Context Centrum voor relatie-, gezins- en sekstherapie
Team Sekstherapie
Pijn bij het vrijen: state-of-the-art
Dyspareunie: state-of-the-art • Inleiding – Paul Enzlin
• Psychosociale aspecten van dyspareunie • Els Pazmany
• Sekstherapeutische behandeling: visie vanuit de praktijk – Hilde Toelen
• Partnerdagprogramma « Als vrijen pijn doet … » – Geertje Walravens
Context Centrum voor relatie-, gezins- en sekstherapie
Team Sekstherapie
Pijn bij het vrijen: What’s in a name ? Paul Enzlin
Klinische vignetten •
Pijn bij het vrijen … klinisch … een divers amalgaam –
–
–
Een koppel wil graag een kind en komt consulteren omdat ze er de laatste 2 jaar niet in zijn geslaagd om geslachtsgemeenschap te hebben Een vrouw consulteert omwille van herhaalde schimmelinfecties die een brandende pijn veroorzaken tijdens vrijen, maar ook daarbuiten Een vrouw consulteert omwille van een volledig verlies van seksueel verlangen en uit de anamnese blijkt dat dit te wijten is aan de intense pijn die er ervaart tijdens en na vrijen en die soms tot 2 à 3 dagen kan aanslepen … 4
Dyspareunie: prevalentie • Prevalentie varieert van 8 tot 21% in populatie onderzoek (Laumann et al., 1999)
• Betreft pijn die wordt ervaren tijdens, soms na (pogingen tot) penetratie, maar ook kan voorkomen in andere niet-seksuele situaties • Kan overal gelokaliseerd zijn van aan de externe genitaliën (oppervlakkige dyspareunie) to in de buikholte (diepe dyspareunie) • Omvat verschillende types van genitale/pelvische pijn (e.g. PVD)
Dyspareunie: classificatie •
DSM-III –
•
‘Dyspareunie’ & ‘Vaginisme’
DSM-III-R – –
“Seksuele pijnstoornissen” Verwarrende optie (Binnik) •
Pijn gedefinieerd door de activiteit i.p.v. aard/locatie van de pijn – Seksuele pijn ? => werk-pijn, slaap-pijn, eet-pijn » Hoofdpijn dan ook een vorm van dyspareunie ? – Is dyspareunie specifiek voor vrijen ? » niet ervaren tijdens andere activiteiten (<=> tampongebruik, gynaecologische onderzoek; plassen; fietsen, sport, …) » van een andere aard moeten zijn dan wanneer het wordt ervaren gedurende andere activiteiten » soms reeds pijn vóór het eerste seksueel geslachtsverkeer – Is seksuele pijn geen chronische pijnstoornis i.pv. Een seksuele stoornis ? 6
Dyspareunie: classificatie •
Enige ‘pijnstoornis’ buiten de categorie van de “pijnstoornissen”
A.
Pijn in een of meer anatomische delen is het belangrijkste aspect van het klinische beeld en deze pijn is ernstig genoeg voor medische aandacht.
B.
De pijn veroorzaakt duidelijk klinisch lijden of problemen in de sociale omgang, op het werk of op andere belangrijke terreinen.
C.
Psychologische factoren spelen een belangrijke rol in het ontstaan, de ernst, de verergering of de duur van de pijn.
D.
De symptomen zijn niet met opzet nagebootst of opgewekt (zoals bij een nagebootste stoornis of simulatie).
E.
De pijn komt niet uitsluitend voor als onderdeel van een stemmingsstoornis, angststoornis of psychotische stoornis en voldoet niet aan de criteria voor dyspareunie (pijn tijdens geslachtsgemeenschap). 7
Dyspareunie: DSM-IV A. Recidiverende of aanhoudende genitale pijn samenhangend met de geslachtsgemeenschap bij een man of vrouw. B. De stoornis veroorzaakt duidelijk lijden of relatieproblemen. C. De stoornis wordt niet uitsluitend veroorzaakt door vaginisme of verminderde lubricatie en is niet eerder toe te schrijven aan een andere As I stoornis [behalve een andere seksuele disfunctie] en is niet uitsluitend het gevolg van de directe fysiologische effecten van een middel [bv. drug, geneesmiddel] of een somatische aandoening].
8
Vaginisme: DSM-IV A. Recidiverende of aanhoudende onwillekeurige spasme van de musculatuur die het buitenste derde deel van de vagina omsluit waardoor geslachtsgemeenschap belemmerd wordt. B. De stoornis veroorzaakt duidelijk lijden of relatieproblemen. C. De stoornis is niet eerder toe te schrijven aan een andere As I stoornis [bv. somatisatiestoornis] en is niet uitsluitend het gevolg van de fysiologische effecten van een somatische aandoening.
9
Classificatie : DSM-IV •
Dyspareunie en vaginisme A. Subtypes 1. Levenslang of verworven 2. Gegeneraliseerd of situationeel 3. Veroorzaakt door psychologische of gecombineerde factoren
10
DSM-5 voorstel Genito-Pelvische Pijn/Penetratie stoornis A.Persistente en terugkerende moeilijkheden gedurende ten minste 6 maanden met een van de volgende elementen : 1. 2. 3. 4.
Duidelijke moeilijkheden met vaginale penetratie Duidelijke vulvovaginale of pelvische pijn tijdens pogingen tot vaginale penetratie Duidelijke angst rond hetzij vulvovaginale of pelvische pijn tijdens vaginale penetratie Duidelijke spanning of samentrekken van de bekkenbodemspieren tijdens pogingen tot vaginale penetratie
B.Het probleem veroorzaakte klinisch significante distress of beperkingen C.De stoornis is niet eerder toe te schrijven aan een andere niet seksuele psychoatrische stoornis, aan de effecten van middelen of medicatiegerbuik, aan een andere medische aandoening, aan ernstige relatieproblemen (bijv. partnergeweld), of andere significante stressoren.
11
DSM-5 voorstel Genito-Pelvische Pijn/Penetratie stoornis 22 A.Subtypes: 1.
Levenslang versus verworven
B.Specifiers: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Gegeneraliseerd vs. situationeel Samengaand met problemen rond seksueel verlangen en seksuele opwinding Partner factoren (bijv. seksuele problemen van de partner, gezondheid van de partner) Relationele factoren (bijv. slechte communicatie, verschil in seksueel verlangen) Individuele kwetsbaarheidsfactoren of psychiatrische comorbiditeit (bijv. depressie of angst, slecht lichaamsbeeld, seksueel misbruik ) Culturele/religieuze factoren (bijv. Inhibities gerelateerd aancultureel verbod op seks) Met medische factoren relevant voor de prognose, verloop en behandeling
12
Dyspareunia: etiologie •
Onderliggende fysiologische pathologie –
Diepe dyspareunie • •
–
Endometriose Retroverte uterus (gekantelde baarmoeder)
Oppervlakkige dyspareunie •
Vulvaire Vestibulitis Syndroom (VVS) – Provoked Vulvodynia (PVD) –
Brandende pijn die wordt uitgelokt door druk op het vulvaire vestibulum of bij pogingen tot penetratie waarvoor geen gekende fysieke oorzaken kunnen worden aangetoond
13
Dyspareunie: etiologie • Vulvaire pijn Aanwijsbare oorzaak (gyneacoloog) • Infectie Candida, Herpes Simplex
• Dermatose/inflammatie Lichen Planus,Lichen Sclerosus
Geen aanwijsbare oorzaak •Gegeneraliseerde vulvodynie uitgelokt niet uitgelokt beide
• Neoplasie Ziekte van Paget, maligne tumoren
• Neurogeen n. pudendusneuralgie
• Endometriose • Gekantelde baarmoeder • Ruptuur of knip nav bevalling •…
•Gelokaliseerde vulvodynie uitgelokt: VVS - PVD
Dyspareunie: etiologie Oorzaak
Symptomen
Diagnose
Lichamelijk aantoonbaar Medisch verklaarbaar
- Huidaandoening, irritaties, infecties - Roodheid - Postpartum - Menopauze - Behandeling, operatie, medische ingreep in buikholte - Hypo- of hypertone bekkenbodem - Onvoldoende seksueel opgewonden (droogheid)
Onderzoek gericht op medische en/of lichamelijke behandeling
Niet-lichamelijk aantoonbaar Niet-medisch verklaarbaar
-?
Onderzoek gericht op psychologische en/of relationele factoren
Dyspareunie: state-of-the-art • Inleiding • Psychosociale aspecten van dyspareunie • Els Pazmany
• Sekstherapeutische behandeling: visie vanuit de praktijk – Hilde Toelen
• Partnerdagprogramma « Als vrijen pijn doet … » – Geertje Walravens
Context Centrum voor relatie-, gezins- en sekstherapie
Team Sekstherapie
Psychosociale aspecten van dyspareunie Els Pazmany Seksuologe Doctoraatsstudente
Psychosociale aspecten van dyspareunie • • • • •
Psychologische factoren Seksuele factoren Relationele factoren Conclusie Aanbevelingen voor de praktijk
Psychologische factoren
Psychologische factoren • Hogere angst levels
(Meana & Binik, 1994; Brauer et al., 2009)
• (geen) Hogere depressie levels (Aikens et al, 2003, Meana et al., 1999)
– Vrouwen met angst/depressie stoornis: 4 X meer kans om vulvo-vaginale pijn te rapporteren dan vrouwen zonder angst/depressie (Khandker, et al., 2011) – Meer angst/depressie: als gevolg van de vulvaire pijn dan controles (Khandker, et al., 2011)
Psychologische factoren • Meer ‘catastroferen’ (= neiging om uit te vergroten, erger te maken, focus op negatieve consequenties)
– Hogere levels van catastroferen is geassocieerd met hogere pijnintensiteit
(Desrochers et al., 2009)
• Minder ‘self-efficacy’ (= mate waarin je in jezelf vertrouwen hebt een bepaald gedrag te stellen)
– Hogere levels van self-efficacy is geassocieerd met beter seksueel functioneren (Desrochers et al., 2009)
• Meer ‘hypervigilance’ (= aandachtsgevoeligheid voor gezondheid en pijngerelateerde informatie)
(Desrochers et al., 2009; Meana & Lykins, 2009)
Seksuele factoren
Seksuele factoren • Meer seksuele problemen – minder seksueel verlangen en opwinding, meer orgasme problemen – meer vermijden van seksuele activiteiten, lagere coïtus frequentie (Meana et al., 1997; van Lankveld et al., 1996; Masheb et al., 2004)
• Meer seksuele ‘distress’, minder seksuele satisfactie (van Lankveld et al., 1996, Smith & Pukall, 2011)
• Meer angst voor seksualiteit en meer negatieve gevoelens tegenover seksualiteit (Meana et al., 1997; Granot et al., 2002)
• Meer negatief ‘sexual self-schema’ (Gates & Galask, 2001; Reed et al., 2003, Pazmany et al. submitted)
Sexual self-schema = gevoelens en overtuigingen over jezelf als een seksueel wezen – Meer negatieve zelfbeeld cognities over vaginale penetratie dan controles (Klaassen & ter Kuile, 2009) – Meer negatief lichaamsbeeld (Granot & Lavee, 2005) • 63% rapporteerde veranderingen in lichaamsbeeld sinds optreden van dyspareunia (Jantos & White, 1997) • 73% voelt zich minder begeerlijk (Sacket et al, 2001) • 54% voelt zich minder zelfzeker op seksueel gebied (Sacket et al, 2001) • 49% voelt zich minder vrouwelijk (Sacket et al, 2001)
– Meer negatief genitaal zelfbeeld???
Onderzoek ‘Sexual self-schema bij vrouwen met dyspareunie’ Doel studie 1 • •
Lichaamsbeeld en genitaal zelfbeeld tussen vrouwen met en zonder dyspareunie vergelijken Verband tss (wel/geen) dyspareunie en lichaamsbeeld en genitaal zelfbeeld analyseren
Doel studie 2 •
Verband tss aspecten van sexual self-schema en pijn, seksueel functioneren en seksuele distress analyseren bij vrouwen met dyspareunie
Onderzoek ‘Sexual self-schema bij vrouwen met dyspareunie’ Methode • • •
Online vragenlijst (december 2010 - mei 2011) Volledig invullen duurt 2 uur Beloning: filmticket
Deelnemers • • •
N=726 registraties; N=488 volledig ingevuld Na exclusie van menopausale vrouwen, geen ‘zuivere’ pijn/controle, (geen) relatie Studie 1: Total: N=330 (dyspareunie: n=193; controles: n=138) Studie 2: Total: N=231 (dyspareunie)
Onderzoek ‘Sexual self-schema bij vrouwen met dyspareunie’ In dit onderzoek, focus op 3 aspecten van sexual self-schema: • Zelfbeeld cognities over vaginale penetratie (VPCQ, Klaassen & ter Kuile, 2009)
– bv. ‘Ik ben pas een volwaardige vrouw wanneer penetratie lukt’ – bv. ‘Ik voel me schuldig als penetratie niet mogelijk is’
• Lichaamsbeeld (aangepaste versie BIS, Hopwood et al., 2001) – bv. ‘Ik vind het moeilijk om mezelf naakt te zien’ – bv. ‘Ik voel me seksueel minder aantrekkelijk door het seksuele pijnprobleem’
• Genitaal zelfbeeld (FGSIS, Herbenick & Reece, 2010) – bv. ‘Ik denk dat mijn geslachtsorganen goed ruiken’ – bv. ‘Ik ben niet beschaamd over mijn geslachtsorganen’
Onderzoek ‘Sexual self-schema bij vrouwen met dyspareunie’ Resultaten Deelnemers •
Algemene kenmerken: – – – – – –
Jonge vrouwen Partner Seksueel activiteit (met penetratie) Student of werknemer Opleiding Pijn bij inbrengen van penis in de vagina
(gem leeftijd: 26j) (studie 1: 100%; studie 2: 88%) (> 90%) (37% vs 59%) (68% > Bachelor diploma) (88%)
Onderzoek ‘Sexual self-schema bij vrouwen met dyspareunie’ Resultaten Deelnemers •
Medische/gynaecologische verschillen tussen vrouwen met en zonder dyspareunie – Vrouwen met dyspareunie rapporteren meer: • Irritable Bowel Syndrome (IBS) (21.4% vs 16,7%; P = .013) • herhaaldelijke vaginale infecties (29.7% vs 17,4%; P = .01) • medicatie inname per week (12.5% vs 4.3%; P = .011) • intensere pijn bij menstruatie (37 vs 25; P < .001)
Onderzoek ‘Sexual self-schema bij vrouwen met dyspareunie’ Resultaten Studie 1 •
Verschillen tussen vrouwen met en zonder dyspareunie – Vrouwen met dyspareunie rapporteren meer: – Seksuele problemen (zin, opwinding, lubricatie, orgasme, satisfactie) » Female Sexual Functioning Index
(19.9 vs 29.3; P < .001)
– Seksuele distress » Female Sexual Distress Scale
(25.3 vs 8.4; P < .001)
– Symptomen van angst en depressie » Beck Depressive Inventory » State and Trait Anxiety Index
(10.4 vs 6; P < .001) (45.4 vs 37.4; P < .001)
– Negatief lichaamsbeeld » Body Image Scale
(11.6 vs 7.2; P < .001)
– Negatief genitaal zelfbeeld » Female Genital Self-Image Scale
(17.3 vs 22; P < .001)
Onderzoek ‘Sexual self-schema bij vrouwen met dyspareunie’ Resultaten Studie 1 •
Verband tss (wel/geen) dyspareunie en lichaamsbeeld en genitaal zelfbeeld: – Genitaal zelfbeeld is geassocieerd met het voorkomen van dyspareunie (ᵝ = -.26; OR = .77; P <.001) Þ Als een vrouw een negatief genitaal zelfbeeld rapporteert, is de kans groter dat zij ook dyspareunie rapporteert (dan dat ze geen dyspareunie rapporteert) Þ Als een vrouw een positief genitaal zelfbeeld rapporteert, is de kans groter dat zij geen dyspareunie rapporteert (dan dat ze wel dyspareunie rapporteert)
– (Algemeen) lichaamsbeeld is niet geassocieerd met het voorkomen van dyspareunie (ᵝ = .01; OR = 1.01; P = .62)
Onderzoek ‘Sexual self-schema bij vrouwen met dyspareunie’ Resultaten Studie 2 •
Verband tss aspecten van sexual self-schema en pijn/seksueel functioneren/seksuele distress
-
Neg. zelfbeeld cognities over vaginale penetratie is geassocieerd met
meer pijn (ᵝ = .25; P <.005; R² = 4%) meer seksuele problemen (ᵝ = -.16; P <.05; R² = 6%) meer seksuele distress (ᵝ = .28; P < .001; R² = 11%) - Neg. genitaal zelfbeeld is geassocieerd met meer seksuele problemen (ᵝ = .24; P = .001; R² = 6%) meer seksuele distress (ᵝ = -.14; P = .006; R² = 11%) - Neg. lichaamsbeeld is geassocieerd met meer seksuele distress (ᵝ = .24; P < .001; R² = 11%)
Relationele factoren
Relationele factoren • Kwantitatieve studies – Relatiekwaliteit bij vrouwen met dyspareunie • Minder – meer relatieproblemen en minder tevreden met relatie dan vrouwen zonder dyspareunie (Brauer et al, 2009; Meana et al, 1997b; Masheb, 2002) – wanneer pijn toegeschreven aan psycho-soc factoren, dan is relatiekwaliteit minder dan wanneer pijn toegeschreven aan fysieke factoren (Meana et al, 1999) – wanneer pijn toegeschreven aan globale en stabiele attributies (Jodoin et al, 2010)
• Gelijk – zelfde mate van relatietevredenheid dan populatie (Desrosières et al, 2008)
Relationele factoren • Kwantitatieve studies – Relatiekwaliteit bij vrouwen met dyspareunie • Meer – wanneer pijn wordt toegeschreven aan interne attributies (Jodoin et al, 2010)
– Relatiekwaliteit bij de partners • Minder – wanneer partners PVD toeschrijven aan negatieve attributies die algemeen en stabiel zijn (bv; het zal altijd zo blijven,…) (Jodoin et al, 2008) • Gelijk – zelfde mate van relatietevredenheid dan partners van controles (Desrosières et al, 2008; Van Lankveld et al, 1996 )
Relationele factoren • Kwantitatieve studies – Psychologische problemen vd partner • Gelijk – zelfde ‘psychologisch profiel’ dan partners van controles (Desrosières et al, 2008; Van Lankveld et al, 1996 )
• Meer – meer depressieve symptomen dan partners van controles (Nylanderlundqvist & Berghdal, 2003)
– wanneer partners PVD toeschrijven aan negatieve attributies (bv; het is mijn vrouw haar schuld, het zal altijd zo blijven,…) (Jodoin et al, 2008)
Relationele factoren • Kwantitatieve studies – Kenmerken vd partner(relatie) die geassocieerd zijn met meer/intensere pijn bij de vrouw • ‘hostility’ – vorm van vijandigheid (vanuit perceptie vd vrouw) (Desrosières et al, 2008)
• ‘solicitousness’ – overdreven bezorgdheid » vanuit perceptie vd vrouw (Desrosières et al, 2008; Rosen et al, 2010; Rosen et al, 2012)
» vanuit perceptie vd vrouw en de partner (Rosen et al, 2010)
Relationele factoren • Kwalitatieve studies – Beleving van de vrouw
(Ayling &Usscher, 2008)
• de meeste vrouwen rapporteren ondersteunende en sterke relaties te hebben • heersende gedachten: – penetratie=kenmerk van heteroseksuele relatie – ik faal als (seksuele) partner – ik ben ‘inadequaat’ als vrouw • aanwezige gevoelens: – schuld en schaamte
Relationele factoren • Kwalitatieve studies – Beleving van jonge vrouwen (Elmerstig et al, 2008) • Redenen om penetratie toe te laten ondanks de pijn – bevestiging van hun ideaalbeeld als vrouw » bereid zijn penetratie toe te laten » seksuele behoeften van de partner inlossen » in staat zijn de partner seksuele bevrediging te geven – genot van de partner is belangrijker dan eigen genot – angst verlaten te worden door partner Þ penetratie toelaten voor partner en relatie Þ penetratie nog steeds ‘norm’ binnen (hetero)seksuele relatie cfr (Mc Phillips et al, 2001)
Conclusie
Psychosociale aspecten van dyspareunie • Conclusie (1) – Psychologische factoren: • Angst, catastroferen, hypervigilentie voor de pijn – Seksuele factoren: • Andere seksuele problemen • Sexual self-schema: Lichaamsbeeld, genitaal zelfbeeld, cognities over vaginale penetratie
Psychosociale aspecten van dyspareunie • Conclusie (2) – Relationele factoren: • Geen eenduidige onderzoeksresultaten over relatiekwaliteit • Een aantal partner(relatie) kenmerken zijn geassocieerd met (meer) pijn • Penetratie = normerend voor heteroseksuele relaties • Nood aan meer onderzoek rond partner en relatie gebonden aspecten – interactie tussen partners tijdens pijnlijke penetratie – communicatie over dyspareunie vs ‘conspiracy of silence’ –…
Psychosociale aspecten van dyspareunie • Algemene conclusie – Dyspareunie kan een impact hebben op het psychologisch, seksueel en relationeel welzijn van de vrouw en de partner – Dyspareunie is geen probleem van de vrouw alleen, maar is altijd ook een probleem van een koppel
Aanbevelingen voor de praktijk
Psychosociale aspecten van dyspareunie • Aanbevelingen voor de praktijk – Heb bij de bespreking van dyspareunie in consultaties ook oog voor de invloed van • dyspareunie op het psychologisch welzijn van de vrouw • dyspareunie op de algemene en seksuele relatie • dyspareunie op het psychologisch welzijn van de partner • de partner op de dyspareunie – Verwijs indien nodig door naar seksuoloog/relatietherapeut
Hartelijk dank voor uw aandacht
Context Centrum voor relatie-, gezins- en sekstherapie
Team Sekstherapie
Sekstherapeutische behandeling vanuit de praktijk Hilde Toelen Psycholoog – Seksuoloog Relatie- en gezinstherapeut
Dyspareunie: een zoektocht Mike (27j) en Els (26j) zijn 6 jaar samen. Het eerste 2.5 jaar van hun relatie liep het op seksueel vlak zeer goed. Els vindt het moeilijk om het beginpunt van de pijn specifiek te benoemen. De pijn is er stilletjes ingeslopen ze herinnert zich een periode met enkele blaasinfecties. Deze werden echter behandeld, maar de pijn blijft bestaan. Sinds één jaar is penetratie niet meer mogelijk.
Dyspareunie: een zoektocht • Schaamte en taboe • Zoektocht naar een diagnose • Zoektocht naar begrip • Zoektocht naar de ‘juiste’ behandeling – het medisch ziektemodel • Psychotherapie = ‘laatste hoop’
Dyspareunie: een zoektocht • Women’s Sexual Health • Consult bij Gynaecoloog en Seksuoloog • Context – Centrum voor relatie- gezin en sekstherapie • Consult bij Seksuoloog • Afhankelijk van de context meer of minder weerstand tegen • Psychotherapie • Aanraken van relationele dynamiek • Psycho-educatie
Pijncirkel Pijn + herinnering aan pijn
Vestibulair erytheem Angst
Opwinding
Lubricatie
Spierspanning
•
Spano et. al (1975)
Pijncirkel
Partner Pijn + herinnering aan pijn
Vestibulair erytheem Angst
Opwinding
Lubricatie
Spierspanning
•
Spano et. al (1975)
Bouwstenen van behandeling Lichamelijk
Huisarts Gynaecoloog Kinesitherapeut
Psychologisch
Psycholoog Relaxatietherapeut Seksuoloog
Relationeel
Relatietherapeut
Bouwstenen van behandeling 1. Lichamelijke factoren Diagnostische evaluatie door een gynaecoloog In overleg wordt de meest aangewezen ‘behandelinvalshoek’ geadviseerd
Bouwstenen van behandeling 2. Psychosomatische factoren
Spierspanning Kinesitherapeut Relaxatietherapeut Psycho-seks-therapeut
Bouwstenen van behandeling • ELS EN MIKE • Gezien Els een sterke vaginistische reflex heeft, wordt zij verwezen naar de kinesitherapeut. • Daarnaast werd duidelijk dat Els en Mike het vrijen meer en meer zijn gaan vermijden. Waardoor angst steeg en opwinding daalde. Sekstherapie werd voorgesteld. • Els wil dit initieel niet. Ze wil Mike hierin niet betrekken. Het is voor hem al zwaar genoeg dat hij niet krijgt waar hij recht op heeft.
Bouwstenen van behandeling OBSERVATIES •blijft de pijn bestaan of haakt men voortijdig af. •We stuiten op weerstand zoals: het niet vinden van tijd om te oefenen, afspraken afbellen en uitstellen •Er mag/kan niet aan de relationele dynamiek geraakt worden. •Het koppel zet jou als therapeut in de expert-positie in de sessie, maar geven blijk van weinig therapietrouw. •De polarisatie in het koppel blijft.
Bouwstenen van behandeling Klassiek sekstherapeutisch Angst verlagen – opwinding verhogen • • • •
Psycho-educatie - pijncirkel Catastroferen en hypervigilantie in kaart brengen Cognitieve herstructurering Gedragsmatig: bijv. zelfverkenningsoefening, penetratieverbod, glijmiddel, ..
Bouwstenen van behandeling Klassiek sekstherapeutisch Hoe omgaan met .. Vermijding – hernieuwen en opbouwen van seksueel contact Pijn – Troost en veerkracht Communicatie met de partner…
Bouwstenen van behandeling Weerstand Mogelijke functies van pijn Laag libido maskeren Loyaliteit naar het gezin van oorsprong Machtsmiddel Hechting
Bouwstenen van behandeling DYSPAREUNIE EN HECHTING THEORIE •Nieuw ontwikkelingsstadium, intimiteit, sterk rationeel, minder emotioneel invoelend, psychosomatiek.. •Gehechtheid, seksualiteit en dyspareunie
Sekstherapeutische behandeling vanuit de praktijk • Conclusie 1.Multidisciplinair 2.Cognitief-gedragsmatige behandeling 2/3 ++ 3.Steeds bewust zijn van de mogelijke betekenis van pijn voor dit koppel!
Context Centrum voor relatie-, gezins- en sekstherapie
Team Sekstherapie
PartnerDagProgramma: “Als vrijen pijn doet …”
Inspiratie: WAT HEBBEN KOPPELS NODIG ? ~ ONDERZOEK, LITERATUUR & PRAKTIJK ~
Onderzoek Een zoektocht naar weten, begrijpen, copen en verbinding (Connor er al, 2008) •
•
•
•
Een zoektocht naar weten…. -Kennis -Goede behandelaar -Respect -Opluchting Een zoektocht naar begrijpen …. -De diagnose en de symptomen begrijpen -Een gemeenschappelijk/ gedeeld begrijpen -Het samen creëren van intimiteit Een zoektocht naar coping ….. -Non seksueel -Alternatieven -Negeren Een zoektocht naar verbinding / niet isolatie … -Niet kunnen delen -Onbegrip -Wederzijdse steun
Literatuur en praktijk Een zoektocht naar weten, begrijpen, copen en verbinding
•
Dubbele Drempel: Schaamte/ schroom –laattijdige hulp inschakelen
•
Een zoektocht naar weten…. • Kennis • Goede behandelaar • Respect • Opluchting
•
Tekort aan kunde en kunst: -Verborgen deskundigheid -Gebrek aan correcte informatie -Gebrek aan affiniteit met de problematiek
•
Een zoektocht naar begrijpen …. • De diagnose en de symptomen begrijpen • Een gemeenschappelijk/gedeeld begrijpen • Het samen creëren van intimiteit Een zoektocht naar coping ….. • Non seksueel • Alternatieven • Negeren
•
Gevoel niet au sérieux genomen te worden - respect -Er is niets te zien -Het zit tussen de oren
•
Gebrek aan taal & dialoog – duivelse dialoog
•
Frustratie,angst en schuldgevoelens
•
Relatieproblemen en/ of seksuele problemen
•
Relationele verwijdering tgv onbespreekbaarheid
•
Zwart – wit coping
•
•
Een zoektocht naar verbinding / niet isolatie … • Niet kunnen delen • Onbegrip • Wederzijdse steun
(Connor er al, 2008)
Inspiratie: IS WERKEN MET KOPPELS EEN MEERWAARDE? ~ LITERATUUR ~
Waarom werken met partners? •
Verhoogde relationele stress zorgt voor een daling van de opwinding, de lubricatie, orgasme en seksuele bevrediging - Speer, j.j., The Breast Journal, 2005
•
Seksuele problemen kunnen hun oorzaak vinden in interactionele, biologische, psychische en / of medische problemen. Anderzijds kunnen seksuele problemen die bijv. een medische oorzaak hebben, leiden tot interactionele problemen. - Hall, K., Reclaiming your sexuality
•
Een relatie waar koppels emotioneel verbonden blijven, biedt meer garantie voor succes bij de behandeling van seksuele problemen
•
In een goede relatie zijn koppels in staat om de emotionele verbinding te behouden ondanks de onopgeloste onenigheden. - Gottman, J.M., 1999 – Seven principles for making marriage)
Inspiratie: WAAROM WERKEN MET GROEPEN ? ~ LITERATUUR ~
Waarom werken met groepen? Nadelen: ü Schaamte om intieme problemen te delen met anderen Voordelen ü Bereiken van een grotere groep ü Empowerment van zelf en relatie ü Normaliseren: wij zijn niet de enige ü Valideren: we doen het niet slecht, andere koppels worstelen ook ü Elkaar kunnen steunen en mogelijks confronteren ü Koppels verwerven direct en indirect inzicht in de problematiek waarmee ze worstelen ü Andere koppels zijn een bron van inspiratie voor elkaar.
Partnerdagprogramma: INSPIRATIE
Inspiratie •
We werden geïnspireerd door … • … onze eigen bevindingen en ervaringen in de klinische praktijk • … de feedback van koppels die aangaven dat het betrekken van de partner een meerwaarde creëert • … interessante bevindingen in de literatuur • … onze collega’s van het relatie- en gezinteam, die een succesvol partnerdagprogramma draaien binnen Context • … bestaande groepsprogramma’s in Nederland (ter Kuile) en Canada (Bergeron)
•
Maar … maakten ons eigen unieke project
Doelgroep • Vrouwen met: – primaire of secundaire oppervlakkige dyspareunie – wel of geen ‘provoked vulvodynia’ (PVD) – wel of geen verhoogde bekkenbodemspierspanning – een sterke ANGST en/of RELATIONELE component
• Exclusiecriterium – primair vaginisme
Partnerdagprogramma : voortraject • Multidisciplinaire screening door een gynaecoloog en seksuoloog op “Women’s Health – Seksuologie” (WHS; GHB) • In samenspraak met andere actoren in een multidisciplinaire behandeling kan het programma worden gevolgd, naast een bestaande – gynaecologische behandeling – en/of
– bekkenbodemtherapie – en/of
– relaxatietherapie
Partnerdagprogramma • METHODE – een combinatie van elementen uit de • cognitieve- gedragstherapie • sekstherapie • systeemtherapie
• DOEL – Inzicht verwerven – Vaardigheden verwerven – Opnieuw in dialoog gaan – Verhogen van zelfredzaamheid (Self-efficacy) – Versterken van de relationele draagkracht
Partnerdagprogramma: PRAKTIJK
Vaste dagindeling Inhoud 09.15 – 11.00
11.00 – 11.15 11.15 – 13.00 13.00 – 14.00
• Toekomen • Psycho- educatiesessie in groep – hierover gaan de partners in dialoog* Pauze • Psycho- educatiesessie in groep – hierover gaan de partners in dialoog* middagpauze (lunch is voorzien)
14.00 – 15.00/ 15.00-16.00
• [Eenmalig een gesprek bij de psychiater ~ dag 1] • Koppeltherapie • Werken aan een ‘huiswerkopdracht’
16.00 – 16.30
• Afronding & nabespreking
Dag 1: Wat is dyspareunie? • Psycho-educatie in groep – Kennismaking – Dyspareunie?
• Psycho-educatie in groep – Seks? Complex? – Bouwstenen van de behandeling – Omgaan met pijn
• [gesprek met psychiater ~ dag 1] • koppeltherapie aangepast aan de noden van het koppel • Nabespreking en afronding
Dag 2: Seksuele anatomie en fysiologie • Bespreking huiswerk • Anatomie: seksuele geslachtsorganen en bekkenbodem • Informatie over en oefeningen omtrent de bekkenbodem (m.m.v. prof. Annemie Devreese)
• Koppeltherapie aangepast aan de noden van het koppel • Nabespreking en afronding
Dag 3: Seksualiteit bij vrouwen en mannen & Mythes rond seksualiteit • • • • •
Bespreking huiswerk Seksuele responscyclus Verlangen & invloed van pijn op verlangen Opwinding & invloed van pijn op opwinding Mythes rond seksualiteit
• Koppeltherapie aangepast aan de noden van het koppel • Nabespreking en afronding
Dag 4: Communicatie en emoties • Bespreking huiswerk • Duivelse dialogen,communicatie & emoties • Communicatie: onderhandelen • Koppeltherapie aangepast aan de noden van het koppel • Nabespreking en afronding
Dag 5: Evaluatie & Afronding • Bespreking huiswerk • Ruimte voor meer … • Koppeltherapie aangepast aan de noden van het koppel • Nabespreking en afronding
Tenslotte
Context Team sekstherapie
•
Eerste partnerdagprogramma in oktober (piloot)
• •
Er kunnen nog mensen inschrijven Na dit pilootproject volgt een evaluatie
•
Aanmeldingen kunnen via
a) Women’s Health – Seksuologie (Gasthuisberg) – elke maandagvoormiddag: 016/34 47 50
Als vrijen pijn doet ... Behandelprogramma voor koppels najaar 2012 Context - Centrum voor Relatie-, Gezins– en Sekstherapie UPC KULeuven Kapucijnenvoer 33 3000 Leuven
Tel: 016/33.26.30
[email protected] www.uzleuven.be/context
b) Context – Centrum voor relatie, gezin en sekstherapie : 016/33.26.30