GEEFT HET LEVEN WARMTE
VARIOTHERM
Plintverwarming
Montagehandleiding 2275
Inhoudsopgave
Pagina 2
Over deze handleiding Dit handboek helpt u om snel en zeker uw doel te bereiken. Op grond hiervan is dit boek als volgt opgebouwd: Pagina De verwarmingsinstallateur alle De vloerenlegger 10 De elektriciën 3, 4, 14 ,15 De bouwer/ gebruiker alle 1
Veiligheidsaanwijzingen
3
1.1 1.2 1.3
Voorschriften Garantievoorwaarden Weerbestendigheid van Varioklima-buizen Het verwarmingselement
3 3
1.4 2 2.1 2.2 3 3.1 3.2 3.3 4 4.1 4.2
3 3
Algemeen 4 Verdelersysteem met Varioklimabuis 4 2-buizenysteem (bijv. met koperbuis) 4 Plintverwarmingstypes 5 Plintverwarmingstypes met metalen omlijsting 5 Plintverwarmingstypes voor houten omlijstingen 5 Speciaal type voor houten omlijsting 5 Aansluitingsmogelijkheden 6 Verdelersysteem met Varioklima-buis 16x2 aan toevoer 6 2-buizenysteem (bijv. met koperbuis) 6
5
Aansluitingsafstanden
7
6 6.1
Montage van de houders Onderdelen van de houder, beschrijving Voorbereiding Bevestiging van de houder
7
6.2 6.3 7 7.1 7.2 7.3
Verwarmingselement, aansluiting Plaatsen van de verwarmingselementen Vastzetten van de elementen Aansluiting
7 7 8 8 8 8 9
8 8.1 8.1.1 8.2
Omlijsting Delta omlijsting Verbindingen Classic omlijsting
9 9 9 10
9
Aaansluiting met verdelersysteem en Varioklima-buis 11
9.1 9.2 9.3 9.3.1 9.3.2
Buigmal 11 Afkorten van Varioklima-buis 11 Hoekkoppelstuk 11 Deel Varioklima-buis 11 Deel koperbuis (verwarmingselement) 11 9.4 Ontluchten 12 9.5 Gereed voor verruwing 12 10 Aansluiting met 2-buizensysteem (bijv. met koperbuis) 12 10.1 Solderen 12 10.2 Gereed voor verruwing 12 10.3 Thermostatventiel met geintegreerde ontluchter 12 10.3.1Aansluitingskoppelstuk 13 10.4 Retourkoppelstuk 13 10.5 Gereed voor verruwing 13 11
Variotherm verdeler
11.1 Klemkoppeling
14 14
12
Vullen/ontluchten van de aanleg, De drukproef 14
13
Hydraulisch inregelen
15
14 Stelmotor 14.1 Technische gegevens 14.2 Montage
15 15 15
15
15
Ingebruikname
Wij feliciteren u met de keuze voor dit verwarmingssysteem en wensen u succes bij de montage. Lees a.u.b. deze handleiding volledig en zorgvuldig door. Veel plezier met de warmte van Variotherm Plintverwarming!
Pagina 3
1
Veiligheidsaanwijzingen
1.1 Voorschriften Neemt u de plaatselijk geldige voorschriften en normen in acht voor elektro- en verwarmingsinstallaties. 1.2 Garantievoorwaarden Wanneer er geen sprake is van een vakkundige installatie en ingebruikname van de verwarming, bestaat er geen recht op garantievoorwaarden door de
1.3 Weerbestendigheid van de Varioklima-buis De Varioklima-buis voor de toevoer naar de plintverwarming is slechts beperkt weerbestendig en moet dus beschermt worden tegen direct zonlicht. De Varioklima-buis mag niet onbedekt neergelegd worden. Door het samenspel van lucht-zuurstof en UV-stralen worden de buizen beschadigd. De gebruikelijke tijdelijke opslag op de bouwplaats voor enkele dagen is toegestaan.
1.4 De verwarmingselementen De verwarmingselementen worden in kartonverpakking (verpakkingseenheid 1 stuk tot 2500 mm resp. 4 stuks tot 2500 mm resp. 6 stuks tot 2500 mm bij element HL18mini) geleverd. Ze kunnen tegen beschadiging en verbuigen van de lamellen beschermd worden. Verwarmingselement HL18:
Verwarmingselement HL18 mini:
Pagina 4
2
Algemeen De installatie gebeurt in een verdelersysteem met Varioklima-buis of in een 2-buizensysteem met koperbuis. Let u bij de plaatsing van stopcontacten erop, dat ze boven de plintverwarming zitten.
Stopcontact
2.1 Verdelersysteem met Varioklima-buis 16 x 2 Aansluiting: Verdeler met afzonderlijke kamerregeling (naar keuze met thermostaat) en flow-meter in de retour, Varioklima-buis 16x2 als aanvoer, isolatieslang (of voorgeisoleerde Variomodulebuis) en een hoekkoppelstuk als verbinding tussen verwarmingselement en geisoleerde toevoer.
2.2
2-buizensysteem (bijv. met koperbuis) Aansluiting: Afzonderlijke kamerregeling door aanvoerventiel met geintegreerde ontluchter en thermostaatknop: links/rechts uitvoering, instelling van de waterhoeveelheid mogelijk. Retourventiel: alleen ter afsluiting. Verruwing: bijv. koperbuis in de afmetingen 22x1, 18x1, 15x1
()
Pagina 5
3
Plintverwarmingstypes
3.1 Plintverwarmingstypes met metalen omlijsting Plintverwarmingstype mini Delta Plintverwarmingstype Ia Delta
Plintverwarmingstype IIa Delta Plintverwarmingstype IIIa Delta
65 mm
87 mm
87 mm
42 mm 195 mm
195 mm
195 mm
40-50 mm
40-50 mm
40-50 mm
130 mm 30-40 mm
3.2 Plintverwarmingstype voor houten omlijsting Plintverwarmingstype mini Classic Plintverwarmingstype Ia Classic
Plintverwarmingstype IIa Classic Plintverwarmingstype IIIa Classic
65 mm
88 mm
88 mm
44 mm 200 mm
200 mm
200 mm
40-50 mm
40-50 mm
40-50 mm
130 mm 30-40 mm
3.3 Speciaal type voor houten omlijsting (met houten houders)
13,50 mm
³ 40 mm 120 mm
13,50 mm
16 cm
16 cm
200 mm
160 mm
10,30 mm
Plintverwarmingstype VIa Classic
³ 40 mm 170 mm
20 cm
Plintverwarmingstype Va Classic
20 cm
Plintverwarmingstype IVa Classic
³ 40 mm 170 mm
Pagina 6
4
Aansluitingsmogelijkheden
4.1 Verdelersysteem met Varioklima-buis 16x2 als toevoer
Type “mini” Classic
Type Ia Classic
max. Lengte 7,5 m
max. Lengte 7,5 m
VL
RL
VL
Type IIa Classic
Type IIIa Classic
max. Lengte 7,5 m
VL 4.2
RL
max. Lengte 5 m
RL
RL VL
2-buizensysteem met bijv. koperbuis Type Ia Classic Type “mini” Classic
max. Lengte 7,5 m
max. Lengte 7,5 m
RL VL
RL VL
RL VL Type IIa Classic
Type IIIa Classic
max. Lengte 7,5 m
max. Lengte 5 m
RL VL
Pagina 7
5
Aansluitingsafstanden Om een beschadiging aan de verwarmingselementen te voorkomen, moeten deze pas na het toevoegen van estrich of het leggen van de vloer aan de afgewerkte muur bevestigd worden.
6
Montage van de houders
6.2 Voorbereiding
6.1 Onderdelen van de houder, beschrijving
De hoogte van de houders vaststellen
De houders voor de plintverwarmingstypes Classic en Delta zijn hetzelfde uitgevoerd. Voor het type Classic is voor iedere houder nog een montageplaat voor de bovenkant en een voor de voorkant van de omlijsting toegevoegd waarmee de door de klant geleverde omlijsting op de houder geschoven kan worden. 5
Onderdelen HL type Classic Onderdelen HL type Delta
1
3d
3a 3b
2
*
Verdere markeringen ca. alle 750 mm met de waterpas aftekenen
7
3
* Afstand van vloer tot onderkant van de omlijsting: mini: 30-40mm Ia, IIa, IIIa: 40-50mm
6
4
750
mm
7 4
3d
20
3b
3c
1 Ronde-kopsschroeven 5x50 mm 2 Pluggen U8 3 Houder 3a Neus 3b Ondersteuning (voor verwarmingselement) 3c Veer 3d Opening voor schroeven 4 Clip 5 Montagesplaatje bovenkant 6 Montageplaatje voorkant 7 Platte-kopsschroeven 3x16 mm
.7 ca
0m
m
mm 50
Gaten boren (wanneer nodig)
Pagina 8
6.3 Bevestiging van de houder Wandoneffenheden moeten van te voren vereffend worden. De voor- en bovenkant van de houder moeten in een rechte lijn zijn (controleren met lat). De onderste en een van beide bovenste schroeven in de hiervoor gemarkeerde plaatsen schroeven (niet helemaal: ca. 5 mm overhouden).
2.
3.
1.
... En bij de houders bijv. met een 20 steeksleutel de aluplaten aan de kant schuiven.
De verwarmingselementen kunnen met buissnijders afgesneden worden en de strippen kunnen samengesoldeerd of geperst* worden. Let u op de correcte inbouwpositie van de elementen passend bij de daarvoor bestemde types (Hfst 3).
Houder op de schroeven steken.
De ontbrekende schroeven inboren, houder plaatsen en vastzetten (alle schroeven vastboren).
4.
7
Inleggen van verwarmingselement
7.2 Vastzetten van elementen
6a
Met clips het element vastzetten. 1.
Verwarmingselement, aansluiting
2.
7.1 inleggen van de elementen De verwarmingselementen worden in een rij (doorstromingsdruk door alle elementen) met bogen of hoeken samengesoldeerd of geperst. De elementen parallel aan de wand plaatsen ...
Op deze plaatsen wordt de clip van het betreffende type met een schroevendraaier naar beneden gedrukt en aansluitend met de duimen ingerasterd worden. Typ mini
Typ Ia
Typ IIa+IIIa
Met een kleine waterpomptang kan de clip gemakkelijk weggehaald worden.
Pagina 9
7.3 Aansluiting Na het plaatsen van de elementen in de houders kan de buisverbinding tot stand gebracht worden. Zie hfst 4 en 9. Tip voor de verruwing: Door de vorm van de houders kunnen indien gewenst aanvullende ongeisoleerde toevoerbuizen aangebracht worden. .
Type Ia
Type mini
Voltooide bevestigde Delta omlijsting.
Wanneer door oneffenheden in de wand bij het bevestigen van de bovenkant problemen optreden, dan moeten de houderschroeven boven losgemaakt worden. Na het inrasteren van de omlijsting kunnen deze schroeven door de bovenste voorste warme luchtopening weer vastgezet worden. Voor het verwijderen van de omlijsting deze eerst aan de onderkant losmaken (1) en dan naar boven optillen (2).
Type IIa
8
2.
Type IIIa
1.
Omlijsting Als de gewenste omlijsting van de plintverwarming niet meteen gemonteerd wordt, dan worden de gemonteerde verwarmingselementen door het verpakkingsmateriaal beschermd. U kunt hiervoor het karton in de aanwezige groeven voor de Delta-omlijsting inklemmen en onder met tape vastzetten.
8.1.1 Verbindingen Verbindingsstukken worden ingeclipt, binnenhoeken, buitenhoeken en de eindkappen links/rechts (afbeeldingen van boven naar onder) worden later door middel van bijgevoegde schroeven aan de voorste omlijsting bevestigd (niet het voorboren vergeten!).
8.1 Delta omlijsting Delta-omlijsting onder bij de veer inhangen en boven in de houder laten vallen.
2. 1.
Type mini
Verbindingsstuk Buitenhoek 90° Binnenhoek 90° Binnenhoek 135° Eindkap links Eindkap rechts
Pagina 10 Bij de toepassing van een thermostaatventiel met geintegreerde ontluchter worden in de as van de thermostaatknop met een passende Rundlochknacker een gat gemaakt, waaruit later de thermostaatknop uitsteekt.
Nu kan de bovenste omlijsting erop geschoven worden.
Rundlochknacker Æ 40 mm voor HL “mini” Æ 55 mm voor alle andere plintverwarmingstypes
Voor de voorste omlijsting wordt de montageplaat op de houder afgestemd bevestigd.
Type mini
8.2 Classic omlijsting Voor de omlijsting die door de klant geleverd wordt voor het tzpe Classis zijn bij iedere houder twee montageplaatjes met bevestigingsschroeven bijgevoegd (zie ook par. 6.1). Voor een houten omlijsting is praktisch elk hout geschikt. Het hout moet zo recht en droog mogelijk zijn (bijv. Triplex) Montageplaat je in de houder schuiven ...
1.
2.
De voorste omlijsting in de veer onder inhangen en in de neus laten springen. Voor de sluiting wordt eenvoudig gebruik gemaakt van montagehoeken.
... En de omtrek daarvan op de bovenste omlijsting tekenen.
Montageplaatje op de bovenste omlijsting schroeven.
Als thermostaatventielen worden ingebouwd, dan moeten deze aan de voorkant uit de omlijsting steken (meestal bij twee buisverruwing). Niet verticaal inbouwen! Voor thermostaatventielen moet uit de voorste omlijsting een gat uitgesneden worden.
Pagina 11
9
Aansluiting met verdelersysteem en Variomodulebuis 16x2 Bij de aansluiting in een kamer worden eerst de Varioklima-buizen van de verdeler naar de plintverwarming en retour gelegd, geisoleerd en met de verdeler en verwarmingselement verschroefd. Er kunnen natuurlijk ook voorgeisoleerde Variomodule-buizen gebruikt worden. Bij het leggen van de Varioklima-buizen mag geen knik in de buis optreden. Klemkoppelingen moeten niet in de vloer ingebouwd worden. De Varioklima-buis moet in een stuk van de verdeler naar het element geplaatst worden.
9.1 Buigmal Gaat alleen om de toevoerleidingen bij het verdelersysteem. Voor het buigen wordt de buigmal gebruikt. De buis moet bij het buigen goed in de gleuf gehouden worden. Handmatig buigen zonder verwarmen bij een kamertemperatuur meer dan 5 °C mogelijk. Bij lagere temperaturen wordt de buis voorverwarmd. Let op: bij het buigen moeten de handen zo dicht mogelijk bij de buigmal geplaatst worden, om zo knikvorming te voorkomen.
Het buiseinde met het passende kalibreerwerktuig tot aan de aanslagkant in de buis schuiven. Door middel van zichtcontrole zekerstellen, dat de buisvoorkant glad, schoon en slijpselvrij Is. Aanslagkant 9.3 Hoekkoppelstuk 9.3.1 Deel Varioklima-buis Klemkoppeling los over de Varioklimabuis schuiven. De beschermhuls met licht draaiende bewegingen tot aan de aanslag invoeren (niet er inslaan). Varioklima-buis met beschermhuls tot aan de aanslag in de klemkoppeling invoeren en in deze positie koppelstuk bevestigen (40 Nm). Gebruik hierbij onze montagesleutel. 9.3.2 Deel koperbuis (verwarmingselement) De samengestelde klemkoppelingen los over de beschermhuls in de koperbuis schuiven.
Belangrijk: de koperbuis tot aan de aanslag in de hoek inschuiven en in deze positie het koppelstuk bevestigen (40 Nm). Gebruik ook hierbij onze montagesleutel. 9.2 Afkorten van de toevoerbuis Het afkorten van de buis gebeurt met de Variotherm buissnijdertang. Let op: de buis moet rechtop afgesneden worden. De ontstane doorsneeverandering van de toevoerbuis aan het snijvlak wordt met het metalen kalibreerwerktuig verholpen (rondgemaakt) Let op: de buis alleen kalibreren en niet breder maken.
Pagina 12 9.4 Ontluchting De ontluchting geschiedt door de in de verdeler gebouwde ontluchters. Bij de hoogst gelegen verdeler moeten automatische ontluchterspotten gebruikt worden.
10.3 Thermostaatventiel met geintegreerde ontuchter Het thermostaatventiel met geintegreerde ontluchter is er voor een linker of rechter aansluiting aan het element.
9.5 Afgewerkte verruwing
Thermostaatventiel rechts met ontluchter
Bij het 2-buizensysteem worden de elementen met koperbuizen volgens een leg-plan verruwt. In de aanvoer wordt het aanvoerventiel met geintegreerde ontluchter ingebouwd en aan de retourkant van het element het retourventiel. 10.1 Solderen bij koperverruwing Voor het solderen wordt een onderlaag ter bescherming van de vloer en de muur aangebracht. Buizen en fittingen worden aan de soldeerplekken goed schoongemaakt. Soldeerpasta wordt gelijkmatig op een deel aangebracht. De beide contactplekken worden samengezet en gesoldeerd. Belangrijk is, dat er geen vuildeeltjes zoals muurstof etc. bij het solderen aanwezig is. 10.2 Ontluchter Op het hoogtste punt van de installatie moet een automatische ontluchter aangesloten worden. De ontluchter van de individuele plintverwarming gebeurt over de aanvoerthermostaatventiel met geintegreerde handmatige ontluchter (bij ventielen zonder ingebouwde ontluchter wordt de ontluchtershoek ð art.-nr. Z119 - bij de retour ingezet).
Ontluchter
Ventiel
-
10 Aansluiting met tweebuizensysteem (bijv. met koperbuis)
+
Kunststofbeschermkap
Instelsleutel Voor de precieze voorinstelling van de thermostaat- en handkraanventiel
2
RL
Wanneer wordt geleverd zit op het ventielspil een kunststof beschermkap. Hiermee kan het ventiel al zonder thermostaatknop (of handkraan) geopend of gesloten worden (voor de precieze hydraulische voorinstelling van de thermostaat- en handkraanventiel wordt de instel-sleutel gebruikt ð Art.-Nr. Z118.). Voor de montage van de thermostaatknop of de handkraan wordt de kunststof beschermkap er af gehaald. De thermostaatknop wordt nu in geopende stand (streep op stand 5) zo vastgezet, dat het cijfer 3 aan de bovenkant zit. De verbinding tussen de thermostaatknop en het ventiel passen nu precies in elkaar. Door het aanschroeven van de klemkoppeling van de thermostaatknop/handkraan wordt dit vastgezet.
Iotherm1
VL
Thermostaatventiel links met ontluchter
Thermostaatknop
Handkraan
Pagina 13 10.3.1 Aansluitingskoppelstuk De samengestelde klemkoppelingen losjes over en de beschermhuls in de koperbuis schuiven. Let op: de buis moet al afgesneden zijn. Belangrijk: De koperbuis tot aan de aanslag in het ventiel schuiven en in deze positie het koppelstuk bevestigen (40 Nm). Gebruikt u hierbij onze montagesleutel.
10.4 Retourkoppelstuk Het retourkoppelstuk dient als afsluiting voor de eventueel noodzakelijke demontage van de elementen (bijv. bij verfwerkzaamheden). Onder de beschermkap bevindt zich het ventielspil. Door aandraaien kan het retourventiel gesloten worden. De samengestelde klemkoppelingen losjes over en de beschermhuls in de koperbuis schuiven. Let op: de buis moet al afgesneden zijn. Belangrijk: De koperbuis tot aan de aanslag in het ventiel schuiven en in deze positie het koppelstuk bevestigen (40 Nm). Gebruikt u hierbij onze Montagesleutel.
10.5 Voltooide verruwing
RL VL
Pagina 14 De volgende onderdelen 11 tot 14 slaan uitsluitend op het verruwingsysteem met verdelers.
positie koppelstuk vastzetten (40 Nm). Gebruikt u hierbij onze montagesleutel. Let op: de buis moet reeds afgesneden zijn!
11 Variotherm verdeler De verdeler kan zowel voor boven- als onderpleistermontage gebruikt worden. Voor beide toepassingen zijn er verdelerkasten voor het afdekken van de verdelers. Men kan ook bijvoorbeeld zelf uit hout een omlijsting maken. De verdeler wordt met de houders aan de muur bevestigd. De aanvoerbalken (rood) moeten boven aangebracht worden. In de retourbalken (blauw) zijn flow-meters aangebracht. Hiermee wordt bij gebruik het hydraulische inregelen gebruikt. De dimensie van de toevoerleidingen naar de verdeler richt zich naar het aantal verdelers. Tot en met 5 groepen is een koperbuis Æ 22 mm geschikt. Bij meer dan 5 groepen bijvoorbeeld een koperbuis Æ 28 mm. 11.1Klemkoppeling Klemkoppeling losjes over de Varioklimabuis schuiven. De beschermhuls met licht draaiende beweging tot aan de aanslag invoeren (niet er in slaan). Varioklima-buis met beschermhuls tot aan de aanslag in de klemkoppeling invoeren en in deze
Variotherm
Variotherm
12 Vullen/ontluchten van de installatie en drukproef De kogelkraan-ingang van de verdeler en alle retoursegmenten worden gesloten. Verzamelde aanvoerventielen (rode segment) worden geopend. Dan wordt aan de beide vulkranen aan aanvoer- en retourbalken een waterslang aangesloten. De aanvoerbalken worden onder druk gezet en het retoursegment (door draaien van flow-meters) van het eerste verwarmingselement wordt geopend. Zo wordt over de aanvoer van het water door de gezamelijke groep geperst en grondig doorgespoeld. De waterslang van retourbalken wordt geleegd in bijv. het riool. Wanneer het water zonder luchtbellen eruit, dan wordt eerst het geopende retoursegment gesloten. Onmiddelijke daarna wordt het volgende retoursegment geopend. Bij de andere groepen wordt alles herhaald, tot de gehele installatie gevuld ist.
Pagina 15 Als laatste wordt deze ‘ doorspoelprocedure’ bij de opening van alle aanvoer- en retoursegmenten herhaald. Beide vulkranen aan de verdeler kunnen gesloten worden, de aanvoer- en retoursegmenten van alle verdeler kunnen geopend worden. Nu moet over een vul en tapkraan aan de verdeler een drukproef gedurende 24 uur gehouden worden. Daarna kunnen alle koppelstukken worden aangezet, kan de druk op 2-3 bar worden gezet en tot aan de voltooiing te handhaven, om eventuele beschadingen te herkennen.
14 Stelmotor 14.1 Technische gegevens Functie:
Stroomloos gesloten 230 V AC/DC, +10%...-10%, 0 - 60 Hz
Spanning:
Inschakelstroom korttijdig: Duurstroom/-prestatie: Duur sluiten en openen: Bedrijfstemperatuur: Medientemperatur: Luchtvochtigheid: Beschermingswijze: Kleur omhulsel: Gewicht: Aansluitingskabel:
300 mA 9 mA/2 W ca. 3 min. 0 - 50 °C 0 - 100 °C max. 80 % IP 40/II Polyamide/wit 73 g 2 x 0,5 mm², PVC wit, 1m
Wasser z.B. in den Kanalanschluss
13 Hydraulisch inregelen De lengte van het verwarmingselememt en de toevoerleiding (Variomodule-buis) bepalen het drukverlies van de afzonderlijke groepen. Voor het hydraulisch inregelen moet de betreffende circulatiepomp werken. Het hydraulisch inregelen wordt met het flow-metermengventiel in retour gedaan. Let op! Het aanvoerventiel moet hierbij volledig geopend zijn. Bij iedere groep hoort een flow-meter. a) Gezamelijke flow-meters in retour volledig openen (glazen buisjes tot aan de aanslag er in draaien). b) Flow-meter langzaam sluiten, tot de teller de benodigde (doorstroom)hoeveelheid bereikt heeft. In principe is de verwarming correct ingesteld, wanneer alle flow-meters de betreffende waarden laten zien. Liggen alle indictaoren boven trap 4, dan kan de circulatiepomp op een lager aantal omwentelingen ingesteld worden (besparing stroom!).
14.2 Montage Het leegmaken van de installatie is niet noodzakelijk. a) Zwarte ventiel-beschermkap weghalen b) Grijze adapterring los schroeven c) Stelmotor bevestigen FirstOpenFunctie VARI THERM
Drukmontageclipfunctie
VARI THERM
Aanwijzing: Stelmotor met adapter (bij de levering van de stelmotor gevoegd) op de Variotherm verdeler plaatsen.
15 Ingebruikname Het hoofdaafsluitingsventiel aan de verdeler en de verdelerafsluitingen kunnen geopend worden. De hele installatie is goed te ontluchten. Na het ontluchten kan de circulatiepomp ingeschakeld worden. Na de ingebruikname kan het Variotherm verwarmingssysteem als onderhoudsvrij worden beschouwd.
Altijd een prima kamerklimaat Variotherm produceert Eco- verwarmings- en klimaatsystemen sinds 1979. Systemen, zoals Register wandverwarming en -koeling voor bepleisterde constructies Module wandverwarming en -koeling voor droogbouw EasyFlex- wandverwarming Variokomp Vloerverwarming met een totale opbouwhoogte van 20 mm Traditionele vloerverwarming Plintverwarming Convectorputten
In deze brochure wordt de montage van Variotherm Plintverwarming beschreven. Wij hopen ook u tot onze tevreden Klanten te mogen rekenen. Deze brochure is intellectueel eigendom van Variotherm Verwarmingssystemen. Alle rechten voorbehouden.
Uw Variotherm-partner
TECHNEA NEDERLAND BV Pallasweg 13 8938 AS Leeuwarden T: [0] 58 - 288 47 39 F: [0] 58 - 288 92 98
[email protected]
www.technea.nl