Portfolio Edward Kobus Werk en info Edward Kobus, Freelance Muziek Recensent / Interviewer bekend van Ekaya.nl
1/10
Inhoud Bill Callahan @ Indiestad 2011 (Live Recensie)......................................................3 Ford & Lopatin - Channel Pressure (Album Recensie)..............................................4 Dry The River: “We delen alles met elkaar, behalve vrouwen” (Interview).................6 Over Mij...........................................................................................................9 Gegevens....................................................................................................... 10
2/10
Bill Callahan @ Indiestad 2011 (Live Recensie) De eerste dag van het Amsterdamse festival Indiestad is direct een hele moeilijke, zeker voor mensen met een brede smaak en interesse. Het is kiezen tussen Idiot Glee met aaneensluitend Toro Y Moi en Gold Panda op podium Bitterzoet, Skeletons en Emeralds op OT 301 en dan de keuze van Ekaya: Bill Callahan voorafgegaan door Sophie Knapp in De Duif. Waarom deze keuze? Tja, het repertoire van Callahan is nu eenmaal zeer indrukwekkend. Zijn laatste album ‘Apocalypse’ is dusdanig gewichtig en imponerend, daar moet live van genoten worden! Vuurgevecht Staat de man eenmaal op een podium dan blijkt: Bill Callahan is een held! De singer/songwriter brengt een attractieve mix van country rock en folk. Regelrechte Americana van het no-nonsense soort. Het maakt daarbij niet uit in wat voor omgeving je de man neerzet. Op Indiestad stond hij in de Duif, na 5 minuten echter slaagde hij erin zijn publiek mee te slepen in een imaginaire western omgeving. De set van een cowboy film, compleet met slaperige stadjes waarin ogenschijnlijk niks lijkt te gebeuren tot er plots een hevig vuurgevecht los barst. Bill Callahan weet zich gesteund door twee formidabele muzikanten. Zelf speelt hij op een semi-akoestische Spaanse gitaar, wat voor een solide basis zorgt. Daar overheen klinkt het meer bruuske elektrische spel van de lui achterover hangende gitarist Matt Kinsey. Tel daar nog het levendige spel van drummer Neal Morgan bij op en je weet dat de kans op plotseling vuurwerk altijd aanwezig is. Stand Over het geheel genomen is Callahan voornamelijk een performer van het rustige en subtiele soort. De man entertaint met een minimum aan mimiek en beweging, bescheiden als een heer van stand. Een glimlach, een knikje, een armgebaar… Het moet wel heel heftig er aan toe gaan wil Callahan met meer voor de dag komen. Maar als dat dan gebeurt, dan is het menens en de impact des te groter. Zeker als je het in proporties bekijkt. De man tokkelt en zingt al mompelend terwijl er vele minuten verstrijken. Dan ineens kan het zo maar zijn dat de drums heftig hun intrede doen en het karakteristieke spel van Kinsy de boventoon voert. Rillingen! Een nummer als ‘Too many birds’ is wat dat betreft representatief voor het oeuvre van Callahan. Op plaat een vrij rustig en ingetogen nummer, live net zo goed poëtisch maar dan wel meer uitgediept. Heftiger, extatischer. Verzoekjes Hoewel Callahan zijn stem moet sparen voor de lange reeks aan optredens die hij maakt (Waardoor hij geen interview kon geven met Ekaya…) is hij niet te beroerd aan het einde van zijn toch niet korte optreden met een aantal toegiften te komen waarbij hij zelfs verzoekjes speelt. Het tekent de man, hij staat er in de eerste plaats voor zijn publiek, niet voor zichzelf. Kijk, dan ben je een hele grote!
3/10
Ford & Lopatin - Channel Pressure (Album Recensie) Een van de meest veelbelovende electro duo's van 2010 was Games. Onder de vlag van het label Hippos In Tanks, produceerde het duo bestaande uit Daniel Lopatin en Joel Ford een single en een EP. Belangrijkste kenmerk: Drumcomputers en zeer eighties aandoende synths. Om juridische geschillen met rapper 'The Game' uit de weg te gaan gaat Games vanaf nu door het leven als Ford & Lopatin. En passant hebben ze ook maar hun eigen label gestart, 'Software', een dochter van het gerespecteerde indie label 'Mexican Summer'. Genoeg trivialiteiten, wat je namelijk echt wilt weten, is wat je van het eerste echte wapenfeit 'Channel Pressure' kunt verwachten! Nerdy 'Channel Pressure' is een heus concept album. De plaat verteld het verhaal van Joey Rogers, een jongen die het in een futuristische wereld (anno 2082) opneemt tegen kwaadaardige robots en computers. Dat klinkt behoorlijk nerdy, sterker nog, dat is het ook! Laat dit gegeven je echter niet afschrikken, Ford & Lopatin maken het begrip nerd tot iets verheffends. Ford & Lopatin creëren een soort postmoderne pop, een mix van disco, jazz fusion en zeer retro aandoende synthesizer muziek. 'Channel Pressure' is een echte studioproductie, vol samples en gelikte effecten, toch klinkt het geheel verrassend levendig. Het album is dan ook samengesteld door verschillende eerder gemaakte opnames van improvisaties samen te voegen. Noem het maar kunstmatig en stilistisch geheel, gevormd uit natuurlijke en spontane elementen. Discotheken Hoewel 'Channel Pressure' vooral als een geheel moet worden beschouwd, bevat het album een aantal nummers die ook prima op zichzelf kunnen staan. Door hun funky inslag zouden ze het goed doen in discotheken. Zeker een nummer als 'Emergency Room' is dusdanig catchy en groovy, daar hoef je echt niet een sci-fi adorerende nerd voor te zijn om dat te kunnen waarderen. Het is de betere retro pop werk, geïnspireerd op het vooruitstrevende jaren '80 werk van Herbie Hancock. Lekker is het ook wanneer Ford & Lopatin tussendoor een beetje besluiten het over een iets minder toegankelijke boeg te gooien, zoals in het nummer 'New Planet'. Het ontbreekt hier aan een leidende melodie, klanken worden breed uitgemeten en de bas gaat lekker speels en funky tekeer. Het is voldoende om van 'Channel Pressure' toch ook vooral een eigenzinnig album te maken. Wat afdoet aan het gegeven dat 'Channel Pressure' een episch album is, mag de tijdsduur van het album heten. Ford & Lopatin hebben slechts 40 minuten nodig om hun verhaal uit te beelden. De opzet had wat dat betreft wel wat grootser en meer uitgerekt gemogen. Het is alsof de twee een album hebben gemaakt dat in de jaren '80 van de twintigste eeuw is gemaakt voor mensen met een aandachtsspanne van de gemiddelde ADHD'er uit het begin van de 21ste eeuw; 'Het mag vooral niet te lang duren'. Jammer, want het album is welhaast voorbij eer je er lekker in zit. Funky retro synthesizer muziek 'Channel Pressure' is een indrukwekkend debuut album. Hoewel het in eerste instantie voornamelijk voor de geeks onder ons gemaakt lijkt te zijn, zal die doelgroep
4/10
misschien nog het meest worden teleurgesteld door een wat te dunne verhaallijn. Liefhebbers van funky retro synthesizer muziek worden des te meer op hun wenken bedient. Nu ja, een beetje nerd laat zich ook niet te gemakkelijk bekoren natuurlijk...
5/10
Dry The River: “We delen alles met elkaar, behalve vrouwen” (Interview) Het gonst van de hoge verwachtingen rond de Engelse band Dry The River, ze worden getipt als de muzikale belofte van 2011. Niet in de laatste plaats worden die verwachtingen gewekt door de toch vrij kritische Britse pers, en dat terwijl dit vijftal zijn eerste album nog uit moet brengen. Dry The River is een band bestaande uit mensen met zeer uiteenlopende achtergronden. Zo is er de drummer die vroeger vooral in punkbands drumde en de violist met een klassieke achtergrond. Dit bonte geheel is woonachtig in een veel te klein huis in Oost-Londen. Materiaal genoeg voor een interessant vraaggesprek. In de Amsterdamse stadsschouwburg, voorafgaand aan een akoestisch optreden samen met The Crookes op het balkon aldaar, sprak ik met de een tikkeltje vermoeid ogende zanger Peter Liddle en de goedlachse bassist Scott Miller. Over muziek, poëzie, Schlager en de vele vergelijkingen met Mumford & Sons en zelfs The Killers… Als band wonen jullie samen in een klein huis in Londen, dat betekent in jullie geval mensen met een zeer diverse muzikale achtergrond in een zeer kleine ruimte. Hoe werkt dat in de praktijk? Scott: Het werkt geweldig, het voelt alsof we broers zijn. We delen alles met elkaar. Alles behalve vrouwen dan, al zou dat in de toekomst best kunnen! Het samenwonen gaat overigens wel met ups en downs. Je zit in een kleine ruimte met 5 mensen op elkaars lip. Maar het is net als familie, je hebt je ruzies maar je komt er ook altijd weer met elkaar uit. Peter: muzikaal pakt het allemaal erg goed uit, hoe dat precies komt weet ik ook niet. Ik denk dat het is omdat we allemaal heel erg blij zijn dat we het zo kunnen doen. We delen dezelfde passie. Zanger Peter wordt door bassist omschreven als ‘The delicate genius’ van de band. Ofschoon hij een Noorse achtergrond heeft, is er geen enkele (muzikale) binding met dat land. Wanneer ik hem vraag of hij ooit van Thomas Dybdahl heeft gehoord vang ik dan ook bot, het zegt hem niks. De band haalt zijn invloeden meer uit bands en zangers als Bruce Springsteen, Leonard Cohen en Devandra Banhardt. Overwegend melancholisch, toch klinkt de band vaak alles behalve melancholisch… Hoe verklaren jullie als band je vrolijke sound? Peter: Wij zijn als band zo blij en hebben zo’n goede tijd, dan is het moeilijk om erg melancholische uit de hoek te komen. Scott: Mensen verwachten bij ons ook altijd en vrij zacht en subtiel geluid. Ze zijn dan verrast over hoe hard we spelen! Hoe komt jullie muziek tot stand? Scott: Het begint bij Peter, je kunt hem gerust een echte singer/songwriter noemen. Hij komt met een tekst, de melodielijnen en de bijbehorende akkoorden. Daarna gaan we er als band mee aan de slag en voegt uiteindelijk iedereen wat toe. Onze violist mag dan klassiek geschoold zijn, hij speelt graag rock en roll, onze drummer heeft weliswaar een punk achtergrond inclusief een hoop tattoos, hij houdt ook wel erg veel van folk. Al met al resulteert dat in iets wat door een journalist na afloop van een show in Manchester eens werd omschreven als ‘early Genesis’. Voor
6/10
wat het waard is… Wat vinden jullie ervan om zo veelvuldig met Mumford & Sons en The Killers vergeleken te worden? Peter: We hebben respect voor wat The Killers doen, maar echt van invloed op ons zijn ze niet. En wat Mumford & Sons betreft, het is logisch dat iedereen ons daar mee vergelijkt, die lui zijn nu eenmaal helemaal hot. En ja, wij beschikken ook over een violist en maken ook harmonieuze muziek. Punt is alleen dat wij ons door onze hardere sound toch wel echt van bands als Mumford of Noah And The Whale onderscheiden. Het zijn goede bands, maar wij zijn toch echt anders. Scott: Zelf hebben we dan nog meer met echte muzikanten muziek zoals Dream Theater en Midlake. Maar uiteindelijk maken we de muziek die wij willen maken. Zien jullie jezelf als folk rock band? Scott: We zien onszelf meer als een hardrock band die folk songs speelt. Ooit zijn we wel begonnen met de insteek een folk-rock band zoals Mumford te zijn, maar zoals het nu werkt denken we niet al te veel na over hoe we moeten klinken. We kijken nu wel gewoon hoe het eruit komt en hoe het goed voelt Peter: In het begin waren we erg subtiel, later hebben we onze hardrock achtergrond meer laten spreken en tegenwoordig komt er veel geschreeuw bij kijken en harde klappen op de drums. We proberen de mensen een totaalplaatje te geven, hard en zacht. Jullie songs doen vaak zeer poëtisch aan, is er sprake van een literaire achtergrond? Peter: Dat vind ik een compliment. Ik lees erg veel dus ik denk dat het wel invloed heeft. Zeker Ted Hughes vind ik een geweldige schrijver. Ik heb wel eens geprobeerd poëzie te schrijven maar uiteindelijk komt er dan toch echt een song uit. Is er iets dat jullie met je muziek willen zeggen? Peter: De baselines van Scott zijn vooral bedoeld om de harten van de meisjes te laten smelten. Wat mij aangaat… Meestal probeer ik niet te concreet te schrijven en laat ik zoveel mogelijk open voor de luisteraar. Ik gebruik mijn eigen ervaring en emoties wel maar ik hou het het liefst een beetje cryptisch. Misschien dat het daardoor zo literair over komt. Is Oost-Londen een goede plek voor creativiteit? Peter: London is a drag, er is altijd van alles gaande en er zijn altijd overal mensen. Dat is heel gezellig en we hebben er een goede tijd, maar ik wordt er niet heel erg productief van. Als ik echt nummers wil schrijven dan ga ik liever een weekje naar Wales. Scott (luid lachend): De laatste keer dat je dat deed kwam je terug met 1 nummer… Peter: Dat is waar maar ik had wel een goede tijd! Komen jullie veel in aanraking met andere muziek nu je door Europa toert? Peter: We hebben een druk programma, maar gelukkig hebben we vaak wel de kans om wat mee te krijgen van wat er op bijvoorbeeld een festival speelt. Scott: Wat heel erg opvalt op het vaste land is hoe het publiek verschilt van dat in Engeland. De mensen zijn veel uitbundiger en warmer. In Engeland zijn ze iets stijver wat dat aangaat. Hier, in Duitsland en Nederland zijn de mensen veel meer geneigd om na afloop nog even te praten. Heb je ooit, om maar eens een zijstraat te noemen, van Schlager gehoord, en zou je je kunnen voorstellen dat je je muziek ook daardoor zou kunnen laten beïnvloeden?
7/10
Scott: Oh ja, ik ken zelfs een band die Schlager heet! Ik denk dat we het genre Schlager probleemloos toe zouden kunnen voegen aan onze mix van verschillende stijlen en invloeden. Het zou geweldig zijn voor die mensen in het publiek die veel drinken. Vooral voor toeschouwers in Duitsland zou het zeer geschikt zijn! Jullie zijn nu al een tijdje voortvarend bezig maar hebben nog steeds geen debuutalbum uit. Wanneer kunnen we die verwachten en hoe zal die klinken? Scott: Pfoe, we werken er nog aan, het zou klaar moeten zijn omstreeks december 2011… Peter: (verschrikt): Het eind van dit jaar al? Scott: Het album zal erg representatief worden voor hoe wij als band zijn en daarmee direct heel anders dan onze laatste single ‘New Ceremony’. Er zit een wat eigenzinnig timide gedeelte in, maar uiteindelijk bouwt het uit naar een soort Post rock climax. Peter: Het zal in ieder geval een album worden wat gaat klinken als geen ander album. En als het dat wel zou doen dan zou ik het herschrijven! Tot slot: van alle kanten wordt jullie een gouden toekomst voorspeld, waar zien jullie jezelf over 5 jaar? Peter: Als we onze rekeningen kunnen blijven betalen dan doen we over vijf jaar nog precies hetzelfde als nu, musiceren, toeren en veel lol maken.
8/10
Over Mij Soms is het heel simpel. Ik schrijf graag en ik heb een passie voor muziek. Ik schrijf daarom over muziek! Nog zoiets: ik zet graag een nieuw concept op poten, een Online Magazine bijvoorbeeld. Voila: Ik schrijf over muziek en wel voor mijn eigen E-zine! In 2008 ben ik mijn eigen online muziek magazine begonnen; Ekaya.nl (Edward Kobus Asking Your Attention). Hoofdonderwerp: Indie muziek. Dat is onafhankelijk geproduceerde muziek in zeer brede zin, van stemmige folk tot uitbundige dance. Belangrijkste kenmerk: het is authentiek. Waarom? Om nieuwe muziek te ontdekken en te delen. Om muziek te kunnen ervaren en die ervaring te vertalen naar een recensie. Om kritisch te kunnen zijn over muziek, maar dan wel eerlijk en opbouwend. Om professionals binnen de muziek te leren kennen. Om goede muziek toegestuurd te krijgen… Ekaya mag een succes heten. De CD’s worden vanuit de hele wereld toegestuurd, mijn netwerk van mensen in de ‘industrie’ groeit gestaag en ik heb al met een aantal toonaangevende muzikanten mogen spreken. Daarbij hebben mijn writing skills zich over de jaren verbeterd. Over bezoekers geen klagen, dat zijn er toch snel 100 tot 150 per dag! Het is nu zaak om een versnelling hoger te schakelen. Het is mijn ambitie om me voor de volle 100% op de wereld van de muziek te kunnen richten. Voor Ekaya, maar ook voor andere online en offline magazines. Ik wil mezelf verbeteren, samenwerken met andere professionals. Ik ben opzoek naar opdrachtgevers! Graag zet ik mijn ervaring en kennis in voor (online) muziek magazines of redacties die nog wel een enthousiaste ondernemende muziek redacteur kunnen gebruiken.
9/10
Gegevens Ik ben beschikbaar als Freelancer en wel onder de vlag van mijn eigen onderneming RivoltA. KVK: 011397 58 0000 BTW: NL106411032B01 Adres Edward Kobus Vermeerstraat 2 8932DX Leeuwarden tel: 06 39723086 Mail:
[email protected] Web www.ekaya.nl www.edwardkobus.eu
10/10