PIOUM
Locider Princen 80114222/ivL/KH 80114222/akten/statutenwijziging AVI KO
STATUTENWIJZIGING ("Stichting Pensioenfonds AV/KO")
Heden, negenentwintig augustus tweeduizend veertien, is voor mij, Mr Jolande Petra van Loon, notaris met als plaats van vestiging Rotterdam, verschenen: Mr Karen Sigrid Haanstra, werkzaam ten kantore van Ploum Lodder Princen, advocaten en notarissen, met adres: Blaak 28, 3011 TA Rotterdam, geboren te Ede op zes augustus negentienhonderd vierenzeventig. De comparante verktaarde dat op achtentwintig augustus tweeduizend veertien door het bestuur van de stichting: Stichting Pensioenfonds AVIKO, statutair gevestigd te Breda, met adres: Van de Reijtstraat 15, 4814 NE Breda, ingeschreven in het Handeisregister onder nummer 20108648, hierna te noemen: de Stichting, is besloten de statuten van de Stichting te wijzigen, van welke besluit blijkt uit het aan deze akte gehechte bestuursbesluit. Voorts heeft de comparante verklaard dat de statuten van de Stichting taatstelijk zijn gewijzigd op ØØn juli tweeduizend veertien bij akte op zes juni tweeduizend veertien verleden voor ondergetekende notaris. Ter uitvoering van dit besluit verklaarde de comparante de statuten van de Stichting te wijzigen als volgt:
"artikel 9 lid 7 wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:
ez A
Ploum Lodder Princen
7. Voor een bestuursbesluit is een gewone meerderheid van stemmen van de ter vergadering aanwezige en vertegenwoordigde stemgerechtigde bestuursleden vereist."
Volmacht. Van de volmacht aan de comparante blijkt uit het aan deze akte gehechte bestuursbesluit. Slotverklaring. De comparante is mij, notaris, bekend. Waarvan akte in minuut is verleden te Rotterdam op de datum die in het hoofd van deze akte is vermeld. Alvorens tot voorlezing is overgegaan, is de inhoud van deze akte zakelijk aan de comparante opgegeven en toegelicht, en is de comparante gewezen op de gevolgen die voor partijen uit de inhoud van de akte voortvloeien. Zij heeft daarna verklaard van de inhoud van de akte kennis te hebben genomen, daarmee in te stemmen en op volledige voorlezing daarvan geen prijs te stellen. Onmiddellijk na beperkte voorlezing is deze akte door de comparante en mij, notaris, ondertekend. (Volgt ondertekening)
UITGEGEVEN VOOR AFSCH RIFT door mij, Mr Karen Sigrid Haanstra, kandidaat-notaris, als waarnemer van Mr Jolande Petra van Loon, notaris met plaats van vestiging Rotterdam. Rotterdam, 1 september 2014
: /
--
Ploum Lodder Princen
fgp
80114222/JvL/KH
De ondergetekende: Mr Karen Sigrid Haanstra, kandidaat-notaris, als waarnemer van Mr Jolande Petra van Loon, notaris met als plaats van vestiging Rotterdam,
verklaart hierbij: dat aan deze verkiaring is gehecht de doorlopende tekst van de statuten van de te Breda gevestigde stichting:
Stichting Pensioenfonds AVIKO waarin is verwerkt de statute nwijziging, aangebracht bij akte op 29 augustus 2014 verleden voor Mr J.P. van Loon, voornoemd.
Rotterdam, 1 september 2014
P
__1?
Ploum aF. Lodder Princen 80114222/JvL/KH 80114222/diversen/dit d.d. 29-08-2014
DOORLOPENDE TEKST VAN DE STATUTEN VAN STICHTING PENSIOENFONDS AVIKO DE DATO 29 AUGUSTUS 2014
"Naam en zetel. Definities. Artikel 1. 1. De stichting draagt de naam: Stichting Pensioenfonds AVIKO en is gevestigd te Breda. 2. In deze statuten wordt verstaan onder: Aangesloten onderneming: de aangesloten onderneming als bedoeld in artikel 3 of zodanige andere bestaande of nog op te richten ondernemingen voor zover behorend tot de groep als bedoeld in artikel 3 lid 3 van deze statuten, die bij daartoe strekkend besluit het Fonds tot hun pensioenstichting maken en deze statuten en de reglementen van toepassing verklaren; Bestuur: bestuur van het Fonds; Code: de Code Pensioenfondsen, opgesteld door de Pensioenfederatie en de Stichting van de Arbeid, die hiermee normen formuleren voor "goed pensioenfondsbestuur", zoals in werking getreden op een januari tweeduizend veertien, clan wel op termijn de aangepaste en/of uitwerkte Code Pensioenfondsen; Deelnemer: de deelnemer als omschreven in het voor hem geldende Pensioenreglement(en) van de Aangesloten onderneming; De Nederlandsche Bank: De Nederlandsche Bank, zoals bedoeld in de Pensioenwet en de Wet op het financieel toezicht; Fonds: stichting "Stichting Pensioenfonds AVIKO"; -
Ploum Lodder Princen -
Gepensioneerde: de Gewezen deelnemer, die na het bereiken van de Pensioendatum periodieke pensioenuitkeringen ontvangt;
-
Gewezen deelnemer: deelnemer van wie het deelnemerschap aan de pensioenregeling voor de Pensioendatum anders dan door overlijden is beeindigd en die, anders clan als Gepensioneerde, in
-
gevolge het voor hem geldende Pensioenreglement(en) pensioenaanspraken jegens het Fonds kan doen gelden; Herverzekeraar: de verzekeringsmaatschappij in het bezit van een
-
vergunning als bedoeld in artikel 2:27 van de Wet op het financieel toezicht; Ondernemingsraad: de binnen de aangesloten ondernemingen
-
-
-
-
Doel.
zelfstandig functionerende ondernemingsraden; Pensioendatum: de als zodanig omschreven datum in het Pensioenreglement(en); Pensioengerechtigde: de persoon die ingevolge het voor hem geldende Pensioenreglement(en) recht op een pensioenuitkering heeft; Pensioengerechtigdenbestuurslid: een namens de pensioengerechtigden op grond van artikel 12 benoemd lid van het bestuur; Pensioenreglement(en): pensioenreglement(en) als bedoeld in artikel 16 lid 1; Vera ntwoordingsorgaan: het verantwoordingsorgaan zoals bedoeld in artikel 115 van de Pensioenwet. Visitatiecommissie: de visitatiecommissie zoals bedoeld in artikel 103 van de Pensioenwet. Werkgever: Aviko Holding B.V., gevestigd te Steenderen, en de vennootschappen die zij rechtsgeldig vertegenwoordigt; Werkgeversbestuurslid: een door de Aangesloten onderneming aangewezen bestuurslid; Werknemersbestuurslid: een door de Ondernemingsraad aangewezen bestuurslid; Wet: de Pensloenwet; Uitvoeringsorganisatie: Pensioenbureau Cosun.
Artikel 2. Het Fonds stelt zich ten doel het treffen van financiºle voorzieningen terzake van ouderdom, arbeidsongeschiktheid en overlijden van de (Gewezen) Deelnemers, overeenkomstig de bepalingen van de Pensioenreglement(en), overeengekomen met de Aangesloten onderneming aismede het beleggen van zijn middelen voorzover deze niet worden overgedragen aan een
A
V1
Ploum Lodder Princen
Herverzekeraar. Aangesloten onderneming. Artikel 3. De Aangesloten onderneming is de onderneming die met het Fonds een uitvoeringsovereenkomst is aangegaan. De Aangesloten onderneming bij het Fonds is de volgende besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid: Aviko Holding B.V., statutair gevestigd te Steenderen, ten deze rechtsgeldig handelend namens: a. Aviko B.V., statutair gevestigd te Steenderen, b. Rixona B.V., statutair gevestigd te Venray, c. Duynie Holding B.V., statutair gevestigd te Alphen aan den Rijn, rechtsgeldig handelend namens: 1. 2.
Duynie B.V., statutair gevestigd te Aiphen aan den Rijn; Novidon B.V., statutair gevestigd te Nijmegen, en
d. Aviko Potato B.V., statutair gevestigd te Dronten. 2. Het Bestuur bepaalt of en onder welke voorwaarden andere ondernemingen als Aangesloten onderneming kunnen worden toegelaten. 3. De Aangesloten onderneming moet een met de werkgever in een groep verbonden onderneming betreffen. Onder groep wordt verstaan; een groep van ondernemingen zoals bedoeld in artikel 24b van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Middelen, inkomsten en uitgaven. Artikel 4. De middelen en inkomsten van het Fonds bestaan uit: a. middelen die in verband met aansluiting van een onderneming door de voorgaande pensioenuitvoerder van die onderneming aan het
b.
c. d. e. f. g.
Fonds worden overgedragen, waaronder mede te verstaan verzekeringen waarvan de rechten van de verzekeringnemer aan het Fonds worden overgedragen; de bijdragen die de Aangesloten onderneming aan het Fonds verschuldigd zijn op grond van de uitvoeringsovereenkomst en de Pensioenreglement(en); de bijdragen die de Deelnemer aan het Fonds verschuldigd zijn op grond van de Pensioenreglement(en) die voor hen gelden; middelen die uit hoofde van overdracht van pensioenverplichtingen van de pensioenuitvoerder van een vorige werkgever zijn ontvangen; eventuele vrijwillige stortingen van de Aangesloten onderneming of van de Deelnemers; inkomsten uit beleggingen; uitkeringen van de Herverzekeraar;
Ploum Lodder Princen h. hetgeen het Fonds bij erfenis, iegaat of schenking mocht verkrijgen. Omtrent het al of niet aanvaarden van de erfsteiiingen, legaten of schenkingen beslist het Bestuur. Erfsteiiingen mogen echter nimmer anders worden aanvaard dan onder het voorrecht van boedeibeschrijving; inkomsten uit anderen hoolde.
I. 2. De uitgaven van het Fonds bestaan uit: a. pensioenuitkeringen, verieend krachtens het Pensioenreglement(en)
c.
en krachtens een pensioenbrief; aan de Herverzekeraar verschuldigde premies en koopsommen; kosten van beheer en administratie, voorzover deze niet ten laste
d.
van de Aangesioten onderneming komen; middelen die uit hoofde van overdracht van pensioenverplichtingen
b.
aan de pensioenuitvoerder van een voigende werkgever zijn e.
void a an; andere uitgaven, indien en voorzover het Bestuur die nodig of wenselijk acht. Deze andere uitgaven zuiien de verpiichtingen van het Fonds met betrekking tot het doen van pensioenuitkeringen niet in gevaar brengen.
Beleggingen en financieel beleid. Artikel S. 1. De middeien van het Fonds moeten worden belegd en bewaard, afgezonderd van die van de Aangesioten onderneming. Hiervan zijn uitgezonderd vorderingen in rekening-courant tussen de Aangesioten onderneming en het Fonds, en nog niet door de Aangesioten onderneming aan het Fonds betaaide schuiden. 2. Beleggingen in een aangesioten onderneming worden beperkt tot ten hoogste vijf procent (5%) van de portefeuilie ais geheei, en in geval de Aangesioten onderneming tot een groep behoort, worden beieggingen in de ondernemingen die tot dezeifde groep behoren beperkt tot ten hoogste tien procent (10%) van de portefeuiiie. 3. De middelen van het fonds worden prudent belegd,waarbij rekening wordt gehouden met de noodzaak van een behoorlijke diversificatie en overigens met inachtneming van artikei 135 van de Wet. 4. De bezittingen van het Fonds dienen toereikend te zijn ter dekking van de uit de statuten en regiementen voortvioeiende pensioenverpiichtingen. Beheer van het Fonds. Artikel 6. 1. Het Fonds zaP de dekking van de pensioenaanspraken en rechten op pensioen in eigen beheer (voor eigen risico) houden, dan wei overeenkomsten van herverzekering siuiten met ØØn of meer
4
Ploum Lodder Princen 2.
Herverzekeraars. Het Bestuur van het Fonds stelt een actuariºle en bedrijfstechnische nota vast waarin in elk geval een omschrijving is opgenomen van de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de uitvoeringsovereenkomst en het financieel toetsingskader voor pensioenfondsen. De nota bevat voorts een verkiaring inzake beleggingsbeginselen en een beschrijving van de sturingsmiddelen. De nota voldoet aan het bepaalde bij en krachtens artikel 145 van de Wet. Voor zover risico’s zijn overgedragen, herverzekerd of ondergebracht kan
3.
4.
5.
de omschrijving beperkt blijven tot een verwijzing naar hetgeen in de betreffende overeenkomsten is opgenomen. Het Bestuur legt de in de vorige lid bedoelde nota aismede eerdere wijziging daarvan binnen twee (2) weken na tot stand komen daarvan over aan De Nederlandsche Bank N.V. Het Bestuur verstrekt met inachtneming van het bepaalde bij en krachtens artikel 147 van de Wet, jaarlijks binnen de daartoe gestelde termijn staten aan De Nederlandsche Bank N.V. die De Nederlandsche Bank N.V. nodig heeft voor de uitoefening van haar taak. Indien en voorzover het Fonds pensioenaanspraken en pensioenrechten heeft herverzekerd bij een Herverzekeraar, worden deze pensioenaanspraken en pensioenrechten mede beheerst door de herverzekeringsvoorwaarden, zoals deze tussen het Fonds en de Herverzekeraar zijn overeengekomen.
Naleving van de Code Artikel 7. Het Fonds zal de Code naleven volgens het "pas-toe-of-leg-uit" beginsel. Het fonds doet derhalve in het jaarverslag mededeling over de naleving van de Code. Indien het Fonds de Code niet heeft nageleefd of niet voornemens is deze in het lopende jaar en daarop volgende boekjaar na te leven, doet het fonds daarvan in het jaarverslag gemotiveerde opgave. Samenstelling Bestuur. Artikel 8. 1. Het Fonds heeft een paritair bestuur. 2. Het bestuur stelt een profielschets op voor leden van het bestuur. Het bestuur kan een kandidaat-bestuurder afwijzen indien deze niet aan de 3.
profielschets voldoet. Tot bestuurder van het Fonds kunnen in ieder geval niet worden benoemd personen die door deze benoeming meer dan ØØn (1) voltijd equivalent aan werkzaamheden als bestuurder of in een toezichthoudend orgaan zouden verrichten. Bij de toepassing van de voorgaande volzin geldt het bepaalde in artikel 35a lid 2 tot en met lid 6
I ; 1
Ploum Lodder Princen
van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte 4.
beroepspensioenregeling. Zolang het Fonds pensioenregelingen uitvoert voor meerdere ondernemingen of groepen wordt elke onderneming of groep door ten minste een werknemersvertegenwoordiger casu quo een werknemerbestuurslid, een vertegenwoordiger van pensioengerechtigden casu quo een pensioengerechtigdenbestuurslid en
5.
een werkgeversvertegenwoordiger casu quo werkgeversbestuurslid vertegenwoordigd in het bestuur. Het hiervoor bepaalde is niet van toepassing voor zover een onderneming of groep waaraan het Fonds was verbonden heeft opgehouden te bestaan. Het Fonds wordt beheerd door een Bestuur, bestaande uit zes (6) leden. Drie (3) bestuursleden zijn Werkgeversbestuurslid, twee (2) bestuursleden zijn Werknemersbestuurslid en ØØn (1) bestuurslid is
6.
Pensioengerechtigdenbestuurslid. Waar in deze statuten wordt gesproken van een bestuurslid of bestuursleden, wordt daaronder verstaan zowel Werkgeversbestuursleden als Werknemersbestuursleden casu quo Pensioengerechtigdenbestuursleden, tenzij uitdrukkelijk anders is
7. 8.
bepaald. Het Bestuur is bevoegd om - met inachtneming van het in lid 4 bepaalde - de omvang van het Bestuur aan te passen. Een benoeming als bestuurslid vindt slechts plaats onder de opschortende voorwaarde dat De Nederlandsche Bank na beoordeling van de vraag of de deskundigheid van het Bestuur voldoende is en of de betrouwbaarheid van de betrokken persoon buiten twijfel staat niet Iaat weten niet in te stemmen met de voorgenomen benoeming. Dit geldt ook in het geval van een herbenoeming. Het Bestuur brengt elke wijziging in de samenstelling van het Bestuur vooraf ter kennis van De Nederlandsche Bank met inachtneming van het gestelde in artikel 105 van de Wet. Indien De Nederlandsche Bank niet binnen zes weken na ontvangst van de melding of na de ontvangst van gevraagde nadere gegevens of inlichtingen heeft laten weten niet in te stemmen met de voorgenomen benoeming is voldaan aan de opschortende voorwaarde. Indien De Nederlandsche Bank niet instemt met de benoeming en daartegen niet tijdig een rechtsmiddel is ingesteld of op het ingestelde rechtsmiddel onherroepelijk ten nadele van de betrokken persoon uitspraak is gedaan, wordt met in achtneming van het gestelde in deze
9.
statuten een andere persoon als bestuurslid benoemd. Indien er ten aanzien van een persoon die als bestuurslid is benoemd een wijziging optreedt in de antecedenten als bedoeld in artikel 106 van de
/W
Ploum Lodder Princen
Wet, deelt het Bestuur dit, zodra het daarvan kennis neemt, onverwijld aan de De Nederlandsche Bank mee. 10. Indien de De Nederlandsche Bank in verband met de mededeling als bedoeld in het vorige lid een aanwijzing geeft die daartoe aanleiding geeft, wordt de betrokken persoon door het Bestuur geschorst als bestuurslid. Indien niet tijdig tegen de aanwijzing een rechtsmiddel is ingesteld of op het ingestelde rechtsmiddel onherroepelijk uitspraak ten nadele van de betrokken persoon is gedaan, is de betrokken persoon ontslagen als bestuurslid en wordt een ander persoon als bestuurslid benoemd. Indien op het ingestelde rechtsmiddel definitief ten voordele van de betrokken persoon uitspraak is gedaan, wordt de schorsing opgeheven door het Bestuur en wordt de betrokken persoon in zijn taken als bestuurslid hersteld. 11. De Aangesloten onderneming benoemt de Werkgeversbestuursleden, waaronder de voorzitter, op voorstel van de zittende Werkgeversbestuursleden, na overleg met relevante partijen. 12. De Ondernemingsraad, benoemt, onverminderd het hierna bepaalde, de Werknemersbestuursleden uit de Deelnemers. De benoeming van ØØn van de Werknemersbestuursleden wordt voorafgegaan door een voordracht door de Ondernemingsraad. De Ondernemingsraad die benoemt zal de ondernemingsraad betrokken bij een andere aangesloten onderneming vooraf horen over de voorgenomen voordracht. De bestuurszetels die bestemd zijn voor de Werknemersbestuursleden worden zoveel mogelijk gespreid over de Aangesloten onderneming en Pensioenreglement(en). De benoeming van een Pensioengerechtigdenbestuurslid vindt plaats 13. volgens het bepaalde in artikel 12. 14. De zittingsduur van een bestuurslid is maximaal vier (4) jaar. [en bestuurslid kan worden herbenoemd met inachtneming van het dienaangaande bepaalde in de Code. 15. Met betrekking tot de aanvangstijdstippen van de vier (4) jaar perioden stelt het Bestuur een rooster op waardoor zoveel mogelijk wordt vermeden dat bestuursleden in hetzelfde jaar aftreden. [en bestuurslid dat benoemd is in een tussentijdse vacature treedt af op het ogenblik waarop het lid, in wiens plaats hij is getreden, zou zijn afgetreden. 16. Naast de in lid 14 bedoelde gevallen eindigt het lidmaatschap van het Bestuur: a. door overlijden; b. door vrijwillig aftreden, c. en voorts indien en zodra een bestuurslid: a. in staat van faillissement geraakt;
Ploum Lod d e r Princen
agt
ri
b. sursØance van betaling aanvraagt; c. de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op hem van toepassing wordt verklaard; d. onder curatele of bewind wordt gesteld; e. ontslagen wordt door de rechtbank als bedoeld in artikel 2:298 van het Burgerlijk Wetboek; f. aismede indien het bepaalde in artikel 8 lid 10 van toepassing is. In die gevallen is het betreffende bestuurslid niet herbenoembaar. 17. Als een vacature ontstaat, geeft het Bestuur hiervan zo spoedig mogelijk schrifteIijk kennis aan de Aangesloten onderneming casu quo de Ondernemingsraad casu quo de Pensioengerechtigden welke in de vacature dient te voorzien. In de vacature dient binnen drie maanden na het ontstaan hiervan te worden voorzien. Gedurende het bestaan van een vacature bIijft het Bestuur wettig samengesteld en behoudt zijn voile bevoegdheid. 18. De bestuursleden kiezen uit hun midden een plaatsvervangend voorzitter en een plaatsvervangend secretaris. De benoeming in deze functie geldt tot herroeping. De Werknemers- casu quo Pensioengerechtigdenbestuursleden kiezen een secretaris. 19. Het Bestuur is belast met het bepalen van het beleid van het Fonds. Het Bestuur kari het bepalen van het dagelijks beleid of onderdelen daarvan overlaten aan ten minste twee van zijn leden. Op de personen aan wie het mede bepalen van dagelijks beleid wordt gedelegeerd zijn de leden 8 tot en met 10 van dit artikel van overeenkomstige toepassing. 20. De deskundigheid van de personen die het beleid van het Fonds (mede) bepalen, dient naar het oordeel van De Nederlandsche Bank voldoende te zijn met het oog op de belangen van de bij het Fonds betrokken Deelnemers, Gewezen deelnemers en overige beianghebbenden. De voornemens, handelingen of antecedenten van de personen die het beleid van het Fonds (mede) bepalen mogen De Nederlandsche Bank geen aanleiding geven tot het oordeei dat, met het oog op belangen bedoeld in de vorige voizin, de betrouwbaarheid van deze personen niet buiten twijfel staat. 21. Delegatie of uitbesteding van het bepalen van het dagelijks beleid of onderdelen daarvan door het Bestuur is mogelijk op basis van een gedetailleerde vastlegging van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de personen of instellingen aan wie delegatie of uitbesteding plaatsvindt. Die gedetailleerde beschrijving wordt door het Bestuur opgesteid met inachtneming van het gestelde in artikel 105 van de Wet. 22. Het Bestuur oefent zijn taak uit met in achtneming van de eisen te stellen
4Y
Ploum Lodder Prancen
aan goed pensioenfondsbestuur in het licht van de Code. Het Bestuur neemt een beschrijving van de wijze waarop het hieraan invulling geeft op in het jaarverslag. 23. Het Bestuur stelt een reglement vast inzake de interne behandeling van klachten.
Best uursvergaderingen. Artikel 9. 1. De voorzitter heeft de leiding van de bestuursvergaderingen. De plaatsvervangend voorzitter vervangt de voorzitter bij diens afwezigheid. 2. Van elke bestuursvergadering worden door de secretaris notulen gehouden, welke door de voorzitter en de secretaris worden getekend na goedkeuring door de volgende bestuursvergadering. De plaatsvervangend secretaris vervangt de secretaris bij diens afwezigheid. 3. [en bestuursvergadering wordt namens de voorzitter door de secretaris bijeengeroepen door middel van een schriftelijke convocatie, vermeldende tijd en plaats van de vergadering en de te behandelen onderwerpen. De convocatie moet ten minste drie dagen voor het houden van de vergadering aan alle bestuursleden worden toegezonden. ledere vergadering wordt echter geacht op geldige wijze te zijn bijeengeroepen indien het gehele Bestuur ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is. 4. Het Bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter of twee van de overige bestuursleden zulks wenselijk achten, doch ten minste twee (2) keer per jaar, waarvan ØØn (1) keer per jaar ter behandeling van de jaarstukken. 5. leder van de bestuursleden is bevoegd een deskundige te raadplegen, aismede zich krachtens een bestuursbesluit, waarbij ten minste ØØn vierde (1/4) van de bestuursleden zich daarvoor heeft uitgesproken, ter vergadering van het Bestuur door een deskundige te laten bijstaan. 6. leder stemgerechtigd bestuurslid kan een ander bestuurslid schriftelijk of per fax respectievelijk per e-mail machtigen hem ter vergadering te vertegenwoordigen en voor hem stem uit te brengen, mits de machtiging ter vergadering wordt overlegd en mits de machtiging geschiedt via een door volmachtgever en volmachtontvanger ondertekend bewijsstuk respectievelijk met een papieren afdruk van het e-mail bericht van volmachtgever en de e-mail bevestiging door de volmachtontvanger. [en (1) bestuurslid kan ten hoogste ØØn (1) ander bestuurslid vertegenwoordigen. 7. Voor een bestuursbesluit is een gewone meerderheid van stemmen van de ter vergadering aanwezige en vertegenwoordigde stemgerechtigde bestuursleden vereist. 8. Het stemmen over personen geschiedt schriftelijk. Bij staking van
Ploum i, Lodder Princen stemmen over zaken wordt het voorstel geacht te zijn verworpen; bij staking van stemmen over personen beslist het lot. 9. Geldige bestuursbesluiten kunnen slechts worden genomen in een bestuursvergadering wanneer ten minste de helft plus ØØn van het aantal bestuursleden ter vergadering in persoon aanwezig is, waaronder ten minste twee Werkgeversbestuursleden. Geldige bestuursbesluiten kunnen voorts slechts worden genomen: a. indien dit door ten minste ØØn (1) Werkgeversbestuurslid en ØØn (1) Werknemersbestuurslid casu quo Pensioengerechtigd bestuurslid b.
wordt ondersteund; buiten een bestuursvergadering: door ondertekening als bewijs van instemming door alle stemgerechtigde bestuursleden van een stuk
waarin zodanig besluit is vervat. Gedragscode. Artikel 10. Het Bestuur draagt er voor zorg dat het Fonds te alien tijde beschikt over een gedragscode die voor bestuursleden en medewerkers van het Fonds voorschriften geeft ter voorkoming van belangenconflicten en van misbruik en oneigenlijk gebruik van de bij het Fonds aanwezige informatie. Deze gedragscode komt ten minste overeen met hetgeen daaromtrent in de Wet, de Code of in deze statuten is bepaald. Overige bepalingen betreffende het Bestuur. Artikel 11. 1. De voorzitter heeft de leiding van alle bestuurswerkzaamheden. De
2.
3.
secretaris voert de correspondentie namens het Bestuur en is verantwoordeiijk voor het archief. Het Bestuur is belast met het besturen van het Fonds. Het Bestuur vertegenwoordigt het Fonds. Bovendien wordt het Fonds vertegenwoordigd door de voorzitter en de secretaris, tezamen handelend, of bij verhindering door hun plaatsvervangers op gelijke wij z e. Het Bestuur is bevoegd (te besluiten) tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen. Het Bestuur en de overige personen die het beieid van het Fonds bepalen of mede bepalen richten zich bij de vervulling van hun taak naar de belangen van de bij het Fonds betrokken Deeinemers, Gewezen deelnemers en overige belanghebbenden en zorgen ervoor dat zij zich
4.
door hen op evenwichtige wijze vertegenwoordigd kunnen voelen. De werkzaamheden worden, met inachtneming van het bepaalde in dit artikel, door het Bestuur in onderling overleg verdeeld.
10
Ploum Lodder Prancen 5.
Het Bestuur is bevoegd ter ondersteuning van zijn taak personen te benoemen tot procuratiehouder, al dan niet met een persoonlijke titel, mits hun bevoegdheden worden vastgelegd in een schriftelijke instructie.
6.
Het Bestuur kan de uitvoering van zijn werkzaamheden casu quo van de pensioenregelingen uitbesteden aan een pensioenbureau en/of andere externe uitvoerders. De aanstelling van een pensioenbureau en/of andere externe uitvoerders geschiedt via een tijdelijk doch te verlengen contract tussen het Fonds en het pensioenbureau en/of andere externe uitvoerders waarin alle wederzijdse rechten en verplichtingen worden vastgelegd. Het pensioenbureau en/of andere externe uitvoerder is respectievelijk zijn van al zijn respectievelijk hun daden en werkzaamheden met betrekking tot het Fonds verantwoording schuldig
7.
aan het Bestuur. Stukken en bescheiden, uitgaande van het Bestuur, worden namens het Bestuur door de voorzitter en de secretaris getekend, of door de procuratiehouder indien het zaken betreft die daartoe in zijn instructie
8.
zijn aangewezen. AlIe bestuursleden, de procuratiehouder(s) en het pensioenbureau en/of andere externe uitvoerders zijn geheimhoudingverschuldigd ten aanzien van alle persoonlijke gegevens van de Deelnemers, Gewezen deelnemers, Pensioengerechtigden en andere belanghebbenden waarvan zij uit hoofde van hun functie kennis dragen, ook na beeindiging van hun
9.
fun cti e. De bestuursleden genieten als zodanig geen enkele bezoldiging; onkosten ten behoeve van het Fonds, zuiks ter beoordeling van het Bestuur,
worden evenwel vergoed. Benoeming Pensioengerechtigdenbestuursleden. Artikel 12. 1. Het bestuur benoemt de Pensioengerechtigdenbestuursleden na verkiezing van de vertegenwoordigers door de Pensioengerechtigden. 2. Het Bestuur is verplicht binnen veertien (14) dagen, na het ontstaan van een vacature van een Pensioengerechtigdenbestuurslid, hiervan 3.
schriftelijk kennis te geven aan de Pensioengerechtigden. Deze mededeling bevat tevens de datum, waarop kandidaatstellingen bij het Bestuur moeten zijn binnengekomen en de datum waarop de verkiezing zal worden gehouden. De eerste datum wordt niet later gesteld
clan drie (3) weken na de datum der mededeling. 4. AIle Pensioengrechtigden kunnen kandidaat gesteld worden, mits deze kandidaatstelling schriftelijk geschiedt aan het Bestuur. Indien door de Pensioengerechtigdengeen kandidaten worden gesteld, heeft het bestuur de bevoegdheid een of meer kandidaten aan te wijzen. De kandidaten
11
Alp
Ploum Lodder Princen
moeten schriftelijk verklaren een bestuursfunctie te willen aanvaarden. 5.
Indien door de Pensioengerechtigden slechts ØØn (1) kandidaat gesteld wordt is deze kandidaat gekozen en blijft de verkiezingsprocedure zoals hierna opgenomen achterwege. Indien meer clan ØØn (1) kandidaat gesteld is, zal het Bestuur minstens ØØn (1) week vr de datum, waarop de verkiezing is vastgesteld, aan de Pensioengerechtigden een door het Bestuur gewaarmerkt stembiljet doen toekomen, waarop de namen der kandidaten zijn vermeld. Dit stemblljet gaat vergezeld van een aan het Bestuur geadresseerde enveloppe, waarin het stembiljet moet worden gesloten. Stembiljetten moeten uiterlijk op de datum van het referendum in bezit van het Bestuur zijn. Op de dag, volgende op die van de verkiezing, worden de stembiljetten door tenminste twee bestuursleden geopend en geteld. Het Bestuur maakt van de telling der stemmen een verslag en doet hiervan mededeling aan de Pensioengerechtigden, met vermelding van de naam van de gekozene. [Ike Pensioengerechtigde heeft ØØn (1) stem. Blanco stemmen worden als niet uitgebrachte stemmen beschouwd. Indien op het stembiljet andere mededelingen worden vermeld clan die, betrekking hebbend op de aan de orde zijnde verkiezing, worden deze biljetten als van onwaarde beschouwd en niet meegeteld. De kandidaat die het grootste aantal stemmen op zich
verenigd heeft, is gekozen. Bij staken van stemmen beslist het lot. 6. De via de procedure in dit artikel gekozen kandidaat zal door het bestuur met inachtneming van het bepaalde in artikel 8 lid 2 en lid 8 worden benoemd. Period ieke evaluatie Artikel 13. 1. Het Bestuur volgt de richtlijnen uit de "Handreiking geschikt pensioenfondsbestuur" voor de periodieke evaluatie van het functioneren van het Bestuur als geheel en van de individuele bestuursleden. 2.
Indien de periodieke evaluatie of andere aanwijzingen het Bestuur aanleiding geven tot de conclusie dat een bestuurslid niet of niet langer voldoet aan de eisen te stellen aan een goed bestuurslid, zal het Bestuur aan het betrokken bestuurslid om een reactie hierop vragen. Indien de reactie het Bestuur niet tot een andere conclusie brengt, geeft het Bestuur het betrokken bestuurslid in overweging ontslag te nemen. Indien het betrokken bestuurslid hieraan geen gevoig geeft kan het Bestuur het betrokken bestuurslid ontslaan. Het Bestuur verzoekt, afhankelijk van de geleding waarin de vacature ontstaat, het desbetreffende orgaan zo
spoedig mogelijk te voorzien in de vacature. Visitatiecommissie Artikel 14.
12
Ad
Ploum Lodder Princen
1. Het Fonds kent een Visitatiecommissie. De visitatiecommissie bestaat uit door het Bestuur te bepalen aantal van tenminste drie (3) natuurlijke personen. Het Iidmaatschap van de visitatiecommissie is niet verenigbaar met een andere functie binnen het Fonds. 2. Leden van de Visitatiecommissie worden benoemd en ontslagen door het Bestuur. 3. Een lid van de visitatiecommissie kan maximaal acht (8) jaar achtereenvolgens lid zijn van de visitatiecommissie. 4. Het lidmaatschap van de visitatiecommissie eindigt door: a. b. c.
het verstrijken van de zittingsduur; het tussentijds ontslag door het Bestuur; het tussentijds aftreden van het betreffende lid; het aanvaarden van een andere functie binnen het Fonds;
d. e. overlijden. 5. Het bestuur stelt een ’Reglement Visitatiecommissie’ op, waarin onder meer bepalingen zijn opgenomen inzake: de samenstelling; de taken en bevoegdheden; c. de werkwijze en manier van rapporteren; d. de voorzieningen en vergaderingen. 6. Het bepaalde in het Reglement visitatiecommissie komt tenminste a. b.
overeen met hetgeen daaromtrent in de Wet, de Code of in deze statuten is bepaald. Vera ntwoordingsorgaan Artikel 15. 1. Het Fonds, hierbij vertegenwoordigd door het Bestuur, stelt een Vera ntwoordingsorgaan in, waarin Deelnemers, Pensioengerechtigden en de Aangesloten onderneming zijn vertegenwoordigd. 2. Het Bestuur legt verantwoording af aan het Vera ntwoordingsorgaan over 3.
het gevoerde beleid en de wijze waarop het is uitgevoerd. Het Verantwoordingsorgaan bestaat uit vier (4) leden. EØn (1) zetel wordt bezet door vertegenwoordigers van de Aangesloten ondernemingen. De overige drie (3) zetels worden bezet door werknemersvertegenwoordigers en vertegenwoordigers van Pensioengerechtigden waarbij de verdeling evenredig plaats vindt op basis van de onderlinge getalsverhoudingen. De leden van het Verantwoordingsorgaan vormen een zo evenwichtig mogelijke afspiegeling van de betreffende geleding. In een situatie waarbij het Fonds pensioenregelingen uitvoert voor meerdere ondernemingen of groepen, wordt ernaar gestreefd om elke onderneming of groep door ten minste ØØn (1) lid te vertegenwoordigen in het
13
Ploum Lodder Princen Vera ntwoordingsorgaan. De leden hebben zitting voor een periode van vier (4) jaar. De aftredende leden zijn terstond maximaal twee (2) keer herverkiesbaar. De leden treden af volgens een door het Vera ntwoordingsorgaan opgestelde rooster van aftreden. Een lid, benoemd ter voorziening in een tussentijds ontstane vacature, treedt af op het moment waarop degene in wiens plaats hij is benoemd had moeten aftreden. 4. Drie (3) maanden voorafgaand aan een regulier altreden clan wel binnen veertien (14) dagen na het ontstaan van een vacature die niet het gevoig is van een regulier aftreden, geeft het Bestuur hiervan schriftelijk kennis: a. aan de Deelnemers, indien het een vacature voor een vertegenwoordiger van de Deelnemers betreft; b. aan de Pensioengerechtigden, indien het een vacature betreft voor een vertegenwoordiger van de Pensioengerechtigden betreft; en c.
aan de Aangesloten ondernemingen, indien het een vacature betreft van een vertegenwoordiger van de Aangesloten ondernemingen.
Gedurende het bestaan van een vacature blijft het Vera ntwoordingorgaan wettig samengesteld en behoudt zijn volledige bevoegdheid. 5. De schriftelijke kennisgeving zoals bedoeld in lid 4 bevat tevens de datum, waarop kandidaatstellingen bij het Bestuur moeten zijn binnengekomen. Deze datum wordt niet later gesteld dan drie (3) weken na de datum van de mededeling. 6. Het Bestuur stelt de leden van het Vera ntwoordingsorgaan vast na verkiezing van vertegenwoordigers door de Deelnemers, door de Pensioengerechtigden respectievelijk door de Aangesloten on d em em i nge n. Bij deze verkiezingen geldt voor de vertegenwoordigers van de Deelnemers en de Aangesloten ondernemingen de procedure voor de benoeming van Werknemers- en Werkgeversbestuursleden zoals vermeld in artikel 8, leden 11 en 12 en voor de vertegenwoordigers van de Pensioengerechtigden de procedure voor de benoeming van Pensioengerechtigdenbestuursleden zoals vermeld in artikel 12, leden 2 tot en met 6. De bij voormelde verkiezingen gekozen vertegenwoordigers zullen door respectievelijk de Deelnemers, door de Pensioengerechtigden en door de Aangesloten ondernemingen ter vaststelling worden voorgedragen aan het Bestuur. 7. Het Bestuur wordt door de betreffende kiesgroep (zijnde respectievelijk de Deelnemers, de Pensioengerechtigden en de Aangesloten ondernemingen) schriftelijk op de hoogte gesteld van de namen van de
14
Ploum , Lodder Princen door de betreffende kiesgroep verkozen leden van het Vera ntwoordingsorgaan. Indien door een kiesgroep geen leden worden gesteld, heeft het Bestuur de bevoegdheid een of meer kandidaten voor het lidmaatschap aan te wijzen. Deze kandidaten alsmede de gekozen leden dienen schriftelijk te verklaren de functie van lid van het Verantwoordingsorgaan (in beginsel voor wat betreft de door het Bestuur aangewezen kandidaten voor het lidmaatschap) te willen aanvaarden. Indien het Bestuur een of meer kandidaten voor het lidmaatschap heeft aangewezen zal de respectievelijke kiesgroep hieruit ØØn (1) kandidaat als lid moeten kiezen. Voor deze verkiezingen gelden dezelfde regels als voor reguliere verkiezingen voor het lidmaatschap van het Verantwoordingsorgaan. De betreffende kiesgroep stelt het Bestuur na afronding schriftelijk op de hoogte welke kandidaat is verkozen. Aftredende leden zijn direct herverkiesbaar, zo zij zich herkiesbaar stellen en zij herverkiesbaar zijn. Indien zich voor ØØn (1) vacature slechts ØØn (1) kandidaat verkiesbaar stelt, is deze kandidaat gekozen en blijft te dezen de verkiezingsprocedure zoals bedoeld in lid 6 achterwege. 8. Het lidmaatschap van het Vera ntwoordingsorgaan is niet verenigbaar met een andere functie binnen het Fonds. 9. Het lidmaatschap van het Vera ntwoordingsorgaan eindigt door: a. het verstrijken van de zittingsduur; b. het tussentijds aftreden van het betreffende lid; in geval van een lid namens de Deelnemers: beeindiging van het
d.
dienstverband of een bestuurlijke betrokkenheid met de Aangesloten onderneming; het aanvaarden van een andere functie binnen het Fonds;
e. overlijden. 10. Indien er een tussentijdse vacature ontstaat voor een lid, stelt het Verantwoordingsorgaan het Bestuur daarvan binnen veertien (14) dagen schriftelijk in kennis. Het Bestuur verzoekt, afhankelijk van de geleding waarin de vacature ontstaat, het desbetreffende orgaan zo spoedig mogelijk te voorzien in de vacature. 11. Gedurende het bestaan van een vacature behoudt het Vera ntwoordingsorgaan zijn volledige bevoegdheden. 12. Het Bestuur stelt een ’Reglement Vera ntwoordingsorgaan’ waarin onder meer bepalingen zijn opgenomen inzake: a. b. c.
De samenstelling en omvang; De taken en bevoegdheden; De vergaderingen van het orgaan zeif en van het orgaan met het bestuur.
15
’114
ar
Ploum Lodder Princen
13. Het bepaalde in het Reglement Vera ntwoordingsorgaan komt ten minste overeen met hetgeen daaromtrent in de Wet, de Code of in deze statuten is bepaald. Reglementen. Artikel 16. 1. Reglementen van het Fonds worden door het Bestuur vastgesteld op basis van de pensioenovereenkomsten tussen de Aangesloten onderneming en hun werknemers. Het Bestuur wijzigt een regement als de pensioenovereenkomst wijzigt die ten grondsiag Iigt aan het betreffende Reglement. 2. Vaststelling en wijziging van een reglement vindt plaats met inachtneming van de procedure en voorwaarden zoals deze zijn opgenomen in de geldende uitvoeringsovereenkomst tussen het Fonds en de Aangesloten onderneming. 3. De Pensioenreglement(en)en houden nadere bepalingen in omtrent onder andere: a. de tijdstippen van begin en einde van het deelnemerschap; b. de wijze waarop en de gevallen waarin recht op pensioen ontstaat; c. de aard en de grootte van de pensioenaanspraken. Deze bepalingen mogen niet strijdig zijn met het in deze statuten bepaalde. 4. Indien: a. de technische voorzieningen en het minimaat vereist eigen
b.
vermogen niet meer volledig door waarden zijn gedekt, overeenkomstig de voorschriften van de Wet; het Fonds niet in staat is binnen een redelijke termijn de technische voorzieningen en het minimaal vereist elgen vermogen door waarden te dekken zonder dat de belangen van Deelnemers, Gewezen deelnemers, Pensioengerechtigden, andere aanspraakgerechtigden of de werkgever onevenredig worden geschaad; en alle overige beschikbare sturingsmiddelen, met uitzondering van het
beleggingsbeleid, zijn ingezet zoals uitgewerkt in het kortetermijnherstelplan, bedoeld in artikel 140 van de Wet, worden alle rechten en aanspraken van pensioen- en aanspraakgerechtigden naar rato van het tekort verminderd, met then verstande dat de rechten en aanspraken opgebouwd over achterliggende jaren vooreerst onaangetast zullen blijven. Deze vermindering Ieidt tot een wijziging van de Pensioenreglement(en). Wijziging van de statuten. Artikel 17.
16
Ploum Lodder Princen 1.
Wijziging van de statuten kan geschieden door een besluit van het
Bestuur. 2. Wijziging van de statuten komt tot stand bij notariºle akte. 3. Elke wijziging van de statuten zal uiterlijk binnen twee (2) weken na de totstandkoming aan De Nederlandsche Bank worden toegezonden. Belegging, beheer van ontvangsten en uitgaven. Artikel 18. 1. Belegging van de daartoe beschikbare gelden van het Fonds geschiedt met inachtneming van de prudent-person regel volgens het bepaalde bij en 2.
3.
krachtens artikel 135 van de Wet. Indien de voorzitter niet in staat is om aanwezigte zijn of te tekenen, wordt door het Bestuur een plaatsvervanger voor hem aangegeven uit de andere bestuursleden of door de procuratiehouder als bedoeld in artikel 11, mits ØØn en ander in de daar bedoelde instructie is opgenomen. Onverminderd de verantwoordelijkheid van het Bestuur kan de in de leden 5 en 6 van artikel 11 bedoelde procuratie en uitbesteding met inbegrip zijn van een beperkte beschikkingsmacht over de middelen casu quo de bankrekeningen van het Fonds, mits vastgelegd in een schriftelijke instructie.
Boekjaa r. Artikel 19. Het boekjaar loopt van ØØn januari tot en met ØØnendertig december van het kale n d e rj a a r. Accountant. Artikel 20. Door het Bestuur wordt een accountant benoemd. De accountant kan te allen tijde door het Bestuur worden geschorst en ontslagen. De accountant vervult de taken die de wet of de statuten hem opdragen. Actua ris. Artikel 21. 1. Door het Bestuur worden actuarissen benoemd tegen wier benoeming bij het Fonds De Nederlandsche Bank N.V. geen bedenkingen heeft geuit. 2. ledere door het Fonds benoemde actuaris vervult de taken die de wet of 3.
de statuten hem opdragen. De actuaris die het actuarieel verslag waarmerkt: a. b.
is onafhankelijk van het Fonds; en behoort niet tot dezelfde organisatie als een andere actuaris of deskundige die andere werkzaamheden verricht voor het Fonds, tenzij die organisatie een door De Nederlandsche Bank N.V. goedgekeurde gedragscode heeft over de onafhankelijkheid van de waarmerkende actuaris; en
17
"Ap ’ -
R,
Ploum Lodder Princen
c. verricht geen andere werkzaamheden voor het Fonds. Jaarverslag. Artikel 22. 1. Het Bestuur stelt binnen zes (6) maanden na afloop van het boekjaar de jaarrekening en het jaarverslag vast overeenkomstig titel 9, boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Daarbij zijn de vrijstellingen voor stichtingen met
2.
een lage omzet en de vrijstellingen vanwege de omvang van de stichting zoals verwoord in artikel 2:360 lid 3, 2:396 en 2:397 niet van toepassing. In het jaarverslag wordt gerapporteerd over de samenstelling naar Ieeftijd en geslacht van het verantwoordingsorgaan en het bestuur en over de inspanningen die zijn verricht om diversiteit in de organen van
3.
het Fonds te bevorderen. Het jaarverslag wordt voor de Deelnemers gedurende een periode van veertien (14) dagen op een voor hen gemakkelijk toegankelijke plaats ter
4.
inzage gelegd en wordt op verzoek verstrekt. Goedkeuring zonder enig voorbehoud door het verantwoordingsorgaan van het jaarverslag en het in het afgelopen jaar door het Bestuur
5.
gevoerde beleid, strekt het Bestuur tot decharge. Het Fonds is verplicht alle zakelijke gegevens en bescheiden in Nederland beschikbaar te hebben en deze gedurende zeven (7) jaren na het boekjaar waarop zij betrekking hebben beschikbaar te houden.
Zelfstandige voortzetting, opheffing. Artikel 23. 1. Het Bestuur is bevoegd een besluit tot opheffing of fusie van het Fonds te 2.
nemen. Het Bestuur zal in elk geval een besluit tot opheffing of fusie nemen indien geen begunstigde of te begunstigen personen in de zin van de
3.
statuten en Pensioenreglement(en)en meer aanwezig zijn. Vanaf het tijdstip waarop het besluit tot opheffing van kracht is geworden wordt het Fonds geacht in liquidatie te zijn.
Liquidatie. Artikel 24. 1. Bij liquidatie van het Fonds is het Bestuur met de vereffening van de zaken van het Fonds belast en is het Bestuur verplicht de belangen der begunstigde of te begunstigen personen te regelen op basis van de geldende statuten en Pensioenreglement(en)en. 2.
Indien gedurende de tijd dat het Fonds in liquidatie verkeert een vacature in het Bestuur ontstaat, zal hierin - voorzover mogelijk worden voorzien op de in artikel 8 omschreven wijze, waarbij in het geval dat de Aangesloten onderneming in staat van faillissement verkeert, de curator in de rechten van de Aangesloten onderneming treedt. Indien in
18
Ploum 4t ; Lodder Princen een bestuursvacature op deze wijze niet kan worden voorzien, zal het Bestuur zichzelf aanvullen door cooptatie, met then verstande dat in de vacature van een Werknemersbestuurslid slechts kan worden voorzien door iemand die laatstelijk voor het besluit tot liquidatie als vertegenwoordiger van de (Gewezen) Deelnemers in het Bestuur had 3.
kunnen fungeren. Voorzover mogelijk blijven de bepalingen van deze statuten ten aanzien van de bevoegdheden van het Bestuur en de besluitvorming in het Bestuur ook gedurende de tijd dat het in liquidatie verkeert van kracht. Indien dit niet mogelijk is wordt zoveel mogelijk in de geest van deze
4.
bepalingen gehandeld. De onderscheiden categorieºn van Gewezen deelnemers en Gepensioneerden casu quo hun nabestaanden en overige belanghebbende worden in het bezit gesteld van een bewijsstuk van hun tot de datum van opheffing van de deelneming in het Fonds te ontlenen aanspraken of rechten op pensloen (waarin begrepen die, voortvloeiend uit het bepaalde in lid 6, onder b). In dit bewijsstuk zal tevens melding worden gemaakt van de instantie casu quo instanties, jegens welke zij die aanspraken of rechten geldend kunnen maken. Deze instanties kunnen zijn verzekeraars, alsmede fondsen, waarop de Wet van toepassing is. De vaststelling van die aanspra ken of rechten en de veiligstelling daarvan zal
5.
niet plaatsvinden in strijd met enig bindend voorschrift van de Wet. Voorzover terzake van de in lid 4 bedoelde aanspraken of rechten op pensioen verzekeringsovereenkomsten zijn of zullen worden gesloten en deze aan de betrokkenen zelf clan wel aan de pensioenverzekeraar van een (nieuwe) werkgever worden overgedragen, wordt de begunstiging ten name gesteld van verzekerden casu quo hun nabestaanden. Op de door de verzekeraar uit te reiken polissen wordt door hem aangetekend dat ten aanzien van de daarin belichaamde verzekeringen, voorzover deze betrekking hebben op aan de deelneming in het Fonds te ontlenen aanspraken of rechten op pensioen als bedoeld in lid 4, de voorschriften van de Wet gelden. Tevens wordt door de verzekeraar op die polissen aangetekend dat noch afkoop van de in de vorige volzin bedoelde verzekeringen, noch wijziging van de begunstiging (tenzij die wijziging plaatsvindt ten behoeve van de verzekerde casu quo diens
6.
nabestaanden) kan plaatsvinden. Indien na vereffening van alle verplichtingen van het Fonds enig saldo overblijft, zal dit als volgt worden aangewend: a. Indien het Fonds wordt ontbonden omdat er geen begunstigde of te begunstigen personen in de zin van de statuten en de pensioenreglementen meer aanwezig zijn zal het saldo worden
19
1
a
l
Ploum Lodder Princen
overgedragen aan een Aangesloten onderneming; b. Indien het Fonds wordt ontbonden omdat er geen Aangesloten onderneming meer is zal het saldo worden aangewend in overeenstemming met het doel van het Fonds. 7. Het Fonds zal niet zijn opgeheven dan na goedkeuring door de accountant en de actuaris van het door het Bestuur opgestelde liquidatierapport en nadat in het kader van de Wet bericht is ontvangen van De Nederlandsche Bank, dat geen bezwaar bestaat tegen dit rapport.
Geschillen. Artikel 25. Het Bestuur stelt een reglement vast inzake de behandeling van geschillen.
Onvoorziene gevallen. Artikel 26. In incidentele gevallen, niet van algemene aard zijnde, waarin de statuten, pensioenreglementen, andere reglementen van het Fonds en pensioenbrieven niet voorzien, beslist het Bestuur."
20