Bestemmingsplan Haarstraat 19 te Weerselo
Status: Vastgesteld Datum: 4 november 2014
Plangegevens Naam: Plantype: IMRO: Status:
Haarstraat 19 te Weerselo Bestemmingsplan NL.IMRO.1774.WEEBPHAARSTRAAT19-0401 Vastgesteld op 4 november 2014
Datum:
9 september 2014
Projectnummer:
13JA080
Opdrachtgever
Gemeente Dinkelland Postbus 11 7590 AA Denekamp
Opsteller:
Ad Fontem Juridisch Bouwadvies BV Hoofdstraat 43 7625 PB ZENDEREN T) 074 - 2550720 E)
[email protected]
Contactpersoon:
Dhr. J. Klompmaker
Toelichting Haarstraat 19 te Weerselo
Inhoudsopgave Toelichting
Toelichting
3
Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Locatie en begrenzing plangebied 1.3 Vigerend bestemmingsplan 1.4 Bij het plan behorende stukken 1.5 Leeswijzer
3 3 3 4 5 5
Hoofdstuk 2 Planbeschrijving 2.1 Erfinrichting Haarstraat 19, Weerselo 2.2 Landschappelijke inpassing 2.3 Omgeving
6 6 7 7
Hoofdstuk 3 Beleidskader en wet en regelgeving 3.1 Rijksbeleid 3.2 Provinciaal beleid 3.3 Gemeentelijk beleid
9 9 10 14
Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten 4.1 Milieu 4.2 Water 4.3 Flora en fauna 4.4 Cultuurhistorie en archeologie 4.5 Externe veiligheid 4.6 Verkeer & parkeren
17 17 20 21 23 25 26
Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid 5.1 Inspraak en vooroverleg 5.2 Economische uitvoerbaarheid
27 27 28
Hoofdstuk 6 Juridische toelichting 6.1 De verbeelding 6.2 De regels
29 29 29
Bijlagen Bijlage 1
Advies Oversticht augustus 2009
Bijlage 2
Watertoets
Bijlage 3 Weerselo
Geluidbelasting omgeving rundveehouderij Knikhuis Haarstraat 19
Bijlage 4
Reactienota zienswijzen ontwerp-bestemmingsplan
bestemmingsplan Haarstraat 19 te Weerselo NL.IMRO.1774.WEEBPHAARSTRAAT19-0401
2
Toelichting Hoofdstuk 1 1.1
Inleiding
Aanleiding
Aanleiding van dit bestemmingsplan is een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State met betrekking tot het bestemmingsplan 'Weerselo Kern'. Bij de vaststelling van dat bestemmingsplan (28 mei 2013) werd aan de achterzijde van het perceel Haarstraat 19, door toekenning van de aanduiding 'sa-ab' (specifieke vorm van agrarisch - bouwperceel grondgebonden agrarisch bedrijf), de mogelijkheid geboden om sleufsilo's te realiseren. De Afdeling heeft in haar uitspraak van 18 september 2013, zaaknummer 201207314/1, het vaststellingsbesluit van bestemmingsplan Weerselo Kern, voor zover het betreft de functieaanduiding 'sa-ab', voor het perceel, niet zijnde het bouwvlak, vernietigd. De Afdeling heeft geoordeeld dat er ten onrechte geen onderzoek is gedaan naar de mogelijke gevolgen van de oprichting van kuilvoerplaten. Het daarbij in ieder geval om mogelijke geur-, stof- en geluidsoverlast en eventuele gevolgen voor het uitzicht. De onderliggende bestemmening agrarisch is in stand gelaten. Vanaf 18 september 2013 is de bouw van de sleufsilo's, vanwege het vervallen van de aanduiding, in strijd met het bestemmingsplan Weerselo Kern. Het college van B&W heeft bij besluit van 30 juni 2011 een omgevingsvergunning voor de activiteit milieu (veranderingsvergunning) verleend. Deze vergunning heeft betrekking op het verwijderen van twee bestaande sleufsilo's en het realiseren van negen nieuwe sleufsilo's voor de opslag van veevoer. Tegen dit besluit is beroep ingesteld en de Afdeling heeft op 8 mei 2013, zaaknummer 201108590/1/A4, dit beroep ongegrond verklaard. Naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling inzake het bestemmingsplan Weerselo Kern, is middels onderhavig bestemmingsplan alsnog bezien welke gevolgen dit heeft voor de omgeving én of er daarbij sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Na een zorgvuldige afweging van alle betrokken belangen is onderhavig bestemmingsplan vastgesteld. Ten opzichte van het bestemmingsplan Weerselo Kern wordt middels onderhavig bestemmingplan de bouw en gebruik van sleufsilo's mogelijk gemaakt.
1.2
Locatie en begrenzing plangebied
De locatie Haarstraat 19 ligt ten zuidoosten van het dorp Weerselo in het overgangsgebied naar het buitengebied. Weerselo is één van de drie verzorgingskernen binnen de gemeente Dinkelland en telt 3022 inwoners (1 januari 2012). De begrenzing van het plangebied is gebaseerd op de situering van de sleufsilo's bij de verleende omgevingsvergunning. Zie figuur 1.1 voor de ligging én de globale begrenzing van het plangebied. Zie de verbeelding voor de exacte begrenzing.
bestemmingsplan Haarstraat 19 te Weerselo NL.IMRO.1774.WEEBPHAARSTRAAT19-0401
3
Figuur 1.1: Ligging en globale begrenzing plangebied (bron: Atlas Overijssel, luchtfoto 2011)
1.3
Vigerend bestemmingsplan
De locatie Haarstraat 19 in Weerselo maakt deel uit van het bestemmingsplan 'Weerselo Kern'. Dit plan is door de gemeenteraad vastgesteld op 28 mei 2013. In dit plan is het agrarische perceel (aangeduid met een rood kruis) weergegeven als in figuur 1.2.
Figuur 1.2: Fragment verbeelding vastgesteld bestemmingsplan Weerselo Kern (bron: www.ruimtelijkeplannen.nl)
bestemmingsplan Haarstraat 19 te Weerselo NL.IMRO.1774.WEEBPHAARSTRAAT19-0401
4
In dit plan was ter plaatse van het rode kruis de functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - bouwperceel grondgebonden agrarisch bedrijf' ('sa-ab'). Ingevolge artikel 3.2.4. van het vastgestelde plan mochten kuilvoerplaten uitsluitend worden gebouwd binnen de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - bouwperceel grondgebonden agrarisch gebouw'. De Afdeling heeft in haar uitspraak van 18 september 2013, inzake het beroep tegen bestemmingsplan Weerselo Kern, de functieaanduiding 'sa-ab' voor het perceel Haarstraat 19 te Weerselo vernietigd. Het bestemmingsplan Weerselo Kern is voor overige in stand gebleven en onherroepelijk geworden. Doordat de betreffende aanduiding is vernietigd, heeft dit tot gevolg dat op de bewuste locaties geen sleufsilo's mogen worden aangelegd. Zoals aangegeven zijn de sleufsilo's echter opgenomen in de omgevingsvergunning voor de activiteit milieu, waardoor er, rekening houdend met de uitspraak van de Raad van State, het wenselijk is om hiervoor een nieuw planologisch kader vast te stellen.
Figuur 1.3: Fragment verbeelding onherroepelijk bestemmingsplan Weerselo Kern (bron: www.ruimtelijkeplannen.nl)
1.4
Bij het plan behorende stukken
Het bestemmingsplan "Haarstraat 19 te Weerselo" is vervat in het GML- bestand NL.IMRO.1774.WEEBPHAARSTRAAT19-0401 en bestaat uit de volgende stukken: Toelichting (inclusief bijlagen) Verbeelding Regels
1.5
Leeswijzer
Na het inleidende hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 de erfinrichting en landschappellijke inpassing van het perceel Haarstraat 19 beschreven. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 het ruimtelijk beleidskader van het Rijk, de provincie en de gemeente uiteengezet. Hoofdstuk 4 gaat over de omgevingsaspecten die voor dit plangebied relevant zijn. In hoofdstuk 5 wordt de uitvoerbaarheid van het plan beschreven. Ten slotte wordt een juridische toelichting gegeven op de regels van de diverse bestemmingen in hoofdstuk 6.
bestemmingsplan Haarstraat 19 te Weerselo NL.IMRO.1774.WEEBPHAARSTRAAT19-0401
5
Hoofdstuk 2 2.1
Planbeschrijving
Erfinrichting Haarstraat 19, Weerselo
De huidige situatie is gebaseerd op een onherroepelijke omgevingsvergunning voor de activiteit milieu zoals deze is vergund op 12 juli 2011. De vergunning omvat de gehele inrichting en voorziet in enkele wijzigingen. Tegen die vergunning is beroep ingesteld. Naar aanleiding van dat beroep heeft de aanvrager zijn aanvraag op 5 december 2011 aangevuld met een akoestisch onderzoek. Ten gevolge van dat onderzoek is de omgevingsvergunning per brief van 9 februari 2012 voorzien van een extra voorschrift. In figuur 2.1 is de beoogde inrichting van het perceel Haarstraat 19 te Weerselo weergegeven.
Figuur 2.1: Grens van de inrichting Haarstraat 19 te Weerselo met weergave sleufsilo's Een tweetal sleufsilo's aan de westkant van het agrarische perceel bij de Nijstadweg worden verwijderd, evenals enkele kleinere sleufsilo's direct grenzend aan de bebouwing op het erf. De verwijderde kuilvoerplaten worden vervangen door enkele nieuwe sleufsilo's aan de oostkant van het erf. Doordat de bebouwing in de lengte richting van het erf is gesitueerd (zie figuur 2.2) brengt o.a. de logistieke inrichting met zich mee dat de sleufsilo's achter op het terrein zijn geprojecteerd. De negen sleufsilo's zijn voor de opslag van maïs, kuilvoerbalen, bierborstel, perspulp, zaagsel en maïskolvensilage.
bestemmingsplan Haarstraat 19 te Weerselo NL.IMRO.1774.WEEBPHAARSTRAAT19-0401
6
2.2
Landschappelijke inpassing
Recentelijk is de Hilbertsbeek ten noorden van het erf gedeeltelijk verlegd. Hierdoor was het onder meer mogelijk een efficiëntere erfinrichting aan de Haarstraat 19 te realiseren. Ten behoeve van de gewenste bebouwing en erfinrichting is er daarbij ook gekeken naar een goede landschappelijke inpassing van het erf. Deze inpassing is weergegeven in figuur 2.2 en is gebaseerd op een advies van de ervenconsulent van het Oversticht (zie 1). Het gaat om beekbegeleidende beplanting van streekeigen soorten, waardoor er een visuele buffer ontstaat tussen de bebouwing op het erf en de nabij gelegen woonpercelen.
Figuur 2.2: Erfbeplantingsplan Haarstraat 19 Weerselo (bron: Erwin Meinders bouwkundig buro)
2.3
Omgeving
In paragraaf 1.2 is reeds geconstateerd dat de Haarstraat 19 ligt in het overgangsgebied van de kern Weerselo naar het buitengebied, zie ook figuur 1.1. Ten noordwesten van het plangebied ligt de bebouwde kom van Weerselo op circa 65 meter van het plangebied. Aan de oost- en zuidzijde van het erf bevinden zich overwegend agrarische gronden met her- en der verspreid woonerven en nog een enkel agrarisch bedrijf. Het meest nabijgelegen woonerf is gelegen aan de Nijstadweg 2 in Weerselo op een afstand van 32 meter van het plangebied. De raad dient bij de keuze van een bestemming een afweging te maken van alle belangen die betrokken zijn bij de vaststelling van het plan. Daarbij heeft de raad beoordelingsvrijheid. Het vast te stellen bestemmingsplan maakt het mogelijk dat er op het noordoostelijke gedeelte van het perceel van Maatschap Knikhuis sleufsilo's worden gerealiseerd. Het zou mogelijk zijn om de sleufsilo's te situeren tussen de rundveestal en de Hilbertsbeek, maar daarmee komen de sleufsilo's dichter bij de bebouwde kom te liggen. Dit is gezien de vereiste afstand van 50 meter voor agrarische bedrijfsstoffen niet haalbaar. Voor de opslag van alleen mais kan wel worden voldaan aan de vereiste afstand van 25 meter voor kuilvoer, maar is het vanwege bedrijfseconomische redenen niet gewenst om ze daar te situeren. Het is vanuit bedrijfseconomische redenen het meest efficiënt dat alle sleufsilo's in één lijn liggen met de
bestemmingsplan Haarstraat 19 te Weerselo NL.IMRO.1774.WEEBPHAARSTRAAT19-0401
7
overige bedrijfsbebouwing. Voorts is van belang dat het agrarisch bedrijf van oudsher op die locatie is gevestigd en de uitbreiding ook in noordoostelijke richting heeft plaatsgevonden. Het is gezien de gezien de situering van de bedrijfsbebouwing dan ook het meest logisch dat de aanleg van sleufsilo's in noordoostelijke richting plaatsvindt. De sleufsilo's zouden ook in oostelijke richting op het perceel kunnen worden gesitueerd, maar dat is gezien de afmetingen van de voor mais bestemde sleufsilo's niet haalbaar. Verder zou dit ook vanuit bedrijfseconomische redenen niet gewenst zijn, omdat de sleufsilo's dan niet in lijn komen te liggen met de overige bedrijfsbebouwing op het perceel. Gezien de afstanden die gelden voor agrarische bedrijfsstoffen en kuilvoer, het feit dat er sprake is van agrarisch gebied, de bedrijfseconomische belangen van Maatschap Knikhuis en de afweging van voor- en nadelen van de alternatieven, is de in plan voorziene locatie de beste locatie voor sleufsilo's. Daarbij hebben wij tevens de belangen van de omwonenden in ogenschouw genomen. Het realiseren van het bouwplan levert geen onaanvaardbare aantasting van het woon- en leefklimaat van de naaste omwonenden op. Temeer daar op de verbeelding expliciet is vastgelegd waar kuilvoer mag worden opgeslagen en waar bijvoermiddelen zijn toegestaan.
bestemmingsplan Haarstraat 19 te Weerselo NL.IMRO.1774.WEEBPHAARSTRAAT19-0401
8
Hoofdstuk 3
Beleidskader en wet en regelgeving
3.1
Rijksbeleid
3.1.1
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR)
De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is vastgesteld op 13 maart 2012. In deze visie geeft het kabinet een totaalbeeld van het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid op rijksniveau. In de structuurvisie worden belangrijke andere accenten geplaatst op het brede gebied van ruimtelijke ordening en bestuurlijke verantwoordelijkheden. Het betekent voor de ruimtelijke ordening in brede zin een decentralisatie van rijkstaken en bevoegdheden en actualisatie van het Nationaal Ruimtelijk Beleid. De SVIR vervangt de Nota Ruimte, de Structuurvisie Randstad 2040, de Nota Mobiliteit, de MobiliteitsAanpak, de structuurvisie voor de Snelwegomgeving en de ruimtelijke doelen en uitspraken in de PKB Tweede structuurschema Militaire terreinen, de Agenda Landschap, de Agenda Vitaal Platteland en Pieken in de Delta. In de SVIR is vastgesteld dat voor een beperkt aantal onderwerpen de bevoegdheid om algemene regels te stellen zou moeten worden ingezet. Het gaat om de volgende nationale belangen: Rijksvaarwegen, Project Mainportontwikkeling Rotterdam, Kustfundament, Grote rivieren, Waddenzee en waddengebied, Defensie, Ecologische hoofdstructuur, Erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde, Hoofdwegen en hoofdspoorwegen, Elektriciteitsvoorziening, Buisleidingen van nationaal belang voor vervoer van gevaarlijke stoffen, en Primaire waterkeringen buiten het kustfundament en IJsselmeergebied (uitbreidingsruimte). Ten aanzien van Oost-Nederland is het volgende in de SVIR beschreven. De MIRT-regio Oost-Nederland bestaat uit de provincies Overijssel en Gelderland. Opgaven van nationaal belang in dit gebied zijn: Het waar nodig verbeteren van de internationale achterlandverbindingen (weg, spoor en vaarwegen) die door Oost Nederland lopen. Dit onder andere ten behoeve van de mainports Rotterdam en Schiphol. Het formuleren van een integrale strategie voor het totale rivierengebied van Maas en Rijntakken (Waal, Nederrijn, Lek en de IJssel, deelprogramma rivieren van het Deltaprogramma) en de IJsselvechtdelta (deelprogramma's zoetwater en rivieren) voor waterveiligheid in combinatie met bereikbaarheid, ruimtelijke kwaliteit, natuur, economische ontwikkeling en woningbouw; Het tot stand brengen en beschermen van de (herijkte) EHS, inclusief de Natura 2000 gebieden (zoals de Veluwe); Het robuust en compleet maken van het hoofdenergienetwerk (380 kV), onder andere door het aanwijzen van het tracé voor aansluiting op het Duitse hoogspanningsnet. Oost-Nederland omvat veel natuurgebieden (bijvoorbeeld de Natura 2000 gebieden de Veluwe, de Sallandse Heuvelrug en de Weerribben) en levert daarmee een belangrijke bijdrage aan het (inter-)nationale natuurnetwerk voor biodiversiteit. Daarnaast kent de regio belangrijke cultuurhistorische waarden (de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Limes). Tegelijkertijd is er in Oost-Nederland een aantal gebieden waar de effecten van bevolkingsdaling nu nog niet voelbaar zijn, maar op termijn wel voelbaar zullen zijn (zogenaamde anticipeergebieden). Kennis en innovatie zijn de stuwende krachten van de economie van dit gebied. In Oost-Nederland manifesteren zich voornamelijk de volgende drie economische concentraties: Food Valley in en rond Wageningen (topsector agrofood), Health Valley in en rond Nijmegen (topsector life sciences) en nanotechnologie in Twente (topsector high tech systemen en materialen). De (internationale) achterlandverbindingen die door Oost-Nederland lopen zijn van internationaal belang voor het functioneren van de mainports en daarmee de topsector logistiek. Een burgerluchthaven Twente kan in regionaal ruimtelijk-economisch perspectief bijdragen aan de internationale bereikbaarheid van de Euregio. Het onderhavige plan is niet van invloed op bovengenoemde nationale belangen, de kennis en innovatie en de achterlandverbindingen in Oost-Nederland. Geconcludeerd wordt dat er geen
bestemmingsplan Haarstraat 19 te Weerselo NL.IMRO.1774.WEEBPHAARSTRAAT19-0401
9
strijd is met het Rijksbeleid.
3.2
Provinciaal beleid
3.2.1
Omgevingsvisie Overijssel
De Omgevingsvisie Overijssel 2009 is het integrale provinciale beleidsplan voor de fysieke leefomgeving van Overijssel. De Omgevingsvisie is op 1 juli 2009 vastgesteld door Provinciale Staten en op 1 september 2009 in werking getreden. Op 3 juli 2013 heeft de Provincie Overijssel de 'actualisatie Omgevingsvisie' vastgesteld. Deze actualisatie is gericht op de herijking van de EHS. Een van de opgaven voor de Omgevingvisie is het ontwikkelen en beschermen van de groene kwaliteiten en het cultureel erfgoed. De waarden van cultureel erfgoed vormen een belangrijk onderdeel van de kwaliteit van stad en land. Eigenheid en herkenbaarheid van regio's, steden en dorpen bepalen mede het welzijn van de inwoners van de provincie. De landschappelijke kwaliteiten zijn medesturend voor de wijze waarop de gebiedsontwikkeling plaatsvindt. Uitgangspunt is dat de nationale landschappen zich sociaal-economisch voldoende moeten kunnen ontwikkelen, terwijl de bijzondere kwaliteiten van het gebied worden behouden of worden versterkt. In algemene zin geldt dat binnen nationale landschappen ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk zijn, mits de kernkwaliteiten van het landschap worden behouden of worden versterkt. In de Omgevingsvisie wordt door de provincie Overijssel een toelichting gegeven over hoe zij denken ruimtelijke kwaliteit te realiseren. De ambitie van de provincie Overijssel is een kwaliteitsontwikkeling in gang te zetten, waarbij elk project, elke ontwikkeling bijdraagt aan de versterking van de ruimtelijke kwaliteit van de leefomgeving. Als basis voor inhoudelijke sturing worden de gebiedskenmerken genomen die er nu zijn. Dit zijn de ruimtelijke kenmerken van een gebied of gebiedstype die bepalend zijn voor de karakteristiek en kwaliteit ervan. Deze kenmerken moeten niet alleen beschermd worden, maar ook juist worden verbonden met nieuwe ontwikkelingen, waarbij bestaande kwaliteiten worden beschermd en versterkt en nieuwe kwaliteiten worden toegevoegd. Het beoogde plan wordt uitgevoerd conform de eisen van het provinciaal beleid zoals verwoord in de 'Omgevingsvisie Overijssel'. In paragraaf 3.2.3 is dit verder uitgewerkt aan de hand van het sturingsprincipe. 3.2.2
Omgevingsverordening Overijssel
De provincie beschikt over een palet aan instrumenten waarmee zij haar ambities realiseert. Het gaat er daarbij om steeds de meest optimale mix van instrumenten toe te passen, zodat effectief en efficiënt resultaat wordt geboekt voor alle ambities en doelstellingen van de Omgevingsvisie. De keuze voor inzet van deze instrumenten is bepaald aan de hand van een aantal criteria. In de Omgevingsvisie is bij elke beleidsambitie een realisatieschema opgenomen waarin is aangegeven welke instrumenten de provincie zal inzetten om de verschillende onderwerpen van provinciaal belang te realiseren. Eén van de instrumenten om het beleid uit de Omgevingsvisie te laten doorwerken is de Omgevingsverordening Overijssel 2009. De Omgevingsverordening is het provinciaal juridisch instrument dat wordt ingezet voor die onderwerpen waarvoor de provincie eraan hecht dat de doorwerking van het beleid van de Omgevingsvisie juridisch geborgd is. 3.2.3
Uitvoeringsmodel Omgevingsvisie Overijssel
Om de ambities van de provincie waar te maken, bevat de Omgevingsvisie een uitvoeringsmodel. Dit model is gebaseerd op drie niveaus, te weten: 1. generieke beleidskeuzes; 2. ontwikkelingsperspectieven; 3. gebiedskenmerken. Deze begrippen worden hieronder nader toegelicht. Generieke beleidskeuzes
bestemmingsplan Haarstraat 19 te Weerselo NL.IMRO.1774.WEEBPHAARSTRAAT19-0401
10
Generieke beleidskeuzes zijn keuzes die bepalend zijn voor de vraag of ontwikkelingen nodig dan wel mogelijk zijn. In deze fase wordt beoordeeld of er sprake is van een behoefte aan een bepaalde voorziening. Ook wordt in deze fase de SER-ladder gehanteerd. Bij de SER-ladder worden ruimtelijke keuzes in een hiërarchische volgorde gemaakt en onderbouwd, waarbij als uitgangspunt geldt dat de ruimte zuinig en zorgvuldig moet worden benut. De SER-ladder is ontwikkeld voor gebiedsontwikkeling in de Stedelijke omgeving. In de Groene omgeving spreken we over het principe van zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik. De principes van zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik zijn naar analogie als volgt samen te vatten: (Her-)benutting van bestaande bebouwing; Combinatie van functies conform gebiedskenmerken; Uitbreiding in aansluiting op bestaande bebouwing, rekening houden met ontsluiting, conform gebiedskenmerken. De ruimte waarbinnen de nieuwe sleufsilo's mogelijk zijn, grenst direct aan het agrarische bouwvlak. Bovendien dient deze ruimt ter vervanging van een tweetal 60 meter lange kuilvoerplaten welke nu aan de westzijde van het erf liggen. Door de nieuwe sleufsilo's kuilvoerplaten direct grenzend aan de achterzijde van de huiskavel te situeren ontstaat er een logische en efficïente erfinrichting die beter in het landschap kan worden ingepast. Geconcludeerd wordt dat er bij dit plan sprake is van een zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik. Het plan past binnen de generieke beleidskaders. Ontwikkelingsperspectieven Als uit de beoordeling in het kader van de generieke beleidskeuzes blijkt dat de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling aanvaardbaar is, vindt een toets plaats aan de hand van de ontwikkelingsperspectieven. In de Omgevingsvisie is een spectrum van zes ontwikkelingsperspectieven beschreven voor de groene en stedelijke omgeving. Met dit spectrum geeft de provincie ruimte voor het realiseren van de in de visie beschreven beleidsen kwaliteitsambities. Voor het perceel Haarstraat 19 te Weerselo geldt het ontwikkelingsperspectief 'Buitengebied accent veelzijdige gebruiksruimte: mixlandschap met landbouw, natuur, water en wonen als goede buren' (zie figuur 3.1). De rode ster duidt de locatie van de sleufsilo's aan.
Figuur 3.1: Ontwikkelingspersectieven (bron: provincie Overijssel) Niet alleen over het onderhavige plangebied, maar over heel Twente ligt ook het ontwikkelingsperspectief 'Nationaal landschap: Noord-Oost Twente'. Nationale landschappen moeten zich sociaal-economisch voldoende kunnen ontwikkelen, terwijl de bijzondere kwaliteiten van het gebied worden behouden of worden versterkt. Ruimtelijke ontwikkelingen zijn mogelijk, mits de kernkwaliteiten van het landschap worden behouden of worden versterkt. De kernkwaliteiten van het Nationaal Landschap Noord-Oost Twente zijn: a. het samenhangende complex van beken, essen, kampen en moderne ontginningen; b. de grote mate van kleinschaligheid; c. het groene karakter.
bestemmingsplan Haarstraat 19 te Weerselo NL.IMRO.1774.WEEBPHAARSTRAAT19-0401
11
Het landschapstype van het plangebied is jonge heide en broekontginningslandschap. De hoofdkenmerken zijn relatief grote open ruimtes, deels omzoomd door boscomplex. In het mixlandschap is ruimte voor landbouw, landschapsontwikkeling, natuur, cultuurhistorie, vrije tijd, wonen en overige bedrijvigheid. Het onderhavige plan past daar goed binnen: landbouw en landschapsontwikkeling is één van de genoemde functies. De ligging van het perceel Haarstraat 19, omringd door woningbouw en wegen, brengt met zich mee dat er niet veel mogelijkheden zijn om de hoofdkenmerken te versterken. Het groene karakter binnen het gebied dat ligt tussen de Haarstraat, Rosenssteeg en de Nijstadweg blijft gehandhaafd. De nieuwe sleufsilo's zijn noodzakelijk voor de agrarische bedrijfsvoering. Twee sleufsilo's worden verwijderd, waardoor het evenwicht in groen in stand blijft. Gebiedskenmerken Op basis van de gebiedskenmerken gelden specifieke kwaliteitsvoorwaarden voor ruimtelijke ontwikkelingen. De nieuwe ontwikkeling moet zoveel mogelijk aansluiten bij de gebiedskenmerken. De gebiedskenmerken voor het voorliggende plan zijn: 1. Natuurlijke laag: dekzandvlaktes 2. Agrarisch cultuurlandschap: jonge heide- en broekontginningslandschap 3. Lust- en leisurelaag: donkerte Aan de hand van de drie genoemde niveaus kan worden bezien of een ruimtelijke ontwikkeling mogelijk is en er behoefte aan is, waar het past in de ontwikkelingsvisie en hoe het uitgevoerd kan worden. 1. Natuurlijke laag De natuurlijke laag (figuur 3.2) wordt gekenmerkt als dekzandvlakte en ruggen. De dekzandgronden beslaan een groot gedeelte van de oppervlakte van de provincie. Na de ijstijden bleef er in grote delen een reliëfrijk - door de wind gevormd - zandlandschap achter, dat gekenmerkt wordt door relatief grote verschillen tussen hoog/droog en laag/nat gebied. Soms vlak bij elkaar, soms verder van elkaar verwijderd.
Figuur 3.2: Natuurlijke laag: dekzandvlakte (bron: provincie Overijssel) De ambitie is de natuurlijke verschillen tussen hoog en laag en tussen droog en nat functioneel meer sturend en beleefbaar te maken. Dit kan bijvoorbeeld door beplanting met 'natuurlijke' soorten en door de (strekkings)richting van het landschap te benutten in gebiedsontwerpen. De verplaatsing van de Hilbertsbeek heeft al voor nieuwe beplanting in het gebied gezorgd. De sleufsilo's zijn achter die beplanting (rode ster in figuur 3.2) gesitueerd. 2. Laag van het agrarisch cultuurlandschap In het agrarisch cultuurlandschap gaat het er altijd om dat de mens inspeelt op de natuurlijke omstandigheden en die ten nutte maakt. Vanuit de nederzettingen zijn de omliggende
bestemmingsplan Haarstraat 19 te Weerselo NL.IMRO.1774.WEEBPHAARSTRAAT19-0401
12
gronden ooit ontgonnen. Hierdoor is er een sterke ruimtelijke en functionele relatie met het omringende landschap ontstaan. De locatie Haarstraat 19 ligt in het jonge heide en broekontginningslandschap, zie figuur 3.3.
Figuur 3.3: Laag van het agrarisch cultuurlandschap: jonge heide en broekontginningslandschap (bron: Atlas van Overijssel) Met het verwijderen van twee sleufsilo's en het aanleggen van nieuwe sleufsilo's op de locatie van de rode ster worden de specifieke kenmerken van het agrarische cultuurlandschap niet onevenredig aangetast, aangezien deze ook al door de aanwezigheid van de bestaande bebouwing is beïnvloedt. 3. Lust- en Lesiurelaag De lust - en leisurelaag wordt gekenmerkt door donkerte. Lichte gebieden geven een beeld van de economische dynamiek van de provincie: de steden en dorpen, de autosnelwegen, de attractieparken, de grote bedrijventerreinen en de gebieden met veel bebouwing. De donkere gebieden geven een indicatie van de 'buitengebieden' van Overijssel. De natuurcomplexen en de grote landbouwgebieden. De donkere gebieden zijn de gebieden waar het 's nachts nog echt donker is, waar je de sterrenhemel kunt waarnemen. Het zijn de relatief 'luwe' dun bewoonde gebieden met een lage gebruiksdruk. De ambitie is de huidige 'donkere' gebieden, tenminste zo donker te houden, maar bij ontwikkelingen ze liever nog wat donkerder te maken. Dit betekent op praktisch niveau terughoudend zijn met verlichting van wegen, bedrijventerreinen e.d. en verkennen waar deze 's nachts uit kan of anders lichtbronnen selectiever richten. Structureel is het vrijwaren van donkere gebieden van verhoging van de dynamiek het perspectief. De ambitie is het rustige en onthaaste karakter te behouden. Het perceel Haarstraat 19 ligt aan de rand van het dorp Weerselo. Voorliggend bestemmingsplan brengt met de mogelijkheid tot de aanleg van de sleufsilo's geen verandering met zich mee in de hoeveelheid licht die nu al aanwezig is als gevolg van de aanwezige bebouwing. Het plan doet geen afbreuk aan de ambitie tot 'donkerte'. Conclusie Geconcludeerd kan worden dat de in dit voorliggende bestemmingsplan besloten ruimtelijke ontwikkeling in overeenstemming is met het in de Omgevingsvisie Overijssel verwoorde en in de Omgevingsverordening verankerde provinciaal ruimtelijk beleid.
bestemmingsplan Haarstraat 19 te Weerselo NL.IMRO.1774.WEEBPHAARSTRAAT19-0401
13
3.2.4
Reconstructieplan Salland-Twente
Als deeluitwerking van de Rcw hebben Provinciale Staten op 15 september 2004 het reconstructieplan 'Salland-Twente' (hierna: reconstructieplan) vastgesteld, dat op 13 december 2006, 14 november 2007 en 1 september 2009 is gewijzigd. Het reconstructieplan kent geen rechtstreekse doorwerking van beleid. Om de doorwerking van dit beleid te waarborgen in gemeentelijke structuurvisies en bestemmingsplannen heeft de provincie hiervoor o.a. regels opgenomen in de Omgevingsverordening. Artikel 2.9.2 van de Omgevingsverordening betreft een regel als bedoeld in artikel 4.1, eerste lid, van de Wro. De gemeente Dinkelland ligt in het deelgebied Noordoost-Twente. Voor het deelgebied is in het reconstructieplan een aantal hoofdkeuzes en ambities geformuleerd. Aangegeven wordt dat de oplossing van de ruimtelijke, milieutechnische, economische en sociale opgaven voor Noordoost-Twente in hoofdlijn ligt in: het ruimtelijk scheiden van een aantal functies, die elkaars ontwikkeling frustreren, én; het meervoudig grondgebruik in gebieden met een stapeling van functies De reconstructiezonering geeft een indeling weer in landbouwontwikkelings-, verwevings- en extensiveringsgebieden. De intensieve veehouderij heeft vooral ontwikkelingsmogelijkheden in de landbouwontwikkelingsgebieden en op sterlocaties in de verwevingsgebieden. De locatie Haarstraat 19 te Weerselo ligt binnen het verwevingsgebied. Volgens de Reconstructiewet is een verwevingsgebied een ruimtelijk begrensd gedeelte van een reconstructiegebied gericht op verweving van landbouw, wonen en natuur, waar hervestiging of uitbreiding van de intensieve veehouderij mogelijk is mits de ruimtelijke kwaliteit of functies van het gebied zich daar niet tegen verzetten. De aanleg van sleufsilo's behoren bij het aanwezige agrarisch bedrijf en passen binnen een verwevingsgebied. Bovendien wordt met de landschappelijke inpassing de ruimtelijke kwaltiteit in het gebied verbeterd. Conclusie Geconcludeerd kan worden dat de in dit voorliggende bestemmingsplan besloten ruimtelijke ontwikkeling in overeenstemming is met het reconstructieplan Salland-Twente.
3.3
Gemeentelijk beleid
3.3.1
Structuurvisie Dinkelland
De Structuurvisie Dinkelland is vastgesteld op 10 september 2013. Zij richt zich op het versterken van de sociaal-economische kracht van Noordoost-Twente. Ingespeeld wordt op de effecten van de demografische en economische ontwikkelingen, waaronder de leefbaarheid van de kernen en het behouden en versterken van de waardevolle landschappelijke en natuurlijke waarden. De structuurvisie wijst op de steeds groter wordende ruimtelijke druk op het buitengebied. Kenmerkend voor het buitengebied is het unieke landschap dat is aan te merken als een kleinschalig samenhangend complex van beken, essen, kampen en moderne ontginningen. De gemeente heeft een gezonde economie die voornamelijk drijft op het agrarische en toeristische sector maar waarin ook zeker andere bedrijvigheid, die zowel in de kernen als in het buitengebied is gevestigd een belangrijke rol speelt. De aanleg van de sleufsilo's op de gewenste locatie draagt bij aan een goede bedrijfsvoering van het agrarische bedrijf. De bestaande bebouwing staat een volledige herinrichting van het erf in de weg en is bovendien niet logisch. Doordat de beek is verlegd is het mogelijk geweest de locatie van de sleufsilo's landschappelijk in te passen. Hierdoor staat enerzijds de agrarische bedrijfsvoering niet ter discussie en is anderzijds invulling gegeven aan een verbetering van de landschappelijke kwaliteit ter plaatse. Er wordt voldaan aan de uitgangspunten van de structuurvisie Dinkelland.
bestemmingsplan Haarstraat 19 te Weerselo NL.IMRO.1774.WEEBPHAARSTRAAT19-0401
14
3.3.2
Landbouwontwikkelingsplan
Het Landschapsontwikkelingsplan (LOP) van de gemeente Dinkelland is vastgesteld op 2 september 2008 en is een gemeentelijke uitwerking van het LOP Noordoost Twente en Twenterand. Het hoofddoel van het landschapsontwikkelingsplan is het formuleren van de gewenste ontwikkelingsrichting voor het landschap voor de komende 10 jaar. Het is de bedoeling dat het LOP een bijdrage levert aan: behoud, herstel, versterking en vernieuwing van landschappelijke kwaliteiten; een vitaal en veerkrachtig landschap; een gezamenlijke aanpak; stellen van landschappelijke randvoorwaarden ten aan zien van ontwikkelingen. Het LOP wil in de eerste plaats de mogelijkheden laten zien. Het zegt niet wat niet mag of wat direct moet, want het LOP heeft immers geen juridische status. Het LOP heeft hierdoor geen beperkende werking op de bestaande functies in het gebied, zoals landbouw, recreatie, wonen en werken. De landschappelijke eenheden zijn opgebouwd uit verschillende deelgebieden met ieder hun eigen karakteristieken en gewenste ontwikkeling. De verschillen in gewenste ontwikkeling en het onderscheid in deelgebieden komen voort uit de verschillen tussen landschapstypen. Het plangebied is gelegen in het Bekken van Hengelo, deelgebied Saasveld-Weerselo (zie figuur 3.4)
Figuur 3.4: Het bekken van Hengelo (bron: LOP gemeente Dinkelland) Binnen het deelgebied Saasveld-Weerselo is het toekomstbeeld een agrarisch cultuurlandschap. Het open karakter, de bolling en steilranden van de essen en kampen is als één geheel behouden en versterkt. De essen en kampen kennen een agrarisch gebruik. Op de overgang van de open essen en kampen op de hogere delen naar de lagere delen, ligt een compositie van landschapselementen (zoals houtwallen, singels en geriefhoutbosjes) en verspreide erven. Binnen de kleinschalige randen van de essen en kampen is ruimte voor kleinschalige
bestemmingsplan Haarstraat 19 te Weerselo NL.IMRO.1774.WEEBPHAARSTRAAT19-0401
15
bescheiden ontwikkelingen van onder andere de woonfunctie, de dag- en verblijfsrecreatieve functie. Gestreefd wordt naar eigentijdse compacte erf-ensembles die voorbouwen op de identiteit van het Twentse erf en die met elkaar verweven zijn door een netwerk van routes en beplantingen. Met de aanleg van sleufsilo's wordt het streefbeeld niet wezenlijk verstoord. Het agrarische bedrijf is ter plaatse al lange tijd aanwezig, waardoor de agrarische activiteiten al van invloed waren op het deelgebied. De aanleg van de sleufsilo's brengt daar geen verandering in. Het beoogde plan past binnen de kaders die gesteld zijn in het LOP. De verlegde beek en de inrichting daarvan dragen bij aan de landschappelijke inpassing van de sleufsilo's . Voorliggend plan past daarmee binnen het beleid uit het LOP. 3.3.3
Geluid
In 2008 is de nota Geluidsbeleid vastgesteld. Het doel van het gemeentelijk geluidsbeleid is het behouden van de goede kwaliteiten en het benutten van kansen om voor de verschillende gebieden binnen de gemeente de geluidskwaliteit te verbeteren. De gemeente Dinkelland is hiertoe opgedeeld in verschillende gebieden. In regionaal verband is gekozen voor de gebiedsindeling volgens de MILO-systematiek (Milieukwaliteit In de LeefOmgeving). De MILO-systematiek houdt bij de gebiedsindeling rekening met het functioneel ruimtegebruik van een gebied. Op basis van het functioneel gebruik van de ruimte is de gemeente onderverdeeld in een zevental gebieden: natuur; extensiveringsgebied; buitengebied; woongebied; centrum; gemengd gebied; bedrijventerrein. Voor ieder gebied is het geluidsbeleid voor de thema's 'bedrijven' en 'verkeer' een passende geluidskwaliteit opgenomen. De geluidskwaliteit geeft aan wat de ambitie is voor dat gebied. Het gebied waar de sleufsilo's zijn geprojecteerd, is aangemerkt als 'woonwijk' (zie figuur 3.6).
Figuur 3.6: Fragment kaart gemeentelijk geluidbeleid (bron: gemeente Dinkelland) Voor een woonwijk geldt de ambitie 'redelijk rustig' (weg- en railverkeer) en 'rustig' (bedrijven). De bovengrens voor beide thema's is 'onrustig'. Voor wegen met een verkeersfunctie (gebiedontsluitingsweg of een ETW A (erftoegangsweg) geldt de bovengrens 'zeer onrustig'. De Haarstraat kan in dit specifieke geval, mede gelet op het feit dat er meerdere agrarische erven op de Haarstraat ontsluiten, als een erftoegangsweg worden aangemerkt. In subparagraaf 4.1.3 wordt stilgestaan bij een verricht akoestisch onderzoek.
bestemmingsplan Haarstraat 19 te Weerselo NL.IMRO.1774.WEEBPHAARSTRAAT19-0401
16
Hoofdstuk 4
Omgevingsaspecten
Op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening moet in de toelichting op het bestemmingsplan een beschrijving worden opgenomen van de wijze waarop de milieuaspecten bij het plan zijn betrokken. Weliswaar is voor het merendeel van deze aspecten specifiek beleid en regelgeving opgesteld, toch is er sprake van een aanvullende werking ten opzichte van de ruimtelijke ordening. Bovendien is het bestemmingplan vaak een belangrijk middel voor afstemming tussen de milieuaspecten en ruimtelijke ordening. In dit hoofdstuk worden de resultaten van het onderzoek naar de milieukundige uitvoerbaarheid beschreven. Het betreft de thema's milieu (milieuzonering, geluid, bodem, luchtkwaliteit en stof), water, flora en fauna, cultuurhistorie en archeologie, externe veiligheid en verkeer en parkeren.
4.1
Milieu
4.1.1
Bedrijven en milieuzonering
De agrarische bedrijfsvoering kan plaatsvinden met in achtname van de omgeving en de in de omgeving gevoelige objecten. Met voorliggend bestemmingsplan wordt het mogelijk om binnen de aanduidingen 'specifieke vorm van agrarisch – bijvoermiddel' en 'specifieke vorm van agrarisch-kuilvoer' (hierna: 'sa-bij' respectievelijk 'sa-kui') sleufsilo's te realiseren. In deze specifieke situatie gaat het met betrekking tot zonering dan ook om de effecten van het gebruik van deze sleufsilo's op de omgeving. De VNG-brochure Bedrijven en milieuzonering geeft indicatieve afstanden om aan te houden tussen een gevoelig object en een (veehouderij)bedrijf. Vanwege het feit dat door het vast te stellen bestemmingsplan sleufsilo's worden mogelijk gemaakt is aangesloten bij lijst 2 van de VNG-brochure waar voor het aspect geur voor wat betreft kuilvoer een afstand is opgenomen. Voor het aspect geur is een afstand van 50 meter opgenomen en voor het aspect stof is een afstand van 10 meter opgenomen. In artikel 3.46 van het Activiteitenbesluit zijn specifieke regels gesteld ten aanzien van de opslag van agrarische bedrijfsstoffen (Maatschap Knikhuis is een type B inrichting, zodat hoofdstuk 3 van het Activiteitenbesluit van toepassing is (artikel 3 jo. artikel 2.1 Activiteitenbesluit)). Het betreffende gebied is aan te merken als bebouwde kom, zodat voor agrarische bedrijfsstoffen een afstand van 50 meter geldt tot een geurgevoelig object. Ten aanzien van de opslag van kuilvoer is bepaald dat deze plaatsvindt op een afstand van tenminste 25 meter tot een geurgevoelig object. Verder is bepaald dat als de afstand van het opgeslagen kuilvoer tot een geurgevoelig object minder dan 50 meter bedraagt, het opgeslagen kuilvoer afgedekt moet zijn, behoudens de periode dat veevoeder aan de veevoederopslag wordt toegevoegd of onttrokken. Het dichtstbijzijnde geurgevoelige object is de woning aan op het perceel Nijstadweg 2 te Weerselo. De afstand tussen deze woning tot aan het dichtstbijzijnde punt waar het kuilvoer kan worden opgeslagen bedraagt ongeveer 32 meter, zodat is voldaan aan de afstand van 25 meter en derhalve de voorwaarde geldt dat het opgeslagen kuilvoer afgedekt moet zijn. Maatschap Knikhuis dient aan de regels van het Activiteitenbesluit te voldoen. Op de plankaart en in de planregels zijn de aanduidingen 'sa-bij' en 'sa-kui' opgenomen, waarbij wordt aangesloten bij de omgevingsvergunning milieu van 30 juni 2011, zodat duidelijk is dat waar de opslag van mais, kuilvoerbalen, bierborstel, perspulp en zaagsel plaatsvindt en gegarandeerd is dat voor de opslag van agrarische bedrijfsstoffen en kuilvoer wordt voldaan aan in het Activiteitenbesluit genoemde afstanden hiervoor. Met betrekking tot het aspect stof kan geconcludeerd worden dat aan de indicatieve afstand van de VNG-Brochure van 10 m voldaan. De sleufsilo's liggen namelijk op 32 m of meer van het stofgevoelige object. Ten aanzien van het aspect geur van de sleufsilo's waar kuilvoer wordt opgeslagen, wordt gesteld dat deze op een afstand van 32 m van het geurgevoelige object liggen. Deze afstand is ruimer dan de minimum afstand van 25 m die in het Activiteitenbesluit wordt genoemd voor kuilvoer. Uit het Activiteitenbesluit volgt dat dat het kuilvoer moet zijn afgedekt. Gelet op de landelijke omgeving waarin geurgevoelige objecten en agrarische bedrijven zijn gelegen en gelet op inrichting van het agrarische bedrijfsperceel, de afstand van
bestemmingsplan Haarstraat 19 te Weerselo NL.IMRO.1774.WEEBPHAARSTRAAT19-0401
17
de sleufsilo's en de verplichte afdekking van het kuilvoer, is een kleinere afstand dan 50 m in deze situatie vanuit ruimtelijk oogpunt verantwoord. Er is geen sprake van een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat op perceel aan de Nijstadweg 2 te Weerselo. 4.1.2
Geluid
In het kader van de vergunningverlening voor de activiteit milieu is in oktober 2011 door Buijvoets Bouw- en Geluidsadvisering een akoestisch onderzoek verricht. Dit onderzoek betreft de gehele inrichting inclusief (het gebruik van) de nieuwe sleufsilo's. Dit onderzoek is als Bijlage 3 aan deze toelichting gekoppeld. De conclusie van het onderzoek luidt dat er zowel gedurende de dagperiode als de avond/nachtperiode aan de normen bij woninggevels wordt voldaan. In de rapportage is wel aangegeven dat tijdens het inkuilen (2 dagen per jaar, circa 8 uur) een normoverschrijding plaatsvindt. De bovengrens van 55 dB(A) uit het gemeentelijke geluidsbeleid wordt daarbij niet overschreden. Het inkuilen van maïs behoort niet tot de representatieve bedrijfssituatie, maar geldt als een incidentele bedrijfssituatie. Deze incidentele bedrijfssituatie is inherent aan de agrarische bedrijfsvoering en kan niet worden voorkomen. De resultaten van het akoestische onderzoek gaven geen aanleiding om de omgevingsvergunning voor de activiteit milieu te weigeren. De geluidsbelasting vanuit de inrichting, waaronder ook de sleufsilo's, voldoet aan de normen. Incidenteel (2 dagen per jaar) is er bij het inkuilen sprake van een normoverschrijding. Deze activiteiten vinden echter plaats gedurende de dag periode en blijven onder de bovengrens van 55 dB(A). Het gaat daarmee om incidentele bedrijfssituaties, inherent aan het bedrijf, en welke apart vergunbaar zijn. Geconcludeerd wordt dat er, ondanks de genoemde incidentele normoverschrijding, wel sprake is van een aanvaardbaar woon en leefklimaat voor de omliggende woningen. Voor het aspect 'geluid' is daarmee sprake van een goede ruimtelijke ordening. Hoewel het onderzoek gedateerd lijkt, zijn de gegevens nog steeds actueel. In de bedrijfsvoering zijn namelijk geen wijzigingen opgetreden ten opzichte van de vergunde situatie. Omdat ook in de inhoud van de vergunning geen wijzigingen zijn opgetreden die van invloed zijn op de akoestische situatie en de planologische situatie daar bij aansluit, bestaat er geen aanleiding een nieuw akoestisch onderzoek te laten verrichten. Enkele tekstuele onjuistheden in de rapportage zijn op 10 maart 2014 hersteld. Deze rapportage is als bijlage bijgevoegd (Bijlage 3). 4.1.3
Geur
Met voorliggend bestemmingsplan wordt de mogelijkheid geboden om aan de achterzijde van het perceel Haarstraat 19 in Weerselo sleufsilo's te realiseren. Deze sleufsilo's zullen onderdeel zijn van de veehouderij aan Haarstraat 19 in Weerselo. De geurhinder, afkomstig uit veehouderijen, moet worden beoordeeld volgens het toetsingskader in de Wet geurhinder en veehouderijen (Wgv). Het gaat daarbij echter om de afstand van emissiepunten bij agrarische bedrijfsgebouwen en niet om sleufsilo's. Bij de omgevingsvergunning voor de activiteit milieu van 30 juni 2011 is daarom voor het onderdeel sleufsilo's aansluiting gezocht bij bepalingen uit het Besluit Landbouw Milieubeheer (inmiddels het Activiteitenbesluit). Zoals in § 4.1.1 is aangegeven zijn in artikel 3.46 van het Activiteitenbesluit zijn specifieke regels gesteld ten aanzien van de opslag van agrarische bedrijfsstoffen (Maatschap Knikhuis is een type B inrichting, zodat hoofdstuk 3 van het Activiteitenbesluit van toepassing is (artikel 3 jo. artikel 2.1 Activiteitenbesluit)). Voor agrarische bedrijfsstoffen geldt voor onderhavig plangebied een afstand van 50 meter tot een geurgevoelig object en voor het opslaan van kuilvoer is bepaald dat deze plaatsvindt op ten minste 25 meter afstand van een geurgevoelig object. Indien de afstand van het opslagen kuilvoer tot een geurgevoelig object minder dan 50 meter bedraagt, is het opslagen kuilvoer afgedekt, met uitzondering van de periode dat veevoeder aan de veevoederopslag wordt toegevoegd of onttrokken. Dergelijke bepalingen zijn opgenomen om onaanvaardbare hinder voor gevoelige objecten te voorkomen. Zoals in § 4.1.1 is overwogen wordt aan deze voorwaarden bij voorliggend bestemmingsplan voldaan. Voor de omliggende woningen aan de rand van de bebouwde kom, of in het buitengebied wordt geconcludeerd dat er sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
bestemmingsplan Haarstraat 19 te Weerselo NL.IMRO.1774.WEEBPHAARSTRAAT19-0401
18
4.1.4
Bodem
Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet worden beoordeeld of de bodemkwaliteit geschikt is voor de beoogde bestemming. De gronden in het plangebied zijn geruime tijd in gebruik geweest voor agrarisch gebruik. Er zijn geen aanwijzingen dat er sprake is van een verontreiniging. Binnen het plangebied worden naast het agrarische gebruik enkel sleufsilo's mogelijk gemaakt, er komen geen kwetsbare functies (zoals wonen). Uit de informatie van eht bodeminformatiesysteem en het tankenbestand (ondergrondse tanks) is gebleken dat de locatie aan de Haarstraat 19 te Weerselo onverdacht is. De bodemkwaliteit wordt van voldoende kwaliteit geacht voor het gebruik van de gronden ten behoeve van deze sleufsilo's. De bescherming van de bodemkwaliteit bij de voorgenomen activiteiten worden zonodig middels voorschriften afgedwongen middels sectorale regelgeving (i.c. het Activiteitenbesluit) en de verleende omgevingsvergunning. Een bodemonderzoek is niet noodzakelijk voor de aanleg van de sleufsilo's. 4.1.5
Luchtkwaliteit
Op 15 november 2010 is de wijziging van de Wet milieubeheer op het gebied van luchtkwaliteiteisen (Hoofdstuk 5 titel 2 Wm, Stb. 2007, 414) in werking getreden. De overheid wil een verbetering van de luchtkwaliteit bewerkstelligen en ontwikkelingen in ruimtelijke ordening doorgang laten vinden. De kern van de 'Wet luchtkwaliteit' bestaat uit de (Europese) luchtkwaliteitseisen. Verder bevat zij basisverplichtingen voor plannen, maatregelen, het beoordelen van luchtkwaliteit, verslaglegging en rapportage. Op grond van artikel 5.16 Wm moeten bestuursorganen nagaan of besluiten op grond van de Wro gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit. In de Algemene maatregel van Bestuur 'Niet in betekenende mate' (Besluit NIBM) en de ministeriële regeling NIBM (Regeling NIBM) zijn de uitvoeringsregels vastgelegd die betrekking hebben op het begrip NIBM. In de Regeling NIBM is een lijst met categorieën van gevallen opgenomen die niet in betekenende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging. Onder andere projecten met minder dan 1.500 nieuwe woningen vallen onder NIBM. Deze gevallen kunnen zonder toetsing aan de grenswaarden voor het aspect luchtkwaliteit worden uitgevoerd. Voor kleinere ruimtelijke en verkeersplannen die effect kunnen hebben op de luchtkwaliteit heeft het toenmalige Ministerie van VROM in samenwerking met InfoMil een specifieke rekentool ontwikkeld. Daarmee kan worden bepaald of een plan niet in betekenende mate bijdraagt aan de concentratie van een stof in de buitenlucht. In figuur 4.1 is de uitvoer van de rekentool te zien. Daarbij is uitgegaan van 1 extra voertuigbeweging per dag voor het laden/lossen van voer met de tractor. Daarbij is in acht genomen dat er voorheen al voertuigbewegingen mogelijk waren voor het bewerken van de agrarische gronden.
Figuur 4.1: Rekentool NIBM (bron: Kenniscentrum Infomil) Binnen het plangebied zijn geen gevoelige objecten gelegen. Uit de rekentool blijkt dat voorliggend bestemmingsplan niet in betekenende mate bijdraagt aan een verslechtering van
bestemmingsplan Haarstraat 19 te Weerselo NL.IMRO.1774.WEEBPHAARSTRAAT19-0401
19
de luchtkwaliteit in de omgeving en op de luchtkwaliteit in het algemeen. Voor omliggende woningen treedt er geen verslechtering van het woon- en leefklimaat op voor wat betreft het aspect luchtkwaliteit. Geconcludeerd wordt dat er voor dit aspect sprake is van een goede ruimtelijke ordening. 4.1.6
Stof
In voorgaande paragraaf is bezien wat de gevolgen zijn van het bestemmingsplan voor de luchtkwaliteit in de omgeving. Daarbij is specifiek gekeken naar de gevolgen van extra verkeersbewegingen op de luchtkwaliteit (fijnstof). Gezien de uitspraak van de Raad van State (d.d. 18 september 2013) wordt hier echter ook specifiek gekeken naar mogelijke overlast door stof ten gevolge van de sleufsilo's. Zoals ook eerder bij milieuzonering en bij geurhinder is geconstateerd is in het Activiteitenbesluit milieubeheer bepaald dat het opslaan van kuilvoer plaatsvindt op ten minste 25 meter afstand van een geurgevoelig object. Indien de afstand van het opslagen kuilvoer tot een geurgevoelig object minder dan 50 meter bedraagt, is het opslagen kuilvoer afgedekt, met uitzondering van de periode dat veevoeder aan de veevoederopslag wordt toegevoegd of onttrokken. Bij voorliggend plan wordt aan deze voorschriften uit het Activiteitenbesluit voldaan. In dezelfde VNG-uitgave Bedrijven en milieuzonering is aangegeven dat voor het aspect stof een indicatieve afstand van 10 m geldt. Nu de sleufsilo's op 32 m vanaf het stofgevoelige object zijn gesitueerd wordt aan de afstand van 10 m voldaan. Door het afdekken van de sleufsilo's wordt de hinder ten gevolge van het kuilvoer tot een minimum beperkt. Door deze afdekking worden eventuele negatieve gevolgen, zoals het verwaaien van stof, tot een minimum beperkt. Enige uitzondering hierop zijn de twee dagen dat gedurende de dag het inkuilen plaatsvindt. Geconcludeerd wordt dat voor de omliggende woningen, mede gelet op de indicatieve afstand van 10 m, voor het aspect stof voor alle sleufsilo's in het plangebied sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
4.2
Water
Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het waterschap Vechtstromen. Het waterschap is verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. In het kader van de watertoets is overleg gevoerd met het waterschap. Op 3 maart 2014 is daartoe de digitale watertoets ingevuld via www.dewatertoets.nl (zie Bijlage 2). Hieruit volgt de normale procedure, waarin beschreven moet worden wat de invloed van deze ontwikkeling is op de waterhuishouding. Het waterschap geeft n.a.v. de watertoets aan dat voor alle inbreidingen en uitbreidingen in principe onderstaande beleidsregels gelden: Algemeen Bij de keuze voor de locatie van het plangebied wordt rekening gehouden met de wateropgave en de eigenschappen van het watersysteem. Bij het stedenbouwkundig plan moet notie worden genomen van het feit dat water van hoog naar laag stroomt. Water is daarmee ordenend voor het plan. Per project moet in het overleg tussen gemeente en waterschap worden bezien of maatwerkoplossingen nodig en/of wenselijk zijn. Afvalwater Het afvalwater (het zwarte afvalwater van toilet, het grijze afvalwater van keuken, wasmachine en douche en het eventuele bedrijfsafvalwater) wordt afgevoerd naar de RWZI door middel van riolering. Hemelwater De afvoerpiek uit het plangebied door de toename van verhard oppervlak wordt afgevlakt door berging van hemelwater in wadi's of retentievijvers met een gedoseerde afvoer. De norm voor de maximale hoeveelheid te lozen water bedraagt 2,4 l/sec.ha bij een maatgevende neerslaghoeveelheid van 40 mm in 75 minuten. Het hemelwater wordt zo min mogelijk verontreinigd en komt ten goede aan het lokale water- of grondwatersysteem. Zichtbare oppervlakkige afvoer van hemelwater heeft de voorkeur boven afvoer van hemelwater door buizen, vanwege het grotere risico op ongewenst lozingsgedrag en foutieve aansluitingen bij buizen. Infiltratie van hemelwater in de bodem via een graspassage is de beste optie, omdat
bestemmingsplan Haarstraat 19 te Weerselo NL.IMRO.1774.WEEBPHAARSTRAAT19-0401
20
hiermee zuivering, retentie en grondwateraanvulling worden gerealiseerd. Op kleine schaal kan dit goed door middel van individuele voorzieningen, op grotere schaal verdient de toepassing van wadi's de voorkeur. Afvoer van hemelwater vindt bij voorkeur plaats via de reeks regenpijp - perceelsgootje straatgoot - wadi. Bij het ontwerp van het bouwwerk wordt een zodanig samenspel van dakvlakken, dakgoten, regenpijpen en perceelsgoten gekozen dat het water niet in riolen onder de grond hoeft. Goede alternatieven in geval van nauwelijks verontreinigd hemelwater zijn regenwaterhergebruik op individuele schaal of directe oppervlakkige afvoer naar sloten of vijvers met retentievoorzieningen op grotere schaal. In het geval van bedrijventerreinen met risico op vervuiling verdient hemelwaterafvoer via een verbeterd gescheiden rioolstelsel met retentievijvers de voorkeur. Het ontwerp van een verbeterd gescheiden stelsel wordt afgestemd op het risico op verontreiniging van het verhard oppervlak en het uitgangspunt dat de afvoer van relatief schoon hemelwater naar de rwzi wordt geminimaliseerd. Grondwater Het grondwater wordt zoveel mogelijk aangevuld met schoon infiltrerend water. Te hoge grondwaterstanden in natte winterperioden mogen worden beteugeld met drainage in de openbare weg en eventueel op de kavels zelf, mits dit niet leidt tot een permanente grondwaterstandsverlaging in of buiten het plangebied. De drainage voert af naar een wadi of naar oppervlaktewater; dus niet naar de RWZI. Vochtoverlast door hoge grondwaterstanden wordt geminimaliseerd door te bouwen zonder kruipruimten en door kelders waterdicht te maken. Oppervlaktewater Bij de herinrichting van het oppervlaktewatersysteem zijn de benodigde afvoercapaciteit, de streefbeelden en de kwaliteistdoelstellingen van het waterschap Regge en Dinkel leidend. Het oppervlaktewater wordt liefst op fraaie wijze geintegreerd in het stedenbouwkundig plan, zodanig dat het water beleefbaar is en goed te beheren. Met voorliggend bestemmingsplan worden de sleufsilo's ten oosten van de Haarstraat 19 in Weerselo positief bestemd. Ten behoeve van de erfinrichting van het agrarische bedrijf is in een eerder stadium in overleg met het waterschap (Regge en Dinkel destijds) de Hilbertsbeek verplaatst. Binnen het plangebied is geen sprake van afvalwater. Hemelwater wordt gescheiden afgevoerd door infiltratie op het erf of in de directe omgeving aansluitend op het erf. Voorliggend plan heeft geen nadelige gevolgen voor zowel de kwalitatieve als de kwantitatieve aspecten van de waterhuishouding in het plangebied of in de directe omgeving. Met het waterschap is in het verleden al overleg gevoerd, over onder meer de verlegging van de Hilbertsbeek. Daarmee is er voor het aspect 'water' sprake van een goede ruimtelijke ordening.
4.3
Flora en fauna
Bij een bestemmingsplan dienen de gevolgen van de toegekende bestemming(en) met betrekking tot mogelijk aanwezige natuurwaarden in beeld worden gebracht. Daarbij wordt ingegaan op de relatie van het plan met beschermde gebieden (Natura 2000), de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en beschermde soorten. De wettelijke kaders hiervoor worden gevormd door Europese richtlijnen (Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn), nationale regelgeving (Natuurbeschermingswet 1998, Flora- en faunawet, Barro) en provinciale regelgeving (EHS in provinciale verordening). Via de website www.synbiosys.alterra.nl/natura2000 is bezien of het besluitgebied is gesitueerd nabij een Natura2000-gebied, of de Ecologische hoofdstructuur (EHS). De Haarstraat 19 in Weerselo is gelegen op circa 500 meter ten noorden van het meest nabij gelegen Natura-2000 gebied Lemselermaten. Zie hiervoor ook figuur 4.2, waar het plangebied met een rode ster is aangegeven ten opzichte van het rood gearceerde Natura-2000 gebied. Het voorliggende plan bestaat uit het positief bestemmen van sleufsilo's. Het gaat om een bestaand bedrijf, waarbij slechts sprake is van een aangepaste erfinrichting m.b.t. de sleufsilo's. Van enige invloed op het Natura2000-gebied kan de voorgenomen beperkte ingreep niet zijn, zodat zelfs de externe werking van de Natuurbeschermingswet 1998 niet
bestemmingsplan Haarstraat 19 te Weerselo NL.IMRO.1774.WEEBPHAARSTRAAT19-0401
21
van toepassing is.
Figuur 4.2: Ligging t.o.v. Natura-2000 gebieden (bron: www.synbiosys.alterra.nl/natura2000) Op circa 400 meter ten zuiden van het erf liggen gronden die zijn aangewezen als onderdeel van de EHS (zie figuur 4.3). Ook hier geldt door de beperkte ingreep, wijziging van de situering van sleufsilo's bij een bestaand agrarisch erf, dat van significant negatieve effecten op de EHS geen sprake zal zijn. Bovendien liggen tussen de EHS en het plangebied verschillende agrarische- bedrijfs- en woonpercelen die een mogelijke buffer vormen tussen de EHS en het plangebied. Daarom wordt geconcludeerd dat het plan geen afbreuk doet aan de waarden van de EHS.
bestemmingsplan Haarstraat 19 te Weerselo NL.IMRO.1774.WEEBPHAARSTRAAT19-0401
22
Figuur 4.3: Ligging t.o.v. EHS (bron: www.synbiosys.alterra.nl/natura2000) Het plangebied bestaat uit een agrarisch perceel, direct grenzend aan het erf. De gronden zijn reeds bestemd voor agrarische doeleinden en worden al geruime tijd intensief gebruikt voor agrarische doeleinden. Een dergelijk intensief gebruik leidt doorgaans niet tot een geschikt vestigingsklimaat voor beschermde soorten. Met voorliggend plan wordt het mogelijk op de agrarische gronden ook sleufsilo' te realiseren. Verwacht wordt dan ook dat dit plan niet leidt tot nadelige effecten op beschermde soorten. Wel wordt hier nogmaals gewezen op de algemene zorgplicht uit artikel 2 van de Flora- en faunawet: Een ieder neemt voldoende zorg in acht voor de in het wild levende dieren en planten, alsmede voor hun directe leefomgeving. De zorg, bedoeld in het eerste lid, houdt in ieder geval in dat een ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor flora of fauna kunnen worden veroorzaakt, verplicht is dergelijk handelen achterwege te laten voorzover zulks in redelijkheid kan worden gevergd, dan wel alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd teneinde die gevolgen te voorkomen of, voorzover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken.
4.4
Cultuurhistorie en archeologie
Met ingang van 1 januari 2012 is het gewijzigde Besluit ruimtelijke ordening (Bro) in werking getreden. Daarin is in artikel 3.1.6 onder 4 bepaald dat de toelichting op een bestemmingsplan een beschrijving bevat van de wijze waarop met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden en in de grond aanwezige of te verwachten monumenten rekening is gehouden. Met deze procesvereiste wordt getracht deze waarden eerder in het proces van ruimtelijke ordening in te brengen. Met cultuurhistorische waarden worden alle structuren, elementen en gebieden bedoeld die cultuurhistorisch van belang zijn. Zij vertellen iets over de ontstaansgeschiedenis van het Nederlandse cultuurlandschap. Vaak is er een sterke relatie tussen aardkundige aspecten en cultuurhistorische aspecten.
bestemmingsplan Haarstraat 19 te Weerselo NL.IMRO.1774.WEEBPHAARSTRAAT19-0401
23
4.4.1
Archeologie
De gemeente Dinkelland heeft gemeentelijk archeologiebeleid ontwikkeld dat op 27 mei 2008 is vastgesteld. In dat beleid zijn vrijstellingen opgenomen van de plicht tot het doen van een onderzoek. Deze vrijstelling zijn hierna weergegeven. vrijstelling van de onderzoeksverplichting bij bodemingrepen dieper dan 40 cm voor plangebieden met een omvang kleiner dan 2500 m2 waarbinnen gebied met een hoge archeologische verwachting valt; idem voor plangebieden met een omvang kleiner dan 5000 m2 in gebieden waarbinnen gebied met een middelmatige archeologische verwachting valt; algemene vrijstelling voor plangebieden of ingrepen met een lage archeologische verwachting; algemene vrijstelling voor delen van verwachtings- of bufferzones die als verstoord op de verwachtingskaart zijn aangegeven. Op de verwachtingswaardenkaart, waarvan een fragment hieronder in een figuur is weergeven, heeft het plangebied de aanduiding 'dekzandhoogten en –ruggen met een plaggendek'. De verwachting voor deze gebieden is hoog voor resten uit alle perioden. Archeologische resten zijn afgedekt door een plaggendek > 50 cm en zijn daardoor minder kwetsbaar voor bodemingrepen. Archeologische resten zijn hierdoor goed geconserveerd. Het bijbehorende beleidsadvies is als volgt geformuleerd: "archeologisch onderzoek noodzakelijk in plangebieden groter dan 2500 m² bij bodemingrepen dieper dan 40 cm. Voor gebieden kleiner dan 2500 m² geldt vrijstelling voor archeologisch onderzoek". Met voorliggend plan wordt de realisatie van sleufsilo's mogelijk gemaakt. Bij de realisatie van de sleufsilo's vinden geen bodemingrepen dieper dan 40 cm en groter dan 2500 m² plaats. Een verkennend archeologisch onderzoek kan daarmee, conform beleid, achterwege blijven. Eventueel aanwezige archeologische waarden blijven in de grond bewaard.
Figuur 4.4: Archeologische verwachtings- en advieskaart (gemeente Dinkelland) 4.4.2
Cultuurhistorie
Het plangebied ligt in het jonge heide- en broekontginningslandschap. Op de Cultuurhistorische Waardenkaart van de provincie Overijssel is bezien of er in- of direct grenzend aan het plangebied cultuurhistorische waarden aanwezig zijn. Daaruit blijkt dat er geen cultuurhistorische waarden in het plangebied bekend zijn. Voor het aspect 'cultuurhistorie' wordt geconcludeerd dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening.
bestemmingsplan Haarstraat 19 te Weerselo NL.IMRO.1774.WEEBPHAARSTRAAT19-0401
24
4.5
Externe veiligheid
In oktober 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) in werking getreden. Met het Bevi zijn de risiconormen voor externe veiligheid met betrekking tot bedrijven met gevaarlijke stoffen wettelijk vastgelegd. Het Bevi heeft als doel zowel individuele als groepen burgers een minimum beschermingsniveau te bieden tegen een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het besluit verplicht gemeenten en provincies om bij het verlenen van milieuvergunningen en het maken van bestemmingsplannen met de veiligheidsnorm rekening te houden. Het Bevi maakt onderscheid tussen het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Het plaatsgebonden risico houdt in dat op een plaats buiten de inrichting, een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon ongeval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is. De richtwaarde van het plaatsgebonden risico bedraagt 10-6, wat betekent dat de kans dat iemand buiten de inrichting overlijdt ten gevolge van een ongeval in die inrichting niet hoger mag zijn dan 1 op de miljoen jaar. Dit kan grafisch worden weergegeven door een risicocontour. Binnen de vastgestelde contour mogen zich geen kwetsbare objecten bevinden, zoals woningen. Naast het plaatsgebonden risico speelt ook het groepsrisico een rol in het externe veiligheidsbeleid. Het groepsrisico is de kans per jaar dat ten minste 10, 100 of 1.000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is. In tegenstelling tot het plaatsgebonden risico wordt het groepsrisico niet vastgelegd als richtwaarde, maar als oriëntatiewaarde. In het Bevi zijn enkele oriëntatiewaarden opgenomen. Het bevoegd gezag kan gemotiveerd van deze waarden afwijken. In de gemeentelijke nota Externe veiligheidsbeleid, 2007, wordt invulling gegeven aan deze wettelijke verplichtingen. In de Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi) is de uitvoering van het Bevi geregeld. In het Revi is opgenomen welke afstanden in acht genomen moeten worden met betrekking tot Bevi inrichtingen. De afstanden komen overeen met de contour voor het plaatsgebonden risico van 10-6 per jaar. Verder moet rekening worden gehouden met de eventuele aanwezigheid van buisleidingen, zoals bijvoorbeeld hoge druk en transportleidingen voor aardgas en transportroutes voor gevaarlijke stoffen. Voor ontwikkelingen die plaatsvinden binnen het invloedsgebied van de risicovolle activiteit geldt een verantwoordingsplicht ten aanzien van het groepsrisico als de oriënterende waarde wordt overschreden en als het groepsrisico toeneemt. Om een eerste indruk te krijgen van de aanwezigheid van risicovolle objecten in en nabij het plangebied, is de risicokaart van de provincie Overijssel geraadpleegd, zie de afbeelding hieronder.
bestemmingsplan Haarstraat 19 te Weerselo NL.IMRO.1774.WEEBPHAARSTRAAT19-0401
25
Figuur 4.5: Uitsnede risicokaart, met het plangebied bij de rode ster (Risicokaart Overijssel) Uit de risicokaart blijken er geen nabijgelegen risicobronnen zijn. De meest nabijgelegen risicobron is Tankstation Hoogendijk VOF op circa 300 meter afstand van het plangebied. Het plangebied valt ruimschoots buiten die risicocontouren. Voorliggend bestemmingsplan voorziet daarnaast zelf niet in de ontwikkeling van risicobronnen, zodat de situatie voor de omgeving voor het aspect externe veiligheid ongewijzigd blijft. Geconcludeerd wordt dat externe veiligheid geen belemmering oplevert voor dit plan.
4.6
Verkeer & parkeren
Met de gewijzigde erfinrichting ontstaat voor het agrarische bedrijf een betere logistiek op het erf. De sleufsilo's worden in het verlengde van de bedrijfsgebouwen gesitueerd en worden ook ontsloten via het bestaande erf. Parkeren vindt ook plaats op het bestaande erf. Voorliggend bestemmingsplan leidt dan ook niet tot negatieve effecten voor de verkeerskundige en/of parkeersituatie.
bestemmingsplan Haarstraat 19 te Weerselo NL.IMRO.1774.WEEBPHAARSTRAAT19-0401
26
Hoofdstuk 5
Uitvoerbaarheid
De maatschappelijke uitvoerbaarheid heeft als doel om aan te tonen dat in het bestemmingsplan het maatschappelijk belang voldoende is meegenomen in de afweging.
5.1
Inspraak en vooroverleg
5.1.1
Vooroverleg
Artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) schrijft voor dat het bestuursorgaan, dat belast is met de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg pleegt met instanties, zoals gemeenten, waterschappen, provinciale diensten en Rijk, die betrokken zijn bij de zorg voor ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. Rijksdiensten Op 1 januari 2012 is de Vrom-Inspectie samengevoegd met de Inspectie V&W tot de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). De ILT heeft in het nieuwe toezichtbeleid geen adviserende en coördinerende rol meer met betrekking tot de advisering over gemeentelijke ruimtelijke plannen. Dit betekent onder meer dat geen plannen voor vooroverleg naar de ILT gestuurd hoeven te worden. Omdat de coördinatierol vervalt, reageren andere rijksdiensten (Rijkswaterstaat, Defensie en Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) afzonderlijk. Rijkswaterstaat Bij brief van 10 februari 2012 heeft Rijkswaterstaat aangegeven dat zij tijdig betrokken wenst te worden bij plannen die betrekking hebben op de drie netwerken die bij Rijkswaterstaat in beheer zijn: het hoofdwegennet, het hoofdvaarwegennet en het hoofdwatersysteem. Aangezien geen van de belangen van Rijkswaterstaat in het plan betrokken zijn, is vooroverleg met deze dienst niet vereist. Defensie Bij brief van 16 februari 2012 wordt aangegeven dat binnen het Ministerie van Defensie de behartiging van ruimtelijke uitgevoerd door de Dienst Vastgoed Defensie. Het gaat hierbij om militaire terreinen (direct ruimtebeslag), het beheer van diverse zoneringen, brandstofleidingen, verstoringsgebieden, laagvliegroutes en -gebieden (indirect ruimtebeslag). De belangen die door het Ministerie van Defensie worden bewaakt, spelen in het voorliggend plan geen rol. Vooroverleg met de Dienst Vastgoed Defensie (Directie noord) is niet vereist. Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Bij brief van 6 maart 2012 wordt aangegeven dat gemeentelijke bestemmingsplannen die een relatie hebben met rijksinpassingsplannen op het terrein van energie-infrastructuur gemeld moeten worden bij het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Het onderhavige bestemmingsplan heeft geen raakvlakken met de energie-infrastructuur, waardoor vooroverleg met dit ministerie niet vereist is. Provincie Overijssel De provincie Overijssel heeft een lijst opgesteld van categorieën bestemmingsplannen en projectbesluiten van lokale aard waarvoor vooroverleg niet noodzakelijk is. Het onderhavige plan valt binnen de in de lijst genoemde categorie B3, waardoor geen vooroverleg nodig is. Waterschap Vechtstromen Op 3 maart 2014 is een digitale watertoets uitgevoerd. De conclusie van die digitale toets is dat er sprake is van een normale procedure. Met het waterschap is in het verleden al overleg gevoerd, over onder meer de verlegging van de Hilbertsbeek. 5.1.2
Zienswijzen
Op de voorbereiding van een bestemmingsplan is afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing. In afdeling 3.4 Awb is bepaald dat het ontwerp van het bestemmingsplan gedurende 6 weken ter inzage zal liggen, waarbij informatie kan worden ingewonnen. Tijdens deze periode kan een ieder schriftelijk of mondeling zienswijzen kenbaar maken.
bestemmingsplan Haarstraat 19 te Weerselo NL.IMRO.1774.WEEBPHAARSTRAAT19-0401
27
Van de gelegenheid tot het indienen van zienswijzen is gebruik gemaakt. Er is één zienswijze ingediend. Een samenvatting van de zienswijze, de reactie daarop en de naar aanleiding van de zienswijze doorgevoerde wijzigingen in het plan zijn beschreven in bijlage 4 ( Reactienota zienswijzen ontwerp-bestemmingsplan).
5.2
Economische uitvoerbaarheid
Artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening stelt dat de gemeenteraad gelijktijdig met de vaststelling van het bestemmingsplan moet besluiten om al dan niet een exploitatieplan vast te stellen. Hoofdregel is dat een exploitatieplan moet worden vastgesteld bij elk bestemmingsplan. Er zijn echter uitzonderingen. Het is mogelijk dat de raad verklaart dat met betrekking tot een bestemmingsplan geen exploitatieplan wordt vastgesteld indien het verhaal van kosten van de grondexploitatie anderszins is verzekerd of het stellen van nadere eisen en regels niet noodzakelijk is. Bij voorliggend plan is er geen sprake van verhaalbare kosten zodat de gemeenteraad, conform artikel 6.2.1a van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) kan besluiten geen exploitatieplan vast te stellen.
bestemmingsplan Haarstraat 19 te Weerselo NL.IMRO.1774.WEEBPHAARSTRAAT19-0401
28
Hoofdstuk 6 6.1
Juridische toelichting
De verbeelding
De verbeelding is gebaseerd op de omgevingsvergunning d.d. 12 juli 2011 en de bijbehorende tekeningen/erfinrichting. De verbeelding richt zich daarbij specifiek op de locatie van de sleufsilo's. De gronden in het plangebied zijn voorzien van de bestemming 'Agrarisch' met de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - bouwperceel grondgebonden agrarisch bedrijf'.
6.2
De regels
Voor de regels bij het bestemmingsplan is aansluiting gezocht bij het onherroepelijke bestemmingsplan 'Weerselo Kern' (NL.IMRO.1774.WEEBPWEERSELOKERN-0403). Naast de beegripsbepalingen (artikel 1), de wijze van meten (artikel 2) en de algemene regels in hoofdstuk 3 en de overgangsregels en slotregel in hoofdstuk 4 zijn in het plan twee bestemmingen opgenomen. Agrarisch (artikel 3) Het gehele plangebied is voorzien van de bestemming 'Agrarisch'. De gronden zijn daarmee in de eerste plaats bestemd voor het agrarische gebruik en de uitoefening van een grondgebonden agrarisch bedrijf. Omdat er geen sprake is van een bouwvlak, mogen er binnen het plangebied geen gebouwen (bedrijfswoning, bedrijfsgebouwen of bijbehorende bouwwerken) worden gebouwd. Er mogen wel bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gerealiseerd. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - bouwperceel grondgebonden agrarisch bedrijf' zijn sleufsilo's toegestaan. Groen (artikel 4) De bestemming 'Groen' is opgenomen om de landschappelijke inpassing van de sleufsilo's te borgen. Op de verbeelding is een zone met een diepte van 3 m bestemd voor 'Groen'. In de regels is bepaald dat deze gronden, gelet op de functie die daaraan toegekend wordt, alleen ingericht mogen worden met groenvoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen en openbare nutsvoorzieningen. Speelvoorzieningen, verhardingen etc. zijn niet mogelijk. Door middel van een voorwaardelijke verplichting in de regels wordt ook de instandhouding van het nieuwe groen gewaarborgd.
bestemmingsplan Haarstraat 19 te Weerselo NL.IMRO.1774.WEEBPHAARSTRAAT19-0401
29
Bijlagen Toelichting Haarstraat 19 te Weerselo
Inhoudsopgave Bijlage 1 Advies Oversticht augustus 2009 Bijlage 2 Watertoets Bijlage 3 Geluidbelasting omgeving rundveehouderij Knikhuis Haarstraat 19 Weerselo Bijlage 4 Reactienota zienswijzen ontwerpbestemmingsplan
Bijlage 1 Advies Oversticht augustus 2009
Bijlage 2
Watertoets
datum 3-3-2014 dossiercode 20140303-63-8561 Geachte heer/mevrouw J. Klompmaker, U heeft een watertoets uitgevoerd op de website http://www.dewatertoets.nl//. Op basis van deze toets volgt u de normale procedure. Naar aanleiding van deze digitale toets dient u zelf contact op te nemen met het waterschap Vechtstromen via tel.nr. 088-220 3333. Let op, het beschreven plan in de watertoets zal aan de onderstaande uitgangspunten moeten worden getoetst. In de op te stellen waterparagraaf moet aangegeven worden hoe met deze uitgangspunten wordt omgegaan.
_________________________________________________________________________________________________________ Uitgangspunten waterschap Vechtstromen
_________________________________________________________________________________________________________ Het beleid van het waterschap Vechtstromen is vastgelegd in het vigerend waterbeheerplan. Het waterbeheerplan kunt u downloaden via onze website http://www.vechtstromen.nl/ . Voor alle inbreidingen en uitbreidingen gelden in principe onderstaande beleidsregels. Algemeen Bij de keuze voor de locatie van het plangebied wordt rekening gehouden met de wateropgave en de eigenschappen van het watersysteem. ● Bij het stedenbouwkundig plan moet notie worden genomen van het feit dat water van hoog naar laag stroomt. Water is daarmee ordenend voor het plan. ● Per project moet in het overleg tussen gemeente en waterschap worden bezien of maatwerkoplossingen nodig en/of wenselijk zijn. ●
Afvalwater ●
Het afvalwater (het zwarte afvalwater van toilet, het grijze afvalwater van keuken, wasmachine en douche en het eventuele bedrijfsafvalwater) wordt afgevoerd naar de RWZI door middel van riolering.
Hemelwater De afvoerpiek uit het plangebied door de toename van verhard oppervlak wordt afgevlakt door berging van hemelwater in wadi's of retentievijvers met een gedoseerde afvoer. ● De maximale hoeveelheid te lozen water wordt genormeerd in l/sec.ha bij een maatgevende neerslaghoeveelheid in mm per tijdseenheid. Binnen het beheergebied van waterschap Vechtstromen is de geldende normering per regio verschillend vastgesteld. ● Het hemelwater wordt zo min mogelijk verontreinigd en komt ten goede aan het lokale water- of grondwatersysteem. ● -Zichtbare oppervlakkige afvoer van hemelwater heeft de voorkeur boven afvoer van hemelwater door buizen, vanwege het grotere risico op ongewenst lozingsgedrag en foutieve aansluitingen bij buizen. ● Infiltratie van hemelwater in de bodem via een graspassage is de beste optie, omdat hiermee zuivering, retentie en grondwateraanvulling worden gerealiseerd. ● Op kleine schaal kan dit goed door middel van individuele voorzieningen, op grotere schaal verdient de toepassing van wadi's de voorkeur. ● Afvoer van hemelwater vindt bij voorkeur plaats via de reeks regenpijp - perceelsgootje - straatgoot - wadi. ● Bij het ontwerp van het bouwwerk wordt een zodanig samenspel van dakvlakken, dakgoten, regenpijpen en perceelsgoten gekozen dat het water niet in riolen onder de grond hoeft. ● Goede alternatieven in geval van nauwelijks verontreinigd hemelwater zijn regenwaterhergebruik op individuele schaal of directe oppervlakkige afvoer naar sloten of vijvers met retentievoorzieningen op grotere schaal. ●
In het geval van bedrijventerreinen met risico op vervuiling verdient hemelwaterafvoer via een verbeterd gescheiden rioolstelsel met retentievijvers de voorkeur. ● Het ontwerp van een verbeterd gescheiden stelsel wordt afgestemd op het risico op verontreiniging van het verhard oppervlak en het uitgangspunt dat de afvoer van relatief schoon hemelwater naar de rwzi wordt geminimaliseerd. ●
Grondwater Het grondwater wordt zoveel mogelijk aangevuld met schoon infiltrerend water. Te hoge grondwaterstanden in natte winterperioden mogen worden beteugeld met drainage in de openbare weg en eventueel op de kavels zelf, mits dit niet leidt tot een permanente grondwaterstandsverlaging in of buiten het plangebied. ● De drainage voert af naar een wadi of naar oppervlaktewater; dus niet naar de RWZI. ● Vochtoverlast door hoge grondwaterstanden wordt geminimaliseerd door te bouwen zonder kruipruimten en door kelders waterdicht te maken. ● ●
Oppervlaktewater Bij de herinrichting van het oppervlaktewatersysteem zijn de benodigde afvoercapaciteit, de streefbeelden en de kwaliteistdoelstellingen van het waterschap Vechtstromen leidend. ● Het oppervlaktewater wordt liefst op fraaie wijze geintegreerd in het stedenbouwkundig plan, zodanig dat het water beleefbaar is en goed te beheren. ●
_________________________________________________________________________________________________________ Verklaring Copyright Digitale watertoets http://www.dewatertoets.nl// Dit document is gegenereerd via de website http://www.dewatertoets.nl//. Het document mag alleen worden gebruikt ten behoeve van het plan, dat in dit document is omschreven. De informatie in dit document is houdbaar tot maximaal 1 jaar, gerekend vanaf de genoemde datum in dit document. De WaterToets 2014
Bijlage 3 Geluidbelasting omgeving rundveehouderij Knikhuis Haarstraat 19 Weerselo
BUIJVOETS BOUW- EN GELUIDSADVISERING
Geluidbelasting omgeving rundveehouderij Knikhuis Haarstraat 19 Weerselo.
opdrachtnummer
11.124
datum
10 maart 2014
opdrachtgever
Mts Knikhuis Haarstraat 19 7595 PG Weerselo
auteur
Wim Buijvoets
Hyacinthstraat 101
Telefoon : 0541-532343
mobiel : 06-54763258 Website : www.buijvoets.nl
7572 BB Oldenzaal
Telefax : 0541-532349
banknr : 1791.38.901
KvK Enschede : 08094436
E-mail :
[email protected]
Alle opdrachten worden aanvaard en uitgevoerd conform de R.V.O.I ’98, incl. wijzigingen en aanvullingen, zoals gedeponeerd ter griffie van de arrondissementsrechtbank te ‘s-Gravenhage op 12-november 1997 (een samenvatting van hoofdzaken is bij ons kantoor opvraagbaar)
Mts Knikhuis Haarstraat 19 Weerselo 11.124 10 maart 2014
1
2
3
4
5
INLEIDING ____________________________________________ 1 1.1
Bedrijfsactiviteiten.............................................................................................1
1.2
Onderzoek ........................................................................................................3
1.3
Geluidvoorschriften vigerende vergunning.......................................................3
1.4
Geluidbeleid gemeente Dinkelland...................................................................4
1.5
Waarneempunten en gevelreflectie..................................................................5
1.6
Verkeersaantrekkende werking ........................................................................5
UITGANGSPUNTEN _____________________________________ 6 2.1
Representatieve bedrijfssituatie .......................................................................6
2.2
Bedrijfsactiviteiten.............................................................................................7
2.3
Gebouwen en geluidniveaus ............................................................................9
METINGEN __________________________________________ 10 3.1
Apparatuur en meteocondities .......................................................................10
3.2
Meetresultaten................................................................................................10
GELUIDBELASTING ____________________________________ 11 4.1
Rekenmodel ...................................................................................................11
4.2
Bronvermogensniveaus..................................................................................11
4.3
Geluidoverdracht ............................................................................................14
4.4
Bedrijfstijden en bedrijfstijdcorrecties .............................................................14
4.5
Rekenresultaten geluidbelasting ....................................................................15
4.6
Verkeer openbare weg ...................................................................................16
CONCLUSIES ________________________________________ 18 5.1
Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau LAr,LT..................................................18
5.2
Maximale geluidniveaus LAmax ........................................................................18
5.3
Indirect lawaai.................................................................................................18
5.4
Maatregelen en het BBT-principe...................................................................18
BIJLAGEN bladzijde
Mts Knikhuis Haarstraat 19 Weerselo 11.124 10 maart 2014 pagina 1
1
INLEIDING In opdracht van Mts. Knikhuis is onderzocht welke geluidbelasting kan ontstaan in de omgeving van het bedrijf aan de Haarstraat 19 te Weerselo, door bedrijfsactiviteiten daarvan in het kader van de aanvraagde omgevingsvergunning m.b.t. de activiteit milieu. Daarbij is gebruik gemaakt van de tekening t.b.v. de milieuvergunning van Meinders en informatie over de bedrijfsactiviteiten van de opdrachtgever. De activiteiten kunnen worden beschreven als het houden van vleeskalveren, melkvee en bijbehorend jongvee. De reden van de aanvraag is : - het bouwen van een nieuwe stal voor melkkoeien - het houden van extra vleeskalveren i.p.v. varkens - actualisatie van de vergunning In verband met de plannen is een omgevingsvergunning nodig, de huidige revisievergunning is van 29 juli 2003. In het verleden is niet eerder een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Om na te gaan of aan het geluidbeleid van de gemeente Dinkelland kan worden voldaan wordt voor deze aanvraag een akoestisch onderzoek gevraagd. Het bedrijf ligt in het buitengebied aan de rand van Weerselo, gemeente Dinkelland. Een situatie van de inrichting is opgenomen in de tekening 1 in bijlage I. De situatie met waarneempunten is opgenomen in de geplotte figuren in bijlage II. De dichtstbijzijnde woning van derden ligt op ca 6 m ten noordwesten van de eigen weg.
1.1
Bedrijfsactiviteiten De inrichting en bedrijfsactiviteiten bestaan uit : A. diverse laad/losactiviteiten (bulkvoer/kunstmest, dieren, melk ophalen RMO), 1. 1 x per week lossen van een volle vracht bulk bij de silo’s; totaal 45 min blazen overdag in 2 posities tussen 07.00 en 19.00 uur, 2. 2 x per jaar lossen zakgoed m.b.v. een kooiaap, laadtijd incl. manoeuvreren ±10 minuten, 3. incidenteel aan- en afvoer van diversen m.b.v. een vrachtwagen (diesel, afval, enz), het laden/lossen is niet relevant uitgezonderd de transportbeweging, 4. gemiddeld 1 x per week het ophalen of brengen van vee met een vrachtwagen of terreinwagen; het laden bij de diverse stallen is niet relevant uitgezonderd het rijden van het voertuig, 5. het laden van kuilvoer m.b.v. de tractor in de voerwagen en het rijden van de tractor met voerwagen naar de stallen, de tractor wordt max. 135 min per dag ingezet binnen de inrichting, dit is incl. het regelmatig mixen van mest bij de rundveestallen, in de avond van het zaai- en oogstseizoen kan een tractor wegrijden en terugkeren van het land naar de stalling via de Nijstadweg, 6. het bedrijf beschikt over een kleine shovel voor het laden van mest en andere laad/loswerkzaamheden, de effectieve bedrijfsduur bedraagt max. 1 uur per dag,
Mts Knikhuis Haarstraat 19 Weerselo 11.124 10 maart 2014 pagina 2
B.
C.
D.
E.
F.
G.
H. I.
7. 3 x per week het laden van melk in de dag- of avondperiode; ca 15 minuten melk laden via een pomp aangedreven door de PTO met de vrachtwagenmotor stationair in werking, voertuigbewegingen op het terrein (auto’s, vrachtwagens, tractors), 1. personenwagens/terreinwagens : transport rundvee m.b.v. trailer, dierenarts, diversen in totaal max 3 x in de dagperiode en 1 x in de avond, 2. niet alle vrachtwagens (2 x mestrijden per week, 3 x RMO per week, 1 x bulkvoer per week, het halen en brengen van dieren, incidenteel aan/afvoer van diversen, het ophalen van kadavers) komen op dezelfde dag, maximaal 4 vrachtwagens komen onder de RBS overdag, 3. eigen tractor(s) : diverse werkzaamheden op het terrein (zie onder A); het laden/lossen van voer gebeurd alleen met de tractor (totaal 20 min. per dag, laden kuilvoer), de tractor wordt hoofdzakelijk op het land gebruikt en/of bij het inkuilen; rijden van en naar openbare weg/weiland max. 2 x/dag en 1 x avond; voor het gebruik van de tractor binnen de inrichting wordt gerekend op een totale effectieve bedrijfsduur van 120 minuten in de dagperiode (in avond alleen van en naar het land rijden, geen werkzaamheden), het melken van koeien in de melkstal incl. spoelen tussen 05.30 - 07.00 uur en 18.00 – 19.30 uur; de installaties bevinden zich in het gebouw en zijn buiten niet waarneembaar, uitgezonderd geluid via een muurrooster en de uitlaat van de vacuümpomp, het bedrijf beschikt over diverse machines/apparatuur in gebouwen (2x melkrobot, compressor hoge drukspuit, melkkoeling), uitstraling via gevels is niet relevant (op 10 m niet meer waarneembaar < 45 dBA), de wasplaats wordt overdag maximaal 15 minuten gebruikt voor het afspuiten van voertuigen, de compressor bevindt zich in de stal en is akoestisch niet relevant t.o.v. het geluid door afspuiten met hoge druk, jaarlijks wordt ±6000 m3 rundveemest afgevoerd : 1 1500 m3 in 5 dagen in het voorjaar naar het land m.b.v. de eigen tractor met tank (10 m3) en verdringerpomp, (laadtijd incl. rijden/manoeuvreren 10 min/keer) en op het land uitgereden, in totaal 150 transporten verdeeld over 5 dagen van 30 transporten, dit is een incidentele bedrijfsactiviteit (IBS), 2 de overige 4500 m3 wordt opgehaald door een mesttransporteur m.b.v. tankwagens (ca 125 x 36 m3); regelmatig 2 tankwagens per dag (30 min laden incl. manoeuvreren) 3 5 dagen per jaar wordt een grotere hoeveelheid mest afgevoerd (2.5 uur laden op diverse posities incl. manoeuvreren), dit is een incidentele bedrijfsactiviteit (IBS), hooguit 1 x per week wordt door een vrachtwagen met een loskraan bij de spoelplaats een kadaver opgehaald, het stationair draaien van de vrachtwagenmotor en gebruik van de loskraan duurt ca 5 minuten, op een aantal stallen bevinden zich in totaal 8 afzuigventilatoren welke 24 uur per etmaal in bedrijf zijn, het inkuilen van mais/CCM in sleufsilo’s 2 dagen per jaar door derden ca 8 uur, deze activiteit behoort niet tot de representatieve bedrijfssituatie.
Mts Knikhuis Haarstraat 19 Weerselo 11.124 10 maart 2014 pagina 3
Het doel van dit onderzoek is na te gaan of de inrichting kan voldoen aan de grenswaarden van de Geluidnota, de algemene richtlijnen uit de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening (okt. 98), de vigerende vergunning en welke geluidbeperkende maatregelen eventueel noodzakelijk zijn. Rondom de inrichting zijn hiertoe 7 waarneem(immissie)-punten gekozen. De geluidbelasting t.g.v. aan- en afrijdende voertuigen, het laden/lossen en overige buiten opgestelde vaste of mobile geluidbronnen is bepaald met een rekenmodel, volgens Handleiding meten en rekenen industrielawaai, methode II.8, rekening houdend met de geografische gegevens en de aangevraagde bedrijfsactiviteiten.
1.2
Onderzoek Om een indruk te krijgen van het omgevingsgeluid en de geluidemissie van enkele geluidbronnen zijn op 18 oktober 2011 geluidsmetingen bij het bedrijf uitgevoerd als behandeld in hoofdstuk 3. Om een indruk te krijgen van de geluidsoverdracht naar de omgeving is via een rekenmodel de geluidbelasting in de omgeving bepaald; deze analyse wordt behandeld in hoofdstuk 4. Conclusies en maatregelen zijn gegeven in hoofdstuk 5.
1.3
Geluidvoorschriften vigerende vergunning Het bedrijf beschikt over een vergunning uit 2003 met geluidvoorschriften welke hierna zijn samengevat : Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT), veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige toestellen en installaties en de daarin verrichte werkzaamheden en plaatsvindende activiteiten, mag gemeten en beoordeeld volgens de “Handleiding Industrielawaai ’99”, ter plaatse van woningen van derden niet meer bedragen dan :
45 dBA tussen 07.00 - 19.00 uur,
40 dBA tussen 19.00 - 23.00 uur (en op zon- en feestdagen tussen 07.00 - 19.00 uur)
35 dBA tussen 23.00 - 07.00 uur;
De maximale geluidniveaus LAmax mogen het niveau LAr,LT met ten hoogste 20 dB(A) overschrijden. De voorschriften m.b.t. de piekgeluiden zijn niet van toepassing op het laden/lossen t.b.v. de inrichting voor zover dit plaatsvindt tussen 07.00 – 19.00 uur. Laden/lossen incl het pneumatisch vullen van silo’s mag alleen in de dagperiode tussen 07 en 19 uur.
Mts Knikhuis Haarstraat 19 Weerselo 11.124 10 maart 2014 pagina 4
De grenswaarden zijn in tabel I samengevat. TABEL I
grenswaarden bij woning van derden
Lar,LT
LAmax
07:00-19:00 uur
45
65*
19:00-23:00 uur
40
60
35
55
45
-
periode
tijden
dag avond nacht
23:00-07:00 uur
etmaal
*
nvt op laden/lossen, rijden voertuigen t.b.v. de inrichting
Het agrarisch bouwblok (het gebied waarin de gebouwen staan) kan worden beschouwd als het gebied van de inrichting waarvoor de geluidbelasting wordt bepaald. Het uitrijden van mest e.d. behoren niet tot de werkzaamheden binnen de inrichting. Als inrichtingsgrens wordt het bouwblok, zoals aangegeven op de milieutekening, rondom de stallen aangehouden incl. de eigen weg tot aan de openbare weg.
1.4
Geluidbeleid gemeente Dinkelland De gemeente Dinkelland heeft in 2008 een nota gebiedsgericht geluidbeleid aangenomen. Het gebied waarin het plangebied is gelegen is aangemerkt als woongebied met een algemene kwalificatie voor de zgn geluidsambitiewaarde : “rustig” en een bovengrens “onrustig”. De ambitiewaarden hebben betrekking op het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau Lar,LT met een waarde van 45 dBA voor “rustig” en bovengrens van 55 dBA voor “onrustig”. De ambitiewaarden gelden zowel voor woningen als voor andere geluidgevoelige objecten. De gemeente Dinkelland kiest ervoor om voor bedrijven in het buitengebied aan te sluiten bij de etmaalindeling zoals die is opgenomen in het Besluit landbouw milieubeheer. In het buitengebied begint de dagperiode om 06.00 uur en eindigt op 19.00 uur; de avondperiode duurt van 19.00 uur tot 22.00 uur en de nachtperiode van 22.00 uur tot 06.00 uur. De gemeente Dinkelland kiest ervoor om als manier van gebiedsbescherming voor de bedrijven in het buitengebied de ambitiewaarden (45 dBA) vast te stellen op referentiepunten op 50 m vanaf de inrichtingsgrens, tenzij op kortere afstand woningen zijn gelegen. In tabel II staan de grenswaarden Lar,LT samengevat overeenkomstig de beleidsnota (tevens de grenswaarden uit de vergunning op woninggevels) waaraan wordt getoetst. In de Geluidnota is geen beleid opgenomen m.b.t. piekgeluiden. Hiertoe wordt aangesloten bij de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening (VROM okt. 98, hierna te noemen HMRI) waarbij gestreefd dient te worden naar het voorkomen van maximale geluidsniveaus (LAmax) die meer dan 10 dB boven het aanwezige equivalente geluidsniveau uitkomen met een maximum van 70, 65 en 60 dBA respectievelijk in de dag-, avond- en nachtperiode.
Mts Knikhuis Haarstraat 19 Weerselo 11.124 10 maart 2014 pagina 5
TABEL II : grenswaarden
voor de gevel bij woning van derden of op 50 m uit de inrichtingsgrens **
Lar,LT*
LAmax = Lar,LT + 10*
06:00-19:00 uur
45
55
70
avond
19:00-22:00 uur
40
50
65
nacht
22:00-06:00 uur
35
45
60
periode
tijden
dag
etmaal
* **
45
LAmax
-
tevens de grenswaarde uit de vigerende vergunning maximale grenswaarde HMRI
De grenswaarden voor piekgeluiden LAmax in de dag zijn volgens de vigerende vergunning niet van toepassing op het laden/lossen t.b.v. de inrichting. In het geluidbeleid worden zon- en feestdagen niet meer apart genoemd. Op deze dagen vindt geen laden/lossen (bulk, dieren, mest enz) plaats het betreft alleen voeren m.b.v. de tractor en de installaties.
1.5
Waarneempunten en gevelreflectie Volgens de HMRI moet worden gemeten voor de gevels van woningen op een hoogte waar de geluidoverlast kan worden ondervonden. Gebruikelijk is om overdag een waarneemhoogte van 1.5 m boven het maaiveld en ’s avonds/’s nachts op verdiepingshoogte (op 4.5 m of hoger) boven het maaiveld te hanteren. Dit geldt met name voor grondgebonden woningen, zoals in de onderhavige situatie, en niet voor appartementen/flats in meerdere bouwlagen waar hier geen sprake van is. In dit onderzoek wordt zowel op 1.5 als op 4.5 m hoogte de belasting berekend. Volgens de Handleiding vindt de beoordeling plaats voor het invallende geluidniveau zowel bij LAr,LT als bij LAmax. In de Geluidnota wordt niet ingegaan op de meethoogte. Als inrichtingsgrens wordt het bouwblok, zoals aangegeven op de milieutekening, rondom de stallen aangehouden.
1.6
Verkeersaantrekkende werking De invallende geluidbelasting op de woninggevels t.g.v. verkeer van en naar de inrichting op de openbare weg wordt beoordeeld conform de circulaire “Geluidhinder veroorzaakt door wegverkeer van en naar de inrichting” d.d. 29 februari 1996 (Ministerie van VROM). Dit betekent dat dit verkeer uitsluitend wordt beoordeeld op het equivalente geluidniveau LAeq en de normstelling daarvoor aansluit bij de Wet geluidhinder (Wgh, 50 dBA voorkeursgrenswaarde). Het indirecte lawaai door voertuigen op de openbare weg van en naar de inrichting wordt beoordeeld bij geluidgevoelige bestemmingen waar dit nog afzonderlijk akoestisch herkenbaar is t.o.v. het overige verkeer. De berekening van het indirecte lawaai wordt behandeld in hoofdstuk 4.
Mts Knikhuis Haarstraat 19 Weerselo 11.124 10 maart 2014 pagina 6
2
UITGANGSPUNTEN
2.1
Representatieve bedrijfssituatie Geluidvoorschriften dienen (mede) te zijn afgestemd op de geluidemissie die de inrichting onder normale omstandigheden veroorzaakt, veelal aangeduid als de "representatieve bedrijfssituatie (RBS)". Het gaat hier om de beoordelingsgrootheden die representatief zijn voor de geluidemissie. Zie de definitie in de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai. Bij inrichtingen waarvan die emissie in hoofdzaak wordt bepaald door constante geluidsbronnen (bijvoorbeeld ventilatoren) geeft het vaststellen van de RBS geen problemen. Anders ligt dat bij inrichtingen waarbij er sprake is van discontinue bedrijfssituaties, voortdurend wisselende activiteiten en dergelijke. De representatieve bedrijfssituatie zal in dat geval betrekking hebben op een voor de geluiduitstraling kenmerkende bedrijfsvoering bij volledige capaciteit van de inrichting. Daarnaast kunnen zich regelmatige en incidentele afwijkingen van de representatieve bedrijfssituatie voordoen. Van geval tot geval zal moeten worden beoordeeld welke situatie als representatieve bedrijfssituatie moet worden gezien. Omdat de geluidbelasting afhankelijk is van de wisselende bedrijfsactiviteiten en deze niet allemaal op één en dezelfde werkdag plaats vinden met een maximale bedrijfsduur kan niet vooraf worden bepaald welke variant maatgevend is. Daarom wordt voor de verschillende varianten (in de dag-, avond en nachtperiode) de geluidbelasting berekend. “Regelmatige afwijkingen van de representatieve bedrijfssituatie” volgens de Handreiking Er zijn inrichtingen waarbij met enige regelmaat duidelijk meer geluidemissie plaatsvindt dan in de overige tijd. Voorbeelden zijn: festiviteiten bij horeca-gelegenheden; het gritstralen van een tank of ketel op een open terrein; een oven of cycloon die korte tijd per week wordt gebruikt; overwerk in de avondperiode. Gevolg van deze activiteiten is dat met een beperkte frequentie (maar vaker dan 12 maal per jaar) een hogere geluidemissie plaatsvindt dan onder de representatieve omstandigheden. Daarbij wordt in principe uitgegaan van een frequentie van maximaal circa één dag-, avond- of nachtperiode per week. Voor deze situaties kan het, na bestuurlijke afweging, toelaatbaar worden geacht dat vergunning wordt verleend tot een hogere grenswaarde. Daarbij zal het feit of er in die situaties sprake is van hinder en zo ja, in welke mate en in welke frequentie, een belangrijke rol spelen. Ook hier geldt dus dat steeds een belangenafweging zal moeten plaatsvinden bij de vraag of de vergunning op deze wijze kan worden verleend, afhankelijk van het tijdstip en de duur van de activiteit, de frequentie van voorkomen, de hoogte van het geluidsniveau (absoluut en relatief), de noodzaak dan wel onvermijdelijkheid van de betreffende activiteit, de redelijkerwijs te treffen maatregelen en het al dan niet vóórkomen van incidentele bedrijfssituaties. Verder is het gewenst dat de betreffende activiteiten zo nauwkeurig mogelijk in de aanvraag worden vermeld, en in de vergunningvoorschriften worden vastgelegd. Daarnaast is het redelijk dat van de vergunninghouder wordt verlangd dat deze een registratie bijhoudt van deze activiteiten dan wel deze, afhankelijk van de aard van de
Mts Knikhuis Haarstraat 19 Weerselo 11.124 10 maart 2014 pagina 7
betreffende activiteit, in sommige gevallen tevoren meldt. Dit is zeker van belang als ten tijde van de aanvraag niet exact vaststaat wanneer deze activiteiten zullen plaatsvinden. 12 dagen-criterium (niet-representatieve bedrijfssituaties) Het is in de jurisprudentie inmiddels regelmatig geaccepteerd dat ontheffing kan worden verleend om maximaal 12 maal per jaar (uitgangspunt is dat het per keer steeds gaat om één, aaneengesloten, periode van maximaal een etmaal) activiteiten uit te voeren die meer geluid veroorzaken dan de geluidgrenzen voor de RBS uit de vergunning. Het gaat dan om bijzondere activiteiten (incidentele bedrijfssituaties), welke niet worden gerekend tot de RBS. Dat wil niet zeggen dat daaraan geen limiet gesteld kan worden: jurisprudentie en BBTbeginsel vereisen dat in deze gevallen wordt nagegaan in hoeverre de hinder kan worden beperkt. Dat kan bijvoorbeeld door minder dan 12 ontheffingen te verlenen, maximale geluidgrenzen op te leggen of de duur van de ontheffing te beperken. Daarop aansluitend zij opgemerkt dat de ontheffing tot maximaal 12 activiteiten geen recht is: het bevoegd gezag zal steeds een afweging van belangen moeten maken, mede in relatie tot de hiervoor beschreven regelmatige afwijkingen van de representatieve bedrijfssituatie, cumulerende effecten en dergelijke. Het is daarom gewenst dat genoemde (verzoeken om) toepassing van het "12 dagencriterium" reeds bij de aanvraag worden omschreven, zodat ook derden zich daarover kunnen uitspreken. Bij het onderhavige bedrijf kan het inkuilen van mais (2 dagen per jaar) en de afvoer van grote hoeveelheden rundveemest (5 dagen per jaar met de eigen tractor en 5 dagen door mesttransporteurs) worden gezien als een incidentele bedrijfssituatie.
2.2
Bedrijfsactiviteiten De geluidemissie wordt met name bepaald door geluidbronnen met een hoge bronsterkte welke langdurig in bedrijf zijn. De werkzaamheden zullen van dag tot dag sterk wisselen waardoor ook de geluidemissie per dag sterk varieert. In tabel III staat een overzicht van de akoestisch relevante activiteiten en bijbehorende tijdsduur (voor routes, deuren en losplaatsen zie tekening in bijlage I) zoals overlegt met de aanvrager.
Mts Knikhuis Haarstraat 19 Weerselo 11.124 10 maart 2014 pagina 8
Tabel III : aantal transporten en/of tijd in gebruik per dag Positie geluidbronnen/activiteiten per dag
Dag
Avond
route
6-19 uur
19-22 uur
A
rijden vrachtwagen (voer/dieren/RMO/diesel/overig)
B
rijden lichte voertuigen
1
Nacht
3
22-6 uur
4x2=8
1x2=2
-
3 x 2 =6
-
1
C
rijden tractor naar Nijstadsweg
1x2=2
1x2
D
rijden tractor naar Haarstraat
1x2=2
-
-
E
werkzaamheden met tractor op erf (dagelijks) + mixen
135 min
-
-
F
werkzaamheden met shovel op erf (dagelijks)
30 min
-
-
G
laden melk, vrachtwagenmotor stationair
15 min
15 min
-
H
lossen bulkvoer (blazen in silo’s) 1 x per week in 2 posities 45 min
-
-
2
2
-
2
I
bestaande ventilatoren rundveestal D 24 uur per etmaal
60%
60%
60%
J
ventilatoren nieuwe rundveestal B 24 uur per etmaal
50 Hz
45 Hz
40 Hz
K
hoge drukspuit wasplaats
15 min
-
-
L
vrachtw/autoloskraan kadavers max 1 x per week
5 min
-
-
M
laden mest tankwagen wekelijks 2 x/dag
30 min
-
-
N
lossen zakgoed door kooiaap
10 min
-
-
O
inkuilen 2 dagen/jaar (eff. 8 uur shovel/tractor)
8 uur
-
-
P
laden mest eigen tank; 5 dagen/jaar 30 ritten/dag
30 x 6 =180 mi -
-
Q
laden mest tankwagen; 5 dagen/jaar 10 x/dag
10 x 15 = 150 m-
-
1
bewegingen van en naar de openbare weg/stalling
2
deze ventilatoren draaien niet in het maximum vermogen
3
RMO van en naar Nijstadweg in de avond (het laden van melk vind plaats tussen 06 en 22 uur)
Niet alle hiervoor genoemde activiteiten vinden op één en dezelfde werkdag plaats met een maximale bedrijfsduur. De geluidbelasting wordt per periode (dag, avond, nacht) beoordeeld voor een representatieve bedrijfssituatie welke regelmatig voorkomt (>12 x per jaar) overeenkomend met de vergunningaanvraag. De volgende varianten zijn doorgerekend : Variant 1 : dagelijkse activiteiten (A t/m M) Variant 2 : dagelijkse activiteiten + inkuilen (A t/m M + O) Variant 3 : dagelijkse activiteiten + laden mest eigen tractor (A t/m L + P), de tankwagen komt niet in deze variant Variant 4 : dagelijkse activiteiten + laden mest tankwagen loonwerker (A t/m M + Q) In variant 1 zijn alle laad/losactiviteiten meegenomen, uitgezonderd incidenteel gebruik van een kooiaap omdat de kans dat dit tegelijk gebeurd met de andere langdurige activiteiten (bulk lossen, mest rijden enz) uitgesloten is. In de varianten 2 t/m 4 vinden ook veel meer transportbewegingen plaats waar in het rekenmodel rekening mee wordt gehouden. De extra ritten van de tractor zijn voor het inkuilen (var 2) gemodelleerd in de route naar de Nijstadweg. De extra ritten van de tractor en tankwagen zijn voor het mest rijden (var 3 en 4) gemodelleerd in beide routes (Nijstadweg en Haarstraat). In de stallen vinden geen akoestisch relevante activiteiten plaats. Voor de overige gegevens wordt verwezen naar de stukken behorende bij de vergunningaanvraag.
Mts Knikhuis Haarstraat 19 Weerselo 11.124 10 maart 2014 pagina 9
2.3
Gebouwen en geluidniveaus Stallen De gebouwen bestaan uit gemetselde gevels met deuren/ventilatieopeningen en een hellend dak van golfplaten evt aan de binnenzijde geïsoleerd met Dupanel schuimisolatie. De dieren in de stallen zijn normaal rustig zodat het geproduceerde geluid in de stallen op de grens van de inrichting niet herkenbaar is. De geluidemissie t.g.v. het laden/lossen/rijden van voertuigen via de gevels en deuropeningen van de werktuigstalling is verwaarloosbaar klein t.o.v. het rijden op het terrein en is niet in beschouwing genomen. Onderhoudswerkzaamheden in de werkplaats zijn niet relevant bij gesloten deuren tijdens luidruchtige werkzaamheden (bijv. gebruik slijptol). Geluid t.g.v. installaties in de nieuwe stal (tanklokaal, machinekamer en melkrobots) is niet relevant door voldoende geluidisolatie van de gevels/dak.
Mts Knikhuis Haarstraat 19 Weerselo 11.124 10 maart 2014 pagina 10
3
METINGEN Directe geluidsmetingen t.h.v. de omliggende woningen (of referentiepunten) t.g.v. de activiteiten binnen het bedrijf zijn vanwege het sterk fluctuerende karakter en stoorgeluid niet mogelijk. Om in die situatie de geluidbelasting te kunnen beoordelen bestaat de mogelijkheid van het meten van de geluidemissie dicht bij de bron en het berekenen van de geluidoverdracht.
3.1
Apparatuur en meteocondities De geluidmetingen aan de verschillende bronnen zijn uitgevoerd op 18 oktober 2011 waarbij gebruik is gemaakt van de volgende apparatuur : - de precisie-geluidniveaumeter, type NA-27 van het fabrikaat Rion, - de ½ inch microfoon, type UC53 van het fabrikaat Rion, - de calibrator, type NC-74 van het fabrikaat Rion,
3.2
Meetresultaten Alleen de meetwaarden ruim boven het achtergrondgeluidniveau zijn opgenomen. Vastgesteld zijn de energiegemiddelde zgn. equivalente geluidniveaus LAeq en piekgeluiden LAmax. Bovendien zijn daarin – waar van toepassing – de berekende bronvermogensniveaus Lw opgenomen. De bronvermogens zijn berekend volgens de formule : LWr = LAeq,T + 10log R + 9 (halve bol). Tabel IV geeft een overzicht van de meetresultaten in dBA. De oktaafbandspectra en bronsterkteberekeningen zijn opgenomen in bijlage I. TABEL IV : overzicht meetresultaten dBA
LAieq
LWr
LWAmax
ventilator rond 50 cm op 60% stal D op 5 m
48
71
74
tractor rijden/manoeuvreren op 11 m
73
102.5
108.7
kleine shovel rijden/manoeuvreren op 10 m
66
95
101
Mts Knikhuis Haarstraat 19 Weerselo 11.124 10 maart 2014 pagina 11
4
GELUIDBELASTING De geluidbelasting t.g.v. voertuigen/machines en overige buiten opgestelde akoestisch relevante geluidbronnen is bepaald met een rekenmodel (methode II.8), rekening houdend met de geografische gegevens en de representatieve bedrijfssituatie. Het model is een benadering van de werkelijkheid en in dit geval de enige methode om met een broninventarisatie een betrouwbaar beeld te krijgen van de geluidimmissie in de omgeving.
4.1
Rekenmodel De geluidoverdracht naar de omgeving is bepaald met een rekenmodel, waarin zijn opgenomen: - de bedrijfsgebouwen, de omliggende woningen en geluidreflecterende (harde) bodemvlakken, - de geluidbronnen met hun posities en bronvermogensniveaus LW, - 7 immissiepunten bij de woningen van derden op 1.5 en 4.5 m boven maaiveld. Bijlage II geeft een overzicht en plottertekeningen met de invoergegevens van het rekenmodel. Basisformule geluidoverdracht Bij een directe geluidmeting onder meteocondities wordt het zgn gestandaardiseerd immissieniveau Li vastgesteld. Dit is het equivalente (gemiddelde) of maximale geluidniveau gedurende een bepaalde periode van één of meerdere bronnen. Het gestandaardiseerd immissieniveau Li per bron kan ook worden berekend volgens : = LWR – D dBA waarin Li LWR D
= het immissierelevante bronvermogensniveau in dBA = verzamelterm van alle verzwakkingen (HLMR IL ’99 meth. II.8)
Modellering en betrouwbaarheid Voor een betrouwbare indruk van de geluidbijdrage van de relevante geluidbronnen is een juiste modellering van groot belang (het aantal en positie(s) van de bronnen, objecten e.d.) vooral indien sprake is van geluidafschermende en/of reflecterende objecten. De verfijning van het model is afhankelijk van de afstand tussen de bron en het meetpunt en eventuele tussenliggende objecten. Hierbij wordt zo veel mogelijk rekening gehouden met de modelleringsrichtlijnen uit de Handleiding industrielawaai en de handleiding van het software pakket (DGMR). Afwijkingen van ± 10% in de modellering en inschatting van de tijdsduur van een activiteit/bron zijn verwaarloosbaar.
4.2
Bronvermogensniveaus De basis voor de geluidoverdrachtsberekeningen vormen de gehanteerde bronvermogenniveaus van de verschillende geluidbronnen (transport, installaties e.d) onder representatieve bedrijfsomstandigheden als hierna behandeld. De bronvermogenniveaus van de relevante geluidbronnen zijn afgeleid uit metingen, kengetallen, ervaringscijfers of gebaseerd op een aanname (nieuwe geluidbron).
Mts Knikhuis Haarstraat 19 Weerselo 11.124 10 maart 2014 pagina 12
Mobiele geluidbronnen (voertuigen e.d) en installaties/machines op het terrein Bij mobiele bronnen (voertuigen) is de bronsterkte afhankelijk van het type voertuig, snelheid/toerental, bestrating en de bediening cq het rijgedrag. Uitgegaan wordt van een normaal rijgedrag binnen de inrichting met een lage maximum snelheid tot 10 km/uur. Voor berekeningen van wegverkeerslawaai (volgens RMG ‘2006) wordt bij een snelheid van 30 km/uur gerekend met een bronvermogensniveau van 94, 100 en 103 dBA respectievelijk voor lichte voertuigen, middelzwaar en zwaar vrachtverkeer (gemiddeld Nederlands wagenpark). Bij het rustig rijden/manoeuvreren van voertuigen met lagere snelheden in een lager toerental liggen de bronvermogens over het algemeen nog lager. Gerekend wordt met gemiddeld 89 en 102 dBA respectievelijk voor het rijden/manoeuvreren van lichte voertuigen en zwaar vrachtverkeer/tractors/loskraan op binnen de inrichting. Het piekbronvermogen bij het dichtslaan van portieren bedraagt ca 100 dBA. De piekbronvermogens tijdens optrekken en remmen liggen 5 tot 10 dBA hoger. Bij het lossen van voer en het laden van mest draait de vrachtwagenmotor stationair waarmee via de PTO (power take of) een pomp of de compressor wordt aangedreven. De vrachtwagenmotor, de PTO en de compressor of pomp zijn verschillende geluidbronnen en bevinden zich op verschillende posities op de combinatie waardoor de geluiduitstraling per windrichting sterk kan variëren. Over het algemeen is het geluid in zij- en voorwaartse richting van de vrachtwagen dominant omdat er geen of weinig afscherming is. In achterwaartse richting ligt het niveau, aanmerkelijk lager. Het bronvermogensniveau van de combinatie is sterk afhankelijk van het vermogen en toerental van de vrachtwagenmotor. Bij een normaal gebruik met een begrenst toerental bedraagt het bronvermogensniveau van een combinatie (motor, PTO en compressor of pomp) maximaal ca 103 en 106 dB(A) respectievelijk voor het laden van de mesttank en het lossen van de bulkwagen. Hierbij wordt uitgegaan van moderne voertuigen (ingepakte motoren, compressor, verdringerpomp enz). De eigen tractor wordt binnen de inrichting alleen gebruikt (hoofdzakelijk rijden) in een laag toerental, gerekend wordt met een bronvermogensniveau van 102 dBA. Loonwerkers hebben zwaarder materieel dat tijdens het inkuilen maximaal wordt belast met een bronvermogensniveau van gemiddeld 105 dBA. Voor het schoonspuiten van veewagens wordt gerekend met een bronvermogensniveau van 100 dB(A) t.g.v. het afspuiten. Voor de overige bronnen worden de gemeten en berekende bronsterktes aangehouden. In tabel V is de gehanteerde bronsterkte weergegeven.
Mts Knikhuis Haarstraat 19 Weerselo 11.124 10 maart 2014 pagina 13
TABEL V
Bronvermogensniveau Lw in dBA
geluidbron
Lw in dBA opmerkingen
langzaam rijden zw. vrachtwagen/tractor
102
langzaam rijden/manoeuvreren gemid. 8-10 km/uur
zware tractors loonwerker tijdens inkuilen
105
archief meting
gemiddelde werkz tractor/shovel op erf
103
gemiddelde van beide machines in 2 uur
vrachtwagen maximaal
107-110
t.g.v. remmen, optrekken e.d.
RMO langzaam rijden/manoeuvreren
101
meting (LWmax = 104 dBA)
personenauto langzaam rijdend
89
gemiddeld 10 – 15 km/uur
lossen bulkvoer
106
archief (omkaste compressor)
lossen kooiaaap
103
archief meting
ventilatoren op stal D 60%
71
meting
ventilatoren op stal B
88
opgave (in reductie in avond en nacht 2 en 7 dB
laden mest tankwagen. (motor/PTO/pomp)
102
kengetal
hogedrukspuit
100
kengetal
Nieuwe ventilatoren stal B Op de nieuwe stal B stal komen 4 ventilatoren met een totale capaciteit van ca 105.000 m3/uur (40 Pa). De capaciteit van de ventilatoren wordt automatisch geregeld door frequentieregelaars (tussen 23 en 50 Hz). Slechts in de zomer bij hoge temperaturen bestaat de kans dat de ventilatoren het maximum niveau van halen. Dit is dan als regel tussen 11.00 en 21.00 uur. Daarna zakt het niveau door de dalende buitentemperatuur. Het geluidvermogen van een ventilator, afgegeven via de pers- of zuigopening, kan worden bepaald door metingen of een taxatie op basis van de volgende gegevens : ventilatortype luchthoeveelheid m3/s totaal drukverschil over de ventilator in Pa vermogen van de ventilator in (W) Nm/s aantal schoepen + toerental (omw/min) Voor een taxatie van het bronvermogen LW kan de formule van Beranek worden gehanteerd : LW = 40 + 20 log (∆P) + 10 log Q waarin ∆P = totaal drukverschil over de ventilator in Pa Q = de totale luchtverplaatsing in m3/s Uit de formule volgt dat bij een lager toerental het geluidvermogen afneemt. In het algemeen geldt voor het verschil in geluidvermogen bij toerentalwijziging de onderstaande formule : LW = 40 + 20 log P + 10 log Q Als hierin : P wordt vervangen door n2 (omw/min)2 en Q wordt vervangen door n (omw/min) verandert de formule in : LW = 40+20 log n2 + 10 log n Het verschil in bronvermogen is dan : ∆LW = 50 log n1/n2
Mts Knikhuis Haarstraat 19 Weerselo 11.124 10 maart 2014 pagina 14
Uitgangspunt is dat het bronvermogenniveau van de nieuwe ventilatoren als volgt wordt gecorrigeerd : - dag max vermogen 50 Hz : reductie 0 dBA (LWA volgens opgave 88 dBA/ventilator) - avond gemiddeld vermogen ca 45 Hz : reductie 2 dBA (LWA 86 dBA/ventilator) - nacht gemiddeld vermogen 40 Hz : reductie 7 dBA (LWA 81 dBA/ventilator)
4.3
Geluidoverdracht In de nieuwe Handleiding industrielawaai is de term equivalente geluidbelasting LAeq vervangen door langtijdgemiddeld deeltijdsniveau LAeqi,LT. Het langtijdgemiddeld deeltijdsniveau LAeqi,LT t.g.v. een bepaalde bedrijfstoestand wordt bepaald uit het (Agewogen) gestandaardiseerde immissieniveau volgens : LAeqi,LT waarin
= Li - C b - C m - C g
[dBA]
Li = Cm = Cb = To =
gestandaardiseerd immissieniveau onder meteocondities meteocorrectie (0 tot 5 dB) afhankelijk van hoogtes en ri bedrijfstijd-correctie = -10 log Tb/To tijdsduur van de beoordelingsperiode (dag, avond of nacht, voor tijden zie normstelling rapport) Tb = effectieve bedrijfstijd in die periode Cg = 3 dB gevelreflectiecorrectie voor invallend geluid (van toepassing bij directe metingen voor de gevel) Wanneer op het beoordelings/rekenpunt bij een bepaalde bedrijfstoestand binnen het totaal aanwezige geluidniveau vanwege de betreffende inrichting geluid met een duidelijk hoorbaar tonaal-, impulsachtig- of muziekkarakter wordt waargenomen, wordt op het langetijdgemiddeld deeltijdsniveau LAeqi,LT van de betreffende bedrijfstoestand tijdens welke dit specifieke karakter optreedt, een toeslag toegepast voor : - tonaal of impulsgeluid K = 5 dB of - muziekgeluid K = 10 dB Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau per bedrijfstoestand (deelbeoordelingsniveau LAri,LT) wordt voor elke afzonderlijke periode als volgt bepaald : LAri,LT = LAeqi,LT + K [dBA] Uitgangspunt is dat ter hoogte van de omliggende woningen geen tonaal, impulsgeluid of muziekgeluid herkenbaar is. Het totale beoordelingsniveau LAr,LT is dan de energetische som van alle afzonderlijke deelbeoordelingsniveaus LAri,LT in de dag-, avond- of nachtperiode. De beoordelingsperiode (dag-, avond- of nacht) met het hoogste beoordelingsniveau LAr,LT is in dat geval bepalend voor de representatieve bedrijfssituatie.
4.4
Bedrijfstijden en bedrijfstijdcorrecties Afhankelijk van de bedrijfstijd van een geluidbron moet per periode een bedrijfstijdcorrectie Cb in rekening worden gebracht. De bedrijfstijdcorrecties zijn afgeleid uit de informatie zoals beschreven onder bedrijfscondities in hoofdstuk 2. Uitgegaan is van een “worse case” situatie wanneer de gehele werkdag werkzaamheden plaatsvinden. De relevante voertuigbewegingen worden verzorgd via verschillende routes (zie tabel II en de plots in bijlage I). De rijroute van voertuigen is verdeeld in deeltrajecten met een
Mts Knikhuis Haarstraat 19 Weerselo 11.124 10 maart 2014 pagina 15
bronpositie in het midden daarvan en een gemiddelde snelheid, incl. manoeuvreren van 10 km/uur. De bedrijfsduurcorrectie Cb is op basis van de routelengte, de gemiddelde snelheid en het aantal bronpunten berekend in het rekenmodel (zie mobile bronnenuitvoer in bijlage I). Werkzaamheden binnen de inrichting van de eigen tractor/shovel overdag is gemodelleerd in 8 bronnen verdeeld over het hele werkterrein met een bedrijfsduur van 15 min in de dag, uitgezonderd bron 15 op de sleufsilo met een bedrijfsduur van 30 min. Het lossen-rijden van de kooiaap en het laden van rundveemest met de zodenbemester is in 2 posities gemodelleerd. Het lagere bronvermogensniveau van de ventilatoren in de avond/nacht t.g.v. het lagere toerental is verdisconteerd in een bedrijfsduurcorrectie (Cb = 2 en 7 dB). Het laden van grote hoeveelheden mest (IBS) is in meerdere posities gemodelleerd.
4.5
Rekenresultaten geluidbelasting In tabel VI is voor verschillende varianten de berekende invallende geluidbelasting LAr,LT en LAmax in dBA’ s weergegeven, beoordeeld volgens de Handleiding industrielawaai 1999. Bijlage II geeft een overzicht van de in het rekenmodel opgenomen informatie en rekenresultaten. Het gestandaardiseerde immissieniveau is gebaseerd op de in de berekening gehanteerde gemiddelde bronvermogensniveaus. De maximale bronvermogens-niveaus tijdens het remmen/optrekken van een voertuig of laad/losactiviteiten kunnen hoger zijn dan de gemiddelde bronvermogensniveaus. Hiermee rekening houdend kunnen de in tabel VII weergegeven piekgeluiden LAmax worden verwacht. De waarden voor het maximale geluidniveau LAmax worden bepaald door de resultaten van de relevante bronnen in het rekenmodel als volgt te corrigeren : - rijden vrachtwagen (geschatte 102 + 8 = 110) - rustig rijden tractor op eigen weg in avond (geschatte 103 + 5 = 108) - rijden RMO in avond (geschatte 101 + 3 = 104)
Mts Knikhuis Haarstraat 19 Weerselo 11.124 10 maart 2014 pagina 16
TABEL geluidbelasting
LAr,LT
VI Dag
Dag
Dag
Avond
Nacht
Var 1
Var 2
Var 3
Var 4
-
-
H=1.5
H=1.5
H=1.5
H=1.5
H=4.5
H=4.5
1
39
48
42
40
36
31
2
42
55*
43
42
30
26
3
38
45
40
39
34
29
4
43
44
44
43
40
35
5
45
45
51
47
38
33
6
36
40
37
36
35
30
7
39
44
42
40
39
31
40
35
norm
*
45
grijs gemarkeerd = normoverschrijding
TABEL VII : geluidbelasting
4.6
Dag
LAmax
(hoogte dag 1.5 m, hoogte avond/nacht 4.5 m)
vrachtwagen H=1.5
rijden RMO H=4.5
tractor H=4.5
1
53
47
50
2
50
40
44
3
49
40
43
4
58
38
44
5
78
40
41
6
56
50
53
7
56
62
65
Verkeer openbare weg De geluidbelasting t.g.v. het indirecte lawaai door voertuigen van en naar de inrichting op de Nijstadweg of Haarstraat is berekend volgens de standaardrekenmethode I, conform het Reken en meetvoorschrift geluidhinder (RMG-2006), Wet geluidhinder. Deze methode is toepasbaar voor een rechte lijnbron (rijlijn, in dit geval de Nijstadweg of Haarstraat) met gemiddelde snelheden vanaf 30 km/uur. Het indirecte lawaai door voertuigen wordt beoordeeld bij geluidgevoelige bestemmingen waar dit nog akoestisch herkenbaar is op weg naar of afkomstig van de inrichting, in dit geval alleen voor het rijden over de Nijstadweg. Op de Haarstraat (intensiteit 2010 : 1400 motorvoertuigen waarvan 5.5% vrachtverkeer), waar de Nijstadweg op uitkomt, wordt het indirecte verkeer opgenomen in het reguliere verkeer. In de meest ongunstige situatie (worse case”) komen bij het bedrijf overdag maximaal 4 vrachtwagens en 3 lichte voertuigen. Bovendien zijn er nog 2 tractorbewegingen. Een tractor is vergelijkbaar met een zware vrachtwagen. Het aantal passages op de Haarstraat in de RBS is 10 vrachtwagens en 6 personenwagens. Tijdens het inkuilen en mest rijden (12 dagen per jaar : IBS) ligt het aantal passages hoger en zijn er 26 passages van zware voertuigen op de Haarstraat. Voor de gemiddelde snelheid wordt gerekend met 50 km/uur.
Mts Knikhuis Haarstraat 19 Weerselo 11.124 10 maart 2014 pagina 17
Onder de RBS en IBS ligt de 50 dBA geluidcontour berekend volgens het meet- en rekenvoorschrift geluidhinder (RMG 2006) op een afstand van slechts 3 respectievelijk 6 m uit de as van de weg.
Mts Knikhuis Haarstraat 19 Weerselo 11.124 10 maart 2014 pagina 18
5
CONCLUSIES
5.1
Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau LAr,LT Dagperiode In de dagperiode kan bij de woningen ruim aan de norm bij de woninggevels worden voldaan, uitgezonderd in punt 5 (woning Haarstraat 17A) waarin precies aan de norm wordt voldaan. Maatgevend in dit punt is de eigen weg op slechts 6 m uit deze woning. De eigen weg kan alleen overdag (van 06 tot 19 uur) voor het bedrijf worden gebruikt. Tijdens de incidentele bedrijfssituaties, inkuilen en mest laden, vinden normoverschrijdingen plaats. Met een maximale belasting van 55 dBA t.g.v. het inkuilen in punt 2 wordt de bovengrens van 55 dBA uit het geluidbeleid niet overschreden. De incidentele bedrijfssituaties zijn inherent aan het bedrijf, kunnen niet worden voorkomen en zijn apart vergunbaar binnen de 12 dagen regeling (zie Hfdst 2.1). Avond/nachtperiode In de avond- en nachtperiode vinden geen overschrijdingen plaats omdat dan geen luidruchtige activiteiten plaats vinden, uitgezonderd het rijden van de RMO en tractor van en naar de Nijstadweg. Dit zijn kortdurende bronnen met nauwelijks impact op de geluidbelasting. De geluidbelasting in de avond/nacht wordt hoofdzakelijk bepaald door de nieuwe geluidarme stalventilatoren. Het bedrijf heeft aangegeven dat de RMO een vaste route rijdt en niet voor één klant sterk kan afwijken met de tijd. Het laden van de melk gebeurd op een grote afstand van woningen en is nauwelijks herkenbaar (in het maatgevende punt 7 Li <= 44 dBA).
5.2
Maximale geluidniveaus LAmax In de dagperiode worden piekgeluiden t.g.v. laden/lossen t.b.v. de inrichting niet getoetst. In de avond, wanneer een tractor of de RMO vanaf de Nijstadweg op de eigen weg rijdt, kan een normoverschrijding plaats vinden in punt 7. De maximale grenswaarde van 65 dBA overeenkomstig de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening (okt. 98) en het Besluit landbouw milieubeheer wordt niet overschreden. Om de ritten van de tractor en de RMO via de Nijstadweg mogelijk te maken zal de grenswaarde in punt 7 moeten worden verhoogd tot 65 dBA in de avond. In de andere punten is geen verhoging nodig. De eigen weg naar de Haarstraat ligt te dicht bij de woning (ca 6 m) om buiten 06 en 19 uur voertuigbewegingen toe te staan.
5.3
Indirect lawaai De 50 dBA geluidcontour t.g.v. het indirecte lawaai op de maatgevende Haarstraat ligt op slechts 3 en 6 m uit de wegas. Omdat de woningen op grotere afstand zijn gelegen wordt de voorkeursgrenswaarde onderschreden.
5.4
Maatregelen en het BBT-principe Conform de Wet milieubeheer (art. 8.II, 3e lid) mag van een bedrijf worden verwacht dat de geluidemissie van akoestisch relevante geluidbronnen binnen redelijke grenzen en de
Mts Knikhuis Haarstraat 19 Weerselo 11.124 10 maart 2014 pagina 19
stand der techniek zo veel mogelijk moet worden geminimaliseerd (het BBT-principe = best beschikbare techniek). Bij Knikhuis is geen sprake van (eigen) dominante geluidbronnen met een onnodige hoge geluidemissie. Voor de tankwagens en eigen giertank wordt gerekend met verdringerpompen aangedreven door de PTO van de vrachtwagen/tractor op een begrensd toerental. De vrachtwagens van derden en de eigen tractor zijn overwegend nieuwere “geluidarme” types. Alle luidruchtige activiteiten (laden/lossen) vinden overdag plaats. De stalventilatoren zijn van een gangbaar geluidarm laagtoerig type. Door een automatische toerenregeling op de ventilatoren zal de geluidbelasting in de avond- en nachtperiode lager zijn dan overdag.
ing. Wim Buijvoets.
BUIJVOETS BOUW- EN GELUIDSADVISERING
Bijlage I Tekening en berekening bronsterkte
opdrachtnummer
11.124
datum
10 maart 2014
opdrachtgever
Mts Knikhuis Haarstraat 19 7595 PG Weerselo
auteur
Wim Buijvoets
Bronsterkteberekening HMRL IL 99 Projekt :
Knikhuis
Projektnr:
11.124
Bron & positie
rijden/manoeuvreren shovel Zeppelin op 10 m
afstand
omschrijving
flucturend geluid
meethoogte [m] LAeq 8000
Oktaafbanden (Hz.) Lp (gemeten in dBA) ΣD (=20log R + 9) LWR
31,5
datum
19-10-11
bijlage
1
blad
1
gemeten : WB 10
63
125
250
500
1000
2000
4000
25,6
51,2
51,0
54,3
58,6
60,9
59,3
52,9
44,9
65,5
72,0
29,0 54,6
29,0 80,2
29,0 80,0
29,0 83,3
29,0 87,6
29,0 89,9
29,0 88,3
29,0 81,9
29,0 73,9
94,5
101,0
1,8 LAmax
Bron & positie
rijden/manoeuvreren tractor Fendt op 11 m
afstand
omschrijving
flucturend geluid
meethoogte [m] LAeq 8000
Oktaafbanden (Hz.)
1,8 LAmax
63
125
250
500
1000
2000
4000
Lp (gemeten in dBA)
31,5 32,3
51,4
59,7
57,8
63,1
69,0
67,7
59,5
51,6
ΣD (=20log R + 9) LWR
29,8
29,8
29,8
29,8
29,8
29,8
29,8
29,8
29,8
62,1
81,2
89,5
87,6
92,9
98,8
97,5
89,3
81,4
Bron & positie
ventilator rond 50 cm op bestaande stal op ca 60% (=maximum stand) afstand
omschrijving Oktaafbanden (Hz.)
continu geluid 31,5 63
125
250
500
1000
2000
4000
13,9
27,4
38,0
41,1
42,4
43,2
38,9
31,0
22,0
ΣD (=20log R + 9) LWR
23,0
23,0
23,0
23,0
23,0
23,0
23,0
23,0
23,0
50,4
61,0
64,1
65,4
66,2
61,9
54,0
72,7
77,9
102,5
107,7 5
meethoogte [m] LAeq 8000
Lp (gemeten in dBA)
36,9
11
45,0
6 LAmax
48,3
50,6
71,3
73,6
BUIJVOETS BOUW- EN GELUIDSADVISERING
Bijlage II Invoergegevens rekenmodel
opdrachtnummer
11.124
datum
10 maart 2014
opdrachtgever
Mts Knikhuis Haarstraat 19 7595 PG Weerselo
auteur
Wim Buijvoets
rekenparameters Rapport: Model:
Lijst van model eigenschappen var 1 RBS
Model eigenschap Omschrijving Verantwoordelijke Rekenmethode Modelgrenzen Aangemaakt door Laatst ingezien door Model aangemaakt met Origineel project
var 1 RBS Werkplek 2 IL (255186,00, 485422,00) - (256186,00, 486422,00) Werkplek 2 op 15-7-2011 Werkplek 2 op 20-10-2011 Geomilieu V1.81 Niet van toepassing
Originele omschrijving Geïmporteerd door Definitief Definitief verklaard door
Niet Niet Niet Niet
Standaard maaiveldhoogte Rekenhoogte contouren Detailniveau toetspunt resultaten Detailniveau resultaten grids
0 4 Bronresultaten Totaalresultaten
Meteorologische correctie Standaard bodemfactor Absorptie standaarden Clusteren gebouwen Verwijderen binnenwanden
Toepassen standaard, 5,0 1,0 HMRI-II.8 Ja Ja
Luchtdemping [dB/km] Aandachtsgebied Dynamische foutmarge [dB]
0,02 0,07 0,25 0,76 1,63 2,86 6,23 19,00 67,40 ---
Geomilieu V1.81
van van van van
toepassing toepassing toepassing toepassing
20-10-2011 19:44:06
Omschr. verharding verharding sleufsilo
Bf 0,00 0,00 0,50
var 1 RBS versie van Gebied - Gebied (hoofdgroep) Lijst van Bodemgebieden, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Geomilieu V1.81
1
Naam 1
Groep:
Model:
modelgegevens
20-10-2011 19:33:58
woning schuur woning woning woning
woning woning schuur woning schuur
schuur woning stal + stal nieuwe
7 8 9 10 11
12 13 14 15 16
17 18 19 20 21
Geomilieu V1.81
stal
derden derden voertuigstalling
derden derden derden derden derden
derden derden derden derden derden
Omschr. bedrijfswoning stal + voertuigstalling stal stallen stal
5,00 5,00 5,00 2,15 4,20
5,00 5,00 5,00 5,00 5,00
5,00 3,00 3,00 5,00 5,00
Hoogte 3,00 3,00 3,00 3,50 3,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Maaiveld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
HDef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
dB dB dB dB dB
dB dB dB dB dB
Cp dB dB dB dB dB
var 1 RBS versie van Gebied - Gebied (hoofdgroep) Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Naam 1 2 4 5 6
Groep:
Model:
modelgegevens
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 31 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 63 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 125 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 250 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 500 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 1k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 2k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 4k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
20-10-2011 19:33:58
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 8k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Omschr. personenwagens tractor rijden van en naar stalling tractor rijden van en naar stalling RMO in de avond vrachtwagens
ISO H 0,75 1,30 1,30 1,50 1,30
ISO M 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
HDef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
var 1 RBS versie van Gebied - Gebied (hoofdgroep) Lijst van Mobiele bron, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Geomilieu V1.81
Naam 2 3 4 5 1
Groep:
Model:
modelgegevens
Aantal(D) 6 2 2 -8
Aantal(A) --2 2 --
Aantal(N) ------
Cb(D) 36,39 38,30 38,34 -32,12
Cb(A) --31,97 32,15 --
Cb(N) ------
Gem.snelheid 20 10 10 10 10
Max.afst. 10,00 10,00 10,00 10,00 10,00
Lw. 63 70,00 81,00 81,00 75,00 79,00
20-10-2011 19:33:58
Lw. 31 -62,00 62,00 65,00 --
Lw. 125 69,00 90,00 90,00 81,00 86,00
Lw. 250 73,00 88,00 88,00 83,00 96,00
Lw. 500 78,00 93,00 93,00 91,00 94,00
Lw. 1k 85,00 99,00 99,00 96,00 97,00
Lw. 2k 85,00 97,00 97,00 97,00 95,00
Lw. 4k 76,00 89,00 89,00 90,00 89,00
Lw. 8k 71,00 81,00 81,00 75,00 87,00
var 1 RBS versie van Gebied - Gebied (hoofdgroep) Lijst van Mobiele bron, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Geomilieu V1.81
Naam 2 3 4 5 1
Groep:
Model:
modelgegevens
D 31 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 63 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 125 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 250 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 500 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 1k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 2k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 4k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 8k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
20-10-2011 19:33:58
werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel
21 22
Geomilieu V1.81
werkzaamheden werkzaamheden werkzaamheden werkzaamheden werkzaamheden
16 17 18 19 20
tractor/shovel tractor/shovel tractor/shovel tractor/shovel tractor/shovel
laden kadaver incl. manouevreren laden mest tankw mbv pomp (RBS) wasplaats HD reiniger lossen bulk werkzaamheden tractor/shovel
12 13 14 10 15
cm cm cm cm cm
afzuiging rond 92 cm afzuiging rond 92 cm afzuiging rond 92 cm RMO laden melk lossen bulk
50 50 50 50 92
6 7 8 9 11
rond rond rond rond rond
Omschr. afzuiging afzuiging afzuiging afzuiging afzuiging
1,50 1,50
1,50 1,50 1,50 1,50 1,50
1,30 1,30 1,00 1,30 1,50
11,00 11,00 11,00 1,30 1,30
Hoogte 6,00 6,00 6,00 6,00 11,00
0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Maaiveld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
HDef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
var 1 RBS versie van Gebied - Gebied (hoofdgroep) Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Naam 1 2 3 4 5
Groep:
Model:
modelgegevens
puntbron puntbron puntbron puntbron puntbron
puntbron puntbron puntbron puntbron puntbron
puntbron puntbron puntbron puntbron puntbron
Type puntbron puntbron puntbron puntbron puntbron
Normale puntbron Normale puntbron
Normale Normale Normale Normale Normale
Normale Normale Normale Normale Normale
Normale Normale Normale Normale Normale
Normale Normale Normale Normale Normale
0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Richt. 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
360,00 360,00
360,00 360,00 360,00 360,00 360,00
360,00 360,00 360,00 360,00 360,00
360,00 360,00 360,00 360,00 360,00
Hoek 360,00 360,00 360,00 360,00 360,00
17,16 17,16
17,16 17,16 17,16 17,16 17,16
21,95 14,15 17,16 15,40 14,15
0,00 0,00 0,00 17,16 15,40
Cb(D) 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
---
------
------
2,00 2,00 2,00 10,79 --
Cb(A) 0,00 0,00 0,00 0,00 2,00
---
------
------
7,00 7,00 7,00 ---
Cb(N) 0,00 0,00 0,00 0,00 7,00
Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
GeenRefl. Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
GeenDemping Nee Nee Nee Nee Nee
62,00 62,00
62,00 62,00 62,00 62,00 62,00
70,00 76,00 --62,00
0,00 0,00 0,00 62,00 --
Lw. 31 36,90 36,90 36,90 36,90 0,00
20-10-2011 19:33:58
Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
GeenProces Nee Nee Nee Nee Nee
79,00 78,00 76,00 78,00 81,00
81,00 81,00 81,00 81,00 81,00
81,00 81,00
12 13 14 10 15
16 17 18 19 20
21 22
90,00 90,00
90,00 90,00 90,00 90,00 90,00
86,00 82,00 80,00 85,00 90,00
72,00 72,00 72,00 76,00 85,00
Lw. 125 61,00 61,00 61,00 61,00 72,00
Geomilieu V1.81
60,00 60,00 60,00 72,00 78,00
Lw. 63 50,40 50,40 50,40 50,40 60,00
88,00 88,00
88,00 88,00 88,00 88,00 88,00
96,00 96,00 84,00 89,00 88,00
77,00 77,00 77,00 87,00 89,00
Lw. 250 64,10 64,10 64,10 64,10 77,00
95,00 95,00
95,00 95,00 95,00 95,00 95,00
94,00 96,00 94,00 102,00 95,00
84,00 84,00 84,00 88,00 102,00
Lw. 500 65,40 65,40 65,40 65,40 84,00
99,00 99,00
99,00 99,00 99,00 99,00 99,00
97,00 97,00 93,00 100,00 99,00
83,00 83,00 83,00 93,00 100,00
Lw. 1k 66,20 66,20 66,20 66,20 83,00
98,00 98,00
98,00 98,00 98,00 98,00 98,00
95,00 95,00 94,00 101,00 98,00
80,00 80,00 80,00 89,00 101,00
Lw. 2k 61,90 61,90 61,90 61,90 80,00
89,00 89,00
89,00 89,00 89,00 89,00 89,00
89,00 89,00 94,00 92,00 89,00
76,00 76,00 76,00 83,00 92,00
Lw. 4k 54,00 54,00 54,00 54,00 76,00
var 1 RBS versie van Gebied - Gebied (hoofdgroep) Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
6 7 8 9 11
Naam 1 2 3 4 5
Groep:
Model:
modelgegevens
81,00 81,00
81,00 81,00 81,00 81,00 81,00
87,00 76,00 90,00 81,00 81,00
63,00 63,00 63,00 68,00 81,00
Lw. 8k 45,00 45,00 45,00 45,00 63,00
103,03 103,03
103,03 103,03 103,03 103,03 103,03
102,16 102,36 100,38 106,16 103,03
88,19 88,19 88,19 96,22 106,16
Lw. Totaal 71,27 71,27 71,27 71,27 88,19
0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 31 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 63 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 125 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 250 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 500 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 1k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 2k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 8k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
20-10-2011 19:33:58
0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 4k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
nok nok nok nok nok
6 7 8 9 10
Geomilieu V1.81
stal stal stal stal schuur
Omschr. nok bedrijfswoning nok stal nok stalling nok stal nok stal
4,70 6,63 11,23 6,15 7,00
ISO H 8,00 7,00 7,00 7,00 7,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
ISO M 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
HDef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief 2 2 2 2 2
2 2 2 2 2 dB dB dB dB dB
Cp dB dB dB dB dB 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Refl.L 31 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
var 1 RBS versie van Gebied - Gebied (hoofdgroep) Lijst van Schermen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Naam 1 2 3 4 5
Groep:
Model:
modelgegevens
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Refl.L 63 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Refl.L 125 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Refl.L 250 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Refl.L 500 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Refl.L 1k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Refl.L 2k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Refl.L 4k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Refl.R 31 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
20-10-2011 19:33:58
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Refl.L 8k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Refl.R 63 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Refl.R 125 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Refl.R 250 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Refl.R 500 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Refl.R 1k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Refl.R 2k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
var 1 RBS versie van Gebied - Gebied (hoofdgroep) Lijst van Schermen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Geomilieu V1.81
6 7 8 9 10
Naam 1 2 3 4 5
Groep:
Model:
modelgegevens
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Refl.R 4k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Refl.R 8k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
20-10-2011 19:33:58
Omschr.
0,00 0,00
Maaiveld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief
HDef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
1,50 1,50
Hoogte A 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 4,50 4,50
Hoogte B 4,50 4,50 4,50 4,50 4,50 ---
Hoogte C --------
Hoogte D ------
var 1 RBS versie van Gebied - Gebied (hoofdgroep) Lijst van Toetspunten, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Geomilieu V1.81
6 7
Naam 1 2 3 4 5
Groep:
Model:
modelgegevens
---
Hoogte E --------
Hoogte F -----Ja Ja
Gevel Ja Ja Ja Ja Ja
20-10-2011 19:33:58
resultaten var 1 Rapport: Model: LAeq bij Bron/Groep voor toetspunt: Groep: Groepsreductie: Naam Bron/Groep 1_A 8 13 18 15 7
Resultatentabel var 1 RBS 1_A (hoofdgroep) Ja
Omschrijving afzuiging rond 92 cm laden mest tankw mbv pomp (RBS) werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel afzuiging rond 92 cm
Hoogte 1,50 11,00 1,30 1,50 1,50 11,00
Dag 38,9 29,4 31,9 31,1 30,3 26,8
Avond 31,8 27,4 ---24,8
Nacht 26,4 22,4 ---19,8
Etmaal 38,9 32,4 31,9 31,1 30,3 29,8
Li 61,8 29,4 49,9 51,9 46,9 27,2
11,00 1,50 11,00
26,0 28,4 25,4 14,2 --
24,0 -23,4 19,7 18,3
19,0 -18,4 ---
29,0 28,4 28,4 24,7 23,3
26,7 49,3 26,4 56,6 54,5
6 17 5 Groep Groep
afzuiging rond 92 cm werkzaamheden tractor/shovel afzuiging rond 92 cm tractor RMO
10 19 16 12 14
lossen bulk werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel laden kadaver incl. manouevreren wasplaats HD reiniger
1,30 1,50 1,50 1,30 1,00
22,9 22,7 22,6 20,6 19,6
------
------
22,9 22,7 22,6 20,6 19,6
42,5 43,9 43,1 46,4 40,7
11 9 1 20 Groep
lossen bulk RMO laden melk afzuiging rond 50 cm werkzaamheden tractor/shovel vrachtw
1,30 1,30 6,00 1,50
19,2 7,7 8,3 17,9 17,7
-14,0 8,3 ---
--8,3 ---
19,2 19,0 18,3 17,9 17,7
38,8 29,0 10,4 39,2 53,8
2 3 4 21 22
afzuiging rond 50 cm afzuiging rond 50 cm afzuiging rond 50 cm werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel
6,00 6,00 6,00 1,50 1,50
7,0 6,9 6,9 15,7 10,0
7,0 6,9 6,9 ---
7,0 6,9 6,9 ---
17,0 16,9 16,9 15,7 10,0
9,3 9,3 9,1 36,9 31,4
2
personenwagens
0,75
-7,3
--
--
-7,3
33,7
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.81
20-10-2011 19:31:02
resultaten var 1 Rapport: Model: LAeq bij Bron/Groep voor toetspunt: Groep: Groepsreductie: Naam Bron/Groep 1_B 15 8 17 13 7
Resultatentabel var 1 RBS 1_B (hoofdgroep) Ja
Omschrijving werkzaamheden tractor/shovel afzuiging rond 92 cm werkzaamheden tractor/shovel laden mest tankw mbv pomp (RBS) afzuiging rond 92 cm
Hoogte 4,50 1,50 11,00 1,50 1,30 11,00
Dag 45,1 41,8 32,8 34,7 34,6 31,0
Avond 35,8 -30,8 --29,0
Nacht 30,9 -25,8 --24,0
Etmaal 45,1 41,8 35,8 34,7 34,6 34,0
Li 64,5 55,9 32,8 54,3 51,3 31,0
11,00 11,00 1,50 1,50 1,50
30,5 30,1 33,1 29,1 29,1
28,5 28,1 ----
23,5 23,1 ----
33,5 33,1 33,1 29,1 29,1
30,5 30,1 52,6 48,0 49,2
6 5 18 16 19
afzuiging rond 92 cm afzuiging rond 92 cm werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel
14 1 12 2 Groep
wasplaats HD reiniger afzuiging rond 50 cm laden kadaver incl. manouevreren afzuiging rond 50 cm tractor
1,00 6,00 1,30 6,00
28,8 17,4 27,0 16,4 15,5
-17,4 -16,4 21,0
-17,4 -16,4 --
28,8 27,4 27,0 26,4 26,0
48,7 18,3 51,5 17,6 57,0
4 10 3 Groep 9
afzuiging rond 50 cm lossen bulk afzuiging rond 50 cm RMO RMO laden melk
6,00 1,30 6,00 1,30
15,6 24,8 14,8 -11,5
15,6 -14,8 19,7 17,9
15,6 -14,8 ---
25,6 24,8 24,8 24,7 22,9
16,7 43,5 16,2 54,9 32,0
Groep 11 20 21 22
vrachtw lossen bulk werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel
1,30 1,50 1,50 1,50
22,6 22,6 21,2 18,2 10,8
------
------
22,6 22,6 21,2 18,2 10,8
57,6 41,3 41,6 38,5 31,5
2
personenwagens
0,75
-5,7
--
--
-5,7
34,6
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.81
20-10-2011 19:31:02
resultaten var 1 Rapport: Model: LAeq bij Bron/Groep voor toetspunt: Groep: Groepsreductie: Naam Bron/Groep 2_A 15 16 14 8 17
Resultatentabel var 1 RBS 2_A (hoofdgroep) Ja
Omschrijving werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel wasplaats HD reiniger afzuiging rond 92 cm werkzaamheden tractor/shovel
Hoogte 1,50 1,50 1,50 1,00 11,00 1,50
Dag 41,7 40,4 32,5 27,1 23,5 25,6
Avond 25,2 ---21,5 --
Nacht 21,0 ---16,5 --
Etmaal 41,7 40,4 32,5 27,1 26,5 25,6
Li 60,2 56,7 52,9 48,2 23,6 46,5
13 7 18 2 1
laden mest tankw mbv pomp (RBS) afzuiging rond 92 cm werkzaamheden tractor/shovel afzuiging rond 50 cm afzuiging rond 50 cm
1,30 11,00 1,50 6,00 6,00
23,9 19,4 21,4 11,4 11,0
-17,4 -11,4 11,0
-12,4 -11,4 11,0
23,9 22,4 21,4 21,4 21,0
41,8 19,8 42,2 13,6 13,0
6 12 5 19 3
afzuiging rond 92 cm laden kadaver incl. manouevreren afzuiging rond 92 cm werkzaamheden tractor/shovel afzuiging rond 50 cm
11,00 1,30 11,00 1,50 6,00
17,9 20,1 16,9 19,9 9,7
15,9 -14,9 -9,7
10,9 -9,9 -9,7
20,9 20,1 19,9 19,9 19,7
18,6 45,8 17,9 41,0 12,1
4 10 Groep 20 Groep
afzuiging rond 50 cm lossen bulk tractor werkzaamheden tractor/shovel vrachtw
6,00 1,30
7,6 16,8 5,0 14,5 14,0
7,6 -10,3 ---
7,6 -----
17,6 16,8 15,3 14,5 14,0
9,7 36,3 47,5 35,8 50,0
Groep 9 11 21 22
RMO RMO laden melk lossen bulk werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel
1,30 1,30 1,50 1,50
-0,9 10,4 8,3 7,1
7,5 7,3 ----
------
12,5 12,3 10,4 8,3 7,1
43,7 22,3 30,0 29,6 28,5
2
personenwagens
0,75
-15,2
--
--
-15,2
25,7
1,50
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.81
20-10-2011 19:31:02
resultaten var 1 Rapport: Model: LAeq bij Bron/Groep voor toetspunt: Groep: Groepsreductie: Naam Bron/Groep 2_B 15 16 17 14 8
Resultatentabel var 1 RBS 2_B (hoofdgroep) Ja
Omschrijving werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel wasplaats HD reiniger afzuiging rond 92 cm
Hoogte 4,50 1,50 1,50 1,50 1,00 11,00
Dag 44,7 43,0 35,0 34,0 30,5 27,1
Avond 29,6 ----25,1
Nacht 26,1 ----20,1
Etmaal 44,7 43,0 35,0 34,0 30,5 30,1
Li 62,2 57,1 53,7 53,5 50,4 27,1
1 2 7 13 12
afzuiging rond 50 cm afzuiging rond 50 cm afzuiging rond 92 cm laden mest tankw mbv pomp (RBS) laden kadaver incl. manouevreren
6,00 6,00 11,00 1,30 1,30
17,9 17,0 23,8 26,5 26,3
17,9 17,0 21,8 ---
17,9 17,0 16,8 ---
27,9 27,0 26,8 26,5 26,3
18,7 18,1 23,8 43,1 50,6
4 6 19 3 5
afzuiging rond 50 cm afzuiging rond 92 cm werkzaamheden tractor/shovel afzuiging rond 50 cm afzuiging rond 92 cm
6,00 11,00 1,50 6,00 11,00
15,8 22,8 25,7 15,1 22,1
15,8 20,8 -15,1 20,1
15,8 15,8 -15,1 15,1
25,8 25,8 25,7 25,1 25,1
16,7 22,8 45,7 16,4 22,1
18 Groep 10 Groep 20
werkzaamheden tractor/shovel vrachtw lossen bulk tractor werkzaamheden tractor/shovel
1,50
1,50
24,2 19,3 19,2 7,2 16,8
---12,5 --
------
24,2 19,3 19,2 17,5 16,8
43,7 54,1 37,9 48,7 37,2
Groep 9 11 21 22
RMO RMO laden melk lossen bulk werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel
1,30 1,30 1,50 1,50
-3,5 13,7 10,8 9,2
9,9 9,9 ----
------
14,9 14,9 13,7 10,8 9,2
45,2 24,0 32,4 31,2 29,9
2
personenwagens
0,75
-13,9
--
--
-13,9
26,4
1,30
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.81
20-10-2011 19:31:02
resultaten var 1 Rapport: Model: LAeq bij Bron/Groep voor toetspunt: Groep: Groepsreductie: Naam Bron/Groep 3_A 8 15 7 6 13
Resultatentabel var 1 RBS 3_A (hoofdgroep) Ja
Omschrijving afzuiging rond 92 cm werkzaamheden tractor/shovel afzuiging rond 92 cm afzuiging rond 92 cm laden mest tankw mbv pomp (RBS)
Hoogte 1,50 11,00 1,50 11,00 11,00 1,30
Dag 37,7 27,3 30,2 26,7 26,1 28,7
Avond 30,8 25,3 -24,7 24,1 --
Nacht 26,0 20,3 -19,7 19,1 --
Etmaal 37,7 30,3 30,2 29,7 29,1 28,7
Li 58,8 29,0 48,2 28,6 28,1 47,1
11,00 1,50 1,50 1,50 1,00
25,5 27,4 27,4 25,6 25,1
23,5 -----
18,5 -----
28,5 27,4 27,4 25,6 25,1
27,7 48,7 48,4 46,9 46,4
5 18 16 17 14
afzuiging rond 92 cm werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel wasplaats HD reiniger
2 12 1 10 3
afzuiging rond 50 cm laden kadaver incl. manouevreren afzuiging rond 50 cm lossen bulk afzuiging rond 50 cm
6,00 1,30 6,00 1,30 6,00
11,8 21,7 11,6 21,5 8,7
11,8 -11,6 -8,7
11,8 -11,6 -8,7
21,8 21,7 21,6 21,5 18,7
14,3 47,6 14,1 41,3 11,3
4 11 19 Groep 9
afzuiging rond 50 cm lossen bulk werkzaamheden tractor/shovel tractor RMO laden melk
6,00 1,30 1,50 1,30
8,0 16,3 16,2 8,3 4,3
8,0 --11,0 10,7
8,0 -----
18,0 16,3 16,2 16,0 15,7
10,7 36,1 37,5 51,1 25,9
Groep Groep 20 21 22
vrachtw RMO werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel
1,50 1,50 1,50
14,8 -14,2 12,1 7,3
-9,8 ----
------
14,8 14,8 14,2 12,1 7,3
51,2 46,3 35,6 33,7 28,9
2
personenwagens
0,75
-7,3
--
--
-7,3
33,8
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.81
20-10-2011 19:31:02
resultaten var 1 Rapport: Model: LAeq bij Bron/Groep voor toetspunt: Groep: Groepsreductie: Naam Bron/Groep 3_B 8 7 15 6 13
Resultatentabel var 1 RBS 3_B (hoofdgroep) Ja
Omschrijving afzuiging rond 92 cm afzuiging rond 92 cm werkzaamheden tractor/shovel afzuiging rond 92 cm laden mest tankw mbv pomp (RBS)
Hoogte 4,50 11,00 11,00 1,50 11,00 1,30
Dag 40,0 30,1 29,5 32,0 28,9 31,4
Avond 33,6 28,1 27,5 -26,9 --
Nacht 28,8 23,1 22,5 -21,9 --
Etmaal 40,0 33,1 32,5 32,0 31,9 31,4
Li 60,3 31,1 30,7 48,8 30,2 48,9
11,00 1,50 1,50 1,50 1,00
28,3 29,2 29,0 27,2 27,0
26,3 -----
21,3 -----
31,3 29,2 29,0 27,2 27,0
29,8 49,1 49,5 47,5 47,2
5 16 18 17 14
afzuiging rond 92 cm werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel wasplaats HD reiniger
2 10 1 12 3
afzuiging rond 50 cm lossen bulk afzuiging rond 50 cm laden kadaver incl. manouevreren afzuiging rond 50 cm
6,00 1,30 6,00 1,30 6,00
14,7 24,5 14,4 23,7 12,0
14,7 -14,4 -12,0
14,7 -14,4 -12,0
24,7 24,5 24,4 23,7 22,0
16,2 43,6 16,0 48,7 13,7
11 4 9 Groep 19
lossen bulk afzuiging rond 50 cm RMO laden melk vrachtw werkzaamheden tractor/shovel
1,30 6,00 1,30 1,50
21,9 11,3 8,1 18,2 17,7
-11,3 14,5 ---
-11,3 ----
21,9 21,3 19,5 18,2 17,7
41,1 13,0 29,1 53,9 38,1
Groep Groep 20 21 22
tractor RMO werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel
1,50 1,50 1,50
10,6 -15,6 14,7 9,8
12,5 11,6 ----
------
17,5 16,6 15,6 14,7 9,8
52,9 47,6 36,4 35,6 30,8
2
personenwagens
0,75
-4,2
--
--
-4,2
36,3
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.81
20-10-2011 19:31:02
resultaten var 1 Rapport: Model: LAeq bij Bron/Groep voor toetspunt: Groep: Groepsreductie: Naam Bron/Groep 4_A 5 6 7 22 8
Resultatentabel var 1 RBS 4_A (hoofdgroep) Ja
Omschrijving afzuiging rond 92 cm afzuiging rond 92 cm afzuiging rond 92 cm werkzaamheden tractor/shovel afzuiging rond 92 cm
Hoogte 1,50 11,00 11,00 11,00 1,50 11,00
Dag 42,7 34,0 33,7 33,2 35,6 32,6
Avond 37,5 32,0 31,7 31,2 -30,6
Nacht 32,6 27,0 26,7 26,2 -25,6
Etmaal 42,7 37,0 36,7 36,2 35,6 35,6
Li 65,5 34,0 33,7 33,2 56,0 32,8
10 20 19 3 Groep
lossen bulk werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel afzuiging rond 50 cm vrachtw
1,30 1,50 1,50 6,00
34,9 31,7 28,3 15,1 24,3
---15,1 --
---15,1 --
34,9 31,7 28,3 25,1 24,3
53,8 52,2 49,1 16,8 60,1
4 2 9 1 11
afzuiging rond 50 cm afzuiging rond 50 cm RMO laden melk afzuiging rond 50 cm lossen bulk
6,00 6,00 1,30 6,00 1,30
14,1 11,8 9,7 11,0 20,7
14,1 11,8 16,1 11,0 --
14,1 11,8 -11,0 --
24,1 21,8 21,1 21,0 20,7
16,1 13,7 30,6 13,1 39,8
15 Groep 17 21 16
werkzaamheden tractor werkzaamheden werkzaamheden werkzaamheden
tractor/shovel
1,50
tractor/shovel tractor/shovel tractor/shovel
1,50 1,50 1,50
20,5 19,6 18,8 17,4 17,1
-12,1 ----
------
20,5 19,6 18,8 17,4 17,1
39,0 61,6 39,9 38,3 38,4
18 13 Groep 14 12
werkzaamheden tractor/shovel laden mest tankw mbv pomp (RBS) RMO wasplaats HD reiniger laden kadaver incl. manouevreren
1,50 1,30 1,00 1,30
16,4 15,9 -10,1 9,3
--9,5 ---
------
16,4 15,9 14,5 10,1 9,3
37,5 34,1 45,6 31,3 35,3
2
personenwagens
0,75
7,4
--
--
7,4
47,7
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.81
20-10-2011 19:31:02
resultaten var 1 Rapport: Model: LAeq bij Bron/Groep voor toetspunt: Groep: Groepsreductie: Naam Bron/Groep 4_B 5 6 7 22 8
Resultatentabel var 1 RBS 4_B (hoofdgroep) Ja
Omschrijving afzuiging rond 92 cm afzuiging rond 92 cm afzuiging rond 92 cm werkzaamheden tractor/shovel afzuiging rond 92 cm
Hoogte 4,50 11,00 11,00 11,00 1,50 11,00
Dag 45,3 36,2 35,9 35,6 38,3 35,2
Avond 39,9 34,2 33,9 33,6 -33,2
Nacht 35,0 29,2 28,9 28,6 -28,2
Etmaal 45,3 39,2 38,9 38,6 38,3 38,2
Li 66,4 36,2 35,9 35,6 56,8 35,2
10 20 19 3 4
lossen bulk werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel afzuiging rond 50 cm afzuiging rond 50 cm
1,30 1,50 1,50 6,00 6,00
38,1 34,4 30,5 18,2 17,4
---18,2 17,4
---18,2 17,4
38,1 34,4 30,5 28,2 27,4
55,3 53,2 49,9 18,6 18,2
Groep 2 1 9 11
vrachtw afzuiging rond 50 cm afzuiging rond 50 cm RMO laden melk lossen bulk
6,00 6,00 1,30 1,30
27,1 15,6 15,0 12,9 23,7
-15,6 15,0 19,3 --
-15,6 15,0 ---
27,1 25,6 25,0 24,3 23,7
61,4 16,2 16,0 32,4 41,4
15 Groep 17 21 16
werkzaamheden tractor werkzaamheden werkzaamheden werkzaamheden
23,6 21,6 21,6 20,1 19,3
-14,1 ----
------
23,6 21,6 21,6 20,1 19,3
41,3 62,1 41,5 39,7 39,7
13 18 Groep 14 12
laden mest tankw mbv pomp (RBS) werkzaamheden tractor/shovel RMO wasplaats HD reiniger laden kadaver incl. manouevreren
1,30 1,50 1,00 1,30
18,8 18,4 -12,8 12,6
--11,9 ---
------
18,8 18,4 16,9 12,8 12,6
35,8 38,5 47,1 32,9 37,5
2
personenwagens
0,75
9,1
--
--
9,1
47,9
tractor/shovel
1,50
tractor/shovel tractor/shovel tractor/shovel
1,50 1,50 1,50
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.81
20-10-2011 19:31:02
resultaten var 1 Rapport: Model: LAeq bij Bron/Groep voor toetspunt: Groep: Groepsreductie: Naam Bron/Groep 5_A Groep Groep 5 6 7
Resultatentabel var 1 RBS 5_A (hoofdgroep) Ja
Omschrijving
Hoogte 1,50
vrachtw tractor afzuiging rond 92 cm afzuiging rond 92 cm afzuiging rond 92 cm
11,00 11,00 11,00
Dag 45,1 42,7 37,5 31,8 30,8 29,8
Avond 34,7 -4,9 29,8 28,8 27,8
Nacht 29,6 --24,8 23,8 22,8
Etmaal 45,1 42,7 37,5 34,8 33,8 32,8
Li 78,6 74,9 75,9 32,3 31,6 30,9
22 8 2 9 10
werkzaamheden tractor/shovel afzuiging rond 92 cm personenwagens RMO laden melk lossen bulk
1,50 11,00 0,75 1,30 1,30
32,8 29,0 25,7 13,3 24,7
-27,0 -19,7 --
-22,0 ----
32,8 32,0 25,7 24,7 24,7
53,5 30,3 62,3 34,4 44,0
11 19 20 21 3
lossen bulk werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel afzuiging rond 50 cm
1,30 1,50 1,50 1,50 6,00
24,1 22,5 21,5 20,6 9,7
----9,7
----9,7
24,1 22,5 21,5 20,6 19,7
43,3 43,8 42,6 41,5 12,8
4 12 16 1 15
afzuiging rond 50 cm laden kadaver incl. manouevreren werkzaamheden tractor/shovel afzuiging rond 50 cm werkzaamheden tractor/shovel
6,00 1,30 1,50 6,00 1,50
9,3 17,8 17,3 6,6 16,6
9,3 --6,6 --
9,3 --6,6 --
19,3 17,8 17,3 16,6 16,6
12,4 44,1 38,8 9,8 35,1
2 17 Groep 13 18
afzuiging rond 50 cm werkzaamheden tractor/shovel RMO laden mest tankw mbv pomp (RBS) werkzaamheden tractor/shovel
6,00 1,50 1,30 1,50
6,6 16,2 -9,9 9,5
6,6 -6,7 ---
6,6 -----
16,6 16,2 11,7 9,9 9,5
9,7 37,7 42,7 28,3 30,8
14
wasplaats HD reiniger
1,00
6,4
--
--
6,4
28,0
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.81
20-10-2011 19:31:02
resultaten var 1 Rapport: Model: LAeq bij Bron/Groep voor toetspunt: Groep: Groepsreductie: Naam Bron/Groep 5_B Groep 5 Groep 6 7
Resultatentabel var 1 RBS 5_B (hoofdgroep) Ja
Omschrijving vrachtw afzuiging rond 92 cm tractor afzuiging rond 92 cm afzuiging rond 92 cm
Hoogte 4,50
11,00 11,00
Dag 46,0 42,8 34,6 37,4 33,9 33,1
Avond 37,8 -32,6 10,5 31,9 31,1
Nacht 32,7 -27,6 -26,9 26,1
Etmaal 46,0 42,8 37,6 37,4 36,9 36,1
Li 78,6 75,0 34,6 75,8 33,9 33,3
11,00
8 22 10 9 11
afzuiging rond 92 cm werkzaamheden tractor/shovel lossen bulk RMO laden melk lossen bulk
11,00 1,50 1,30 1,30 1,30
32,2 34,7 29,8 16,2 26,6
30,2 --22,6 --
25,2 -----
35,2 34,7 29,8 27,6 26,6
32,7 53,8 48,1 36,0 44,6
2 21 19 20 4
personenwagens werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel afzuiging rond 50 cm
0,75 1,50 1,50 1,50 6,00
25,6 23,8 23,5 23,2 12,8
----12,8
----12,8
25,6 23,8 23,5 23,2 22,8
62,1 43,5 44,0 43,3 15,1
3 16 1 12 2
afzuiging rond 50 cm werkzaamheden tractor/shovel afzuiging rond 50 cm laden kadaver incl. manouevreren afzuiging rond 50 cm
6,00 1,50 6,00 1,30 6,00
12,6 21,1 10,3 20,0 9,8
12,6 -10,3 -9,8
12,6 -10,3 -9,8
22,6 21,1 20,3 20,0 19,8
14,9 42,0 12,7 45,6 12,2
15 17 Groep 13 18
werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel RMO laden mest tankw mbv pomp (RBS) werkzaamheden tractor/shovel
1,50 1,50 1,30 1,50
18,3 17,3 -12,0 10,5
--10,4 ---
------
18,3 17,3 15,4 12,0 10,5
36,3 38,0 45,2 29,5 31,1
14
wasplaats HD reiniger
1,00
8,3
--
--
8,3
29,1
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.81
20-10-2011 19:31:02
resultaten var 1 Rapport: Model: LAeq bij Bron/Groep voor toetspunt: Groep: Groepsreductie: Naam Bron/Groep 6_A 5 6 7 8 22
Resultatentabel var 1 RBS 6_A (hoofdgroep) Ja
Omschrijving afzuiging rond 92 cm afzuiging rond 92 cm afzuiging rond 92 cm afzuiging rond 92 cm werkzaamheden tractor/shovel
Hoogte 1,50 11,00 11,00 11,00 11,00 1,50
Dag 35,6 29,8 25,3 24,4 24,0 26,7
Avond 31,5 27,8 23,3 22,4 22,0 --
Nacht 25,8 22,8 18,3 17,4 17,0 --
Etmaal 36,5 32,8 28,3 27,4 27,0 26,7
Li 64,6 30,9 26,6 25,9 25,7 47,8
1,30
19,9 25,1 -23,2 22,9
20,8 -19,1 ---
------
25,8 25,1 24,1 23,2 22,9
61,9 44,5 55,1 58,9 42,5
Groep 11 Groep Groep 10
tractor lossen bulk RMO vrachtw lossen bulk
15 9 16 20 4
werkzaamheden tractor/shovel RMO laden melk werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel afzuiging rond 50 cm
1,50 1,30 1,50 1,50 6,00
22,8 10,5 19,8 19,4 7,7
-16,9 --7,7
----7,7
22,8 21,9 19,8 19,4 17,7
41,4 31,7 41,4 40,8 11,0
3 19 21 1 2
afzuiging rond 50 cm werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel afzuiging rond 50 cm afzuiging rond 50 cm
6,00 1,50 1,50 6,00 6,00
7,6 16,4 15,8 5,4 4,8
7,6 --5,4 4,8
7,6 --5,4 4,8
17,6 16,4 15,8 15,4 14,8
10,9 37,8 36,9 8,8 8,2
17 18 13 12 2
werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel laden mest tankw mbv pomp (RBS) laden kadaver incl. manouevreren personenwagens
1,50 1,50 1,30 1,30 0,75
11,0 8,7 8,6 8,6 6,8
------
------
11,0 8,7 8,6 8,6 6,8
32,5 30,2 27,1 35,0 47,0
14
wasplaats HD reiniger
1,00
1,3
--
--
1,3
22,9
1,30
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.81
20-10-2011 19:31:02
resultaten var 1 Rapport: Model: LAeq bij Bron/Groep voor toetspunt: Groep: Groepsreductie: Naam Bron/Groep 6_B 5 6 7 8 22
Resultatentabel var 1 RBS 6_B (hoofdgroep) Ja
Omschrijving afzuiging rond 92 cm afzuiging rond 92 cm afzuiging rond 92 cm afzuiging rond 92 cm werkzaamheden tractor/shovel
Hoogte 4,50 11,00 11,00 11,00 11,00 1,50
Dag 38,8 32,9 30,1 29,4 29,0 28,5
Avond 35,2 30,9 28,1 27,4 27,0 --
Nacht 29,8 25,9 23,1 22,4 22,0 --
Etmaal 40,2 35,9 33,1 32,4 32,0 28,5
Li 65,2 33,0 30,4 30,0 29,9 48,5
-22,3 20,7 ---
------
27,9 27,3 25,7 25,6 24,8
46,3 62,3 55,5 59,8 43,5
11 Groep Groep Groep 10
lossen bulk tractor RMO vrachtw lossen bulk
1,30
1,30
27,9 21,8 -25,6 24,8
9 15 16 20 4
RMO laden melk werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel afzuiging rond 50 cm
1,30 1,50 1,50 1,50 6,00
13,1 23,9 23,4 20,9 10,6
19,4 ---10,6
----10,6
24,4 23,9 23,4 20,9 20,6
33,2 41,9 44,4 41,3 13,2
3 19 1 21 2
afzuiging rond 50 cm werkzaamheden tractor/shovel afzuiging rond 50 cm werkzaamheden tractor/shovel afzuiging rond 50 cm
6,00 1,50 6,00 1,50 6,00
10,3 20,1 8,4 18,0 7,8
10,3 -8,4 -7,8
10,3 -8,4 -7,8
20,3 20,1 18,4 18,0 17,8
13,0 40,8 11,1 38,0 10,6
17 13 18 12 2
werkzaamheden tractor/shovel laden mest tankw mbv pomp (RBS) werkzaamheden tractor/shovel laden kadaver incl. manouevreren personenwagens
1,50 1,30 1,50 1,30 0,75
14,1 13,6 12,2 10,3 8,5
------
------
14,1 13,6 12,2 10,3 8,5
34,9 31,3 32,9 36,0 47,2
14
wasplaats HD reiniger
1,00
3,6
--
--
3,6
24,6
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.81
20-10-2011 19:31:02
resultaten var 1 Rapport: Model: LAeq bij Bron/Groep voor toetspunt: Groep: Groepsreductie: Naam Bron/Groep 7_A Groep Groep 9 5 6
Resultatentabel var 1 RBS 7_A (hoofdgroep) Ja
Omschrijving
Hoogte 1,50
tractor RMO RMO laden melk afzuiging rond 92 cm afzuiging rond 92 cm
1,30 11,00 11,00
Dag 39,0 25,8 -21,5 28,2 28,2
Avond 36,7 31,4 30,0 27,9 26,2 26,2
Nacht 27,6 ---21,2 21,2
Etmaal 41,7 36,4 35,0 32,9 31,2 31,2
Li 69,1 66,5 64,1 42,5 28,2 28,2
7 8 11 17 21
afzuiging rond 92 cm afzuiging rond 92 cm lossen bulk werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel
11,00 11,00 1,30 1,50 1,50
28,1 28,1 30,1 29,9 29,4
26,1 26,1 ----
21,1 21,1 ----
31,1 31,1 30,1 29,9 29,4
28,1 28,1 49,4 51,0 50,2
18 16 15 1 4
werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel afzuiging rond 50 cm afzuiging rond 50 cm
1,50 1,50 1,50 6,00 6,00
28,5 25,8 22,7 11,8 11,8
---11,8 11,8
---11,8 11,8
28,5 25,8 22,7 21,8 21,8
49,4 47,0 40,8 14,4 14,3
13 Groep 2 12 3
laden mest tankw mbv pomp (RBS) vrachtw afzuiging rond 50 cm laden kadaver incl. manouevreren afzuiging rond 50 cm
1,30 6,00 1,30 6,00
20,8 20,5 10,2 19,9 9,2
--10,2 -9,2
--10,2 -9,2
20,8 20,5 20,2 19,9 19,2
38,8 56,6 12,9 45,9 11,9
22 14 10 19 20
werkzaamheden tractor/shovel wasplaats HD reiniger lossen bulk werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel
1,50 1,00 1,30 1,50 1,50
17,3 17,0 16,8 14,4 12,4
------
------
17,3 17,0 16,8 14,4 12,4
38,5 38,3 36,2 35,6 33,5
2
personenwagens
0,75
0,3
--
--
0,3
41,0
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.81
20-10-2011 19:31:02
resultaten var 1 Rapport: Model: LAeq bij Bron/Groep voor toetspunt: Groep: Groepsreductie: Naam Bron/Groep 7_B Groep Groep 9 5 6
Resultatentabel var 1 RBS 7_B (hoofdgroep) Ja
Omschrijving
Hoogte 4,50
tractor RMO RMO laden melk afzuiging rond 92 cm afzuiging rond 92 cm
1,30 11,00 11,00
Dag 41,7 27,8 -24,0 31,6 31,6
Avond 39,3 33,4 31,9 30,4 29,6 29,6
Nacht 31,0 ---24,6 24,6
Etmaal 44,3 38,4 36,9 35,4 34,6 34,6
Li 69,6 67,0 64,5 43,7 31,6 31,6
7 8 11 17 21
afzuiging rond 92 cm afzuiging rond 92 cm lossen bulk werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel
11,00 11,00 1,30 1,50 1,50
31,6 31,5 33,0 32,0 31,6
29,6 29,5 ----
24,6 24,5 ----
34,6 34,5 33,0 32,0 31,6
31,6 31,5 51,0 52,0 51,1
18 15 16 4 1
werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel afzuiging rond 50 cm afzuiging rond 50 cm
1,50 1,50 1,50 6,00 6,00
30,6 27,6 27,3 15,1 15,0
---15,1 15,0
---15,1 15,0
30,6 27,6 27,3 25,1 25,0
50,2 44,7 47,5 16,6 16,5
13 2 Groep 12 3
laden mest tankw mbv pomp (RBS) afzuiging rond 50 cm vrachtw laden kadaver incl. manouevreren afzuiging rond 50 cm
1,30 6,00 1,30 6,00
24,4 13,6 23,0 22,3 11,3
-13,6 --11,3
-13,6 --11,3
24,4 23,6 23,0 22,3 21,3
41,1 15,4 58,1 47,3 13,1
22 14 10 19 20
werkzaamheden tractor/shovel wasplaats HD reiniger lossen bulk werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel
1,50 1,00 1,30 1,50 1,50
20,7 19,2 18,3 15,8 14,0
------
------
20,7 19,2 18,3 15,8 14,0
40,9 39,6 36,7 35,9 34,1
2
personenwagens
0,75
1,2
--
--
1,2
41,0
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.81
20-10-2011 19:31:02
werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel inkuilen
21 22 23
Geomilieu V1.81
werkzaamheden werkzaamheden werkzaamheden werkzaamheden werkzaamheden
16 17 18 19 20
tractor/shovel tractor/shovel tractor/shovel tractor/shovel tractor/shovel
laden kadaver incl. manouevreren laden mest tankw mbv pomp (RBS) wasplaats HD reiniger lossen bulk werkzaamheden tractor/shovel
12 13 14 10 15
cm cm cm cm cm
afzuiging rond 92 cm afzuiging rond 92 cm afzuiging rond 92 cm RMO laden melk lossen bulk
50 50 50 50 92
6 7 8 9 11
rond rond rond rond rond
Omschr. afzuiging afzuiging afzuiging afzuiging afzuiging
1,50 1,50 1,50
1,50 1,50 1,50 1,50 1,50
1,30 1,30 1,00 1,30 1,50
11,00 11,00 11,00 1,30 1,30
Hoogte 6,00 6,00 6,00 6,00 11,00
0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Maaiveld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
HDef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
var 2 RBS + inkuilen versie van Gebied - Gebied (hoofdgroep) Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Naam 1 2 3 4 5
Groep:
Model:
modelgegevens bronnen var 2
puntbron puntbron puntbron puntbron puntbron
puntbron puntbron puntbron puntbron puntbron
puntbron puntbron puntbron puntbron puntbron
Type puntbron puntbron puntbron puntbron puntbron
Normale puntbron Normale puntbron Normale puntbron
Normale Normale Normale Normale Normale
Normale Normale Normale Normale Normale
Normale Normale Normale Normale Normale
Normale Normale Normale Normale Normale
0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Richt. 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
360,00 360,00 360,00
360,00 360,00 360,00 360,00 360,00
360,00 360,00 360,00 360,00 360,00
360,00 360,00 360,00 360,00 360,00
Hoek 360,00 360,00 360,00 360,00 360,00
17,16 17,16 2,11
17,16 17,16 17,16 17,16 17,16
21,95 14,15 17,16 15,40 17,16
0,00 0,00 0,00 17,16 15,40
Cb(D) 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
----
------
------
2,00 2,00 2,00 ---
Cb(A) 0,00 0,00 0,00 0,00 2,00
----
------
------
7,00 7,00 7,00 ---
Cb(N) 0,00 0,00 0,00 0,00 7,00
Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
GeenRefl. Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
GeenDemping Nee Nee Nee Nee Nee
62,00 62,00 64,00
62,00 62,00 62,00 62,00 62,00
70,00 76,00 --62,00
0,00 0,00 0,00 62,00 --
Lw. 31 36,90 36,90 36,90 36,90 0,00
20-10-2011 19:37:04
Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
GeenProces Nee Nee Nee Nee Nee
79,00 78,00 76,00 78,00 81,00
81,00 81,00 81,00 81,00 81,00
81,00 81,00 83,00
12 13 14 10 15
16 17 18 19 20
21 22 23
90,00 90,00 92,00
90,00 90,00 90,00 90,00 90,00
86,00 82,00 80,00 85,00 90,00
72,00 72,00 72,00 76,00 85,00
Lw. 125 61,00 61,00 61,00 61,00 72,00
Geomilieu V1.81
60,00 60,00 60,00 72,00 78,00
Lw. 63 50,40 50,40 50,40 50,40 60,00
88,00 88,00 90,00
88,00 88,00 88,00 88,00 88,00
96,00 96,00 84,00 89,00 88,00
77,00 77,00 77,00 87,00 89,00
Lw. 250 64,10 64,10 64,10 64,10 77,00
95,00 95,00 97,00
95,00 95,00 95,00 95,00 95,00
94,00 96,00 94,00 102,00 95,00
84,00 84,00 84,00 88,00 102,00
Lw. 500 65,40 65,40 65,40 65,40 84,00
99,00 99,00 101,00
99,00 99,00 99,00 99,00 99,00
97,00 97,00 93,00 100,00 99,00
83,00 83,00 83,00 93,00 100,00
Lw. 1k 66,20 66,20 66,20 66,20 83,00
98,00 98,00 100,00
98,00 98,00 98,00 98,00 98,00
95,00 95,00 94,00 101,00 98,00
80,00 80,00 80,00 89,00 101,00
Lw. 2k 61,90 61,90 61,90 61,90 80,00
89,00 89,00 91,00
89,00 89,00 89,00 89,00 89,00
89,00 89,00 94,00 92,00 89,00
76,00 76,00 76,00 83,00 92,00
Lw. 4k 54,00 54,00 54,00 54,00 76,00
var 2 RBS + inkuilen versie van Gebied - Gebied (hoofdgroep) Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
6 7 8 9 11
Naam 1 2 3 4 5
Groep:
Model:
modelgegevens bronnen var 2
81,00 81,00 83,00
81,00 81,00 81,00 81,00 81,00
87,00 76,00 90,00 81,00 81,00
63,00 63,00 63,00 68,00 81,00
Lw. 8k 45,00 45,00 45,00 45,00 63,00
103,03 103,03 105,03
103,03 103,03 103,03 103,03 103,03
102,16 102,36 100,38 106,16 103,03
88,19 88,19 88,19 96,22 106,16
Lw. Totaal 71,27 71,27 71,27 71,27 88,19
0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 31 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 63 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 125 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 250 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 500 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 1k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 2k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 8k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
20-10-2011 19:37:04
0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 4k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Omschr. vrachtwagens personenwagens tractor rijden van en naar stalling tractor rijden van en naar stalling tractor rijden sleufsilos (inkuilen)
ISO H 1,30 0,75 1,30 1,30 1,30
ISO M 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
HDef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
var 2 RBS + inkuilen versie van Gebied - Gebied (hoofdgroep) Lijst van Mobiele bron, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Geomilieu V1.81
Naam 1 2 3 4 5
Groep:
Model:
modelgegevens bronnen var 2
Aantal(D) 8 6 2 2 60
Aantal(A) ---2 --
Aantal(N) ------
Cb(D) 32,12 36,39 38,30 38,34 23,41
Cb(A) ---31,97 --
Cb(N) ------
Gem.snelheid 10 20 10 10 10
Max.afst. 10,00 10,00 10,00 10,00 10,00
Lw. 63 79,00 70,00 81,00 81,00 83,00
20-10-2011 19:37:04
Lw. 31 --62,00 62,00 64,00
Lw. 125 86,00 69,00 90,00 90,00 92,00
Lw. 250 96,00 73,00 88,00 88,00 90,00
Lw. 500 94,00 78,00 93,00 93,00 95,00
Lw. 1k 97,00 85,00 99,00 99,00 101,00
Lw. 2k 95,00 85,00 97,00 97,00 99,00
Lw. 4k 89,00 76,00 89,00 89,00 91,00
Lw. 8k 87,00 71,00 81,00 81,00 83,00
var 2 RBS + inkuilen versie van Gebied - Gebied (hoofdgroep) Lijst van Mobiele bron, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Geomilieu V1.81
Naam 1 2 3 4 5
Groep:
Model:
modelgegevens bronnen var 2
D 31 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 63 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 125 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 250 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 500 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 1k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 2k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 4k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 8k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
20-10-2011 19:37:04
resultaten var 2 Rapport: Model: Groep: Groepsreductie: Naam Toetspunt 1_A 1_B 2_A 2_B 3_A
Resultatentabel var 2 RBS + inkuilen LAeq totaalresultaten voor toetspunten (hoofdgroep) Ja
Omschrijving
Hoogte 1,50 4,50 1,50 4,50 1,50
Dag 48,2 56,4 55,0 57,5 45,3
Avond 31,6 35,6 25,0 29,5 30,7
Nacht 26,4 30,9 21,0 26,1 26,0
Etmaal 48,2 56,4 55,0 57,5 45,3
Li 64,5 67,8 65,1 66,9 62,2
3_B 4_A 4_B 5_A 5_B
4,50 1,50 4,50 1,50 4,50
47,1 43,5 46,2 45,4 46,5
33,5 37,5 39,9 34,6 37,6
28,8 32,6 35,0 29,6 32,7
47,1 43,5 46,2 45,4 46,5
63,4 66,1 67,1 78,6 78,6
6_A 6_B 7_A 7_B
1,50 4,50 1,50 4,50
39,8 41,9 44,5 47,3
31,1 34,9 34,9 37,7
25,8 29,8 27,6 31,0
39,8 41,9 44,5 47,3
65,2 65,8 70,7 71,2
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.81
20-10-2011 19:38:10
werkzaamheden tractor/shovel laen mest tractor laen mest tractor laen mest tractor laen mest tractor
22 24 25 27 26
Geomilieu V1.81
werkzaamheden werkzaamheden werkzaamheden werkzaamheden werkzaamheden
17 18 19 20 21
tractor/shovel tractor/shovel tractor/shovel tractor/shovel tractor/shovel
laden kadaver incl. manouevreren wasplaats HD reiniger lossen bulk werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel
12 14 10 15 16
cm cm cm cm cm
afzuiging rond 92 cm afzuiging rond 92 cm afzuiging rond 92 cm RMO laden melk lossen bulk
50 50 50 50 92
6 7 8 9 11
rond rond rond rond rond
Omschr. afzuiging afzuiging afzuiging afzuiging afzuiging
1,50 1,50 1,50 1,50 1,50
1,50 1,50 1,50 1,50 1,50
1,30 1,00 1,30 1,50 1,50
11,00 11,00 11,00 1,30 1,30
Hoogte 6,00 6,00 6,00 6,00 11,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Maaiveld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
HDef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
var 3 RBS + mest laden eigen tractor versie van Gebied - Gebied (hoofdgroep) Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Naam 1 2 3 4 5
Groep:
Model:
modelgegegevens bronnen var 3
Normale Normale Normale Normale Normale
Normale Normale Normale Normale Normale
Normale Normale Normale Normale Normale
Normale Normale Normale Normale Normale
Normale Normale Normale Normale Normale
puntbron puntbron puntbron puntbron puntbron
puntbron puntbron puntbron puntbron puntbron
puntbron puntbron puntbron puntbron puntbron
puntbron puntbron puntbron puntbron puntbron
Type puntbron puntbron puntbron puntbron puntbron
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Richt. 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
360,00 360,00 360,00 360,00 360,00
360,00 360,00 360,00 360,00 360,00
360,00 360,00 360,00 360,00 360,00
360,00 360,00 360,00 360,00 360,00
Hoek 360,00 360,00 360,00 360,00 360,00
17,16 9,38 14,15 14,15 14,15
17,16 17,16 17,16 17,16 17,16
21,95 17,16 15,40 14,15 17,16
0,00 0,00 0,00 17,16 15,40
Cb(D) 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
------
------
------
2,00 2,00 2,00 ---
Cb(A) 0,00 0,00 0,00 0,00 2,00
------
------
------
7,00 7,00 7,00 ---
Cb(N) 0,00 0,00 0,00 0,00 7,00
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
GeenRefl. Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
GeenDemping Nee Nee Nee Nee Nee
62,00 62,00 62,00 62,00 62,00
62,00 62,00 62,00 62,00 62,00
70,00 --62,00 62,00
0,00 0,00 0,00 62,00 --
Lw. 31 36,90 36,90 36,90 36,90 0,00
20-10-2011 19:39:56
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
GeenProces Nee Nee Nee Nee Nee
79,00 76,00 78,00 81,00 81,00
81,00 81,00 81,00 81,00 81,00
81,00 81,00 81,00 81,00 81,00
12 14 10 15 16
17 18 19 20 21
22 24 25 27 26
90,00 90,00 90,00 90,00 90,00
90,00 90,00 90,00 90,00 90,00
86,00 80,00 85,00 90,00 90,00
72,00 72,00 72,00 76,00 85,00
Lw. 125 61,00 61,00 61,00 61,00 72,00
Geomilieu V1.81
60,00 60,00 60,00 72,00 78,00
Lw. 63 50,40 50,40 50,40 50,40 60,00
88,00 88,00 88,00 88,00 88,00
88,00 88,00 88,00 88,00 88,00
96,00 84,00 89,00 88,00 88,00
77,00 77,00 77,00 87,00 89,00
Lw. 250 64,10 64,10 64,10 64,10 77,00
95,00 95,00 95,00 95,00 95,00
95,00 95,00 95,00 95,00 95,00
94,00 94,00 102,00 95,00 95,00
84,00 84,00 84,00 88,00 102,00
Lw. 500 65,40 65,40 65,40 65,40 84,00
99,00 99,00 99,00 99,00 99,00
99,00 99,00 99,00 99,00 99,00
97,00 93,00 100,00 99,00 99,00
83,00 83,00 83,00 93,00 100,00
Lw. 1k 66,20 66,20 66,20 66,20 83,00
98,00 98,00 98,00 98,00 98,00
98,00 98,00 98,00 98,00 98,00
95,00 94,00 101,00 98,00 98,00
80,00 80,00 80,00 89,00 101,00
Lw. 2k 61,90 61,90 61,90 61,90 80,00
89,00 89,00 89,00 89,00 89,00
89,00 89,00 89,00 89,00 89,00
89,00 94,00 92,00 89,00 89,00
76,00 76,00 76,00 83,00 92,00
Lw. 4k 54,00 54,00 54,00 54,00 76,00
var 3 RBS + mest laden eigen tractor versie van Gebied - Gebied (hoofdgroep) Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
6 7 8 9 11
Naam 1 2 3 4 5
Groep:
Model:
modelgegegevens bronnen var 3
81,00 81,00 81,00 81,00 81,00
81,00 81,00 81,00 81,00 81,00
87,00 90,00 81,00 81,00 81,00
63,00 63,00 63,00 68,00 81,00
Lw. 8k 45,00 45,00 45,00 45,00 63,00
103,03 103,03 103,03 103,03 103,03
103,03 103,03 103,03 103,03 103,03
102,16 100,38 106,16 103,03 103,03
88,19 88,19 88,19 96,22 106,16
Lw. Totaal 71,27 71,27 71,27 71,27 88,19
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 31 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 63 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 125 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 250 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 500 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 1k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 2k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 8k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
20-10-2011 19:39:56
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 4k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Omschr. vrachtwagens personenwagens tractor rijden van en naar stalling tractor rijden van en naar stalling tractor mest rijden IBS
ISO H 1,30 0,75 1,30 1,30 1,30
ISO M 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
HDef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
var 3 RBS + mest laden eigen tractor versie van Gebied - Gebied (hoofdgroep) Lijst van Mobiele bron, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Geomilieu V1.81
Naam 1 2 3 4 6
Groep:
Model:
modelgegegevens bronnen var 3
Aantal(D) 8 6 2 2 30
Aantal(A) ---2 --
Aantal(N) ------
Cb(D) 32,12 36,39 38,30 38,34 26,42
Cb(A) ---31,97 --
Cb(N) ------
Gem.snelheid 10 20 10 10 10
Max.afst. 10,00 10,00 10,00 10,00 10,00
Lw. 63 79,00 70,00 81,00 81,00 81,00
20-10-2011 19:39:56
Lw. 31 --62,00 62,00 62,00
Lw. 125 86,00 69,00 90,00 90,00 90,00
Lw. 250 96,00 73,00 88,00 88,00 88,00
Lw. 500 94,00 78,00 93,00 93,00 93,00
Lw. 1k 97,00 85,00 99,00 99,00 99,00
Lw. 2k 95,00 85,00 97,00 97,00 97,00
Lw. 4k 89,00 76,00 89,00 89,00 89,00
Lw. 8k 87,00 71,00 81,00 81,00 81,00
var 3 RBS + mest laden eigen tractor versie van Gebied - Gebied (hoofdgroep) Lijst van Mobiele bron, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Geomilieu V1.81
Naam 1 2 3 4 6
Groep:
Model:
modelgegegevens bronnen var 3
D 31 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 63 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 125 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 250 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 500 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 1k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 2k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 4k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 8k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
20-10-2011 19:39:56
resultaten var 3 Rapport: Model: Groep: Groepsreductie: Naam Toetspunt 1_A 1_B 2_A 2_B 3_A
Resultatentabel var 3 RBS + mest laden eigen tractor LAeq totaalresultaten voor toetspunten (hoofdgroep) Ja
Omschrijving
Hoogte 1,50 4,50 1,50 4,50 1,50
Dag 42,0 46,9 42,6 45,8 40,2
Avond 31,6 35,6 25,0 29,5 30,7
Nacht 26,4 30,9 21,0 26,1 26,0
Etmaal 42,0 46,9 42,6 45,8 40,2
Li 64,2 67,0 61,9 64,7 61,5
3_B 4_A 4_B 5_A 5_B
4,50 1,50 4,50 1,50 4,50
42,2 43,8 46,4 50,6 50,9
33,5 37,5 39,9 34,6 37,6
28,8 32,6 35,0 29,6 32,7
42,2 43,8 46,4 50,6 50,9
62,7 67,3 68,3 80,4 80,4
6_A 6_B 7_A 7_B
1,50 4,50 1,50 4,50
37,3 40,1 41,6 44,0
31,1 34,9 34,9 37,7
25,8 29,8 27,6 31,0
37,3 40,1 41,6 44,0
66,1 66,6 70,0 70,6
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.81
20-10-2011 19:40:33
Omschr. vrachtwagens personenwagens tractor rijden van en naar stalling tractor rijden van en naar stalling tankwagen mest rijden IBS
ISO H 1,30 0,75 1,30 1,30 1,30
ISO M 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
HDef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
var 4 RBS + mest laden loonwerker versie van Gebied - Gebied (hoofdgroep) Lijst van Mobiele bron, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Geomilieu V1.81
Naam 1 2 3 4 7
Groep:
Model:
modelgegevens bronnen var 4
Aantal(D) 8 6 2 2 8
Aantal(A) ---2 --
Aantal(N) ------
Cb(D) 32,12 36,39 38,30 38,34 32,14
Cb(A) ---31,97 --
Cb(N) ------
Gem.snelheid 10 20 10 10 10
Max.afst. 10,00 10,00 10,00 10,00 10,00
Lw. 63 79,00 70,00 81,00 81,00 81,00
20-10-2011 19:42:26
Lw. 31 --62,00 62,00 62,00
Lw. 125 86,00 69,00 90,00 90,00 90,00
Lw. 250 96,00 73,00 88,00 88,00 88,00
Lw. 500 94,00 78,00 93,00 93,00 93,00
Lw. 1k 97,00 85,00 99,00 99,00 99,00
Lw. 2k 95,00 85,00 97,00 97,00 97,00
Lw. 4k 89,00 76,00 89,00 89,00 89,00
Lw. 8k 87,00 71,00 81,00 81,00 81,00
var 4 RBS + mest laden loonwerker versie van Gebied - Gebied (hoofdgroep) Lijst van Mobiele bron, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Geomilieu V1.81
Naam 1 2 3 4 7
Groep:
Model:
modelgegevens bronnen var 4
D 31 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 63 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 125 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 250 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 500 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 1k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 2k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 4k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 8k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
20-10-2011 19:42:26
werkzaamheden tractor/shovel werkzaamheden tractor/shovel extra laden mest tankw mbv pomp (IBS) extra laden mest tankw mbv pomp (IBS) extra laden mest tankw mbv pomp (IBS)
extra laden mest tankw mbv pomp (IBS)
21 22 28 29 30
30
Geomilieu V1.81
werkzaamheden werkzaamheden werkzaamheden werkzaamheden werkzaamheden
16 17 18 19 20
tractor/shovel tractor/shovel tractor/shovel tractor/shovel tractor/shovel
laden kadaver incl. manouevreren laden mest tankw mbv pomp (RBS) wasplaats HD reiniger lossen bulk werkzaamheden tractor/shovel
12 13 14 10 15
cm cm cm cm cm
afzuiging rond 92 cm afzuiging rond 92 cm afzuiging rond 92 cm RMO laden melk lossen bulk
50 50 50 50 92
6 7 8 9 11
rond rond rond rond rond
Omschr. afzuiging afzuiging afzuiging afzuiging afzuiging
1,30
1,50 1,50 1,30 1,30 1,30
1,50 1,50 1,50 1,50 1,50
1,30 1,30 1,00 1,30 1,50
11,00 11,00 11,00 1,30 1,30
Hoogte 6,00 6,00 6,00 6,00 11,00
0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Maaiveld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
HDef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
var 4 RBS + mest laden loonwerker versie van Gebied - Gebied (hoofdgroep) Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Naam 1 2 3 4 5
Groep:
Model:
modelgegevens bronnen var 4
puntbron puntbron puntbron puntbron puntbron
puntbron puntbron puntbron puntbron puntbron
puntbron puntbron puntbron puntbron puntbron
puntbron puntbron puntbron puntbron puntbron
Type puntbron puntbron puntbron puntbron puntbron
Normale puntbron
Normale Normale Normale Normale Normale
Normale Normale Normale Normale Normale
Normale Normale Normale Normale Normale
Normale Normale Normale Normale Normale
Normale Normale Normale Normale Normale
0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Richt. 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
360,00
360,00 360,00 360,00 360,00 360,00
360,00 360,00 360,00 360,00 360,00
360,00 360,00 360,00 360,00 360,00
360,00 360,00 360,00 360,00 360,00
Hoek 360,00 360,00 360,00 360,00 360,00
14,15
17,16 17,16 14,15 14,15 14,15
17,16 17,16 17,16 17,16 17,16
21,95 14,15 17,16 15,40 14,15
0,00 0,00 0,00 17,16 15,40
Cb(D) 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
--
------
------
------
2,00 2,00 2,00 ---
Cb(A) 0,00 0,00 0,00 0,00 2,00
--
------
------
------
7,00 7,00 7,00 ---
Cb(N) 0,00 0,00 0,00 0,00 7,00
Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
GeenRefl. Nee Nee Nee Nee Nee
Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
GeenProces Nee Nee Nee Nee Nee
76,00
62,00 62,00 76,00 76,00 76,00
62,00 62,00 62,00 62,00 62,00
70,00 76,00 --62,00
0,00 0,00 0,00 62,00 --
Lw. 31 36,90 36,90 36,90 36,90 0,00
20-10-2011 19:42:26
Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
GeenDemping Nee Nee Nee Nee Nee
79,00 78,00 76,00 78,00 81,00
81,00 81,00 81,00 81,00 81,00
81,00 81,00 78,00 78,00 78,00
78,00
12 13 14 10 15
16 17 18 19 20
21 22 28 29 30
30
82,00
90,00 90,00 82,00 82,00 82,00
90,00 90,00 90,00 90,00 90,00
86,00 82,00 80,00 85,00 90,00
72,00 72,00 72,00 76,00 85,00
Lw. 125 61,00 61,00 61,00 61,00 72,00
Geomilieu V1.81
60,00 60,00 60,00 72,00 78,00
Lw. 63 50,40 50,40 50,40 50,40 60,00
96,00
88,00 88,00 96,00 96,00 96,00
88,00 88,00 88,00 88,00 88,00
96,00 96,00 84,00 89,00 88,00
77,00 77,00 77,00 87,00 89,00
Lw. 250 64,10 64,10 64,10 64,10 77,00
96,00
95,00 95,00 96,00 96,00 96,00
95,00 95,00 95,00 95,00 95,00
94,00 96,00 94,00 102,00 95,00
84,00 84,00 84,00 88,00 102,00
Lw. 500 65,40 65,40 65,40 65,40 84,00
97,00
99,00 99,00 97,00 97,00 97,00
99,00 99,00 99,00 99,00 99,00
97,00 97,00 93,00 100,00 99,00
83,00 83,00 83,00 93,00 100,00
Lw. 1k 66,20 66,20 66,20 66,20 83,00
95,00
98,00 98,00 95,00 95,00 95,00
98,00 98,00 98,00 98,00 98,00
95,00 95,00 94,00 101,00 98,00
80,00 80,00 80,00 89,00 101,00
Lw. 2k 61,90 61,90 61,90 61,90 80,00
89,00
89,00 89,00 89,00 89,00 89,00
89,00 89,00 89,00 89,00 89,00
89,00 89,00 94,00 92,00 89,00
76,00 76,00 76,00 83,00 92,00
Lw. 4k 54,00 54,00 54,00 54,00 76,00
var 4 RBS + mest laden loonwerker versie van Gebied - Gebied (hoofdgroep) Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
6 7 8 9 11
Naam 1 2 3 4 5
Groep:
Model:
modelgegevens bronnen var 4
76,00
81,00 81,00 76,00 76,00 76,00
81,00 81,00 81,00 81,00 81,00
87,00 76,00 90,00 81,00 81,00
63,00 63,00 63,00 68,00 81,00
Lw. 8k 45,00 45,00 45,00 45,00 63,00
102,36
103,03 103,03 102,36 102,36 102,36
103,03 103,03 103,03 103,03 103,03
102,16 102,36 100,38 106,16 103,03
88,19 88,19 88,19 96,22 106,16
Lw. Totaal 71,27 71,27 71,27 71,27 88,19
0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 31 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 63 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 125 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 250 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 500 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 1k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 2k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 8k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
20-10-2011 19:42:26
0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
D 4k 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
resultaten var 4 Rapport: Model: Groep: Groepsreductie: Naam Toetspunt 1_A 1_B 2_A 2_B 3_A
Resultatentabel var 4 RBS + mest laden loonwerker LAeq totaalresultaten voor toetspunten (hoofdgroep) Ja
Omschrijving
Hoogte 1,50 4,50 1,50 4,50 1,50
Dag 40,3 46,2 42,3 45,5 38,9
Avond 31,6 35,6 25,0 29,5 30,7
Nacht 26,4 30,9 21,0 26,1 26,0
Etmaal 40,3 46,2 42,3 45,5 38,9
Li 64,3 67,2 61,8 64,8 61,5
3_B 4_A 4_B 5_A 5_B
4,50 1,50 4,50 1,50 4,50
41,3 43,3 46,0 47,4 48,0
33,5 37,5 39,9 34,6 37,6
28,8 32,6 35,0 29,6 32,7
41,3 43,3 46,0 47,4 48,0
62,9 67,3 68,3 80,4 80,4
6_A 6_B 7_A 7_B
1,50 4,50 1,50 4,50
36,3 39,4 39,9 42,6
31,1 34,9 34,9 37,7
25,8 29,8 27,6 31,0
36,3 39,9 39,9 42,7
66,2 66,7 70,0 70,6
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.81
20-10-2011 19:43:02
resultaten Lmax vrachtwagens Lmax = waarde + 8 dB Rapport: Model: Groep: Naam Toetspunt 1_A 1_B 2_A 2_B 3_A
Resultatentabel var 1 RBS LAmax totaalresultaten voor toetspunten vrachtw
Omschrijving
Hoogte 1,50 4,50 1,50 4,50 1,50
Dag 44,6 50,5 41,7 48,3 40,8
Avond ------
Nacht ------
3_B 4_A 4_B 5_A 5_B
4,50 1,50 4,50 1,50 4,50
43,2 50,1 53,2 70,3 70,2
------
------
6_A 6_B 7_A 7_B
1,50 4,50 1,50 4,50
48,2 50,7 47,6 50,5
-----
-----
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.81
20-10-2011 19:33:15
resultaten Lmax tractor Lmax = waarde + 5 dB Rapport: Model: Groep: Naam Toetspunt 1_A 1_B 2_A 2_B 3_A
Resultatentabel var 1 RBS LAmax totaalresultaten voor toetspunten tractor
Omschrijving
Hoogte 1,50 4,50 1,50 4,50 1,50
Dag 44,0 45,3 36,1 38,8 36,5
Avond 44,0 45,3 36,1 38,8 36,5
Nacht ------
3_B 4_A 4_B 5_A 5_B
4,50 1,50 4,50 1,50 4,50
38,7 51,3 53,5 71,0 70,8
37,6 37,1 39,1 30,5 36,3
------
6_A 6_B 7_A 7_B
1,50 4,50 1,50 4,50
49,9 52,0 59,1 60,3
46,2 47,9 59,1 60,3
-----
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.81
20-10-2011 19:32:46
resultaten Lmax RMO Lmax = waarde + 3 dB Rapport: Model: Groep: Naam Toetspunt 1_A 1_B 2_A 2_B 3_A
Resultatentabel var 1 RBS LAmax totaalresultaten voor toetspunten RMO
Omschrijving
Hoogte 1,50 4,50 1,50 4,50 1,50
Dag ------
Avond 42,4 43,7 33,6 36,6 35,1
Nacht ------
3_B 4_A 4_B 5_A 5_B
4,50 1,50 4,50 1,50 4,50
------
36,6 33,7 34,6 34,0 37,3
------
6_A 6_B 7_A 7_B
1,50 4,50 1,50 4,50
-----
44,9 46,5 57,8 58,7
-----
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.81
20-10-2011 19:31:44
BUIJVOETS BOUW- EN GELUIDSADVISERING Berekening geluidbelasting wegverkeerslawaai standaard methode I (RMG-2006) Rundveebedrijf Knikhuis Haarstraat 19 Weereselo indirect lawaai van en naar de inrichting Rijlijnnummer Waarneempunt Waarneemhoogte Wegdek hoogte Afstand weg Kortste afstand r Afstand kruispunt Afstand obstakel Type wegdek Bodemfactor Objectfractie Zichthoek
Haarstraat begane grond 1,5 0,0 3,0 3,1 0,0 0,0 0 0,00 0,0 127
Projectnr: Datum :
Maatgevende periode: RBS
m. m.
Emissiegegevens lichte mvt middelzwarmvt m. zware mvt m. bromfiets m. motorfiets DAB (referentie)
Cwegdek 0,0 0,0 0,0 -
TOTAAL
11.124 19-okt-11
dag
mvt/uur 0,462 0 0,77 0 0
km/uur 50 50 50 0 0
Emissie 43,4 0,0 55,3 0,0 0,0
1,2
55,5
LAeq : LAeq etm :
50,4 50,0
Etmaalwaarde
50,0
Resultaten in dB(A)
Coptrek Creflectie Czichthoek Ctotaal
Dafstand Dlucht Dbodem Dmeteo Dtotaal
0,0 0,0 0,0 0,0
Rijlijnnummer Waarneempunt Waarneemhoogte Wegdek hoogte Afstand weg Kortste afstand r Afstand kruispunt Afstand obstakel Type wegdek Bodemfactor Objectfractie Zichthoek
4,90 0,03 0,00 0,19 5,1
Maatgevende periode: IBS
1,5 0,0 6,0 6,0 0,0 0,0 0 0,50 0,0 127
m. Emissiegegevens m. lichte mvt m. middelzwarmvt m. zware mvt m. bromfiets m. motorfiets DAB (referentie)
Cwegdek 0,0 0,0 0,0 -
dag (mest rijden)
mvt/uur 0,462 0 2,17 0 0
TOTAAL
km/uur 50 50 50 0 0
Emissie 43,4 0,0 59,8 0,0 0,0
2,6
59,9
LAeq : LAeq etm :
50,2 50,0
Etmaalwaarde
50,0
Resultaten in dB(A)
Coptrek Creflectie Czichthoek Ctotaal
0,0 0,0 0,0 0,0
Hyacinthstraat 101 Telefoon : 0541-532343 7572 BB Oldenzaal Telefax : 0541-532349
Dafstand Dlucht Dbodem Dmeteo Dtotaal
7,8 0,05 1,4 0,4 9,6
mobiel : 06-54763258 Website : www.buijvoets.nl banknr : 1791.38.901 E-mail :
[email protected]
KvK Enschede : 08094436
Bijlage 4
Reactienota zienswijzen ontwerpbestemmingsplan
REACTIENOTA ZIENSWIJZEN ONTWERP-BESTEMMINGSPLAN HAARSTRAAT 19 TE WEERSELO
Behorende bij raadsbesluit dd. 4 november 2014
Inhoudsopgave
1.
2.
3.
pagina
Inleiding
2
Behandeling zienswijzen 2.1 Reclamant 1
3 3
wijzigingen ONTWERP-bestemmingsplan
1
17
1.
INLEIDING
In dit document worden de binnengekomen zienswijzen over het ontwerpbestemmingsplan ‘Regels van het bestemmingsplan Haarstraat 19 te Weerselo van de gemeente Dinkelland’. behandeld. Na voorafgaande publicatie op 27 maart 2014 in de Staatscourant en het huis-aanhuis blad is in overeenstemming met artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening met ingang van 28 maart 2014 het ontwerp-bestemmingsplan voor een ieder ter inzage gelegd. Het ontwerpbestemmingsplan met de hierbij behorende stukken kon tijdens de openingsuren in het gemeentehuis te Denekamp worden ingezien. Ook was het ontwerp te raadplegen via een in de advertentie op de gemeentelijke website en de landelijke website www.ruimtelijkeplannen.nl Het ontwerp-bestemmingsplan biedt een actuele regeling voor een deel van het perceel van Maatschap Knikhuis, Haarstraat 19 te Weerselo, waarbij de bouw van sleufsilo’s mogelijk wordt gemaakt. Gedurende de hiervoor genoemde termijn kon een ieder mondeling dan wel schriftelijk zienswijzen kenbaar maken. In de publicatie is aangegeven dat indieners van zienswijzen in de gelegenheid worden gesteld hun zienswijze nader toe te lichten ten overstaan van een hoorcommissie, bestaande uit leden van de gemeenteraad. Indien zij van deze gelegenheid gebruik willen maken dienden zij dit bij de schriftelijke of mondelinge ingebrachte zienswijze aan te geven. Er is één reclamant die gebruik heeft gemaakt van het recht om een zienswijze in te dienen. In hoofdstuk twee worden de ingekomen zienswijzen samengevat en vervolgens van een gemeentelijk standpunt voorzien. Tenslotte wordt elke zienswijze afgesloten met een conclusie, hierin wordt aangegeven of de zienswijze al dan niet wordt overgenomen. In hoofdstuk drie worden de aanpassingen aan het bestemmingsplan, die volgen uit de zienswijzen en de ambtshalve wijzigingen, op een rij gezet.
2
2.
BEHANDELING ZIENSWIJZEN
2.1 Reclamant 1 Datum brief: 25 april 2014 Datum ontvangst: 25 april 2014 Hoofdlijn van de zienswijze Reclamant 1 verzet zich tegen de in het ontwerpplan voorziene bestemming. Hierna wordt op elk afzonderlijk onderdeel van de zienswijze van deze reclamant ingegaan en voorzien van een gemeentelijk standpunt. 1 Schending vertrouwensbeginsel t.a.v. toezeggingen van het college Reclamant stelt dat het college met hetgeen ze eerder heeft toegezegd een ontwerpbestemmingsplan ter inzage heeft gelegd waarmee volledig aan de belangen van maatschap Knikhuis tegemoet is gekomen en de belangen van reclamant volledig worden geschonden. Appellant verwijst verder naar de hoorzitting van de commissie bezwaarschriften van 10 december 2013 (gemeentelijk zaaknummer 13.14111) , waar namens het college expliciet is aangegeven dat er tegen de illegaal gerealiseerde sleufsilo’s handhavend opgetreden zou worden. Op basis van de toezeggingen van B&W over handhavend optreden, had reclamant er vanuit mogen gaan dat er ook daadwerkelijk handhavend opgetreden zou gaan worden. Gemeentelijk standpunt Bij besluit van 8 oktober 2013 heeft het college het verzoek van reclamant, om handhavend op te treden tegen het bouwen van sleufsilo’s, afgewezen. Daartegen heeft reclamant bezwaar gemaakt en heeft reclamant een verzoek om voorlopige voorziening ingediend. De voorzieningenrechter van de rechtbank heeft op 1 november 2013 geoordeeld dat de maatschap één (van de beoogde drie) sleufsilo(‘s) reeds heeft gerealiseerd en in gebruik heeft genomen. De bouwwerkzaamheden zijn na 18 september 2013 aangevangen, zodat de het college bevoegd is om handhavend op te treden (r.o. 3.2.2.). De Afdeling heeft in haar uitspraak van 18 september 2013, zaaknummer 201207314/1, het vaststellingsbesluit van bestemmingsplan Weerselo Kern, voor zover het betreft de functieaanduiding ‘sa-ab’, voor het perceel, niet zijnde het bouwvlak, vernietigd. De onderliggende bestemming agrarisch is in stand gelaten. Vanaf 18 september 2013 is de bouw van de sleufsilo’s, vanwege het vervallen van de aanduiding, in strijd met het bestemmingsplan Weerselo Kern. Hierdoor is vanaf 18 september 2013 voor het bouwen van sleufsilo’s een zogenoemde c-vergunning vereist. Het bezwaarschrift van reclamant tegen het besluit van 8 oktober 2013 is voorgelegd aan de commissie bezwaarschriften. Er heeft een hoorzitting plaatsgevonden op 10 december 2013, waar de vertegenwoordiger van het college als reactie op de uitspraak van de voorzieningenrechter van 1 november 2013 heeft aangegeven dat het college zich neerlegt bij deze uitspraak. Het college had vanuit de beginselplicht tot handhaving ook geen ander antwoord kunnen geven, omdat er tijdens de hoorzitting geen zicht op legalisatie was.
3
Tijdens de beslissing op bezwaar d.d. 25 maart 2014 was er sprake van nieuwe feiten en omstandigheden, omdat het ontwerpbestemmingsplan ter inzage was gelegd en er derhalve zicht op legalisatie bestond. In de heroverweging is het bezwaar van reclamant dan ook ongegrond verklaard en is het bestreden besluit onder een gewijzigde motivering in stand gelaten. Gezien het feit dat ten tijde van de hoorzitting bij de commissie bezwaarschriften nog geen zicht op legalisatie was en ten tijde van het nemen van de beslissing op bezwaar wel, betekent dat niet dat het college het vertrouwensbeginsel heeft geschonden. Tijdens de hoorzitting bij de commissie bezwaarschriften was wegens het ontbreken van zicht op legalisatie en de beginselplicht tot handhaving het enig goede antwoord dat het college over zou gaan tot handhaving. Vanwege nieuwe feiten en omstandigheden is de situatie anders en daarmee moet rekening worden gehouden bij de heroverweging. Niet alleen de belangen van reclamant spelen een rol in die afweging, maar ook de belangen van diegene aan wie eventueel een handhavingsbesluit wordt opgelegd. Dat betekent dat in de heroverweging ex nunc wordt getoetst en alle relevante feiten en omstandigheden worden meegewogen en derhalve de beslissing op bezwaar anders kan uitvallen dan ten tijde bij de hoorzitting van de commissie bezwaarschriften te voorzien was. Reclamant heeft er dan ook niet op mogen vertrouwen dat het college zou handhaven. Conclusie De zienswijze van reclamant wordt niet overgenomen. 2 Schending fair play beginsel Reclamant stelt dat het college niet tijdig een beslissing op bezwaar heeft genomen met betrekking tot het verzoek tot handhaving i.v.m. de strijdigheid met het bestemmingsplan. In de tussentijd heeft het college de regelgeving gewijzigd, waarmee volledig aan de belangen van maatschap Knikhuis wordt tegemoet gekomen. Hierdoor zou er geen sprake meer zijn van een strijdige situatie, waardoor de destijds illegaal gerealiseerde sleufsilo’s alsnog gerealiseerd kunnen worden. Het college zou onterecht stellen dat de Raad van State onterecht een oordeel heeft gevormd in zowel de tussenuitspraak van 6 maart 2013 als in de definitieve uitspraak van 18 september 2013. Tevens is de onhoudbare weigering om handhavend op te treden door de rechtbank Overijssel op 1 november 2013 bevestigd door het verzoek om voorlopige voorziening toe te kennen. Reclamant stelt dat het college haar onjuist bejegend heeft in die zin dat reclamant in haar recht is aangetast door het uitstellen en frustreren van het proces door te weigeren om handhavend op te treden. Reclamant stelt dat het college doelbewust geen tijdig besluit om handhaving heeft genomen om door middel van het onderliggende bestemmingsplan alsnog de illegaal gerealiseerde sleufsilo’s te kunnen gaan legaliseren. Gemeentelijk standpunt Reclamant stelt dat de gemeente het fair play beginsel schendt hetgeen impliceert dat het college dan wel de raad zich partijdig opstelt bij het nemen van een besluit en niet de noodzakelijke openheid en eerlijkheid in acht neemt. Zoals hiervoor onder paragraaf 1 is aangegeven dient het college in de heroverweging alle belangen opnieuw af te wegen en nieuwe feiten en omstandigheden mee te nemen. Dit had voor reclamant tot gevolg dat in de heroverweging het primaire besluit tot afwijzing van het verzoek tot handhaving in stand is gelaten onder een ge-
4
wijzigde motivering. Deze plicht tot heroverweging leidt niet tot schending van het fair play beginsel. Zowel in die procedure niet als ook niet in onderhavige procedure. De procedure omtrent het handhavend optreden maakt geen onderdeel uit van de procedure voor de vaststelling van het bestemmingsplan. Deze procedure is voorgeschreven in de Wro en deze procedure is dan ook gevolgd. Van partijdig handelen door de raad dan wel het college van B&W is geen sprake. Reclamant heeft zijn zienswijze tegen het ontwerpbestemmingsplan ingediend en deze zienswijze is onderdeel van de besluitvorming. De belangen van reclamant worden op een zorgvuldige wijze afgewogen. Van strijdig handelen met het fair play beginsel in onderhavige procedure is dan ook geen sprake. Conclusie De zienswijze van reclamant wordt niet overgenomen. 3 Schending vertrouwensbeginsel t.a.v. vigerend bestemmingsplan Reclamant stelt dat na een lange voorgeschiedenis nog maar recentelijk op 18 september 2013 het bestemmingsplan Weerselo Kern onherroepelijk is geworden. Op basis hiervan heeft reclamant een verzoek tot handhaving ingediend inzake de illegaal gerealiseerde sleufsilo. Door uiteindelijk niet te willen handhaven tegen overtredingen, maar door deze wederom te willen gaan legaliseren is de rechtszekerheid van reclamant in het geding. Reclamant moet erop kunnen vertrouwen dat de regels van het bestemmingsplan worden gerespecteerd en gehandhaafd door de gemeente. Door het in procedure brengen van een ontwerpbestemmingsplan, waarmee het bestemmingsvlak wederom ongewijzigd wordt vastgesteld, komt de rechtszekerheid in het geding. Temeer omdat elke motivering met betrekking tot het algemeen belang ontbreekt, anders dan dat de overtredingen ten gunste van de economische verbetering voor uitsluitend maatschap Knikhuis ongedaan worden gemaakt. Reclamant stelt dat het achteraf passend maken van het bestemmingsplan teneinde de geconstateerde overtredingen op te kunnen heffen tevens een schending van het legaliteitsbeginsel is. Gemeentelijk standpunt Bij het bepalen van de keuze om wel of geen medewerking te verlenen aan een herziening van het bestemmingsplan heeft de raad een ruime mate van beleidsvrijheid om te bepalen of een bepaalde ontwikkeling met de daarbij behorende maatvoeringen uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening acceptabel is. Een dergelijk besluit is immers in belangrijke mate afhankelijk van de inzichten die bij ons bestaan over de wenselijk geachte planologische ontwikkelingen in het betrokken gebied. Bepaalde beoordelingsmarges mogen echter niet worden overschreden en het recht mag ook niet onjuist worden toegepast. Tevens dienen de in het geding zijnde (individuele) belangen op een zorgvuldige wijze te zijn afgewogen. De gevolgen van het vast te stellen bestemmingsplan zijn niet alleen beoordeeld aan de hand van het vast te stellen bestemmingsplan, maar ook de belangen van de omwonenden zijn in de afweging betrokken. Het vast te stellen bestemmingsplan levert in onze optiek een wenselijk planologische situatie op, welke wij vanuit ruimtelijk oogpunt aanvaardbaar achten. Het vast te stellen bestemmingsplan levert geen onaanvaardbare aantasting van het woon- en leefklimaat van de naaste omwonenden op.
5
Met deze belangenafweging en het vast te stellen bestemmingsplan is het vertrouwensbeginsel dan ook niet geschonden. Dat het een illegale situatie betreft maakt dit niet anders. Conclusie De zienswijze van reclamant wordt niet overgenomen. 4 Schending van het verbod reformatio in peius Voor aanvang van de feitelijke realisatie van de sleufsilo’s heeft reclamant een verzoek om handhaving ingediend om te voorkomen dat de sleufsilo’s daadwerkelijk in strijd met het bestemmingsplan gerealiseerd zou worden. Namens het college is tijdens de hoorzitting bij de commissie bezwaarschriften van 10 december 2013 aangegeven dat wegens onduidelijke motivering de weigering om handhavend op te treden geen stand kon houden en dat op basis hiervan alsnog handhavend zou worden opgetreden. Als gevolg van het handhavingsverzoek wordt onderhavig ontwerpbestemmingsplan in procedure gebracht om overtredingen te legaliseren. Hierbij wordt volledig de uitbreidingsmogelijkheden voor de opslag van veevoer, welke geboden worden in het vigerend bestemmingsplan Weerselo Kern, welke minder belastend is voor reclamant, buiten beschouwing gelaten. Tegelijkertijd bevat het ontwerp nog een aantal verslechteringen (ad 13 verzwarende omstandigheden ontwerpbestemmingsplan). Het ontwerpbestemmingsplan is daarmee een schending van het algemene rechtsbeginsel verbod op reformatio in peius. Gemeentelijk standpunt Het feit dat het vast te stellen bestemmingsplan ziet op een legalisatie betekent niet dat het verbod van reformatio in peius wordt geschonden. Immers, de belangen van reclamant worden bij het vast te stellen bestemmingsplan afgewogen. Er is dan ook geen sprake van een situatie waarin reclamant door het instellen van bezwaar of beroep in een slechtere situatie komt te verkeren dan wanneer hij dit niet had ingesteld. Conclusie De zienswijze van reclamant wordt niet overgenomen. 5 Schending van het verbod op willekeur Reclamant stelt dat het ontwerpbestemmingsplan zwaarwegende argumenten ontbeert waarom het college dit besluit heeft genomen. Het college stelt dat de bedrijfsvoering ernstig wordt beperkt. Bij de uitspraak van de voorzieningenrechter van 1 november 2013 is reeds geoordeeld dat bij in gebruik nemen van 1 van de 3 gewenste sleufsilo’s geenszins is gebleken dat de bedrijfsvoering in gevaar komt. Reclamant stelt dat als de noodzaak hoog zou zijn maatschap Knikhuis een omgevingsvergunning had kunnen indienen rekening houdend met de mogelijkheden die het bestemmingsplan Weerselo Kern biedt om de opslag van veevoer uit te breiden. Reclamant stelt dat maatschap Knikhuis een dienst wordt bewezen door de gewenste illegaal gerealiseerde sleufsilo’s alsnog op die locatie mogelijk te maken. Dit is een schending van het verbod op willekeur.
6
Gemeentelijk standpunt Zoals wij hiervoor onder punt 3 hebben aangegeven zijn de in aanmerking komende belangen op een juiste wijze tegen elkaar afgewogen, zodat de raad weloverwogen een besluit neemt. Het vast te stellen bestemmingsplan levert in onze optiek een wenselijk planologische situatie op, welke wij vanuit ruimtelijk oogpunt aanvaardbaar achten. Er is dan ook geen sprake van willekeur bij het vast te stellen bestemmingsplan. Conclusie De zienswijze van reclamant wordt niet overgenomen. 6 Herziening uitspraak Raad van State 18 september 2013 De Raad van State heeft op 18 september 2013 het bezwaar van reclamant gegrond verklaard. Hierdoor is het bouwvlak met de functie sa-ab vernietigd. Daarmee is de vernietiging van het bouwvlak onherroepelijk en tegen deze uitspraak is geen hoger beroep mogelijk. Reclamant wijst op het artikel 8:119 van de Awb op basis waarvan een verzoek door een van de partijen kan worden ingediend om de uitspraak te herzien. Volgens reclamant ligt het op de weg van het college om een dergelijk verzoek in te dienen. Voorts stelt reclamant dat de raad voldoende aanleiding moet zien om het ontwerpbestemmingsplan af te keuren wegens schending van het verbod op detournement de procedure door het college. Gemeentelijk standpunt De gemeenteraad is het bevoegde orgaan om een bestemmingsplan vast te stellen. Er is dan ook geen sprake van misbruik van de bevoegdheid bij het vast te stellen bestemmingsplan. Een verzoek als bedoeld in artikel 8:119 van de Awb is niet aan de orde. Conclusie De zienswijze van reclamant wordt niet overgenomen. 7 Inhoudelijke gronden algemeen Reclamant verwijst naar de uitspraak van 6 maart 2013 van de Afdeling waarin zou zijn gesteld dat de bouwmogelijkheden (functieaanduiding sa-ab, nu ontwerpbestemmingsplan) afwijken van het huidige feitelijke gebruik en dat in het kader van het vast te stellen bestemmingsplan steeds weer alle betrokken belangen moeten worden afgewogen, waarbij wordt bezien in hoeverre het plan strekt tot een goede ruimtelijke ordening. Voorts heeft de Afdeling gesteld dat de aangevraagde omgevingsvergunning milieu voor de oprichting van de sleufsilo’s niet zonder meer deze sleufsilo’s buiten het bouwvlak in het kader van ruimtelijke ordening moeten worden toegestaan. Bij de uitspraak van 18 september 2013 heeft de Afdeling de functieaanduiding sa-ab (nu ontwerpbestemmingsplan) vernietigd. De raad heeft ten onrechte geen onderzoek verricht naar de mogelijke gevolgen, in ieder geval wat betreft mogelijk geur-, stof- en geluidsoverlast en het uitzicht. Evenmin is de raad ingegaan waarom de sleufsilo’s achter de achterzijde van het perceel van reclamant wordt mogelijk gemaakt. Het college stelt in de aanleiding van de ruimtelijke onderbouwing dat de Afdeling ten onrechte heeft geoordeeld dat er geen onderzoek is verricht naar de mogelijke milieugevolgen en de eventuele gevolgen voor het uitzicht. De raad heeft door toepassing van de bestuurlijke lus de
7
mogelijkheid gekregen om de gebreken te herstellen. De raad heeft het bestemmingsplan met betrekking tot de sleufsilo’s ongewijzigd vastgesteld. Tevens heeft de raad niet gemotiveerd waarom geen onderzoek is verricht. Evenmin is ingegaan op de vraag waarom de sleufsilo’s vlak achter het perceel van reclamant mogelijk moet worden gemaakt. Verder stelt reclamant dat het college heeft geweigerd om handhavend op te treden wegens strijdigheid met het bestemmingsplan. Bij uitspraak van 1 november 2013 is een voorlopige voorziening getroffen waardoor de overige sleufsilo’s niet gerealiseerd konden worden. Ondanks dat de Afdeling heeft geoordeeld dat de verleende omgevingsvergunning milieu voor het oprichten van sleufsilo’s niet zonder meer inhoudt dat hier sprake is van goede ruimtelijke ordening, wordt door het college wederom aansluiting gezocht bij de omgevingsvergunning milieu inzake de aspecten geur-, stof- en geluidsoverlast. Gemeentelijk standpunt Dit betreft een feitenrelaas van reclamant. Er wordt niet gemotiveerd waarom reclamant het niet eens is met het ontwerpbestemmingsplan. Voor de gang van zaken wordt verwezen naar het gemeentelijk standpunt onder punt 1. De inhoudelijke gronden worden hierna van een gemeentelijk standpunt voorzien. Conclusie De inhoudelijke gronden worden hierna van een gemeentelijke standpunt voorzien. 8 Vergroten bouwvlak Reclamant stelt dat het onwenselijk is dat overtredingen alsnog worden beloond met een bestemmingsplan dat sleufsilo’s legaliseert, mede gezien het feit dat de Raad van State deze mogelijkheid zeer recentelijk heeft vernietigd. Reclamant verzoekt nadrukkelijk om de uitspraak van de Raad van State te respecteren en het ontwerpbestemmingsplan af te keuren. Gemeentelijk standpunt Vanuit planologisch oogpunt wordt het vast te stellen bestemmingsplan aanvaardbaar geacht. Verder verwijzen wij naar hetgeen is overwogen in de eerste twee alinea’s onder punt 3 van deze reactienota. Conclusie De zienswijze van reclamant wordt niet overgenomen. 9 Landschappelijke inpassing Het advies ‘1120 DNK: Haarstraat 19 te Weerselo’ van 3 augustus 2009 komt niet overeen met de uiteindelijke en nu voorliggende gewenste uitbreiding. Het advies is voorzien van een schets welke afwijkt van de ‘bouwkundige tekening: erfbeplantingsplan’ van 23 oktober 2012. Tevens betreft het advies de inpassing van de nieuwe stal en niet de inpassing van de gewenste sleufsilo’s. Reclamant stelt dat het college daarmee de indruk wekt dat de gewenste situatie met betrekking tot de sleufsilo’s is voorgelegd ter advies voor landschappelijke inpassing. De gewenste en gedeeltelijk gerealiseerde uitbreiding is fors groter dan de situatie zoals die op de schets van het advies van de landschappelijke inpassing is gegeven.
8
Reclamant stelt dat het college een nieuw advies moet vragen om de adviesaanvraag in overeenstemming te brengen met de gewenste en deels gerealiseerde situatie. Hiermee wordt maatschap Knikhuis in feite een dienst bewezen waardoor het college een schending op het verbod van willekeur begaat. Gemeentelijk standpunt Recentelijk is de Hilbertsbeek ten noorden van het erf gedeeltelijk verlegd. Hiermee werd het mogelijk om het perceel Haarstraat 19 efficiënter in te richten. Ten behoeve van de gewenste bebouwing en erfinrichting is daarbij ook gekeken naar een goede landschappelijke inpassing van het erf. Deze inpassing is weergegeven in paragraaf 2.2 van de plantoelichting. Deze inpassing is gebaseerd op het advies van de ervenconsulent van het Oversticht van mei 2009, welke is opgenomen als bijlage 1 bij de planregels. In tegenstelling tot hetgeen reclamant stelt, komt de schets van de van 23 oktober 2012 overeen met de schets van mei 2009, met dien verstande dat in de schets van 23 oktober 2012 de kuilvoerplaten zijn opgenomen. Het is vanuit ruimtelijke oogpunt van belang dat er een visuele buffer ontstaat tussen de bebouwing op het erf en de nabij gelegen woonpercelen. Ondanks dat de kuilvoerplaten niet zijn ingetekend in de schets van de ervenconsult van mei 2009, gaat het advies van de ervenconsulent over de inpassing van het gehele erf, rekening houdend met toekomstige ontwikkelingen. Met deze inpassing wordt er een buffer gecreëerd, waarbij ook de kuilvoerplaten zijn ingepast. Voor het realiseren van de buffer is het nodig dat beekbegeleidende beplanting van streekeigen soorten wordt gebruikt. Om de aanleg en instandhouding van deze visuele buffer te waarborgen is een zogenoemde voorwaardelijke verplichting in de planregels opgenomen, waarmee de inpassing conform het advies van de ervenconsulent van mei 2009 wordt gewaarborgd. Dit was eerst opgenomen als specifieke gebruiksregel in artikel 4.3.2, maar dit artikel zal komen te vervallen en de voorwaardelijke verplichting wordt opgenomen in artikel 3.3.2. Conclusie De zienswijze van reclamant wordt niet overgenomen. Ambtshalve wordt in artikel 3.3.2 van de planregels een zogenoemde voorwaardelijke verplichting opgenomen en vervalt de strijdig gebruiksregel in artikel 4.3.2. 10 Milieuzonering Reclamant stelt dat voor de milieuzonering ten onrechte aansluiting wordt gezocht bij alleen de sleufsilo’s. Het betreft hier niet een losstaande activiteit welke ook als zodanig beoordeelt hoort te worden. Reclamant verwijst naar de VNG publicatie Bedrijven en milieuzonering. Volgens reclamant is de sleufsilo een activiteit die onderdeel is van de bedrijfsactiviteiten van maatschap Knikhuis. Voor het bepalen van de richtafstanden moet naar de bedrijvigheid in het geheel worden gekeken. Reclamant stelt dat de motivering geen stand kan houden. Het betreft volgens reclamant een gemengd bedrijf waarbij het houden en fokken van varkens de grootste afstand bepaald en verwijst daarbij naar het Activiteitenbesluit. Reclamant stelt dat het college niet inzichtelijk heeft gemaakt dat met een afstand van 32 meter een aanvaardbaar woon- en leefklimaat is gegarandeerd. Reclamant vermeldt dat zij sinds het illegaal in gebruik nemen van de reeds gerealiseerde sleufsilo meldingen bij de gemeente heeft ingediend, omdat de sleufsilo gedurende lange tijd niet is afgedekt en dat er geurhinder wordt ondervonden.
9
Reclamant stelt dat het college niet een zorgvuldige afweging heeft gemaakt doordat een selectief aantal mogelijkheden van het Activiteitenbesluit worden aangehaald en andere mogelijkheden ongemotiveerd worden weggelaten. Tevens zou de VNG brochure onjuist worden toegepast. Alternatieven kunnen door het college niet zelfstandig worden onderzocht. Hiermee zou maatschap Knikhuis wederom een dienst worden bewezen waarmee het college een schending van het verbod op willekeur begaat. Gemeentelijk standpunt De VNG-brochure Bedrijven en milieuzonering geeft indicatieve afstanden om aan te houden tussen gevoelig object en een (veehouderij)bedrijf. Omdat het bestemmingsplan alleen ziet op de mogelijkheid van het realiseren van kuilvoerplaten d.m.v. het opnemen van een aanduiding in de planregels in de bestemming agrarisch hoeft, in tegenstelling tot appellant stelt, niet het gehele bedrijf opnieuw te worden beoordeeld. Vanwege het feit dat door het vast te stellen bestemmingsplan sleufsilo’s worden mogelijk gemaakt is aangesloten bij lijst 2 van de VNGbrochure waar voor het aspect geur voor wat betreft kuilvoer een afstand van 50 meter en voor stof een afstand van 10 meter is opgenomen. In artikel 3.46 van het Activiteitenbesluit zijn specifieke regels gesteld ten aanzien van de opslag van agrarische bedrijfsstoffen.1 Ten aanzien van de opslag van kuilvoer is bepaald dat deze plaatsvindt op een afstand van tenminste 25 meter tot een geurgevoelig object. Verder is bepaald dat als de afstand van het opgeslagen kuilvoer tot een geurgevoelig object minder dan 50 meter bedraagt, het opgeslagen kuilvoer afgedekt moet zijn, behoudens de periode dat veevoeder aan de veevoederopslag wordt toegevoegd of onttrokken. De afstand van de gevel van de woning van reclamant tot aan het dichtstbijzijnde punt waar het kuilvoer (mais) kan worden opgeslagen bedraagt ongeveer 32 meter, zodat is voldaan aan de afstand van 25 meter en derhalve de voorwaarde geldt dat het opgeslagen kuilvoer afgedekt moet zijn. Maatschap Knikhuis dient aan de regels van het Activiteitenbesluit te voldoen. Op de plankaart en in de planregels is een aanduiding opgenomen, waarbij wordt aangesloten bij de omgevingsvergunning milieu van 30 juni 2011, zodat duidelijk is dat waar de opslag van mais, kuilvoerbalen, bierborstel, perspulp en zaagsel plaatsvindt en gegarandeerd is dat voor de opslag van agrarische bedrijfsstoffen en kuilvoer wordt voldaan aan de in het Activiteitenbesluit genoemde afstanden hiervoor. Met betrekking tot het aspect stof kan geconcludeerd worden dat aan de indicatieve afstand van de VNG-Brochure van 10 meter wordt voldaan. De sleufsilo’s liggen namelijk op 32 meter of meer van het stofgevoelige object. Ten aanzien van het aspect geur van de sleufsilo’s waar kuilvoer wordt opgeslagen, wordt gesteld dat deze op een afstand van 32 meter van het geurgevoelige object liggen. Deze afstand is ruimer dan de minimum afstand van 25 meter die in het Activiteitenbesluit wordt genoemd voor kuilvoer. Uit het Activiteitenbesluit volgt ook dat dat het kuilvoer moet zijn afgedekt. Gelet op de landelijke omgeving waarin geurgevoelige objecten en agrarische bedrijven zijn gelegen en gelet op inrichting van het agrarische bedrijfsperceel, de afstand van de sleufsilo’s en de verplichte afdekking van het kuilvoer, is een kleinere afstand dan de indicatieve afstand van 50 meter van de VNG-Brochure ten aanzien van geur in deze 1 Maatschap Knikhuis is een type B inrichting, zodat hoofdstuk 3 van het Activiteitenbesluit van toepassing is (artikel 3 jo. artikel 1.2 Activiteitenbesluit).
10
situatie vanuit ruimtelijk oogpunt verantwoord. Er is geen sprake van een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat op perceel van reclamant. De raad dient bij de keuze van een bestemming een afweging te maken van alle belangen die betrokken zijn bij de vaststelling van het plan. Daarbij heeft de raad beoordelingsvrijheid. Het vast te stellen bestemmingsplan maakt het mogelijk dat er op het noordoostelijke gedeelte van het perceel van Maatschap Knikhuis sleufsilo’s worden gerealiseerd. Dit is het gedeelte dat het dichtst bij de woning van reclamant is gelegen. Het zou mogelijk zijn om de sleufsilo’s te situeren tussen de rundveestal en de Hilbertsbeek, maar daarmee komen de sleufsilo’s dichter bij de bebouwde kom te liggen. Dit is gezien de vereiste afstand van 100 meter voor agrarische bedrijfsstoffen tot een geurgevoelig object dat binnen de bebouwde kom is gelegen niet haalbaar. Voor de opslag van alleen mais kan wel worden voldaan aan de vereiste afstand van 25 meter voor kuilvoer, maar is het vanwege bedrijfseconomische redenen niet gewenst om ze daar te situeren. Het is vanuit bedrijfseconomische redenen het meest efficiënt dat alle sleufsilo’s in één lijn liggen met de overige bedrijfsbebouwing. De afstand tussen de sleufsilo’s ten aanzien van mais kan wel worden vergroot ten opzichte van de woning van reclamant, maar gezien afweging ten aanzien van de milieuaspecten en het woon- en leefklimaat van reclamant en het bedrijfseconomisch belang van maatschap Knikhuis, weegt het bedrijfseconomisch belang van maatschap Knikhuis zwaarder zonder dat reclamant onevenredig in zijn belang wordt aangetast. Voorts is van belang dat het agrarisch bedrijf van oudsher op die locatie is gevestigd en de uitbreiding ook in noordoostelijke richting heeft plaatsgevonden. Het is gezien de situering van de bedrijfsbebouwing dan ook het meest logisch dat de aanleg van sleufsilo’s in noordoostelijke richting plaatsvindt. De sleufsilo’s zouden ook in oostelijke richting op het perceel kunnen worden gesitueerd, maar dat is gezien de afmetingen van de voor mais bestemde sleufsilo’s niet haalbaar. Verder zou dit ook vanuit bedrijfseconomische redenen niet gewenst zijn, omdat de sleufsilo’s dan niet in lijn komen te liggen met de overige bedrijfsbebouwing op het perceel. Gezien de afstanden die gelden voor agrarische bedrijfsstoffen en kuilvoer, het feit dat er sprake is van agrarisch gebied, de bedrijfseconomische belangen van Maatschap Knikhuis en de afweging van voor- en nadelen van de alternatieven en de belangen van de naaste omwonenden, is de in het plan voorziene locatie de beste locatie voor sleufsilo’s. Het belang van reclamant is gelegen in een goed woon- en leefklimaat. Gezien het feit dat er sprake is van agrarisch gebied mag worden aangenomen dat niet-agrariërs bewust kiezen voor wonen in landelijk gebied. Het is inherent aan het agrarische gebied dat er agrarische bedrijvigheid plaatsvindt. Gezien het voren overwogene wordt vanuit ruimtelijk oogpunt gezien reclamant dan ook niet onevenredig in zijn belangen geschaad. Temeer daar op de verbeelding expliciet is vastgelegd waar kuilvoer mag worden opgeslagen en waar bijvoermiddelen zijn toegestaan. Conclusie De zienswijze van reclamant wordt niet overgenomen. 11 Geluid Het geluidsonderzoek is in opdracht van maatschap Knikhuis opgesteld, terwijl het college met het ontwerpbestemmingsplan een algemeen belang behoort na te leven. Reclamant verwijst naar de VNG brochure en dat er voor het fokken en houden van varkens ten aanzien van het aspect geluid een afstand van 50 meter wordt geadviseerd. De afstand tot de woning van reclamant bedraagt 32 meter. Het college heeft niet gemotiveerd waarom de gewenste uitbreiding binnen de afstand van 50 meter mogelijk moet worden gemaakt. Verder stelt reclamant dat het
11
akoestisch onderzoek niet is gewijzigd, terwijl maatschap Knikhuis met het houden van melkrundvee van beweiden naar opstallen is gegaan. Gemeentelijk standpunt Reclamant verwijst voor het aspect geluid naar lijst 1 die is opgenomen in de VNG-brochure. Volgens reclamant wordt ten aanzien van geluid een afstand van 50 meter geadviseerd. Dit betreft echter de afstand voor het fokken en houden van varkens. Zoals wij onder punt 10 reeds hebben gesteld ziet het vast te stellen bestemmingsplan alleen toe op het mogelijk maken van kuilvoerplaten binnen de bestemming agrarisch en is lijst 1 niet van toepassing, omdat die ziet op het fokken en houden van varkens. Lijst 2 is van toepassing en daar blijkt uit dat voor het opslaan van kuilvoer geen afstand ten aanzien van het aspect geluid is opgenomen. Dit betekent dat ten aanzien van geluid er geen onaanvaardbare inbreuk op het woon- en leefklimaat van reclamant wordt gemaakt. Steun voor dit standpunt is ook te vinden in het geluidsonderzoek dat ten behoeve van de omgevingsvergunning voor de activiteit milieu is uitgevoerd (bijlage 3 plantoelichting). In dit onderzoek is ook het gebruik (afvoer van vee van de sleufsilo’s naar de stallen en het inkuilen) van de sleufsilo’s meegenomen. Het geluidsonderzoek dat is opgesteld ten behoeve van de omgevingsvergunning voor de activiteit milieu is representatief voor het vast te stellen bestemmingsplan gezien hetgeen door dit plan wordt toegestaan (zgn. één-op-één inpassing). Uit dit onderzoek blijkt dat wordt voldaan aan de geluidsgrenswaarden; dat het inkuilen een incidentele bedrijfssituatie betreft waar een normoverschrijding plaatsvindt, maar dat met een maximale belasting van 55 dBA het gemeentelijk geluidsbeleid niet wordt overschreden. Het inkuilen is een incidentele situatie dat inherent is aan een agrarisch bedrijf. De woning van reclamant is gelegen in een gebied dat zich kenmerkt door de landelijke omgeving. Het is inherent dat in deze omgeving, waarin agrarische bedrijven zijn gelegen, zich agrarische activiteiten voordoen, zoals het gebruik van kuilvoerplaten. Ten aanzien van het aspect geur en het aspect geluid is, gezien het voren overwogene onder de punten 10 een 11, geen hinder te ondervinden die een onaanvaardbare inbreuk op het woon- en leefklimaat van reclamant maakt. Conclusie De zienswijze van reclamant wordt niet overgenomen. 12 Geur Reclamant stelt dat het college wederom de omgevingsvergunning milieu dan wel de bepalingen van het Activiteitenbesluit voldoende acht om te bepalen of sprake is van goede ruimtelijke ordening. Reclamant verwijst naar artikel 3.46 lid 1 van het Activiteitenbesluit en stelt dat voor nieuwe opslagen van veevoeder de afstanden zoals genoemd in dit artikel aangehouden moeten worden. Het college heeft geen zorgvuldige afweging gemaakt wat betreft de bepalingen in het Activiteitenbesluit. Met name de mogelijkheid van verplaatsing van de opslag van veevoeder in verband met geurhinder is in zijn geheel onderbelicht gebleven. Reclamant ondervindt geurhinder. Het college weigert herhaaldelijk in te gaan op de vraag waarom de sleufsilo’s dichter op het perceel van reclamant moet worden gerealiseerd. Door de sleufsilo’s zal geuroverlast onvermijdelijk zijn.
12
Reclamant verwijst verder naar de MILO-systematiek die is gehanteerd voor de Nota Geluidbeleid 2008, waarin het perceel van reclamant en het perceel van maatschap Knikhuis is getypeerd als woonwijk. Hoewel voor geur geen nota is vastgesteld, kan voor de typering wel aansluiting worden gezocht bij het geluidbeleid. Het college heeft nagelaten om te motiveren waarom de toename van geur op het perceel van reclamant ruimtelijk gezien acceptabel is. Gemeentelijk standpunt Ten aanzien van artikel 3.46 van het Activiteitenbesluit en de afweging over situering van de kuilvloerplaten verwijzen wij naar het gemeentelijk standpunt onder punt 10. Wij kunnen het standpunt van reclamant niet volgen dat voor geur kan worden aangesloten bij het gemeentelijk geluidsbeleid. Conclusie De zienswijze van reclamant wordt niet overgenomen. 13 Verzwarende omstandigheden bestemmingsplan Haarstraat 19 te Weerselo Reclamant stelt dat er veel regels in het ontwerpbestemmingsplan zijn opgenomen die geen directe binding hebben met het beoogde doel, het legaliseren van de sleufsilo’s. Verder zijn er begrippen en regels opgenomen waarvan enerzijds wordt aangegeven dat deze mogelijk irrelevant zijn, maar wel in de planregels zijn opgenomen, bijvoorbeeld: bassin, bouwvlak, hoofdgebouw, prostitutie, etc. Daarnaast stelt reclamant dat er diverse regels dan wel afwijkingsregels zijn gesteld die geen enkele relatie hebben met de legalisatie van het feitelijk gebruik van sleufsilo’s. Als voorbeeld wordt aangehaald regels die verwijzen naar schoorstenen, antennes, speelvoorzieningen, minicontainers, informatiezuilen, etc. Voorts stelt reclamant dat het college heeft nagelaten om tijdig een besluit op het handhavingsverzoek te nemen en dit zou de indruk wekken dat een spoedige ter inzagelegging prevaleert boven een zorgvuldige totstandkoming van het ontwerpbestemmingsplan. Reclamant stelt verder dat het bestemmingsplan dusdanig inconsistent is opgesteld dat de toelichting, bijlage(n) en planregels elkaar met enige regelmaat tegenspreken. Reclamant maakt bezwaar tegen alle bouw- en gebruiksmogelijkheden al dan niet met afwijkingsmogelijkheden welke buiten het doel van het bestemmingsplan vallen, namelijk het legaliseren van de gewenste sleufsilo’s. Reclamant benadrukt de volgende verzwarende omstandigheden: - Artikel 3.3.1: het bestemmingsplan Weerselo Kern biedt de mogelijkheid om een paardenbak incl. lichtmasten van maximaal 1000 m2 buiten het bestemmingsvlak te realiseren. Nu het ontwerpbestemmingsplan dezelfde mogelijk biedt, worden de mogelijkheden hiertoe voor maatschap Knikhuis verdubbeld. - Artikel 3.2.2: het bestemmingsplan Weerselo Kern biedt maatschap Knikhuis de mogelijkheid d.m.v. een omgevingsvergunning om de kuilvoerplaten maximaal 50 meter buiten het bouwperceel ten hoogste met 300 m2 uit te breiden. Dezelfde mogelijkheid wordt geboden
13
-
-
-
in het ontwerpbestemmingsplan. Daarnaast wordt met het ontwerpbestemmingsplan de mogelijkheid geboden om de realisatie van de sleufsilo’s buiten het bestemmingsvlak te verdubbelen. Het college heeft niet gemotiveerd waarom de mogelijkheden voor het uitbreiden van sleufsilo’s ten opzichte van de bestaande situatie verdubbeld moeten worden. Tevens is niet gemotiveerd waarom naast de gewenste uitbreiding van de sleufsilo’s de mogelijkheid moet blijven bestaan om nog meer uitbreiding hiervan toe te staan. Het betreft zowel de onbenutte mogelijkheid in bestemmingsplan Weerselo Kern als de nieuwe toegevoegde mogelijkheid in het ontwerpbestemmingsplan. Artikel 4: de bestemming groen is een verzwaring ten opzichte van het doel wat met het bestemmingsplan wordt beoogd. In de toelichting wordt aangegeven dat deze bestemming is opgenomen om de landschappelijke inpassing van de sleufsilo’s te borgen. Het in bijlage opgenomen ‘advies Oversticht augustus 2009’ heeft geen betrekking op de inpassing van de gewenste sleufsilo’s, maar betreft de landschappelijke inpassing van de rundveestal. Door het ontbreken van landschappelijk advies over de sleufsilo’s kan niet de bestemming groen worden opgenomen met als reden om de inpassing van de sleufsilo’s te waarborgen. In de toelichting wordt aangegeven dat speelvoorzieningen niet mogelijk zijn, maar er zijn wel specifieke regels opgenomen om dit mogelijk te maken. Artikel 8: Reclamant stelt dat deze regels ook zijn opgenomen in het bestemmingsplan Weerselo Kern. Het college heeft nagelaten om te motiveren waarom deze onderdeel moeten zijn van het onderliggende bestemmingsplan. Hierin worden o.a. afwijkingsmogelijkheden opgenomen voor schoorstenen en liftkokers. Het college heeft nagelaten de algemene afwijkingsregels op zorgvuldige wijze in te passen in het ontwerpbestemmingsplan. Artikel 8: Overgangsrecht. Het voorgaande bestemmingsplan is onherroepelijk geworden op 18 september 2013. De sleufsilo’s zijn in strijd met het bestemmingsplan gerealiseerd. Van overgangsrecht kan dan ook geen sprake zijn. Voor de overgangsrechtelijke bepalingen biedt het vigerende bestemmingsplan Weerselo Kern voldoende borging.
Gemeentelijk standpunt Ten aanzien van de begripsomschrijvingen merken wij op dat voor het gehele plangebied een bestemmingsplan moet worden opgesteld en dat ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan Weerselo Kern de sleufsilo’s worden mogelijk gemaakt, desondanks een geheel bestemmingsplan inclusief begripsomschrijvingen, bouw- en gebruiksmogelijkheden en eventuele binnenplanse afwijkingen moeten worden opgesteld en dat voor de systematiek wordt aangesloten bij het bestemmingsplan Weerselo Kern. Reclamant wordt door deze systematiek niet in zijn belangen geschaad. Wel geeft dit onderdeel van de zienswijze aanleiding om enkele afwijkingsmogelijkheden uit de planregels te halen, zodat gedeeltelijk aan de zienswijze tegemoet wordt gekomen. Ten aanzien van het niet tijdig nemen van een beslissing op het bezwaarschrift in een handhavingsprocedure verwijzen wij naar het gemeentelijke standpunt dat onder punt 1 is verwoord. Het niet tijdig nemen van een beslissing op het bezwaarschrift heeft geen gevolgen voor de besluitvorming van het vast te stellen bestemmingsplan. De belangen worden op een zorgvuldige wijze afgewogen. Reclamant stelt verder ongemotiveerd dat het bestemmingsplan inconsistent is en op meerdere plekken tegenstrijdigheden staan, zodat het niet mogelijk is om hierop een gemeentelijke reactie te geven. Dit geldt eveneens voor het standpunt van reclamant dat hij bezwaar maakt (lees: zienswijze indient) tegen het gehele bestemmingsplan.
14
Verder stelt reclamant dat er verzwarende omstandigheden zijn, die hiervoor puntsgewijs zijn weergegeven. Hierna geven wij puntsgewijs de gemeentelijke reactie hierop. - Artikel 3.3.1: het standpunt van reclamant over de verdubbeling van de planologische mogelijkheden door het bestemmingsplan Weerselo kern en het vast te stellen bestemmingsplan geeft blijk van een onjuiste rechtsopvatting. - Artikel 3.2.2: de mogelijkheid om de kuilvloerplaten maximaal 50 meter buiten het bouwperceel uit te breiden is in het vast te stellen bestemmingsplan verwijderd. - Artikel 4: in tegenstelling tot hetgeen reclamant stelt is de bestemming groen geen verzwaring ten opzichte van het doel wat met het bestemmingsplan wordt beoogd. Door de bestemming groen op te nemen wordt de landschappelijke inpassing van de sleufsilo’s gewaarborgd. Zoals wij onder punt 9 hebben overwogen is met het advies van het Oversticht de landschappelijke inpassing van het erf en derhalve ook de inpassing van de sleufsilo’s afdoende gewaarborgd. - In paragraaf 6.2 van de plantoelichting wordt aangegeven dat speelvoorzieningen in de bestemming groen (artikel 4) niet mogelijk is. In artikel 4.2.3 onder b is dan ook onterecht de mogelijkheid hiertoe opgenomen. Dit wordt verwijderd in het vast te stellen bestemmingsplan. - Artikel 8: de binnenplanse afwijkingsmogelijkheden die niet nodig zijn ten behoeve van het vast te stellen bestemmingsplan worden verwijderd. - Artikel 8: Reclamant verwijst naar artikel 8 waarin het overgangsrecht is opgenomen. Er is sprake van een verschrijving, want in artikel 10 is het bouw- en gebruiksovergangsrecht opgenomen. Het standpunt van reclamant dat het overgangsrecht van het bestemmingsplan Weerselo Kern afdoende is, geeft blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Immers, bij elk vast te stellen bestemmingsplan is de gemeenteraad verplicht om overgangsrecht op te nemen. Conclusie Aan de zienswijze van reclamant wordt deels tegemoetgekomen door de verwijdering van artikel 4.2.3 onder b en de verwijdering van artikel 8 waarin de binnenplanse afwijking zijn opgenomen. Voor het overige wordt niet tegemoetkomen aan de zienswijze. 14 Belangenafweging reclamant Met het ontwerpbestemmingsplan wordt volledig tegemoet gekomen aan de belangen van maatschap Knikhuis. In het onderliggende ontwerpbestemmingsplan heeft het college aangegeven dat de Afdeling ten onrechte het beroep van reclamant gegrond heeft verklaard. Dit zou voor het college voldoende aanleiding zijn om het vernietigde bestemmingsplanvlak sa-ab opnieuw ongewijzigd in procedure te brengen. Het college heeft slecht ten dele aan de vernietigingsgronden voldaan. Er is weliswaar onderzoek verricht naar de geur-, stof- en geluidsoverlast, maar wederom is nagelaten om de aantasting van het woon- en leefklimaat van reclamant te onderzoeken. Het college heeft expliciet aangegeven wat het doel van het bestemmingsplan is en dat is volledig in het belang van maatschap Knikhuis. Het alsnog voldoen aan het gebrek, onderzoek naar alternatieve locaties voor de sleufsilo’s, is niet mogelijk. Het college heeft een objectieve belangenafweging achterwege gelaten. De economische bedrijfsvoering weegt zwaarder dan het belang van reclamant dat is gelegen in een goed woon- en leefklimaat. Door de komst van de sleufsilo’s wordt het woon- en leefklimaat verslechterd.
15
Gemeentelijk standpunt Bij het bepalen van de keuze om wel of geen medewerking te verlenen aan een herziening van het bestemmingsplan heeft de raad een ruime mate van beleidsvrijheid om te bepalen of een bepaalde ontwikkeling met de daarbij behorende maatvoeringen uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening acceptabel is. Een dergelijk besluit is immers in belangrijke mate afhankelijk van de inzichten die bij ons bestaan over de wenselijk geachte planologische ontwikkelingen in het betrokken gebied. Bepaalde beoordelingsmarges mogen echter niet worden overschreden en het recht mag ook niet onjuist worden toegepast. Tevens dienen de in het geding zijnde (individuele) belangen op een zorgvuldige wijze te zijn afgewogen. De gevolgen van het vast te stellen bestemmingsplan zijn niet alleen beoordeeld aan de hand van het vast te stellen bestemmingplan, maar ook de belangen van de omwonenden zijn in de afweging betrokken. Zoals blijkt hebben wij o.a. de aspecten geur, stof, geluid en uitzicht meegewogen. De woning van reclamant is gelegen in een gebied dat zich kenmerkt door de landelijke omgeving. Het is inherent dat in deze omgeving, waarin agrarische bedrijven zijn gelegen dat er agrarische activiteiten plaatsvinden, zoals het gebruik van sleufsilo’s. Na een zorgvuldige afweging van alle betrokken belangen, levert het vast te stellen bestemmingsplan (lees: de aanleg en het gebruik van sleufsilo’s) geen onaanvaardbare aantasting van het woon- en leefklimaat van de naaste omwonenden op. Temeer daar op de verbeelding expliciet is vastgelegd waar kuilvoer mag worden opgeslagen en waar bijvoermiddelen zijn toegestaan. Het vast te stellen bestemmingsplan achten wij vanuit ruimtelijk oogpunt aanvaardbaar. Conclusie De zienswijze van reclamant wordt niet overgenomen.
16
3.
WIJZIGINGEN ONTWERP-BESTEMMINGSPLAN
Op grond van de bevindingen naar aanleiding van de ingebrachte zienswijzen en ambtshalve verbeteringen worden ten opzichte van het ter inzage gelegde ontwerp-bestemmingsplan de navolgende wijzigingen doorgevoerd. Toelichting - In de gehele toelichting is het begrip ‘’kuilvoerplaten’ vervangen door het begrip ‘sleufsilo’s’. - In paragraaf 1.1. (inleiding) is de gehele tekst vervangen door nieuwe tekst. - In paragraaf 1.3 (vigerend bestemmingsplan) zijn de laatste twee alinea’s vervangen door twee nieuwe alinea’s inzake de uitspraak van de ABRvS van 18 september 2013, zaaknummer 201207314/1. - In paragraaf 2.1 (erfinrichting) is de laatste alinea vervangen door een nieuwe alinea betreffende inrichting van het erf. - In paragraaf 2.3 (omgeving) is een nieuwe alinea toegevoegd na de eerste alinea betreffende een belangenafweging. - In paragraaf 3.2.4 (reconstructieplan) is de eerste alinea vervangen door een nieuwe alinea betreffende de doorwerking van het reconstructieplan. - In paragraaf 4.4.1 (bedrijven- en milieuzonering) is de gehele tekst vervangen door nieuwe tekst vanwege de nieuwe aanduidingen ‘sa-bij’ en ‘sa-kui’. - In paragraaf 4.1.2 (geluid) is de laatste alinea vervangen door een nieuwe alinea inzake het geluidsonderzoek. - In paragraaf 4.1.3 (geur) is de gehele tekst vervangen door nieuwe tekst vanwege de nieuwe aanduidingen ‘sa-bij’ en ‘sa-kui’. - In paragraaf 4.1.6 (stof) is de laatste alinea vervangen door een nieuwe alinea betreffende de belangenafweging ten aanzien van het aspect stof.
Regels Artikel 1 Begrippen In de begripsbepalingen zijn de volgende begrippen als volgt gewijzigd c.q. opgenomen en vervallen. -
In het vast te stellen bestemmingsplan is in artikel 1.5 het begrip ‘agrarisch bedrijf’ opgenomen. In het vast te stellen bestemmingsplan is in artikel 1.11 de omschrijving van het begrip ‘bestaand’ gewijzigd. In het vast te stellen bestemmingsplan is artikel 1.15 met het begrip ‘bijvoedermiddel’ toegevoegd. Het begrip ‘evenement’ in artikel 1.24 van het ontwerpbestemmingsplan is vervallen. Het begrip ‘extensief dagrecreatief medegebruik’ in artikel 1.25 van het ontwerpbestemmingsplan is vervallen. In het vast te stellen bestemmingsplan is artikel 1.34 met het begrip ‘kuilvoer’ toegevoegd. In het vast te stellen bestemmingsplan is artikel 1.41 met het begrip ‘sleufsilo’ toegevoegd.
17
Artikel 3 Agrarisch -
In artikel 3.1 is onder de bestemmingsomschrijving ‘extensief dagrecreatief medegebruik’ en ‘evenementen’ verwijderd. In artikel 3.1 is de opslag van kuilvoer ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch – kuilvoer’ toegevoegd als letter c. In artikel 3.1 is de opslag van bijvoedermiddelen ter plaatse van aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch – bijvoedermiddel’ toegevoegd als letter d. In artikel 3.2.3 onder a is de omschrijving aangepast, waardoor de sleufsilo’s alleen binnen de aanduidingen ‘sa-bij’ en ‘sa-kui’ kunnen worden gerealiseerd. In artikel 3.2.3 onder c is de omschrijving aangepast, zodat de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten hoogste 2 meter mag bedragen. De binnenplanse afwijking voor een paardenbak is verwijderd. De binnenplanse afwijging voor kuilvoerplaten is verwijderd. In artikel 3.3.1 onder a is de omschrijving van het strijdig gebruik aangepast en de uitzondering hierop is vervallen. In artikel 3.3.1 is het strijdig gebruik ten aanzien van de bedrijfswoning vervallen. In de artikelen 3.3.2 en 3.4 zijn de regels ten aanzien van de voorwaardelijke verplichting opgenomen. De regels ten aanzien van evenementen zijn vervallen. De binnenplanse afwijkingen ten aanzien van’ de opslag van mest en/of kuilvoer’ en ‘evenementen’ zijn vervallen. Het aanlegstelsel ten aanzien van aanleggen van voorzieningen ten behoeve van extensief dagrecreatief medegebruik en/of educatief medegebruik is vervallen.
Artikel 4 -
In artikel 4.1 is onder de bestemmingsomschrijving ‘het behoud, het herstel en de ontwikkelingen van landschappelijke waarden (…)’ toegevoegd als letter d. In artikel 4.2 zijn de bouwregels voor bouwwerken, geen gebouw zijnde vervallen. In artikel 4.3 is de voorwaardelijke verplichting vervallen en is de afwijking hiervan vervallen.
Verbeelding Op de verbeelding is de ondergrond gewijzigd, zodat het verloop van de beek overeenkomst met de actuele situatie. ---------------------------------------------------------------------------------------------------------Behoort bij het besluit van de raad van de gemeente Dinkelland dd. 4 november 2014 tot vaststelling van ‘Regels van het bestemmingsplan Haarstraat 19 te Weerselo van de gemeente Dinkelland’. Mij bekend, De griffier,
18