1
Steen 49 : Pinguïn met …
Pinguïn met … (Steen 49, serpentijn uit Zimbabwe) Een waargebeurd verhaal.
Er was eens een kasteel, gelegen in het hartje van een landelijk dorp in Haspengouw, een prachtige fruitstreek in de provincie Limburg, waar de bewoners gastvrij zijn en de lucht nog heerlijk fris is. De eenvoudig maar stijlvol versierde oude klok aan de voorgevel van het hoofdgebouw geeft met haar éne wijzer het ritme aan van het leven op dit historische kasteel. Daar wonen de Zusters die jaar in jaar uit, gesteund en gestuurd door de hand van God, onderdak bieden aan diegenen die op zoek zijn naar de al dan niet verborgen schatten van de streek, het mooie landschap, de rust en de stilte. Tijdens de zomers, wanneer de zon het beste van zichzelf geeft, stromen bezoekers van heinde en verre toe om er deel te nemen aan één van de vele kreatieve zomerstages. Die zondagochtend was ook ik op weg naar het kasteel. Voor de derde keer op rij zou ik er de workshop beeldhouwen in (spek)steen gaan volgen. In m’n koffer stak het nodige gereedschap om dit “oermateriaal van moeder aarde” te bewerken : raspen, beitels, vijlen en schuurpapier en in m’n hoofd zat een concreet idee dat ik dolgraag wilde uitwerken. Nog even rijden en ik zou de steen die voor mij gekozen werd en die ik al op foto gezien had, kunnen aanraken. Wat keek ik uit naar deze ontmoeting! Ik vond het best wel spannend. Zat er echt wel in wat ik eruit wilde halen? En die 29 kilo?! Kon ik die wel de baas? Daar lagen ze dan, onder het afdak, op afgezaagde boomstammen: serpentijn uit Zimbabwe, broederlijk naast spekstenen uit Brazilië, China en Indië. ”Dag steen”, dacht ik, terwijl ik m’n steen zachtjes aanraakte en fluisterde hem stilletjes toe : “Je bent mooi!” Al snel merkte ik dat mijn serpentijn ook wel bij andere cursisten in de smaak viel. “Mogen we deze ook kiezen?”, hoorde ik zo nu en dan. “Neen, die steen is gereserveerd voor Hilde.” Even later zag ik hoe sterke Josine, die deze woorden niet gehoord had, de steen met zich meenam naar haar tafel. “Help!”, riep ik bijna onhoorbaar, “mijn pinguïn wordt ontvoerd!” Nog vóór Josine haar tafeltje kon bereiken, werd ze teruggestuurd met de steen. Deze serpentijnsteen wilde ik dus omvormen tot pinguïn, tot pinguïn mét jong, een idee waarop ik al sinds september 2004 – al bijna een jaar! http://sequoiaenco.wordpress.com/
2
Steen 49 : Pinguïn met …
– had zitten broeden. Maar waarom een pinguïn mét jong? Gewoon, ik had er geen speciale reden voor, buiten het feit dat ik het vertederend mooi vind hoe een pinguïn voor zijn jong zorgt, hoe ze in groep de bittere koude trotseren en hoe de ouders beurtelings op zoek gaan naar eten voor zichzelf en het jong terwijl de ander het kuiken warm houdt. “Neem een tafel en kies maar een plaats om te werken!”, riep Leentje enthousiast. Die uitnodiging interpreteerde ik wel heel ruim, want even later stond ik een 60-tal meter verderop onder een kastanjeboom in het park, klaar om eraan te beginnen. Even vroeg ik me af waarom al de anderen zich onder of naast het afdak hadden geïnstalleerd. Het zicht op het park was hier zó mooi en de wind zorgde voor eens symfonie van ritselende bladeren. Heerlijk gewoon!
De steen die zonet een kort ritje met de kruiwagen achter de rug had, lag nu voor me, op de dikke bruine sjaal die m’n moeder gebreid had van een trui die ooit van m’n vader was geweest. Zo was hij ook een beetje aanwezig en tegelijkertijd kon de sjaal dienst doen als een goed alternatief voor het zandzakje om de steen niet te beschadigen. Ik denk dat ik wel een uur naar m’n steen heb staan kijken, hem naar alle richtingen draaiende en alle kanten grondig bestudeerd heb, hier en daar lijnen trekkend met een stukje krijt – overeenkomstig de berekeningen die ik gemaakt had op basis van een foto –, vooraleer ik beslist had waar ik een stuk van de steen zou afzagen zodat hij kon rechtstaan. Een eerste maar zeker niet onbelangrijke beslissing! Onder het afdak aangekomen om te vragen of ik de houtzaag van Theo even mocht lenen, zag ik dat de absolute beginners al een uur gevorderd waren, terwijl ik, die bij de zogenaamde gevorderden hoorde, er nog aan moest beginnen! Spontaan verscheen er een glimlach op m’n gezicht… Eigenlijk waren we nu toch allemaal al ‘gevorderden’ en kon de groep al één worden, zoals Leentje het graag wilde.
http://sequoiaenco.wordpress.com/
3
Steen 49 : Pinguïn met …
De steen stond recht nu en opnieuw stond ik ernaar te kijken. De rechtervleugel die o-zo-duidelijk zichtbaar en al zo perfect gevormd zat in de steen, kon ik die behouden? Moest die niet dieper liggen? En dan was er ook nog die holte aan de andere kant. Hoe moest ik daarmee om? En het hoofd van de pinguïn? Waar zou dat komen? Liefst zou ik willen dat hij naar z’n jong keek, maar het kuiken zou waarschijnlijk iets meer rechts komen en naar rechts kijken, dus de andere kant op… Een sokkel moest er in elk geval ook zijn, zodat de pinguïn niet op de grond zou staan, maar wel op een laagje sneeuw. Die lijn had ik vrij snel getekend en er definitief ingeraspt. Na overleg en luidop nadenken met Leentje besliste ik meer afstand te nemen van de foto’s die ik had meegebracht en vooral de steen te laten meespreken. Het zwarte gedeelte van de pinguïn zou zo goed als onbewerkte steen blijven, het witte gedeelte van de pinguïn zou ik polijsten en met een diamantvijltje bijna wit kunnen krassen, maar eerst moest ik zijn rug een beetje meer vorm geven en een weinig steen weghalen boven zijn staart. Ondertussen was het beginnen regenen. De getande bladeren van de kastanjeboom slaagden erin de druppels op te vangen, tot de regen harder en harder toesloeg en er geen houden meer aan was. Moest ik mijn mooie plekje nu verlaten? “Ge zèt nie van sooker.”, hoorde ik op de achtergrond. Dat zei m’n moeder wel eens als ik met de fiets naar school moest vertrekken wanneer het pijpenstelen regende. Theo liep door de regen om me een pet te brengen, maar ik zette ze niet op. “Ge zèt nie van sooker.”, klonk het opnieuw op de achtergrond en ik werkte verder. Maar de druppels werden steeds dikker en dikker en raakten m’n steen en gereedschap meer en meer. Ik staakte het raspen en zei inwendig tot de stem achter me: “Je hebt gelijk, ik ben niet van suiker, maar die regen is absoluut niet goed voor m’n gereedschap. Ik moet naar het afdak!” “Wat jammer dat ik m’n mooie groene plekje moet verlaten”, dacht ik, terwijl ik rustig door de regen richting afdak wandelde. Meteen trok de droge plek onder de sequoia, de imense boom waaronder we die ochtend de dag hadden geopend, al m’n aandacht. “Hé!”, dacht ik, “hier is het nog volledig droog! Hier ga ik komen werken!!” En zo bracht de regen me dichter bij deze speciale boom en een 40-tal meter dichter bij de groep. ’s Avonds, terwijl ik in bed lag, dacht ik terug aan de voorbije dag en dacht ik aan m’n steen waar nog niet veel aan veranderd was. Opeens leek m’n project niet meer dan een utopische droom. Ik had het gevoel dit nooit voor mekaar te krijgen en dacht eraan dat het misschien beter was m’n pinguïn-met-jong-idee volledig los te laten en een ander, voor mij haalbaar, plan te bedenken. Die gedachte maakte me droef, maar het leek me beter zo. Totdat ik die ochtend, rond vier uur, wakker werd. Het was alsof ik me die nacht heel dicht bij de sequoia had gevoeld en ik herinnerde me dat ik die nacht, tijdens een droom, in de verte, mijn beeld http://sequoiaenco.wordpress.com/
4
Steen 49 : Pinguïn met …
had gezien : de pinguïn mét zijn jong, volledig af, in bruin-groene tinten. Heel mooi! En opeens geloofde ik er weer in! Die ochtend reed ik met nieuwe moed naar Hoepertingen waar ik opnieuw mijn plaatsje onder de sequoia innam. Heidi kwam langs om een kijkje te nemen. Aangezien er nog niet veel te zien was , gaf ik een woordje uitleg. “Ik ga een pinguïn maken.”, begon ik. “Hier is zijn vleugel en hier komt zijn kop. Het zwarte gedeelte zal onbewerkt blijven en hier zal later zijn jong komen.” Even nadat Heidi weg was, drong het tot me door dat ik gezegd had “ZIJN” jong en niet “HAAR” jong, hetgeen misschien meer voor de hand lag. Neen, het was zeker niet de moederpinguïn. Het was wel degelijk de vader-pinguïn die ik aan het uitwerken was! M’n gevoel en m’n verstand waren het volledig met elkaar eens en toen gebeurde het! “Weyen jong”, zei ik tegen mezelf – en als ik mezelf op die manier aanspreek, dan heb ik wel heel ernstige dingen met mezelf te bespreken – “Weyen jong”, herhaalde ik, “gij zijt heel wat meer dan een pinguïn met zijn jong aan het maken. Gij zijt verdorie een beeld aan het maken van uw vader en uzelf!” Twee tranen rolden over m’n wang, ter bevestiging. Van dat moment af geloofde ik er weer volledig in! De warmte die we die ochtend tijdens de groet aan de zon via ons derde oog in ons lichaam hadden binnengebracht en die ik vastgehouden had in m’n buik, verspreidde zich nu over heel m’n lichaam. Ik voelde me één worden met m’n steen en genoot, gedurende de rest van de dag én van de cursus, van élke verandering die ik er met alle liefde in aanbracht.
Tijdens de ochtend van dag drie was het alsof ik heel even boven de sequoia zweefde en eenzelfde beeld in twee- tot drievoud zag: ik zag hoe de grote pinguïn liefdevol naar beneden keek en daarboven zag ik mezelf, gebogen over m’n steen, ik die op mijn beurt beschermd werd door de grote sequoia. Het was een beetje zoals die Russische poppetjes. Alles paste perfect in elkaar. En het voelde goed!
Terwijl ik met Leentje de volgende stappen aan het overleggen was, zag ik opeens ook de linkervleugel van de grote pinguïn. “Teken maar!”, moedigde Leentje me aan. Ik had niet voorzien dit stuk van de pinguïn uit te werken, maar daar zat gewoon de tweede vleugel! Waauw! En ook die zou onbewerkt kunnen blijven!
http://sequoiaenco.wordpress.com/
5
Steen 49 : Pinguïn met …
Opeens zei Leentje dat de moederfiguur er al goed in zat, dat we nu aan het jong moesten beginnen denken. Ik werd stil, keek haar aan en fluisterde : “Iedereen denkt dat dit de moeder is, maar het is de vader! En het jong is zijn dochter.” Ik denk dat Leentje wel begreep wat ik bedoelde, want in het begin van de cursus had ik haar nog gezegd dat de bruine sjaal één van de weinige tastbare objecten is die ik van mijn vader bezit. “Is hij al lang dood?”, vroeg ze me die dag. “Al 10 jaar.”, antwoordde ik met tranen in de ogen, maar vertelde er niet bij dat ik nooit afscheid van hem had kunnen nemen, dat er niet gepraat werd over zijn ziekte, dat er met geen woord gerept werd over zijn nakende dood, dat ik de ochtend na zijn overlijden – ik was toen 23 – met een kinderziekte zat – nooit eerder was ik zó ziek geweest – en dat die verdomde mazelen ervoor zorgden dat ik zelfs niet de begrafenis van mijn vader kon bijwonen, dat ik tot lang daarna het gevoel had dat hij op reis was vertrokken – ook al had hij dat in heel zijn leven nooit eerder gedaan – en op een dag wel terug naar huis zou komen, dat ik telkens als ik het geluid van zijn tractor hoorde, waar ik ook was, opkeek om te zien of hij er niet inzat, goed wetende dat het niet kon… Vierde en laatste dag. Kwart over negen ’s ochtends. Iedereen opnieuw aan de slag! Het is nog een beetje fris, maar dankzij de warmte die de sequoia me geeft, sta ik even later al in m’n T-shirt te beeldhouwen. Tijdens de week die aan de cursus vooraf ging, had ik het boek “Steen van verdriet” gelezen, een boek waarin een Nederlandse beeldhouwster en enkele van haar leerlingen beschrijven hoe ze een beeld maakten voor en vertelden over een dierbaar iemand van wie ze onverwacht afscheid hadden moeten nemen. Ik had het gevoel dat ook ik bezig was met mijn ‘steen van verdriet’, maar ik voelde me helemaal niet droef, ook al ontsnapte er zo nu en dan een traan. Ik voelde me goed, ik voelde warmte, ik voelde me dicht bij m’n pa!!! Het gevoel waar ik al 10 jaar naar op zoek was, had ik tijdens deze cursus totaal onverwacht gevonden! Tijdens de namiddag begon ik aan het jong. Ook bij het kuiken, dat nu toch meer links tevoorschijn was gekomen, daar waar ook de kop van de vader lag, was het mogelijk voor de vleugels en het zwart van het kopje de steen zo goed als onbewerkt te laten. De fysische gelijkenis die er ook in werkelijkheid tussen m’n vader en mij was, is op die manier ook terug te vinden in het beeld. Ik was er héél blij mee! Heel voorzichtig beitelde ik de brokkelige erosielaag rond de oogjes en de snavel weg. Het was alsof ik voor een spiegel zat. Ik beeldhouwde mezelf! Met iets krachtigere klopjes gaf ik vorm aan het lijfje. Zo probeerde ik de donsveertjes te suggereren. “Je zal moeten opletten dat het geen uiltje wordt.”, zei Karen. Ik zette een stap achteruit en inderdaad, het kuiken had iets van een uil. Dat was niet de bedoeling, maar een moment later
http://sequoiaenco.wordpress.com/
6
Steen 49 : Pinguïn met …
voelde ik me eigenlijk goed bij die gedachte, want volgens de Moeder Aarde-astrologie ben ik een uil… 16 uur, tijd om op te ruimen. M’n beeld is nog niet af, maar ik vind het absoluut niet erg. Zo kan ik er thuis nog rustig aan verderwerken en me nog vele momenten dicht bij m’n pa voelen! En met dat goede gevoel reden we, na het afscheid nemen, naar huis : me, my dad and I. Het verhaal hierboven noteerde ik enkele dagen na de workshop, tijdens m'n vakantie in Bartholomäberg (Oostenrijk, 30 en 31 juli 2005)
Het vervolg schreef ik op 16 en 17 augustus 2005, tijdens m'n vakantie in Oaxen (Zweden). De steen was toen al volledig klaar. Om een lang verhaal kort te maken : het gevoel heeft het uiteindelijk toch gehaald van het verstand. Het jong is een UILTJE geworden, de vader kijkt tóch náár z'n jong en net zoals in de realiteit zijn ook in het beeld een aantal fysieke gelijkenissen aanwezig. Bijvoorbeeld de vleugels die voor beiden volledig onbewerkt bleven. Hier 2 foto's van het eindresultaat :
Vader en dochter in de zon. ☺
Vader en dochter in de sneeuw. ☺
24,8 kg steen maar zóveel meer verhaal/betekenis…
http://sequoiaenco.wordpress.com/