Bedieningsvoorschrift ProMinent® Sigma
SIBa (basistype) SICa (controletype)
SIBa
SICa
Plak hier uw typeplaat!
Om de doseerpompen ProMinent ® Sigma SIBa of SICa veilig en correct te kunnen bedienen zijn twee bedieningsvoorschriften noodzakelijk: Dit productspecifieke bedieningsvoorschrift Sigma en het bedieningsvoorschrift ProMinent ® Motordoseerpompen; beide gelden slechts in combinatie met elkaar! S.v.p. eerst het bedieningsvoorschrift geheel doorlezen! • Niet weggooien! De garantie dekt geen schade die te wijten is aan onjuiste bediening! artikelnummer 200.0004 ProMinent Verder B.V., Utrechtseweg 4a, NL-3451 GG Vleuten Tel.: (030) 677 92 80, Fax: (030) 677 92 88 1 ProMinent Belgium S.A., N.V., Industriepark Sint-Renelde/Saintes, Landaslaan 11, B-1480 Tubeke, Tel.: +32 (2) 3914280, Fax: 3914290
Druk: Bedieningsvoorschrift Sigma ® SIBa/SICa doseerpomp ProMinent Verder B.V., 08-1999 Adres: ProMinent Verder B.V. Utrechtseweg 4a NL-3451 GG Vleuten Postbus 12 NL-3450 AA Vleuten Tel.: (030) 677 92 80 Fax: (030) 677 92 88 Gedrukt in Nederland. Wijzigingen voorbehouden.
Adres België: ProMinent Belgium S.A., N.V. Industriepark Sint-Renelde/Saintes Landaslaan 11 B-1480 Tubeke/Tubize Tel.: +32 (2) 3914280 Fax: 3914290
4
Inhoudsopgave Pagina Pompidentificatie/Identcode .............................................................................................. 6 1. Veiligheidsaanwijzingen voor ProMinent ® doseerpompen .................................... 8 1.1 Algemene aanwijzingen ...................................................................................... 8 1.2 Aanwijzingen betreffende installatie, in bedrijfstelling en werking ................. 8 1.3 Aanwijzingen betreffende onderhoud en reparatie .......................................... 9 2. Productbeschrijving SIBa/SICa ................................................................................ 11 2.1 Identificatie van het pomptype ......................................................................... 11 2.2 Constructie/Werking ......................................................................................... 11 2.2.1 Werking aandrijving .............................................................................. 11 2.2.2 Slagbeweging ........................................................................................ 12 2.2.3 Diagrammen doseercapaciteit ............................................................. 13 2.2.4 Werking doseereenheid ....................................................................... 14 2.2.5 Geïntegreerd overstortventiel met ontluchtingsfunctie ...................... 15 2.2.6 Membraanbreuksignalering ................................................................. 18 3. Technische gegevens ............................................................................................... 20 3.1 Technische gegevens Sigma basistype SIBa .................................................... 20 3.1.1 Capaciteitsgegevens ............................................................................. 20 3.1.2 Tabel afmetingen Sigma ....................................................................... 21 3.1.3 Afmetingen Sigma ................................................................................. 22 3.1.4 Afmetingen Sigma met stelmotor ........................................................ 22 3.1.5 Motorgegevens ..................................................................................... 23 3.1.6 Elektrische gegevens slagsensor SIBa ................................................. 23 3.1.7 Elektrische gegevens taktgeefrelais SIBa ........................................... 23 4. In bedrijfstelling/Onderhoud .................................................................................... 24 4.1 In bedrijfstelling ................................................................................................. 24 4.2 Onderhoud ......................................................................................................... 24 4.3 Vervanging van slijtageonderdelen ................................................................... 24 5. Bijzonderheden van de SICa-pomp ......................................................................... 26 5.1 Werking motor ................................................................................................... 26 5.2 Werking aansturing ........................................................................................... 26 5.3 Stekkeraansluitingen, symbolen en aansluitingen .......................................... 27 6. Bediening/besturing SICa ........................................................................................ 30 6.1 Uitleg van bediening en display ........................................................................ 30 6.1.1 Display ................................................................................................... 30 6.1.2 Paneel: toetsen en displaylampjes ...................................................... 31 6.2 Overzicht van het bedieningsschema - besturingstype 0 en 1 ........................ 32 6.3 Bediening - besturingstype 0 en 1 .................................................................... 33 6.3.1 Starten van de pomp ............................................................................ 33 6.3.2 Stoppen van het doseren ..................................................................... 33 6.3.3 Interne “Manual” bediening ................................................................. 33 6.3.4 Externe “Contact” bediening ................................................................ 34 6.3.5 Aansluiting van een niveauschakelaar ................................................ 39 6.3.6 Afstands aan/uit regeling (besturingsfunctie “Pause”) ....................... 40 6.3.7 Doseerbewaking “flow” ........................................................................ 41 6.3.8 Keuze van de displayfuncties “f”, “N÷” of “N” ..................................... 42 6.3.9 Foutmeldingen - bevestigen van foutmeldingen ................................. 43 6.4 Bediening analoog control ................................................................................ 44 Conformiteitsverklaring Sigma SIBa/SICa ....................................................................... 46
Version 2.0
5
Pompidentificatie/Identcode
Pompidentificatie/Identcode De op de titelpagina geplakte typeplaat is identiek met dat van de geleverde pomp, zodat een verband bestaat tussen bedieningsvoorschrift en pomp. Vul de op de typeplaat genoemde identcode (achter “type”) in het onderstaande grijze kader in.
SIBa
Reeks: SIBa = Sigma basistype SIBa HM = hoofdaandrijving, membraan Pomptype: cijfers 1+2 = tegendruk (bar) cijfers 3+4+5 = pompcapaciteit (l/u) 12050 * 12090 * 12130 * 07120 07220 04350 * bij PVDF max. 10 bar
Materiaal doseerkop: PV = PVDF SS = roestvrij staal Materiaal afdichting: T = PTFE-afdichting Membraanuitvoering: 0 = standaardmembraan, PTFE uitvoering 1 = met membraanbreuk signalering (later te monteren)
Doseerkopuitvoering: 0 = zonder ventielveren 1 = met 2 ventielveren Hasteloy C 4; 0,1 bar 4 = met overstortventiel, afdichting Viton, zonder ventielveren 5 = met overstortventiel, afdichting Viton, met ventielveren Ventiel aansluiting: 0 = standaard (vlg. techn. gegevens) 1 = wartelmoer met inlegdeel PVC 2 = wartelmoer met inlegdeel PP 3 = wartelmoer met inlegdeel PVDF 4 = wartelmoer met inlegdeel roestvrij staal 5 = wartelmoer met slangpilaar PVDF 6 = wartelmoer met slangpilaar roestvrij staal Uitvoering: 0 = met ProMinent opschrift (standaard) 0 = zonder ProMinent opschrift
Elektrische voeding: S= 3-fasen, 230V/400V 50/60 Hz, 0,18 kW M =1-fase, wisselstroom 230 V 50/60 Hz, 0,18 kW N = 1-fase, wisselstroom 115V 60 Hz, 0,25 kW L =3-fasen, 230V/400V 50 Hz, (EExe, EExde) P =3-fasen, 230V/400V 60 Hz, (EExe, EExde) R =toerental regelmotor 3-fasen , 230V/400V Z =toerentalregeling 1-fase, 230V 50/60Hz 1 =zonder motor, met B14 flens, gr. 71 (DIN) 2 =zonder motor, met C 56 flens (NEMA) 3 =zonder motor, B5, gr. 63 (DIN) Beschermklasse: 0 = IP55 (standaard) 1 = Exe-uitvoering (EExe II T4) 2 =Exde-uitvoering (EExde II T4) Slagsensor: 0 =zonder slagsensor (standaard) 2 =taktgeefrelais (Reedrelais) 3 =slagsensor (Namur) voor Ex-bereik Slaglengte-instelling: 0 =handmatig (standaard) 1 =met stelmotor, 230V 50/60Hz 2 =met stelmotor, 115V 50/60Hz 3 =met regelmotor 0 ... 20 mA, 230V 50/60Hz 4 =met regelmotor 4 ... 20 mA, 230V 50/60Hz 5 =met regelmotor 0 ... 20 mA, 115V 50/60Hz 6 =met regelmotor 0 ... 20 mA, 115V 50/60Hz
6
Pompidentificatie/Identcode
Pompidentificatie/Identcode De op de titelpagina geplakte typeplaat is identiek met dat van de geleverde pomp, zodat een verband bestaat tussen bedieningsvoorschrift en pomp. Vul de op de typeplaat genoemde identcode (achter “type”) in het onderstaande grijze kader in.
Reeks: S I C a = Sigma besturingstype (SICa)
Doseerkopuitvoering:
0 1 4
H M = hoofdaandrijving, membraan 5 Pomptype: cijfers 1+2 = tegendruk (bar) cijfers 3+4+5 = pompcapaciteit (l/u) 12050 * 12090 * 12130 * 07120 07220 04350 * bij PVDF max. 10 bar Materiaal doseerkop: PV = PVDF SS = roestvrij staal Materiaal afdichting: T = PTFE-afdichting Membraanuitvoering: 0 = standaardmembraan, PTFE uitvoering 1 = met membraanbreuk signalering (later te monteren) met functie "pomp stopt" 2 = met membraanbreuksignalering (later te monteren) met functie
= zonder ventielveren = met 2 ventielveren Hasteloy C 4; 0,1 bar = met overstortventiel, afdichting Viton, zonder ventielveren = met overstortventiel, afdichting Viton met ventielveren
Ventiel aansluiting: 0 = standaard (vlg. techn. gegevens) 1 = wartelmoer met inlegdeel PVC 2 = wartelmoer met inlegdeel PP 3 = wartelmoer met inlegdeel PVDF 4 = wartelmoer met inlegdeel roestvrij staal 5 = wartelmoer met slangpilaar PVDF 6 = wartelmoer met slangpilaar roestvrij staal Uitvoering: 0 = met ProMinent opschrift (standaard) 0 = zonder ProMinent opschrift
Electrische voeding: A =1-fase 230 V, 50 Hz, euro stekker B =1-fase 230 V, 50 Hz, zwitserse stekker C =1-fase 230 V, 50 Hz, australische stekker D =1-fase115 V, 60 Hz, USA stekker E =1-fase 100 V, 50 Hz, japanse stekker F =1 fase 115 V, 60 Hz, japanse stekker G =1-fase 200 V, 50 Hz, open draadeinden H =1 fase 200 V, 60 Hz, open draadeinden I =1 fase 230 V, 60 Hz, euro stekker Type besturing: 0 = handmatig + contact 1 = handmatig + contact + analoog Schakelmodules realais: 0 =zonder relais 1 =met storingsmeldrelais afvallend 2 =met taktgeefrelais opkomend 3 =met storingsmeldrelais opkomend
Slaglengte-instelling: 0 =handmatig
7
Veiligheidsaanwijzingen voor ProMinent ® doseerpompen
1.
Veiligheidsaanwijzingen voor ProMinent ® doseerpompen
Veiligheidsaanwijzingen en belangrijke bedieningsaanwijzingen zijn in klassen ingedeeld en van pictogrammen voorzien. Zorg ervoor dat u met de volgende benamingen en pictogrammen vertrouwd raakt: Gevaar Er bestaat levensgevaar of gevaar voor verwondingen! Waarschuwing Er bestaat gevaar voor verwondingen of het apparaat kan aanzienlijk beschadigd raken! Let op! Deze situaties vereisen extra aandacht! Aanwijzing Informatie, waar u op moet letten!
1.1 Algemene aanwijzingen Waarschuwing • Deze apparatuur mag alleen doelmatig volgens de betreffende voorschriften worden gebruikt. • Het monteren van ProMinent ® doseerpompen met vreemde onderdelen, die niet door ProMinent zijn gecontroleerd en aanbevolen, is ontoelaatbaar en kan persoonlijk letsel en materiële schade tot gevolg hebben, waarvoor wij niet aansprakelijk kunnen worden gesteld! • Pompen moeten voor bediening en onderhoud te allen tijde toegankelijk zijn. Toegangen mogen niet worden afgesloten of geblokkeerd! • Laat bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden - als gevaarlijke of onbekende doseermedia worden gebruikt - altijd eerst de doseerkop leeglopen en spoel deze om! Raadpleeg de veiligheidsbladen van de doseermedia! • Draag bij het doseren van gevaarlijke of onbekende vloeistoffen bij werkzaamheden aan de doseerkop beschermende kleding (bril, handschoenen)!
1.2 Aanwijzingen betreffende installatie, in bedrijfstelling en werking Waarschuwing • De doseerkop kan nog water van de controle in de fabriek bevatten! • Bij media die niet met water in aanraking mogen komen, moet het water voor in bedrijfstelling uit de doseerkop worden verwijderd! Draai daartoe de pomp 180° en laat de doseerkop leeg lopen. Spoel deze vervolgens van bovenaf via de zuigaansluiting met een geschikt middel! • Sluit geen voeding aan de stuurkabel aan! 8
Veiligheidsaanwijzingen voor ProMinent ® doseerpompen
• Als de doseerpomp tegen een gesloten afsluiter in de perszijde in werking wordt gezet, kan de druk een veelvoud van de maximaal toelaatbare druk bereiken! Hierdoor kan de persleiding kapot springen! • Om dit te vermijden is het raadzaam om een overstortventiel te installeren, waardoor de druk beperkt wordt! Let op! • Leg de persleidingen zo aan, dat drukpieken bij de doseerslag de maximaal toelaatbare druk niet overschrijden (installeer indien nodig een overstortventiel)! • Stel de slaglengte alleen in als de pomp loopt! • Bij in bedrijfname van de Sigma doseerpompen is de rode bedrijfsontluchtingsstop te openen (omhoog trekken) afb. 005-pos 10. Aanwijzing • Bevestig de pomp zodanig, dat er geen trillingen kunnen optreden! De ventielen van de doseerkop moeten altijd verticaal staan om een correcte werking te kunnen garanderen! • Leg zuig- en persleidingen zodanig aan dat een mechanisch spanningsvrije aansluiting aan de doseerkop is gegarandeerd! Bevestig de leidingen zodanig dat er geen trillingen kunnen optreden! • Gebruik alleen de voor de betreffende slangdiameter bestemde klemringen, slangpilaren en originele slangen met voorgeschreven slangafmetingen en wanddikte, anders is de duurzaamheid van de verbinding niet gegarandeerd! Vermijd het reduceren van slangafmetingen! Let op de toelaatbare drukbelasting van de slangen! • Bij het doseren van extreem agressieve of gevaarlijke media is een ontluchting met terugvoering naar het reservoir aan te bevelen! Zorg bovendien voor een afsluiter in pers- of zuigzijde!
1.3 Aanwijzingen betreffende onderhoud en reparatie Waarschuwing • Doseerpompen en randapparatuur mogen slechts door deskundige of bevoegde personen worden onderhouden! • Spoel bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden - als gevaarlijke of onbekende media worden gebruikt - altijd eerst de doseerkop uit! • Draag bij het doseren van gevaarlijke of onbekende vloeistoffen bij werkzaamheden aan de doseerkop beschermende kleding (bril, handschoenen)! • Haal voor werkzaamheden aan de pomp altijd eerst de druk van de doseerleiding af! Laat de doseerkop altijd leeglopen en spoel deze! Raadpleeg de veiligheidsbladen van de doseermedia!
9
Veiligheidsaanwijzingen voor ProMinent ® doseerpompen
Gevaar • Trek voor het openen van de pomp de netstekker eruit of ontkoppel de voedingsleiding! Indien een relaisoptie aanwezig, moet dit eveneens worden ontkoppeld! Controleer of de pomp spanningsvrij is! Beveilig de pomp tijdens reparatiewerkzaamheden tegen onbevoegd inschakelen! • Pompen die voor het doseren van radioactieve media zijn gebruikt, mogen niet worden verstuurd! Aanwijzing Het terugzenden van de pomp ter reparatie mag slechts in gereinigde toestand en met uitgespoelde doseerkop geschieden!
10
Productbeschrijving
2.
Productbeschrijving SIBa/SICa
Waarschuwing Doelmatig gebruik volgens de voorschriften Bij deze pomp gaat het om een vloeistofdoseerpomp; deze is bedoeld om vloeibare media binnen het opgegeven capaciteitsbereik te doseren! De algemene beperkingen betreffende viscositeitsgrenzen, chemische bestendigheid en dichtheid moeten in acht worden genomen! Ondoelmatig gebruik De pomp is niet bedoeld om gasvormige media en vaste stoffen te doseren. Voor het doseren van chemicaliën moet op de bestendigheid van de materialen worden gelet. Zie hiertoe de bestendigheidslijst nr. 2264-4! De pomp is niet geschikt om brandbare vloeistoffen te doseren! De pomp mag buiten de in hoofdstuk 3 beschreven omgevingsvoorwaarden niet in werking worden gesteld!
2.1 Identificatie van het pomptype Behalve de gebruikelijke technische gegevens is de identcode en het serienummer aangegeven. Deze twee nummers moeten bij elk contact met ons worden gebruikt, omdat deze een identificatie van het type doseerpomp mogelijk maken.
SIBa/SICa-004-D
2.2 Constructie/Werking 2.2.1 Werking aandrijving De ProMinent ® Sigma membraandoseerpomp is een oscillerende verdringerpomp, waarbij de slaglengte in stappen van 1% kan worden ingesteld. Deze wordt door een elektromotor (1) aangedreven. De rotatie hiervan wordt door de wormwieloverbrenging (2) en via het excenter (3) op de mechanisch (8) verbonden drijfstang (4) overgebracht en zo in een oscillerende beweging omgezet. Een drukveer (5) drukt de drijfstang krachtig tegen de excenterrol en zorgt daarmee voor de teruggaande slag. De instelling van de slaglengte gebeurt door middel van de slaginstelknop (6) en de as (7) door begrenzing van de teruggaande slag. De slagbeweging wordt direct op het verdringermembraan overgebracht. Hierdoor ontstaat in samenspel met de ventielen de voor het transport noodzakelijke over- resp. onderdruk in de doseerkop. De pompstroom is pulserend. De elektromotor is bij het basistype normaal gesproken een 3-fasen draaistroommotor met een groot spanningsbereik (optionele motoren: zie paragraaf 3).
11
Productbeschrijving
SIBa/SICa-005
2.2.2 Slagbeweging
slagsnelheid
a) Slagverloop bij max. slagaantal en slaglengte
b) Bij gereduceerde slaglengte
heengaande slag teruggaande slag
draaihoek excenterrol
SIBa/SICa-006
Stel de slaglengte afhankelijk van de gewenste pompcapaciteit in.
SIBa/SICa-007
12
Productbeschrijving
Aanwijzing Kies voor zeer visceuze media een grote slaglengte en een lage doseerfrequentie! Kies voor een goede vermenging een kleine slaglengte en een hoge frequentie! 2.2.3 Diagrammen doseercapaciteit SIBa/SICa HM12090
SIBa/SICa HM12050
Q (l/u)
SIBa/SICa HM12130
druk in (bar) SIBa/SICa HM12090
SIBa/SICa-015 SIBa/SICa HM12050
Q (l/u)
SIBa/SICa HM12130
slaglengte in (%) SIBa/SICa HM07220
SIBa/SICa-016
SIBa/SICa HM07120
Q (l/u)
SIBa/SICa HM04350
druk in (bar) SIBa/SICa HM07220
SIBa/SICa-017
SIBa/SICa HM07120
Q (l/u)
SIBa/SICa HM04350
slaglengte in (%)
SIBa/SICa-018
13
Productbeschrijving
2.2.4 Werking doseereenheid Het hart van de eenheid wordt gevormd door het DEVELOPAN ®- doseermembraan (2). Dit membraan sluit de pompkamer van de doseerkop (4) hermetisch af en zorgt voor de verdringing in de doseerkop. De kopschijf (5) uit chemisch bestendige kunststof scheidt samen met het veiligheidsmembraan (13) de aandrijving van het pompdeel en beschermt de aandrijving tegen corrosie bij een membraanbreuk. Het zuigventiel (1) en het op gelijke wijze geconstrueerde persventiel (3) zorgen samen met de membraanbeweging voor het pompen. Voor het doseren van visceuze media kunnen de ventielkogels door veren worden ondersteund. De aansluitafmetingen van ventielen en doseerkoppen van dezelfde grootte, maar van verschillend materiaal, zijn gelijk. Deze onderdelen kunnen indien nodig onderling verwisseld worden. Materialen en afmetingen kunt u vinden in hoofdstuk 3, Technische gegevens.
SIBa/SICa-008-D
14
Productbeschrijving
2.2.5 Geïntegreerd overstortventiel met ontluchtingsfunctie Taak: Het is de functie van het overstortventiel om de motor en de overbrenging tegen ontoelaatbare druk die door de doseerpomp wordt veroorzaakt, te beschermen. Deze functie wordt door een veerbelaste kogel vervuld. Er is een ontlastingsmechanisme voor de ontluchting voorzien. Constructie en werking (zie afb. SIBa/SICa-009-D en SIBa/SICa-010-D) Het onder nr. 102 afgebeelde overstortventiel werkt als een eenvoudig direct gestuurd veiligheidsventiel. Zodra de met behulp van veer nr. 132 ingestelde druk wordt overschreden, wordt kogel nr. 130 door de hierop werkende druk opgetild. De vloeistof stroomt dan via slangaansluiting nr. 128 in het reservoir.
Pompeenheid overstortventiel Sigma 10 bar PVT • kleur van de kap - grijs Pompeenheid overstortventiel Sigma 4 bar PVT • kleur van de kap - rood Pompeenheid overstortventiel Sigma 7 bar PVT • kleur van de kap - zwart
Identcode type: 12050, 12090, 12130 Identcode type: 04350 Identcode type: 07120, 07220 SIBa/SICa-009-D
15
Productbeschrijving
Let op! • Knop nr. 139 moet met de wijzers van de klok mee tot aan de aanslag “close” naar binnen worden gedraaid. • De bypassleiding moet steeds zijn aangesloten en naar het voorraadvat worden teruggevoerd. Bevestiging via slangaansluiting nr. 128. • Als het ventiel tegen de overdruk in werking is, kan dit tot een minimale lekkage in de bypassleiding voeren. Door knop nr. 139 tegen de wijzers van de klok in naar buiten te draaien tot aan de aanslag “open” wordt de ontluchtingsfunctie in werking gesteld: aanzuighulp bij in bedrijfstelling van de pomp tegen druk. Hierbij wordt kogel nr. 130 door de kracht van veer nr. 132 ontlast en door een geringe veerkracht van ontluchtingsveer nr. 133 tegengehouden. Let op! Draai, nadat de pomp heeft aangezogen, de knop nr. 139 tot aan de aanslag “close” met de wijzers van de klok mee naar binnen! De pomp kan in bedrijf worden gesteld.
Pompeenheid overstortventiel Sigma 12 bar SST • kleur van de kap - grijs Pompeenheid overstortventiel Sigma 4 bar SST • kleur van de kap - rood Pompeenheid overstortventiel Sigma 7 bar SST • kleur van de kap - zwart
Identcode type: 12050, 12090, 12130 Identcode type: 04350 Identcode type: 07120, 07220 SIBa/SICa-010-D
16
Productbeschrijving
Technische gegevens Overeenkomstig het pomptype zijn overstortventielen voor druktrappen pnom 4, 7, 10 en 12 bar met (1,05 ... 1,20) xpnom openingsdruk leverbaar. Materialen die met het medium in aanraking komen Doseerkop:
Overstortventiel:
Afdichtingen in overstortventiel:
Kogels:
Veren:
PVDF roestvrij staal 1.4571
PVDF roestvrij staal 1.4571
Viton O-ringen, PTFE Viton O-ringen, PTFE
keramiek keramiek
Hasteloy C4 Hasteloy C4
Doelmatig gebruik volgens de voorschriften / Ondoelmatig gebruik Doelmatig gebruik volgens de voorschriften Het beschermen van de motor en de overbrenging tegen ontoelaatbare tegendruk die door de doseerpomp wordt veroorzaakt. Als de pomp het enige element in de installatie is dat druk genereert, dan zal het overstortventiel ook automatisch de installatie beschermen. Let op! Bij pompen met 1-fase wisselstroommotor is de motor door een geïntegreerde thermische zekering beveiligd. De keramische kogel en kogelzitting van het overstortventiel zijn slijtende onderdelen. Na langere tijd in bedrijf te zijn geweest, kunnen aan het overstortventiel kleine lekkages optreden. Bij lekkages moeten de kogel en de kogelzitting vervangen worden. De bypassleiding moet altijd worden aangesloten en naar het voorraadvat worden gevoerd. Ondoelmatig gebruik Bescherming van de installatie tegen ontoelaatbare druk, die andere oorzaken heeft dan de door de doseerpomp opgewekte druk. Het in bedrijfstellen zonder aangesloten bypassleiding is niet toegestaan. Het aansluiten van de bypassleiding in de zuigleiding is niet toegestaan (de ontluchtingsfunctie wordt anders niet gegarandeerd). De bypassleiding moet naar het voorraadvat worden geleid. Gevaar Bij onderhoudswerkzaamheden aan het overstortventiel op de spanningstoestand van de drukveer nr. 132 letten! Draag beschermbril!
17
Productbeschrijving
2.2.6 Membraanbreuksignalering Functie Bewaken van de dichtheid van het doseermembraan. Deze doseerpomp kan ook na membraanbreuk tot aan het vervangen van het membraan in noodbedrijf, bij volledige werkdruk lekkagevrij blijven werken. Constructie en werking (zie afb. SIBa/SICa-011-D) De pomp met membraanbreuksignalering bestaat uit standaard doseerkop nr. 100, doseermembraan nr. 200 en veiligheidsmembraan nr. 148, dat tussen kopschijf nr. 201 en tussenschijf nr. 147 zit en met het doseermembraan nr. 200 een gesloten tussenruimte vormt. De dichtheid van doseermembraan nr. 200 wordt met behulp van een membraanbreukmelder nr. 104 bewaakt, die bij een membraanbreuk een elektrisch signaal geeft, waardoor de pomp stopt en op het LCD de membraanbreuk wordt aangegeven. De Sigma kan ook na de breuk van het doseermembraan tot aan het vervangen van het membraan in noodbedrijf, bij volledige werkdruk lekkagevrij blijven werken. Op de SICa zijn 2 uitvoeringen van membraanbreuksignalering leverbaar: •
na de breuk van het doseermembraan wordt de pomp stilgezet en verschijnt er een “error”-melding, resp. wordt een elektrisch signaal van de membraanbreuk gegeven.
•
na de breuk van het doseermembraan wordt de pomp niet stilgezet. Er verschijnt slechts een “error”-melding, resp. er wordt een elektrisch signaal gegeven.
Er wordt een functiestekker meegeleverd, waardoor de pomp na een storing (membraanbreuk, uitvallen van de membraanbreukmelder) verder kan werken. Let op! Bij de SIBa is eventueel een verwerking van membraanbreuksignalen te installeren resp. is een uitschakeling van de doseerpomp na de membraanbreuksignalering te garanderen. Pas vanaf ca. 2 bar tegendruk van de installatie wordt er bij membraanbreuk een elektrisch signaal gegeven. Na de breuk van het werkmembraan kan een nauwkeurige doseercapaciteit niet meer worden gegarandeerd. Veiligheidsmembraan nr. 148 is een slijtend onderdeel en moet na de breuk van het tweede doseermembraan of na 10000 bedrijfsuren van de pomp worden vervangen. Lens nr. 156 van de membraanbreukmelder moet bij elke breuk van het doseermembraan worden vervangen. Telkens als het doseermembraan wordt vervangen, moet er een visuele controle van de toestand van het veiligheidsmembraan worden uitgevoerd.
18
Productbeschrijving
FM 130 Identcode type: 12050, 12090, 12130 FM 350 Identcode type: 04350, 07120, 07220
SIBa/SICa-011-D
Materialen die met het medium in aanraking komen Doseerkop:
PVDF roestvrij staal 1.4571
Onderdelen van de membraanbreuksignalering die met het medium in aanraking komen membraan, afdichting nr. 148, 156, 159
tussenschijf nr. 147 tussenbus nr. 150
PTFE PTFE
PVDF PVDF
Elektrische gegevens van membraanbreuksensor (contactbelasting): 250 V AC/0,3 A of 125 V AC/0,6 A of 30 V DC/1 A Let op! Voor in bedrijfstelling is de bijgesloten membraanbreuksensor samen met de afdichting (nr. 159) te installeren en elektrisch aan te sluiten (SICa zie hoofdstuk 5.3, afb. SIBa/SICa-020-D, nr. 6). Aanwijzing Uit veiligheidsoverwegingen is het aanbevolen om een spanningsbeveiliging aan te leggen (bijv. 24 V DC).
19
Technische gegevens
3.
Technische gegevens
3.1 Technische gegevens Sigma 3.1.1
Capaciteitsgegevens
Technische gegevens bij 50 Hz-bedrijf pompcap. bij max.
max. slagfrequentie
aanzuighoogte
tegendruk
toelaatbare aansluiting druk zuig-/perszijde zuigzijde
verzendgewicht
pomptype Sigma
bar
l/u
ml/ slag
slagen/ min.
mWk
bar
R-DN
kg.
12050PVT 12050SST
10 12
50 48
11,4 11,4
73 73
7 7
3 3
1"-15 1"-15
15 20
12090PVT 12090SST
10 12
90 86
11,4 11,4
132 132
7 7
3 3
1"-15 1"-15
15 20
12130PVT 12130SST
10 12
130 125
10,9 10,9
198 198
7 7
3 3
1"-15 1"-15
15 20
07120PVT 07120SST
7 7
120 120
27,4 27,4
73 73
5 5
1 1
20 20
16 24
07220PVT 07220SST
7 7
220 220
27,7 27,7
132 132
5 5
1 1
20 20
16 24
04350PVT 04350SST
4 4
350 350
29,4 29,4
198 198
5 5
1 1
20* 20*
16 24
max. slagfrequentie
aanzuighoogte
Technische gegevens bij 60 Hz-bedrijf pompcap. bij max. tegendruk
toelaatbare aansluiting druk zuig-/perszijde zuigzijde
verzendgewicht
pomptype Sigma
bar
psi
l/u/gph
slagen/ min.
mWk
bar
R-DN
kg.
12050PVT 12050SST
10 12
145 174
60/15,9 57/15,2
87 87
7 7
3 3
1"-15 1"-15
15 20
12090PVT 12090SST
10 12
145 174
108/28,5 103/27
156 156
7 7
3 3
1"-15 1"-15
15 20
12130PVT 12130SST
10 12
145 174
156/41 150/39,6
232 232
7 7
3 3
1"-15 1"-15
15 20
07120PVT 07120SST
7 7
100 100
144/38 144/38
87 87
5 5
1 1
20 20
16 24
07220PVT 07220SST
7 7
100 100
264/69,7 264/69,7
156 156
5 5
1 1
20 20
16 24
04350PVT 04350SST
4 4
58 58
420/111 420/111
232 232
5 5
1 1
20* 20*
16 24
* Op grond van de hoge slagfrequentie adviseren wij slangleidingen voor DN 20 of pijp DN 25
20
Technische gegevens
Aanwijzing Bij de Sigma-typen 07120,07220 en 04350 zijn de ventielen in de doseerkop in DN 25 (R 1 1/2") uitgevoerd. Aangezien bij deze typen voor de piping in het algemeen DN 20 voldoende is (zie Technische gegevens, Aansluiting zuig-/perszijde), zijn de in de identcode te bestellen aansluitonderdelen (bijv. inlegstukken) al tot DN 20 gereduceerd, d.w.z. piping en toebehoren kunnen in DN 20 worden uitgevoerd. Belangrijk De capaciteitsgegevens in hoofdstuk 3.1.1 zijn de gemeten gegevens van de SIBa (basistype met 3-fasen motor). Daar de SICa met een 1-fase motor is uitgerust, kan dat op grond van de verschillende motor een tot aan 5% verminderd aantal omwentelingen opleveren, waarmee ook een tot aan 5% verminderde doseerhoeveelheid.
Materialen die met het medium in aanraking komen Uitvoering:
Doseerkop:
PVT SST
PVDF roestvrij staal 1.4571
Zuig-/persaansluiting: PVDF roestvrij staal 1.4571
Afdichtingen:
Kogels:
PTFE PTFE
keramiek* roestvrij staal
* Duran 50 bij FM 350
Temperatuurgegevens: toelaatbare opslagtemperatuur: toelaatbare omgevingstemperatuur:
-10 tot +50°C -10 tot +40°C
Temperatuurverdraagzaamheid (mediumtemperatuur) van de materiaaluitvoeringen: Materiaal:
Langdurend, bij max. tegendruk 65°C 90°C
PVT SST
Kortdurend, max. 15 min. bij max. 2 bar 100°C 120°C
Een kortdurende overschrijding (zie boven) is bijv. voor het steriliseren of spoelen met heet water toegestaan. Nauwkeurigheid De reproduceerbaarheid van de doseerhoeveelheid is bij gelijkblijvende omstandigheden en tenminste 30% slaglengte beter dan ± 2 %. Alle gegevens hebben betrekking op doseerhoeveelheden met water bij 20°C en correcte installatie van de doseerpomp.
3.1.2 Tabel afmetingen Sigma doseereenheid
aansluiting
A
B
FM 130 PVT FM 130 SST FM 350 PVT FM 350 SST
DN 15 DN 15 DN 20/25* DN 20/25*
251 251 285 285
162 162 230 230
FM 130 voor Sigma 12050, 12090, 12130
B1
C
294 G1" 294 G1" 369 G11/2" 369 G11/2"
D
D1
E
E1
F
Ø
110 110 115 116
130 130 135 136
330 330 341 344
350 350 361 364
82 89 82 89
122 122 156 156
FM 350 voor Sigma 07120, 07220, 04350
21
Technische gegevens
3.1.3 Afmetingen Sigma
Aansluitmogelijkheden
boorafstand 120
boorafstand 120
18 (bij 100 % slag)
SIBa/SICa-012-D
3.1.4 Afmetingen Sigma met stelmotor
SIBa/SICa-013-D
22
Technische gegevens
3.1.5 Motorgegevens Elektrische gegevens a.)
Motoren 3-fasen IP 55 3-fasen Exe of Exde 3-fasen Exe of Exde 1-fase wisselstroom 1-fase wisselstroom
230 V/400 V 230 V/400 V 230 V/400 V 230 V 115 V
50/60 Hz 50 Hz 60 Hz 50/60 Hz 60 Hz
0,18 kW 0,18 kW 0,18 kW 0,18 kW 0,18 kW
1,1/0,7 A 1,1/0,7 A 1,1/0,7 A 1,6/1,5 A 3,1 A
Zekeringsgegevens draairichting Let op! Bij 3-fasen draaistroommotor is geen zekering aanwezig. Bij 1-fase wisselstroom is een thermische beveiliging in de wikkeling geïntegreerd. Deze schakelt de motor bij 140°C uit. Bij het aansluiten van de motor letten op de draairichting (zie afb. SIBa/SICa-026-D). SIBa/SICa-026-D
Contact- en vochtbescherming (IP) Motor: IP 55 EN 0334-5 (volgens DIN VDE 0470 deel 1, komt overeen met EN 60529 en IEC 529). Beschermklasse motor Alle motoren komen overeen met: ISO-klasse F EExe- en Exde-temperatuur uitvoering: T4 3.1.6 Elektrische gegevens slagsensor "SIBa" pin 1 (wit) = 4,5V tot 24V, max. 10mA pin 2 (bruin) = OUT, open kollektor, 24V, 20mA pin 3 (groen) = GND Breedte impuls (low) ≥4mS (afhankelijk van aandrijving en netfrequentie) 3.1.7 Elektrische gegevens taktgeefrelais "SIBa" contactbelasting: max. 42V, max. 100mA contactsluitduur (standaard): 100mS (instelbaar)
23
In bedrijfstelling/Onderhoud
4. In bedrijfstelling/Onderhoud Let op! Let op de in hoofdstuk 1 genoemde veiligheidsaanwijzingen. 4.1 In bedrijfstelling Hier gelden de algemene aanwijzingen van het bijgevoegde bedieningsvoorschrift “ProMinent ® Motordoseerpompen”. 4.2 Onderhoud Bij het onderhoud moet op het volgende worden gelet: • • • • •
Stevige bevestiging van de doseerkopbouten. Stevige bevestiging van de doseerleidingen (pers-/zuigzijde). Stevige bevestiging van het persventiel en het zuigventiel. Controleer lekkageboring aan kopschijf op vocht (kan op een membraanbreuk duiden). Laat pomp even in continubedrijf lopen om te controleren of er correct wordt verpompt.
Onderhoudsintervallen Algemeen advies voor onderhoudsinterval - elk kwartaal. Bij een zware belasting (bijv. continubedrijf) is een kortere interval raadzaam. De tandwielolie moet na ca. 5000 bedrijfsuren worden vervangen. Tandwielolie ISO viscositeitsklasse VG 460 bijv. Mobil Gear 634, ProMinent art.nr. 55.53.25.0 (oliehoeveelheid ca. 0,5 liter) Het doseermembraan is een slijtend onderdeel, waarvan de levensduur afhankelijk is van de volgende parameters: • • •
tegendruk van de installatie; bedrijfstemperatuur; eigenschappen van het te doseren medium.
Bij abrasieve media is de levensduur van het membraan beperkt. Het is in dergelijke gevallen raadzaam om het membraan vaker te controleren of een membraanbreukmelder te installeren. 4.3 Vervanging van slijtende onderdelen Membraan vervangen (zie afb. SIBa/SICa-014-D blz. 22) Belangrijk Spoel bij gevaarlijke media de doseerkop van tevoren. Sproei hiertoe water of een geschikt spoelmiddel met behulp van een wasfles door de zuigaansluiting van de doseerkop.
24
In bedrijfstelling/Onderhoud
Stel de slaglengte bij lopende pomp op nul. Schakel pomp uit. Draai de zes bouten van de doseerkop los, verwijder de doseerkop met de bouten. Maak vervolgens het membraan door een lichte ruk naar links van de drijfstang los en draai deze los. Draai vervolgens een nieuw membraan erop totdat dit vast tegen de drijfstang zit. Plaats de doseerkop met bouten zodanig, dat de zuigaansluiting naar beneden toe wijst. Schakel de pomp in. Stel slaglengte 100% in, draai de bouten vast en trek deze kruiselings met 7,5 ± 0,5 Nm aan. Controleer pomp bij maximale druk op dichtheid. Na het losdraaien van de doseerkopbouten (bijv. vervangen van het membraan) moeten de doseerkopbouten met het opgegeven aanzetmoment kruiselings worden aangetrokken. Aanwijzing Als de pomp 24 uur in werking is geweest moet het moment van de doseerkopbouten gecontroleerd worden. Bij materiaaluitvoering PVT moeten de momenten van de doseerkopbouten elk kwartaal gecontroleerd worden. Aanwijzing voor het installeren van ventiel Bij aanzuigproblemen tijdens de installatie, het ventiel op een stabiel vlak plaatsen en de PTFE-kogelzittingsschijf middels een messingstift met een ca. 300 g zware hamer licht aanslaan. Ventiel in natte toestand laten aanzuigen. Belangrijk De zuig- en persventielen van de doseerkop als ook het overstortventiel hebben een harde kogelzitting. Bij aanzuigproblemen van de pomp of lekkage aan het overstortventiel eerst kogel en kogelzittingsschijf reinigen. Aanwijzing Bij media met deeltjes groter als 0,3 mm moet er beslist een filter in de zuigleiding worden geïnstalleerd.
SIBa/SICa-014-D
hamer ca. 300 g zwaar
messingstift 0 9 x ca. 200 mm Ig.
PTFE-schijf middels een messingstift met een ca. 300 g zware hamer licht aanslaan. SIBa/SICa-019-D
25
Doseerpompen SICa
5.
Bijzonderheden van de SICa-pomp
5.1 Werking motor De aandrijfmotor heeft in alle uitvoeringen een geïntegreerde thermische beveiliging. Deze reageert, zodra de maximaal toelaatbare wikkelingstemperatuur bereikt is en schakelt de motor uit. Na het afkoelen van de motor in stilstand schakelt de thermische beveiliging zelfstandig weer in. Belangrijk • Een door thermische uitval ontstane storing wordt door de elektronische print herkend en als storing op het display van de pomp aangegeven. • Het opheffen van de storing kan alleen door de “P”-toets in te drukken, door een kort maakcontact van de pauze-ingang (verbindingsfunctie) of door de pomp aan/uit (netspanning) te schakelen. • Na het uitschakelen van de motor door de thermische beveiliging moet onderzocht worden of de pomp niet voortdurend overbelast is. • De capaciteitsgegevens in hoofdstuk 3.1.1 zijn de gemeten gegevens van de SIBa (basistype met 3-fasen motor). Daar de SICa met een 1-fase motor is uitgerust, kan dat op grond van de verschillende motor een tot aan 5% verminderd aantal omwentelingen opleveren, waarmee ook een tot aan 5% verminderde doseerhoeveelheid. 5.2 Werking aansturing Bij alle besturingstypen kan de pomp handmatig worden aangestuurd, waarbij de doseerfrequentie via het toetsenbord in stappen van 1 slag van 0 tot de maximale doseerfrequentie (continubedrijf) veranderd kan worden. Bovendien kan de pomp met pulsen aangestuurd worden, waarbij een factor van 0.01 tot 9999 ter vermenigvuldiging/deling ingesteld kan worden. Een contactgeheugen kan indien gewenst geactiveerd worden. De doseerbewaking kan, indien een doseerbewakingssensor aan de doseerbewakingsconnector aangesloten is, via het toetsenbord geactiveerd worden. De niveau-ingang is 2-traps uitgevoerd. In de eerste trap wordt alleen een laag niveau gemeld en schakelt er eventueel een storingsmeldrelais. In de tweede trap (laag/laag niveau) wordt aanvullend de dosering gestopt. Bij de besturingstypen 0 en 1 kan de pomp via de pauze-ingang potentiaalvrij gestopt of gestart worden. Bij gemaakt contact loopt de pomp, bij geopend contact staat de pomp stil. Bij besturingstype 1 kan naast voornoemde functies aanvullend nog op analoog aansturing 0/4..20 mA via het toetsenbord omgeschakeld worden. De keus, of de pomp door 0..20 mA of in 4..20 mA aangestuurd wordt, gebeurt eveneens via het toetsenbord.
26
Doseerpompen SICa
Bij de instelling 4..20 mA: onder 4 mA (bijv. kabelbreuk) gaat de pomp op storing en schakelt er eventueel een storingsmeldrelais. Wordt de stroom nu meer dan 4 mA, dan wordt de storing weer opgeheven en doseert de pomp verder. 5.3 Stekkeraansluitingen, symbolen en aansluitingen
1. 2-traps aansluitconnector voor niveauschakelaar met waarschuwingsen uitschakelfunctie (met functiestekker) 2. externe connector voor contact- of analoogaansturing en potentiaalvrije uitschakeling via de pauzefunctie SIBa/SICa-020-D (met functiestekker) 3. doseerbewakingsconnector voor de aansluiting van de doseerbewaking 4. netschakelaar (1-polig) 5. relaisuitgang 6. aansluiting voor membraanbreuksignalering 7. netkabel met bijbehorende stekker. Technische gegevens externe ingang: besturingstype 0 pin 1 spanningsniveau contactbelasting restspanning
= pauze-ingang (verbindingsfunctie) ca. 5 V bij 10 K Ohm ca. 0,5 mA ≤ 0,7 V
pin 2
= contactingang
spanningsniveau contactbelasting restspanning pulsbreedte pulsfrequentie pin 3 pin 4
ca. 5 V bij 10 K Ohm ca. 0,5 mA ≤ 0,7 V ≥ 20 msec. ≤ 25 puls/sec. = analoge ingang (niet actief) = GND
SIBa/SICa-021-D
Als ingangsschakelelementen kunnen contacten (relais) of halfgeleidersschakelelementen met een restspanning van ≤ 0,7 V (bijv. transistor in open collectorschakeling) gebruikt worden.
27
Doseerpompen SICa
Technische gegevens externe ingang: besturingstype 1 pin 1 spanningsniveau contactbelasting restspanning
= pauze-ingang (verbindingsfunctie) ca. 5 V bij 10 K Ohm ca. 0,5 mA < 0,7 V
pin 2
= contactingang (niet actief bij analoge werking) = analoge ingang
pin 3
SIBa/SICa-021-D
ingangsbelasting
70 Ohm ± 2%
Bij ca. 0,4 mA (4,4 mA) maakt de doseerpomp de eerste doseerslag en bij ca. 19,2 mA gaat de pomp over op continubedrijf. De exacte waarden zijn afhankelijk van overbrenging en netfrequentie. pin 4
= GND
Technische gegevens storingsmeldrelais Het storingsmeldrelais sluit direct na het inschakelen van de voeding en valt vervolgens af bij het optreden van een fout. -
contactbelasting: bij 250 V AC, 2 A (ohmse verbruiker) 200.000 arbeidscycli.
Bij het schakelen van inductieve lasten moeten geschikte ontstoringsmaatregelen (bijv. RC-modulen) worden genomen.
Technische gegevens taktgeefrelais -
contactbelasting: max. 42 V DC max. 42 V AC max. 100 mA max. 50 x 106 schakelvoorbeeld (bij 10 V, 10 mA)
28
Doseerpompen SICa
zwart/GND
blauw/alarm
Extern/contact kabel (2-aderig) contact sluiten - doseerslag
bruin/stop
zwart/GND
blauw/alarm
bruin
wit
Niveauschakelaar contact open - alarmweergave
blauw
wit
bruin +
Doseerbewaking
zwart/GND
zwart/GND
blauw
wit/cod.
bruin/5V
Bedradingsschema voor besturingstypen aanzicht van de kabelstekkers van voren
Universele stuurkabel (4-aderig) extern/contact: 2 wit + 4 zwart/GND (brug 1 en 4) analoog: 3 blauw + 4 zwart/GND (brug 1 en 4) verbindingsfunctie: 1 bruin+ 4 zwart/GND bruin met zwart verbonden: pomp doseert bruin en zwart open: pomp staat stil
Membraanbreuksignalering contact open - breukweergave
SIBa/SICa-022-D
29
Bediening/besturing SICa
6.
Bediening/besturing SICa
6.1 Uitleg van bediening en display 6.1.1 Display
a b c d e f+i i k l m n o p q r
= = = = = = = = = = = = = = =
s t
= =
uitlezing foutmelding “Error” pomp gestopt via “Pause” functie pomp handmatig gestopt met toets (17) relaisuitgang uitlezing van de slagfrequentie uitlezing van de pulsvermenigvuldiging of deling slagtelling “N” signaalkeuze “mA” opslaan van nieuwe instellingen activering van de doseerbewaking “flow” pomp ingesteld op “Contact” activering geheugen “Mem.” pomp ingesteld op “Analog” pomp ingesteld op “Manual” uitlezing voor laag vloeistofniveau “Minimum” (voorwaarde: vlotterschakelaar aangesloten) uitlezing van de ingestelde getallen uitlezing voor oversturing en bij uitschakeling “ ”
30
Bediening/besturing SICa
6.1.2Paneel: toetsen en displaylampjes
12 13a 13b 15 16 17
= = = = = =
puls/in bedrijf displaylampje (geel) slagfrequentie omlaag toets slagfrequentie omhoog toets programmakeuzetoets displaylampje (rood) voor leegmelding en foutmelding stop/start toets
31
Bediening/besturing SICa
6.2 Overzicht van het bedieningsschema - besturingstype 0 en 1
Pomp stopt
Pomp loopt
Verhoog slagfrequentie Verlaag slagfrequentie Doseerbewaking aan Doseerbewaking uit Aanzuigen Start puls bij contact Foutherstel
< Druk tenminste 2 sec. op deze toets menu
stroom
Alleen bij besturingstype 1 Factor
Uitlezing
32
Bediening/besturing SICa
6.3 Bediening - besturingstype 0 en 1 6.3.1 Starten van de pomp • • •
Steek de stekker in het stopcontact. Stel de slaglengte met de slaginstelknop in op 100%. Netschakelaar aan de pomp inschakelen.
•
Druk tegelijkertijd op de
•
aanzuigen. Druk op de toetsen tot het medium de doseerkop geheel vult en er geen belletjes zijn.
toetsen en start automatisch het versneld
Belangrijk Na het inschakelen van de pomp zijn er ca. 5 seconden nodig, voordat de pomp bedrijfsklaar is. Let op! Door tegelijkertijd op de
toetsen te drukken, werkt de pomp onder alle
bedrijfsomstandigheden met maximum slagfrequentie zodat veilig en snel aanzuigen gegarandeerd is!
6.3.2 Stoppen van het doseren Het doseren kan op elk gewenst moment onderbroken worden door op de
toets
te drukken. U ziet dan “Stop” op het display verschijnen.
Door op de
toets te drukken start het doseren weer.
6.3.3 Interne “Manual” bediening Let op! Wanneer geen niveauschakelaar of besturingskabel is aangesloten, moeten beide functiestekkers op de aansluitingen (1) en (2) gestoken blijven.
33
Bediening/besturing SICa
•
Druk op de
toets.
•
De pomp werkt nu met de aangegeven slagfrequentie, bijv. 195 slagen per minuut.
•
Het gele waarschuwingslampje gaat even uit terwijl de slag wordt uitgevoerd.
•
Met de
toetsen kan de gewenste slagfrequentie worden ingesteld, bijv.
69 slagen per minuut.
•
Na elke verandering van de slagfrequentie of wanneer het programma veranderd wordt, knippert een pijl in de rechterbenedenhoek van het display gedurende ongeveer vijf seconden.
•
Wanneer de vijf seconden om zijn, wordt de nieuwe instelling opgeslagen; wanneer de stekker er binnen vijf seconden uit wordt getrokken, wordt de nieuwe instelling genegeerd.
6.3.4 Externe “Contact” bediening De externe besturing van de pomp kan plaatsvinden via potentiaalvrije contacten (bijv. watermeters, reedrelais) of een transistor met een open collectorschakeling (bijv. optocoupler).
34
Bediening/besturing SICa
Let op! De minimum pulsduur is 20 ms; voor transistorbediening mag het restvoltage de 700 mV niet overschrijden!
Waarschuwing Sluit de elektriciteit niet op de stuurkabel aan! Voor de externe instelling van de pomp heeft u de 4-polige stuurkabel of de 2-polige externe stuurkabel nodig. Deze wordt in het contact (3) gestoken en vastgeschroefd. De stekker is uitsluitend in één bepaalde positie aan te sluiten! De bruine en zwarte draden van de 4-polige kabel moeten gecombineerd worden; anders stopt de pomp en verschijnt “Pause Stop” op het display. Door de witte draad tijdelijk kort te sluiten met de gecombineerde bruin/zwarte draad of even de
toets in te drukken, kan een doseerslag worden veroorzaakt (afhanke-
lijk van de ingestelde factor). Als meer dan de maximaal toegestane pulsen binnenkomen, worden deze door de pomp genegeerd, om overbelasting te voorkomen. Indien uitsluitend externe aansluiting gepland is, kan dit ook plaatsvinden met een 2draads stuurkabel, waarbij de brug in de stekker zit.
Externe “Contact” bediening Pulsdeling/vermenigvuldiging Instellen van de deling/vermenigvuldigingsfactors Voor het in bedrijf stellen wordt de factor overeenkomend met het pomptype, het maximale aantal van inkomende pulsen en eventueel de netfrequentie (omlooptijd voor 1 doseerslag) ingesteld. De in te stellen factor wordt volgens deze formule berekend: doseerfrequentie bij continubedrijf (slagen/minuut) factor = max. aantal inkomende pulsen (pulsen/minuut) Voorbeeld: Pomptype 12130, maximale doseerfrequentie 195 slagen/minuut (50 Hz). Aansturing door ProMinent ® regelaar met maximaal 6000 pulsen/uur (= 100 pulsen/minuut). 195 slagen/minuut factor = 100 pulsen/minuut
35
Bediening/besturing SICa
Wil men bereiken dat de pomp in ieder geval voor het bereiken van het maximaal inkomend pulsaantal op continubedrijf schakelt, dan moet de factor groter zijn dan de berekende factor (bijvoorbeeld factor op 2.00 instellen).
Instellingsaanbeveling max. ingangspuls/ drijfwerk netfrequentie
12000 puls/u 10.000 puls/u 8.000 puls/u
6.000 puls/u 4.000 puls/u 2.000 puls/u
12050, 07120, 50Hz
F = 0.4
F = 0.5
F = 0.6
F = 0.8
F = 1.1
F = 2.2
12090, 07220, 50Hz
F = 0.7
F = 0.8
F = 1.0
F = 1.4
F = 2.0
F = 4.0
12130, 04350, 50Hz
F = 1.0
F = 1.2
F = 1.5
F = 2.0
F = 3.0
F = 6.0
12050, 07120, 60Hz
F = 0.5
F = 0.6
F = 0.7
F = 0.9
F = 1.3
F =2.7
12090, 07220, 60Hz
F = 0.8
F = 1.0
F = 1.2
F = 1.6
F = 2.4
F = 4.8
12130, 04350, 60Hz
F = 1.2
F = 1.5
F =1.8
F = 2.4
F = 3.6
F = 7.2
Belangrijk Stel voor het in bedrijf stellen de factor voor contactbediening overeenkomend met het pomptype, uw toepassing en eventueel de netfrequentie in. Bij een verkeerd ingestelde factor kan er een onder- of overdosering ontstaan. Geheugenbediening “Mem” De geheugenfunctie maakt het mogelijk dat meer pulsen dan 2 per seconde worden opgeslagen. Deze kunnen dan later worden verwerkt als doseerslagen met de slagfrequentie die op “Manual” is ingesteld. Maximaal kunnen er 65535 pulsen bij factor 1.00 worden opgeslagen. Het aantal pulsen dat kan worden opgeslagen is afhankelijk van de factor en resulteert bijvoorbeeld bij factor 0.01 in een totaal van 6553500 pulsen of bij factor 100 in een totaal van 655 pulsen. Een foutmelding “Error” wordt weergegeven bij een hoger aantal pulsen wanneer de geheugencapaciteit wordt overschreden, het “Mem” display knippert en de pomp stopt. De maximale pulsfrequentie is 25 pulsen/seconde, de noodzakelijke contactduur is 20 ms. Belangrijk Let er op, dat er bij geactiveerde geheugenfunctie bij uw toepassing geen foutfuncties ontstaan. Bij geactiveerde geheugenfunctie worden inkomende pulsen ook bij stilstaande pomp (bijv. bij pauzefunctie of over de stoptoets) in het interne pulsgeheugen verder opgeslagen en na beëindiging van de stilstand weer geactiveerd.
36
Bediening/besturing SICa
Bij netuitschakeling gaat de inhoud van het geheugen verloren en begint weer met nul. Bij een overschrijding van het geheugenbereik van 65535 slagen gaat de pomp op storing. Let ook op de geheugenfunctie van de ingestelde factor. Instelling: •
Druk ongeveer twee seconden op de
- toets.
Op het display verschijnt
•
of
•
Druk op de
- of
- toets tot “Manual” en “Contact” gekozen kunnen
worden
•
Met de
•
Druk op de
•
Met de
•
Druk op de
- toets bevestigen - of
- toets tot “Contact” verschijnt
- toets bevestigen - of
- toets
De “ ” instelling op het display maakt het activeren van de geheugenfunctie “Mem” mogelijk.
37
Bediening/besturing SICa
•
Schakel indien u deze functie niet langer nodig heeft “Mem” uit met de
-
toets.
•
Met de
- toets bevestigen
De ingestelde factor, bijv. 1.00 wordt weergegeven
•
Door op de
- of
- toets te drukken kan een factor van bijvoorbeeld 3
worden ingesteld, d.w.z. dat de pomp bij iedere binnenkomende puls drie slagen uitvoert.
•
Met de
- toets bevestigen
Display “E” voor externe (afstands)besturing in “Contact” menu.
Voorkeuzebediening De eerder beschreven instelling (pulsdeling “Contact” en “N” met factor >1) kan ook als voorkeuzebediening geprogrammeerd worden.
38
Bediening/besturing SICa
Na het opstarten via een extern contact of de
- toets wordt het van tevoren gekozen
aantal slagen op het display afgeteld. Als de “1” bereikt is, stopt de pomp en springt het display terug naar de van tevoren gekozen hoeveelheid. Wanneer een volgend startcontact plaatsvindt voordat de uit te voeren slagen worden uitgevoerd, wordt het van tevoren gekozen aantal slagen opnieuw uitgevoerd. Als de geheugenfunctie “Mem” geactiveerd is, wordt met elk startcontact het vooraf gekozen aantal slagen opgeteld. Let op! Wat betreft de van tevoren gekozen bediening zonder geheugen is het intern geheugen van de pomp niet actief. Er vindt een reset plaats als functies uitgevoerd worden die ertoe leiden dat de pomp stopt. Het display springt terug naar het van tevoren gekozen aantal slagen en moet opnieuw worden opgestart via een afstandscontact of door op de
- toets te drukken.
6.3.5 Aansluiting van een niveauschakelaar De 2-traps niveauschakelaar kan een eerste waarschuwing geven wanneer een gebrek aan vloeistof in de doseertank dreigt te ontstaan (laag melding). De tank kan dan weer gevuld worden voordat de pomp definitief uitschakelt (leeg melding). Wanneer het vloeistofniveau in de tank de eerste fase van de niveauschakelaar bereikt, geeft het display “Minimum” aan en gaat het rode waarschuwingslampje aan.
Als de optie “Storingsmeldrelais afvallend” gekozen is, valt dit relais, dat normaal gesproken tijdens bedrijf geactiveerd is, af waardoor een visueel of akoestisch waarschuwingssignaal kan worden gegeven. Vervolgens verschijnt het extra woord “Relais” in het display.
Relais
Als de tweede fase van de niveauschakelaar geactiveerd wordt (tank leeg) stopt het doseren. Het gele waarschuwingslampje brandt continu en de foutmelding “Error” verschijnt in het display.
39
Bediening/besturing SICa
Relais
Let op! Wanneer reeds aanwezige 1-traps niveauschakelaars gebruikt worden, zijn voor de aansluiting adapterkabels verkrijgbaar! Adapterkabel met platte connector, bestelnummer 80.83.12.3. Adapterkabel met plug, bestelnummer 80.83.13.1. Let op! Om te zorgen dat de juiste melding (voor waarschuwing lege tank “Contact open”) wordt gegeven, moet de vlotter van de 1-traps schakelaar van de vlotterpen worden gehaald en 180 graden worden gedraaid! Voor u de 3-polige vlotterkabelstekker monteert, moet de functiestekker worden verwijderd! Let op! Als de vlotterkabelstekker uit de ingang gehaald is of de kabel gebroken is, verschijnt “Error” op het display en begint “Minimum” te knipperen; als de optie relais gemonteerd is, verschijnt het woord “Relais” eveneens. Wanneer de vlotterstekker of de functiestekker is aangesloten, volgt de alarmmelding wanneer er onvoldoende vloeistof aanwezig is!
6.3.6 Afstands aan/uit regeling (besturingsfunctie “Pause”) Wanneer de pomp potentiaalvrij aan/uit moet worden geschakeld, worden de bruine en zwarte draad van de 4-draads universele kabel gecombineerd voor bedrijf en geopend voor stoppen. Wanneer de draden niet gecombineerd zijn, stopt het doseren en geeft het display “Pause Stop” aan.
•
Als de
- toets wordt ingedrukt, verdwijnt “Pause” uit het display. “Stop” blijft
in het display, de pomp blijft stilstaan. Let op: Om veiligheidsredenen stopt de pomp ook wanneer de kabels verwijderd of gedemonteerd zijn, bijvoorbeeld bij kabelbreuk.
40
Bediening/besturing SICa
Wanneer de pomp zonder sturing moet werken, moet de functiestekker altijd in stekker gestoken zijn of in het geval van externe regeling zoals eerder aangegeven, moeten de zwarte en bruine draad van de 4-draads besturingskabel gecombineerd worden.
6.3.7 Doseerbewaking “flow” De doseerbewaking die als optie leverbaar is, moet rechtstreeks op het persventiel van de doseerkop geschroefd worden, de connector moet in stekker worden gemonteerd en vastgedraaid. •
Activeer de doseerbewaking door tegelijkertijd op de
- en
- toets te
drukken. Voorwaarde: de stekker van de doseerbewaking is in het aansluitcontact gestoken. Het display geeft “flow” aan.
Normaal gesproken wordt elke uitgevoerde slag door de doseerbewaking geregistreerd (waarbij het waarschuwingslampje kort oplicht) en teruggemeld naar de pomp. Wanneer er acht achtereenvolgende malen geen terugmelding is (geen of te weinig dosering) verschijnt de foutmelding “Error” op het display en knippert het “flow” symbool.
Als daarnaast de relaisoptie “Storingsmeldrelais” gekozen is, wisselt de schakeling en is een visueel of akoestisch waarschuwingssignaal mogelijk. •
Door tegelijkertijd op de
•
kingsfunctie uitgezet worden. Door de functiestekker uit het contact te halen wordt deze automatisch uitgeschakeld.
- en
- toets te drukken kan de doseerbewa-
41
Bediening/besturing SICa
6.3.8 Keuze van de displayfuncties “f”, “N÷” of “N” Om te zorgen dat de factor “N÷” de vermenigvuldigingsfactor, bijv. 3.00 altijd wordt weergegeven of de uitgevoerde doseerslagen worden geteld door ze op te tellen (slagenteller “N”), moeten de volgende instellingen worden uitgevoerd.
•
Druk ongeveer 2 seconden op de
•
Druk op de
•
Met de
- toets
- toets voor het displaymenu
- toets bevestigen
“f” geeft de slagfrequentie aan van 0 tot continubedrijf in slagen/minuut. •
Door een paar maal op de
- toets te drukken wordt “N÷” of bijv. “N”
gekozen
42
Bediening/besturing SICa
Slagenteller “N” telt de slagen die in het menu worden uitgevoerd. Een maximum van 9999 slagen kan geteld worden. Daarna begint het display weer bij 1. De resterende slagen worden met een “ ” in het display aangegeven. - toets
•
Stel de displayfunctie “N÷” in met de
•
Met de
•
Na het opstarten via een extern contact of na even op de
- toets bevestigen - toets te drukken,
worden bijvoorbeeld 3 doseerslagen van de slagfrequentie die in “Manual” regeling van tevoren gekozen is, afgewerkt en weergegeven.
6.3.9 Foutmeldingen - bevestigen van foutmeldingen Let op! Let op knipperende foutmeldingen op display! Controleer of de functiestekkers gemonteerd zijn en of de externe kabel op de juiste wijze is aangesloten! Foutmelding Mogelijke oorzaak: Oplossing:
“Error Minimum” Te weinig vloeistof in doseertank • De foutmelding verdwijnt vanzelf door de doseertank te vullen.
Foutmelding Mogelijke oorzaak:
“Error flow” Geen of te weinig dosering
Oplossing:
•
Kort op de
- toets drukken of
de besturingsfunctie “Pause/ Stop” (afstandsbesturing aan/ uit) uitvoeren. Het gehele display knippert Mogelijke oorzaak:
Systeemfout
Oplossing:
•
Kort op de
- toets drukken of
de besturingsfunctie “Pause/ Stop” (afstandsbesturing aan/ uit) uitvoeren. Het gehele display blijft knipperen
De pomp moet voor controle naar de leverancier teruggestuurd worden. 43
Bediening/besturing SICa
6.4 Bediening analoog control Analoge signalen zoals stroomsignalen 0..20 mA of 4..20 mA kunnen gebruikt worden voor rechtstreekse proportionele besturing van de slagfrequentie. Let op! Een slagfrequentie van 100% in het analoge programma komt overeen met het aantal slagen per minuut in “Manual” bediening. Als bijvoorbeeld in “Manual” bediening de slagfrequentie tot 10 slagen per minuut wordt verlaagd, kunnen in de “Analog” bediening slechts 10 slagen per minuut worden uitgevoerd en weergegeven! De keuze van het signaalbereik •
Stop de pomp met de
•
Druk 2 seconden op de
- toets
- toets en kies met de
- toets het volgende
display
•
Druk op de
- toets en kies met de
•
Druk op de
- toets en kies de instelling voor signaalbereik “mA”
- toets “Analog”
44
Bediening/besturing SICa
•
Stel het gewenste signaalbereik in met de
- toets, bijv.
•
Met de
•
Bij 0 mA signaal krijgt u op het display slagfrequentie 0 slagen/minuut en de foutmelding “Error” terwijl “Analog” knippert omdat het stuursignaal onder de 4 mA is.
- toets bevestigen
Foutmelding “Error Analog” Het voordeel van een “life zero” (bijvoorbeeld van een 4…20 mA signaal) is dat de doseerpomp meldt dat dit signaal beneden de ingestelde waarde komt (bijv. bij kabelbreuk).
Relais
Om de foutmelding te bevestigen moet minstens 4 mA bij de stroominput worden gegeven, daarna start de pomp vanzelf weer op en de fout “Error” en het knipperende “Analog” gaan uit. Wanneer echter na een foutmelding de doseerpomp in de “Error/Stop” stand blijft en niet vanaf 4 mA weer gaat lopen, dient de gebruiker een geschikt automatisch relais te monteren om deze functie te ondersteunen.
45
EG-conformiteitsverklaring
EG-conformiteitsverklaring Hiermee verklaren wij,
ProMinent Dosiertechnik GmbH Im Schuhmachergewann 5-11 D-69123 Heidelberg
Dat het volgende omschreven product op basis van zijn ontwerp en constructie voor de door ons in omloop gebrachte uitvoeringen voldoet aan de relevante veiligheids- en gezondheidseisen zoals omschreven in de EGrichtlijnen. Bij een niet met ons afgesproken wijziging van het product verliest deze verklaring haar geldigheid. Benaming van het product:
doseerpomp, reeks Sigma
Producttype:
SIBa... , SICa...
Serienummer:
zie doseerpomp
EG-richtlijnen:
EG-machinerichtlijn (89/392/EWG) later 93/44/EWG EG-laagspanningsrichtlijn (73/23/EWG) EG-EMV-richtlijn (89/336/EWG) later 92/31/EWG
Toegepaste norm:
EN 292-1, EN 292-2, EN 809 EN 60335-1, EN 60335-2-41 EN 60529, EN 60034-5 EN 50081-1/2, EN 50082-1/2, EN 55014 EN 60555-2, EN 60555-3
Toegepaste nationale norm:
DIN VDE 0530 (diverse delen)
Datum/fabrikant/handtekening:
28-03-1996
Ondertekend door:
dhr. M. Hüholt, manager
46
47
Vestigingen / Affiliated companies: ProMinent Dosiertechnik GmbH Im Schuhmachergewann 5-11 D-69123 Heidelberg (Germany) Tel.: +49 (6221) 842 0 Tfx.: +49 (6221) 842 215
ProMinent Fluid Controls Ltd. BT 11 - 12 M-Bulebel Industrial Estate (Malta) Tel.: +(356) 693677 Tfx.: +(356) 693547
ProMinent Dosiertechnik Ges.m.b.H Gewerbepark-Rosenau/Sonntagberg A-3332 Rosenau (Austria) Tel.: +43 (7448) 30400 Tfx.: +43 (7448) 4205
ProMinent Verder B.V. Utrechtseweg 4a NL-3451 GG Vleuten (Netherlands) Tel.: +31 (30) 6779280 Tfx.: +31 (30) 6779288
ProMinent Belgium S.A., N.V. Industriepark Sint-Renelde/Saintes Landaslaan 11 B-1480 Tubeke/Tubize (Belgium) Tel.: +32 (2) 3914280 Tfx.: +32 (2) 3914290
ProMinent Dozotechnika sp.zo.o ul. Traugutta 1-7 PL-50-449 Wroclaw (Poland) Tel.: +48 (71) 3436576 Tfx.: +48 (71) 3436576
Heidelberg ProMinent Fluid Controls India Pvt. Ltd. 3A Wilo Crisa 14, Resthouse Crescent IND- Bangalore 560 001 / India Tel.: +91 (80) 5091496 Tfx.: +91 (80) 5091497
ProMinent Büro Bulgarien 8 Kr. Sarafov BG-1421 Sofia (Bulgarien) Tel.: +359 (2) 653225 Tfx.: +359 (2) 660442
ProMinent Portugal Controlo de Fluídos, Lda. Estrada da Barrosa, Elospark 16 Algueirâo P-2725 Mem Martins (Portugal) Tel.: 35 (11) 9267040 Tfx.: 35 (11) 9267049
ProMinent Japan Ltd. Toyu Bldg., 528 Wasedatsurumaki-cho Shiniyuku-Ku J-Tokyo 162 / Japan Tel.: +81 (3) 32073101 Tfx.: +81 (3) 32073119
ProMinent Dosiertechnik CS s.r.o. Sobieského 1, P.O. box 53 CZ-77900 Olomouc (Czech. Republ.) Tel.: +420 (68) 5757011 Tfx.: +420 (68) 5757023
ProMinent Büro Rußland Starokaluzhskoe shosse 62, str. 1, k.2, of 56 RUS-117313 Moskau (Rusia) Tel.: +7 (095) 7847195 Tfx.: +7 (095) 7847196
ProMinent Korea Co., Ltd. Sungnam P.O. Box 72 COR-Kyoungki-Do 461-600 / Republik of Korea Tel.: +82 (342) 7018353 Tfx.: +82 (342) 7072621
ProMinent Finland OY Orapihlajatie 39 FI-00320 Helsinki (Finland) Tel.: +35 (89) 4777 890 Tfx.: +35 (89) 4777 8947
ProMinent Slovensko s.r.o. Dúbravská cesta 9 SK-842 20 Bratislava (Slovak Republ.) Tel.: +42 (1) 754789340 Tfx.: +42 (1) 754775482
ProMinent Fluid Controls (M) Sdn. Bhd. 92-1, Jalan Radin Anum Salu, Seri Petaling MAL-57000 Kuala Lumpur / Malaysia Tel.: +60 (3) 9577224 Tfx.: +60 (3) 9577219
ProMinent France S.A. 8, Rue des Frères Lumière B.P. 39, Eckbolsheim F-67038 Strasbourg Cedex 2 (France) Tel.: +33 (3) 88 10 15 10 Tfx.: +33 (3) 88 10 15 20
ProMinent Gugal S.A. Polígono Industrial, s/n. E-17853 Argelaguer/Girona (Spain) Tel.: +34 (972) 287011/12 Tfx.: +34 (972) 287107
ProMinent Fluid Controls (UK) Ltd. Resolution Road Ashby-de-la-Zouch GB-LE65 1DW (Great Britain) Tel.: +44 (15) 3056 0555 Tfx.: +44 (15) 3056 0777 ProMinent Hellas Ltd. 24, Mitrodorou Str. + Athinon Ave. GR-10441 Athens (Greece) Tel.: +30 (1) 5134621 Tfx.: +30 (1) 5134500
ProMinent Doserteknik AB S.a Hildedalsgatan 10, Box 8933 S-40273 Göteborg (Sweden) Tel.: +46 (31) 656600 Tfx.: +46 (31) 508960 ProMinent Dosiertechnik AG Trockenloostrasse 85 CH-8105 Regensdorf-Zürich (Switzerland) Tel.: +41 (18) 706111 Tfx.: +41 (18) 410973 Overzee / Overseas
ProMinent Magyarország Kft. Íves u. 2 H-9027 Györ (Hungary) Tel.: +36 (96) 317888 Tfx.: +36 (96) 329981
ProMinent & Fluid Controls Pty. Ltd. Cnr Cross Street & Pittwater Road AUS-Brookvale/Sydney, NSW 2100 / Australia Tel.: +61 (2) 99059977 Tfx.: +61 (2) 99057460
ProMinent Fluid Control Ltd. Finisklin Industrial Estate IRL-Sligo, Co. Sligo (Ireland) Tel.: +353 (71) 51222-224 Tfx.: +353 (71) 51225
ProMinent Brasil Ltda. Rua Alfredo Dumont Villares, 115 BR-09672-070 Sao Bernardo do Campo-SP / Brasil Tel.: +55 (11) 43610722 Tfx.: +55 (11) 43632292
ProMinent Italiana S.R.L. Via Albrecht Dürer 29 I-39100 Bolzano (Italy) Tel.: +39 (04) 71920000 Tfx.: +39 (04) 71920099
ProMinent Fluid Controls Ltd. 490 Southgate Drive CDN-Guelph, Ontario N1G 4P5 / Canada Tel.: +1 (519) 8365692 Tfx.: +1 (519) 8365226
ProMinent Fluid Controls China Co, Ltd. Building No. 3-II Huatong Industrial Park 9 Road Harbin, Dalian Economic & Technical Development Zone RC-116600 Dalian / P.R. of China Tel.: +86 (411) 7610592/3 Tfx.: +86 (411) 7610590
ProMinent Fluid Controls de Mexico S.A. de C.V. Halley #32 Col.Anzurez MEX-11590 Mexico, D.F. / Mexico Tel./Tfx.: +52 (5) 545 8733 ProMinent Fluid Controls (Far East) Ltd. Pte. 66 Tannery Lane, No. 03-10 B Sindo Building Singapore 347805 / Singapore Tel.: +(65) 7474935 Tfx.: +(65) 7452240 ProMinent Fluid Controls (Thailand) Co., Ltd. 2991/7 Visuthanee Office Park Ladprao Road, Klongchan, Bangkapi THA-Bangkok 10240 / Thailand Tel.: +66 (2) 3760008-12 Tfx.: +66 (2) 3760013 ProMinent Fluid Controls, Inc. R.I.D.C. Park West, 136 Industry Drive USA-Pittsburgh, Pa, 15275 / USA Tel.: +1 (412) 7872484 Tfx.: +1 (412) 7870704 ProMinent Venezuela s.r.l. P.O. Box 64999 C.C.C. Los Samanes, Piso 2, of 201 YV-Caracas 1080-A / Venezuela Tel.: +58 (2) 9430 777 Tfx.: +58 (2) 9445 987 Vertegenwoordigingen en service in alle geïndustrialiseerde landen
ProMinent Verder B.V., Utrechtseweg 4a, NL-3451 GG Vleuten Tel.: (030) 677 92 80, Fax: (030) 677 92 88 ProMinent Belgium S.A., N.V., Industriepark Sint-Renelde/Saintes, Landaslaan 11, B-1480 Tubeke, Tel.: +32 (2) 3914280, Fax: 3914290