Leiden
Groningen
Delft
Amsterdam Enschede
Tilburg
Wageningen
Eindhoven
Maastricht
Rotterdam
Nijmegen
Utrecht
Position paper Netwerk Kennissteden Nederland
Position paper Netwerk Kennissteden Nederland
3
Inleiding Kennis en innovatie vormen essentiële pijlers van elke hoogwaardige economie. Voor de Nederlandse kenniseconomie is dat niet anders. Al bijna tien jaar is kenniseconomie een belangrijk uitgangspunt in ons nationaal economische beleid. Desondanks is algemeen erkend dat de Nederlandse doelstellingen uit de Lissabonagenda en de doelstellingen uit het Innovatieplatform nog verre van gehaald zijn. De inzet en het tempo moeten omhoog: daaraan draagt dit document bij.
Kennissteden. De Nederlandse kennissteden Amsterdam, Delft, Eindhoven, Enschede, Groningen, Leiden, Nijmegen, Maastricht, Rotterdam, Tilburg, Utrecht en Wageningen hebben gemeen dat binnen hun gemeentegrenzen een sterk kenniscluster van universiteiten en hogescholen is gevestigd. Die kennissteden zijn de kurken waarop de kenniseconomie drijft. Onze slimme mensen in onze sterke steden bepalen de kracht van de Nederlandse kenniseconomie. De steden kunnen makelen, verbinden, faciliteren, ruimte scheppen en promoten. Dat komt niet alleen de steden, maar ook de stedelijke regio’s ten goede.
Netwerk. De bovengenoemde kennissteden hebben elkaar gevonden in een netwerk van stadsbestuurders en universiteitsbestuurders met de koepelorganisaties VSNU en HBO-raad: Netwerk Kennissteden Nederland.
Kracht. Uit alle onderzoek blijkt dat overal ter wereld steden met hoogwaardige kennis instellingen en een daarop aansluitende sociaal-culturele infrastructuur magneten zijn voor toptalent, voor creatieve werkers en voor innovatieve bedrijvigheid. Het CPB rapport Stad en Land uit 2010 bevestigt dat beeld. De aanwezigheid van een universiteit en HBO binnen de stadsgrenzen geeft steden speciale opgaven en biedt speciale kansen. Opgaven in de huisvesting van studenten, de opvang van veel internationale medewerkers en studenten, in het uitgaansleven, de kunst- en cultuursector, sportvoorzieningen en nog veel meer. Kansen door de hoogopgeleide beroepsbevolking, het hoge aantal banen per vierkante
4
Position paper Netwerk Kennissteden Nederland
kilometer huisvesting, de komst van nieuwe bedrijvigheid uit kennisinstellingen (spin-offs) en het feit dat in de toepassing, uitvoering en ondersteuning van al die kennisproductie ook lagergeschoolde mensen aan het werk komen.
De gezamenlijke kennissteden willen zich inzetten om een extra stuwende kracht en partner te zijn in het realiseren van een sterke Nederlandse kenniseconomie. Wij zijn een netwerk dat meerwaarde heeft door de onderlinge afstemming, informatiedeling en het gezamenlijk optrekken met de rijksoverheid. Wij willen daarbij vooral uitgaan van de reeds aanwezige kracht van onze stedelijke regio’s en van daaruit bijdragen aan een innovatieagenda. Samen vormen wij de nationale kenniscentra.
Samenwerkingsagenda. In het kennisstedennetwerk zijn kansen en bedreigingen geconstateerd waarmee de kennissteden de komende jaren te maken zullen krijgen. Onder meer de groei van de internationale concurrentie en de vergrijzing van de Nederlandse beroepsbevolking maken het noodzakelijk te blijven werken aan innovatie, vooruitgang en verbetering van de Nederlandse belangen op mondiale markten. Met dit document bieden de kennissteden daarom een samenwerkingsvorm aan om de benodigde bijdrage te kunnen leveren aan een toekomstbestendige en internationaal concurrerende Nederlandse kenniseconomie. Hierbij geven wij een aantal randvoorwaarden aan.
Ten aanzien van de rol van de kennissteden in de verdere ontwikkeling van de kennis economie onderscheiden wij vijf majeure thema’s: • Topsectoren nationale economie • Regio’s en regionale economie • Campusontwikkeling, Scienceparken • Studentenhuisvesting • Internationalisering In dit positionpaper geven wij per thema een analyse van onze rol en doen wij een samenwerkingsvoorstel aan het kabinet met een aanbod en een vraag.
Position paper Netwerk Kennissteden Nederland
5
Topsectoren nationale economie In februari 2011 ontvouwde de Minister van EL&I in een brief de hoofdlijnen van het nieuwe bedrijfslevenbeleid. Daarin kiest hij negen topsectoren (water, agrofood, tuinbouw, hightech, life sciences, chemie, energie, logistiek en creatieve industrie) en schetst hij een aanpak waarmee de topsectoren de Nederlandse kenniseconomie kunnen versterken.
Triple Helix. De resultaten van goede samenwerking tussen overheid, onderwijs en ondernemers (de triple helix of gouden driehoek) hebben in al onze steden geleid tot successen. Door deze aanpak zijn in onze steden niet alleen op economisch en technologisch gebied successen zichtbaar, maar ook maatschappelijke vooruitgang zoals duurzaamheid, veiligheid, gezondheid en welzijn. Sociale innovaties door goede samenwerking in de gouden driehoek bieden een goede showcase van de maatschappelijke relevantie van wetenschappelijk onderzoek. In onze steden werken wij samen aan visievorming en langjarige afspraken over gebiedsontwikkeling, financiering en stimuleringsmaatregelen.
In de genoemde brief over het bedrijfslevenbeleid wordt de ambitie uitgesproken deze aanpak van triple helix-partijen voor de topsectorenontwikkeling verder uit te rollen: “De topsectoren kenmerken zich door een sterke markt- en exportpositie, een stevige kennisintensiteit, intensieve samenwerking tussen ondernemers en kennisinstellingen en de potentie een innovatieve bijdrage aan maatschappelijke uitdagingen te leveren. Juist op deze kenmerken – zoals buitenlandse economische betrekkingen, kennisintensiteit – is het effect van overheidsingrijpen op de concurrentiekracht van de sector groot. Bovendien is in de topsectoren de toegevoegde waarde van kennisdeling door kennisinstellingen, bedrijven en overheid relatief hoog.” De betrokkenheid van onze kennisclusters bij de nationale topsectorenaanpak komt bijvoorbeeld tot uitdrukking in de participatie van wetenschappers in het denken over de ontwikkeling van de topsectoren.
6
Position paper Netwerk Kennissteden Nederland
Wij bieden aan De Nederlandse universiteiten behoren tot de top van Europa. Daar zijn wij trots op. Zeker voor een klein land als Nederland is dat een prestatie van formaat. De kennissteden werken er graag aan mee om deze hooggekwalificeerde kennis in te zetten voor het versterken van onze nationale economie. Graag dragen wij bij aan het zichtbaar maken van de maatschappelijke relevantie van investeringen in onderwijs en onderzoek. De kennis steden kunnen met hun kennisinstellingen handen en voeten geven aan het topsectoren beleid en kunnen een voortrekkersrol nemen in de regio als het gaat om het topsectorenbeleid. Door inde universiteiten ruimte te geven aan de topsectoren, door in het ruimtelijk beleid mee te werken, door elk gastheer te zijn van delen van één of meer van de gekozen sectoren. De kennissteden kunnen netwerken organiseren waarin wetenschappers en bedrijven elkaar ontmoeten.
De kennissteden willen partner zijn van het kabinet in het realiseren van duurzame groei, in het kansen bieden aan topsectoren, in het bieden aan ruimte voor ondernemers. Dit ondernemerschap zal in belangrijke mate zichtbaar worden in onze steden. De aanwezige universiteiten, hogescholen, wetenschappelijke en topinstituten, voldoende hooggekwalificeerde arbeid, het culturele klimaat, het voorzieningenniveau en de woon milieus zijn de basisingrediënten voor een vestigingsklimaat waar kennisbedrijven zich thuis voelen. In onze steden zijn wij dagelijks bezig met een groot aantal inspanningen dit klimaat nog beter te maken.
In regionale samenwerkingsverbanden werken we aan acquisitie om internationale bedrijven te interesseren voor vestiging in Nederland, delen we ervaringen en wisselen we kennis uit over het inrichten van expatdesks.
Wij vragen De kennissteden kunnen het topsectorenbeleid tot een succes maken. De steden hebben de capaciteiten om middels hoogwaardige instellingen, bedrijven en instituten de gekozen topsectoren te laten bloeien en van kennis naar kunde naar kassa te komen. Om optimaal
Position paper Netwerk Kennissteden Nederland
7
te kunnen bijdragen, vragen de kennissteden het kabinet om expliciete steun op een aantal terreinen:
Actieve stimulering en ondersteuning van kennisvalorisatie In december 2008 hebben de ministeries van OCW, LNV en EZ met het maatschappelijk veld een valorisatieakkoord gesloten waarin prestatieafspraken staan op het gebied van valorisatie. De kennisinstellingen hebben zich daarmee verplicht om een adequate infrastructuur voor kennisvalorisatie te ontwikkelen, die kennis nog meer en beter beschikbaar maakt voor economische en maatschappelijke benutting. De kennisinstellingen kunnen bovenstaande ambitie niet alleen vanuit eigen middelen realiseren. Naast bijdragen vanuit bedrijven en maatschappelijke instellingen zijn ook bijdragen van de Rijksoverheid noodzakelijk. Wij vragen het kabinet om in intensief overleg met ons te bezien hoe een stimulans gegeven kan worden aan de valorisatieinspanningen in de kennissteden en daarvoor voldoende financiële middelen beschikbaar te stellen.
Ondersteun samenwerking in de Triple Helix Wij juichen de aandacht voor samenwerking in de Triple Helix door het kabinet van harte toe en vragen het Rijk samenwerking in “de Gouden Driehoek” in onze kennissteden te ondersteunen.
Herinvoering van innovatievouchers of andere innovatiestimulering In 2004 startte een pilot om bedrijven te stimuleren hun kennislacunes op te vullen door contact te leggen met kennisinstellingen. Door vouchers te verstrekken werd aan bedrijven financiële ondersteuning geboden om kennis te verwerven en daarmee te komen tot innovatie. In de jaren na de pilot bleken de vouchers een succesvolle stimulans voor ondernemers om te innoveren. Ruim 30.000 MKB-ondernemers vroegen en gebruikten een voucher. Kennisinstellingen hebben de laatste jaren actief ingespeeld op de komst van innovatievouchers. Zo zijn er o.a. MKB-loketten opgericht en MKB-contactpersonen aangesteld. Duidelijk is dat de wereld van de kennisinstituten en het bedrijfsleven elkaar dankzij de vouchers beter hebben gevonden.
8
Position paper Netwerk Kennissteden Nederland
Position paper Netwerk Kennissteden Nederland
Per 1 januari 2011 zijn de innovatievouchers door het kabinet afgeschaft. De Minister van ELI schrijft daarover “Het Nederlandse subsidiebeleid heeft onvoldoende tastbare resultaten opgeleverd op het gebied van kennis en innovatie”. Wij zijn van mening dat in onze steden enkele uitstekende voorbeelden van tastbare resultaten te benoemen zijn. Wij vragen het kabinet om daarover met ons in gesprek te gaan om met elkaar op zoek te gaan naar passende innovatiestimuleringsregelingen. Als versterking van dit beleid valt bijvoorbeeld te denken aan de koppeling met co-locatiebeleid waarin wetenschappers uit de publieke en private sector elkaar ontmoeten
9
10
Position paper Netwerk Kennissteden Nederland
Regio’s en regionale economie De Nederlandse kennissteden zijn elk voor zich een economische motor en brandpunt in hun regio en leveren zowel topkwaliteitsproducten, hooggekwalificeerde arbeid en top onderzoek, als aanzien en marketingvoordeel op de wereldmarkt. Het geheel van kennis steden en –regio’s vormt de nationale economische ruggengraat. Bedrijven vestigen zich in stad en regio vanwege hun behoefte aan hoog opgeleid personeel en vanwege de aanwezigheid van de kennis van andere kennisintensieve bedrijven en instellingen. Zo verstevigen niet alleen de universiteit en hogeschool de kracht van deze bedrijven, maar verstevigen zij ook elkaar. De mobiliteit van werknemers tussen bedrijven onderling en tussen onderwijs en bedrijfsleven zorgt voor een snelle en gerichte verspreiding van kennis. Op deze manier kunnen nieuw ontwikkelde inzichten snel een weg vinden naar de markt.
Wetenschappers en studenten zien naast of na een carrière in de wetenschap of hun opleiding vaak kans hun kennis om te zetten in innovatie. Bij alle universiteiten en hogescholen richten wetenschappers en studenten bedrijven op waarmee deze innovatie naar de markt wordt gebracht. De kennissteden faciliteren deze nieuwe bedrijvigheid, bijvoorbeeld met incubators en ondersteuning van regionale netwerken waar de onder nemers elkaar ontmoeten.
Wij bieden aan Naast onze betekenis voor de nationale economische ontwikkeling, positioneren wij ons nadrukkelijk ook als spilpartner ten behoeve van de bredere regionale economieën in onze regio’s. De topsectoren dragen bij aan ons internationaal streven naar de top, maar daarnaast zijn er een groot aantal kennisgerelateerde bedrijfssectoren in onze steden en stedelijke agglomeraties die een grote bijdrage leveren aan de welvaart van de regio en Nederland. De verdere ontwikkeling hiervan heeft veel impact op onze regionale en nationale economie. Wij bieden aan hierin voor het kabinet gesprekspartner te zijn. De
Position paper Netwerk Kennissteden Nederland
11
betekenis van topsectoren en andere hooggekwalificeerde arbeid in onze steden heeft een groot effect voor middelbaar en lagergeschoolde arbeidsplaatsen.
Aantrekkelijke stedelijke regio’s De aanwezigheid van universiteiten en hogescholen in onze steden is één en de eerste vestigingsfactor voor bedrijven. Van even groot belang zijn de andere kwaliteiten die onze steden en regio’s bieden en in belangrijke mate onze aantrekkelijkheid voor hoogopgeleiden bepalen. Hierbij gaat het onder andere om de variatie van aantrekkelijke woonmilieus en kwaliteit van woningen, het cultureel en culinair onderscheidende aanbod, horeca en uitgaansmogelijkheden. De aantrekkingskracht van zowel onze binnensteden, onze toegankelijkheid, onze bereikbaarheid en onze infrastructurele voorzieningen als de hoge kwaliteit van landschappen met hun nabije natuur, is groot en medebepalend voor vestigingsbeleid van (internationale) bedrijven.
Het vergroten van de aantrekkelijkheid van onze steden is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de gemeenten en kennisinstellingen in onze stedelijke regio’s. Daar werken wij hard aan door middel van sterke regionale samenwerking, het implementeren van regionaal economisch beleid, arbeidsmarktbeleid, onderwijsaanbod en –kwaliteit. Sociale innovatie en de bijdrage van wetenschappelijke kennis aan maatschappelijk ontwikkeling is vaak op dit regionale niveau zichtbaar. Opnieuw is de triple helix zichtbaar. Daarom zetten wij ons er voor in de onderlinge samenwerking (tussen gemeenten, en tussen gemeente, kennisinstelling en bedrijfsleven) te versterken, meer gezamenlijk op te treden, om zodoende een extra impuls te geven aan onze regionale economieën.
Wij vragen Stimulering kennisintensieve acquisitie Een goed imago van Nederland in het buitenland vergoot de kans op vestiging van buitenlandse ondernemingen in Nederland. De kennissteden dragen graag bij aan dat imago. Daarom werken de steden met de Rijksoverheid aan verbetering van het imago van Nederland in het buitenland om zo buitenlandse ondernemers te verleiden om zich in
12
Position paper Netwerk Kennissteden Nederland
Nederland te vestigen. Wij vragen de Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) prioriteit te geven om in de internationale acquisitie kennisintensieve leads door te verwijzen naar kennissteden. Ook vragen wij het kabinet om daarbij gericht te werven voor de topsectoren rond onze steden. Op die manier wordt de internationale importantie van de topsectoren rondom de steden verder versterkt.
Naast toegepast onderzoek ook ruimte voor fundamenteel onderzoek Om bij te kunnen blijven dragen aan de economische ontwikkeling van de kennissteden is het van cruciaal belang dat naast toegepast onderzoek en samenwerking met andere partijen, ruimte blijft voor fundamenteel wetenschappelijk onderzoek. Dergelijk onderzoek is een bewezen cruciale voorwaarde voor innovatie in Nederland. De investeringen in het Nederlandse hoger onderwijs blijven de laatste jaren achter in vergelijking met ons omringende landen. Momenteel geeft Nederland niet meer dan 0,7% van haar BNP uit aan publieke R&D uitgaven. Op dit moment kan de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) daardoor slechts één op de vijf aanvragen voor fundamentele onderzoekstrajecten honoreren. Tot 2015 zal naar verwachting jaarlijks circa € 500 miljoen minder naar wetenschappelijk onderzoek uit de FES middelen aan wetenschappelijk onderzoek uitgegeven worden. Een dergelijke teruggang betekent onder meer een inkrimping van het aantal arbeidsplaatsen voor jonge onderzoekers van ruim 20%. Ook de exploitatie kosten voor hoogwaardige en exclusieve onderzoeksapparatuur aan de universiteiten kunnen te hoog worden. Daarnaast komt er een zogenaamde ‘langstudeerboete’ en ziet het kabinet zich genoodzaakt ook andere bezuinigingen op hoger onderwijs door te voeren. Meer financiële middelen voor hoogwaardig fundamenteel onderzoek dragen direct bij aan een sterkere onderzoekscapaciteit, meer hoogwaardige arbeidsplaatsen en nieuwe kennis waarvan onze kenniseconomie nu en straks profiteert. Uit onderzoek van het CPB blijkt daarnaast dat de aanwezigheid van publieke R&D uitgaven samen met de beschikbaarheid van talent en nabijheid tot de markt behoort tot de cruciale factoren voor (inter)nationale bedrijven om zich op een plaats te vestigen. Wij vragen daarom aan het kabinet om in de nabije toekomst, als economisch herstel beleidsintensiveringen weer mogelijk maakt, voorrang te geven aan middelen voor fundamenteel onderzoek.
Position paper Netwerk Kennissteden Nederland
13
Campusontwikkeling, Scienceparken Buck Consultants concludeert in een rapportage voor het ministerie van EZ in 2009: “Een campus van nationaal belang is niet alleen het natuurlijke en voor kenniswerkers en R&D afdelingen aantrekkelijke kristallisatiepunt voor open innovatie en publiek private R&Dsamenwerkingsmogelijkheden, maar is door zijn onderscheidend vermogen en inspelend op nationale prioriteiten ook een innovatieversneller van formaat. In de internationale concurrentiestrijd om R&D-centra en kenniswerkers kan een goede campus een troef van formaat zijn.”. Buck telde in 2009 in Nederland 24 campussen met een (potentieel) nationaal belang. Het overgrote deel van deze 24 campussen ligt binnen de grenzen van de kennissteden.
Wij zien de rol van een campus vooral in het faciliteren van het open innovatieproces. Er wordt kennis uitgewisseld. Wetenschappers en studenten treffen er elkaar. Bedrijven vestigen zich hier vanwege de directe beschikbaarheid van geavanceerde apparatuur, hooggekwalificeerd arbeidspotentieel en een innovatief klimaat. Een aantrekkelijke campus is uitnodigend voor internationale kenniswerkers. Een groot deel van economische top sectoren in Nederland is fysiek zichtbaar op deze campussen. Bedrijven op scienceparks presteren beter in termen van omzetgroei, werkgelegenheidsgroei, intensiteit van relaties met universiteiten en hogescholen en adoptie van nieuwe technologieën. De opgave die Buck in haar rapportage meegeeft is focus op de campussen van (potentieel) nationaal belang via drie lijnen, waaraan wij willen werken: 1. realiseren en het ter beschikking stellen van geavanceerde onderzoeksfaciliteiten 2. beschikbaar maken van vestigingsmogelijkheden 3. verbetering van de bereikbaarheid en kwaliteiten van de campus.
Wij bieden aan Vraagstukken van de ontwikkeling van scienceparks en campussen (bereikbaarheid) zijn belangrijke vragen voor onze steden. Het bieden van toponderwijs en –onderzoek,
14
Position paper Netwerk Kennissteden Nederland
het omzetten van publieke middelen in innovatie en het zichtbaar maken van het grote maatschappelijk belang van wetenschappelijk onderzoek staat hoog op de agenda van universiteiten en hogescholen. Samen met ondernemers zoeken we naar mogelijkheden het aantal start-ups te vergroten, zoals het realiseren van incubators en het faciliteren van ondernemersbroedplaatsen. In onze steden en regio’s stellen we bijvoorbeeld cofinancieringfondsen beschikbaar.
Ons netwerk is o.a. bedoeld om onderlinge kennisuitwisseling over succes- en faalfactoren bij ontwikkelingen van scienceparken te versterken. Wij zullen onze krachten bundelen bij het naar Nederland krijgen van geavanceerde onderzoeksfaciliteiten, die een boost kunnen geven aan onze campussen en nationale en regionale economie. Daar waar de markt faalt vanwege risico en kapitaalintensiteit van hightech apparatuur, willen wij vanuit een publiek belang een rol spelen in het realiseren daarvan.
Wij zien een belangrijk rol voor ons weggelegd in het realiseren van huisvestingsmogelijkheden in incubators en accelerators, alsook eigen gebouwen en laboratoria die niet via normale marktconforme exploitatie betaald kunnen worden. Graag trekken we hierin samen op met het kabinet.
Wij vragen De afgelopen decennia en met name de afgelopen jaren zien we een groei in het gebruik van wetenschappelijke kennis en kunde bij het opzetten van nieuwe bedrijven en de groei van bestaande ondernemingen. Het aantal kenniscampussen neemt toe. De mogelijkheden om die kenniscampussen verder te ontwikkelen zijn legio. Wij doen daarvoor gezien het nationale belang van kenniscampussen ook een beroep op het Rijk:
Verminder de regeldruk voor nieuw te vormen kenniscampussen, bijvoorbeeld door experimenten met regelvrije zones Wij vragen het kabinet om regelvrije zones voor de groei van bepaalde kenniscampussen in te stellen, waarin tijdelijk minder procedures en vergunningen nodig zijn voor de ontwikke-
Position paper Netwerk Kennissteden Nederland
15
ling. Wij vergelijken deze vraag met de Crisis- en Herstelwet uit 2009, waarin onder meer omvangrijke en veeleisende beroepsprocedures werden vervangen voor een minder tijdrovende gemeentelijke toets. Experimenten met de afschaffing van niet direct noodzakelijke procedures en controles besparen niet alleen veel tijd en geld, maar zullen er ook aan bijdragen dat aan de inno vatie, creativiteit en dynamiek rond de grote kennisinstellingen maximaal ruimte wordt geboden. Regelvrije zones rond kenniscentra maken Nederland op dit punt onderscheidend van de met ons concurrerende landen, waardoor ons vestigingsklimaat aanzienlijk verbetert.
In aanvulling hierop vragen wij aandacht voor deregulering waarmee onze kennis instellingen worden geconfronteerd. Onderzoekers aan kennisinstellingen kunnen aanspraak maken op verschillende gelabelde geldbronnen, waarvoor verschillende procedures en beoordelingen gelden. De bureaucratie en versnippering in verstrekking van die onderzoeksgelden neemt steeds verder toe en vraagt steeds meer tijd; tijd die ten koste gaat van onderzoek en onderwijs. Ook de administratieve last rondom de verantwoording van verkregen subsidies is groot. Wij vragen het kabinet met onze kennisinstellingen mee te denken over maatregelen die bijdragen aan deregulering op dit punt.
16
Position paper Netwerk Kennissteden Nederland
Studentenhuisvesting Studentenhuisvesting is voor kennissteden een speciale opgave. Voldoende, goede en betaalbare studentenhuisvesting is een belangrijke randvoorwaarde voor tevreden studenten en bloeiende universiteitssteden. Jaarlijks zoeken en vinden grote groepen jongeren huisvesting in de omgeving van de universiteit of hogeschool waar zij gaan studeren. Voor goede studieresultaten is het belangrijk dat de studenten een plek hebben waar zij kunnen wonen en studeren.
De markt voor studentenhuisvesting staat onder grote druk. Het aantal studenten is de laatste jaren fors gegroeid en de verwachting is dat deze stijging de komende jaren doorzet. Naar verwachting zal het tekort aan studentenhuisvesting tot 2020 met 65.000 eenheden toenemen als geen ingrijpende maatregelen worden genomen. De studentenhuisvesters, gemeenten, universiteiten en het Rijk hebben daarin een gezamenlijke verantwoordelijkheid.
Verwachting extra woningvraag studenten 2010 – 2015:
2009/2010
2015/2016
Toename
%Uitwonend
Extra woningvraag
HBO*
331.000
387.000
56.000
48%
26.880
WO
227.100
278.100
51.000
74%
37.740
Totaal
558.100
665.100
107.000
-
64.620
Bron: Referentieraming 2010 OCW
Een speciale categorie binnen de kenniseconomie vormen de internationale studenten, promovendi en onderzoekers. Nederlandse kennissteden zijn voor internationale studenten en PhD’s alleen interessant als naast een studie- of werkplek ook woonruimte wordt gegarandeerd. Zonder goede huisvesting wijkt het internationale talent uit naar andere landen.
Position paper Netwerk Kennissteden Nederland
Wij bieden aan De studentenhuisvesters, aangesloten bij overkoepelend orgaan Kences, hebben in de afgelopen jaren bewezen in korte tijd een flink aantal studentenwoningen van goede kwaliteit toe te kunnen voegen. Zo bouwden zij tussen 2003 en 2009 ruim 19.000 studentenwoningen. Samenwerking met lokale overheden en hoger onderwijs instellingen is daarbij cruciaal gebleken. De kracht van het samen optrekken wordt doorgezet en versterkt.
Een forse toename van het aantal studenteneenheden kan worden vergemakkelijkt door een aantal maatregelen die elkaar aanvullen. Gebleken is dat soms op het oog onschuldige regelgeving grote gevolgen kan hebben voor de realisatie van studenten woningen. Een te hoge parkeernorm, een te eng bestemmingsplan, een te korte vrijstelling om bijvoorbeeld tijdelijk containerwoningen te mogen plaatsen of een bouwbesluit dat voorkomt dat lege kantoren worden omgevormd tot studenten woningen. Vaak zijn het eenvoudige maatregelen die kunnen bijdragen de exploitatie van studenteneenheden te verbeteren. Als studentencorporaties, gemeenten, universiteiten, hogescholen en het Rijk die verbeteringen samen doorvoeren, kunnen de problemen in de keten samen worden opgelost.
Wij vragen De lokale aanpak kan worden ondersteund met een aantal rijksmaatregelen:
1. Voorkom dat de investeringsruimte voor studentenhuisvesters vermindert (geen huurtoeslagheffing voor onzelfstandige eenheden). 2. Zorg dat we meer kunnen bouwen met dezelfde middelen: a. Verlaag de bouwkosten door vereenvoudiging van de bouwregelgeving. b. Verruim het woningwaarderingsstelsel, waardoor huuropbrengsten in beperkte mate kunnen stijgen (of gelijk kunnen blijven bij de bouw van kleinere kamers). c. Pas de leeftijdsgrens in de Huurtoeslag aan (verhogen en differentiëren).
17
18
Position paper Netwerk Kennissteden Nederland
3. Bijdragen aan snellere beschikbaarheid en betere exploitatie van (tijdelijke) bouwlocaties: a. Verleng de ontheffingsmogelijkheid in de WRO van 5 naar 10 jaar. b. Laat de studentenhuisvestingsprojecten vallen onder de Crisis- en Herstelwet. 4. Vereenvoudig de huisvesting van internationale studenten. 5. Stimuleer vernieuwing in de bouw en vermindering van faalkosten door een ver nieuwingspremie te zetten op innovatieve projecten die als voorbeeld kunnen dienen. 6. Stimuleer de tijdelijke herbestemming van leegstaand vastgoed tot studentenwoningen .
Position paper Netwerk Kennissteden Nederland
19
Internationalisering Kennis stopt niet bij landsgrenzen, wetenschap is per definitie internationaal. Onze kennisinstellingen zijn dan ook interntionaal georiënteerde instituten met onderzoekers, docenten en studenten uit de hele wereld. Internationale wetenschappers en inter nationale studenten komen kennis brengen en halen. Hierdoor vergroot de Nederlandse kennis. Die kennis wordt weer benut bij de vele internationale ondernemingen die de Nederlandse kennissteden rijk zijn. Daarnaast worden en zijn allerlei internationale netwerken ontwikkeld van steden en universiteiten die van groot belang zijn voor het verwerven van Europese fondsen.
Kennissteden hebben daarom meer dan andere steden te maken met internationalisering. Dat heeft consequenties. De administratieve organisatie rond vestiging moet goed in orde zijn, voor wetenschappers en studenten moet huisvesting beschikbaar zijn, veelal gemeubileerd, op het moment dat zij in Nederland arriveren. Internationale kenniswerkers hebben behoefte aan sport en cultuur. Sportvoorzieningen waar internationale kennis werkers kunnen sporten en elkaar buiten werktijd ontmoeten zijn onmisbaar, net zo goed als een cultureel aanbod dat rekening houdt met de aanwezigheid van veel internationale kenniswerkers, die hebben veelal behoefte aan Engelstalige programmering. Kennissteden proberen te zorgen voor een gastvrij en kosmopolitisch klimaat, waarin internationale kenniswerkers zich thuis voelen.
Steden en kennisinstellingen hebben veel baat bij geschikte Europese financierings programma’s om hun kennispositie te waarborgen. Invulling van programma’s kan het beste beïnvloed worden door directe deelname aan overlegstructuren.
Wij bieden aan De slag om de internationale student en kenniswerker naar Nederlandse universiteiten en hogescholen te krijgen gaat ons allen aan. De betekenis van onze kennissteden voor internationale bedrijven en export is groot. De aantrekkelijkheid van Nederland voor
20
Position paper Netwerk Kennissteden Nederland
kennismigranten wordt bepaald door de kwaliteit van onderwijs en onderzoek, de aantrekkelijkheid van de stad en de geboden faciliteiten. Zie ook hetgeen bij thema 2 gemeld is. Voor internationalisering zetten wij ons, samen met bedrijven, in om faciliteiten te bieden voor deze specifieke doelgroep, zoals het inrichten van expatdesks, ruimte bieden aan internationale scholen voor basis- en voortgezet onderwijs, meertalige websites, en zo breed mogelijk Engelstalig onderwijsaanbod.
Onze steden, het hoger onderwijs, en in het bijzonder de universiteiten, beschikken over een fantastisch internationaal netwerk op mondiaal niveau. In allerlei internationale samenwerkingsverbanden werken wij eraan om de topkwaliteit van onze kennis duurzaam in stand te houden en te versterken. Graag zetten wij onze netwerken en kwaliteiten in om nadrukkelijker bij te dragen aan de Nederlandse economie.
De kennissteden willen samen met het Rijk werken aan de aantrekkelijkheid van Nederland als vestigingsland voor internationale kenniswerkers. Op die manier dragen ze bij aan de voeding van de Nederlandse kennisvoorraad met kennis die elders is ontwikkeld en de verspreiding van kennis onder Nederlandse studenten en bedrijven.
Wij vragen De kennissteden vragen het Rijk hen bij te staan bij versterking van hun internationale profiel. Dat komt immers ten goede aan de kennisinstellingen en ondernemingen in de kennissteden en daarmee aan de gehele kenniseconomie. De regionale kennisinfra structuur en het economisch profiel van een regio zijn immers van grote betekenis voor het vestigingsklimaat. Wij willen daarover in gesprek met het Rijk en vragen het Rijk in aansluiting daarop het volgende:
Steun regering bij het binnenhalen van Europese subsidies Samen met de regering willen wij optrekken in het realiseren van meer kennisvalorisatie en nog betere methoden van kennisuitwisseling, in het binnenhalen van omvangrijke
Position paper Netwerk Kennissteden Nederland
21
Europese fondsen voor innovatieve technieken (o.a. door het gezamenlijk opzetten van gebieds- en investeringsprogramma’s voor de periode 2014-2020, zoals voor Horizon 2020), en in het versterken van de Europese marktpositie (EU2020). Wij willen nadrukkelijk betrokken worden bij het opstellen van de Smart Specialisations Strategy (S3). De aantrekkelijkheid van onze steden voor internationale studenten en kenniswerkers willen wij vergroten.
Zorg voor verdere ontwikkeling van beleid gericht op internationale kenniswerkers en grensoverschrijdende projecten In de afgelopen jaren hebben alle kennissteden fors geïnvesteerd om internationale kennis naar hun stad te halen. Zo zijn recent in vrijwel alle kennissteden “Expatdesks” en “Expatcentres” ontwikkeld. De steden geven hiermee aan zich nadrukkelijk te willen inspannen voor buitenlandse kenniswerkers die in hun stad een betrekking hebben aanvaard. Die buitenlandse kenniswerkers leveren immers op fundamentele en moeilijk vervulbare posities een belangrijke bijdrage aan de kennisintensieve stedelijke bedrijvigheid.
Door verbetering van de publieke dienstverlening binnen de Expatdesks (one-stop-shops, korte procedures, hoge servicegerichtheid) worden expats voor hun komst naar én tijdens hun verblijf in Nederland optimaal gefaciliteerd. Naast de opgerichte Expatdesks hebben de meeste kennissteden ook nog aanvullend beleid ten behoeve van expats ontwikkeld op andere beleidsterreinen. Te denken valt dan aan voorzieningen op het gebied van wonen, internationaal onderwijs en maatschappelijke ondersteuning. Op die manier dragen de steden niet alleen hun steentje bij aan het welzijn van buitenlandse kennis werkers, maar leveren zij ook een positieve bijdrage aan de werving van expats door de multinationals en kennisinstellingen binnen de stadsgrenzen.
Buiten de komst van internationale kenniswerkers wordt binnen onze steden in toe nemende mate internationaal geopereerd in grensoverschrijdende projecten. Nog altijd ervaren de kennissteden aan de grens belemmeringen als gevolg van de landsgrens.
22
Position paper Netwerk Kennissteden Nederland
Bestaande wet- en regelgeving, onder meer op het gebied van arbeidsmarkt, verzekeringen en wederzijdse diploma-erkenning van beroepsopleidingen, leidt nog regelmatig tot belemmeringen in goede samenwerking. De steden vragen aan het kabinet om hen te ondersteunen in hun internationaal beleid door aanpassing van hinderlijke regelgeving en financiële tegemoetkoming bij voorzieningen als expatcentres, one-stop-shop loketten en international schools.
Afsluiting Wij vragen het kabinet met ons een bestuurlijke kerngroep te vormen, die naast een delegatie uit het kabinet ook bestaat uit een afvaardiging uit het kennissteden netwerk. In die kerngroep kan gewerkt worden aan een optimale samenwerking tussen kennissteden en Rijksoverheid, zodat de Nederlandse kenniseconomie zo goed mogelijk kan doorgroeien.
In die kerngroep kunnen inspanningsverplichtingen over en weer worden vastgesteld, resulterend in een vast overlegplatform tussen kabinet en steden waarin zij elkaars positie erkennen. Vervolgens kunnen vanuit zowel de kant van het Rijk als van de steden aanvullende thema’s worden benoemd waarop onderlinge samenwerking en afstemming mogelijk is. Vanuit de steden denken wij daarbij onder meer aan een lange termijnagenda met daarop afspraken over de grote ambities van de kennissteden met betrekking tot hun bereikbaarheid per auto en trein. Ook kan bezien worden of het rapport Stad en Land (2010, Centraal Planbureau CPB) aanleiding geeft tot het financieel compenseren van de kennissteden gelet op de zeer specifieke kosten waarvoor kennissteden worden gesteld.
Position paper Netwerk Kennissteden Nederland
23
Colofon Position paper Netwerk Kennissteden Nederland is een gezamenlijke uitgave van de steden en universiteiten van: Amsterdam, Delft, Eindhoven, Enschede, Groningen, Leiden, Nijmegen, Maastricht, Rotterdam, Tilburg, Utrecht en Wageningen, de Vereniging Samenwerkende Nederlandse Universiteiten (VSNU) en de HBO-Raad.
Uitgave augustus 2011 Vormgeving en druk: Grafisch Productie Centrum gemeente Leiden
Neem voor meer informatie contact op met: Ward Mariman, Gemeente Nijmegen, 024-3299486,
[email protected] Rijk van Walsem, Gemeente Leiden, 071-5165653,
[email protected]