Last van u Van hier tot aan het zand en weer, tot daar gaat onze band. En weer. ‘t Geheugen kan goed zeven. Hier vanboven is ‘t rap gekuist. Maar ‘t gevoel, dat is gebleven, ‘t voelt zich thuis, ‘t voelt zich thuis. Van hier tot aan het zand en weer. Tot daar gaat onze band. En weer. Niet dat ik niet functioneer. ‘t Is niet te opereren: laat het gerust, laat het gerust. ‘k Heb last van u, ik zit ermee, ik wil een voorschrift voor ziektecongé met u. Een fles wijn, twee glazen – ‘‘t is een wi(j)n-wi(j)nsituatie’, zeg je mij. En weer zie ik u graag, en weer houd ik me van de domme. ‘t Is weer om te blèten, en weeral gaat het er niet van komen, want van hier tot aan het zand en weer, tot daar gaat onze band. En weer. Er is geen plan, alleen genieten van wat ons overkomt. Lopen hand in hand en zwijgen mond op mond. Lopen hand in hand en zwijgen mond op mond.
Zang & el. gitaar: Wannes Cappelle Backing vocals: Sarah Budts El. gitaar, baritongitaar: Filip Wauters Bas: Tim Vandenbergh Piano: Tom Pintens Drums & percussie: Bert Huysentruyt Extra programmering: Robin Aerts
.
De woorden ‘’k Wil je nooit meer zien’, klinken hard in iedere taal. ‘t Is dooddoen zonder moorden, ‘t is zonder advocaat voor ‘t tribunaal. Dat ze uit de mond kwamen van de moeder van uw dochter - waar had je ‘t verdiend? Is ‘t lot zo nietsontziend? Die laatste dag met dochterlief, je leerde haar nog fietsen. Haar wiel begon te draaien, je kon er ondanks alles van genieten. Maar zonder vrouw en kind, de lijm waar je nog mee samenhing, was ‘t gedaan. De Schepper had compassie: je mocht gaan. En God zei: ‘Kom maar weer, ik ga er staan. Kom maar weer, ik ga er staan. Kom maar weer, ik ga er staan. Kom maar weer.’
Ploegsteert ‘t Was voor de koers dat jij die dag in Ploegsteert werd geboren. Lang voordat je haar kreeg op uw benen had je ‘t al afgeschoren. Nijdig over ‘t stuur van uw driewieler gebogen, je was nog kind: . En voor je ‘t wist, was je wereldnieuws. De camera’s, ze plakten aan uw vel. ‘’t Lijkt wel de nieuwe Merckx!’. De ploegen zwaaiden met contracten, ‘t één al vaster dan het ander. En in Ploegsteert zei de pastoor: ‘Ik wist van niets. Maar God is van onze parochie en rijdt met de fiets.’ ‘Ik kom eraan, ik ga er staan, ‘k kom eraan, ik ga er staan. ‘k Ga niet ontgoochelen, ik ga er staan, ‘k ga niet ontgoochelen.’ En ‘t volk zei: ‘Kijk, hier komt de man, ‘t talent druipt er in dikke druppels van. We hebben hem hier gemaakt!’ Ambitie lijkt op overmoed, ze zijn rap te verwarren. Een huis buiten proportie en een paar veel te sjieke karren. ‘t Was leven op te groot verzet, en het probleem met slechte maten: ze staan altijd klaar. Aasgieren en sjacheraars. En hoe het dan is fout gegaan, door wie of wat of waar. Uw enige verklaring: ‘Misschien zit ik gewoon zo in mekaar’, was weer wereldnieuws. Ze pakten u dan mee als een bandiet. Je zei: ‘Dat ben ik niet.’ ‘Maar ik kom weer, ik ga er staan, ‘k kom weer, ik ga er staan. ‘k Ga niet ontgoochelen, ik ga er staan, ‘k ga niet ontgoochelen.’ En ‘t volk zei: ‘Er zit een reukje aan, er zit zelfs doping in zijn banden. ‘k Wist dat hij had gepakt.’
Zang & el. gitaar: Wannes Cappelle Ak. gitaar & banjo: Geert Hellings Pedalsteel: Filip Wauters Contrabas: Tim Vandenbergh Piano: Tom Pintens Percussie: Bert Huysentruyt
Ier bie oes Een warme dag wordt afgestraft. De hemel brult en toont zijn macht. En ‘t zeikt en ‘t regent klachten. In open lucht, in ‘t openbaar, in open veld, we hangen maar wat rond, op niets te wachten. Als je stilstaat, ga je achteruit. Als je stil bent, hoor je het geluid al: de nieuwe naties komen. Met vleugels wijd en met wind mee. , met veel te veel, ze zwaaien met tabellen en komen in kolommen. Hier bij ons, hier bij ons is ‘t goed. De regen loopt op zijn tippen over ‘t dak. De blaadjes vallen van de almanak. De winter is nog niet in het land, maar hij is op komst, we gaan het niet tegenhouden. Dat hebben we nog niet in de hand. En je zuster, ‘t kind, je mist haar. Weekends vlammen meer harten in twee. ‘t Is tien jaar nu dat je haar in leven houdt. Zou het haar deugd doen dat we schreien? Waar is ze nu? Is er een adres? Waar is ze nu? Zou ze gediend zijn met een kaartje? Zou ze gediend zijn met een kaartje? Hier bij ons, hier bij ons is ‘t goed. En ‘t leven stokt, al doet het zijn best. De sneeuw komt en bedekt al de rest. Je glipt niet door de mazen. De zon schijnt, maar schijn bedriegt. ‘t Is koud en kil, en we zien niets door de aangedampte glazen. Ik weet dat je het anders had gewild. Voor eigen goed, voor je gezin. Maar slapen deed je samen, dromen deed je over andere dingen. En de tranen van uw moederlief, omdat je smoorde in ‘t geniep. Mocht je niet zoveel gegroeid zijn, je kroop weer in haar buik. Hier bij ons, hier bij ons is ‘t goed. Met stil geraas, met goede hoop. Met veel courage is ‘t al ontloken: de velden in bloemetjes. Kijk, de bomen staan in knoppen. Met de eerste warmte, en’t groen zo fris. We kunnen onszelf de duivel aandoen, maar de waarheid is: het leven laat zich niet stoppen. Hier bij ons, hier bij ons is ‘t goed.
Zang, el. gitaar & backing vocals: Wannes Cappelle El. gitaar & pedalsteel: Filip Wauters Piano: Tom Pintens Bas & zingende zaag: Tim Vandenbergh Drums & percussie: Bert Huysentruyt Extra programmering: Robin Aerts
Broers Kindje, ‘t is niet omdat we niet content zouden zijn met jou. Ook niet uit verveling, maar je krijgt er een broer bij. ‘t Was geen gebrek aan werk, of kindergeld, we komen niks tekort. Ge moogt gerust zijn: kindjes maken doen we niet voor de sport. ‘t Was goed overwogen, we hebben er lang over gedacht. En als mama niet gelogen heeft, zijn jullie van hetzelfde nageslacht. Hij krijgt zijn eigen bed, maar . Als je op ’t gemak wil spelen, heb je hem altijd aan je been. Hij weet het altijd beter, maar jij weet toch het meest. Hij loopt fluitend door de deuren die door u geopend zijn geweest. Hou hem voor ons in de gaten. Doe soms samen domme dingen. Stel hem voor aan uw maten. Laat ze ook zijn maten zijn. Heeft hij ‘k vraag het aan’ geschreven, belet hem dan van ‘t te verzenden. Toon hem zo de weg in ‘t leven, leer hem binnenbaantjes kennen. En dan, met de tijd, als je wat ouder bent, vervaagt ‘t verschil in jaren en in baardgroei en in sterkte, ook van bril. Heb je dan een vrouw en huis, kruip niet te ver uit mekaar. Want een broer is voor het leven, echt, en wel gelukkig maar.
Zang & ak. gitaar: Wannes Cappelle Euphonium: Lot Vandekeybus Trompet: Bert Huysentruyt Lapsteel: Filip Wauters Contrabas & tuba: Tim Vandenbergh Backing vocals: Sarah Budts
Vanonder
Verhus
We wonen te ver van onze ouders. We wonen te ver voor onze ouders. Mens, ze zijn zoveel verouderd. Een voor een maakten we brokken. Een voor een zijn we vertrokken. We hadden er zelf voor gekozen. ‘t Was altijd al zo afgesproken. Ge kunt er niet vanonder . muizen. Ge kunt er niet vanonder muizen. En , En alles is om af te geven. De grote ziektes van het leven, daar zijn we nog van gespaard gebleven. Tot nu altijd gespaard gebleven. Ge kunt er niet vanonder muizen. Ge kunt er niet vanonder muizen.
Dat ‘t mijn schuld ging zijn, wist je al van de eerste dag. Dat je ‘t niet gewild hebt, kan, maar niet dat je ‘t niet zag. ‘t Was al lang gebeurd. Ik heb ‘t nooit gezegd, maar ik wist: ‘t is kwestie van tijd. Onvermijdelijk, gelijk achteraf de spijt. Aan wie toon ik berouw? Wie kan ik daarin vertrouwen? En je ogen vragen of ik u graag zie. Ik zeg ‘ja’, maar eigenlijk is ‘t zo simpel niet. Ik krijg het niet uitgelegd. Ik krijg het niet uitgelegd. ‘k Zou u mijn hand wel kunnen geven, maar mijn hart is graag thuis. Een mens moet twee keer durven peinzen voordat hij verhuist. ‘t Gras was groener daar bij jou, maar hier had ik al een huis. Ge moet uw zolder willen legen, voordat je verhuist. Je hebt me gevangen, maar ik voelde me bevrijd. Dat ‘t uit zwakte was, wil ik niet hebben gezegd. Er was meer aan de hand. Dat ‘t mijn schuld ging zijn, wist ik van de eerste dag. Zeg dat je ‘t niet wist, als je iets gedaan hebt wat niet mag. . Ze geloven u wel. ‘k Zou u mijn hand wel kunnen geven, maar mijn hart is graag thuis. Een mens moet twee keer durven peinzen voordat hij verhuist. ‘t Gras was groener daar bij jou, maar hier had ik al een huis. Ge moet uw zolder willen legen, voordat je verhuist.
Zang & piano: Wannes Cappelle
Zang: Wannes Cappelle Ak. gitaar & piano: Tom Pintens Bas & effecten: Tim Vandenbergh El. gitaar: Filip Wauters Drums: Bert Huysentruyt Extra programmering: Robin Aerts
In de plaaster Mijn leven is een quiz. Ik ken de vragen ondertussen van buiten. Maar het is multiple choice, veel te multiple choice. Er is meer keuze dan dat ik kan gebruiken. Mijn leven staat op stelten, maar als ‘k rap genoeg ga, houd ik mijn evenwicht wel. Iedere dag mijn uren kloppen, kwestie van gewoon niet stoppen. En als je toch stopt: rap op reis, anders zou je beginnen peinzen op de duur. Ligt het aan mij? Ben ik nu ziek? Mijn hoofd moet in de plaaster. ‘k Zoek een verband, ik zit al jaren op de velg. Kun je niet wat blazen? Ligt het aan mij? Ben ik nu ziek? Mijn hoofd moet in de plaaster. Geef mij ‘t verdict, ik ben verstikt, ik geraak buiten asem. Mijn leven is een cross. Ik heb goede spikes aan, maar mijn veters hangen los. Tot nu toe nog ongeslagen, wacht ik op een bezemwagen. ‘k Vrees dat ik mijn beste krachten al heb verspild. God, keek jij misschien wat scheel, toen je de mens gemaakt hebt naar uw eigen beeld? Ik geloof niets van al wat je zegt, want jij leeft in de wolken, en . Wij leven in ‘t echt. Ligt het aan mij? Ben ik nu ziek? Mijn hoofd moet in de plaaster. (‘k Heb ooit nog zicht gehad op land). ‘k Zoek een verband, ik zit al jaren op de velg. Kun je niet wat blazen? Ligt het aan mij? Ben ik nu ziek? Mijn hoofd moet in de plaaster. (Wind mee, maar de verkeerde kant). Geef mij ‘t verdict, ik ben verstikt, ik geraak buiten asem. Ik leef op ‘t tempo van een gletsjer. Ik ben van ijs en puin en stof. Voor iedere meter dat ik vooruitga, smelt ik dubbel zoveel af. En alles wat ik weet, vent, waar heeft het mij gebracht? Ik had in plaats van al dat lezen beter een beetje meer gewrocht.
Zang: Wannes Cappelle El. gitaar: Filip Wauters Bas: Tim Vandenbergh Piano: Tom Pintens Drums, percussie & backing vocals: Bert Huysentruyt Cello: Frans Grapperhaus Extra programmering: Robin Aerts
Ge zwiegt
Oe est meuglijk
Ik probeer u te vergeten, maar ik weet nog perfect waar dat je stond. Ik zocht naar uw lippen, maar gij hield uw mond. Ik had de bui niet zien hangen. Ik was er niet echt op gekleed. Ik bleef zitten - ik weet niet hoelang - en ‘k heb uw woorden uitgezweet. We gingen andere wegen. . Ik kan het nog moeilijk geloven. Heb ik er iets opgedaan, dat het vuur zo rap kon doven? Of is ‘t nooit echt aangegaan? Ik kan er niet tegen, die vragen waarom. ’t Is vissen naar redenen, hoe dat het komt. Ge zwijgt omdat je de dingen niet kunt benoemen of uit verdriet. De woorden zijn met veel te veel, ge krijgt ze door uw keel niet. Ge zwijgt omdat je de dingen niet kunt benoemen of uit verdriet. Ge zoekt hoe dat je het zeer verzacht, maar oplossingen zijn er simpel niet. In ‘t begin sprong je nog binnen, een beetje gelijk een goede maat. Tot mijn spijt heb ik ondervonden dat zelfs dat ook overgaat. En de tijd is een genezer, maar ons trok hij uit mekaar. Gasten gelijk Jezus zijn verrezen, maar ik speel dat niet klaar. Ik kan er niet tegen, die vragen waarom. ‘t Is vissen naar redenen hoe dat het komt. Ge zwijgt omdat je de dingen niet kunt benoemen of uit verdriet. De woorden zijn met veel te veel, ge krijgt ze door uw keel niet. Ge zwijgt omdat je de dingen niet kunt benoemen of uit verdriet. Ge zoekt hoe dat je het zeer verzacht, maar oplossingen zijn er simpel niet. En als het voorkomt dat ik genees, dat ik iemand anders heb. Dat ik in uw brieven niet langer meer lees wat je nooit geschreven hebt: gaan we dan iets gaan eten? Zeggen dat we ‘t verstaan? En samen vergeten. Ons laten gaan. Ge zwijgt omdat je de dingen niet kunt benoemen of uit verdriet. De woorden zijn met veel te veel, ge krijgt ze door uw keel niet. Ge zwijgt omdat je de dingen niet kunt benoemen of uit verdriet. Ge zoekt hoe dat je het zeer verzacht, maar oplossingen zijn zo simpel niet.
Ik ga u niet bij naam noemen, omdat dat de mensen stoort. Niet waarom dat jij gegaan bent, maar wel hoe, dat zeggen ze voort. Hoe is ‘t mogelijk? Blijkbaar stond ‘t in de gazet, in een hoekje bij de sport, maar ik weet het via-via, van iemand die het ook heeft gehoord. Hoe is ‘t mogelijk? Hoe is ‘t mogelijk? Ik heb u nooit echt graag gehad, ge had dat ook wel in de gaten. Maar nu dat je er niet meer zijt, tel ik u toch gelijk bij mijn maten. Graag gezien zijn door de mensen, kreeg je nooit onder de knie. : er zijn teveel gasten gelijk gij. Zaten er spoken in uw hersens? Had uw peinzen platte band? Zat er sleet op de formule? Zat er stof op uw verstand? Is ‘t mogelijk? Was je ziek of was ‘t een vrouw die je misschien niet krijgen kon? Of was het ander lijfelijk lijden waar dat je nu van zijt verlost? Is ‘t mogelijk? Is ‘t mogelijk? Ik heb u nooit echt graag gehad, ge had dat ook wel in de gaten. Maar nu dat je er niet meer zijt, tel ik u toch gelijk bij mijn maten. Graag gezien zijn door de mensen, kreeg je nooit onder de knie. Onderzoek heeft uitgewezen: er zijn teveel gasten gelijk gij. Wat kon ik doen, was ‘t te verhelpen? U voortgesleept tot bloedens toe: was ‘t niet te stelpen? Ik hoop oprecht voor u dat daar waar dat je nu zit, dat ‘t daar beter is. Hebben ze u daar al wel aanvaard, daar in de aarde? Ik weet het niet meer zeker. Maar de laatste keer in mei. We kruisten bij het oversteken. Heb ik dan goeiedag gezegd?
Zang & ak. gitaar: Wannes Cappelle Piano: Tom Pintens Cello: Frans Grapperhaus
Zang & el. gitaar: Wannes Cappelle Piano: Tom Pintens El. gitaar: Filip Wauters Bas: Tim Vandenbergh Drums & percussie: Bert Huysentruyt
Benauwd
Met drie
Ik ben benauwd voor mijn wekker. Ik ben benauwd voor ‘t witte blad. Dus ik trek de eerste uit de stekker. Ik maak niets af. Ik leef in ‘t klad. Ik ben benauwd alleen in ‘t donker en met zoveel hier overdag. Er is geen ontkomen aan het gekronkel, en ‘t is altijd ergens nacht. Ik heb gebluft, ik heb gelogen. Ik liet iedereen in de waan. Ik kan niet anders dan ontgoochelen. ‘k Heb het mezelf aangedaan. Met wat woorden op een blaadje en wat noten in mineur ben ik een vogel voor de kat, Ik lig wakker van de wereld hier te stinken in mijn nest. Soms krijg je knikkers voor uw parels, soms krijg je geld voor uw mest. En als mijn kinders mij gaan vragen: ‘Vader, hoe, waarom of wat?’ ‘Ach, ik vul ook gewoon mijn dagen, vraag dat maar aan uw ma.’
De wereld is gestopt met draaien rond mij, maar ik ben er nog dronken van en ik zie nog niet veel klaar voor ogen. We kunnen ‘t niet zien, omdat het zich verstopt, maar er zit een kindje in uw buik, als je onze dokter mag geloven. ‘t Heeft een hartje en al ‘t begin van oren. We doen het voorzichtig, we willen ‘t niet storen, ge weet nooit wat ze onthouden. Van nu voort zijn we met drie. Gij verdikt, en ‘t leven, dat verzwaart. Ik ben aan het sparen voor een baard, om iets te doen te hebben tijdens ‘t wachten. Gij volgt een strikt en streng regime. Voor mij heeft dat eigenlijk weinig zin. Maar ik doe wel mee, soms in gedachten. Zijn we niet nog wat jong? Zijn we niet nog wat te jong? Uw moeder wist het direct. Hoe kon ze dat zien? Ik ben eerder enthousiast, ik kan niet wachten tot de dag dat ik het mag zeggen aan mijn exen. Ik doe mijn deel, maar ‘t grootste werk doe jij. De natuur heeft andere dingen aan haar hoofd, ze peinst zij duidelijk niet aan het evenwicht der seksen. Gaan we het dopen voor de goede vrede? Wie kent er hier een pastoor die nog okee is? Gaat het uw of mijn naam krijgen? Zijn we eerlijk over Sinterklaas, of gaan we er over liegen? Ga je ‘t liever zien dan mij? Je zegt: ‘Ik weet het niet. Maar van nu voort zijn we met drie.’
Zang, el. gitaar & backing vocals: Wannes Cappelle Backing vocals: Sarah Budts, Gregory Frateur, Steve Dugardin El. & ak. gitaar: Filip Wauters Bas: Tim Vandenbergh Piano & Fender Rhodes: Tom Pintens Drums: Bert Huysentruyt Mandoline: Rik Lefevere Cello: Frans Grapperhaus Extra programmering: Robin Aerts
Zang & ak. gitaar: Wannes Cappelle Cello: Frans Grapperhaus
?
Productie: Robin Aerts Techniek: Jan Maas Opgenomen op 16 augustus 2011 in Cultuurkapel De Schaduw (Ardooie), behalve ‘Met drie’ en ‘Met vier’: opgenomen op 9 augustus 2011 in de Lea Daanzaal van Villanella (Antwerpen). Overdubs opgenomen door Robin Aerts in The Boiling Room (Antwerpen) en Tom Pintens in Pintens Palace (Antwerpen). Mix: Robin Aerts en Jan Maas. Arrangement: Robin Aerts, Wannes Cappelle, Frans Grapperhaus, Geert Hellings, Bert Huysentruyt, Tom Pintens, Tim Vandenbergh, Filip Wauters. Schilderij en tekeningen: Stijn Dierckx. Foto’s: Natalie Wynants. Lay-out: Gregory Frateur en Stijn Dierckx.
Bedankt! Alda Berglind Egilsdóttir & Miek Peeters voor het geduld en de Grote Liefde, Tijl Piryns & Stoffel Verlackt voor het invaltrommelen, Sarah Budts voor de mooiemeisjesstemmen, Lot Vandekeybus voor het goedklinkende euphonium, Steve Dugardin & Gregory Frateur voor de knappe knapenzang, Adams Drums voor de drums van Bert Huysentruyt, Wouter Deprez & Bruno Decock voor steun en geloof, Jonah Muylle voor de schaduw, de pizza’s en het gesleur, Villanella voor die goede (en vooral) oude Lea Daanzaal, Rita en Willy Claessens-Maas voor koffie, cake en mama’s keuken, Geert Hellings om Ploegsteert op de fiets te zetten, Joris Caluwaerts voor geduld en bijstand toen het nog niet kwam, Stijn Dierckx voor klank- en andere borden, Rik Lefevere voor de mandoline, Thijs Delrue, Bart Meuleman & Roos Rebergen voor de voorluisterbereidheid, Kristien Hemmerechts voor de suggestie, Natalie Wynants voor het obscure camerawerk, Manu Dewitte voor de Volvo (†), Steven Claerhout, Koen Vandemaele, Ewout Vansteenkiste, nog eens Wouter Deprez, Thomas Dewitte & Bram Bostyn omdat de aandeelhouder wint. Familie en vrienden: ge zijt veel te goe kerels. En u, dank u, om te betalen voor onze muziek.