden om een hypothese te genereren over de structurele pathologie. De onderstaande instrumenten betreffen zowel zelf-rapportage instrumenten als indirecte en impliciete metingen van het psychisch functioneren. Deze twee typen instrumenten kunnen elkaar uitstekend aanvullen en dienen ook beide te worden toegepast in adequaat psychodiagnostisch onderzoek. Hieronder volgt het minimaal verplicht instrumentarium zoals die geldt voor de praktijkinstellingen van de GZ- en KP opleiding, differentiatie Volwassenen en Ouderen: Test-o-theek GZ- en KP opleiding Intelligentie: WAIS-III GIT -2 KAIT Raven Coloured Progressive Matrices
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
NLV Persoonlijkheid: Screener en interview PS: Screener PS: keuze uit VKP, PDQ 4+, ADP-4, keuze uit een van de volgende drie gestructureerde PS interviews: IPDE /SCID-2/ SIDP-IV + (eventueel MCMI) Persoonlijkheidsvragenlijsten: NVM, MMPI-2, NPV, NEO-PI-R ,TCI, PMT, keuze uit EPPS of ICL-R, Young chemavragenlijst, DAPP-BQ en SIPP, PMT Specifiek dimensioneel instrument: SPQ-R Copinglijsten: UCL, aanbevolen wordt CISS en CERQ Projectiemateriaal: TAT, ZAT Klachtenlijst: SCL-90, BSI Syndroomspecifieke instrumenten: Dissociatie: DIS-Q, DES en bij voorkeur de SCID-D Psychotische stoornissen: PANNS, CASH, Brief Psychiatric Rating Scale, Comprehensive Assessment of at Risk Mental State (CAARMS) plus bijbehorende screener (Ervarignenvragenlijst). Stemming: Depressie Beck, ZUNG en Hamilton, bij ouderen GDS Autisme: Social Responsiveness Scale (SRS), Behavior Raating Inventory of Executive Functioning (BRIEF-A), SIT, Dewey, TOM, Caruso, ontwikkelingsanamnese, DSM IV interview voor Autisme Spectrum Stoornissen. Interviews en screeners voor diverse as 1 stoornissen worden dringend aanbevolen: Dwang- en angststoornissen (waaronder PTSS), eetstoornissen, slaapstoornissen, seksuele stoornissen, lichaams- en pijnbelevingsvragenlijsten, ADHD en wat verder in specifieke settings noodzakelijk is. PS De BRIEF A meet zowel metacognitieve controle als gedragsregulatie en is ook bij andere vraagstellingen dan die naar ASS van belang om zicht te krijgen op vermogen tot inhibitie, planning en organiseren tot, iniatief nemen, en op emotieregulatie, zelfevaluatie, mentale flexibiliteit en het werkgeheugen, Deze domeinen van functioneren kunnen van belang zijn voor het kunnen profiteren van een behandeling Neuropsychologische screening: 15 WT Doolhoven Complexe figuur van Rey Trailmaking A en B Stroop D2 of Bourdon Wechsler Memory Scale Bender Benton Wisconsin Card Sorting Test Dementiescreening (er zijn er een aantal, bijv. Amsterdamse Dementie Screening, CAMCOG, MNSP) BADS Systeemgerichte instrumenten en sociale vaardigheidslijsten: Diverse instrumenten worden op deze domeinen aanbevolen en zijn beoordeeld door de beroepsvereniging (COTAN). Quality of life scales
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Testmaterialen GZ Utrecht K&J Bijgaand de testmateriaallijst K&J met de aanpassingen door Petri Embregts in het rood aangegeven. Hierop zijn twee aanvullende opmerkingen van toepassing: . Naast intelligentietesten zijn ook ontwikkelingsschalen voor heel jonge kinderen relevant, bijv de BSID II NL . Onder "neuropsychologische screening (volwassenen)": opties zie lijst voor volwassenen GZ en KP Onderstaande tests dienen zoveel mogelijk aanwezig te zijn op de werkplek:
Testen geadviseerd voor algemeen onderzoek
Intelligentie: Kinderen en jeugd WPPSI-R WISC-III RAKIT SON-R KAIT Volwassenen GIT Raven Coloured Progressive Matrices WAIS-III-R
Persoonlijkheid: Kinderen en jeugd NPV(-J) ABV (K) MMPI-A Columbus CAT FRT NGT PMT(-K) SIT TAT Rosenzweig ZALC CBCL/ TRF/ YSR of SDQ GKS CBSK-A en K NVE VAK VISK SAS-K Volwassenen NVM MMPI-2 TAT EPPS NEO-PI-R SCL-90 UCL-93 TCI SPQ DIS-Q of DES
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
SCID-D PANNS, CASH, Brief Psychiatric Rating Scale NPV en NRV ZAT
Extra testen geadviseerd bij specifiek onderzoek
Depressie: DvK CDI
Pervasieve problematiek: TOM-test (Theory of Mind) ADOS-G VISK AUTI-R Vineland Emotieherkenningstaken van de ANT
ADHD: ADHD Checklist ATL AVL Connors lijsten
Leerstoornissen algemeen: Taaltest Voor Kinderen (TVK)\Technisch Rekenen Signaleren (TRS) Toetsen Begrijpend Lezen (CITO; leerling volg systeem) Tokentest Utrechtse Taalniveau Test (UTANT)
Neuropsychologische screening/ PINOK: Kinderen en jeugd 15 Woorden test Wisconsin Card Sorting Test Rey Complexe Figure RVDLT Purdue Pegboard Tower of Londen Trailmaking A en B VMI(Beery) ANT MVPT-r Benton Stroop D2 of Bourdon Teach Volwassenen Wechsler Memory Scale Dementiescreening (bijv. Amsterdamse Dementie Screening, CAMCOG) VLGT Amsterdamse Neurologische Taken (ANT)
Orthodidactisch onderzoek (screeningsbatterij):
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Brus 3 minuten AVI kaarten PI-dictee Tempo toets Niveau toets rekenen
Praktijkopleidingsplaats gz
versie december 2013