Power Systems
Systeemplannen
Power Systems
Systeemplannen
Opmerking Lees voordat u deze informatie en het product gaat gebruiken de informatie in “Kennisgevingen” op pagina 35.
Deze uitgave heeft betrekking op IBM Virtual I/O Server Versie 2.2.3.0, en op alle daaropvolgende releases en gewijzigde versies, totdat in nieuwe uitgaven anders wordt aangegeven. © Copyright IBM Nederland B.V. 2012, 2013. © Copyright IBM Corporation 2012, 2013.
Inhoudsopgave Systeemplannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 Systeemplanningtool. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Conversie van systeemplannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Conversie van systeemplan voorbereiden . . . . . . . . . . . . . . . Beperkingen bij conversie van systeemplan . . . . . . . . . . . . . . Een systeemplan converteren naar de indeling van het System Planning Tool. . . . Problemen met de conversie van systeemplannen oplossen . . . . . . . . . Systeemplannen op de HMC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Een systeemplan maken met behulp van de HMC . . . . . . . . . . . . Vereisten voor het maken van een systeemplan op de HMC . . . . . . . . Gegevens optimaliseren bij het maken van een systeemplan op de HMC . . . . Inventarisgegevens verzamelen op de HMC . . . . . . . . . . . . Het hardwaredetectieproces op de HMC . . . . . . . . . . . . . Tips voor het maximaliseren van de gegevens in een systeemplan op de HMC . Problemen met het maken van systeemplannen met de HMC oplossen . . . . Een systeemplan importeren op een HMC . . . . . . . . . . . . . . . Een systeemplan in gebruik nemen met behulp van de HMC. . . . . . . . . Vereisten voor ingebruikname van een systeemplan op de HMC . . . . . . Validatie van systeemplan voor de HMC . . . . . . . . . . . . . . Hardwarevalidatie op de HMC . . . . . . . . . . . . . . . . . Partitievalidatie op de HMC . . . . . . . . . . . . . . . . . . Problemen met de ingebruikname van systeemplannen voor een HMC oplossen . Een systeemplan exporteren vanuit een HMC . . . . . . . . . . . . . . Een systeemplan bekijken op een HMC . . . . . . . . . . . . . . . . Een systeemplan wissen vanuit een HMC . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. 2 . 3 . 4 . 5 . 6 . 8 . 9 . 13 . 15 . 16 . 17 . 18 . 20 . 20 . 21 . 24 . 26 . 27 . 28 . 29 . 29 . 30 . 32 . 33
Kennisgevingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Informatie over programmeerinterfaces . Handelsmerken . . . . . . . . . Voorwaarden en bepalingen . . . . .
© Copyright IBM Corp. 2012, 2013
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. 36 . 37 . 37
iii
iv
Power Systems: Systeemplannen
Systeemplannen Een systeemplan is een specificatie van de hardware en de logische partities op één of meer systemen. U kunt systeemplannen gebruiken op een aantal manieren die gunstig zijn voor het beheer van uw systeem. Zo kunt u bijvoorbeeld een systeemplan gebruiken om een overzicht te maken van de configuratiegegevens van de hardware en de logische partities van een systeem, om een set systeemspecificaties op te stellen om een systeem te bestellen, of om logische partities op een systeem in gebruik te nemen. Een systeemplan wordt opgeslagen in een systeemplanbestand en heeft de bestandsextensie .sysplan. Een systeemplanbestand kan meer dan een systeemplan bevatten, hoewel meerdere plannen in een enkel bestand niet vaak voorkomen. Nadat u een systeemplan hebt gemaakt, kunt u het systeemplan ook bekijken, wissen en exporteren. Systeemplannen kunnen op verschillende manieren worden gebruikt. U kunt systeemplannen bijvoorbeeld voor het volgende gebruiken: v U kunt een systeemplan maken om een actuele systeemdocumentatie vast te leggen. Het systeemplan biedt een overzicht van de hardware- en logische partitieconfiguratie van het beheerde systeem op een bepaald moment. v U kunt een systeemplan dat u voor de systeemdocumentatie hebt gemaakt als onderdeel van de planning voor het herstel na een calamiteit gebruiken. Op de Hardware Management Console (HMC) en de IBM® Systems Director Management Console (SDMC) kunt u het systeemplanbestand exporteren naar een offsite locatie of een verwisselbaar opslagmedium dat offsite kan worden bewaard, zodat u de vereiste systeeminformatie beschikbaar hebt als het nodig is om een beheerd systeem te herstellen. Opmerking: Hoewel het systeemplan een grote hoeveelheid systeemconfiguratiegegevens bevat, bevat het niet alle configuratiegegevens voor een systeem. Het systeemplan is dan ook niet bedoeld als volledige systeemdocumentatie. v U kunt systeemplannen als auditrecords gebruiken om hardwareresources van het systeem bij te houden voor boekhoudings- en verantwoordingsdoeleinden door de bijbehorende informatie naar een spreadsheet te exporteren. v U kunt systeemplannen gebruiken voor het plannen van nieuwe werkbelastingen waarvoor aanvullende systeem- en hardwareresources nodig zijn. U kunt een systeemplan, samen met de bijbehorende gegevens over capaciteitsplanning, gebruiken om te besluiten of uw huidige systeem een nieuwe werkbelasting aankan. v U kunt een systeemplan maken op basis van het ene beheerde systeem en dat plan in gebruik nemen op een ander systeem. Op die manier kunt u sneller en gemakkelijker logische partities maken op dat systeem. v Met System Planning Tool (SPT) kunt u een beheerd systeem ontwerpen op basis van werkbelastinggegevens van uw huidige systemen, op basis van nieuwe werkbelastingen die door het beheerde systeem moeten worden ondersteund, op basis van voorbeeldsystemen die met het hulpprogramma worden meegeleverd, of op basis van uw eigen aangepaste specificaties. Vervolgens kunt u het systeemplan gebruiken om een systeem te bestellen op basis van de specificaties die zijn vastgelegd in het systeemplan. Bovendien kunt u de HMC gebruiken om een systeemplan in gebruik te nemen voor het configureren van een bestaand systeem, mits het doelsysteem voldoet aan de vereisten voor ingebruikname. U kunt op de volgende manieren een systeemplan maken: v IBM System Planning Tool (SPT): u kunt een systeemplan maken om de configuratie vast te leggen van één of meer systemen die u wilt bestellen. Een systeemplanbestand dat in de SPT is gemaakt, kan meer dan één systeemplan bevatten, hoewel het niet vaak voorkomt dat er meerdere plannen in een enkel bestand staan. © Copyright IBM Corp. 2012, 2013
1
v HMC: u kunt een systeemplan maken waarin de configuratie is vastgelegd van een systeem dat door de HMC wordt beheerd. Verwante informatie: Systeemplannen op de SDMC
Systeemplanningtool Met de System Planning Tool (SPT) kunt u een beheerd systeem ontwerpen dat een opgegeven werkbelastingset kan ondersteunen. U kunt een beheerd systeem ontwerpen op basis van werkbelastinggegevens van uw huidige systemen, op basis van nieuwe werkbelastingen die door het beheerde systeem moeten worden ondersteund, op basis van voorbeeldsystemen die met het hulpprogramma worden meegeleverd, of op basis van uw eigen aangepaste specificaties. Met de SPT kunt u een systeem ontwerpen dat aan uw behoeften voldoet, ongeacht of u een logisch gepartitioneerd systeem of een niet-gepartitioneerd systeem wilt maken. SPT bevat de functie Workload Estimator om een volledig systeemplan te kunnen maken. De SPT start de Workload Estimator zodat u werkbelastinggegevens kunt verzamelen en integreren en SPT biedt ervaren gebruikers de mogelijkheid om een systeemplan te maken zonder de hulp van aanvullende tools. Opmerking: SPT helpt u niet bij het plannen van hoge beschikbaarheid voor logische partities of RAIDoplossingen (Redundant Array of Independent Disks). Een aantal opties zijn beschikbaar met behulp waarvan u aan de slag kunt gaan met het SPT: v U kunt de voorbeelden van systeemplannen die worden geboden door het SPT gebruiken als uitgangspunt voor de planning van uw systeem. v U kunt een systeemplan op basis van bestaande prestatiegegevens maken. v U kunt een systeemplan op basis van nieuwe of verwachte werkbelastingen maken. v U kunt een systeemplan maken met behulp van de Hardware Management Console (HMC) of de IBM Systems Director Management Console (SDMC). Vervolgens kunt u met het the SPT dit systeemplan converteren naar de SPT-indeling, en het systeemplan aanpassen voor gebruik voor het bestellen of in gebruik nemen van systemen. v Met de SPT kunt u logische partities kopiëren van een systeem in het ene systeemplan naar een andere systeem in hetzelfde systeemplan of naar een ander systeem in een ander systeemplan. U kunt bijvoorbeeld systeemplannen opbouwen die uw eigen logische partities bevatten en een of meer van deze logische partities kopiëren naar een nieuw systeemplan. U kunt een logische partitie ook kopiëren binnen een systeemplan. U kunt bijvoorbeeld de kenmerken van een partitie definiëren in een systeemplan en daarna 7 kopieën van die partitie maken binnen datzelfde plan. v U kunt een systeemplan als een .cfr-bestand exporteren en importeren in het marketingconfiguratietool (eConfig) als u dit wilt gebruiken om een systeem te bestellen. Als u het .cfr-bestand in het eConfigtool importeert, wordt uw bestelling ingevuld met de gegevens uit het .cfr-bestand. Het .cfr-bestand bevat echter niet alle informatie die eConfig nodig heeft. Vul alle vereiste informatie in voordat u uw order verstuurt. Als u wijzigingen aanbrengt in de hardwaretoewijzingen of hardwareposities in het systeem, worden de wijzigingen door de SPT gecontroleerd om ervoor te zorgen dat het beoogde systeem voldoet aan de minimale hardwarevereisten en hardwarepositievereisten voor de logische partities. Als u klaar bent met het aanbrengen van wijzigingen in het systeem, kunt u uw werk opslaan als een systeemplan. U kunt dit bestand importeren in uw HMC of SDMC. U kunt vervolgens het systeemplan implementeren in een beheerd systeem dat wordt beheerd door de HMC of de SDMC. Bij de implementatie van het systeemplan maakt de HMC of de SDMC de in het systeemplan gedefinieerde logische partities aan op het beheerde systeem.
2
Power Systems: Systeemplannen
Als u de SPT wilt downloaden, gaat u naar de IBM http://www.ibm.com/systems/support/tools/ systemplanningtool/-website. Verwante onderwerpen: “Systeemplannen op de HMC” op pagina 9 Op de Hardware Management Console (HMC) kunt u met systeemplannen een aantal systeembeheertaken op hoog niveau uitvoeren.
Conversie van systeemplannen U kunt een systeemplan dat u hebt gemaakt met behulp van de Hardware Management Console (HMC) converteren naar een indeling die wordt gebruikt door de System Planning Tool (SPT). Het converteren van een systeemplan, zodat u er in de SPT mee kunt werken, heeft verschillende voordelen: v U kunt uw bestaande systeem opnieuw configureren en de wijzigingen valideren in SPT alvorens die wijzigingen in gebruik te nemen op uw server. U kunt bijvoorbeeld proberen om bepaalde onderdelen toe te voegen of te verplaatsen, of om de indeling van de partities te wijzigen. v Het is mogelijk een upgrade naar een nieuw systeem te plannen. v U kunt werkbelasting van het ene naar het andere systeem verplaatsen. Het is zelfs mogelijk om een partitieconfiguratie naar een ander systeem te verplaatsen en daarbij te garanderen dat de configuratie werkt op de bestaande hardware. v U kunt controleren of de configuratie op het systeem aan uw verwachtingen voldoet. Om er zeker van te weten dat een systeemplan dat u met de HMC hebt gemaakt, zonder problemen kan worden geconverteerd naar SPT-indeling, moet u de gegevens die u bij het maken van het plan verzamelt, optimaliseren. Raadpleeg “Gegevens optimaliseren bij het maken van een systeemplan op de HMC” op pagina 16“Gegevens optimaliseren bij het maken van een systeemplan op de HMC” op pagina 16. Bovendien moet u bepaalde gegevens verzamelen om de conversie voor te bereiden en om moet u weten wat de beperkingen zijn van het conversieproces. Nadat u het conversieproces hebt voltooid, kunt u het systeemplan aanpassen voor hernieuwde ingebruikname van toegevoegde partities. Stel dat u bijvoorbeeld een HMC-systeemplan hebt geconverteerd dat twee logische clientpartities bevat. U kunt de SPT gebruiken om nog een logische partitie toe te voegen en om virtuele Ethernet-adapters en SCSI-adapters voor de nieuwe partitie op te geven. Vervolgens kunt u de HMC gebruiken om het gewijzigde systeemplan in gebruik te nemen, voor het configureren van de nieuwe logische partitie. Opmerking: Het is wel mogelijk om partities toe te voegen, maar niet om met SPT bestaande items te wijzigen en het systeemplan opnieuw in gebruik te nemen op het oorspronkelijke beheerde systeem. Nadat u op de SPT een systeemplan hebt gemaakt of geconverteerd, kunt u het met de HMC in gebruik nemen. De SPT kan het systeemplan echter pas in gebruik nemen nadat het is gevalideerd. De HMC ondersteunt uitsluitend de ingebruikname systeemplannen waarvoor u logische partities en logischepartitieprofielen hebt gemaakt. De ingebruikname van systeemplannen waarvoor u kenmerken van bestaande logische partities en logische-partitieprofielen alleen maar hebt gewijzigd, wordt niet ondersteund. Als u bijvoorbeeld met behulp van de SPT een logische partitie toevoegt en niet-toegewezen resources aan die logische partitie toewijst, dan kunt u het systeemplan probleemloos in gebruik nemen met behulp van de HMC. Hebt u met behulp van de SPT echter alleen resources van een bepaalde logische partitie naar een nieuwe logische partitie verplaatst, dan kunt u het systeemplan niet in gebruik nemen met behulp van de HMC. Zie “Validatie van systeemplan voor de HMC” op pagina 27“Validatie van systeemplan voor de HMC” op pagina 27 voor meer informatie over mogelijke controles die de implementatie van het systeemplan kunnen beïnvloeden.
Systeemplannen
3
Verwante onderwerpen: “Gegevens optimaliseren bij het maken van een systeemplan op de HMC” op pagina 16 De hoeveelheid en de kwaliteit van de hardwaregegevens die de HMC in een systeemplan kan vastleggen is afhankelijk van de versie van de HMC en het besturingssysteem van de logische partitie waarvoor u gegevens vastlegt.
Conversie van systeemplan voorbereiden Voordat u het systeemplan converteert naar de indeling die System Planning Tool (SPT) gebruikt voor systeemplannen, moet u gegevens verzamelen die u tijdens de conversie nodig hebt. Het oorspronkelijke systeemplan blijft na de conversie ongewijzigd. Er gaan geen gegevens verloren. Als u uw systeemplan converteert naar de indeling die SPT gebruikt voor systeemplannen, geeft de SPT het geconverteerde systeemplan een nieuwe naam. Vervolgens wordt het opgeslagen als een nieuw systeemplan. Voordat u een systeemplan converteert naar de indeling die SPT gebruikt voor systeemplannen, moet u gegevens verzamelen die u tijdens de conversie nodig hebt. Sommige van deze gegevens hebt u nodig om potentiële conversiebeperkingen op te lossen. U hebt de volgende gegevens nodig: v System attributes: U moet de processor, server en editie opgeven voor het systeem dat u wilt converteren. De SPT conversiewizard beperkt de opties tot opties die geldig zijn voor het systeem dat u converteert, maar u moet de juiste waarden voor de opties selecteren. v Additional system units: Als de processor meerdere systeemeenheden heeft die verschillende processorfuncties ondersteunen, selecteert u de juiste processorfunctie voor elke systeemeenheid in een lijst van geldige opties. v Achterplaat: Als het systeem in het plan dat u converteert meer dan één type achterplaat ondersteunt, selecteert u in een lijst van geldige opties de achterplaat die door uw systeem wordt gebruikt. v Logical partitions: Als u uw systeemplanbestand converteert naar de indeling van SPT, selecteert u de logische partitie die u in het geconverteerde plan wilt opnemen. Op die manier kunt u precies de logische partitie selecteren waarmee u in de SPT wilt werken. Als u bijvoorbeeld een bepaalde werkbelasting naar een nieuw systeem wilt verplaatsen, kunt u alleen díe logische partities selecteren die voor die werkbelasting worden gebruikt en deze opnemen in het plan dat naar de SPT-indeling wordt geconverteerd. Als u weet welke logische partities u wilt opnemen, selecteert u het profiel voor elke logische partitie in het geconverteerde plan. De SPT kan slechts één profiel aan een logische partitie koppelen. Om deze reden kan het nodig zijn om het oorspronkelijke systeemplan meerdere keren te converteren voor de verschillende weergaven van de gegevens. Als u bijvoorbeeld logische partities hebt die overdag wordt gebruikt en een ander profiel dat 's nachts wordt gebruikt, selecteert u de logische partities en de gebruikte profielen tegelijk om ervoor te zorgen dat het geconverteerde systeemplan accuraat aangeeft hoe het systeem wordt gebruikt. Er kan ook van u worden verlangd dat u het besturingssysteem van de logische partitie selecteert, mits die informatie in uw oorspronkelijke systeemplan niet voorhanden is. v Expansion units: Match de bovenste en onderste behuizingen van dubbele hoogte die op het systeem zijn aangesloten. Om deze taak uit te voeren, moet u bij gebruik van de wizard de serienummers weten van de bovenste en onderste behuizingen. v Adapters: U moet de adapters op elke fysieke locatie in uw systeem identificeren. Op basis van de vital product data die zijn opgenomen in het systeemplan, probeert de SPT zo veel mogelijk adapters te identificeren. Bij die adapters die door de SPT niet niet kunnen worden geïdentificeerd, kan de SPT wel een kort lijstje met mogelijkheden aanbieden waaruit u een keuze kunt maken. Als die mogelijkheden echter niet correct zijn, of als de SPT geen mogelijke kandidaten kan vinden, dan kan het nodig zijn dat u de gegevens over FRU, CCIN, onderdeelnummer of featurenummer van de juiste adapter dient op te geven. Weet u het nummer niet, dan kunt u dit opzoeken op het fysieke systeem. Het is echter ook mogelijk om met behulp van de volgende opdrachten van het besturingssysteem de juiste nummers op te vragen:
4
Power Systems: Systeemplannen
Tabel 1. Opdrachten van het besturingssysteem voor het identificeren van adapters Gebruiksomgeving
Opdracht
Wanneer gebruikt u deze opdracht
Linux
lsslot
Gebruik deze opdracht als u probeert informatie te krijgen over een adapter in een hot-plug aansluiting. Met behulp van deze opdracht kunt u een overzicht oproepen van alle adapters en geïntegreerde hardware voor de hot-plug aansluiting, zodat u kunt bepalen voor welke adapter u het nummer nodig hebt.
lscfg
Gebruik deze opdracht als u probeert informatie te krijgen over een adapter die niet in een hot-plug aansluiting zit, of als u de opdracht lsslot al hebt gebruikt om informatie over de adapter in een hot-plug aansluiting op te halen.
Voor meer informatie over het werken met deze opdrachten kunt u de online Help van de SPT Conversiewizard raadplegen. Als u klaar bent met het voorbereiden van het conversieproces moet u het te converteren systeemplan exporteren vanaf de Hardware Management Console (HMC). Verwante onderwerpen: “Beperkingen bij conversie van systeemplan” U kunt een systeemplan dat u hebt gemaakt op de Hardware Management Console (HMC) converteren voor gebruik in de System Planning Tool (SPT). Er gelden echter een aantal beperkingen ten aanzien van de gegevens die de SPT kan converteren. Verwante taken: “Een systeemplan converteren naar de indeling van het System Planning Tool” op pagina 6 U kunt de conversiewizard van de System Planning Tool (SPT) gebruiken om een systeemplan dat is gemaakt op een Hardware Management Console (HMC), te converteren naar een indeling die de SPT voor systeemplannen gebruikt.
Beperkingen bij conversie van systeemplan U kunt een systeemplan dat u hebt gemaakt op de Hardware Management Console (HMC) converteren voor gebruik in de System Planning Tool (SPT). Er gelden echter een aantal beperkingen ten aanzien van de gegevens die de SPT kan converteren. Door het instellen van uw systeem voor het optimaliseren van de hardwaregegevens die u kunt vastleggen als u een systeemplan maakt met behulp van de HMC, kunt u ervoor zorgen dat uw systeemplan u voorziet van de meest waardevolle informatie. U kunt er ook voor zorgen dat u over de meest bruikbare configuratie-informatie beschikt als u het systeemplan converteert voor gebruik in SPT. Er gelden een aantal beperkingen voor de gegevens die de SPT op dit moment kan converteren. De systeemplannen die u met de HMC maakt, bevatten informatie over de hardware-onderdelen van uw systeem. Om een van deze plannen te converteren, herleidt de SPT de informatie over de onderdelen tot de voorzieningen van de onderdelen. In bepaalde gevallen bevatten de plannen van HMC niet genoeg informatie om te zorgen dat SPT de noodzakelijke toewijzing afdoende kan uitvoeren. Voor andere typen hardware-onderdelen voert de SPT een van de volgende twee acties uit: v Indien mogelijk vraagt de SPT Conversion Wizard tijdens het conversieproces om aanvullende informatie over de onderdelen. In geval van PCI-kaarten vraagt de wizard de gebruiker bijvoorbeeld om onderdeel-ID's op te geven voor de kaart of om de kaart in een lijst te selecteren. v De wizard geeft het onderdeel aan op basis van de bekende informatie uit het systeemplan van HMC, ook als deze informatie onduidelijk is.
Systeemplannen
5
v Het onderdeel wordt door de wizard genegeerd als het informatieniveau in het plan onvoldoende is om een identificatie uit te voeren. In de volgende tabel ziet u enkele specifieke voorbeelden van onderdelen of configuraties die moeilijker te converteren zijn en wordt aangegeven wat SPT doet als dergelijke onderdelen of configuraties worden aangetroffen. Tabel 2. Voorbeelden van conversies Onderdeel of configuratie
Actie van SPT tijdens conversie
Logische partities met meer dan één partitieprofiel
SPT kan slechts één profiel per logische partitie converteren. SPT vraagt u tijdens het conversieproces het profiel te selecteren dat u voor die partitie wilt gebruiken.
Kaarten waarnaar door meer dan één partitieprofiel wordt verwezen
SPT wijst de kaart toe aan het eerste partitieprofiel dat het tegenkomt en dat ernaar verwijst; alle andere verwijzingen naar de kaart worden gewist.
CD, DVD of optische opslag
SPT converteert deze apparaten niet.
Schijfstations in een RAID-array
SPT converteert de informatie over deze apparaten niet.
Verwante onderwerpen: “Conversie van systeemplan voorbereiden” op pagina 4 Voordat u het systeemplan converteert naar de indeling die System Planning Tool (SPT) gebruikt voor systeemplannen, moet u gegevens verzamelen die u tijdens de conversie nodig hebt. “Gegevens optimaliseren bij het maken van een systeemplan op de HMC” op pagina 16 De hoeveelheid en de kwaliteit van de hardwaregegevens die de HMC in een systeemplan kan vastleggen is afhankelijk van de versie van de HMC en het besturingssysteem van de logische partitie waarvoor u gegevens vastlegt. “Problemen met de conversie van systeemplannen oplossen” op pagina 8 Als u een systeemplan converteert naar een indeling die door de System Planning Tool (SPT) kan worden gebruikt, kunnen er problemen optreden die u moet oplossen of waarvan u een beter beeld moet krijgen. Verwante taken: “Een systeemplan converteren naar de indeling van het System Planning Tool” U kunt de conversiewizard van de System Planning Tool (SPT) gebruiken om een systeemplan dat is gemaakt op een Hardware Management Console (HMC), te converteren naar een indeling die de SPT voor systeemplannen gebruikt.
Een systeemplan converteren naar de indeling van het System Planning Tool U kunt de conversiewizard van de System Planning Tool (SPT) gebruiken om een systeemplan dat is gemaakt op een Hardware Management Console (HMC), te converteren naar een indeling die de SPT voor systeemplannen gebruikt. Nadat u een systeemplan hebt geëxporteerd vanuit de HMC, bent u klaar om dat systeemplan te converteren naar de indeling die de System Planning Tool gebruikt. Voordat u de conversiewizard van SPT gaat gebruiken, moet u de gegevens verzamelen zoals beschreven in het onderwerp “Conversie van systeemplan voorbereiden” op pagina 4“Conversie van systeemplan voorbereiden” op pagina 4. Sommige gegevens die u verzamelt, kunnen u helpen bij het minimaliseren van potentiële conversiebeperkingen. Het conversieproces bestaat uit twee delen. Eerst converteert u het systeemplanbestand met behulp van de wizard naar de SPT-indeling. Daarna voltooit u de conversie door afhandeling van berichten of waarschuwingen die u ontvangt in de SPT.
6
Power Systems: Systeemplannen
Nadat u de vereiste gegevens hebt verzameld, voert u de volgende stappen uit om het systeemplan met behulp van de SPT Conversion Wizard te converteren: 1. Open de System Planning Tool. 2. Op de pagina Getting Started klikt u op Open an existing system plan. Het venster Open System Plan wordt afgbeeld. 3. In het veld File name geeft u de naam van het systeemplan op dat u in de SPT wilt openen. U kunt ook op Bladeren klikken om het systeemplanbestand te selecteren in het lokale bestandssysteem. 4. Klik op OK. De pagina Work with Planned Systems (Werken met geplande systemen) wordt geopend en er verschijnt een bericht om aan te geven dat u het bestand moet converteren naar de SPTindeling voordat u het in de SPT kunt wijzigen. 5. Klik op Convert om het systeemplanbestand te converteren naar de SPT-indeling. De overzichtspagina van de conversiewizard wordt afgebeeld. 6. Klik op Volgende om verder te gaan met de wizard. De pagina met de systeemkenmerken wordt geopend. Opmerking: Op de pagina Systeemkenmerken en op veel andere pagina's van de wizard kunt u selecties opslaan door te klikken op Save as Draft (Opslaan als concept). De wizard slaat de selecties op die u hebt gemaakt, maar maakt geen systeemplanbestand omdat het conversieproces nog niet is voltooid. Als u de wizard afsluit voordat de conversie van het systeemplan is voltooid en de wizard later opnieuw start, worden uw eerdere selecties op de pagina's van de wizard afgebeeld. 7. Geef de Processor, Server en Editie van het systeem op en klik op Volgende. Als de processor meerdere systeemeenheden ondersteunt, wordt er een pagina voor aanvullende systeemeenheden afgebeeld. 8. Als de processor meerdere systeemeenheden heeft die verschillende processors ondersteunen, selecteert u de Processor voor elke systeemeenheid en klikt u op Volgende. Als het systeem in uw plan verschillende backplanes ondersteunt, verschijnt de pagina Backplane. 9. Als het systeem meerdere backplanes ondersteunt, selecteert u de juiste backplane voor het systeem en klikt u op Volgende. De pagina Partitions wordt geopend. 10. Selecteer de logische partities die u wilt opnemen in het geconverteerde systeemplan en selecteer indien nodig de profielnaam en het besturingssysteem voor elke geselecteerde logische partities. Standaard zijn alle logische partities geselecteerd voor opname in het geconverteerde systeemplan. Wanneer aan een systeemplan meer dan één profiel is gekoppeld, selecteert u het profiel dat u samen met deze logische partitie wilt opnemen in het geconverteerde systeemplan. Aan een logische partitie in de SPT kan slechts één profiel gekoppeld zijn. Als de SPT het besturingssysteem voor de logische partitie niet kan bepalen, selecteert u ook het besturingssysteem. 11. Klik op Volgende. Als u een uitbreidingseenheid van dubbel hoogte gebruikt, wordt de pagina voor uitbreidingseenheden afgebeeld. 12. Als het systeem uitbreidingseenheden van dubbele hoogte gebruikt, stemt u het onderste onderdeel van elke uitbreidingseenheid af op het overeenkomende bovenste onderdeel van elke eenheid, en klikt u op Volgende. U kunt dit doen aan de hand van de serienummers van de eenheden. Als de wizard bepaalde adapters in het systeemplan niet kan identificeren, wordt de adapterpagina afgebeeld. 13. Selecteer de locatie van de adapter die u wilt identificeren en klik op Identify om de locatie te selecteren in een lijst van identificatieopties voor de adapter op de geselecteerde locatie. U kunt ook Group similar selecteren voor de lijst van adapters. Met deze optie groepeert u adapters met dezelfde featurecodes zodat u alle leden van de groep voor identificatie kunt selecteren. De pagina Identify Adapters wordt geopend. 14. Selecteer de adapter in een lijst van mogelijke opties op klik op Advanced lookup om de adapter op te zoeken op basis van FRU, CCIN, onderdeelnummer of featurenummer. Als u hulp nodig hebt bij het zoeken op FRU, CCIN, onderdeelnummer of featurenummer, kunt u op Help klikken. U krijgt dan instructies voor de manier waarop u kunt zoeken met behulp van opdrachten van het besturingssysteem. Systeemplannen
7
15. Als u de adapter op de geselecteerde locatie hebt aangegeven, klikt u op OK om terug te keren naar de pagina Adapters. Daar kunt u indien nodig nog meer adapters aangeven. Opmerking: De wizard wist alle adapters die u niet identificeert uit het systeemplan. 16. Klik op Volgende. De overzichtspagina wordt afgebeeld. 17. Controleer of de informatie op de overzichtspagina correct is en klik op Voltooien. Als u informatie moet wijzigen, kunt u op Terug klikken om terug te gaan naar de desbetreffende pagina's van de wizard en daar correcties aan te brengen. De pagina Work with Planned Systems wordt afgebeeld. Op dit punt hebt u de conversiewizard van de SPT voltooid. De SPT wijzigt de naam van het oorspronkelijke systeemplanbestand door toevoeging van –converted aan de bestandsnaam. Nu moeten alle eventuele berichten van de SPT over de conversieresultaten worden afgehandeld. Belangrijk: Verlaat het geconverteerde systeemplanbestand pas als u alle berichten hebt afgehandeld. Als u het systeemplanbestand nu al sluit, kunt u de berichten van de conversie later niet meer oproepen. Nadat u de conversiewizard hebt voltooid, moet u aanvullende configuratietaken uitvoeren voordat het plan geldig is in de System Planning Tool (SPT). Om conversieberichten te bekijken en voor informatie over wat de SPT tijdens de conversie van het bestand heeft gedaan, klikt u op de link met de naam van het systeemplan in de pagina Work with Planned Systems. Als u op deze link klikt, wordt de pagina System Plan Messages afgebeeld met informatie over wat de SPT heeft gedaan met de hardwareonderdelen die niet zijn geïdentificeerd in het oorspronkelijke systeemplanbestand. Voor informatie over het type hardware dat u in het geconverteerde systeemplan kunt verwachten, raadpleegt u het onderwerp “Beperkingen bij conversie van systeemplan” op pagina 5“Beperkingen bij conversie van systeemplan” op pagina 5. Belangrijk: Zodra u het geconverteerde systeemplanbestand opslaat en afsluit, gaan deze berichten verloren. Verlaat het geconverteerde bestand dus pas nadat u deze berichten hebt afgehandeld. Berichten met een uitroepteken geven aan dat de SPT er niet in is gelaagd een onderdeel van het systeemplan te identificeren of niet weet hoe het onderdeel moet worden geïnterpreteerd. U moet het gespecificeerde onderdeel handmatig aan het geconverteerde plan toevoegen. Berichten met een informatiepictogram geven aan dat de SPT een onderdeel heeft geplaatst of geconfigureerd op basis van de beschikbare gegevens. Controleer of deze informatie correct is. Verwante onderwerpen: “Conversie van systeemplan voorbereiden” op pagina 4 Voordat u het systeemplan converteert naar de indeling die System Planning Tool (SPT) gebruikt voor systeemplannen, moet u gegevens verzamelen die u tijdens de conversie nodig hebt. “Beperkingen bij conversie van systeemplan” op pagina 5 U kunt een systeemplan dat u hebt gemaakt op de Hardware Management Console (HMC) converteren voor gebruik in de System Planning Tool (SPT). Er gelden echter een aantal beperkingen ten aanzien van de gegevens die de SPT kan converteren.
Problemen met de conversie van systeemplannen oplossen Als u een systeemplan converteert naar een indeling die door de System Planning Tool (SPT) kan worden gebruikt, kunnen er problemen optreden die u moet oplossen of waarvan u een beter beeld moet krijgen. Probleem: Mijn Hardware Management Console (HMC) systeemplan is veel minder gedetailleerd dan ik verwachtte. Oplossing: De volgende factor beïnvloedt de hoeveelheid gegevens die u bij het maken van het systeemplan vastlegt:
8
Power Systems: Systeemplannen
v Type en niveau van het beheertool. U kunt de meeste gegevens verzamelen door gebruik te maken van een HMC van versie 7.3.3 of hoger. Oudere versies van de HMC bieden minder gedetailleerde informatie over een beheerd systeem. Het is ook niet mogelijk om provining-gegevens van VIOS voor POWER7-servers in oudere versies vast te leggen. Zorg dat u de gegevens die u verzamelt in het systeemplan optimaliseert als u het plan maakt op de HMC. Probleem: Sommige hardware vind ik niet meer terug in het geconverteerde plan. Oplossing: Op dit moment is de SPT Conversiewizard nog niet in staat om alle in uw systeemplan opgenomen hardware te identificeren. Sommige componenten worden geïdentificeerd op basis van de aanwezige informatie; andere componenten worden genegeerd omdat er niet genoeg informatie is voor een geslaagde identificatie. Als u aan het eind van de wizard komt, ziet u informatie over de hardware die door de wizard niet kon worden geïdentificeerd. Voor meer informatie over het afhandelen van conversieberichten raadpleegt u Een systeemplan converterenEen systeemplan converteren. Verwante onderwerpen: “Gegevens optimaliseren bij het maken van een systeemplan op de HMC” op pagina 16 De hoeveelheid en de kwaliteit van de hardwaregegevens die de HMC in een systeemplan kan vastleggen is afhankelijk van de versie van de HMC en het besturingssysteem van de logische partitie waarvoor u gegevens vastlegt. “Beperkingen bij conversie van systeemplan” op pagina 5 U kunt een systeemplan dat u hebt gemaakt op de Hardware Management Console (HMC) converteren voor gebruik in de System Planning Tool (SPT). Er gelden echter een aantal beperkingen ten aanzien van de gegevens die de SPT kan converteren.
Systeemplannen op de HMC Op de Hardware Management Console (HMC) kunt u met systeemplannen een aantal systeembeheertaken op hoog niveau uitvoeren. Bijvoorbeeld: Met de HMC kunt u systeemplannen voor het volgende gebruiken: v U kunt een systeemplan in gebruik nemen dat is gebaseerd op één systeem met een HMC voor het met behulp van de HMC beheren van andere systemen met identieke hardware als in het systeemplan. Alle interne stationsvakken en externe SCSI-kabels moeten op dezelfde manier bekabeld zijn op het doelsysteem. Op deze manier kunt u snel andere, vergelijkbare systemen in uw bedrijf configureren en gebruiken. v U kunt een systeemplan van de ene HMC naar de andere HMC exporteren en het gebruiken om het systeemplan in gebruik te nemen op andere systemen die door de doel-HMC worden beheerd met identieke hardware, met identieke bekabeling, als het systeem in het systeemplan. In dit geval en het vorige geval kunt u het systeemplan gebruiken om logische partities te maken op nieuwe beheerde systemen waarop nog geen logische partities aanwezig zijn. v U kunt een systeemplan dat u hebt gemaakt, met behulp van HMC converteren voor gebruik in de System Planning Tool (SPT). Met de SPT-conversiewizard kunt u echter slechts een beperkte hoeveelheid hardwaregegevens van het oorspronkelijke systeemplan converteren. Hoeveel de wizard kan converteren, is afhankelijk van het besturingssysteem van de logische partitie en de versie van de HMC waarmee u het systeemplan hebt gemaakt. Gebruik de SPT om ontbrekende of onvolledige informatie handmatig op te geven. Nadat u het systeemplan hebt geconverteerd, kunt u de SPT gebruiken om het systeemplan aan te passen voor hernieuwde ingebruikname van nieuwe partities. Stel dat u bijvoorbeeld een HMC-systeemplan hebt geconverteerd dat twee logische clientpartities bevat. U kunt de SPT gebruiken om nog een logische partitie toe te voegen en om Ethernet-adapters, SCSI-schijven en virtuele Ethernet-adapters voor de nieuwe partitie op te geven. Vervolgens kunt u de HMC gebruiken om het gewijzigde systeemplan in gebruik te nemen om de nieuwe logische partitie te configureren. Systeemplannen
9
Nadat u op de SPT een systeemplan hebt gemaakt of geconverteerd, kunt u het met de HMC in gebruik nemen. De SPT kan het systeemplan echter pas in gebruik nemen nadat het is gevalideerd. De HMC ondersteunt uitsluitend de ingebruikname systeemplannen waarvoor u logische partities en logische-partitieprofielen hebt gemaakt. De ingebruikname van systeemplannen waarvoor u kenmerken van bestaande logische partities en logische-partitieprofielen alleen maar hebt gewijzigd, wordt niet ondersteund. Als u bijvoorbeeld met behulp van de SPT een logische partitie toevoegt en niet-toegewezen resources aan die logische partitie toewijst, dan kunt u het systeemplan probleemloos in gebruik nemen met behulp van de HMC. Hebt u met behulp van de SPT echter alleen resources van een bepaalde logische partitie naar een nieuwe logische partitie verplaatst, dan kunt u het systeemplan niet in gebruik nemen met behulp van de HMC. Als u logische partities op basis van een systeemplan wilt maken, moet u eerst de volgende taken uitvoeren: 1. Het systeemplan maken. 2. Het systeemplan importeren (indien nodig). 3. Wanneer u een systeemplan in gebruik neemt dat u hebt gemaakt in de SPT, controleert u of de kaarten en schijfstations op het doelsysteem zich op dezelfde locaties bevinden die zijn opgegeven in het systeemplan. Controleer ook of eventuele bekabelingsinstructies voor stationsvakken zijn gevolgd. Deze instructies kunt u verkrijgen met gebruik van de rapportfunctie in de SPT. 4. Als u een systeemplan in gebruik neemt dat u met de HMC hebt gemaakt, controleer dan of de hardware en bekabeling op het doelsysteem identiek zijn aan de hardware en de bekabeling op het bronsysteem. 5. Het systeemplan in gebruik nemen. Nadat u een systeemplan hebt gemaakt, kunt u het systeemplan ook bekijken, wissen en exporteren. De volgende tabel bevat een volledig overzicht van systeemplantaken. Tabel 3. Overzicht van de taken voor systeemplannen Taak
Overzicht
Een systeemplan maken U kunt systeemplannen met een van de volgende methoden maken: v System Planning Tool (SPT) Met SPT kunt u een systeem ontwerpen dat aan uw behoeften voldoet, ongeacht of u een logisch gepartitioneerd systeem of een niet-gepartitioneerd systeem wilt maken. SPT bevat de functie Workload Estimator om een volledig systeemplan te kunnen maken. De SPT start de Workload Estimator zodat u werkbelastinggegevens kunt verzamelen en integreren en SPT biedt ervaren gebruikers de mogelijkheid om een systeemplan te maken zonder de hulp van aanvullende tools. v Webinterface van de Hardware Management Console (HMC) U kunt de HMC gebruiken om een systeemplan te maken op basis van de configuratie van een beheerd systeem en dan de HMC gebruiken om dat plan in gebruik te nemen op een ander beheerd systeem. Op basis van de configuratie van logische partities in het systeemplan maakt de HMC logische partities op het beheerde systeem waarop het systeemplan vervolgens in gebruik wordt genomen. v Opdrachtregelinterface voor HMC U kunt de opdracht mksysplan gebruiken om een systeemplan te maken. Als het systeemplan is gemaakt, kunt u de opdrachtregelinterface ook gebruiken om dat plan op een beheerd systeem in gebruik te nemen. Op basis van de configuratie van logische partities in het systeemplan maakt de HMC logische partities op het beheerde systeem waarop het systeemplan vervolgens in gebruik wordt genomen.
10
Power Systems: Systeemplannen
Tabel 3. Overzicht van de taken voor systeemplannen (vervolg) Taak
Overzicht
Het systeemplan impor- Om een systeemplan te kunnen gebruiken voor het maken van logische partities, moet het teren systeemplanbestand aanwezig zijn op de HMC die het systeem beheert waarop u het systeemplan wilt implementeren. Als het systeemplanbestand niet op de HMC aanwezig is, moet u het bestand op de HMC importeren. U kunt de webinterface van de HMC gebruiken om het bestand in de HMC te importeren vanuit een van de volgende bronnen: v Laad het systeemplanbestand van de console op afstand (de computer waarop u op afstand werkt met de HMC). v Kopieer het systeemplanbestand naar een medium (optische schijf of USB-station), plaats het medium in de HMC en importeer het bestand. v Download het systeemplanbestand vanaf een FTP-site op afstand. Nadat u het systeemplanbestand hebt geïmporteerd op een HMC, kunt u het systeemplan in het bestand implementeren op andere systemen die de HMC beheert. Opmerking: U kunt ook op de volgende manieren een systeemplan importeren: v Voer de opdracht cpsysplan uit vanuit de opdrachtregelinterface van HMC. v Voer de opdracht cpsysplan uit vanuit de opdrachtregelinterface van HMC. v Met de webinterface van HMC. Het systeemplan in gebruik nemen
U kunt een systeemplan in fasen in gebruik nemen, waarbij een aantal logische partities in de eerste fase worden gemaakt terwijl andere partities in een latere fase worden gemaakt. Het is echter niet mogelijk om een systeemplan op een beheerd systeem in gebruik te nemen als het beheerde systeem logische partities heeft die niet in het systeemplan staan. Als u wijzigingen aanbrengt in resourcetoewijzingen op logische partities die u in een bepaald stadium al in gebruik hebt genomen, moet u dezelfde wijzigingen aanbrengen in het systeemplan. Dit doet u met de SPT. Het systeemplan doorstaat de validatie alleen als u extra logische partities in latere stadia in gebruik neemt. Als u een systeemplan in gebruik neemt met behulp van de webinterface van de HMC, controleert de HMC het systeemplan. Het beheerde systeem waarop u een systeemplan in gebruik neemt, moet hardware hebben die identiek is met de hardware in het systeemplan, inclusief bekabeling van interne stationsvakken en externe SCSI-bekabeling. De HMC implementeert een systeemplan alleen op een beheerd systeem als het niveau van het systeemplan door de HMC wordt ondersteund, als het systeemplan geldig is en test van de hardware en de bestaande logische partities slaagt.
Het systeemplan exporteren
U kunt de webinterface van HMC gebruiken om een systeemplanbestand te exporteren van de HMC naar een van de volgende locaties: v Sla het systeemplanbestand op in de console op afstand (de computer waarop u op afstand werkt met de HMC). v Exporteer het systeemplanbestand naar een medium in de HMC (zoals een optische schijf of een USB-station). v Exporteer het systeemplanbestand naar een FTP-site op afstand.
Het systeemplan bekijken
U kunt de inhoud van een systeemplanbestand bekijken in de HMC door de Systeemplanviewer te gebruiken die is geïntegreerd in de HMC. De Systeemplanviewer maakt gebruik van een navigatiestructuur en tabellen om de gegevens in het systeemplanbestand af te beelden. In de viewer kunt u onder meer tabelkolommen dynamisch sorteren en EADS-grenslijnen afbeelden. U kunt een systeemplan openen in de Systeemplanviewer met behulp van de taak Systeemplan bekijken of door op de naam van het systeemplan te klikken. Als u de Systeemplanviewer start, moet u uw gebruikersID en wachtwoord voor de HMC invoeren voor u het systeemplan kunt bekijken. Opmerking: Sommige berichten, zoals instructies voor interne bekabeling van stationsvakken, kunt u alleen bekijken met de Systeemplanviewer in de SPT.
Systeemplannen
11
Tabel 3. Overzicht van de taken voor systeemplannen (vervolg) Taak
Overzicht
Het systeemplan afdrukken
U kunt de Systeemplanviewer gebruiken om een systeemplan af te drukken die u in de viewer hebt geopend. Afhankelijk van de huidige view van het systeemplan, kunt u het hele systeemplan of een gedeelte van het systeemplan afdrukken. Als u de huidige view van het systeemplan wilt afdrukken, klikt u op Afdrukken in het venster Acties van de Systeemplanviewer.
Het systeemplan wissen U kunt onnodige systeemplannen wissen van uw HMC.
12
Power Systems: Systeemplannen
Verwante onderwerpen: “Systeemplanningtool” op pagina 2 Met de System Planning Tool (SPT) kunt u een beheerd systeem ontwerpen dat een opgegeven werkbelastingset kan ondersteunen. “Validatie van systeemplan voor de HMC” op pagina 27 Op een systeem dat wordt beheerd door Hardware Management Console (HMC) neemt u een systeemplan in gebruik met behulp van de wizard Systeemplan in gebruik nemen. De wizard valideert de informatie in het systeemplan aan de hand van de configuratie van het beheerde systeem voordat het implementatieproces wordt gestart. “Gegevens optimaliseren bij het maken van een systeemplan op de HMC” op pagina 16 De hoeveelheid en de kwaliteit van de hardwaregegevens die de HMC in een systeemplan kan vastleggen is afhankelijk van de versie van de HMC en het besturingssysteem van de logische partitie waarvoor u gegevens vastlegt. Verwante taken: “Een systeemplan maken met behulp van de HMC” U kunt de Hardware Management Console (HMC) gebruiken om een systeemplan te maken op basis van een bestaande systeemconfiguratie, en vervolgens kunt u dit plan op andere beheerde systemen in gebruik nemen. “Een systeemplan wissen vanuit een HMC” op pagina 33 Door het verwijderen van een systeemplan van de Hardware Management Console (HMC) worden echter eventuele wijzigingen in de configuratie van partities of hardware niet ongedaan gemaakt indien het betreffende systeemplan op een beheerd systeem in gebruik was. “Een systeemplan in gebruik nemen met behulp van de HMC” op pagina 24 U kunt de Hardware Management Console (HMC) gebruiken om een systeemplan volledig of gedeeltelijk in gebruik te nemen op een beheerd systeem. “Een systeemplan exporteren vanuit een HMC” op pagina 30 U kunt een systeemplanbestand uit een Hardware Management Console (HMC) exporteren naar verschillende typen opslagmedia, een FTP-site op afstand of naar de computer waarop u op afstand werkt met de HMC. “Een systeemplan importeren op een HMC” op pagina 21 U kunt een systeemplanbestand in een Hardware Management Console (HMC) importeren van diverse soorten media, een FTP-site op afstand of de computer waarmee u de HMC van op afstand gebruikt. Vervolgens kunt u het geïmporteerde systeemplan in gebruik nemen op een systeem dat door de HMC wordt beheerd. “Een systeemplan bekijken op een HMC” op pagina 32 Met de Systeemplanviewer kunt u een systeemplan bekijken op de Hardware Management Console (HMC). Verwante informatie: Een systeemplan maken met behulp van de SDMC Een systeemplan wissen vanuit een SDMC Een systeemplan in gebruik nemen met behulp van de SDMC Een systeemplan exporteren vanuit een SDMC Een systeemplan importeren op een SDMC Een systeemplan bekijken op een SDMC
Een systeemplan maken met behulp van de HMC U kunt de Hardware Management Console (HMC) gebruiken om een systeemplan te maken op basis van een bestaande systeemconfiguratie, en vervolgens kunt u dit plan op andere beheerde systemen in gebruik nemen. Systeemplannen
13
Wanneer u een systeemplan maakt op de HMC kunt u dit systeemplan in gebruik nemen om identieke logische partitieconfiguraties te maken op beheerde systemen met identieke hardware. Het systeemplan bevat specificaties voor de logische partities en partitieprofielen van het beheerde systeem die u hebt gebruikt om het systeemplan te maken. Het nieuwe systeemplan kan ook hardwaregegevens bevatten die de HMC van het geselecteerde beheerde systeem kan ophalen. Welke hardwaregegevens de HMC voor het nieuwe systeemplan kan ophalen, is echter afhankelijk van de methode waarmee de HMC de hardwaregegevens ophaalt. Opmerking: Wanneer u werkt met HMC V7R7.1.0 of hoger, worden op servers met POWER7-processors de systeemplannen die worden gemaakt met de HMC niet voorzien van Virtual I/O Server (VIOS)provisioninggegevens. De HMC kan in principe twee manieren gebruiken: verzamelen van inventarisgegevens en opsporen van hardware. Bij gebruik van hardwareopsporing kan de HMC informatie opzoeken over de hardware die niet is toegewezen aan een partitie of die is toegewezen aan een inactieve partitie. Controleer voordat u het systeemplan maakt of u voldoet aan de vereisten voor het gebruik van een of beide methoden voor het verzamelen van inventarisgegevens en het opsporen van hardware. Zie Vereisten voor het maken van systeemplannenVereisten voor het maken van systeemplannen voor nadere informatie. Ga als volgt te werk om een systeemplan te maken met behulp van de Hardware Management Console: 1. Klik in het navigatiegebied op Systeemplannen. De pagina Systeemplannen wordt geopend. 2. 3. 4. 5.
Klik in het takengebied op Systeemplan maken. Het venster Systeemplan maken wordt geopend. Selecteer het beheerde systeem dat u wilt gebruiken als basis voor het nieuwe systeemplan. Geef een naam en een beschrijving voor het nieuwe systeemplan op. Optioneel: Geef aan of u inactieve en niet-toegewezen hardwareresources wilt ophalen. Deze optie, die standaard is geselecteerd, is alleen beschikbaar als er hardwaregegevens de van het beheerde systeem kunnen worden opgehaald.
Opmerking: Als u de optie Inactieve en niet-toegewezen hardwareresources ophalen niet selecteert, voert de HMC geen hardwaredetectie uit, maar worden in plaats daarvan de gegevens in de inventaris-cache op het systeem gebruikt. De HMC haalt wel inventarisgegevens op en achterhaalt hardwaregegevens voor actieve logische partities op de beheerde server. Het resulterende nieuwe systeemplan bevat hardwaregegevens die afkomstig zijn uit het inventarisatieproces en hardwaregegevens uit de inventaris-cache voor hardware op het systeem. 6. Optioneel: Geef aan of u het systeemplan meteen wilt bekijken nadat het door de HMC is gemaakt. 7. Klik op Maken. Nu het nieuwe systeemplan is gemaakt, kunt u het exporteren, in een ander beheerd systeem importeren en in gebruik nemen op het beheerde systeem.
14
Power Systems: Systeemplannen
Verwante onderwerpen: “Systeemplannen op de HMC” op pagina 9 Op de Hardware Management Console (HMC) kunt u met systeemplannen een aantal systeembeheertaken op hoog niveau uitvoeren. “Gegevens optimaliseren bij het maken van een systeemplan op de HMC” op pagina 16 De hoeveelheid en de kwaliteit van de hardwaregegevens die de HMC in een systeemplan kan vastleggen is afhankelijk van de versie van de HMC en het besturingssysteem van de logische partitie waarvoor u gegevens vastlegt. Verwante taken: “Een systeemplan wissen vanuit een HMC” op pagina 33 Door het verwijderen van een systeemplan van de Hardware Management Console (HMC) worden echter eventuele wijzigingen in de configuratie van partities of hardware niet ongedaan gemaakt indien het betreffende systeemplan op een beheerd systeem in gebruik was. “Een systeemplan in gebruik nemen met behulp van de HMC” op pagina 24 U kunt de Hardware Management Console (HMC) gebruiken om een systeemplan volledig of gedeeltelijk in gebruik te nemen op een beheerd systeem. “Een systeemplan exporteren vanuit een HMC” op pagina 30 U kunt een systeemplanbestand uit een Hardware Management Console (HMC) exporteren naar verschillende typen opslagmedia, een FTP-site op afstand of naar de computer waarop u op afstand werkt met de HMC. “Een systeemplan importeren op een HMC” op pagina 21 U kunt een systeemplanbestand in een Hardware Management Console (HMC) importeren van diverse soorten media, een FTP-site op afstand of de computer waarmee u de HMC van op afstand gebruikt. Vervolgens kunt u het geïmporteerde systeemplan in gebruik nemen op een systeem dat door de HMC wordt beheerd. “Een systeemplan bekijken op een HMC” op pagina 32 Met de Systeemplanviewer kunt u een systeemplan bekijken op de Hardware Management Console (HMC). Verwante informatie: Een systeemplan maken met behulp van de SDMC
Vereisten voor het maken van een systeemplan op de HMC Om met de Hardware Management Console (HMC) een systeemplan te kunnen maken, moet u zeker weten dat uw systeem aan een aantal noodzakelijke voorwaarden voldoet. Een systeemplan dat u met HMC V7.3.3 maakt, bevat ook hardwaregegevens die de HMC van het geselecteerde beheerde systeem kan ophalen. Welke hardwaregegevens de HMC voor het nieuwe systeemplan kan ophalen, is echter afhankelijk van de methode waarmee de HMC de hardwaregegevens ophaalt. De HMC kan in principe twee manieren gebruiken: verzamelen van inventarisgegevens en opsporen van hardware. Bij gebruik van hardwareopsporing kan de HMC informatie opzoeken over de hardware die niet is toegewezen aan een partitie of die is toegewezen aan een inactieve partitie. Opmerking: U kunt geen systeemplannen maken voor IBM BladeCenter-bladeservers. Om een systeemplan te kunnen maken, moet u uw systeem voldoen aan de volgende vereisten: v “Vereisten voor het verzamelen van inventarisgegevens op de HMC” op pagina 17“Vereisten voor het verzamelen van inventarisgegevens op de HMC” op pagina 17 v “Vereisten voor hardwaredetectie op de HMC” op pagina 19“Vereisten voor hardwaredetectie op de HMC” op pagina 19 Als u aan alle vereisten voldoet, maar het maken van het systeemplan desondanks mislukt, of als er andere gegevens worden vastgelegd dan u zou willen vastleggen, raadpleeg dan “Problemen met het maSysteemplannen
15
ken van systeemplannen met de HMC oplossen” op pagina 20“Problemen met het maken van systeemplannen met de HMC oplossen” op pagina 20 om de aard van het probleem te bepalen en om te zien wat u zou kunnen doen om het probleem op te lossen. Verwante onderwerpen: “Problemen met het maken van systeemplannen met de HMC oplossen” op pagina 20 Aan de hand van de volgende informatie kunt u proberen problemen op te lossen die optreden wanneer u een systeemplan maakt met de Hardware Management Console (HMC) Versie 7 Release 3.3 of hoger.
Gegevens optimaliseren bij het maken van een systeemplan op de HMC De hoeveelheid en de kwaliteit van de hardwaregegevens die de HMC in een systeemplan kan vastleggen is afhankelijk van de versie van de HMC en het besturingssysteem van de logische partitie waarvoor u gegevens vastlegt. De kwaliteit van de gegevens die u overbrengt naar de System Planning Tool (SPT) wordt bepaald door de gegevens die u vastlegt bij het maken van het systeemplan. De volgende factoren zijn van invloed op de hoeveelheid hardwaregegevens in een systeemplan dat u maakt: v Type en niveau van het beheertool. U kunt het grootste deel van de gegevens vastleggen bij gebruik van een HMC van Versie 7, Release 3.2 of hoger, aangezien deze versies van de HMC twee methoden kennen waarmee hardware-informatie kan worden verzameld. Eerdere versies van de HMC hebben niet dezelfde voorzieningen en bieden minder gedetailleerde informatie. Afhankelijk van het codeniveau van de HMC, kan de HMC verschillende methoden gebruiken voor het vastleggen van gegevens over de hardware op het systeem, zoals aangegeven in de volgende tabel: Tabel 4. Hardwaregegevens vastgelegd in een systeemplan op basis van de beschikbare verzamelmethoden Methode
Beschikbare HMC
Vastgelegde informatie
Inventaris samenstellen
HMC Versie 7 Release 3.0 en hoger
Hardware toegewezen aan actieve logische partities
Hardwaredetectie
HMC Versie 7 Release 3.2 en hoger
Hardware toegewezen aan niet actieve logische partities of hardware die niet aan een logische partitie is toegewezen
Verbeterde hardwaredetectie
HMC Versie 7 Release 3.3 en hoger
Hardware toegewezen aan inactieve logische partities of hardware die niet aan een logische partitie is toegewezen. Tot de informatie die wordt vastgelegd, behoren ook de SCSIschijfstations op servers met POWER6-processors, of hoger niet draait. U moet het systeemplan naar SPT converteren om deze informatie te zien.
16
Power Systems: Systeemplannen
Verwante onderwerpen: “Conversie van systeemplannen” op pagina 3 U kunt een systeemplan dat u hebt gemaakt met behulp van de Hardware Management Console (HMC) converteren naar een indeling die wordt gebruikt door de System Planning Tool (SPT). “Beperkingen bij conversie van systeemplan” op pagina 5 U kunt een systeemplan dat u hebt gemaakt op de Hardware Management Console (HMC) converteren voor gebruik in de System Planning Tool (SPT). Er gelden echter een aantal beperkingen ten aanzien van de gegevens die de SPT kan converteren. “Problemen met de conversie van systeemplannen oplossen” op pagina 8 Als u een systeemplan converteert naar een indeling die door de System Planning Tool (SPT) kan worden gebruikt, kunnen er problemen optreden die u moet oplossen of waarvan u een beter beeld moet krijgen. “Systeemplannen op de HMC” op pagina 9 Op de Hardware Management Console (HMC) kunt u met systeemplannen een aantal systeembeheertaken op hoog niveau uitvoeren. Verwante taken: “Een systeemplan maken met behulp van de HMC” op pagina 13 U kunt de Hardware Management Console (HMC) gebruiken om een systeemplan te maken op basis van een bestaande systeemconfiguratie, en vervolgens kunt u dit plan op andere beheerde systemen in gebruik nemen. Inventarisgegevens verzamelen op de HMC: De HMC verzamelt altijd inventarisgegevens om gedetailleerde informatie op te halen voor hardware die aan een actieve logische partitie is toegewezen. Het proces voor het samenstellen van het inventaris kan informatie vastleggen over PCI-kaarten en schijfconfiguraties voor een actieve logische partitie en deze informatie opnemen in het systeemplan. Het inventarisproces verbetert de kwaliteit van de gegevens die beschikbaar zijn als u het systeemplan converteert naar de indeling die de System Planning Tool (SPT) gebruikt. Maar dit proces verlengt ook de tijd die nodig is om een systeemplan te maken met een aantal minuten. Vereisten voor het verzamelen van inventarisgegevens op de HMC: Als u voldoet aan de vereisten voor het gebruik van het inventarisverzamelproces, verhoogt u daarmee de kwaliteit en de kwantiteit van de gegevens die worden verzameld in de systeemplannen die u maakt op de Hardware Management Console (HMC). Als u de hoeveelheid en het type hardwaregegevens wilt maximaliseren die het proces voor het verzamelen van inventarisgegevens vanaf het beheerde systeem kan vastleggen, moet u de volgende handelingen uitvoeren voordat u een systeemplan maakt: v Zorg ervoor dat de gegevens in de inventaris-cache op het beheerde systeem optimaal en actueel zijn. Zie v Zorg ervoor dat het beheerde systeem in de status Standby is of dat het beheerde systeem ingeschakeld is. Opmerking: U kunt geen systeemplan maken wanneer het beheerde systeem is uitgeschakeld of wordt hersteld. v Zorg dat alle logische partities in het beheerde systeem, waarop u het nieuwe systeemplan wilt baseren, zijn geactiveerd. v Zorg ervoor dat de IBM Installation Toolkit voor het besturingssysteem Linux is geladen als u een systeemplan maakt dat informatie bevat over een Linux-systeem of een logische partitie die actief is in de Linux-omgeving. Deze toolkit is vereist om een inventaris samen te stellen voor systemen en logische partities in de Linux gebruiksomgeving. De IBM Installation Toolkit voor het besturingssysteem Linux is beschikbaar op de website IBM Service and productivity tools Systeemplannen
17
v Zorg ervoor dat u een RMC-verbinding (Resource Monitoring and Control) tot stand hebt gebracht tussen de HMC en elke logische partitie. Een RMC-verbinding is vereist voor het verzamelen van inventarisgegevens. Als u RMC gebruikt, zorgt u ervoor dat het proces voor het verzamelen van inventarisgegevens meer gedetailleerde hardwaregegevens kan vastleggen. Zonder RMC kan dit proces bijvoorbeeld niet de typen schijfstations vinden die op het beheerde systeem zijn geïnstalleerd. Ga als volgt te werk om te controleren of de HMC met RMC kan werken: 1. In het navigatiegebied van de HMC kiest u HMC-beheer. 2. Selecteer in het gegevensvenster Netwerkinstellingen wijzigen. Het venster Netwerkinstellingen Aanpassen verschijnt. 3. Klik op LAN-adapter, selecteer de gewenste adapter in de lijst en klik op Details. 4. Op de pagina Basisinstellingen controleert u of Partitiecommunicatie is geselecteerd. 5. Op de pagina Firewall-instellingen selecteert u in de lijst Beschikbare Toepassingen alle instances van RMC en klikt u op Inkomend toestaan, als dit nodig is. 6. Klik op OK om het venster LAN-adaptergegevens te sluiten. 7. Klik op OK om het venster Netwerkinstellingen aanpassen te sluiten. 8. Start de HMC opnieuw op indien u de configuratie-instellingen hebt gewijzigd. Op sommige besturingssystemen kan het nodig zijn om aanvullende stappen uit te voeren, zodat RMC op de juiste manier is geconfigureerd en wordt uitgevoerd. Meer informatie over het configureren en gebruiken van RMC vindt u op de website Understanding RMC and resource managers. Het hardwaredetectieproces op de HMC: Vanaf Hardware Management Console (HMC) Versie 7 Release 3.2 kan de HMC met behulp van het hardwaredetectieproces aanvullende informatie over de hardware op een beheerd systeem vastleggen in een systeemplan. Bepaalde systemen hebben de mogelijkheid om meer details over hun hardware-inventaris aan te bieden middels het hardware-opsporingsproces. Daardoor kunt u een systeemplan maken met uitgebreidere hardwaregegevens. Met behulp van het opsporingsproces kan de HMC Versie 7, Release 3.2 of hoger informatie vastleggen over hardware die niet is toegewezen aan een logische partitie en hardware die is toegewezen aan logische partities die inactief zijn. Opmerking: Wanneer u een systeemplan maakt met de bedoeling om het systeemplan later te converteren voor gebruik in de System Planning Tool (SPT), moet u het systeemplan maken met de nieuwste versie van de HMC. Om bijvoorbeeld informatie over de stationsconfiguratie te verkrijgen die door de SPT kan worden geconverteerd naar een systeemplan, moet u met behulp van de HMC Versie 7, Release 3.3 of hoger een opsporingsproces voor hardware uitvoeren waarmee gedetailleerde informatie over de stationsconfiguratie wordt vastgelegd. Bovendien schrijft het hardwaredetectieproces hardware-inventarisgegevens weg naar een cache op het systeem. De hardware-inventariscache zorgt ervoor dat er een bepaalde hoeveelheid hardwaregegevens beschikbaar zijn op het systeem als u een systeemplan maakt. Als u een systeemplan maakt, kan de HMC de gegevens in deze cache gebruiken voor meer gedetailleerde hardware-informatie over logische partities die op dat moment actief zijn. Op een systeem waarop hardwaredetectie kan worden gebruikt, wordt het hardwaredetectieproces uitgevoerd als het systeem wordt ingeschakeld in de werkstand voor hardwaredetectie. Als u deze optie inschakelt, wordt het systeem in een speciale werkstand ingeschakeld die de hardwaredetectie uitvoert en inventarisgegevens vastlegt in een cache op het systeem. De informatie is vervolgens beschikbaar als u gegevens van I/O-apparaten afbeeldt of als u een systeemplan maakt. U kunt de hardwaredetectie ook uitvoeren als u een systeemplan maakt. Als het beheerde systeem hardwaredetectie kan uitvoeren, biedt de pagina Systeemplan maken een aanvullende optie voor het uitvoeren van hardwaredetectie. Met behulp van de optie Inactieve en niet-toegewezen hardwareresources
18
Power Systems: Systeemplannen
ophalen kunt u configuratiegegevens over de hardware van het beheerde systeem vastleggen, wat de staat van de hardware ook is. Als deze optie wordt gebruikt, gebruikt de HMC de gegevens uit de bijgewerkte inventariscache en de gegevens die worden verkregen tijdens de samenstelling van het inventaris als bron voor het systeemplan. U wordt aangeraden de optie Inactieve en niet-toegewezen hardwareresources ophalen altijd te gebruiken wanneer u nieuwe hardware toevoegt of bestaande hardware wijzigt terwijl die hardware niet is toegewezen aan een partitie. Is de nieuwe of gewijzigde hardware wél toegewezen aan een partitie, dan kunt u deze optie gebruiken om het systeemplan te maken terwijl de partitie inactief is. Door dit te doen, garandeert u dat in de inventariscache de meest recente gegevens staan. Als u bij het maken van een systeemplan de optie Inactieve en niet-toegewezen hardwareresources ophalen niet selecteert, dan voert de HMC geen opsporingsproces voor nieuwe hardware uit. In plaats daarvan maakt de HMC gebruik van de gegevens in de inventariscache op het systeem. De HMC haalt wel inventarisgegevens op en achterhaalt hardwaregegevens voor actieve logische partities op de beheerde server. Na afloop bevat het systeemplan hardwaregegevens die de HMC heeft opgehaald uit de samenstelling van het inventaris en hardwaregegevens die de HMC heeft opgehaald uit de hardware-inventaris-cache op het systeem. Vereisten voor hardwaredetectie op de HMC: Als u voldoet aan de vereisten voor het gebruik van het hardwaredetectieproces, verhoogt u daarmee de kwaliteit en de kwantiteit van de gegevens die worden verzameld in de systeemplannen die u maakt op de Hardware Management Console (HMC). Voer de volgende taken uit om ervoor te zorgen dat hardwaredetectie wordt gebruikt bij het maken van een systeemplan: v Zorg ervoor dat er minimaal 0,5 processors beschikbaar zijn. v Zorg ervoor dat er minimaal 256 MB geheugen vrij is. Opmerking: Als de minimumvereisten voor processor of geheugen niet beschikbaar zijn, kunt u aan deze vereisten voldoen door door één of meer logische partities af te sluiten of door de dynamische instellingen voor processor en geheugen aan te passen voor één of meer logische partities. v Zorg ervoor dat alle logische partities op het beheerde systeem waarvan u de hardware wilt opsporen inactief zijn. Op die manier vergroot u de hoeveelheid gegevens die door het hardwaredetectieproces kunnen worden verzameld. Wanneer een logische partitie actief is, kunnen er geen nieuwe gegevens van de logische partitie worden opgehaald. In plaats daarvan worden er uit de hardware-inventaris-cache gegevens opgehaald over de hardware die aan de inactieve partitie is toegewezen. Opmerking: Resource Monitoring and Control (RMC) is niet vereist voor de hardwaredetectie. v Zorg ervoor dat het kenmerk Schakel het systeem uit nadat alle logische partities zijn uitgeschakeld niet is geselecteerd. Hardwaredetectie start partities en schakelt de partities uit om informatie te verzamelen. Als hardwaredetectie de enige actieve partitie van het systeem uitschakelt, wordt het beheerde systeem uitgeschakeld en mislukt het maken van het systeemplan. Voer de volgende stappen uit om de instelling van dit systeemkenmerk te controleren: 1. Selecteer in het navigatiegebied van HMC de map Systeembeheer > Servers. 2. Klik in het takengebied op Eigenschappen. Het eigenschappenvenster voor het geselecteerde beheerde systeem wordt geopend. 3. Zorg ervoor dat op het tabblad Algemeen het kenmerk Schakel het systeem uit nadat alle logische partities zijn uitgeschakeld niet is geselecteerd en klik op OK.
Systeemplannen
19
Tips voor het maximaliseren van de gegevens in een systeemplan op de HMC: Door het instellen van uw systeem voor het optimaliseren van de hardwaregegevens die u kunt vastleggen in een systeemplan dat u maakt met behulp van de HMC, kunt u ervoor zorgen dat uw systeemplan u voorziet van de meest waardevolle informatie. Door het instellen van uw systeem voor het optimaliseren van de hardwaregegevens die u kunt vastleggen in een systeemplan, zorgt u er ook voor dat u over de meest bruikbare configuratie-informatie beschikt als u het systeemplan converteert voor gebruik in System Planning Tool. Om te zorgen dat u de meest gedetailleerde en volledige gegevens in uw systeemplannen hebt, kunt u het beste deze richtlijnen volgen: 1. Nadat u alle hardware in het systeem hebt geplaatst en de bekabeling van interne stationvakken en de externe SCSI-bekabeling hebt gecontroleerd, maximaliseert u de hoeveelheid gegevens in de inventaris-cache en zorgt u ervoor dat de inventaris-cache op het beheerde systeem actueel blijft. U kunt deze actie op twee manieren uitvoeren: v Schakel het systeem in terwijl de optie Hardwaredetectie geselecteerd is. Voer deze actie uit de eerste keer dat u het systeem aanzet, maar ook elke keer nadat u hardware hebt toegevoegd, verwijderd of verplaatst en het voor het aanbrengen van een dergelijke wijziging nodig is het systeem opnieuw op te starten. v Als u hardware toevoegt, verwijdert of verplaatst en het is nodig om het systeem opnieuw op te starten om die wijziging van kracht te laten worden, update dan de cache door een systeemplan te maken terwijl de optie Inactieve en niet-toegewezen hardwareresources ophalen geselecteerd is. Maak het systeemplan op een moment dat de betrokken logische partities inactief zijn. 2. Optimaliseer de gegevens voor de logische partities. Voer de volgende stappen uit om de hoeveelheid gegevens voor de logische partities te optimaliseren: a. Zorg ervoor dat de gegevens in de inventaris-cache optimaal en actueel zijn, zoals beschreven in de eerste richtlijn. b. U kunt nu de logische partities activeren die u in het systeemplan wilt opnemen en de taak Systeemplan maken uitvoeren zonder de optie Inactieve en niet-toegewezen hardwareresources ophalen. Deze actie zorgt ervoor dat het systeemplan de meest gedetailleerde en actuele informatie bevat voor alle hardware en alle logische partities op het systeem. Voer deze taak uit elke keer dat u nieuwe logische partities maakt en activeert.
Problemen met het maken van systeemplannen met de HMC oplossen Aan de hand van de volgende informatie kunt u proberen problemen op te lossen die optreden wanneer u een systeemplan maakt met de Hardware Management Console (HMC) Versie 7 Release 3.3 of hoger. Gebruik voor het maken van systeemplannen liefst de HMC Versie 7 Release 3.3 of hoger. Deze versies bieden optimale functies voor het vastleggen van de grootste hoeveelheid hoogwaardige gegevens van het beheerde systeem. Bij het maken van systeemplannen worden alle berichten (inclusief foutberichten) weggeschreven in het bestand /var/hsc/log/mksysplan.log. Aan de hand van de informatie in deze tabel kunt u vaststellen welk soort probleem u hebt met het maken, en of er mogelijk een oplossing bestaat voor dat probleem. De onderstaande tabel bevat informatie over het oplossen van fouten die zouden kunnen optreden bij het maken van een systeemplan. Tabel 5. Problemen en oplossingen bij het maken van systeemplannen Probleem
Herstelprocedure
Het systeemplan dat ik heb gemaakt op mijn POWER7-server, Het is niet mogelijk een systeemplan met dit type bevat geen VIOS-provisioninggegevens voor de logische gegevens te maken voor een server met POWER7partities. processors.
20
Power Systems: Systeemplannen
Tabel 5. Problemen en oplossingen bij het maken van systeemplannen (vervolg) Probleem
Herstelprocedure
Het systeemplan dat ik heb gemaakt op mijn POWER7-server, Het is niet mogelijk een systeemplan met dit type bevat geen installatiegegevens voor de gebruiksomgeving. gegevens te maken voor een server met POWER7processors. Het maken van een systeemplan op de HMC 7.7.1 mislukt en er verschijnt een foutbericht dat lijkt op het volgende: Een systeemplan kan niet worden gemaakt van, of geïmplementeerd op, systeem X als het uitschakelingsbeleid aangeeft dat het systeem moet worden uitgeschakeld nadat de laatste partitie is uitgeschakeld. Stel de eigenschappen voor dit systeem zo in dat het systeem niet tegelijk met de laatste partitie wordt uitgeschakeld, en maak of implementeer het systeemplan.
Om het hardwaredetectieproces te kunnen gebruiken bij het maken van een systeemplan, moet u ervoor zorgen dat het kenmerk Schakel het systeem uit nadat alle logische partities zijn uitgeschakeld niet is geselecteerd. Voer de volgende stappen uit om dit kenmerk te controleren: 1. Selecteer in het navigatiegebied van HMC de map Systeembeheer > Servers.
2. Ga naar het taakgebied en selecteer EigenschapDit probleem kan optreden bij het maken van een pen. Het eigenschappenvenster voor het geselecsysteemplan op een server met POWER7-processors, aangeteerde beheerde systeem wordt afgebeeld. zien het kenmerk Schakel het systeem uit nadat alle logische partities zijn uitgeschakeld geselecteerd is op het tabblad 3. Zorg ervoor dat op het tabblad Algemeen het Algemeen van de pagina Eigenschappen Beheerd Systeem. kenmerk Schakel het systeem uit nadat alle logische partities zijn uitgeschakeld niet is geselecteerd en klik op OK. Nadat ik mijn systeemplan heb gemaakt, staat er op mijn systeem ineens een partitie die ik niet heb gemaakt, met de naam IOR Collection LP. Hoe is die partitie op mijn systeem terechtgekomen en kan ik hem wissen? Tijdens de hardwaredetectie wordt er tijdelijk een nieuwe virtuele logische partitie met de naam IOR Collection LP gemaakt. Gewoonlijk wordt deze partitie door het detectieproces gewist voordat de opdracht mksysplan wordt voltooid. Als de opdracht mksysplan of de taak Systeemplan Maken in de HMC is voltooid en de partitie IOR Collection LP na enkele minuten nog niet is verdwenen, meld dit probleem bij de servicemedewerker van de HMC.
Neem contact op met de ondersteuningsdienst van IBM en voer bovendien de volgende procedure uit om de partitie IOR Collection LP te wissen: 1. Noteer het partitie-ID vanuit de partitieview van het systeem op de HMC. 2. Open een werkstationverbinding van de HMC, hetzij op de HMC-console, hetzij op afstand. 3. Voer de volgende opdracht uit: rmsyscfg -r lpar -m
--id <partitie-ID> 4. Voor meer informatie kunt u de opdracht rmsyscfg --help uitvoeren.
Verwante onderwerpen: “Vereisten voor het maken van een systeemplan op de HMC” op pagina 15 Om met de Hardware Management Console (HMC) een systeemplan te kunnen maken, moet u zeker weten dat uw systeem aan een aantal noodzakelijke voorwaarden voldoet.
Een systeemplan importeren op een HMC U kunt een systeemplanbestand in een Hardware Management Console (HMC) importeren van diverse soorten media, een FTP-site op afstand of de computer waarmee u de HMC van op afstand gebruikt. Vervolgens kunt u het geïmporteerde systeemplan in gebruik nemen op een systeem dat door de HMC wordt beheerd. U v v v
kunt een systeemplanbestand in de HMC importeren vanaf een van de volgende locaties: Van de computer waarmee u de HMC van op afstand benadert. Vanuit media die zijn aangekoppeld aan de HMC, zoals optische schijven of USB-stations. Van een site op afstand via FTP. Hiertoe moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan: – De HMC moet een netwerkverbinding met de site op afstand hebben. – Er moet een FTP-server actief zijn op de site op afstand. – Op de site op afstand moet poort 21 zijn geopend. Systeemplannen
21
Opmerking: U kunt geen systeemplan importeren waarvan de naam overeenkomt met een reeds bestaand systeemplan in de HMC. Om een systeemplanbestand te kunnen importeren, moet u een superbeheerder zijn. Voor nadere informatie over gebruikersrollen gaat u naar http://pic.dhe.ibm.com/infocenter/powersys/v3r1m5/topic/ p7ha1/manageusersandtasks.htmhttp://pic.dhe.ibm.com/infocenter/powersys/v3r1m5/topic/ p7ha1/manageusersandtasks.htm Ga als volgt te werk om een systeemplanbestand te importeren naar de HMC: 1. In het navigatiegebied van de HMC klikt u op Systeemplannen. 2. In het takengebied kiest u Systeemplan importeren. Het venster Systeemplan importeren wordt geopend. 3. Selecteer de bron van het systeemplanbestand dat u wilt importeren. Aan de hand van de volgende tabel kunt u de juiste stappen volgen om het systeemplan uit de geselecteerde bestandsbronlocatie te importeren. Bron van het te importeren systeemplan
Voer de volgende stappen uit:
Deze computer
1. Selecteer Importeren van deze computer naar de HMC. 2. Klik op Importeren, waarna het venster Bestand uploaden wordt afgebeeld. 3. Klik op Bladeren. 4. Selecteer het systeemplanbestand dat u wilt importeren en klik op Openen. 5. Klik op OK om het bestand te uploaden.
Opslagmedium
1. Selecteer Importeren vanaf opslagmedia. 2. Geef in het veld Naam systeemplanbestand de naam op van het systeemplanbestand. Opmerking: De extensie van het systeemplanbestand moet .sysplan zijn en kan uitsluitend uit alfanumerieke tekens bestaan. 3. Geef in het veld Sub-directory op opslagmedium het pad op waarin het systeemplanbestand zich op het medium bevindt. Opmerking: Geef alleen de subdirectory op, en niet het volledig gekwalificeerde pad. 4. Klik op Importeren, waarna het venster Apparaat voor opslagmedium selecteren wordt afgebeeld. 5. Selecteer het opslagmedium met het systeemplanbestand dat u wilt importeren. Opmerking: Zorg er voor dat u de naam kent van het apparaat dat u wilt selecteren. Zo is /media/sda1 op de meeste systemen typisch de standaardnaam van een apparaat voor het USB-station. Maar de namen van apparaten kunnen ook van systeem tot systeem verschillen. 6. Klik op OK.
22
Power Systems: Systeemplannen
Bron van het te importeren systeemplan
Voer de volgende stappen uit:
FTP-locatie op afstand
1. Selecteer Importeren vanaf een FTP-locatie op afstand. 2. Geef in het veld Naam systeemplanbestand de naam op van het systeemplanbestand. Opmerking: De extensie van het systeemplanbestand moet .sysplan zijn en kan uitsluitend uit alfanumerieke tekens bestaan. 3. Geef de hostnaam of het IP-adres van de FTP-site op afstand op in het veld Hostnaam locatie op afstand. 4. Typ het gebruikers-ID voor toegang tot de FTP-locatie op afstand in het veld Gebruikers-ID. 5. Typ het wachtwoord voor toegang tot de FTP-locatie op afstand in het veld Wachtwoord. 6. Typ het pad waarin het systeemplanbestand op de FTP-site op afstand staat in het veld Directory op afstand. Als u geen pad opgeeft, gebruikt de HMC het standaardpad van de FTP-site op afstand.
4. Klik op Importeren. Als er in HMC een fout optreedt, gaat u terug naar het venster Systeemplan Importeren en controleert u of u de juiste gegevens hebt getypt. Klik indien nodig op Annuleren, ga terug naar stap 2 en herhaal de procedure. Nadat het systeemplanbestand is geïmporteerd, kunt u het in gebruik nemen op een systeem dat door de HMC wordt beheerd. Als u het systeemplanbestand vanaf een medium hebt geïmporteerd, kunt u het medium ontkoppelen vanuit de opdrachtregelinterface van de HMC met de opdracht umount.
Systeemplannen
23
Verwante onderwerpen: “Systeemplannen op de HMC” op pagina 9 Op de Hardware Management Console (HMC) kunt u met systeemplannen een aantal systeembeheertaken op hoog niveau uitvoeren. Verwante taken: “Een systeemplan maken met behulp van de HMC” op pagina 13 U kunt de Hardware Management Console (HMC) gebruiken om een systeemplan te maken op basis van een bestaande systeemconfiguratie, en vervolgens kunt u dit plan op andere beheerde systemen in gebruik nemen. “Een systeemplan wissen vanuit een HMC” op pagina 33 Door het verwijderen van een systeemplan van de Hardware Management Console (HMC) worden echter eventuele wijzigingen in de configuratie van partities of hardware niet ongedaan gemaakt indien het betreffende systeemplan op een beheerd systeem in gebruik was. “Een systeemplan in gebruik nemen met behulp van de HMC” U kunt de Hardware Management Console (HMC) gebruiken om een systeemplan volledig of gedeeltelijk in gebruik te nemen op een beheerd systeem. “Een systeemplan exporteren vanuit een HMC” op pagina 30 U kunt een systeemplanbestand uit een Hardware Management Console (HMC) exporteren naar verschillende typen opslagmedia, een FTP-site op afstand of naar de computer waarop u op afstand werkt met de HMC. “Een systeemplan bekijken op een HMC” op pagina 32 Met de Systeemplanviewer kunt u een systeemplan bekijken op de Hardware Management Console (HMC). Verwante informatie: Een systeemplan importeren op een SDMC
Een systeemplan in gebruik nemen met behulp van de HMC U kunt de Hardware Management Console (HMC) gebruiken om een systeemplan volledig of gedeeltelijk in gebruik te nemen op een beheerd systeem. Bij het in gebruik nemen van een systeemplan maakt de HMC logische partities in het beheerde systeem aan de hand van de specificaties in het systeemplan. Het is niet nodig om een systeemplan in zijn geheel in gebruik te nemen. In plaats daarvan kunt u een systeemplan gedeeltelijk op het doelsysteem in gebruik nemen door de logische partities van het plan te selecteren die u in gebruik wilt nemen. U kunt de wizard Systeemplan in gebruik nemen op een ander tijdstip opnieuw uitvoeren om de rest van het systeemplan in gebruik te nemen. Opmerking: HMC versie 7, Release 7.1 en hoger biedt bij het implementeren van een systeemplan geen ondersteuning voor Virtual I/O Server (VIOS)-provisioning en het installeren van de gebruiksomgeving voor servers met POWER7-processors. Voer de volgende taken uit voordat u een systeemplan in gebruik neemt: v Zorg ervoor dat het systeemplanbestand op de HMC aanwezig is. Als het systeemplanbestand niet in HMC aanwezig is, moet u het systeemplanbestand in HMC importeren. Voor instructies gaat u naar “Een systeemplan importeren op een HMC” op pagina 21“Een systeemplan importeren op een HMC” op pagina 21 v Controleer of u voldoet aan alle eisen inzake de ingebruikname van het systeemplan. Zie Ga als volgt te werk om een systeemplan op een beheerd systeem in gebruik te nemen met behulp van de HMC: 1. In het navigatiegebied van de HMC klikt u op Systeemplannen.
24
Power Systems: Systeemplannen
2. In het inhoudgebied selecteert u het systeemplan dat u in gebruik wilt nemen. 3. Selecteer Taken > Systeemplan in gebruik nemen. De wizard Systeemplan in gebruik nemen wordt gestart. 4. Doe het volgende op de pagina Welkom: a. Selecteer het systeemplanbestand met het systeemplan dat u in gebruik wilt nemen. b. Kies het beheerde systeem waarop u het systeemplan in gebruik wilt nemen en klik op Volgende. Als het systeemplan niet overeenkomt met het beheerde systeem waarop u het in gebruik wilt nemen, verschijnt er in de wizard een venster waarin dit wordt gemeld. Klik op OK om door te gaan of op Annuleren om een ander systeemplan te selecteren. Opmerking: Als het systeemplanbestand meerdere systeemplannen bevat, kunt u met een extra stap een specifiek plan uit het bestand selecteren. Deze stap wordt alleen in de wizard opgenomen als er in het opgegeven bestand meer dan één systeemplan aanwezig is. 5. Doe het volgende op de pagina Validatie: a. De wizard vergelijkt nu het beheerde systeem en de hardware met het systeemplan. Dit controleproces kan enkele minuten duren. b. Als het controleproces zonder problemen wordt voltooid, klikt u op Volgende. c. Als het validatieproces mislukt, corrigeert u de problemen die in het foutbericht worden beschreven, klikt u op Annuleren om de wizard te sluiten en start u de procedure opnieuw vanaf het begin. Om u te helpen bij het corrigeren van controleproblemen, kunt u een systeemplan maken dat gebaseerd is op de huidige configuratie van het beheerde systeem. Met behulp van een dergelijk systeemplan kunt u het systeemplan dat u in gebruik wilt nemen, vergelijken met de huidige configuratie van het beheerde systeem. Dit kunt u doen met de taak Systeemplan maken op de HMC of bij het uitvoeren van de volgende opdracht op de HMC-opdrachtregel: mksysplan -m naam_beheerd_systeem -f naam_nieuw_systeemplan.sysplan
Met deze actie wordt een systeemplan gemaakt dat kan worden bekeken en worden vergeleken met het oude systeemplan om een diagnose te kunnen maken van eventuele problemen. 6. Optioneel: Als u op de pagina Ingebruikname partitie niet alle logische partities, partitieprofielen, virtuele adaptertypen en virtuele adapters uit het systeemplan wilt maken, deselecteert u het vakje van de desbetreffende items in de kolom In gebruik nemen. Voor elke logische partitie moeten de sleuven 0 en 1 virtuele seriële adapters bevatten. Als u deze virtuele seriële adapters niet maakt, kunt u geen logische partities maken. 7. Controleer op de pagina Overzicht de stappenvolgorde van de systeemingebruikname en klik op Voltooien. De HMC maakt de opgegeven logische partities aan de hand van het systeemplan. Dit proces duurt een aantal minuten.
Systeemplannen
25
Verwante onderwerpen: “Systeemplannen op de HMC” op pagina 9 Op de Hardware Management Console (HMC) kunt u met systeemplannen een aantal systeembeheertaken op hoog niveau uitvoeren. “Validatie van systeemplan voor de HMC” op pagina 27 Op een systeem dat wordt beheerd door Hardware Management Console (HMC) neemt u een systeemplan in gebruik met behulp van de wizard Systeemplan in gebruik nemen. De wizard valideert de informatie in het systeemplan aan de hand van de configuratie van het beheerde systeem voordat het implementatieproces wordt gestart. Verwante taken: “Een systeemplan maken met behulp van de HMC” op pagina 13 U kunt de Hardware Management Console (HMC) gebruiken om een systeemplan te maken op basis van een bestaande systeemconfiguratie, en vervolgens kunt u dit plan op andere beheerde systemen in gebruik nemen. “Een systeemplan wissen vanuit een HMC” op pagina 33 Door het verwijderen van een systeemplan van de Hardware Management Console (HMC) worden echter eventuele wijzigingen in de configuratie van partities of hardware niet ongedaan gemaakt indien het betreffende systeemplan op een beheerd systeem in gebruik was. “Een systeemplan exporteren vanuit een HMC” op pagina 30 U kunt een systeemplanbestand uit een Hardware Management Console (HMC) exporteren naar verschillende typen opslagmedia, een FTP-site op afstand of naar de computer waarop u op afstand werkt met de HMC. “Een systeemplan importeren op een HMC” op pagina 21 U kunt een systeemplanbestand in een Hardware Management Console (HMC) importeren van diverse soorten media, een FTP-site op afstand of de computer waarmee u de HMC van op afstand gebruikt. Vervolgens kunt u het geïmporteerde systeemplan in gebruik nemen op een systeem dat door de HMC wordt beheerd. “Een systeemplan bekijken op een HMC” op pagina 32 Met de Systeemplanviewer kunt u een systeemplan bekijken op de Hardware Management Console (HMC). Verwante informatie: Een systeemplan in gebruik nemen met behulp van de SDMC
Vereisten voor ingebruikname van een systeemplan op de HMC Om met de Hardware Management Console (HMC) een systeemplan in gebruik te kunnen nemen, moet u zeker weten dat uw systeem aan de noodzakelijke voorwaarden voldoet. Om een systeemplan te kunnen maken en in gebruik te kunnen nemen, moet u uw systeem voldoen aan de vereisten in de volgende tabellen. Tabel 6. Vereisten voor hardwarevalidatie voor de ingebruikname van een systeemplan Vereiste
Beschrijving
Systeemconfiguratie
Wis de logische partitie die bij levering op de server aanwezig was en wis alle overige partities die niet in het systeemplan voorkomen. Voor instructies gaat u naar Een logische partitie wissenEen logische partitie wissen. De naam van de logische partitie die bij de server verstrekt is, is het serienummer van het beheerde systeem en de naam van het partitieprofiel is default_profile.
26
Power Systems: Systeemplannen
Tabel 6. Vereisten voor hardwarevalidatie voor de ingebruikname van een systeemplan (vervolg) Vereiste
Beschrijving
Vereisten voor een fysieke schijf I/O-adapter
Kijk waar de fysieke schijf I/O-adapters die bij elke logische partitie horen, zich bevinden. Controleer of de schijfstations die op deze fysieke I/O-adapters zijn aangesloten, ondersteuning bieden aan de configuratie voor elke logische partitie die u wenst. De wizard Systeemplan in gebruik nemen controleert alleen of de I/O-adapters voor de fysieke schijven overeenstemmen met het systeemplan. Er wordt niet gecontroleerd of de schijfstations zijn geconfigureerd voor de fysieke I/0-adapters. Als u een systeemplan in gebruik neemt dat u hebt gemaakt met de System Planning Tool (SPT), controleert u of alle hardware zich op de juiste plaats bevindt en of de interne stationsvakken en externe SCSI-kabels volgens de SPT-instructies zijn aangebracht. Wanneer u een systeemplan in gebruik neemt dat u hebt gemaakt met HMC, controleert u of de hardware en bekabeling op het doelsysteem identiek is aan het bronsysteem. Als er in het systeemplan een SAN of glasvezeladapters zijn opgenomen, moet u ervoor zorgen dat er kabels op de adapters zijn aangesloten en dat het SAN geconfigureerd is.
Als u aan alle genoemde vereisten voldoet het de ingebruikname van het systeemplan desondanks mislukt met een bepaald type probleem, kijk dan in de onderwerpen over probleemoplossing wat de mogelijke oorzaak van het probleem is en wat u zou kunnen doen om het probleem op te lossen. Verwante onderwerpen: “Problemen met de ingebruikname van systeemplannen voor een HMC oplossen” op pagina 29 Aan de hand van de volgende informatie kunt u proberen problemen op te lossen die optreden wanneer u een systeemplan in gebruik neemt met de Hardware Management Console (HMC) Versie 7.3.3 of hoger.
Validatie van systeemplan voor de HMC Op een systeem dat wordt beheerd door Hardware Management Console (HMC) neemt u een systeemplan in gebruik met behulp van de wizard Systeemplan in gebruik nemen. De wizard valideert de informatie in het systeemplan aan de hand van de configuratie van het beheerde systeem voordat het implementatieproces wordt gestart. De wizard Systeemplan in gebruik nemen valideert het systeemplan vóór de ingebruikname. Op die manier bent u er zeker van dat de ingebruikname succesvol kan verlopen. De wizard valideert het systeemplan in twee fasen. De eerste fase is de hardwarevalidatie. Tijdens deze fase controleert de wizard of de processors, het geheugen en de I/O-adapters die op het beheerde systeem beschikbaar zijn, overeenkomen met de hardware die in het systeemplan wordt genoemd. De wizard controleert ook of de plaatsing van de hardware op het beheerde systeem overeenkomt met de plaatsing van de hardware zoals het systeemplan die opgeeft. De tweede fase van het validatieproces is de partitievalidatie. Tijdens deze fase controleert de wizard of de logische partities op het beheerde systeem overeenkomen met de logische partities in het systeemplan. Als een stap in het partitievalidatieproces mislukt, mislukt de validatie van het hele systeemplan.
Systeemplannen
27
Verwante onderwerpen: “Systeemplannen op de HMC” op pagina 9 Op de Hardware Management Console (HMC) kunt u met systeemplannen een aantal systeembeheertaken op hoog niveau uitvoeren. “Problemen met de ingebruikname van systeemplannen voor een HMC oplossen” op pagina 29 Aan de hand van de volgende informatie kunt u proberen problemen op te lossen die optreden wanneer u een systeemplan in gebruik neemt met de Hardware Management Console (HMC) Versie 7.3.3 of hoger. Verwante taken: “Een systeemplan in gebruik nemen met behulp van de HMC” op pagina 24 U kunt de Hardware Management Console (HMC) gebruiken om een systeemplan volledig of gedeeltelijk in gebruik te nemen op een beheerd systeem. Hardwarevalidatie op de HMC: Tijdens de hardwarevalidatie vergelijkt de HMC de hardwaregegevens in het systeemplan met de hardware op het beheerde systeem. Op deze manier wordt gecontroleerd of het systeemplan zonder problemen in gebruik kan worden genomen op het beheerde doelsysteem. Bij de controle van de hardware op het beheerde systeem vergelijkt de HMC de volgende gegevens uit het systeemplan met de hardware die op het beheerde systeem aanwezig is: v Processor- en geheugeneenheden v Plaatsing van fysieke I/O-adapter De hardware die in het systeemplan is beschreven voldoet aan de validatietest als het overeenkomt met de hardware die door het beheerde systeem is opgegeven. De hardware op het beheerde systeem kan meer resources bevatten dan die welke in het systeemplan zijn opgegeven en de validatie desondanks doorstaan. Op het beheerde systeem moet echter wel minimaal de hardware aanwezig zijn die in het systeemplan is opgegeven. Opmerking: Met HMC Versie 7 Release 7.4.0, of hoger slaat de System Planning Tool (SPT) gedetailleerde informatie op over I/O-adapters. Deze informatie wordt tijdens het valideren van de hardware gebruikt voor het verkrijgen van een meer accurate validatie van de hardware. Voorbeeld: In het systeemplan is een server met twee processors, 8 GB geheugen en een bepaalde plaatsing van fysieke I/O-adapters in de systeemeenheid opgegeven. Bij een server met twee processors, 16 GB geheugen en de juiste plaatsing van fysieke I/O-adapters in de systeemeenheid, plus een uitbreidingseenheid met extra fysieke I/O-adapters zal de controletest slagen. Bij een server met 4 GB geheugen kan de controle mislukken. De controle kan ook mislukken als in het systeemplan een bepaald type fysieke I/O-adapter in een bepaalde sleuf is opgegeven en de desbetreffende sleuf in de daadwerkelijke systeemeenheid een ander type fysieke I/O-adapter bevat. Als er in het systeemplan een lege sleuf is opgegeven, is het bij de validatie toegestaan dat er in die sleuf op het werkelijke systeem een willekeurige fysieke I/O-adapter aanwezig is. De HMC voert geen vergelijking uit van de schijfstations die aangesloten zijn op de fysieke I/O-adapters met de schijfstations die zijn opgegeven in het systeemplan. U moet er zelf voor zorgen dat de schijfstations die in het beheerde systeem zijn geïnstalleerd de gewenste configuratie van logische partities ondersteunen. De HMC controleert ook niet of de bekabeling van interne stationsvakken en de externe SCSI-bekabeling overeenkomt met hetgeen is opgegeven in het systeemplan dat is gemaakt met de System Planning Tool (SPT). U moet deze items handmatig controleren voordat u het systeemplan in gebruik neemt. Ingesloten apparaten slagen automatisch voor de hardwarecontrole, omdat deze in het systeem zijn ingesloten en niet kunnen worden verwijderd.
28
Power Systems: Systeemplannen
Partitievalidatie op de HMC: Tijdens de partitievalidatie vergelijkt de HMC de gegevens over de logische partities in het systeemplan met alle bestaande logische partities op het beheerde systeem. Op deze manier wordt gecontroleerd of het systeemplan zonder problemen in gebruik kan worden genomen op het beheerde doelsysteem. Elke bestaande logische partitie die op het beheerde systeem wordt gevonden moet in het systeemplan voorkomen en moet overeenkomen met het systeemplan zoals dat on het beheerde systeem voorkomt. Bijvoorbeeld: hardware op het beheerde systeem waarnaar wordt verwezen door de werkelijke partitie moet tenminste overeenkomen met de hardware waarnaar die partitie in het systeemplan verwijst. Bij de controle van een bestaande logische partitie controleert de HMC de volgende items: 1. Of de logische partitie in het systeemplan hetzelfde partitie-ID en dezelfde naam heeft als de bestaande logische partitie die zijn opgegeven in de standaardconfiguratie van het systeem. 2. Of de bestaande logische partitie partitieprofielen heeft die overeenkomen met de partitieprofielen die zijn opgegeven voor de logische partitie in het systeemplan. 3. Of de partitieprofielen voor de bestaande logische partities de resources bevatten die zijn opgegeven in de partitieprofielen in het systeemplan. 4. Of de partitie op het beheerde systeem dezelfde virtuele adapters en adaptertypen heeft (en dezelfde adapterpoorten gebruikt) als de adapters die voor de partitie zijn opgegeven in het systeemplan. Voorbeeld: Als de server een bestaande logische partitie bevat met partitie-ID 1, bekijkt de HMC in het systeemplan de logische partitie met partitie-ID 1. Als deze logische partitie aanwezig is en een partitieprofiel met de naam SUPPORT heeft, controleert de HMC of de bestaande logische partitie een partitieprofiel met de naam SUPPORT heeft. Als dat het geval is, controleert de HMC of de resources die in het partitieprofiel SUPPORT in het systeemplan zijn opgegeven ook voorkomen in het partitieprofiel SUPPORT van de bestaande logische partitie. Als de HMC de partitieprofielen controleert, worden de volgende resources in het partitieprofiel vergeleken: v Processor- en geheugeneenheden v Toewijzingen van fysieke I/O-sleuven In de volgende voorbeelden wordt aangegeven hoe de HMC resources in de partitieprofielen vergelijkt tijdens het controleproces om te bepalen of het systeemplan geldig is voor het beheerde systeem: v Als in het partitieprofiel SUPPORT in het systeemplan 2 GB geheugen is opgegeven en in het partitieprofiel SUPPORT van de bestaande logische partitie 3 GB geheugen, is de geheugenhoeveelheid geldig. v Als in het partitieprofiel SUPPORT in het systeemplan 4 GB geheugen is opgegeven en in het partitieprofiel SUPPORT van de bestaande logische partitie 3 GB geheugen, is de geheugenhoeveelheid niet geldig. v Als de fysieke I/O-sleuf P1 in het systeemplan is toegewezen aan het partitieprofiel SUPPORT maar in de bestaande logische partitie niet, dan is de toewijzing van fysieke sleuven ongeldig. v Als de fysieke I/O-sleuf P2 in het systeemplan niet is toegewezen aan het partitieprofiel SUPPORT, is het niet van belang of sleuf P2 voor de bestaande logische partitie is toegewezen aan het partitieprofiel SUPPORT.
Problemen met de ingebruikname van systeemplannen voor een HMC oplossen Aan de hand van de volgende informatie kunt u proberen problemen op te lossen die optreden wanneer u een systeemplan in gebruik neemt met de Hardware Management Console (HMC) Versie 7.3.3 of hoger. Bij het in gebruik nemen van systeemplannen worden alle berichten (inclusief foutberichten) weggeschreven in het bestand /var/hsc/log/iqzdtrac.trm of, als er validatiefouten zijn, in het bestand /var/hsc/ log/deploy_validation.log. Systeemplannen
29
Bij het implementeren van een systeemplan vergelijkt de validatieprocedure de informatie in het systeemplan met de configuratie van het beheerde systeem. Sommige verschillen tussen het plan en het systeem kunnen leiden tot validatiefouten voor de hardware of de partitie. Voor een geslaagde implementatie van het systeemplan moet u dan het systeemplan wijzigen of het beheerde doelsysteem. Verwante onderwerpen: “Vereisten voor ingebruikname van een systeemplan op de HMC” op pagina 26 Om met de Hardware Management Console (HMC) een systeemplan in gebruik te kunnen nemen, moet u zeker weten dat uw systeem aan de noodzakelijke voorwaarden voldoet. “Validatie van systeemplan voor de HMC” op pagina 27 Op een systeem dat wordt beheerd door Hardware Management Console (HMC) neemt u een systeemplan in gebruik met behulp van de wizard Systeemplan in gebruik nemen. De wizard valideert de informatie in het systeemplan aan de hand van de configuratie van het beheerde systeem voordat het implementatieproces wordt gestart.
Een systeemplan exporteren vanuit een HMC U kunt een systeemplanbestand uit een Hardware Management Console (HMC) exporteren naar verschillende typen opslagmedia, een FTP-site op afstand of naar de computer waarop u op afstand werkt met de HMC. U v v v
kunt een systeemplanbestand exporteren van de HMC naar een van de volgende locaties: Naar de computer waarmee u de toegang HMC van op afstand gebruikt. Naar media die zijn aangekoppeld aan de HMC (zoals optische schijven of USB-stations). Naar een site op afstand via FTP. U kunt het systeemplanbestand vervolgens importeren op een andere HMC en het systeemplan in gebruik nemen op een beheerd systeem met identieke hardware. Hiertoe moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan: – De HMC moet een netwerkverbinding met de site op afstand hebben. – Er moet een FTP-server actief zijn op de site op afstand. – Op de site op afstand moet poort 21 zijn geopend.
Om een systeemplanbestand te kunnen exporteren, moet u een superbeheerder zijn. Voor nadere informatie over gebruikersrollen gaat u naar http://pic.dhe.ibm.com/infocenter/powersys/v3r1m5/topic/ p7ha1/manageusersandtasks.htmhttp://pic.dhe.ibm.com/infocenter/powersys/v3r1m5/topic/p7ha1/ manageusersandtasks.htm Ga als volgt te werk om een systeemplanbestand vanaf de HMC te exporteren: 1. Selecteer Systeemplannen in het navigatiegebied van de HMC. 2. Selecteer in het gegevensgebied het systeemplanbestand dat u wilt exporteren. 3. Klik op Taken en selecteer Systeemplan exporteren. Het venster Systeemplan exporteren wordt geopend. 4. Selecteer het doel voor het exporteren van het systeemplan. Aan de hand van de volgende tabel kunt u de juiste stappen volgen om het systeemplan naar de geselecteerde bestandsdoellocatie te exporteren.
30
Power Systems: Systeemplannen
Doel voor het exporteren van het systeemplan
Voer de volgende stappen uit:
Deze computer
1. Kies Exporteren naar deze computer vanaf de HMC. 2. Klik op Exporteren om het venster Bestand opslaan af te beelden. 3. Klik op de link voor de bestandsnaam en gebruik de opslagfunctie van de browser om het bestand op te slaan in een locatie op uw lokale bestandssysteem. 4. Klik op OK om het venster te sluiten nadat u het bestand hebt opgeslagen.
Opslagmedia
1. Selecteer Exporteren naar media. 2. In het veld Subdirectory op medium voert u het pad op het opslagmedium in waarnaar u het systeemplanbestand wilt exporteren. Opmerking: Geef alleen de subdirectory op, en niet het volledig gekwalificeerde pad. 3. Klik op Exporteren, waarna het venster Apparaat voor opslagmedium selecteren wordt afgebeeld. 4. Selecteer het opslagmedium waarnaar u het systeemplanbestand wilt exporteren. 5. Klik op OK.
FTP-locatie op afstand
1. Selecteer Export to a remote site. 2. Geef het IP-adres van de FTP-locatie op afstand op in het veld Hostnaam locatie op afstand. 3. Typ het gebruikers-ID voor toegang tot de FTP-locatie op afstand in het veld Gebruikers-ID. 4. Typ het wachtwoord voor toegang tot de FTP-locatie op afstand in het veld Wachtwoord. 5. Geef het pad waar u het systeemplanbestand naartoe wilt exporteren op in het veld Remote directory. Als u geen pad opgeeft, exporteert de HMC het systeemplanbestand naar het standaardpad dat is opgegeven op de FTP-locatie op afstand.
5. Klik op Export. Als in HMC een fout optreedt, controleert u of u in dit venster de juiste gegevens hebt getypt. Klik indien nodig op Annuleren, ga terug naar stap 3 en herhaal de procedure. Als u het systeemplanbestand naar een medium hebt geëxporteerd, kunt u het medium ontkoppelen met de opdracht umount van de HMC-opdrachtregelinterface. Daarna kunt u het systeemplanbestand importeren op een andere HMC, zodat u het systeemplan kunt implementeren op systemen die de andere HMC beheert.
Systeemplannen
31
Verwante onderwerpen: “Systeemplannen op de HMC” op pagina 9 Op de Hardware Management Console (HMC) kunt u met systeemplannen een aantal systeembeheertaken op hoog niveau uitvoeren. Verwante taken: “Een systeemplan maken met behulp van de HMC” op pagina 13 U kunt de Hardware Management Console (HMC) gebruiken om een systeemplan te maken op basis van een bestaande systeemconfiguratie, en vervolgens kunt u dit plan op andere beheerde systemen in gebruik nemen. “Een systeemplan wissen vanuit een HMC” op pagina 33 Door het verwijderen van een systeemplan van de Hardware Management Console (HMC) worden echter eventuele wijzigingen in de configuratie van partities of hardware niet ongedaan gemaakt indien het betreffende systeemplan op een beheerd systeem in gebruik was. “Een systeemplan in gebruik nemen met behulp van de HMC” op pagina 24 U kunt de Hardware Management Console (HMC) gebruiken om een systeemplan volledig of gedeeltelijk in gebruik te nemen op een beheerd systeem. “Een systeemplan importeren op een HMC” op pagina 21 U kunt een systeemplanbestand in een Hardware Management Console (HMC) importeren van diverse soorten media, een FTP-site op afstand of de computer waarmee u de HMC van op afstand gebruikt. Vervolgens kunt u het geïmporteerde systeemplan in gebruik nemen op een systeem dat door de HMC wordt beheerd. “Een systeemplan bekijken op een HMC” Met de Systeemplanviewer kunt u een systeemplan bekijken op de Hardware Management Console (HMC). Verwante informatie: Een systeemplan exporteren vanuit een SDMC
Een systeemplan bekijken op een HMC Met de Systeemplanviewer kunt u een systeemplan bekijken op de Hardware Management Console (HMC). De Systeemplanviewer maakt gebruik van een navigatiestructuur en tabellen om de gegevens in een systeemplanbestand af te beelden. De viewer beschikt over een dynamische sorteerfunctie voor tabelkolommen. De Systeemplanviewer wordt meegeleverd met de HMC en kan dus worden geopend vanaf de HMC. U moet echter wel uw gebruikers-ID en wachtwoord opnieuw invoeren voordat u het systeemplan kunt bekijken. Opmerkingen: v Sommige berichten, zoals instructies voor interne bekabeling van het stationsvak, kunt u alleen bekijken met de System Plan Viewer in de SPT. v Met HMC Versie 7 Release 7.4.0 of hoger kunt u informatie bekijken over uitbreidingseenheden, zoals loops van de eenheid en gegevens over kabels. Ga als volgt te werk als u een systeemplan wilt bekijken vanaf de HMC: 1. Klik in het navigatiegebied op Systeemplannen. 2. Selecteer in het gegevensgebied het systeemplan dat u wilt bekijken. 3. Klik op Taken en selecteer Systeemplan bekijken. De Systeemplanviewer wordt geopend in een apart browservenster. Opmerking: U kunt het systeemplan ook in de Systeemplanviewer openen door op de naam van het systeemplan te klikken.
32
Power Systems: Systeemplannen
4. Geef uw HMC Gebruikersnaam en Wachtwoord op om u aan te melden bij de Systeemplanviewer. Opmerking: Als alternatief voor de webinterface van HMC kunt u het systeemplan ook bekijken met de webinterface van IBM Systems Director Management Console (SDMC). Verwante onderwerpen: “Systeemplannen op de HMC” op pagina 9 Op de Hardware Management Console (HMC) kunt u met systeemplannen een aantal systeembeheertaken op hoog niveau uitvoeren. Verwante taken: “Een systeemplan maken met behulp van de HMC” op pagina 13 U kunt de Hardware Management Console (HMC) gebruiken om een systeemplan te maken op basis van een bestaande systeemconfiguratie, en vervolgens kunt u dit plan op andere beheerde systemen in gebruik nemen. “Een systeemplan wissen vanuit een HMC” Door het verwijderen van een systeemplan van de Hardware Management Console (HMC) worden echter eventuele wijzigingen in de configuratie van partities of hardware niet ongedaan gemaakt indien het betreffende systeemplan op een beheerd systeem in gebruik was. “Een systeemplan in gebruik nemen met behulp van de HMC” op pagina 24 U kunt de Hardware Management Console (HMC) gebruiken om een systeemplan volledig of gedeeltelijk in gebruik te nemen op een beheerd systeem. “Een systeemplan exporteren vanuit een HMC” op pagina 30 U kunt een systeemplanbestand uit een Hardware Management Console (HMC) exporteren naar verschillende typen opslagmedia, een FTP-site op afstand of naar de computer waarop u op afstand werkt met de HMC. “Een systeemplan importeren op een HMC” op pagina 21 U kunt een systeemplanbestand in een Hardware Management Console (HMC) importeren van diverse soorten media, een FTP-site op afstand of de computer waarmee u de HMC van op afstand gebruikt. Vervolgens kunt u het geïmporteerde systeemplan in gebruik nemen op een systeem dat door de HMC wordt beheerd. Verwante informatie: System Planning Tool Een systeemplan bekijken op een SDMC
Een systeemplan wissen vanuit een HMC Door het verwijderen van een systeemplan van de Hardware Management Console (HMC) worden echter eventuele wijzigingen in de configuratie van partities of hardware niet ongedaan gemaakt indien het betreffende systeemplan op een beheerd systeem in gebruik was. Ga als volgt te werk als u een systeemplan wilt verwijderen van de HMC: 1. Klik in het navigatiegebied op Systeemplannen. 2. Selecteer in het gegevensgebied het systeemplan dat u wilt wissen. 3. Klik op Taken en selecteer Systeemplan verwijderen. Het venster Systeemplannen verwijderen wordt geopend. 4. Bevestig dat het systeemplan het plan is dat u wilt verwijderen en klik op Systeemplan verwijderen om het systeemplan te wissen. Opmerking: Als alternatief voor de webinterface van HMC kunt u het systeemplan ook wissen met de webinterface van IBM Systems Director Management Console (SDMC).
Systeemplannen
33
Verwante onderwerpen: “Systeemplannen op de HMC” op pagina 9 Op de Hardware Management Console (HMC) kunt u met systeemplannen een aantal systeembeheertaken op hoog niveau uitvoeren. Verwante taken: “Een systeemplan maken met behulp van de HMC” op pagina 13 U kunt de Hardware Management Console (HMC) gebruiken om een systeemplan te maken op basis van een bestaande systeemconfiguratie, en vervolgens kunt u dit plan op andere beheerde systemen in gebruik nemen. “Een systeemplan in gebruik nemen met behulp van de HMC” op pagina 24 U kunt de Hardware Management Console (HMC) gebruiken om een systeemplan volledig of gedeeltelijk in gebruik te nemen op een beheerd systeem. “Een systeemplan exporteren vanuit een HMC” op pagina 30 U kunt een systeemplanbestand uit een Hardware Management Console (HMC) exporteren naar verschillende typen opslagmedia, een FTP-site op afstand of naar de computer waarop u op afstand werkt met de HMC. “Een systeemplan importeren op een HMC” op pagina 21 U kunt een systeemplanbestand in een Hardware Management Console (HMC) importeren van diverse soorten media, een FTP-site op afstand of de computer waarmee u de HMC van op afstand gebruikt. Vervolgens kunt u het geïmporteerde systeemplan in gebruik nemen op een systeem dat door de HMC wordt beheerd. “Een systeemplan bekijken op een HMC” op pagina 32 Met de Systeemplanviewer kunt u een systeemplan bekijken op de Hardware Management Console (HMC). Verwante informatie: Een systeemplan wissen vanuit een SDMC
34
Power Systems: Systeemplannen
Kennisgevingen Deze informatie is ontwikkeld voor producten en diensten die worden aangeboden in de Verenigde Staten. De fabrikant levert de producten, diensten en functies die in deze publicatie worden besproken mogelijk niet in andere landen. Raadpleeg de vertegenwoordiger van de fabrikant voor informatie over de producten en voorzieningen die in uw regio beschikbaar zijn. Verwijzing in deze publicatie naar producten of diensten van de fabrikant houdt niet in dat uitsluitend deze producten of diensten kunnen worden gebruikt. Functioneel gelijkwaardige producten, programma's of diensten kunnen in plaats daarvan worden gebruikt, mits dergelijke producten, programma's of diensten geen inbreuk maken op intellectuele eigendomsrechten van de fabrikant. Het is echter de verantwoordelijkheid van de gebruiker om alle geleverde producten, programma's en voorzieningen te controleren. Mogelijk heeft de fabrikant octrooien of octrooi-aanvragen met betrekking tot bepaalde in deze publicatie genoemde producten. Aan het feit dat deze publicatie aan u ter beschikking is gesteld, kan geen recht op licentie of ander recht worden ontleend. Informatie over het verkrijgen van een licentie kunt u opvragen, door te schrijven naar de fabrikant. Voor licentie-informatie over dubbelbyte tekensets (DBCS) kunt u contact opnemen met het verantwoordelijke departement in uw land of schrijven naar de fabrikant: Deze paragraaf is niet van toepassing op het Verenigd Koninkrijk of elk ander land waar deze voorwaarden strijdig zijn met de lokale wetgeving: DEZE INFORMATIE WORDT “AS IS” VERSTREKT EN ZONDER ENIGE GARANTIE UITDRUKKELIJK NOCH STILZWIJGEND, MET INBEGRIP VAN DIE VOOR HET VOORGENOMEN GEBRUIK WAARVOOR HET PROGRAMMA IS BESTEMD OF GESCHIKTHEID VOOR EEN SPECIFIEK DOEL. In sommige landen is het uitsluiten van uitdrukkelijke of stilzwijgende garanties niet toegestaan. Voorgaande zin is dan ook op u wellicht niet van toepassing. In deze publicatie kunnen technische onjuistheden en drukfouten staan. Periodiek worden wijzigingen aangebracht aan de informatie in deze publicatie. Deze wijzigingen worden opgenomen in nieuwe uitgaven van deze publicatie. De fabrikant behoudt zich het recht voor zonder vooraankondiging wijzigen en/ of verbeteringen aan te brengen in de product(en) en programma('s) die in deze publicatie worden beschreven. Verwijzingen in deze publicatie naar webpagina's die geen eigendom zijn van de fabrikant dienen slechts tot het gemak van de gebruiker en betekenen in geen geval dat deze webpagina's door IBM worden aanbevolen. Het materiaal op die webpagina's maakt geen deel uit van dit product en het gebruik ervan is volledig voor eigen risico. De fabrikant kan de informatie die u levert op elke manier gebruiken of distribueren die hij toepasselijk acht, zonder enige verplichting jegens u te scheppen. Licentiehouders die informatie over dit programma willen ontvangen over: (i) het uitwisselen van informatie tussen in eigen beheer gemaakte programma's en andere programma's (waaronder dit programma) en (ii) het gemeenschappelijk gebruik van de uitgewisselde informatie, dienen contact op te nemen met de fabrikant: Dergelijke informatie kan beschikbaar worden gesteld onder de daarvoor geldende voorwaarden. In bepaalde gevallen dient u hiervoor een vergoeding te betalen. Het gelicentieerde programma dat in deze publicatie wordt beschreven en al het bij dit programma behorende materiaal, wordt door IBM geleverd onder de voorwaarden omschreven in de IBM © Copyright IBM Corp. 2012, 2013
35
Klantenovereenkomst, de IBM Internationale programmalicentieovereenkomst, de IBM Licentieovereenkomst voor machinecode of een andere gelijkwaardige overeenkomst. Alle gegevens in dit gedeelte over prestaties zijn vastgesteld in een gecontroleerde omgeving. Resultaten die worden behaald in andere verwerkingsomgevingen kunnen daarom afwijken. Bepaalde metingen zijn verricht op systemen in de ontwikkelingsfase en er is geen enkele garantie dat deze metingen hetzelfde zullen zijn in algemeen verkrijgbare systemen. Bovendien is een aantal metingen afgeleid. Werkelijke resultaten kunnen variëren. Gebruikers van deze publicatie moeten controleren welke gegevens geschikt zijn voor hun specifieke omgeving. Informatie over producten die niet door deze fabrikant zijn gemaakt, is verkregen van de leveranciers van de desbetreffende producten, uit de publicaties van deze leveranciers of uit andere publiek toegankelijke bronnen. Deze fabrikant heeft deze producten niet getest en staat niet in voor de prestaties van deze producten, de compatibiliteit of enig andere eis die kan worden gesteld aan producten die niet door deze fabrikant zijn gemaakt. Vragen over de prestaties van producten die niet door deze fabrikant zijn gemaakt, dienen te worden gesteld aan de leveranciers van deze producten. Alle uitingen over de toekomstige richting of over de intentie van de fabrikant kunnen te allen tijde zonder enige kennisgeving worden teruggetrokken en vertegenwoordigen uitsluitend doelen en doelstellingen. Alle afgebeelde prijzen zijn voorgestelde, actuele prijzen die zonder enige kennisgeving kunnen worden gewijzigd. Werkelijke prijzen kunnen afwijken. Deze informatie is alleen bestemd voor planningsdoeleinden. Deze informatie kan worden aangepast voordat de beschreven producten beschikbaar komen. Deze informatie bevat voorbeelden van gegevens en rapporten die tijdens de dagelijkse zakelijke activiteiten worden gebruikt. Om deze zo volledig mogelijk te illustreren, bevatten de voorbeelden de namen van personen, bedrijven, merken en producten. Al deze namen zijn fictief en eventuele overeenkomsten met de namen en addressen van bestaande bedrijven zijn toevallig. COPYRIGHTLICENTIE: Deze informatie bevat voorbeeldtoepassingenprogramma's in de brontaal die programmeertechnieken op verschillende besturingsplatforms kunnen toelichten. U kunt deze voorbeeldprogramma's gratis kopiëren, wijzigen en distribueren om toepassingenprogramma's te ontwikkelen, te gebruiken, te verhandelen of te distribueren die in overeenstemming worden gebracht met de API (Application Programming Interface) voor het besturingsplatform waarvoor de voorbeeldprogramma's zijn geschreven. Deze voorbeelden zijn niet uitgebreid onder alle omstandigheden getest. De fabrikant kan daarom niets garanderen en is niet verantwoordelijk voor de betrouwbaarheid, de duurzaamheid of het functioneren van deze programma's. Bij elk exemplaar of onderdeel van deze voorbeeldprogramma's, of afgeleide versies hiervan, moet een auteursrechtvermelding worden opgenomen, volgens het onderstaande voorbeeld: © (naam van uw bedrijf) (jaar). Delen van deze code zijn overgenomen van voorbeeldprogramma's van IBM Corp. © Copyright IBM Corp. _vul hier een of meer jaartallen in_. Indien u deze publicatie in elektronische vorm bekijkt, worden foto's en illustraties mogelijk niet afgebeeld.
Informatie over programmeerinterfaces In deze publicatie over Systeemplannen worden programmeerinterface beschreven waarmee de klant programma's kan schrijven voor het verkrijgen van de services van Virtual I/O Server Versie 2.2.3.0.
36
Power Systems: Systeemplannen
Handelsmerken IBM, het IBM-logo en ibm.com zijn handelsmerken van International Business Machines Corp., zoals wereldwijd geregistreerd in een groot aantal rechtsgebieden. Namen van andere producten en services kunnen merken zijn van IBM of andere bedrijven. Een actuele lijst van IBM-merken is op het web beschikbaar op Copyright and trademark information, op adres www.ibm.com/legal/copytrade.shtml. Linux is een geregistreerd handelsmerk van Linus Torvalds in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Voorwaarden en bepalingen Toestemming voor het gebruik van deze publicaties wordt verleend nadat u te kennen hebt gegeven dat u de volgende bepalingen en voorwaarden accepteert. Toepasselijkheid: Deze voorwaarden en bepalingen vormen een aanvulling op de voorwaarden en bepalingen die zijn opgenomen op de website van IBM. Persoonlijk gebruik: U mag deze publicaties verveelvoudigen voor eigen, niet commercieel gebruik onder voorbehoud van alle eigendomsrechten. Het is niet toegestaan om deze publicaties of delen daarvan te distribueren, weer te geven of te gebruiken in afgeleid werk zonder de uitdrukkelijke toestemming van IBM. Commercieel gebruik: U mag deze publicaties alleen verveelvoudigen, verspreiden of afbeelden binnen uw onderneming en onder voorbehoud van alle eigendomsrechten. Het is niet toegestaan om afgeleid werk te maken op basis van deze publicaties en om deze publicaties of delen daarvan te reproduceren, te distribueren of af te beelden buiten uw bedrijf zonder uitdrukkelijke toestemming van IBM. Rechten: Behoudens de toestemmingen die u hierin uitdrukkelijk worden verleend, worden u geen andere toestemmingen, licenties of rechten verleend, uitdrukkelijk noch stilzwijgend, ten aanzien van de Publicaties of welke daarin opgenomen informatie, gegevens, software of andere intellectuele eigendommen dan ook. IBM behoudt zich het recht voor de hier verleende toestemming in te trekken, wanneer, naar het eigen oordeel van IBM, het gebruik van deze publicaties zijn belangen schaadt of als bovenstaande aanwijzingen niet naar behoren worden opgevolgd. Het is alleen toegestaan deze informatie te downloaden, te exporteren of opnieuw te exporteren indien alle van toepassing zijnde wetten en regels, inclusief alle exportwetten en -regels van de Verenigde Staten, volledig worden nageleefd. IBM GEEFT GEEN ENKELE GARANTIE MET BETREKKING TOT DE INHOUD VAN DEZE PUBLICATIES. DE PUBLICATIES WORDEN AANGEBODEN OP "AS-IS"-BASIS. ER WORDEN GEEN UITDRUKKELIJKE OF STILZWIJGENDE GARANTIES GEGEVEN, WAARONDER INBEGREPEN DE GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID, HET GEEN INBREUK MAKEN OP DE RECHTEN VAN ANDEREN, OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.
Kennisgevingen
37
38
Power Systems: Systeemplannen
Gedrukt in Nederland