Project minor Psychiatrie, medicatie en voeding
Postpartum depressie de effecten op het kind
Klas: C2, tutorgroep 3 Tutor: A.M.T. Vink (
[email protected]) Toetscode: GZH-HM12-PSYVER Inleverdatum: 24-01-2014 Groepsleden: Hewan Bikila 11055693 Suki Liu 12054011 Iris Maring 12096814 Renate Meeusen 12039381
Amber Kouwenhoven 12009555 Myrna van der Lugt 12001341 Maria Mazoori 10028684 Kim van der Meij 12044261
Inhoudsopgave Inleiding ................................................................................................................................................... 3 Methode .................................................................................................................................................. 4 Literatuuronderzoek................................................................................................................................ 5 Wat is het effect van postpartum depressie op baby´s? .................................................................... 5 Wat is het effect van postpartum depressie op peuters en kleuters? ................................................ 6 Wat is het effect van postpartum depressie op schoolkinderen? ...................................................... 7 Wat is het effect van postpartum depressie op pubers? .................................................................... 8 Ervaringsverhaal .................................................................................................................................... 10 Conclusie en discussie ........................................................................................................................... 11 Conclusie ........................................................................................................................................... 11 Discussie ............................................................................................................................................ 11 Referentielijst ........................................................................................................................................ 12 Bijlagen .................................................................................................................................................. 14 Weekpresentaties ............................................................................................................................. 15 Week 1 Reflectie presentatie wetenschappelijk artikel: Dementie .............................................. 15 Week 2 Reflectie presentatie voorlichtingsbijeenkomst: verslaving ............................................ 18 Week 3 Reflectie presentatie dilemma: schizofrenie.................................................................... 22 Week 4: Stemmingsstoornissen .................................................................................................... 25 Week 5 Reflectie presentatie wetenschappelijk artikel: borderline ............................................. 26 Week 6 Reflectie presentatie voorlichtingsbijeenkomst: angststoornissen ................................... 3 Week 7: Eetstoornissen ................................................................................................................... 0 Uitgewerkt interview moeder en kind ................................................................................................ 4 Ervaringsverhaal fora .......................................................................................................................... 6 Procesverslag....................................................................................................................................... 7
Inleiding Bij het krijgen van een kind denken veel mensen aan een blije en gelukkige gebeurtenis, maar veel nieuwe moeders hebben last van stemmingsveranderingen, huilbuien en prikkelbaarheid na de geboorte van hun kind. Dit duurt meestal enkele dagen en er wordt aangenomen dat dit een normale reactie is op de hormonale en emotionele veranderingen die komen kijken bij een geboorte. Bij sommige moeders zijn de stemmingsveranderingen echter ernstiger. Ze ontstaan meestal binnen vier weken na de bevalling en kunnen maanden tot jaren duren. Dit wordt een postpartum depressie genoemd(Aelst, 1997). Symptomen die kunnen voorkomen bij een postpartum depressie zijn: slaapstoornissen, gespannenheid, lusteloosheid, besluiteloosheid, vergeetachtig, verstoorde werking van de ingewanden, frigiditeit, obsessies en waanideeën (bijvoorbeeld de gedachte om het kind te laten vallen). Het is belangrijk de depressie vroegtijdig te herkennen. Dit is vaak een probleem, omdat de moeder het lastig kan vinden om uit te leggen wat er in haar omgaat en zich op dat moment alleen kan gaan voelen met haar problemen. De rol van de partner en omgeving speelt een grote rol in de ondersteuning. De depressie is voor de moeder een lastige periode, maar heeft ook gevolgen voor het kind. De hoofdvraag van dit onderzoek is: Wat zijn de gevolgen van een postpartum depressie van de moeder op de ontwikkeling van het kind? Tijdens het onderzoek wordt er gekeken naar verschillende levensfases van het kind en wordt er onderzocht wat de verschillen zijn met een kind van een moeder met een postpartum depressie en de algemene ontwikkeling van een kind.
Methode Voor dit onderzoek is gekeken naar welke effecten een postpartum depressie hebben op het kind. Het onderzoek bestaat uit een literatuuronderzoek, interview en een ervaringsverhaal. In dit rapport staan alle bevindingen van verschillende onderzoeken beschreven. Voordat het interview en ervaringsverhaal werd uitgewerkt, had er eerst een vooronderzoek plaatsgevonden. Er was gekozen voor een literatuuronderzoek waarbij er informatie verzameld werd over het onderwerp postpartum depressie en welke invloed het heeft op het kind. Aangezien de eindconclusie niet alleen gebaseerd kon worden op één interview en één ervaringsverhaal, was het van belang om eerst voldoende algemene kennis te verzamelen over het onderwerp. Bij het zoeken van wetenschappelijke bronnen was er gebruik gemaakt van verschillende zoektermen zoals: postpartum depressie gecombineerd met de woorden ontwikkeling, effecten, peuters, kleuters, moeder en vader. Verder waren er verschillende online databanken gebruikt zoals Pubmed, Springerlink, HBO-kennisbank en de digitale bibliotheekcatalogus van De Haagse Hogeschool. Ook was er informatie gehaald uit het boek ‘Kraamtranen’ van Eileen Engels en uit verscheidene online artikelen, gevonden via Google Scholar en via de site van BBC news. Enkele Engelse zoektermen die waren gebruikt, bestonden uit: postpartum depression effects, postpartum depression baby, postpartum depression infant en postpartum depression relationship mother baby. De criteria waarmee werd gezocht waren niet geheel specifiek voor het onderzoek, omdat er met gerichte zoektermen onvoldoende informatie beschikbaar was. Na het literatuuronderzoek was er een interview afgenomen. Er was al gauw een persoon gevonden om te interviewen aangezien één van de projectleden iemand kent die in het verleden een postpartum depressie heeft gehad. Het interview had als doel om een concreet beeld te kunnen krijgen van hoe een postpartum depressie iemands leven kan beïnvloeden. Het interview was van belang omdat het literatuuronderzoek maar tot een bepaalde hoogte informatie over het onderwerp opleverde. Zo kon er door middel van een interview dieper ingegaan worden op de invloed van een postpartum depressie, doordat er bijvoorbeeld door gevraagd kon worden op het verhaal van de respondent. Er was gekozen voor een aantal vragen die ingingen op de ervaringen van de vrouw, maar ook voor enkele vragen die ingingen op het effect op het kind. Daarnaast waren er vooral open vragen gesteld in plaats van gesloten om te voorkomen dat er korte antwoorden werden gegeven. Een overzicht van het complete interview is terug te vinden in de bijlage. Het reflecteren op een ervaringsverhaal had evenals het interview het doel om meer inzicht te vergaren in wat voor invloed een postpartum depressie heeft op iemands leven. Voor het ervaringsverhaal was gebruik gemaakt van het videofragment: “MAN/VROUW : "Mijn moeder is psychisch ziek". Dit fragment was gevonden door de site van de hogeschool Academia te benaderen. Op Academia staan videofragmenten en is dit filmpje uitgekozen. Voor de ervaringsverhalen waren er op verschillende forums verhalen gevonden door zoektermen te gebruiken op Google zoals: ‘mijn moeder postpartum depressie’ en ‘my mother has postnatal depression’.
Literatuuronderzoek Wat is het effect van postpartum depressie op baby´s? De interactie tussen moeder en kind vormt de basis voor de psychologische groei en ontwikkeling van het kind. Vanaf het moment dat de baby geboren is, communiceert het zijn gevoelens, behoeftes en verlangens door middel van emoties. Doordat de moeder hier op reageert, leert de baby de emoties van zichzelf, van de moeder en van anderen te herkennen en te onderscheiden. Een juiste reactie op de emoties van de baby is dus zeer belangrijk voor de psychologische groei en ontwikkeling van de baby én moeder-kind relatie. De stap naar het ouderschap en de geboorte van een baby vereist immers een grote psychologische aanpassing van de moeder en vormt een uitdaging voor het jonge gezin. Een hoge mate aan emotionele stress tijdens de postpartum periode kan resulteren in extreme vermoeidheid en/of een depressie. Onderzoek levert steeds meer evidentie dat dergelijke postpartum depressieve klachten een negatieve invloed hebben op de troostbaarheid en irriteerbaarheid van baby’s (Oberlander, 2005). Postpartum psychische problemen interfereren immers met de capaciteit van de moeder om optimaal voor het kind te zorgen en om op een empathische en sensitieve manier te beantwoorden aan de behoeftes van het kind (Kurth, 2010). Pasgeborenen zijn bovendien vanaf het prille begin sensitief voor de gemoedstoestand van de moeder (Taylor & Johnson, 2010) waarbij een negatieve interactie moeder-kind, in de hand gewerkt door depressieve klachten en vermoeidheid, excessief huilen kan uitlokken (De Clercq, Vansteenkiste, Baeck, Vercruysse, 2013). Postpartum depressie heeft negatieve invloed op het functioneren van de baby en moeder evenals de kwaliteit van de moeder-baby relatie. Moeders zijn minder sensitief tegenover hun baby, neigen minder affectief te zijn en reageren hierdoor mogelijk minder goed op de behoeftes van hun baby. Baby’s zijn minder interactief op vocaal en visueel gebied, maar huilen vaker en hebben problemen met voeden en slapen. De gevolgen van baby’s zijn ernstig en omvatten minder gehechtheid en slechtere emotionele, gedrags- en cognitieve ontwikkeling vergeleken met baby’s van nietdepressieve vrouwen. (Righetti-Veltema, Conne-Perréard, Bousquet, Manzano, 2002) Karin van Doesum, onderzoeker bij de Radboud Universiteit, onderzocht de effectiviteit van de moederbaby interventie bij depressieve moeders met een kind jonger dan 12 maanden. Uit dit onderzoek blijkt dat een aantal van deze baby’s –vooral kinderen bij wie de moeder de enige verzorger is- al na enkele maanden zelf depressieve kenmerken gaan vertonen en geen enkele poging meer ondernemen om nog contact te maken met de moeder. Sommige kinderen vertonen al kort na de geboorte gedragsafwijkingen en fysiologische en biochemische ontregeling, vele geven in de loop van het eerste jaar een depressieve aanblik: weinig positief en veel negatief affect (Van der Veer, 2008)
Wat is het effect van postpartum depressie op peuters en kleuters? De postpartumperiode is belangrijk voor de vorming van een stabiele moeder-kindrelatie en een goede overgang naar het ouderschap. Een postpartumdepressie kan hierin interfereren doordat ouders met een postpartum depressie zich anders gedragen waarbij het zelfbeeld van het kind wordt verstoord. Verscheidene studies beschreven neurobiologische veranderingen ten gevolge van de blootstelling aan een materiële depressie tijdens de bijzonder gevoelige periode op de leeftijd tussen 6 en 18 maanden. Dit voorspelde emotionele en cognitieve problemen in de peuter- kleuter- en lagere schoolfase.(Campbell e.a., 2004). Sommige kinderen vertonen al kort na de geboorte gedragsafwijkingen en fysiologische en biochemische ontregeling. Ook in daaropvolgende jaren blijft moederlijke depressie geassocieerd met gedragsproblemen een minder grote woordenschat bij hun vier- tot vijfjarige kinderen en kan het kind problemen ontwikkelen met eten en slapen, driftaanvallen en een vertraagde cognitieve ontwikkeling. De kinderen zijn relatief vaak onveilig gehecht (Campbell e.a., 2004). Niet alleen moeders hebben kans op postpartum depressie maar ook vaders kunnen last hebben van depressie na de geboorte van hun kind. Vooral jongens hebben te lijden van vaders depressiviteit. Uit onderzoek blijkt dat kinderen van depressieve vaders vaker emotionele stoornissen en gedragsproblemen hebben als ze drie en een half jaar oud zijn (Father’s blues, 2005). Kinderen van ouders met een affectieve stoornis (depressie) hebben een groter risico om psychiatrische problemen te ontwikkelen dan kinderen met mentaal gezonde ouders. Wanneer echter een van de beide ouders een affectieve of een andere psychische stoornis hebben, betekent dit een hoger risico op het ontstaan van meer ernstige problemen bij de kinderen (Radke-Yarrow e.a., 2002). Verder blijkt uit onderzoeken dat een postpartum depressie bij de moeder invloed heeft op de moeder-kind relatie. Met betrekking tot sensitiviteit van de moeder lijkt er een relatie te bestaan tussen postpartum depressie en lagere levels van sensitiviteit. Terwijl gezonde moeders intuïtief door interactie en hun (gemodificeerd) taalaanbod op hun kind ingaan, kunnen bij moeders, die aan een postpartum depressie leiden, deze componenten veranderd zijn. Tijdens de interactie gaan zij bijvoorbeeld minder op het kind in, oogcontact of reacties op contactopname van het kind ontbreken. De depressieve stemming heeft uiteindelijk een negatief effect op de emotionele, respectievelijk cognitieve ontwikkeling en daarmee gepaard gaand een impact op de taalontwikkeling van het kind (Gier & Zander-Spaan, 2011). Via twee processen vertaalt de moederlijke depressie zich in de vroege ontwikkeling van het kind in gedragsproblemen. In de eerste plaats imiteert het jonge kind in het contact met de moeder haar gedrag en affect. Depressieve moeders zijn minder expressief en hebben, niet verrassend, vaker een sombere uitstraling dan niet-depressieve moeders. Hierdoor heeft het kind van een depressieve ouder een verhoogd risico op een depressie in de kindertijd of adolescentie en op het ontwikkelen van een angststoornis, drugsgebruik of alcoholafhankelijkheid in de adolescentie of vroege volwassenheid, in vergelijking met kinderen van niet-depressieve ouders (Didden, Faché, Vermeiren, Deboutte, 2002). In de tweede plaats is er een haperende gedragsafstemming met de moeder. Belangrijke factor is de moederlijke (in)sensitiviteit voor de signalen van het kind. Depressieve moeders merken contactsignalen van het kind minder op en reageren er minder op dan niet depressieve moeders. Ook zijn ze meer intrusief (storend, indringend), praten ze minder met hun kind en zijn vaker verborgen of openlijk vijandig (Doesum, 2007).
Wat is het effect van postpartum depressie op schoolkinderen? In de levensfase van het schoolkind, tussen de 4 en 12 jaar, komen er belangrijke ontwikkelingen op cognitief niveau op gang, zoals lezen, rekenen en logisch nadenken. Deze ontwikkelingen kunnen belemmert worden door de ouders. Hoe zwaar de depressies van ouders zijn, is van invloed op de kinderen, namelijk hoe zwaarder de depressie, hoe meer het kind eronder lijdt. Allereerst kunnen kinderen met ouders met een postpartum depressie als stoorzender beschouwt worden, doordat ze overlast veroorzaken. Dit kan ontstaan doordat hun angst of depressiegevoelens zo overheersend kunnen zijn dat het gedrag beïnvloed wordt (Beaten et al., 2012). Kinderen tot en met zes jaar kunnen het verschil tussen de realiteit en hun fantasie nog niet onderscheiden, wat angstig kan zijn. Deze angst kan versterkt worden door ouders met een postpartum depressie. Hierdoor kunnen ze meer gedragsproblemen krijgen en/of depressieve symptomen uiten (Didden, Faché, Vermeiren, Deboutte, 2002). Naast het feit dat ze anderen storen, zijn er ook problemen bij de kinderen zelf. Zo kan de ontwikkeling van het kind verstoord raken of kunnen zij zich op sociaal en emotioneel gebied niet goed uiten. Op ontwikkelingsgebied blijkt dat de prestaties lager zijn dan overige leerlingen en hun IQ-score is eveneens lager (Beaten et al., 2012) Ook zijn de kinderen minder veerkrachtig in vergelijking met andere leeftijdsgenoten (Kersten-Alvarez et al., 2011). Daarnaast hebben de kinderen meer moeite in de maatschappij om gelijk te lopen met de kinderen uit dezelfde leeftijdsfase. Ze ondervinden problemen in de communicatie, zoals het niet begrijpen van lichaamstaal (Beaten et al., 2012). Het affectieve gedrag is ook minder, hieronder vallen emoties zoals lachen, huilen, aankijken, praten etc. Tenslotte kan er op communicatief gebied nog gezegd worden dat de reacties van deze kinderen veel negatiever beladen zijn (Schouten, 2006). Op sociaal gebied hebben de kinderen ook meer moeite om contacten te leggen bij vreemden. Ze hebben meer moeite om de maatschappij te vertrouwen en de veiligheid van hun eigen situatie in te schatten. Volgens het onderzoek ‘Early School Oucomes for Children of Postpartum Depressed Mothers’ is stress een groot symptoom bij kinderen bij ouders met een postpartum depressie (Kersten-Alvarez et al., 2011). Ze hebben bovendien een laag zelfvertrouwen, als gevolg van minder goede omgang met overige kinderen en een grote gevoeligheid voor mislukkingen en afwijzing waardoor ze gepest worden (Beaten et al., 2012). Naast deze problemen is er in deze leeftijdsfase ook een hechtingsproces, wat tussen meisjes en jongens verschillend is. Jongens hechten zich tot hun 11e levensjaar aan hun vader, terwijl dit hechtingsproces bij meisjes pas vanaf hun 11e levensjaar op gang komt. Bij kinderen waarbij de hechting tussen het kind en de vader niet goed verlopen is, komen meer problemen voor in tegenstelling tot kinderen zonder ouders met psychische problemen. Deze kinderen lijken minder gehoorzaam te zijn, hebben minder zelfvertrouwen en kunnen hun emoties moeilijk uiten. Verliezen in spelletjes kunnen deze kinderen ook minder goed verdragen en tenslotte moedigen zij teamgenoten minder aan (Tits, 2011).
Wat is het effect van postpartum depressie op pubers? De postpartum depressie heeft invloed op de ontwikkeling van het kind. Immers, de kwaliteit en warmte van de relatie van de ouders met het kind, maar ook de manier waarop de ouders met het kind omgaan in de eerste vijf levensjaren heeft een blijvend effect op de ontwikkeling van het kind. Zo is de postpartum depressie soms nog merkbaar in de puberteit ( Theunisse, 2011). De puberteit wordt bij elk kind omschreven als de lastige levensfase waarin het lichaam, gedrag en hormoonhuishouding erg verandert. Bij pubers van ouders met een postpartum depressie kan het zo zijn dat de effecten van de puberteit met betrekking tot de gedragsverandering , nog heftiger zijn. Deze kinderen hebben vaker last van conductproblemen. Dit wordt ook wel een antisociale gedragsstoornis genoemd. Kinderen met deze aandoening vertonen onacceptabel gedrag. Ze zijn agressief, ze stelen vaker, vechten, liegen, mishandelen of randen soms zelfs anderen aan. Soms vertonen zij delinquent gedrag, hieronder vallen vandalisme, brandstichting en inbraken. Sommige pubers zijn erg op zichzelf en trekken zich vaak terug. Ze trekken zelden met leeftijdsgenoten op. Andere kinderen zijn wel actief in groepsverband, maar vertonen daarin narcistisch gedrag. Zij vinden dat regels voor hun niet gelden, en hun contacten zijn erop gericht om er persoonlijk voordeel uit te putten ( Donenberg GR, Weisz, 1997). Verder hebben zij vaker moeite hun relaties op de juiste manier te onderhouden en hebben zij last van een vermindert inlevingsvermogen ( Ramchandani, Evans, Connor, Schouten, 2006) Ook is het zo dat pubers wiens ouders een postpartum depressie hebben ervaren, vaak lijden aan hyperactiviteit. Dit zorgt voor een slechte concentratie en dus vaak ook voor slechtere schoolprestaties. Ook is het gebleken dat deze kinderen vaker spijbelen en eerder stoppen met school. Het is vaak bij een lang durende depressie zo dat de normen en waarden door de ouders niet goed over gebracht zijn op het kind. Drugs en alcohol misbruik komt daardoor vaker voor bij pubers van depressieve ouders (Theunisse, 2011). Bijna elke puber experimenteert met drugs, alleen zijn deze pubers vatbaarder voor een echte verslaving. Zoals in iedere levensfase beschreven staat, is dat kinderen en dus ook pubers minder sociaal zijn. Zij kunnen moeilijker contact maken met anderen en leeftijdsgenootjes. Dit wordt ook wel minder affectief genoemd. Affectie leer je en ervaar je voor een groot deel door vroeg contact met ouders. Ouders die een postpartum depressie hebben gehad, hebben vaak niet genoeg affectie met het kind gehad in de eerste levensjaren. Hierdoor kunnen pubers van ouders met zo een depressie moeilijker gevoelsrelaties ontwikkelen, vaak zijn deze pubers ook erg wantrouwig ( Van den Bergh, Simons, Loose, Junggeburt, 2006). Sommige pubers raken hierdoor in een isolement. Ook is het zo dat Kinderen van depressieve ouders vaker een depressie ervaren in de puberteit vergeleken met kinderen zonder depressieve ouders, in getallen zou dit 40 % van de pubers met een depressieve ouder , tegenover 12% van de pubers zonder depressieve ouder zijn(Theunisse, 2011). Verdere gedragsproblemen die je vaker ziet bij pubers van ouders die een postpartum depressie hebben gehad of hebben zijn slaapproblemen en eetproblemen. Eetproblemen komen vaak voor omdat de pubers een gevoel hebben iets te kunnen controleren. Zij konden in wezen niks doen aan het depressieve gedrag van de ouders. Het controleren van eten geeft hun het gevoel iets in eigen handen te hebben (Feldman R, Rosenthal Z, Eidelman AI, 2014).
Interview De achterliggende oorzaak van de postpartum depressie bij de moeder is hoogstwaarschijnlijk het overlijden van haar eerste kindje. Dit kindje is tijdens de bevalling overleden. De tweede zwangerschap van de moeder verliep met complicaties als zwangerschapsvergiftiging, en de bevalling was traumatisch. Ook viel het erg zwaar zorg te geven aan twee baby’s, ze kreeg namelijk een tweeling. De moeder had erg last van huilbuien, schuldgevoelens, intens verdriet, psychoses en angstaanvallen. Hierdoor heeft zij in de eerste 5 levensjaren van haar tweeling de zorg niet op haar kunnen nemen. De tweeling hadden na de geboorte erg veel last van huilbuien, ook heeft de tweeling nooit leren spelen met voorwerpen. De effecten van de depressie werden pas echt duidelijk toen de tweeling geen contact kon leggen met andere kinderen op de peuterschool. Dit heeft tot en met de basisschool aangehouden. De tweeling heeft ook gekampt met schaamte. Hun oma bracht hen naar school, terwijl van alle andere kinderen de moeder dit deed. In de puberteit hebben zij veel last gehad met foute vriendjes en drugs. Zij hadden het gevoel dit niet met hun moeder te kunnen delen, omdat ze nooit een vertrouwensband hebben opgebouwd. De eerste 5 levensjaren kunnen niet meer worden overgedaan. De moeder is echter na 5 jaar wel in therapie gegaan, maar er is door de postpartum depressie nog steeds geen sprake van een hechte moeder-dochter band. Het gehele interview is terug te vinden in de bijlage.
Ervaringsverhaal Link: http://www.academia.nl/asset/embed/1371139? Het eerste ervaringsverhaal gaat over Esmiralda van Steenis. Zij is de dochter van een moeder met een te laat gediagnosticeerde postpartum depressie. In het gesprek met Esmiralda kwam naar voren dat haar moeders probleem nooit was onderkent waardoor haar moeder lang in een diep dal heeft gezeten en zelfs suïcidaal werd. Esmiralda geeft zelf aan dat de invloed van een zieke ouder heel groot is geweest op haar jeugd. Wanneer haar moeder opgenomen werd voor haar ziekte, was Esmiralda vaak alleen thuis, omdat haar vader aan het werk was. Tegen de avond kwam hij thuis dan verzorgde hij haar. Dit gebeurde in de levensfase waarin ze twee à drie jaar was. In de jeugd van Esmiralda heeft haar moeder haar vaak duidelijk gemaakt dat ze teveel voor haar was en dat ze het eigenlijk niet aankon om een kind te hebben, omdat ze eigenlijk al genoeg had aan zichzelf. In deze tijd heeft zij als kind ook veel gehuild, omdat Esmiralda vaak het gevoel had dat zij degene was die haar moeder ongelukkig maakte. Dit gevoel heeft ze nog lang gehouden. Esmiralda wordt nu nog steeds geholpen aan het gevoel dat ze er mag zijn. Haar moeder heeft een dergelijk grote invloed gehad, dat zij nog steeds een beetje het gevoel heeft dat ze niet helemaal welkom is. In haar puberteitsfase is ze zichzelf heel erg gaan afvragen wat er mis is bij haar en haar moeder. Ze heeft ook niet de kans gekregen om echt te puberen. Door alle ruzies en emotionele momenten van haar moeder is ze uiteindelijk op haar veertiende het huis uitgegaan en in een woongroep voor jongeren geplaatst. Op dat moment voelde ze zichzelf echt teveel voor haar eigen huis en hier heeft ze het heel moeilijk mee gehad. Ze dacht ook: “ik slaag er alleen maar in om mensen ongelukkig te maken”. Ze heeft geen opstandige gevoelens gehad, omdat haar moeder eigenlijk ziek was. Esmiralda heeft nu nog contact met haar moeder. Ze denkt nog wel terug aan haar jeugd en wat voor gevolgen dat heeft gehad op haar leven. Ze heeft nog steeds last van boosheid, dat ergens in haar zit en vertelt dit ook aan haar moeder. Ze geeft tenslotte nog aan dat ze absoluut van haar moeder houdt en dat maakt het ook heel dubbel voor haar. Er zijn ook twee ervaringsverhalen gevonden op verschillende forums. Op het forum van www.zwangerschapspagina.nl is volgend onderwerp gevonden: ‘bang voor postpartum depressie door moeder’. Ze vond haar moeder ‘een beetje labiel’. De meningen van diegene die hebben gereageerd op haar bericht lopen uiteen van “Dus als je moeder het heeft gehad wil dat dus niet gelijk zeggen dat jij het ook krijgt, of er meer 'aanleg' voor hebt...zou je dus niet teveel zorgen maken” tot “Bij ons zit helaas depressie in de familie, moeder zus en ik helaas ook. Na de zwangerschap van de 1ste heb ik ook een lichte postpartum depressie gehad, gewoon combi van opeens een nieuw leven verantwoordelijkheid slaap te kort en aanleg dus…”. Op het forum van www.wrongplanet.net, een forum voor mensen met autisme, is er een bericht gevonden van iemand die het volgende onderwerp heeft opgestart: ‘Did your mother have postnatal depression?’ Deze persoon heeft het idee gehad dat haar moeder haar niet leuk vond. Haar moeder wilde haar niet vasthouden totdat ze 3 maanden oud was. Ze heeft dus het gevoel gehad dat zij afgewezen is door haar moeder. De verhalen op deze forums kunt zijn terug te vinden in de bijlage over het ervaringsverhaal.
Conclusie en discussie Conclusie Dit onderzoek ging over het effect van postpartum depressie op de ontwikkeling van het kind. Het project werd verdeeld in drie onderdelen: een literatuuronderzoek, een interview en een ervaringsverhaal. Met behulp van deze drie onderdelen is er gezocht naar een antwoord op de hoofdvraag: ‘Wat zijn de gevolgen van een postpartum depressie van de moeder op de ontwikkeling van het kind?’ Uit het literatuuronderzoek zijn de verschillende levensfases van een kind onderzocht en daaruit is gebleken dat deze kinderen een slechtere emotionele, gedrags- en cognitieve ontwikkeling hebben in vergelijking met kinderen van niet-depressieve vrouwen. Voor het interview is er een persoon van wie de moeder postpartum depressie had geïnterviewd. Het kind gaf aan dat de depressie nadelig was voor de ontwikkeling omdat ze hierdoor veel huilde als baby. Tevens kon zij minder goed sociale contacten leggen en maakte slechte keuzes als puber. Voor het ervaringsverhaal is er een filmpje geanalyseerd en zijn er twee verhalen op verschillende forums gevonden. Uit dit onderdeel is gebleken dat postpartum depressie een grote en emotionele invloed had op het leven van deze mensen. Ze kregen het gevoel dat de depressie van hun moeder door hun kwam. Door deze drie delen met elkaar te vergelijken kan er geconcludeerd worden dat postpartum depressie een negatief effect heeft op de ontwikkeling van het kind. Dit kan in verschillende mate voorkomen bij kinderen waarvan de ouder kampt met deze depressie. Discussie Het onderzoek heeft sterk punten, maar ook enkele aandachtspunten. Een sterk punt was dat het onderzoek voldoende wetenschappelijke bronnen bevat waardoor de hoofdvraag en deelvragen goed zijn beantwoord. Er bleek echter dat er veel informatie te vinden is over postpartum depressie bij de moeders in verhouding tot informatie over het kind wat eronder lijd. Ondanks dit minpuntje is er toch genoeg informatie bijeen verzameld om tot een betrouwbaar en duidelijk resultaat te kunnen komen. Voor een eventueel volgend onderzoek zouden de volgende punten verbeterd kunnen worden. Het onderzoek bevat namelijk maar één interview, met maar één van de tweeling. Wanneer het mogelijk was geweest om beiden kinderen te interviewen, zou het interview completer zijn geweest. Bovendien zou het waardevol zijn om in de toekomst een groter onderzoeksrapport te kunnen opstellen naar aanleiding van meerdere interviews onder kinderen met moeders met een postpartum depressie. Verder is het ook aan te raden om een interview af te nemen onder moeders die op korte termijn hebben geleden aan postpartum depressie in plaats van een moeder te interviewen waarbij het 22 jaar geleden is dat zij de klachten heeft ervaren. Dit zorgde er namelijk voor dat deze vrouw in kwestie veel details van haar ervaringsverhaal niet helemaal kon herinneren. Daarnaast kon er ook nog contact opgenomen worden met een behandelaar van kinderen die te maken hebben met effecten van de post partum depressie van hun moeders. Dit zou weer een andere, belangrijke bron zijn, die misschien heel andere standpunten heeft. Er is wel contact opgenomen met het Erasmus MC, maar zij konden ons niet verder helpen. Een aanbeveling om een beter literatuuronderzoek te kunnen hebben, is meer onderzoek naar de effecten van de postpartum depressie op de kinderen. Hierover was weinig te vinden en meer informatie hierover zou een betrouwbaardere conclusie als gevolg hebben.
Referentielijst -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Aelst, G. van (1997). Psychopathologie: Een wegwijzer in de geestelijke gezondheidszorg (4e dr.). Antwerpen-Apeldoorn: Garant. Geraadpleegd op 16 december 2013 Beaten Joke, Bruyninckx Hannelore, Geers Natalie, Heyligen Véronique, Vandebeek Valerie, Wynands Dorien, 2011-2012, De invloed van een postpartum depressie op de hechting van het kind, Katholieke Hogeschool Limburg Departement, geraadpleegd op 9 december 2013 Bergh Van den,B. Simons, A. Loose, E. Junggeburt, B. , (2006, juni). De prenatale moeder kind relatie in onderzoek. Boek Psychologie en gezondheid. Geraadpleegd op 3 december, van http://link.springer.com/article/10.1007/BF03071121 Campbell, S. B., Brownell, C. A., Hungerford, A., Spieker, S. J., Mohan, R., & Blessing, J. S. (2004). The course of maternal depressive symptoms and maternal sensitivity as predictors of attachment security. Development andPsychopathology, geraadpleegd op 1 december 2013. Clerq, B. de, Vansteenkiste, I., Baeck, N., Vercruysse, T. (2013). Excessief huilgedrag bij jonge baby’s: een integratieve benadering. Psychopraktijk 5 (4), 18-21. Geraadpleegd op 2 december 2013, van http://link.springer.com.ezproxy.hhs.nl:2048/article/10.1007/s13170013-0054-3#page-1 Doesum, K. van (2007). An early preventive intervention for depressed mothers and their infants, its efficacy and predictors of maternal sensitivity. Nijmegen: Radboud Universiteit, geraadpleegd op 5 december 2013. Father's blues canblightbabies (2005). Father's blues canblightbabies, beschikbaar via: http://news.bbc.co.uk/:,beschikbaar via: http://news.bbc.co.uk/2/hi/health/4122346.stm, geraadpleegd op 5 december 2013. Feldman ,R. Rosenthal ,Z. Eidelman, A., (2014, 1 januari). Maternal-Preterm Skin-to-Skin Contact Enhances Child Physiologic Organization and Cognitive Control Across the First 10 Years of Life.Geraadpleegd op 2 januari van http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/24094511 Floor Schouten, Post-natale depressie; een groot maatschappelijk probleem, februari 2006, beschikbaar via: http://dare.uva.nl/document/20624 geraadpleegd op 9 december 2013. Gier, L., & Zander-Spaan, A. (2011). Mütterliche Depressionen und deren Einfluss auf die frühe Sprachentwicklung des Kindes, beschikbaar via: http://www.hbokennisbank.nl/nl/page/hborecord.view/?uploadId=zuyd%3Aoai%3Arepository.samenmaken. nl%3Asmpid%3A11867#, geraadpleegdop, geraadpleegd op 4 december 2013. Laura E. Kersten-Alvarez, Clemens M. H. Hosman, J. Marianne Riksen-Walraven, Karin T. M. van Doesum, Sanny Smeekens, Cees Hoefnagels., Early School Outcomes for Children of Postpartum Depressed Mothers: Comparison with a Community Sample., Oktober 2011, beschikbaar via: http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3303034/geraadpleegd op 9 december 2013 Lotte Tits, Hechting van vader met het kind, augustus 2011, beschikbaar via: http://arno.uvt.nl/show.cgi?fid=121290 geraadpleegd op 9 december 2013. Moayedoddin, A., Moser, D., Nanzer, N., (2013, 13 maart). The impact of brief psychotherapy centred on parenthood on the anxio-depressive symptoms of mothers during the perinatal period. Swiss Medical Weekly. Geraadpleegd op 5 december 2013, van http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/23519551 Radke-Yarrow, M., Nottelmann, E., Martinez, P.,Fox, M., & Belmont, B. (2002). Young childrenof affectively ill parents: A longitudinalstudy of psychosocial development. J Am AcadChildAdolescPsychiatry,geraadpleegdop7 december 2013. Ramchandani, P., Stein, A., Evans, J., O’Connor, T. G., & the ALSPAC study team. Paternaldepression in the postnatal period and child development: a prospective population study. The Lancet, geraadpleegd op 6 december 2013, van http://dare.uva.nl/document/20624
-
-
-
-
-
-
Righetti-Veltema M, Conne-Perréard E, Bousquet A, Manzano J. (2002, augustus). Postpartum depression and mother-infant relationship at 3 months old. Journal of Affective Disorders. Geraadpleegd op 2 december 2013, van http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/12128241 Sonja Didden, Corine Faché, Robert Vermeiren, Dirk Deboutte,. Kinderen van ouders met een affectieve stoornis:reden tot K.O.P.(P)zorgen?, 2002, beschikbaar via: http://www.acco.be/download/nl/10348675/file/tokk_2002-jg27-1kinderen_van_ouders_met_een.pdf, geraadpleegd op 11 december 2013 Taylor, J., Johnson, M., (2010, juni). How women manage fatigue after childbirth. Midwifery 26 (3), 367-375. Geraadpleegd op 10 december 2013, van http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/18771828?dopt=Abstract Theunisse, L., ( 2011, juli). Paternale en maternale postpartum angst, depressie en het temperament van het kind. Bachelorthesis Klinische Gezondheidspsychologie. Geraadpleegd op 4 december 2013, van http://arno.uvt.nl/show.cgi?fid=122754 Veer, G. van der. (2008). Een kind zien glimlachen. Psychopraxis 10 (2), 55-58. Geraadpleegd op 8 december 2013, van http://link.springer.com.ezproxy.hhs.nl:2048/article/10.1007/BF03077535#page-1 Verhoef, A.C Eijkeren, M. (2013). Ontwikkeling en opvoeding. Thieme Meulenhoff b, geraadpleegd op 2 december 2013.
Bijlagen
Weekpresentaties Week 1 Reflectie presentatie wetenschappelijk artikel: Dementie Gepresenteerd door: Renate Meeusen en Suki Liu In week één hebben wij een presentatie gegeven over een wetenschappelijk artikel over dementie. Op PubMed hebben we een wetenschappelijk artikel gevonden over muziektherapie bij mensen met zware dementie. De presentatie was verdeeld in een algemeen deel over dementie en het wetenschappelijke artikel. Het wetenschappelijke artikel is vervolgens verdeeld onder achtergrondinformatie, methode, resultaten en conclusie. Ten slotte hebben we nog onze mening gegeven over het artikel. Naar aanleiding van onze presentatie hebben wij feedback formulieren ontvangen met tips en tops. Bron wetenschappelijk artikel: http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3605862/ Samenvatting artikel “Vergelijking effect van individuele muziek interventie bij ouderen met hevige dementie” Uit voorgaande onderzoeken is gebleken dat muziektherapie gedragsstoornissen en psychologische symptomen kunnen verminderen bij mensen met milde dementie, maar er is nooit onderzoek gedaan wat voor effect het heeft op mensen met hevige dementie. De 39 deelnemers met zware dementie zijn voor dit onderzoek willekeurig verdeeld in drie groepen, namelijk een controle groep, een passieve groep en een interactieve groep. De interventie duurde 30 minuten, 10 weken lang. Resultaten: bij de passieve groep zijn voor en na de interventie verandering in de score gemeten. Bij de interactieve groep is een nog grotere verbetering te zien in de score van hun emotionele staat. Naar aanleiding van de resultaten kan gezegd worden dat interactieve muziek interventie effectief is geweest bij het verminderen van de gedragsstoornissen en psychologische symptomen waaronder angststoornissen, hallucinaties en agressiviteit tegenover de verzorgers enzovoorts. Tops & Tips van klasgenoten naar aanleiding van onze presentatie Tops
Duidelijke uitleg Er wordt luid en duidelijk gepraat Goede uitleg wat aanleiding was tot het onderzoek Vertellen iets heel nieuws / interessant onderwerp Goede open houding Goede reflectie op het artikel Goede interactie met publiek Goed door middel van cijfers aangegeven wat het effect van muziek is op dementie
Tips
Zenuwen waren te zien, daar uitvolgende tip is beter oefenen Te snel, proberen rustiger te praten Minder van de spiekkaartjes lezen Te snel door de onderzoeksresultaten gegaan Sommige lastige woorden beter uitleggen Iets meer informatie over de schalen die worden gebruikt bij korte en lange termijn Significantie van de tabellen
Reflectie Onze mening over de tops zijn dat we het ermee eens zijn. We hebben ons echt goed voorbereid hiervoor en daardoor wisten we dat we een goede presentatie konden geven. Suki is zich ervan bewust dat ze rustiger moet praten. We hadden inderdaad meer toelichting kunnen geven over de resultaten, met betrekking tot de tabellen en schalen. Kortom zijn we dankbaar voor de tops en tips en zijn we zelf ook tevreden met hoe de presentatie is gegaan.
PowerPoint Presentatie week 1
Figuur 1
Figuur 4
Figuur 2
Figuur 5
Figuur 3
Figuur 6
Figuur 7
Figuur 10
Figuur 8
Figuur 11
Figuur 9
Figuur 12
Week 2 Reflectie presentatie voorlichtingsbijeenkomst: verslaving Gepresenteerd door: Kim van der Meij, Iris Maring, en Amber Kouwenhoven In week twee hebben wij een presentatie gegeven over een voorlichtingsbijeenkomst voor de familie en omstanders van een verslaafde. Wij hebben de informatie gehaald uit de hoorcolleges van die week. Ook hebben wij gebruik gemaakt van het boek psychiatrie een inleiding. Als laatste bron hebben wij ervoor gekozen het programma verslaafd te volgen. Hierin is goed te zien hoe omstanders en familie om moeten gaan met de verslaving van een dierbare. Onze presentatie was verdeeld in wat een verslaving is, waarom jongeren gaan gebruiken, hoe drugsgebruik herkent kan worden, de behandelingsmethodes van een verslaving, hoe met drugsgebruik om moet worden gegaan, en de verschillende hulpverlenende instanties bij een verslaving. Tot slot hebben wij kort onze mening gegeven onder andere over de verschillende behandelmethodes. Naar aanleiding van de presentatie hebben wij een aantal feedbackformulieren ontvangen met hierop de tips en tops van onze presentatie. Tops & Tips van klasgenoten naar aanleiding van onze presentatie: Tops
Presentatie is goed ingedeeld Volume en inhoud waren goed Verdeling onder de 3 presentatoren was goed Open houding en goed contact met de klas Eigen mening/ kritische blik laten zien Duidelijke presentatie
Tips
Hadden blaadje in de handen, maar was niet nodig geweest Te snel, proberen rustiger te praten Minder tekst op dia’s Rustige lichaamshouding proberen aan ten nemen wanneer je niet aan het woord bent Was iets langer dan 15 min.
Reflectie Wij zijn het eens met de verkregen feedback. De blaadjes waren inderdaad overbodig, het is altijd een soort houvast wanneer je even de tekst vergeet. Voortaan zullen we de blaadjes proberen neer te leggen zodat het minder afleid. Alle drie hebben wij te snel gepraat, dit is niet de eerste keer dat wij deze feedback verkrijgen. We zijn het hier mee eens en zullen tijdens volgende presentaties hierop letten. Na het terug kijken van de PowerPoint kwamen we erachter dat er inderdaad erg veel tekst op te vinden is. Dit leidt te veel af van hetgene dat de presentator vertelt, het was dus overbodig. Wij waren zelf erg tevreden over de inhoud van de presentatie. We hebben ervoor gezorgd dat de presentatie chronologisch zou verlopen. Hierdoor is de presentatie, zoals ook in de feedback staat beschreven, duidelijk overgekomen. Dit was ook ons doel. Wij zijn over het algemeen tevreden met het verloop van onze presentatie.
PowerPoint Presentatie week 2
figuur 1
figuur 4
figuur 2
figuur 5
figuur 3
figuur 6
figuur 7
figuur 10
figuur 8
figuur 11
figuur 9
figuur 12
figuur 13
figuur 15
figuur 14
Week 3 Reflectie presentatie dilemma: schizofrenie Gepresenteerd door: Maria Mazoori en Myrna van der Lugt In week 3 hebben wij een presentatie gegeven over twee dilemma’s die met schizofrenie te maken hebben. Aan de hand van deze dilemma’s hebben wij naar ervaringsverhalen gezocht om de dilemma’s beter te onderbouwen. We vonden de eerste dilemma in een forum en de tweede in een blog. Het doel van deze presentatie was dat we een discussie zouden leiden over de dilemma’s. In het begin van de presentatie verliep de discussie moeizaam, maar bij de tweede dilemma kwam het wat meer op gang. Tenslotte hebben we nog onze mening gegeven over de dilemma’s. De klas kreeg een formulier waarop ze hun tips en tops konden noteren. Aan het einde van onze presentatie kregen we de formulieren terug. Hieronder een samenvatting van de tips en tops: Tops
Hele goede geluidsfragment Goede stemgebruik Duidelijk gepresenteerd Goed aangepast aan de presentatie van de vorige groep Goede inleiding Mooie PowerPoint De casussen voegden echt wat toe aan de presentatie
Tips
De discussie beter leiden De 1e casus was een beetje breed Meer ingaan op argument van iemand uit het publiek
Reflectie Wij zijn het eens met deze tips en tops. Wij hadden nooit eerder een discussie geleid en wisten daarom ook niet hoe het precies moest. We hebben ons niet echt verdiept in het doorvragen op de argumenten van een ander. We zijn wel blij dat iedereen in het publiek de geluidsfragment interessant vond. We vonden dat het publiek zich dan meer kan inleven in zo’n persoon met schizofrenie. Achteraf gezien vonden wij wel dat de presentatie goed ging en we zullen de tips en tops gebruiken bij presentaties in de toekomst.
PowerPoint presentatie week 3 Schizofrenie:
Fig. 1
Fig. 2
Fig. 3
Fig. 4
Fig. 5
Fig. 6
Fig. 7
Fig. 8
Week 4: Stemmingsstoornissen Wij van de tutorgroep 3 hadden deze week geen kortlopende opdracht in de vorm van een presentatie. Deze week hebben wij gewerkt aan de vragen voor de oefentoets die plaatsvindt in week 5. De vragen voor deze toets zijn terug te vinden in de bijlagen. Deze week hebben wij de presentatie van andere groepen bijgewoond en deze samengevat. Als eerste heeft tutorgroep 2 presentatie gehouden door een wetenschappelijk onderzoek te bespreken. Bij dit onderzoek is het effect van antidepressiva en omega 3 op depressie vergeleken. Hieruit is gebleken dat voedingssupplement meer effect heeft tegen depressie en minder complicaties oplevert dan antidepressiva, maar de episodes blijven in beide gevallen hetzelfde. We vonden dat de presentatie goed is opgebouwd en duidelijk is uitgelegd door tutorgroep. Er zat in de presentatie veel informatie met de uitleg over wat antidepressiva en omega3 is. De stappen in het onderzoek kwamen ook goed naar voren en er is ook door de groep aangegeven wat zij aan het onderzoek misten en dat er te weinig mannen aan het onderzoek mee hebben gedaan. Er is ook een eigen mening door de groep gevormd wat er anders zou kunnen dat er meer onderzoeken plaats moet vinden om het effect meer duidelijk te maken. Verder zijn uit de groep relevante vragen aan de groep gesteld die zij vervolgens verduidelijkt hebben. De docent heeft ook aanvullende tips en tops gegeven aan de groep. Over het algemeen was het een leerzame bespreking van een wetenschappelijk onderzoek. Tutorgroep 1 gaf als tweede groep een presentatie over voorlichting aan familieleden van mensen met stemmingsstoornis. Deze groep heeft vooral aan de familieleden vragen gesteld hoe zij zouden omgaan met situaties die zich voordoen ten gevolge van deze stoornis. T1 heeft een casus gebruikt van iemand die depressief is en het leven niet meer ziet zitten. Tijdens deze voorlichting zijn er handvatten gegeven hoe wij het beste om kunnen gaan met iemand die suïcidaal is, zoals praten, luisteren, serieus nemen van de uitingen en hulp bieden en zoeken voor deze mensen. De voorlichting is goed gegaan en we zijn gestimuleerd om zelf met oplossingen te komen. De groep had ook meer informatie kunnen geven over de hoeveelheid gevallen waarbij stemmingsstoornis sprake is en ook instanties kunnen aanwijzen waar een familielid terecht kan om hulp te vragen. Tutorgroep T4 heeft hun dilemma/ discussie een week later gepresenteerd, waardoor de stoornis niet meer zo goed in ons geheugen gegrift was. Dat hebben ze heel goed in hun PowerPoint verwerkt door in de inleiding de kenmerken van stemmingsstoornissen nog goed en bondig uit te leggen. De stellingen van T4 waren: ‘Een bipolair persoon met een depressie van vijf jaar waarbij de behandelingen niet werken, moet kunnen kiezen voor euthanasie.’ en ‘Depressief worden heb je zelf in de hand.’ Wij vonden de stellingen, in het bijzonder de eerste stelling, goed geformuleerd en de discussie kwam klassikaal goed op gang. Zodra de meningen van de klas wat verminderde speelde T4 hier heel goed op in door advocaat van de duivel te spelen. Hierdoor stimuleerde ze de klas om verder te discussiëren over de het onderwerp. We vonden dat deze tutorgroep de discussie hierdoor heel goed heeft geleid. De enige tip die wij kunnen verzinnen is wellicht dat stelling 2 op een andere wijze geformuleerd kan worden. De hele klas was het bij deze stelling mee eens dat men zelf depressie niet in de hand heeft, hierdoor was het moeilijker om een goede discussie te beginnen.
Week 5 Reflectie presentatie wetenschappelijk artikel: borderline Gepresenteerd door: Amber Kouwenhoven en Suki Liu In week vijf hebben wij een presentatie gehouden over een wetenschappelijk artikel over borderline. Het wetenschappelijke artikel is vervolgens onderverdeeld in achtergrondinformatie, methode, resultaten en conclusie. Ten slotte hebben we nog onze mening gegeven over het artikel. Naar aanleiding van onze presentatie hebben wij feedback formulieren ontvangen met tips en tops. Bron wetenschappelijk artikel: http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3819347/ Samenvatting artikel “Sociaal oordeel bij borderline persoonlijkheidsstoornis” In dit onderzoek ( wetenschappelijk) is gekeken naar de sociale cognitie van mensen met borderline en hoe deze verschilt met mensen zonder deze ziekte. In dit onderzoek is gekeken naar het sociale functioneren van de hersenen en hierna het veilen van een oordeel over andere mensen. Dit onderzoek is gedaan onder 2 groepen, een borderline persoonlijkheidsstoornis groep en een controle groep. Het onderzoek bestond uit 6 gedeeltes. 6 gedeeltes omdat de deelnemers naar aanleiding van de foto’s de mensen op 6 kenmerken moesten beoordelen: Leeftijd, onderscheidend vermogen, aantrekkelijkheid, intelligentie, toegankelijkheid en betrouwbaarheid. Resultaten: de Borderline groep scoorden minder goed dan de gezonde deelnemers uit de controle groep, ze hadden moeite met het beoordelen van de kenmerken ‘betrouwbaarheid’ en ‘toegankelijkheid’. Tops & Tips van klasgenoten naar aanleiding van onze presentatie Tops
Leuk wetenschappelijk artikel, niet te moeilijk Volume en inhoud waren goed Onderzoek is duidelijk en goed uitgelegd Open houding en goed contact met de klas Eigen mening/ kritische blik laten zien
Tips
Korte introductie Meer achtergrondinformatie Te snel, proberen rustiger te praten Doel van onderzoek niet duidelijk Spelfouten in dia’s Bron niet vermeld Het ging soms iets te snel
Reflectie Onze mening over de tops zijn dat we het ermee eens zijn. Het wetenschappelijk artikel vonden wij zelf ook interessant. We merkten bij andere presentaties van andere groepen dat de aandacht snel wegvalt als er veel moeilijke termen in voorkomen, hierdoor hebben wij gekozen voor een wat simpelere wetenschappelijk artikel. Ook over de tips zijn we het met de docent en klasgenoten eens. Veel van de opmerkingen gingen over het spreektempo van Suki. Ook tijdens de eerste presentatie heeft zij deze feedback ontvangen en hopelijk kan zij dit veranderen door vaker te oefenen. Verder zijn wij inderdaad vergeten de bron in de PowerPoint te vermelden. Maar voor de rest bleek het artikel duidelijk over te komen in de klas. Al met al zijn we tevreden hoe de presentatie is verlopen.
PowerPoint presentatie week 5
Figuur 1
Figuur 4
Figuur 2
Figuur 5
Figuur 3
Figuur 6
Figuur 7
Figuur 10
Figuur 8
Figuur 11
Figuur 9
Figuur 12
Week 6 Reflectie presentatie voorlichtingsbijeenkomst: angststoornissen Gepresenteerd door: Renate Meeusen en Hewan Teshome In week zes hebben wij een voorlichtingsbijeenkomst gehouden over angststoornissen. Hewan is begonnen met algemene informatie verzamelen over angststoornissen en Renate heeft informatie gezocht over hoe de familie/vrienden/partners om kunnen gaan met mensen in hun omgeving met een angststoornis. Hewan heeft als toevoeging folders gemaakt die aan het einde van de presentatie uit zijn gedeeld. Er is een uur voor de presentatie afgesproken om een keer gezamenlijk te oefenen. De presentatie verliep goed en we hebben over het algemeen positieve feedback gekregen. Deze feedback is op formulieren ingevuld door de overige klasgenoten en docent en zullen hieronder toegelicht worden.
Tops & Tips van klasgenoten naar aanleiding van onze presentatie Tops
Uitgebreide informatie Uitgebreide lijst van praktische tips gegeven Goed uit het hoofd geleerd/gedaan Goede folder Duidelijke uitleg Duidelijke PowerPoint Vlot verhaal Presentatievaardigheden goed Oogcontact Houding Gebaren Goed gesproken, ondanks accent
Tips
Algemene informatie is overbodig Spiekbriefje was niet nodig Wat minder monotoon praten Probeer meer interactie met publiek te maken Soms iets te snel gesproken Let op contrast bij de PowerPoint Wat meer voorbeelden/uitleg geven Thema was saai, maar ligt niet aan ons Probeer meer afwisseling tijdens spreken
Reflectie Als we terugblikken op de presentatie zijn we tevreden. De presentatievaardigheden waren op orde en dat zorgde voor een vlotte presentatie. De verhouding algemene informatie en voorlichting was echter niet goed. Er was teveel algemene informatie en te weinig voorlichtingsmateriaal. Dit kwam omdat er te weinig te vinden was over de omgang met mensen met een angststoornis. Verder hadden we meer interactie met het publiek moeten zoeken om hen er meer bij te betrekken. Wat de tops en tips betreft zijn we over het algemeen er mee eens. We vinden alleen niet dat het contrast bij de PowerPoint verkeerd was, omdat we vonden dat het rustig was. Verder vinden we ook dat we niet meer voorbeelden of uitleg hadden moeten geven, omdat het naar ons idee zo al duidelijk was. Deze tips en tops nemen we mee om onze presentatievaardigheden verder te ontwikkelen.
PowerPoint Presentatie week 6
Dia 1
Dia 4
Dia 2
Dia 5
Dia 3
Dia 6
Dia 7
Dia 10
Dia 8
Dia 11
Dia 9
Dia 12
Week 7: Eetstoornissen Deze week hebben twee tutorgroepen gepresenteerd. Dit was de laatste week voor de kortlopende opdrachten waarin wij per week verschillende ziektebeelden per groep hebben gepresenteerd. Groep T4: Voorlichting eetstoornissen Deze groep begon hun presentatie met een filmpje wat erg verfrissend was. Zo was de hele klas meteen rustig en geconcentreerd. Hiernaast hadden zij twee situaties verwerkt waardoor de klas extra betrokken werd bij de presentatie. De film was over een meisje met anorexia waarin er te zien is hoe zij twee strijd voert met haar eetstoornis wat haar aan de ene kant verzwakt en aan de andere kant versterkt. Vervolgens heeft deze groep geprobeerd om het publiek bij te betrekken door twee situaties te bespreken en de mening van het publiek te vragen. In de eerste situatie beschreven zij een casus wat er wel of niet gezegd mag worden tegen je kind/vriend die niet wilt eten. De 2e situatie ging over wat je wel of niet moet zeggen als je merkt als een vriend/kind overmatig beweegt. In beide situaties was het voor het publiek moeilijk om mee te praten omdat ze zich niet konden inleven in deze situaties. Daarnaast gaven zij wat concrete adviezen over hoe men iemand met een eetstoornis kan helpen en verwezen ze naar een aantal, die hiervoor ook geraadpleegd kunnen worden. Een verbeterpunt aan de groep is dat zij wellicht een kleine inleiding konden geven over de verschillende eetstoornissen om de presentatie completer te maken.
Groep T1: Wetenschappelijk artikel Riscofactoren van eetstoornis Het onderzoek werd afgenomen onder 66 vrouwelijke patiënten met een eetstoornis. Bij dit onderzoek wilde men nagaan hoeveel kennis de vrouwen bezitten over de lichamelijke gevolgen van een eetstoornis. De eerste vragenlijst werd afgenomen voordat de vrouwen meer informatie kregen over de gevolgen van een eetstoornis. Dit werd gedaan met de bedoeling om na te gaan hoeveel ze er al zelf vanaf wisten. Vervolgens ontvingen zij meer informatie over het onderwerp in de vorm van psycho-educatie, waarna zij de tweede vragenlijst invulden. Bij de eerste vragenlijst hadden de vrouwen gemiddeld 14 van de 20 vragen goed beantwoord en bij de tweede vragenlijst waren en 17 van de 20 vragen goed beantwoord. Wat meteen opviel is dat bij de inleiding geen bronvermelding is genoemd. Maar door de opbouw is wel duidelijk op uit te maken dat het ging om een wetenschappelijk artikel. De tweede afbeelding van de resultaten was vrij slecht te lezen, doordat het te klein was geprojecteerd maar gelukkig noemde een van de presentatrices voorbeelden op. Het zou fijn zijn geweest als deze groep meer uitleg had gegeven over ‘goede’ en ‘slechte’ antwoorden. Uiteindelijk sloot deze groep duidelijk de conclusie en discussie af. Een punt dat benoemd werd in de discussie was dat de deelnemers al over een relatief goede kennis beschikten, dit was waarschijnlijk het geval omdat dat patiënten die al behandeld werden opgenomen zijn en wellicht ook al een aantal keer informatie over hun stoornis hadden ontvangen. Toch werd er geconcludeerd dat er naar aanleiding van de antwoorden op de vragenlijst het noodzakelijk is om mensen met een eetstoornis beter te laten beseffen wat de ziekte met hun lichaam doet. Uit dit onderzoek is dus gebleken dat psycho-educatie een goed methode is zowel voor patiënten als voor betrokkene om kennis en inzicht over het ziektebeeld te vergrotten.
Oefentoets 1. Depressieve stoornissen worden als _______________ beschouwd, omdat de stoornis slechts één richting heeft. a. univariaat b. specifiek c. unipolair d. bivariaat 2. Linda heeft ernstige stemmingswisselingen waarbij uitersten van depressie en opgetogenheid voorkomen, meestal afwisselend. Aan welke stoornis lijdt Linda waarschijnlijk? a. dubbele depressie b. schizofrenie c. bipolaire stoornis d. dysthyme stoornis 3. Welke symptomen horen bij de beginfase van dementie? - Verandering van persoonlijkheid, decorum verlies en affectlabiliteit. 4. Wat is het grootste verschil tussen validation en ROT? - ROT: is terugbrengen naar de realiteit - Validation: is meegaan in het verhaal van degene. 5. Welke symptomen van dementie kunnen niet lijden tot ondervoeding a) b) c) d)
Amnesie Desorientatie Depressie Anorexia
6. a) b) c) d)
Door welke scan wordt dementie gediagnostiseerd? MRI CT PAT Alle bovenstaande
7. a) b) c) d)
Welke vraag wordt er niet gebruikt bij iemand met dementie? Wat Waarom Wanneer Hoe
8. a) b) c) d)
Welk van de volgende symptomen is geen symptoom van dementie? Aanraking zorgt voor paniek Korte en snelle beweging Desoriëntatie van plaats Afasie
9. a) b) c) d)
Wat zijn geen kenmerken van dementie? Afasie Apraxie Agnosie Afractie
VERSLAVINGEN 10. a) b) c) d)
In welke 3 groepen kan drugs onderverdeeld worden? Stimulerend, hallucineren en tabak Pijnstillers, snuifmiddelen en tripmiddelen Verdovend stimulerend en hallucinerend XTC alcohol cocaïne
11. a) b) c) d)
Wat is geen stimulerend middel? Alcohol Speed Mdma Cocaïne
12. a) b) c) d)
Welke voedingsdeficiëntie kan leiden tot het syndroom van Korsakov? Eiwit (eten) Vit D (zon) B1 (neurotransmiters) B12 (vlees, dierlijke producten)
13. a) b) c) d)
Wat zijn fysiologische afhankelijkheidsverschijnselen? Overgeven misselijkheid en trillen Trillen huilen en schreeuwen Misselijkheid trillen en schreeuwen Overgeven trillen en huilen
14. a) b) c)
Verhoogt matig alcoholgebruik het risico op een hartaanval? Nee, alcohol is goed voor je Ja, alcohol geeft altijd meer risico op een hartaanval Matig alcoholgebruik verkleint het risico op een hartaanval (reden: bloed verdunt, geen kans op bloedpropjes) d) Nee, alleen teveel alcoholgebruik verhoogt het risico op een hartaanval 15. Wat is het nadeel van het gebruik van methadon als behandeling van heroïneverslaving? - De kans is dat men verslaafd kan raken aan methadon. Methadon heeft hetzelfde verslavende effect als heroïne. 16. Wat betekent het begrip tolerantie als het om verslaving gaat? - Dat je steeds meer nodig hebt om hetzelfde effect te bereiken. SCHIZOFRENIE 17. Hoe worden de negatieve symptomen van schizofrenie behandeld? - Door cognitieve gedragstherapie (negatieve symptomen zijn ‘sociale’ tekortkomingen, hierdoor niet perse medicatie nodig)
18. a. b. c. d.
Wat is de oorzaak van schizofrenie Een aangeboren ziekte Een keuze Een psychosomatische aandoening Niet bekend
19. a. b. c. d.
Wat zijn veelvoorkomende bijwerkingen van moderne antipsychotica Heftig parkinsonisme Niet, daarom zijn deze moderne middelen juist ontwikkeld Metabool syndroom (komt in gewicht aan, dus metabool) Syndroom van Sapolsky
20. a. b. c. d.
Wat is de prevalentie van schizofrenie in percentages 2 – 3% 0,8 – 1% 0,1 – 0.6% Tussen de 4 – 5%
21. a. b. c. d.
Wat houdt de dopaminehypothese in? Dat schizofrenie door een tekort aan dopamine ontstaat Dat schizofrenie door een afwijkende dopaminereceptorplaats ontstaat Dat schizofrenie door een teveel aan dopamine in de dopaminereceptoren plaats Dat schizofrenie door een teveel aan dopamine in de hersenschors ontstaat
22. Welk deel van de hersenen ziet er bij mensen bij schizofrenie vaak anders uit dan bij mensen zonder schizofrenie? (volgens docent geen tentamenvraag) a. De hypothalamus b. De kleine hersenen c. De coccyx d. De hippocampus 23. -
Welke drie subgroepen schizofrenie zijn er? Katatone Paranoide Desgeorganiseerde (opzoeken in PP)
Uitgewerkt interview moeder en kind Interview postpartum depressie met de moeder 1) Hoe is bij u de zwangerschap verlopen? “Ik heb een erg zware zwangerschap gehad. Tijdens de eerste echo bleek het niet maar een kind te zijn maar twee. Tijdens mijn zwangerschap heb ik erg veel klachten gehad. Zo heb ik de laatste drie maanden plat gelegen omdat de belasting te groot voor mij was en ik een zeer zware zwangerschap vergiftiging heb onder gaan. Ook is mijn eerste kindje dood geboren, hierdoor heb ik erg veel stress gehad tijdens deze zwangerschap.” 2) Wanneer zijn bij de klachten ontstaan? “Mijn klachten begonnen eigenlijk al tijdens de zwangerschap. Omdat deze zo zwaar was heb ik er niet erg van kunnen genieten. Ik heb ook een helse bevalling ondergaan. Het heeft in totaal dertig uur geduurd en er traden allerlei complicaties op. Ik was heel erg zenuwachtig omdat mijn eerste baby twee jaar voor deze bevalling dood is geboren. De bevalling van de tweeling is erg traumatisch voor mij geweest. Ik had een erg lage bloeddruk en ben daarom steeds weggezakt. Ook ben ik ingeknipt omdat de bevalling te lang duurde en beide baby’s in levensgevaar verkeerde. Na het bevallen was ik nog zo in shock dat ik er vanaf toen al niet echt van heb kunnen genieten. Hierna namen de klachten alleen maar toe. Als moeder kom je normaal gesproken thuis met een baby. Ik met twee. Ik was nog steeds niet bijgekomen van mijn zware bevalling, maar moest wel de zorg van twee baby’s op mij dragen. Het is misschien raar om te zeggen, maar het leek wel alsof ik er gek van werd.” 3) Wat voor klachten heeft u gehad? “Ik was heel erg verdrietig, had enorme huilbuien. Ik was niet te genieten. Iedere vrouw zou op een roze wolk zitten met twee zulke mooie gezonde kinderen. Ik had ook erg last van schuldgevoelens. Ik denk dat dit te maken had met het verlies van mijn eerste baby. Ook was ik heel erg angstig. Ik durfde niet alleen met de tweeling te zijn, was heel erg bang iets fout te doen. Ik had ernstige slaapproblemen en kon dus op geen enkele manier tot rust komen. Verder heb ik ook in een later stadium last van psychoses gehad. Mijn klachten hebben voor een postpartum depressie erg lang aangehouden. Ik heb er vijf jaar lang last van gehad.” 4) Denkt u dat de depressie gevolgen heeft gehad op uw kinderen? “Ja, dit weet ik zeker. Ik weet dat het voor baby’s heel erg belangrijk is lichaamswarmte en liefde van een moede te hebben. Ik was niet eens instaat een luiertje te verschonen. De baby’s huilden allebei heel erg veel. Ook hebben zij niet echt leren spelen. Wanneer ze een doos met blokken voorgezet kregen wisten ze niet eens hoe ze ermee konden spelen. De gevolgen werden beter duidelijk toen ze naar de peuterspeelzaal gingen. Ze konden moeilijk contact maken met andere kindjes. In de puberteit heb ik erg veel problemen met een van de twee gehad. Ze hebben nooit het gevoel gehad dat ik er voor ze was, en wanneer er problemen waren werd dit dus niet met mij gedeeld. Een van de twee heeft last gehad met verkeerde vriendjes en drugs.”
5) Hoe is de band tegenwoordig met de kinderen? “Tegenwoordig is de band veel beter. Ik ben in therapie gegaan en heb hier veel geleerd over mijn depressie. Waar het door werd veroorzaakt en hoe ik ermee om moest gaan. Ik heb hier veel aan gehad. Ik heb vanaf toen geprobeerd de band op te pakken met mijn kinderen. Dit is zeker gelukt. Maar de eerste 5 levensjaren krijg ik er niet voor terug.”
Interview gevolgen postpartum depressie met kind 1) Welke gevolgen heeft de depressie van jullie moeder op jullie gehad? “Zoals we hebben vernomen waren we erge huilbaby’s. We zijn nu 27 jaar en kunnen ons van die periode niet veel meer herinneren. Wel weet ik dat ik pas laat zindelijk was omdat mijn moeder niet in staat was ons deze dingen bij te brengen. Wij hebben beide als kleine kinderen last gehad van erge driftbuien. Maar de echte gevolgen van de depressie waren pas merkbaar toen we naar school gingen. We konden heel moeilijk contact maken met andere kindjes, en waren eigenlijk altijd maar samen. We konden ook in iedere groep van de middelbare school minder goed meekomen. Onze cijfers waren niet zo goed als die van de rest van de klas, en vriendjes en vriendinnetjes hadden we eigenlijk niet zoveel. Ook namen we deze in groep 1 en 2 nooit mee naar huis. Iedereen werd door zijn moeder op school gebracht. Wij echter niet. Onze oma kwam ons iedere dag ophalen en bracht ons ook elke dag naar school. Wij hebben tot een jaar of 10 altijd het gevoel gehad dat onze oma ons moeder was. Toen we wat ouder werden werd de band echt wel sterker met ons moeder, maar het voelde echter toch niet zo vertrouwd aan. Wij hadden niet het gevoel alles tegen haar te kunnen zeggen. Ik heb veel verkeerde vriendjes gehad, en ben zoals je wel kunt zeggen best op het verkeerde pad geraakt. Mijn zus hiertegen niet. Ik heb nooit echt een vertrouwensband met mijn moeder opgebouwd. Ook vinden wij het allebei lastig om mensen te vertrouwen. We hebben allebei erg instabiele relaties gehad met vriendjes en vriendinnetjes uit puur wantrouwen. Ik denk dat al deze dingen te wijten zijn aan het missen van contact in ons eerste vijf levensjaren.” 2) Is de band met jullie moeder volledig hersteld? “De band met onze moeder is wel hersteld. Wel nu ik zelf zwanger ben, komt er veel onbegrip naar boven. Ik kan als ik alleen de echo’s alleen zie, niet begrijpen hoe je het gevoel kan hebben niet van zo een kleintje te kunnen houden. Ik kan niet begrijpen dat ze altijd mijn oma voor onze zorg heeft laten opdraaien, en waarom ze pas na 5 jaar in staat was in therapie te gaan. Ik heb zelf veel gelezen over een postpartum depressie en kan mij daarom ook ergens wel in mijn moeder verplaatsen. Onze band is nu stabiel, we doen leuke dingen en het voelt echt als onze moeder. Maar als we terug denken aan het verleden en de dingen die wij gemist hebben doet het ons nog wel pijn.”
Ervaringsverhaal fora Link
Soort
Samenvatting
http://www.zwange rschapspagina.nl/ge zondheid/135284bang-voorpostpartumdepressie-doormoeder.html
Forum
Astrid0482 is op deze forum het onderwerp gestart over ‘bang voor postpartum depressie door moeder’. Quote van Astrid0482 “Hoi, Mijn moeder heeft na mijn geboorte en die van mijn broertje hele zware postpartum depressies gehad (zelfs 1x met zelfmoordpoging). Ondanks dat ik heel anders ben dan mijn moeder ben ik soms wel eens bang dat ik hier ook last van krijg. Mijn moeder is altijd al een beetje labiel geweest en ik totaal niet. Zelf zegt ze ook dat ik me daar absoluut geen zorgen om moet maken, omdat ik totaal anders ben, maar soms hoor je van vrouwen waarvan je het helemaal niet had verwacht dat ze een postpartum depressie hebben gehad. Ik heb tijdens mijn zwangerschap bijna geen last van emotionele buien, ben wel wat 'zachter' geworden. Ik weet niet of dit nu een goed teken is of niet? Wie herkent zich in dit verhaal? Of zijn er vrouwen wiens moeder een depressie heeft gehad en zij zelf niet? Thanx!”
http://www.wrongpl anet.net/postt18770 6.html
Forum
Guineapigged heeft op de forum van www.wrongplanet.net met het onderwerp ‘Did your mother have postnatal depression?’. Onderstaand het berichtje van Guineapigged: “We're past the time of blaming mothers for autism (apart from in France) but I'm curious to know how many people's parents were affected by PND. I was told for a long time that I am the way I am because my mother didn't like me. It is true, to some extent - she didn't want to hold me when I was born, was very depressed, and only started to "like" me when I was 3 months old. Of course, I don't believe she is to blame (especially since my elder brother, who she doted on, also displays autistic characteristics), but I did used to wonder if it was ME that was to blame for her PND. I was convinced that she instinctively knew something was wrong and that's why she rejected me. I know now that she would never have been able to tell at that stage, so I'm being paranoid, but I still can't help but feel that she "sensed" I was faulty goods. Add to that the fact that she was very ill during pregnancy and at one point they couldn't find a heartbeat and thought I'd died ... well, it's all fuel for my paranoia.”
Procesverslag Evaluatie van het werkproces Ons project ging van start met het maken van een plan van aanpak. In het plan van aanpak hadden we een planning gemaakt zodat ieder project lid minimaal een week voorzitter en een week notulist kon zijn. Elke week was de voorzitter in ieder geval goed voorbereid en had zij de agendapunten naar de tutor gestuurd. De integrale opdracht had twee opdrachten: - Kortlopende opdracht: hierbij moesten we elke vrijdag van de week een presentatie geven over de weekonderwerpen. Dit hadden we de eerste week al snel verdeelt zodat iedereen in tweetallen kon presenteren en verantwoordelijk was voor zijn stukken. - Langlopende opdracht: hierin moesten we ons verdiepen in een onderwerp, waarbij ons onderwerp postpartum depressie was. Binnen deze opdracht hadden we in de tweede week al een duidelijk beeld van zodat we deze ook konden gaan verdelen. De verdeling ging snel en duidelijk. Zodat iedereen wist wat er van haar verwacht wordt. Iedere tutorbijeenkomst hebben we deadlines gemaakt waaraan we ons allemaal aan moesten houden. Dit was erg goed voor de sfeer in de groep omdat iedereen een duidelijk beeld van het project hierdoor had. Evaluatie samenwerkingsmomenten Over het algemeen verliep de samenwerking erg goed. De taken werden verdeeld en goed uitgevoerd. Hierdoor hebben we het project voor ons gevoel succesvol kunnen afronden. Ook de vergaderingen met onze tutor A. Vink verliepen goed. Een verbeter punt voor onze groep is om de voorzitter echt de voorzitter te laten zijn. Sommige groepsleden namen de taak van de voorzitter op zich terwijl dit niet de bedoeling was. Het is een belangrijk punt om aan te werken zodat iedereen zich kan ontwikkelen om een goede vergadering te kunnen leiden. Leerpunten
Voor het volgende project is het handig als we meer vergaderingen in plannen, zodat voor iedereen altijd duidelijk is wat er gedaan is en wat er nog gedaan moet worden. En om meer dingen met elkaar door te nemen.
Agendapunten Agendapunten 20-11-13 - Bespreken van de planning - deadlines maken - Informatie over postpartum depressies verdelen en plannen - Leerdoelen inleveren - Opmaak verslagen maken en bespreken - Vragen? Agendapunten voor 03-12-13 - Het bespreken van literatuuronderzoek over de effecten van postpartum depressies op het kind per verschillende levensfase. - Bekijken van indeling werkmappen van andere projecten. (docent neemt mee) - Bespreken van de planning en duidelijke planning maken (in het plan van aanpak of apart?) - Bespreken hoe ver iedereen is en of het lukt. - Zijn er vragen of onduidelijkheden? - Verdere afspraken, zoals het bedenken van interviewvragen…. Agendapunten voor 17-12-13 - Bespreken van literatuuronderzoek - Bespreken van de planning en taakverdeling interview en ervaringsverhaal - Zijn er knelpunten? - zijn er vragen of onduidelijkheden? Agendapunten dinsdag 7 januari - Hoever is het interview? - Hoever is het ervaringsverhaal? - In welk format worden de stukken samengevoegd? Er zijn er nu namelijk twee - Heeft iedereen de bronnen goed genoteerd? - Heeft iemand nog een samenvatting gemaakt van de discussie van de laatste keer? - Zorgt iedereen ervoor dat hun eigen weekpresentaties in het format komen? - Deadlines: o Voor conclusie en discussie? o Indeling eindpresentatie
Individuele verantwoording Suki Liu Voorafgaand dit project heb ik 2 leerdoelen voor mezelf opgesteld en deze doelen heb vrij succesvol behaald als ik terugblik op deze minor. Leerdoel 1: In deze minor periode van 10 weken wil ik mijn klasgenoten van voeding en diëtiek en verpleegkunde beter leren kennen zodat ik na afloop een beter inzicht heb op hun toekomstig vakgebied. Dankzij mijn projectleden van deze minor heb ik nu een beter indruk gekregen over de studie Voeding en Diëtetiek. Voorheen had ik een oppervlakkig beeld over hun studie, maar dankzij de werkcolleges voeding en de kennis van de studenten over de lichamelijke werking heb ik alleen maar bewondering gekregen voor hun opleiding. Veel van de lesstoffen komen zelfs overeen met die van Huidtherapie. V&D krijgen ook te maken met theorie over het lymfestelsel en de anatomie van de mens enzovoorts. Ik vind zelfs dat zij met deze minor een voorsprong hebben ten opzichte van de studenten van HDT. Zij hebben meer kennis over voedingsadviezen voor bepaalde stoornissen en weten veel meer over medicatie. Ik vind dat ik dankzij deze minor mijn eerste leerdoel goed heb behaald. Leerdoel 2: In deze periode van 10 weken kennis maken met verschillende psychiatrische ziektebeelden en in het bijzonder postpartum depressie. Door deze minor heb ik een heel goed beeld gekregen over alle zeven ziektebeelden. Voorheen wist ik meestal wel 1 of 2 kenmerken van de ziektebeelden op te noemen, maar dankzij deze minor ben ik ook meer te weten gekomen over de oorzaken en de beschikbare therapieën ter behandeling van deze stoornissen. Ook heb ik veel literatuuronderzoek gedaan naar het onderwerp van ons langdurige opdracht ‘postpartum depressie’. Ik bezit nu over meer kennis over dit onderwerp dan voorheen. Ik weet nu bijvoorbeeld door de wetenschappelijk bronnen dat postpartum depressie ook zichtbare gevolgen kan hebben voor het kind van de moeder. Ook dit doel heb ik succesvol afgerond. Werkzaamheden waar ik verantwoordelijk voor was (langdurig opdracht) Literatuuronderzoek: Op verschillende bronnen zoals PubMed en Google Scholar heb ik literatuuronderzoek gedaan over postpartum depressie Periode invloed baby: Postpartum depressie voelt een baby al aan, de periode van de baby heb ik uitgewerkt met behulp van de wetenschappelijk bronnen Ervaringsverhaal: online heb ik op 2 forums ervaringsverhalen gevonden en deze kort beschreven Samenwerkingscontract: Het samenwerkingscontract heb ik opgesteld en uitgewerkt Andere bijdragen: een stukje geschreven voor bij de methode, contact opgenomen met Erasmus MC voor interview met specialist. Helaas konden zij ons niet helpen. Tijdens dit project heb ik al mijn werkzaamheden altijd voor de deadline afgerond. Verder vond ik dat ik genoeg initiatief heb genomen in de groep en ben ik tevreden met het werk die ik heb afgeleverd. De samenwerking met de groepsleden was vrij prettig ondanks we elkaar niet kenden. Verder vond ik het onderwerp van ons langdurige opdracht erg interessant, waardoor het niet verveelde. De toegevoegde waarde die ik had in dit project is denk ik het herinneren aan de groepsleden over de deadlines, zodat wij tijdig het project konden afsluiten. Feedback De feedback die ik heb ontvangen van mijn groepsleden is dat ze mij georganiseerd ter werk vonden gaan en betrokken was bij het project. Daar ben ik het persoonlijk ook mee eens, want ik vond dat ik me ook goed heb ingezet voor dit project. De tips die ik meekreeg is dat ik tijdens presentatie
langzamer moet praten. Door mijn spreektempo kan mijn verhaal slecht te volgen zijn voor anderen, dus hier ga ik zeker aan werken! Dankzij hun tip heb ik een goed leerdoel voor mijn volgende project: Nieuw leerdoel 1: Tijdens presentaties voor toekomstige projecten langzamer praten door de teksten hardop en langzaam te lezen tijdens het oefenen, tussentijds goed op te letten op mijn ademhaling en wellicht online op zoek gaan naar methodes om rustiger te presenteren. Mijn tweede nieuwe leerdoel heeft te maken met mijn communicatie met de groepsleden, want tijdens dit project is het namelijk een paar keer voorgekomen dat ik deze actie wilde ondernemen maar toch heb besloten om het niet te doen. Nieuw leerdoel 2: In het volgende project meteen projectleden aanspreken door middel van constructieve feedback als de deadlines niet door iedereen is gehaald. Ontvangen feedback van groepsleden Feedbackformulier samenwerking Naam student: Suki Ingevuld door: Renate Meeusen
Datum: 9-01-2014
Tip: Sorry, maar ik kan echt geen tips voor je bedenken. De enige tip die ik kan bedenken is langzamer praten tijdens presenteren, maar dat weet je al en daar ben je al mee bezig. Top: Ik vond dat je heel erg betrokken was bij het project en met ideeën kwam. Daarnaast heb ik meerdere kleine opdrachten met je gedaan en dat werkte goed. Je nam zelf de taken aan, wat voor mij ook prettig samenwerken is, omdat ik dat een actieve sfeer voel en dat stimuleert mij om zelf ook door te werken. Feedbackformulier samenwerking Naam student: Suki Liu Ingevuld door: Maria Mazoori
Datum: 12-01-2014
Tip: Ik heb geen tip voor jou omdat ik vond dat onze samenwerking goed is verlopen. Je hebt zelf wel aangegeven dat je iets minder snel wilt praten tijdens presentaties, maar daar werk je al aan. Top: Je bent tijdens de vergaderingen goed georganiseerd en je hebt je taken altijd op tijd af. Je luistert goed naar de andere groepsleden en je uit ook vaak je mening, wat ik goed vind.
Individuele verantwoording Maria Mazoori Mijn geleverde werk Ik heb samen met mijn groepje de taakverdeling besproken. Bij het literatuuronderzoek had iedereen haar eigen stuk. Ik heb samen met Myrna de inleiding gemaakt omdat de taken voor het literatuuronderzoek al eerlijk verdeeld waren. Voor het interview heb ik een aantal interviewvragen verzonnen. Een ander project lid heeft deze interview afgenomen. De conclusie van het project heb ik samen met Myrna gemaakt. Ook hebben Myrna en ik deze langlopende project gepresenteerd aan de klas. Toegevoegde waarde Ik vind wel dat ik een toegevoegde waarde had voor deze projectgroep. Ik denk alleen dat die waarde groter zou zijn als ik meer had gedaan aan het project. Maar dat was wel lastig aangezien we met 8 personen waren. Dit komt omdat iedereen ongeveer de zelfde hoeveelheid taken had. Feedback van andere Naam student: Maria Mazoori Ingevuld door: Myrna van der Lugt
Datum: 13-01-2014
Tip: Tijdens de vergaderingen mag je soms meer van je laten horen. Als voorzitter moet je soms oppassen dat de taak niet van je wordt overgenomen door iemand anders. Top: Je hebt altijd je werk op tijd af en draagt zo je steentje bij aan het project. Ik vind het fijn om met je samen te werken, omdat we meestal op 1 lijn zitten qua ideeën en meningen. Naam student: Maria Mazoori Ingevuld door: Amber Kouwenhoven
Datum: 12-01-2014
Tip: Tijdens de tutorbesprekingen mag Maria best iets meer zeggen. Maria is vooral stil en luistert goed naar wat de rest van de groep te bespreken heeft. Maria mag meer je eigen mening geven over bepaalde dingen. Top: Maria kan goed en op een enthousiaste manier presenteren. Ze heeft een goede intonatie en weet ondanks saaie onderwerpen toch de volle aandacht van het publiek te trekken en te behouden.
Reflectie op de samenwerking Mijn sterke punten dit project haal ik uit de feedback die ik van anderen heb gekregen. Hieruit blijkt dat ik altijd mijn werk op tijd af heb en dat ik wel goed mee doe met de groep. Ook is er gezegd dat ik goed kan presenteren. Ik ben erg blij met de feedback van Amber en Myrna. Ik vind het wel belangrijk dat mijn taken op tijd af zijn zodat ik de groep geen extra stress bezorg. Ook vind ik het heel fijn dat Amber vind dat ik goed en enthousiast kan presenteren omdat ik altijd heel erg nerveus ben voor en tijdens een presentatie. Mijn zwakke punten dit project haal ik eveneens uit de feedback van anderen. Ik laat volgens de feedback niet vaak mijn mening horen en ik laat anderen vaak de leiding nemen. Ik had hier geen last van in de voorgaande blokken. Ik denk dat dat komt omdat dit een nieuwe groep is en omdat ik de projectleden niet zo goed ken. Ook vind ik dat de meningen in de groep best wel aansloten op elkaar dus hoefde ik er naar mijn mening niet veel aan toe te voegen. Ik liet inderdaad toen ik voorzitter
was mijn taak overnemen door de rest. Maar ik vond het wel lastig om mijn rol weer op te pakken want de punten die ik wilde maken werden al door iemand anders gemaakt. Twee leerdoelen Mijn eerde leerdoel voor blok 3 is dat ik tijdens vergaderingen probeer om meer mijn mening te uiten en wanneer nodig de leiding te nemen. Dit ga ik bereiken door meer te zeggen tijdens vergaderingen. Mijn tweede leerdoel voor blok 3 is meer initiatief tonen in het kiezen van een taak. Ik heb dit wel gedaan in dit blok maar ik wil dit in blok 3 verbeteren. Dit ga ik bereiken door een taak te kiezen die ik wil en niet wachten totdat de rest al heeft gekozen of totdat zij mij een taak opleggen.
Individuele verantwoording Myrna van der Lugt Mijn geleverde werk Samen met de groep zijn de taken verdeeld. Aangezien we met acht personen waren werd er veel verdeeld. Ik heb samen met Maria de inleiding van het project gemaakt. Voor het ervaringsverhaal heb ik de stukken bij elkaar gezet en zo nodig extra samengevat zodat het beter op de pagina paste. Samen met Maria heb ik de conclusie gemaakt en het resultaat aan de klas gepresenteerd. Toegevoegde waarde Ik vind dat ik een kleine toegevoegde waard had in de groep. Aangezien we met veel mensen waren konden er maar een paar werken aan het inhoudelijke stuk. Daarnaast had ik tijdens het project weinig tijd om veel mee te werken door persoonlijke omstandigheden. Ik had achteraf gezien meer willen doen, maar dat had ik zelf eerder moeten zeggen. Feedback van anderen Naam student: Myrna van der Lugt Ingevuld door: Amber Kouwenhoven
Datum: 12-01-2014
Tip: Myrna mag meer haar eigen stem laten horen binnen de tutorgroep. Ze is tijdens de besprekingen vrij stil en doet maar wat haar gevraagd wordt. Ze mag meer laten weten of ze het eens is met de beslissingen die gemaakt worden, en misschien zelfs met de besluiten meehelpen. Top: Wanneer het met Myrna niet goed gaat, zet ze zich toch ook in voor het project. Ik heb hier bewondering voor, en dit maakt het fijn samenwerken met Myrna. Ze is ondanks een moeilijke periode niet bij de pakken neer gaan zitten en dat vind ik erg knap.
Naam student: Myrna van der Lugt Ingevuld door: Hewan Teshome
Datum: 09-01-2014
Tip: Tijdens de bijeenkomsten kom jij rustig en verlegen over. Je neemt wel initiatief, je zou wel iets meer je mening kunnen laten merken tijdens de vergaderingen en met suggesties komen zonder een afwachtende houding, want jij hebt wel goede ideeën. Top: Over het algemeen kom jij wel je afspraken na, behalve de een keer dat jij de inleiding niet binnen de gestelde termijn hebt ingeleverd. Ondanks dat jij bezig bent met een verandering (verhuizing) ben jij betrokken gebleven in het project, je hebt dus genoeg bijdrage kunnen leveren voor het team, daar mag jij trots op zijn. Verder kan jij goed samenwerken met anderen vooral met Maria. Reflectie op de samenwerking Ik vind het lastig om met mensen die ik niet zo goed ken te communiceren. Dit heb ik tijdens het project heel erg gemerkt, omdat ik niet goed mijn eigen mening durfde te uiten tijdens vergaderingen en daardoor kansen om mijn kwaliteiten te laten zien voorbij heb laten gaan. Ik heb ook gemerkt dat ik het heel moeilijk vindt om hulp te vragen aan anderen. Er waren momenten dat ik iets niet op tijd af kon hebben en dit heb ik niet goed met de groep gecommuniceerd. In het vervolg zal ik dit beter doen mocht het voorkomen.
Leerdoelen In blok 3 wil ik beter leren aangeven wat ik wil doen in een project en aan anderen laten merken waar ik goed in ben. Dit wil ik doen door tijdens vergaderingen actief mee te doen met de taakverdeling en niet afwachten tot de anderen hebben gekozen. In blok 3 wil ik een beter overzicht houden op de komende deadlines, zodat de kans kleiner is dat ik ze mis. Dit wil ik doen door per week een lijstje te maken met daarop de dingen die af moeten zijn met bovenaan wat het eerste moet en onderaan het laatste. Dit doe ik via een lijstje, omdat ik het zelf heel lastig vind om met een agenda te werken of te plannen.
Individuele verantwoording Renate Meeusen Mijn geleverde werk In deze minor had het project verschillende stukken, namelijk literatuuronderzoek, een ervaringsverhaal en een interview. Bij het literatuuronderzoek heb ik onderzocht wat de effecten van een postpartum depressie zijn op een schoolkind met behulp van wetenschappelijke bronnen. Voor het ervaringsverhaal ben ik op zoek gegaan naar een filmpje over de effecten van de postpartum depressie. Via een tip van de tutor ben ik uiteindelijk op een site uitgekomen waar ik een filmpje gevonden had en deze heb samengevat. Met het interview zijn andere leden van de projectgroep bezig geweest. Naast deze punten heb ik er ook voor gezorgd dat er een format kwam en zorg ik voor de eindredactie. Toegevoegde waarde Mijn toegevoegde waarde van dit project vind ik moeilijk te bedenken. Ik denk ten eerste dat het handig is geweest van mezelf om een format te maken, zodat iedereen zijn stukken tekst daarin zou plakken. Het idee was dat dat veel tijd scheelt aan het einde van de opdracht, omdat het door iedereen er al aan toegevoegd zou zijn. Ik heb echter wel het gevoel dat dit niet helemaal gelukt is. Daarnaast denk ik dat ik met de eindredactie nog veel werk uit handen neem van andere, omdat dit nog best een klus is. Feedback van andere Naam student: Renate Meeusen Ingevuld door: Maria Mazoori
Datum: 12-01-2014
Tip: Ik vond dat je soms te vaak de leiding in een vergadering nam als iemand anders de voorzitter was. Een tip is om de voorzitter de vergadering te laten leiden. Top: Ik vind dat je goed een vergadering kan leiden. Ook vind ik het goed dat je vaak je mening uit tijdens de vergaderingen. Je doet goed mee met de groep en Je hebt je taken altijd op tijd af. Naam student: Renate Meeusen Ingevuld door: Myrna van der Lugt
Datum: 13-01-2014
Tip: het is goed om je mening te laten horen tijdens de vergaderingen, maar soms had je de neiging om het voorzitterschap een beetje over te nemen van degene die eigenlijk de voorzitter was. Top: je kan goed de vergaderingen leiden en je hebt je werk altijd op tijd af. Je laat je mening en ideeën horen en draagt goed bij aan het project.
Reflectie op de samenwerking Mijn sterke punten dit project haal ik uit de feedback die ik van anderen heb gekregen. Hieruit blijkt dat ik een vergadering goed kan leiden en dat ik mijn mening dan goed laat horen. Deze feedback vind ik fijn om te horen, omdat ik zelf ook tevreden was over hoe het gegaan is. Ook heb ik als feedback gekregen dat ik mijn taken op tijd af heb, wat ook klopt. Wat ik wel vervelend vond dit project, was dat niet iedereen zich aan deadlines kon houden. Aan het begin van het project werd afgesproken dat bij een deadline niet halen, een waarschuwing zou komen. Deze regel was wat mij betreft iets te hard, maar uiteindelijk bleek dat mensen er gewoon vanaf konden komen door iets later in te leveren. Dit vond ik wel vervelend.
Zwakke punten Mijn zwakke punten dit project haal ik eveneens uit de feedback van anderen. Tijdens vergaderingen neem ik blijkbaar iets teveel de leiding, wat ik zelf overigens niet door heb gehad. Voor mijn gevoel heb ik tijdens sommige vergaderingen nauwelijks wat gezegd, omdat er nog een paar leden waren die ook een beetje een voorzittersrol aan het vervullen waren. Maar als ik deze feedback krijg, ga ik daar proberen wat aan te doen. Twee leerdoelen Mijn eerste leerdoel is dat ik tijdens vergaderingen probeer iets minder een voorzittersrol te vervullen, wanneer een ander lid al de voorzitter is. Dit ga ik bereikend door komende vergaderingen op mezelf te letten en niet teveel aan het woord proberen te komen. Dit leerdoel bereik ik aan het einde van het volgende blok. Ik kan mijn andere projectleden dan vragen of ik inderdaad een te grote voorzittersrol speel, en als dat zo blijkt kan ik er dan nog iets harder aan werken. Mijn tweede leerdoel is meer naar het werk van anderen kijken. Ik merk dat er veel documenten op Dropbox en Facebook zijn geplaatst, maar ik heb er maar een paar bekeken. Ik wil dus proberen meer van anderen te bekijken, zodat dat de kwaliteit van het project kan verbeteren, omdat ik misschien feedback kan geven op andermans werk. Dit leerdoel behaal ik eveneens volgend blok en kan ik laten controleren door mijn projectleden.
Individuele verantwoording van Hewan Teshome Wat wil je leren in dit blok? In dit 2e blok doe ik de minor psychiatrie, medicatie en voeding om over de verschillende psychiatrische ziektebeelden te leren. Zo weet ik bijvoorbeeld wat de ziektebeelden inhouden, wat de oorzaken zijn, de behandeling en het belangrijkste hoe je met deze patiënten om moet gaan. Daarbij lijkt het mij ook erg interessant om meer te weten te komen over de voeding en medicatie die daar op aansluiten. Ik heb voor deze minor gekozen omdat ik benieuwd was wat psychiatrie precies inhoudt hoewel ik niet zou kiezen om als HBOV’er in de psychiatrie te gaan werken, wil ik zeker weten of AGZ voor mij wel de juiste keuze is. Verder wil ik binnen mijn projectgroep mijn steen bijdragen en goed samenwerken zodat we tot een goed resultaat kunnen komen. Daarnaast wil ik tijdens de presentatie minder zenuwachtig zijn, ondanks dat ik een accent heb en Nederlands niet mijn moeder taal is, wil ik me zo goed mogelijk ten alle tijden verstaanbaar kunnen maken. SMART-doelen: Mijn twee persoonlijke leerdoelen die ik voor dit blok heb opgesteld zijn: 1. Tijdens deze minor kan ik mij Nederlands verbeteren door duidelijk te praten en met klasgenoten te communiceren. Ik zal feedback vragen aan mijn klasgenoten en leraren of ik tijdens gespreken en in geschrift te begrijpen ben. 2. Tijdens deze minor kan ik laten zien dat ik assertief ben door mijn grenzen aan te geven en draag ook mijn steen bij aan de groep door mijn mening te laten horen en de verwachte stukken te maken. Bewijs: Naar mijn mening heb ik mijn leerdoelen behaald. Te beginnen met mijn eerste leerdoel ben ik veel bezig geweest om aan mijn Nederlands te werken door mijn stukken zo duidelijk en begrijpelijk mogelijk te schrijven. Verder heb ik aan mijn groep gevraagd naar eventuele verbeterpunten en aanvullingen op mijn Nederlands. Wat mijn schrijfwijze betreft heb ik niet echt een verbeterpunt gehoord op mijn stukken, maar ik blijf hieraan wel werken om meer vloeiender te schrijven en te spreken. Daarnaast heb ik tijdens projectbijeenkomsten mijn bijdrage geleverd door ook mondeling mijn mening te geven en met mijn projectgroep te communiceren. Ik heb het idee dat we goed konden samenwerken, dat mijn mening wel telt en dat zij begrijpen wat ik wil overbrengen. De communicatie buiten de bijeenkomsten ging meestal via Facebook, Dropbox en telefonisch zodat iedereen zijn afspraken goed kon nakomen. Om er van deze communicatie niks te missen heb ik voor het eerst een Facebook-account aangemaakt en contact gehouden met mijn groep. Ik ben ook van mening dat ik mijn tweede leerdoel heb behaald omdat ik me aan alle verwachte afspraken heb kunnen houden en mijn bijdrage heb kunnen leveren om dit project tot succes te maken. Ik ben assertief geweest door aan te geven wat ik wel en niet aan kan. Ik heb duidelijk kunnen aangeven waarover ik informatie wil opzoeken en waarmee ik bijdrage kan leveren. Het bewijs dat ik aan mijn leerdoelen heb gewerkt en aan het project is ook dat ik er aanwezig ben geweest tijdens de bijeenkomsten, de presentaties, de hoor en werkcolleges. Ook heb ik de wekelijkse opdrachten gemaakt en in de week waarin wij niet hoefden te presenteren, heb ik een samenvatting geschreven over de bevindingen van de presentaties van de andere groepen, daarnaast heb ik in week 6 de presentatie over angststoornis samen met Renate gemaakt en te gepresenteerd. Ik heb een literatuuronderzoek gedaan en een stuk geschreven over de effecten van postpartum depressie op peuters en kleuters. Verder heb ik indelingen voor de langlopende opdracht gemaakt, een samenvatting van een ervaringsverhaal gemaakt, hoewel deze niet geheel is overgenomen heb ik toch voorwerk gedaan om bijdrage te leveren. Ik ben ook volgens de indeling een keer de voorzitter geweest, waarin ik geslaagd ben om de bijeenkomst goed te laten verlopen, maar ik moet wel meer de voortouw in eigen handen houden, zodat ik als voorzitter toch de leiding kan blijven geven.
Feedback van medestudenten: Ik heb mijn feedback gekregen van Kim en Iris. Over het algemeen heb ik positieve feedback gekregen over de samenwerking en het functioneren in het projectgroep, hieronder staat de feedback die ik heb gekregen. Naam student: Hewan Teshome Ingevuld door: Iris Maring
Datum: 09-01-2014
Tip: Hewan bereidt regelmatig dingen voor en maakt dan een opzet voor de rest van de projectleden. Ik vind dit een sterk punt van haar. Het is echter wel van belang dat ze voldoende toelicht aan de projectleden hoe zij hier gebruik van kunnen maken. Het zou immers zonde zijn als Hewan steeds een goede opzet maakt en die vervolgens niet wordt gebruikt. Top: Hewan heeft een goede actieve inzet gehad tijdens het project. Zo heeft zij haar taken vaak ruim van te voren af. Daarnaast heeft ze regelmatig haar mening gegeven tijdens vergaderingen. Haar stukken tekst zijn uitgebreid en goed van inhoud. Verder vind ik het netjes van haar dat ze van te voren heeft aangegeven dat er vanwege haar afkomst soms nog wat spelfouten in haar teksten staan en of de rest deze wellicht willen verbeteren. Naam student: Hewan Teshome Ingevuld door: Kim van der Meij
Datum: 13-01-2014
Tip: laat iets meer je eigen mening horen. Top: doet goed mee en is een enthousiast groepslid. Herken je de feedback? Ik vind het fijn om te zien dat het gene waar ik aan heb gewerkt door mijn groepsgenoten is opgemerkt. Ik zie mezelf hier wel in terug. Zoals ik hierboven ook al aangaf kom ik de afspraken na, geef ook mijn eigen mening waar nodig, ik ben actief tijdens de bijeenkomsten en neem ook initiatief om aan het proces deel te nemen. Ik moet nog wel mijn bijdrage wat meer op de voorgrond brengen door duidelijker te communiceren zodat mijn werk voor niks is geweest. Twee nieuwe SMART-doelen: 1. Tijdens de volgende blok neem ik meer initiatief en laat mijn mening horen tijdens de bijeenkomsten en laat meer van mezelf zien, door voorzitter te zijn. Ik merk soms dat ik terughoudender ben om mijn mening te laten horen terwijl ik eigenlijk betere ideeën heb en laat meestal anderen de voortouw nemen die in de groep dominant zijn. 2. Tijdens de volgende blok schrijf ik mijn afspraken en hou wat ik nog moet doen beter bij. Ik merk bij mezelf dat wanneer ik mijn stof moet bestuderen dat ik het vaak uitstel tot aan de toets of maak soms mijn opdrachten op het laatste moment. Dit zorgt vaak voor meer stress voor mij dan nodig. Ik wil graag elke week de stof voor mezelf behandeld en doorgenomen hebben zodat ik voor de tentamen beter voorbereid ben.
Individuele verantwoording Kim van der Meij Tijdens het project was ik verantwoordelijk voor het procesverslag en het interview en vaak presentaties geven. We hadden een grote groep hierdoor kon alles mooi verdeeld worden zodat iedereen precies wist wat zij moest doen. Ik heb bij veel tutor bijeenkomsten mijn eigen mening gegeven en vond het ook belangrijk dat er zoveel mogelijk structuur was. Dit is goed gelukt en we hebben alles op tijd af kunnen krijgen. De samenwerking verliep goed in dit project iedereen had een mening en we wisten duidelijk wat we moesten doen en wie dit gingen doen. Een van mijn leerdoelen was om: andere mensen ook goed mee laten doen in het project zodat ikzelf niet alle taken op mij neem. Dit leerdoel is goed verlopen in het begin had ik er nog moeite mee in vergaderingen maar aan het einde was ik minder aanwezig en gaf andere ook de kans om met ideeën te komen. Ik heb in dit blok al mijn leerdoelen waar kunnen maken en ben hier erg blij mee. Sterke punten: Goed meedoen bij het project Duidelijk eigen mening Zwakke punten: Wil altijd alles snel afmaken zodat we niet in de knoei zitten met deadlines Nieuwe leerdoelen: Volgend jaar wil ik tijdens de integrale opdracht nog meer leren samenwerken om echt een product met de hele groep te maken. Volgend jaar wil ik dat iedereen in de groep net zo hard mee doet en dat er geen verschillen zijn hiervoor ga ik zorgen doormiddel van iedereen er bij te betrekken. Feedback door medestudenten Naam student: Kim van der Meij Ingevuld door: Suki Liu
Datum: 11-01-2014
Tip: Ik zou het persoonlijk fijner hebben gevonden als jij wat meer betrokken was bij de langdurige opdracht. Af en toe miste ik jouw aanwezigheid in het project. Top: Taken die jij hebt gekregen voer jij uitstekend uit. Een voorbeeld zijn de vragen voor de proeftoets, die heb je snel en goed in elkaar gezet. Verder vind ik jouw nuchterheid ook een hele leuke eigenschap waardoor de algemene samenwerking erg prettig was.
Naam student: Kim van der Meij Ingevuld door: Renate Meeusen
Datum: 9-01-2014
Tip: Ik vind het moeilijk om feedback voor jou te verzinnen, omdat je niet heel erg betrokken bent geweest bij het inhoudelijke deel van het project. Je hebt voor het procesverslag gezorgd en dat was fijn. Ik kan je meer feedback geven als ik weet hoe je werkt en daarom is mijn feedback dat je de volgende keer weer kunt proberen ook met het inhoudelijke deel van de opdracht bezig te zijn, in plaats van alleen voor het procesverslag te zorgen. Top: Ik vond het fijn dat je het procesverslag op je hebt genomen, omdat ik dat niet zo leuk vind en ook niet heel waardevol. Daarnaast merkte ik aan het begin van het project dat je een beetje de voorzittersrol op je nam, terwijl je dat niet was. Later deed je dat veel minder en daardoor werkte naar mijn idee de vergaderingen beter.
Individuele verantwoording Amber Kouwenhoven Wat wilde ik leren deze module Voorafgaand aan de minor heb ik twee leerdoelen samengesteld: Leerdoelen minor psychiatrie, voeding en medicatie van Amber 1. Ik wil aan het eind van het project beter kunnen samenwerken. Dit wil ik doen door beter met de groep te communiceren, en verschillende rollen binnen het project aan te nemen. Ik ga dit meetbaar maken door elke week feedback te vragen van mijn medestudenten. 2. Ik wil aan het eind van het project meer inzicht hebben in gezonde voeding. Dit wil ik doen door elke dag een dagboek bij te houden met de door mij gegeten middelen. Aan het eind van de minor zal ik mijn inzicht meten door de adviezen van het voedingscentrum goed door te nemen. Ik denk doel een nog niet behaald te hebben. Ik ben nog steeds vrij dominant geweest tijdens dit project en heb vaak teveel hooi op mijn vork genomen. Dit is ook leesbaar in de feedback die ik van mijn medestudenten heb verkregen. Doel twee heb ik echter wel behaald. Ik wist helemaal niks van voeding en wat voeding wel niet met je psychische gestel kan doen. Ik heb tijdens de lessen voeding erg veel geleerd hierover. Ook ben ik mij bewust geworden van mijn eigen eetgedrag door het dagelijks invullen van de voedingswijzer. Ik weet nu wat gezonde voeding inhoud.
Mijn geleverde werk en toegevoegde waarde Tijdens dit project heb ik een bijdrage geleverd bij het kiezen van het onderwerp. Ik ben thuis gaan zoeken naar interessante onderwerpen en ben zo op de effecten van de postpartum depressie op kinderen gekomen. Tijdens dit project zijn mijn mede projectleden en ik om en om notulist en voorzitter geweest. Tijdens mijn taak als voorzitter heb ik onder andere de deelvragen geformuleerd en de taken onderverdeelt. Mijn taak was het stuk te schrijven over de effecten van een postpartum depressie op kinderen in de puberteit. Ik ben aan mijn informatie gekomen door te zoeken op Pubmed en Google Scholar. Ook heb ik gebruik gemaakt van het boek ‘Kraamtranen’. Ook heb ik een grote rol gespeeld bij het maken en afnemen van het interview. Iedereen heef vragen gemaakt voor het interview en uiteindelijk heb ik hiervan een selectie gemaakt. Ook heb ik het interview afgenomen, samengevat en tot een geheel gemaakt. Tijdens deze minor heb ik ook twee presentaties gehouden voor de kortlopende opdracht. Na het geven van de presentaties heb ik hiervan een verslag gemaakt. Ik denk dat ik vooral een toegevoegde waarde heb gehad als persoon die zorgde dat alle stukken onderverdeeld werden en ook daadwerkelijk afkwamen. Ik heb duidelijke deadlines gesteld en iedereen duidelijk gezegd welke taak door hun vervuld moest worden. Ook heb ik tijdens het project veel werk zelf uitgevoerd. Dit is voor de rest van de groep een toegevoegde waarde, maar tevens voor mij een leerdoel.
Feedback van medestudenten Feedbackformulier samenwerking Naam student: Amber Kouwenhoven Ingevuld door: Hewan Teshome
Datum: 09-01-2014
Tip: Ik heb eigenlijk geen aandachtspunten op het gebied van samenwerking zowel voor langlopende als kortlopende opdracht, omdat jij met iedereen goed kan samenwerken. Jij neemt wel veel taken op je dus is mijn advies om dat te doseren. Top: Tijdens de bijeenkomsten ben jij erg actief, jij neemt altijd initiatief en komt meestal met suggesties. Je hebt altijd mening over de onderwerpen en je durft jouw mening in de groep te vertellen. Jij geeft altijd heldere en concreet informatie, dat komt omdat jij altijd goed voorbereid bent op de les en op het onderwerp voor het project. Jij bent echt een doener en denker. Je komt afspraken goed na en zorgt ook voor dat het groepsproject goed loopt. Jij levert jouw onderdelen meer dan op tijd in. Jij staat altijd open voor een feedback en jij hebt respect voor iedereen, dus ik vond het fijn om met jou samen te werken.
Naam student: Amber Kouwenhoven Ingevuld door: Iris Maring
Datum: 9-01-2014
Tip: Amber heeft de neiging om veel hooi op haar vork te nemen. Ze heeft veel gedaan tijdens het project. Wellicht kan zij de volgende keer projectleden vragen of zij wat taken op zich kunnen nemen. Top: Amber heeft een actieve inzet tijdens de vergaderringen. Ze komt met goede ideeën en bied regelmatig aan taken op haar te nemen. Bovendien heeft zij een grote waarde gehad voor het project, doordat ze een interview heeft afgenomen bij een kennis die in het verleden een postpartum depressie heeft gehad. Ik vond het prettig om met haar samen te werken tijdens het project.
Feedback op de samenwerking Uit de feedback van mijn medestudenten blijkt dat mijn sterke punten voortkomen uit mijn actieve houding. Ik neem veel en vaak initiatief en heb geen moeite mijn mening te laten horen. Ik kom altijd mijn afspraken na en houd mij altijd aan de deadlines. Ik vind het erg fijn deze punten van mijn medestudenten te horen, dit geeft mij een fijn gevoel. Ik ben zelf ook tevreden over de samenwerking binnen de groep. Vrijwel iedereen heeft zich aan de afspraken gehouden. Wel vond ik het werken via Dropbox erg vervelend. Wat ik ook probeerde ik kon als enige van de groep geen deelnemen aan de Dropbox-groep. Hierdoor kon ik vaak niet bij bestanden die ik nodig had. Ik zou in een volgend project graag zien dat de samenwerking online verdergaat via een bestand of programma waar iedereen gebruik van kan maken. Zoals ik zelf ook al verwachte is mijn zwakke punt dat ik teveel hooi op mijn vork neem. Ik vind het niet erg iets extra’s binnen een project te doen, maar neem snel en vaak werk van anderen op mij. Ik vind dit prettig om te doen, omdat ik dan weet dat het op tijd af is en compleet is. Het is niet de eerste keer dat ik dit punt tegen kom, en wil en nu wel echt iets aan gaan doen. Dit zal ik ook meenemen in mijn nieuwe leerdoelen.
Nieuw leerdoel Na dit project ben ik erachter gekomen dat ik nog steeds teveel hooi op mijn vork neem. Daarom is dit niet echt een nieuw leerdoel, maar wel een leerdoel wat ik naar mijn mening nog niet heb volbracht. Ik wil in het volgende project een minder dominante rol binnen de groep spelen, en minder taken op mij nemen. Dit wil ik doen door mij niet als voorzitter op te geven. Zo krijg ik zelf een taak toegewezen die ik kan en moet vervullen. Ook zal ik minder snel ingrijpen wanneer het bij iemand anders niet zo goed gaat. Ik ga de andere studenten meer op hulp vragen en meer taken geven. Ik wil dit in het volgende project onder de knie krijgen. Ik zal dit toetsen door middel van feedback van anderen. Ook heb ik tijdens het project gemerkt dat ik het lastig vind om goede wetenschappelijke bronnen te vinden, en deze op een juiste wijze te formuleren. Ik wil het volgende project meer verstand hebben over goede wetenschappelijke bronnen en de formulering hiervan. Dit wil ik gaan bereiken door het volgende project uitgebreider te gaan zoeken naar bronnen. Zo wil ik niet alleen nog informatie van PubMed en het net, maar wil ik ook boeken als bronnen gaan gebruiken. Voor de formulering wil ik de taak van de bronnenlijst op mij nemen. Ter controle zal ik deze laten nakijken door mijn medestudenten. Ik hoop dit het volgende project onder de knie te hebben.
Individuele verantwoording van Iris Maring Voorafgaand van het project moet je minimaal één leerdoel kiezen. Mijn eerste leerdoel bestaat uit het ik leren van verschillende behandelmethoden voor postpartum depressies. Daarnaast wil ik tijdens het project assertiever kunnen optreden, wanneer dit nodig is. Tijdens de integrale opdracht heb ik geleerd wat voor impact een postpartum depressie heeft op moeder en kind. Deze kennis heb ik vooral opgedaan door het boek Kraamtranen (Engels, 2008) te lezen. Aan mijn tweede leerdoel kan ik nog werken. Ik heb tijdens het project regelmatig mijn mening verteld over hoe ik vind dat de integrale opdracht eruit moet komen zien. Ik vind het echter nog lastig om tijdens een vergadering mensen direct feedback te geven en dit heb ik dan ook niet echt gedaan. Tijdens het project heb ik twee informatieve stukken geschreven over de behandeling van een postpartum depressie en wat voor effect een postpartum depressie heeft op een volwassene. Daarnaast heb ik de methode geschreven en heb ik meegeholpen met het maken van de interviewvragen en met het schrijven van de discussie. Ten slotte heb ik samen met Amber Kouwenhoven en Kim van der Meij een voorlichting gegeven over hoe er met verslaafden omgegaan kan worden. Ik vind dat we een goede samenwerking hebben gehad tijdens het proces. We hebben altijd een duidelijke taakverdeling gemaakt waaraan iedereen zich heeft gehouden. We waren echter niet altijd compleet tijdens de bijeenkomsten. Ik heb wat sterke punten van mijn bijdrage aan het project, gebaseerd op de ingeleverde feedbackformulieren. Zo wordt er beschreven dat ik fijn ben om mee samen te werken, omdat ik altijd goed mee denk en een ander help. Daarnaast wordt er gevonden dat ik een heldere en realistische kijk op het project heb en dat ik duidelijk mijn mening geef. Een verbeterpunt voor mij is dat ik bij vergaderingen de voorzitter meer aan het woord moet laten in plaats van die taak over te nemen. Bovendien wordt er aangegeven dat ik mij minder zorgen moet maken over het behalen van de verscheidene deadlines van het project. Mijn eigen bijdrage aan het project vind ik goed. Zo heb ik in de bijeenkomsten allebei de rollen een keer vervult van voorzitter en notulist. Ook heb ik mij gehouden aan de verdeling van de taken die we tijdens de bijeenkomst hebben afgesproken. Ten slotte vind ik dat ik in de bijeenkomsten een actieve houding heb aangenomen. Mijn persoonlijke doelen voor de toekomst, op de SMART wijze geformuleerd zijn: Volgend jaar wil ik tijdens de integrale opdracht beter overzicht houden op de planning, zodat ik goed op de hoogte ben of alles goed op schema loopt. Volgend jaar wil ik tijdens de integrale opdracht proberen om minder vaak de leiding te nemen tijdens de vergaderingen. Dit deed ik namelijk ook regelmatig wanneer ik niet de rol van voorzitter moest vervullen.
Ingevulde feedbackformulieren Naam student: Iris Maring Ingevuld door: Suki Liu
Datum: 11-01-2014
Tip: Omdat jij erg betrokken was in het project, kon je af en toe je zorgen maken over deadlines. Uiteindelijk nergens nodig voor geweest. Maar of deze feedback een goede tip voor jou is… Want eigenlijk kan ik me om precies dezelfde dingen zorgen maken, dus ik begrijp jou aan de andere kant ook erg goed. Top: Ik vond het erg prettig dat jij in ons projectgroep zit. Jij hebt een heldere en realistische kijk op het project en geeft heel duidelijk jouw perspectief en mening aan. Verder heb je een belangrijke bijdrage gehad in het project en daarom vond ik het erg leuk om met jou te mogen samenwerken.
Naam student: Iris Maring Ingevuld door: Kim van der Meij
Datum: 11-01-2014
Tip: in vergaderingen meer de voorzitter aan het woord te laten in plaats van die taak over te nemen. Top: doet goed mee wilt altijd een ander helpen wat erg fijn is
Samenwerkingscontract Minor Psychiatrie, Medicatie en Voeding 2013-2014 Samenwerkingscontract van Tutorgroep 3 uit Klas C Tutorgroep 3, Klas C 2013 & 2014 Blok 2
1.1 Groepsleden Naam: Amber Kouwenhoven Studentnummer: 12009555 Email:
[email protected] Telefoonnummer: 0623809482
Naam: Iris Maring Studentnummer: 12096814 Email:
[email protected] Telefoonnummer: 0682001713
Naam: Hewan Bikila Studentnummer: 11055693 Email:
[email protected] Telefoonnummer: 0645261394 Naam: Suki Liu Studentnummer: 12054011 Email:
[email protected] Telefoonnummer: 0614387830
Naam: Maria Mazoori Studentnummer: 10028684 Email:
[email protected] Telefoonnummer: 0610784552 Naam: Myrna van der Lugt Studentnummer: 12001341 Email:
[email protected] Telefoonnummer: 0638062183
Naam: Kim van der Meij Studentnummer: 12044261 Email:
[email protected] Telefoonnummer: 0628178522
Naam: Renate Meeusen Studentnummer: 12039381 Email:
[email protected] Telefoonnummer: 0634212391
1.2 Taakverdeling:
Amber Kouwenhoven: literatuuronderzoek, uitwerking postpartum depressie periode pubertijd, interview ervaringsverhaal moeder en kind Hewan Bikila: literatuuronderzoek, uitwerking postpartum depressie periode peuter/kleuter Suki Liu: literatuuronderzoek, uitwerking postpartum depressie periode baby, samenwerkingscontract Kim van der Meij: procesverslag, literatuuronderzoek, uitwerking postpartum depressie periode volwassen Iris Maring: literatuuronderzoek, uitwerking postpartum depressie periode volwassen, methode literatuuronderzoek, literatuurlijst Maria Mazoori: literatuuronderzoek, uitwerking postpartum depressie inleiding Myrna van der Lugt: literatuuronderzoek, uitwerking postpartum depressie inleiding Renate Meeusen: literatuuronderzoek, uitwerking postpartum depressie kind/basisschool, eindredactie Allen: individuele verantwoording, feedback op 2 projectleden
1.3 Samenwerking
Tijdens de tutorbijeenkomst van de langlopende opdracht zullen wij al onze tijd en aandacht aan dit project stoppen Hiernaast komen we minstens een of twee keer per week samen (bijv. in een tussenuur) om elkaars werk te bespreken. Mochten de tussenuren niet voldoen, dan zullen wij ook bijeenkomsten plannen buiten onze lesuren Mocht een bepaalde taak meer tijd in beslag nemen dan geschat, dan zullen wij elkaar hierbij zo goed mogelijk ondersteunen Alle tussentijdse documenten zal met elkaar gedeeld worden via de gezamenlijke Dropbox account of Facebook-pagina. Tijdens de wekelijkse bijeenkomst zullen we elkaar opbouwende kritiek geven over onze verslagen en werkhouding
1.4 Afspraken en sancties Afspraken
Een ieder moet aanwezig zijn bij de tutorbijeenkomst Bij afwezigheid bij een tutorbijeenkomst moet dit een dag van te voren aangegeven worden en de overige projectleden moeten hiervoor akkoord geven Een ieder dient deel te nemen aan de wekelijkse bijeenkomsten over dit project Indien je verhinderd ben, moet dit 12 uur van tevoren gemeld worden aan de projectleden Een ieder moet zich aan de afgesproken deadline houden over de afgesproken stukken Een ieder houd zich aan het werk- en tijdsschema dat in de notulen genoteerd staan Een ieder wordt verwacht betrokken bij de groep te zijn en zich in te spannen voor een zo optimaal mogelijk resultaat Sancties
Mocht een groepslid zich niet aan de afspraken houden, word er een eerste waarschuwing gegeven namens de groep Mocht de eerste waarschuwing geen baat hebben, wordt je mogelijk uit de projectgroep gezet
1.5 Verslaglegging De verslagen/onderdelen die voor dit langdurig project gemaakt dienen te worden zijn:
Samenwerkingscontract Langdurig project over postpartum depressie met beantwoording van de hoofdvraag en deelvragen Individuele verantwoording Procesverslag Feedback op 2 projectleden We verwachten van elkaar dat de verslagen in standaard Nederlands wordt geschreven. Het taalgebruik dient zakelijk en helder te zijn. Hiernaast hebben we een project lid, Renate, die de verantwoordelijkheid op zich neemt voor het controleren van de taal- en spelfouten.
1.6 Praktische afspraken Naast de tutorbijeenkomsten zullen wij tijdens onze tussenuren ook bij elkaar komen om aan dit project te werken. Indien nodig zullen wij buiten de lesuren bij elkaar komen. Het delen van bestanden kan via de gezamenlijke Dropbox of Facebook-pagina. Overig communicatie kan via Facebook en WhatsApp.
1.7 Globale planning langdurig project ‘Postpartum depressie) Week 1
Planning Introductie langdurig project, keuze van ziektebeeld voor het langdurig project
Deadline 18-11
Inlezen van de opdracht in de studiehandleiding
18-11
2e tutorbijeenkomst
20-11
Gegevensuitwisseling projectleden en verdeling schema voorzitter notulist Hoofdvraag en deelvragen bedenken voor over het onderwerp postpartum depressie
20-11
2
3
Concept samenwerkingscontract opstellen Feedback op hoofdvraag en deelvragen van mevrouw Vink
26-11 03-12
Taakverdeling van de levensfases van een kind
03-12
Start literatuuronderzoek Literatuuronderzoek
03-12 09-12
Film ‘De gelukkige huisvrouw’ bekijken
10-12
13-12
Uitwerking verschillende periodes invloed postpartum depressie op het kind Uitwerkingen door mevrouw Vink laten beoordelen
Aanpassingen naar aanleiding van feedback
20-12
Start hoofdstuk methode: ieder stuurt een samenvatting naar Iris hoe zij haar literatuuronderzoek heeft gedaan
20-12
Interviews naar ervaringsverhaal moeder en kind
06-01
Hoofdstuk methode af
06-01
Start individuele verantwoording
06-01
Hoofdstuk discussie: conclusie en aanbevelingen Feedback op concept verslag
10-01 14-01
4
5
6
7
26-11
17-12
Start eindredactie door Renate
14-01
Individuele verantwoording af
17-01
8&9
Definitieve versie eindproduct inleveren Voorbereiden van presentatie langdurig project
24-01 24-01
10
Presentatie langdurig project Minor tentamen
04-02
1.8 Verdeling notulist en voorzitter Datum Wo 20 nov. Di 26 nov. Wo 27 nov. Di 3 dec. Do 5 dec. Ma 9 dec. Di 17 dec. Di 7 jan. Di 14 jan. Ma 20 jan.
Voorzitter Kim Iris Amber Hewan Myrna Maria Renate Suki Iris Kim
Notulist Iris Amber Hewan Kim Maria Renate Suki Myrna Amber Hewan
1.9 Ondertekening samenwerkingscontract
Datum: 9-12-13 Naam: Amber Kouwenhoven Handtekening:
Datum: 9-12-13 Naam: Iris Maring Handtekening:
…..
…..
Datum: 9-12-13 Naam: Hewan Bikila Handtekening:
Datum: 9-12-13 Naam: Maria Mazoori Handtekening:
…..
…..
Datum: 9-12-13 Naam: Suki Liu Handtekening:
Datum: 9-12-13 Naam: Myrna van der Lugt Handtekening:
…..
…..
Datum: 9-12-13 Naam: Kim van der Meij Handtekening:
Datum: 9-12-13 Naam: Renate Meeusen Handtekening:
…..
…..