PORTFOLIO
tom verstraeten
EXPRESSIE Architectuur spreekt zonder woorden. Als fysiek sociaal artefact vertelt architectuur over geschiedenis, heden en toekomst. Architectuur kan een grote helderheid en een vlotte uitdrukking geven aan de manier waarop we onze levens leiden. Of zouden willen leiden?
Atelierwoning | 1BaAR Gevraagd is het ontwerpen van een atelierwoning in het Openluchtmuseum voor beeldhouwkunst Middelheim voor een ‘artist in residence’. Deze woningen moeten een bezoekend kunstenaar in staat stellen te leven en werken voor hun kunst gedurende een bepaalde periode. De aangeboden ruimtes worden zo opgevat dat ze de creativiteit ten dienste staan.
Het ontwerp is opgevat als een betreedbare betonnen sculptuur in het beeldenpark. Een betonnen kap geeft op de begane grond plaats aan de atelierruimte die noorderlicht krijgt via een teruggesprongen glazen gevel. De woonvertrekken zijn betreedbaar langs het atelier en bevinden zich op de verdieping. Het gebouw krijgt een achterzijde aan de zuidkant waar onder de kap de leefruimte, het balkon en op het gelijkvloers het buitenatelier zich bevinden. Er ontstaat transparantie doorheen de langs weerzijde beglaazde atelierruime en openheid door de doorwaadbare galerij die doorsteekt onder de kap om open te plooien naar het achterliggende gebied. De eigenlijke woning op verdiep heeft in de leefruimte een zicht naar de galerij en in het nachtvertrek een inkijk in de atelierruimte.
Cinecitta | 3Ba-AR De bioscoop wordt opgebouwd door de aaneenschakeling van de verschillende zalen. Elke zaal heeft zijn karakter en waar deze elkaar ontmoeten ontstaan ruimtes die iets geven aan de kleine stad die door dit complex bevat wordt. Op grotere schaal geeft het geheel dan weer iets aan de stad waarin het gebouwd is. Op de ondergrondse verdieping bevindt zich de fietsenstalling die te bereiken is via een luie trap die via een glaswand in contact staat met de toegang naar de grootste zaal op hetzelfde niveau. Dit contact langs de helling wordt op straatniveau ook gemaakt met de open foyer/café-ruimte. De foyer is een ruimte gevormd onder de vorm van de open filmzaal op de eerste etage. Cafébar en ticketverkoop zijn ondergebracht in een losstaand meubel om de continuïteit van deze negatieve ruimte te bewaren.Op de eerste etage bevindt zich een filmzaal die te bereiken is via een trap die de helling van de zaal volgt, de uitloop van de zaal vormt een vide naar de foyer. De filmprojectie van deze zaal gebeurt op een scherm gelegen in het gevelvlak. Hierdoor wordt de voorbijgangers een deel van de belevenis gegeven van op straat. Een inkijk in de bioscoop die binnen vervolledigd kan worden, een werkwijze die in het omliggende Schipperskwartier reeds langer wordt toegepast. De laatste en kleinste filmzaal wordt opgevat als een gesloten ‘black box’ op het bovenste verdiep. De gevel van het complex toont de verschillende zalen, geeft inkijk in het cinemagebeuren en stelt zich op straatniveau open naar stad.
Ontwerpen van een bioscoopcomplexje, een stadje in de stad. Er wordt gewerkt rond drie films die vertoond zullen worden in zalen met verschillende capaciteit; 50, 70 en 100 personen. Het perceel, gelegen op een hoek, vormt één van de grenzen tussen het Schipperskwartier en de rest van de stad.
SCHAAL
Schaal en maat, als verhouding tussen het onderwerp en zijn omgeving. De schaal kan inspelen op de context, wil het gebouw zich integreren in de omgeving of wil het er uitspringen en zijn functie duidelijk maken? Ook intern kan schaal toegepast worden om structuur te brengen tussen verschillede functies, hiërarchie te scheppen en het verloop van publiek naar privé vorm te geven.
De De randen van het bouwblok blijven behouden, hierdoor blijft het bouwblok een duidelijk leesbaar deel van de stad. Het binnengebied wordt opgedeeld in drie zones; gaande van publiek, over collectief naar privé. Om deze verschillende zones te betreden worden verschillende uitsnijdingen en openingen gemaakt op straatniveau. Elke opening zal door zijn maat en verhouding tot het bouwblok leesbaarheid geven. Het statuut van de binnenruimtes wordt reeds aangegeven door de toegangen. Deze zijn uitnodigend voor publieke plaatsen en eerder bufferend voor collectieve en private delen van het Een tweede reeks uitsnijdingen moet schaal geven aan het bouwblok, alsook het contact met de bouwblok. omgeving vergroten. Deze uitsnijdingen gebeuren op niveau en vormen zo tevens het gabarit van het bouwblok. Hierdoor worden ook zogenaamde ‘shakkei’ of ‘borrowed views’ gecreëerd. Een techniek toegepast in de oude Chinese tuinen, waar men bij het werken met beperkte ruimte de tuinen optisch ging vergroten door openingen te maken naar het landschap of de omliggende tuinen. De volgende stap is het opdelen van het bouwblok in kleinere segmenten om het zo terug op het niveau van de stad te brengen. Het bouwblok verliest zo zijn imposante en bombastische karakter. Afgetekend en gescheiden door de uitsnijdingen zullen er confrontaties ontstaan tussen verschillende onderdelen van het bouwblok, functies, gevels,.. Rond de publiek opgevatte binnenplaats is er de mogelijkheid tot commerciële invulling. De collectieve binnenplaats kan vergeleken worden met een Begijnhof.
stedelijke kamer
| 3Ba-AR
Architectuur is deel, de stad is geheel. De leegte, het buiten, de open ruimte, de openbare ruimte is het eigenlijke binnen van de stad. Een gasexplosie heeft een volledig bouwblok weggemaaid in de Antwerpse binnenstad. Dit kan een kans zijn om op een andere manier om te gaan met de stedelijke leegte. Een bouwblok, 100 bij 100 meter, vertrekkend van een volledig volgebouwd terrein over 4 lagen dient uitgesneden te worden om het volume voor bewoning geschikt te maken. i.s.m. Daan Van Den Berghen
Hoekensemble | 2Ba-AR Het gebouw bevat twee woningen, de ene iets groter dan de andere, met elk hun eigen buitenruimte. De kleine woning is verspreidt over de helft van de eerste drie bouwlagen en heeft zijn buitenruimte op het eerste niveau. De grote woning heeft zijn inkom op het eerste niveau en strekt zich uit over de andere helft van de bovenste vier bouwlagen. Het bouwvolume verschaalt naar boven toe en vormt zo op straatniveau de hoek van het bouwblok, waar het in de hoogte afneemt van densiteit. Het bebouwde volume wordt telkens in twee gedeeld en neemt zo af in densiteit. Hierdoor kunnen verschillende buitenruimtes gecreëerd worden. Op het eerste verdiep die van de kleine woning, boven de eigen keuken en aan de leefruimte. Op het derde verdiep, aan de keuken van de grote woning en bovenop het slaapvertrek van de kleine woning, vindt de tweede woning zijn buitenruimte. Tenslotte was er nog gevraagd een buitenruimte te voorzien voor de aanpalende woning, deze is uitgevoerd als een balkon op de vierde verdieping.
Ontwerp van twee gezinswoningen op een hoekperceel in de wij Zurenborg. Ruimtelijk wordt het terrein gekenmerkt door een wisselwerking tussen openheid en geborgenheid. De stad omschrijft dat het gebouw dient harmonisch om te gaan met de omgeving. De grond omvat twee percelen die samen aangekocht werden door twee koppels, omdat ze geloven dat 1 + 1 in dit geval misschien meer kan zijn dan 2.
SERIE
Een serie kan opgevat worden als het geheel van verschillende onderdelen die elkaar opvolgen. Wanneer alle verschillende fragmenten doorlopen zijn ontstaat er een totaalverhaal, een serie die ze samenhoudt. Het woord serie kan echter ook gebruikt worden voor een reeks gelijke elementen. In serie geproduceerd, elk gelijk.
Mensen
wonen
| 3Ba-AR
Eindopracht van de Bachelor-studie. Het ontwerpen van een masterplan voor de site Manchesterlaan op het Antwerpse Luchtbal. Een 100-tal nieuwe woningen dient ontworpen en een antwoord te bieden op de plaats waar Luchtbal Noord, een fijnmazig dorp, overgaat in de campussituatie de woontorens aan de Manchesterlaan en andere collectieve woonblokken die Luchtbal Zuid is.
Vijf verschillende series werden ontwikkeld. Het masterplan voor de site omvat een schakeling van een 50tal woning tot een groter geheel, gelegen aan een open binnenruimte; en een 30-tal woningen geschakeld in kleinere eenheden, op maat van de achterliggende wijk. Zes woningen schakelen aan elkaar rond een gedeelde buitenruimte, deze clusters worden verder aan elkaar gekoppeld tot een groter geheel dat een front moet bieden tegen de campussituatie van Luchtbal Zuid. Schakeling van drie woningen onder een kap, de maat is afgeleid van de omliggende woningen onder eenzelfde kap. 20 Woningen, twee woningen telkens aan elkaar geschakeld. De gelijkvloerse woning heeft een buitenruimte achterin en de woning op niveau is te betreden via haar buitenruimte. Schakeling van vijf woningen in rij met achtertuin. Schakeling van drie woningen in rij, buitenruimte gelegen op niveau. Deze rij woningen sluit het achterliggende binnengebied af.
Landmark
in de
Scheldebocht | 2BaAR
Ontwerpen van een landmark, vertrekkende vanuit één enkelvoudig geometrisch volume. In dit volume worden -+ vijf ruimten gevormd die telkens aangrijpen op één van de omringende landschappelijke omgevingen. Tussen deze verschillende ruimten ontstaat een sterke interactie en het geometrische volume wordt overal ervaren.
De landmark heeft als basisvorm een kubus. Door doorboring, verschuiving, verschaling en het toevoegen van hellingen wordt dit volume betreedbaar gemaakt en ontstaan er verschillende ruimtes. De bezoeker legt een traject af waarop hij de verschillende ruimtes achter elkaar tegenkomt. Elke ruimte heeft zijn eigen beleving. Sommige ruimtes zijn ingesloten, andere bieden zichten naar de omgeving. Een ruimte kan ontstaat door buiten het volume te treden in de vorm van een balkon. Finaal eindigt de bezoeker in een ruimte die naar de hemel gericht is, vanuit deze ruimte kan men enkel naar boven kijken. Of terugkijken in het volume naar de afgelegde weg doorheen de betonnen massa.
PLAATS
De plaats is een punt in de ruimte. Vaak gedefinieerd ten opzichte van andere elementen, relatief en niet absoluut. Het zijn deze omliggende elementen die de plaats maken tot wat ze is. Elke plaats heeft zijn eigen aard of sfeer die een indruk nalaat, kenmerkend voor de locatie. Wanneer op een bepaalde plaats een ingreep gebeurt zal er rekening moeten worden gehouden met de eigenheid van de locatie. Ook wanneer nieuwe plaatsen gevormd worden moeten deze gedefinieerd worden en opnieuw leesbaar zijn. Wanneer spreken we bijvoorbeeld over de voor- of achterkant van een gebouw?
Studio Open School | 1MaAR De school kent een formeel inkom ondergebracht in een geklasseerd schoolgebouw aan de hoofdstraat en een halfopen speelplaats die uitloopt op een doodlopende straat ten midden van het bouwblok. De informele ingang die aan deze straat gelegen is krijgt vervanging door een doorsteek naar de speelplaats gelegen aan een nieuw plein in het binnengebied van het bouwblok. Een nieuw klasgebouw zet de speelplaats verder af en vormt tevens een voorkant aan de doodlopende straat die door het opvoeren van de schoolcapaciteit meer gebruikt zal moeten worden. Centraal in het binnengebied ontstaat een speelplaats met fietsenstalling die na de schooluren dienst kan doen als publiek plein. Van hieruit zijn zowel de andere schoolgebouwen als de sportinfrastructuur te bereiken via doorgangen onder de klasgebouwen. Middenin het bouwblok, omsloten door de tuinen van de omliggende woningen, bevinden zich de sportvelden, parkeerplaatsen en ingegraven sporthal met extra sportveld op het dak. Op deze manier krijgt de school ten midden van het bouwblok een duidelijk gestructureerde circulatie en nieuwe toegangen waar er voorheen op informele wijze toetreding was voor alle leerlingen via een achterpoort.
Uitbreiding van een middelbare school met nieuwe praktijk- en theoriegebouwen, alsook sportinfrastructuur. Het Sint-Aloysiusinstituut in Geel vroeg een onderzoek naar de uitbreidingsmogelijkheden op het bestaande schoolterrein en een aanliggende grond.
M HKA | 1MaAR Voorstel is om het perceel aan de overkant van de straat in te gebruiken voor de uitbreiding van het museum. De vorm van het nieuwe gebouw moet een duidelijke plek creëren als inkomszone voor het museumcomplex. Dit gebeurt door de inkom van het nieuwe gebouw ter hoogte van het die van het hoofdgebouw in te planten en deze te laten inspringen zodat er een ruimte ontstaat in de straat. De uitbreiding bestaat uit een grote tentoonstellingszaal op het gelijkvloers, gelegen aan de gedempte Zuiderdokken, die samen met de ronde zaal van het hoofdgebouw de kop vormt. Verder is er op straatniveau een transparante galerie die zou kunnen dienen voor tentoonstellingen die meer laagdrempelig zijn, zoals bijvoorbeeld informatieve expo’s over de stadsontwikkeling van de stad Antwerpen. Hier wordt ook een doorsteek gemaakt naar het binnengebied van het Zuiderpershuis dat zo verlengd wordt tot in het museum. Op verdiep bevinden zich nog twee lange tentoonstellingszalen. Het opzet is dus langsheen de lange blinde gevel van het huidige museum verschillende plaatsen te maken, elk met hun eigen functie.
Onderzoek naar de uitbreidingsmogelijkheden voor het Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen. Het MuHKA is ondergebracht in een verbouwde en uitgebreide graansilo uit de jaren ’20, gelegen aan de gedempte Zuiderdokken op het Antwerpse Zuid. In 1987 nam het museum hier intrede na een lange zoektocht naar een geschikt gebouw, liefst gelegen in de buurt van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten. De gevel in art-decostijl werd behouden en in twee fases werd het gebouw aan weerszijde uitgebreid met extra tentoonstellingszalen. Sinds jaren wordt er binnen en buiten het MuHKA gespeculeerd over uitbreidingen en verhuizingen. Daarnaast wordt gedacht aan interne structurele veranderingen om bepaalde verouderde of minder goed functionerende aspecten van de architectuur te verbeteren. In 2003 werd een eerste bescheiden stap gezet met de verbouwing van de inkomhal door Robbrecht en Daem. De inkom van het museum blijft echter een eerder onduidelijk element gezien van op de straat. De inkom, gesitueerd in het oorspronkelijke art-deco gebouw is niet duidelijk leesbaar en bevindt zich op een niet-plaats in de straat. Momenteel liggen er zelfs plannen op tafel om het perceel tegenover het museum te bebouwen met een appartementsblok, wat deze situatie nog zou verslechten.
Campus Zuid | 2MaAR Het gebied wordt opgedeeld in duidelijke stroken die elk een eigen karakter hebben en leesbaar zijn aan de randen. Om dit te bereiken krijgt elke zone een duidelijke kop aan de straatkant. De industriezone wordt vertegenwoordigd door de loodsen van de Technische Dienst Antwerpen, voor de gebouwen wordt hun wagen- en machinepark uitgestald als gezicht van de dienst. Grenzend aan de industrie zijn de technische scholen gelegen. Het zijn deze scholen die inspelen op het industriegebied en dit tegelijkertijd ook een rand geven die kan aansluiten op de rest van het gebied. De technische scholen zijn zo ontworpen dat ze een vooren achterkant hebben. De achterkant, uitgevoerd als grote loodsen tussen de industriegebouwen, bevat de praktijklokalen die een wisselwerking kunnen hebben met de industrie. De gebruikte materialen en de compositie van de gevel verandert naar de voorkant van de gebouwen toe. Hier krijgen zij een beeldkwaliteit die meer op maat is van de leerlingen en is de architectuur dus ook meer gedetailleerd. In de voorzijde, gelegen aan de speelplaatsen, bevinden zich de inkom, theorielokalen en algemene functies. De speelplaatsen van alle scholen zijn opgevat als een langgerekte strook die visueel continu is en fysiek verschaald wordt door kleine of grotere niveauverschillen. Langsheen deze speelplaatsboulevard loopt een pad dat alle scholen met elkaar verbindt. Deze strook krijgt op de koppen een bus-transferium en een centrum voor Volwassen Onderwijs, twee functies die als buffer dienen voor de secundaire scholen met hun iets meer gesloten karakter. De volgende zone is een groene buffer die de technische scholen scheidt van de overige functies in het gebied en een overgang maakt naar een ander systeem met kleinere schaal. In deze zone zijn kleinere scholen, een buurtsporthal en feestzaal ondergebracht, functies die een iets publieker karakter kennen. Finaal wordt de kop van het gebied afgesloten met een zone voor administratie en commerce, kantoorgebouwen en dergelijke. Getracht is elke plaats in het gebied een eigenheid te geven die overeenstemt met de aanwezige activiteiten. Een duidelijke structuur voor een omgeving met een zeer groot aantal uiteenlopende en soms contrasterende functies.
Masterproef studio Architectuur & Stedelijkheid. Gevraagd is het uitwerken van een nieuw masterplan voor een site gelegen aan het Antwerpse Kiel. Op de locatie is momenteel een industriegebied, een technische school, lagere en kleuterschool voor Bijzonder Onderwijs, een feestzaal en sporthal. De capaciteit van de site dient aen de herlocatie van verschillende technische scholen. Opzet van het masterplan is het duidelijk structureren van de verschillende functies en zones, intern en naar de randen van het gebied toe. i.s.m. Jeroen Van Roie
industrie
transferium
speelplaatsboulevard
overgang school - industrie
Technische Dienst Antwerpen
plein lagere school
MAPPING
Doorheen mijn opleiding architectuur werden ontwerpopdrachten vaak voorafgegaan door het samenstellen van readers. Studenten dienen in groep een opdracht voor te bereiden op verschillende vlakken: referenties, brainstorm, tekst en mapping. Gaandeweg groeide mijn interesse voor de analyses bij het deel mapping. Deze analyses dienen een antwoord te geven op een aantal vragen: Wat is stedelijke ruimte? Hoe wordt zo’n ruimte beleefd? Wat zijn haar architecturale kwaliteiten of onvolkomenheden? Wanneer ervaar je zo’n ruimte als gedefinieerd, helder, open, intiem, …? Wanneer spreek je van een weg, een plein, wat is een bouwblok? Wat is schaal, perspectief, wanden, zichten, …? Hoe grijpt een architecturale inbreng in op de open ruimte? … Hieruit is ook mijn motivatie ontstaan voor het afstuderen in de studio Architectuur & Stedelijkheid.
In deze opdrachten vond ik een goed team aan medestudenten waarmee ik verschillende analyses heb uitgewerkt; Dieter Vander Velpen, Daan Van Den Berghen, Maarten Vander Cruyssen, Jeroen Van Roie & Ruben Hellebuyck.
Mapping Linkeroever – Inleidende analyse bij het ontwerpen van een transferium op het F. van Eedenplein
Mapping Zurenborg – Inleidende analyse bij het ontwerpen van een Hoekensemble in Zurenborg
Stedenbouwtheorie – Stedenbouwkundige analyse van een bouwblok
Cité Moderne – Analyse van een modernistische tuinwijk in Sint-Agatha-Berchem
Mapping Luchtbal Zuid – Inleidende analyse bij het ontwerpen van een reeks woningen op Luchtbal Antwerpen
Scholenboek – Inleidende analyse naar scholen en bouwblokken in de studio Architectuur & Stedelijkheid die uiteindelijk potentieel toonde voor een grootschalige indexering van verschillende types scholen in de Antwerpse binnenstad.
MEDIA
Het visualiseren van architectuur is een belangrijk element voor het delen van ideeën. Er wordt gezocht naar een manier om hetgeen in iemands denken voorkomt aan anderen over te dragen. Naast plantekenen zijn maquette, collage, schets, fotografie, 3D modelling, animatie en rendering technieken die hiervoor kunnen instaan.
3D
modelling
Google Sketchup Autodesk AutoCAD
Rendering & Animatie VRAY Adobe Premiere
Collage & Manipulatie Adobe Photoshop Adobe Illustrator
Maquette Lasergesneden maquette uit hout, digitaal uitgetekend m.b.v. Google Sketchup & Autodesk AutoCAD
Fotografie analoog & digitaal
Tom Verstraeten +32 474 70 80 33
[email protected] Bergstraat 104 1910 Kampenhout 1 september 1987 Leuven juni 2006 tupid.be | photoblog
1999 – 2005 Industriële Wetenschappen | Don Bosco Instituut Haacht
juni 2009 vennootschap PiXL | fotografie & visualisatie
2005 - 2010 Master in de Architectuur | Artesis Hogeschool Antwerpen
www.tomverstraeten.be