Openbare Basisschool De Driemaster Locatie Wielwijk Pietersweer 32 3371 PN Hardinxveld - Giessendam Telefoon (0184) 61 43 13 E-mail
[email protected]
Openbare Basisschool De Driemaster Locatie Westwijk Bellefleur 8 3371 NA Hardinxveld - Giessendam Telefoon (0184) 611088 E-mail
[email protected]
Voorwoord
Het nieuwe schoolplan van OBS De Driemaster is in de laatste maanden van het schooljaar 2010 – 2011, in samenwerking met het managementteam, tot stand gekomen. Tijdens de (bijna) wekelijkse MT vergaderingen zijn de in dit plan genoemde onderwerpen met elkaar besproken en heeft vervolgens elk MT lid zijn/haar bijdrage geleverd. Bovenschools zijn diverse aandachtsgebieden en onderwerpen in het managementteam besproken en getoetst hoe deze onderwerpen in het nieuwe schoolplan geïmplementeerd konden worden. Ons schoolplan 2007-2011, het tweede schoolplan van De Driemaster, alsmede het opgestelde plan van aanpak 20102011 is mede leidraad geweest voor het nieuwe schoolplan. Wat betreft het laatstgenoemde plan dient te worden opgemerkt dat de school een grote ontwikkeling heeft doorgemaakt. Dat de vele activiteiten die in het PVA zijn uitgevoerd en geïmplementeerd, hebben geresulteerd in keuzes die gemaakt moesten worden ten aanzien van de uitvoering van de beleidsvoornemens die genoemd zijn in het schoolplan 2007-2011. De onderwijskundige, planmatige en organisatorische ontwikkelingen in de laatste twee jaar, maar ook de begrotingsmaatregelen die voelbaar zijn geworden in het werkveld, hebben tevens een belangrijke rol gespeeld bij het schrijven van dit nieuwe plan. Realistisch als we zijn, SMART denkend en SMART handelend zoals van het managementteam en de teamleden wordt verlangd, hebben wij onszelf de opdracht gegeven jaarlijks te bezien – in het belang van leerlingen en leerkrachten- aan welke activiteit prioriteit te geven. De enorme inzet die van het team is gevraagd om de PVA tot een succes te kunnen maken, heeft ons doen realiseren dat het goed is regelmatig pas op de plaats te maken. Het schoolplan 2011 – 2015 moet dan ook niet alleen worden gezien als leidraad, maar tevens als een werk- c.q. groeidocument. Voor aanvang van het nieuwe schooljaar zal de eerste versie van ons schoolplan aan een ieder worden overhandigd, is het kort toegelicht in de laatste MR vergadering van het schooljaar 2010-2011 en is dit document aangereikt aan het bevoegd gezag en de inspectie. Tijdens elk schooljaar in de komende 4 jaar zal tijdens de reguliere teamvergaderingen het schoolpan en de daarin genoemde beleidsvoornemens regelmatig aan de orde komen. Gelieve dit document dan ook zorgvuldig te bewaren. De definitieve versie van dit schoolplan, dat zal ontstaan na bespreking in team en MR vergaderingen komt uit in week 38 ( 19 t/m 23 september 2011 ) zodat een ieders opmerkingen in het definitieve schoolplan verwerkt kunnen worden. De definitieve versie van dit schoolplan zal na instemming van de MR in de vergadering van september 2011 worden aangeboden aan het bevoegd gezag van onze school en aan de inspectie voor het basisonderwijs.
Met vriendelijke groet, Namens het team van basisschool De Driemaster A. J. van Deutekom, directeur L. van der Meijden - Boer, adjunct directeur P. Kooijmans - Jakobs, adjunct directeur
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 2
Inhoud: Hoofdstuk 1
Inleiding 1.1. Algemene informatie over ons schoolplan 1.2 Hoe is dit schoolplan tot stand gekomen 1.3 Doelen van ons plan 1.4 Functies van ons plan 1.5 Opstellen en vaststellen van het schoolplan 1.6 Verwijzingen 1.7 Bronnen 1.8 Status van ons schoolplan 1.19 Evaluatie van ons schoolplan
Hoofdstuk 2
Onze school 2.1 2.2 2.3
Hoofdstuk 3
`
Hoofdstuk 4
Huidige situatie Leerling- en ouderpopulatie Overige omstandigheden die beleidskeuzen beïnvloeden
De opdracht van onze school 3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.2. 3.2.1 3.3. 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.3.4 3.4
Waar wij voor staan Onze missie Onze visie op onderwijs Wat er op ons af komt: kansen, bedreigingen en externe ontwikkelingen Wat wij kunnen De (interne) sterkte/zwakteanalyse Wat wij willen: de gewenste kwaliteit Op OVO niveau Op schoolniveau Op teamniveau Naar de ouders Beleidsvoornemens/plannen
De onderwijskundige vormgeving van onze school 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.6.1 4.6.2 4.6.3 4.6.4 4.6.5 4.6.6 4.6.7 4.7 4.8
De onderwijskundige doelen Huidige situatie De vak- en vormingsgebieden De ordening van de inhoud van het onderwijs De vak- en vormingsgebieden en de computer Onze zorg voor de leerlingen Interne begeleiding De zorgplicht Diverse (particuliere) instanties Een planmatige aanpak met betrekking tot de leerlingbespreking Het bewaren en verstrekken van gegevens Besprekingen De éénzorgroute en OGW Zorg op maat Het samenwerkingsverband WSnS 41-07
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 3
Hoofdstuk 5
Onze kwaliteitszorg 5.1 Kwaliteitsbeleid 5.2 Wat is kwaliteitszorg? 5.3 Kwaliteit van De Driemaster 5.4 De inrichting van onze kwaliteitszorg 5.4.1 Huidige situatie van het kwaliteitsmonitoringsysteem 5.4.2 Externe en interne analyse 5.4.3 Evaluatie van missie en visie 5.4.4 Kwaliteitsbepaling 5.4.5 Evaluatie van ons onderwijs 5.4.6 Klassenbezoeken en intervisie 5.4.7 Functionerings en beoordelingsgesprekken 5.4.8. Procedure voor kwaliteitszorg op stichtingsniveau 5.4.9. Financiële onderbouwing en verantwoording 5.4.10 Kwaliteitsonderzoek inspectie van het onderwijs
Hoofdstuk 6
De inzet en ontwikkeling van ons personeel 6.1 Doelen van het personeelsbeleid 6.2 De huidige situatie 6.3 Verdeling van de werkzaamheden 6.4 Uitgangspunten bij het inzetten van de formatie 6.5 Nascholing 6.6 Begeleiding van het personeel 6.7 Arbeidsomstandighedenbeleid 6.7.1 Veiligheid 6.7.2 Gezondheid en welzijn 6.7.3 Arbeidsdeelname allochtonen 6.7.4 Evenredige vertegenwoordiging in de schoolleiding 6.7.5 Leeftijdsbewust personeelsbeleid
Hoofdstuk 7
Beleidsvoornemens van de school 7.1 Plancyclus 2011-2015 7.2 Schematisch overzicht en werkwijze
Hoofdstuk 8
Overige beleidsterreinen 8.1 Ons algemeen strategisch beleid 8.2 Ons financieel beleid 8.3 Sponsoring 8.4 Ons huisvesting- en materieelbeleid 8.5 Ons relationeel beleid 8.6 Onze zorg voor kwaliteit
Lijst met afkortingen Formulier Instemming met het schoolplan Formulier vaststelling van het schoolplan Bijlagen: Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijalge 7
Ordening van de documenten van het personeelsbeleid stichting OVO Bestuursondernemingsplan OVO Kader OGW voor alle OVO scholen Evaluatie beleidsvoornemens schoolplan 2007-2011 Toolbox Zorg Zorgplan 2011-2012 SWV 41-07 OVO ICT beleidsplan
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 4
Hoofdstuk 1 Inleiding
H
ierbij treft u het door het bevoegd gezag van onze school OBS De Driemaster vastgestelde schoolplan aan, geldend voor de periode 2011-2015. De school stelt hiermee de doelen vast op het gebied van onderwijsbeleid, personeelsbeleid en kwaliteitsbeleid voor de jaren 2011-2015.
Het schoolplan is de inspiratiebron en een stevige basis voor de schoolontwikkeling in de komende jaren. Naast de voorwaarde in de wet is het een instrument om onszelf houvast te bieden bij de gemaakte beleidskeuzes en de verdere uitvoering van ons beleid. In het schoolplan wordt, in samenhang met wat in de schoolgids beschreven staat, ouders duidelijkheid geboden betreffende ons onderwijs en wordt verantwoording afgelegd aan de stichting OVO, het bevoegd gezag en de rijksoverheid (inspectie van het onderwijs). Daarmee is het schoolplan een intern instrument in het kader van onze eigen schoolontwikkeling en extern (bevoegd gezag, inspectie) een verantwoordingsdocument. Wij realiseren ons dat wij met deze versie van het schoolplan nog niet het meest ideale document hebben. Wij staan open voor op - en aanmerkingen van betrokkenen die naar aanleiding van deze versie gemaakt zijn en dagen iedereen uit deze in te brengen. Wij zullen deze kritische bijdragen meenemen in onze evaluatie van het schoolplan, die gepland staat in januari 2015 . Samenhang in het schoolplan. Het schoolplan van onze school bestaat uit verschillende onderdelen. Het spreekt voor zich dat deze onderdelen een grote mate van samenhang vertonen. Alle beleidsuitspraken die in het schoolplan zijn opgenomen en de daaruit voortvloeiende activiteiten zijn gebaseerd op de missie en visie van het schoolteam. Deze missie en visie komen ook tot uitdrukking in de schoolgids. Uiteraard doen we er alles aan om de kwaliteit van ons onderwijs te bewaken. Bewaken betekent vooral: de onderwijsactiviteiten toetsen aan de resultaten in de ontwikkeling van kinderen. Dit is een continu cyclisch proces, wat expliciet tot uiting komt in ons zorgplan. Een belangrijk beleidsterrein, dat hier zeker genoemd moet worden, is het financiële beleid. Het schoolbestuur kan zelf financiële beleidskeuzes maken voortvloeiende uit de Lumpsumfinanciering. De financiële keuzes die gemaakt worden moeten nauw samenhangen met de voornemens die beschreven zijn in het schoolplan. Het bestuur van de school moet er zorg voor dragen dat de financiële randvoorwaarden in voldoende mate vervuld zijn om de doelstellingen van het schoolplan te realiseren. (bijvoorbeeld aanschaf van een nieuwe methode, volgen van nascholing, aanstellen van een onderwijsassistent, inkopen van extra ondersteuning, e.d.). Elk jaar zal bij het opstellen van de begroting nagegaan worden of de prioriteiten die gesteld zijn met betrekking tot de uitgaven overeenkomen met de doelen van het schoolplan. Dit is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van het bestuur en de directie. Het schoolteam stelt zich onder leiding van de directie verantwoordelijk voor de uitvoering van dit schoolplan in de komende vier jaar. Het bestuur stelt zich door middel van de akkoordverklaring verantwoordelijk voor het ondersteunen en bewaken van wat in het schoolplan is beschreven.
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 5
1.1 Algemene informatie over ons schoolplan Dit schoolplan is het derde schoolplan van OBS De Driemaster, ontstaan in 1995 door een samenvloeiing c.q. fusie van de OBS Weerenhonck, OBS Peulenwiek en OBS Giessenschool. Het nieuwe schoolplan 2011 – 2015 wijkt sterk af van de in voorgaande jaren gebruikte format. Dit heeft te maken met het feit dat er binnen de stichting OVO zoveel als mogelijk wordt gestreefd naar uniformiteit.
1.2 Hoe is dit schoolplan tot stand gekomen Dit schoolplan is tot stand gekomen door een gezamenlijke inspanning van de directie, het schoolteam en het schoolbestuur. De directie gaf vorm aan het grove bouwwerk van het schoolplan. Uitvoerende werkzaamheden zijn vooral verricht door de directie en, op basis van hun kennis en vaardigheden, door de leden van het team. De directie heeft de aangeleverde structuur en de suggesties voor inhoud gebaseerd op een analyse van een inschatting van de omgevingsfactoren welke inwerken op de school. Tevens is gebruik gemaakt van de opbrengsten vanuit het Plan van Aanpak (2010-2011) en de opbrengsten en informatie vanuit het AKO (2011). Het schoolplan 2007 – 2011 is inhoudelijk geëvalueerd door het schoolteam en de MR en de opbrengsten daaruit zijn verwerkt in het nieuwe schoolplan 2011-2015. De te behalen opbrengsten, zoals genoemd in de plancyclus, zijn aan de hand van een daartoe ontwikkeld format geëvalueerd op schoolteamniveau en in dit plan als bijlage opgenomen. Aan de hand van deze informatie en met behulp van een door OVO voorgelegde format schoolpan 2011 – 2015 heeft de directie het concept schoolplan 2011 -2015 opgesteld. Het concept is in het schoolteam en met de MR besproken en vastgesteld. Vervolgens is het schoolpan 2011-2015 voorgelegd aan het schoolbestuur. Bij het opstellen van het schoolplan hebben wij ons bovendien laten leiden door de gegevens in de WPO artikelen 8, 10 en 12. De kerndoelen zijn mede bepalend voor de inrichting van ons onderwijs. Er is met elkaar besproken op welke wijze wij daar onze eigen vormgeving en invulling aan willen geven. Belangrijke vragen daarbij waren: “Hoe dragen wij nu al zorg voor de gewenste kwaliteit?” en “Welke inspanningen willen wij in de komende jaren plegen om deze kwaliteit verder te verbeteren?” Bij het maken van het nieuwe schoolplan streefden wij naar het maken van een compact instrument dat aan de ene kant duidelijkheid verschaft over de regels en afspraken welke wij op onze school hanteren en aan de andere kant aangeeft waar onze streef- en verbeterpunten voor de komende vier jaar liggen. Tot slot zijn de uitkomsten vanuit diverse enquêtes onder leerlingen, ouders en leerkrachten waarnodig verwerkt in het nieuwe schoolplan.
1.3 Doelen van ons plan Dit schoolplan is het derde schoolplan van de openbare basisschool “De Driemaster” gehuisvest in twee schoolgebouwen in de wijken Wielwijk en Westwijk in Beneden Hardinxveld - Giessendam. In onze plancyclus (2007-2011) was een heldere handreiking beschreven naar de toekomst van onze school. Uitgangspunt waren voorgaande jaren de uitwerkingen op pedagogisch en didactisch terrein op diverse vlakken met betrekking tot onze missie “De Driemaster voor veiligheid, zorg en kwaliteit”. Uiteindelijk zijn we na een intensief intern traject en een traject naar aanleiding van het PKO van 2010 er als school alleen sterker van geworden . Ons derde schoolplan beoogt: het vaststellen van het onderwijskundig beleid, het personeelsbeleid, algemeen strategisch beleid, materieel beleid, relationeel beleid en het beleid ten aanzien van de kwaliteitszorg voor de periode van augustus 2011 tot en met juli 2015 dit beleid zo vast te stellen dat het gebruikt kan worden voor planmatige schoolontwikkeling het voldoen aan de wettelijke verplichting te beschikken over een schoolplan.
1.4 Functies van ons plan De functie van dit schoolplan is vierledig. Het is een planningsdocument voor de schoolontwikkeling. Het is een kwaliteitsdocument voor het verduidelijken van beleid. Het is een document voor verantwoording en informatiebron aan de ouders (in samenhang met de schoolgids) en het is de wettelijke verantwoording aan het bevoegd gezag en de overheid (de inspectie). In het schoolplan, fungerende als officieel beleidsdocument, geven we aan welke keuzen we voor de toekomst van het onderwijs op onze school hebben gemaakt en welke resultaten we beogen. Dit schoolplan, geënt op genoemde zaken in het ondernemingsplan OVO-PO, het jaarplan 2011, het AKO en de aandachtspunten uit diverse inspectieverslagen van verschillende basisscholen ressorterend onder Stichting OVO is het uitgangspunt voor de planning van diverse activiteiten door alle medewerkers tot 2015, per schooljaar in grote lijnen uitgewerkt.
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 6
1.5.Opstellen en vaststellen van het schoolplan Dit schoolplan is tot stand gekomen door een gezamenlijke inspanning van de directie, het schoolteam en het schoolbestuur. De directie gaf vorm aan het grove bouwwerk van het schoolplan. Uitvoerende werkzaamheden zijn vooral verricht door de directie en, op basis van hun kennis en vaardigheden, door de leden van het team. Tenslotte hebben het team en de medezeggenschapsraad in tweede conceptuele fase de door de directie aangeleverde tekst voorzien van de nodige op- en aanmerkingen. Met als resultaat dit schoolplan zoals het ook is vastgesteld door het bevoegde gezag.
1.6 Verwijzingen Belangrijke documenten die deel uitmaken van dit schoolplan en die de in dit plan genoemde activiteiten daadwerkelijk concretiseren zijn bijvoorbeeld de jaarplannen en jaarverslagen van de Intern Begeleiders, de ICT- coördinator en de coördinatoren van de diverse werkgroepen die werkzaam zijn in onze school Dit schoolplan beoogt dat leidinggevenden in de komende vier jaren – in samenwerking met de teamleden - evenals voorgaande jaren met behulp van dit beleidsplan en middels MT- overleg voor aanvang van het nieuwe kalenderjaar hun jaarplan opstellen. Tevens wordt in de periode dat het nieuwe jaarplan wordt geschreven een terugblik geworpen op de activiteiten van de afgelopen periode. Een en ander wordt vastgelegd in het jaarverslag. Zowel het jaarplan als het jaarverslag worden besproken en vastgesteld in het managementteamoverleg. Plannen en verslagen worden vervolgens aangeboden aan het bevoegd gezag (onderdeel van de totale managementrapportage) en aan de geleding ouders van de Medezeggenschapsraad. In dit schoolplan wordt regelmatig verwezen naar andere documenten. Deze documenten liggen ter inzage bij de directie en/of bij het bevoegd gezag. De voor het schoolplan belangrijk geachte documenten zijn als bijlagen aan het schoolpan toegevoegd.
1.7 Bronnen Hieronder volgt een beknopte opsomming van gebruikte documenten Schoolplan 2007 – 2011 Schoolgids 2010 - 2011 Plan van Aanpak PKO en AKO rapportage Opbrengsten documenten collega PO scholen vanuit de stichting OVO Handreiking schoolplan Eduforce
1.8 Status van ons schoolplan Dit schoolplan is in concept opgesteld door de directie van de school , besproken en vastgesteld in het team en MR en vervolgens voorgelegd ter goedkeuring aan het schoolbestuur. Zie tevens het formulier instemming en goedkeuring. Het schoolplan vormt een leidraad voor de komende vier jaren en zal jaarlijks worden geëvalueerd middels team -, bouwen managementteamvergadering, waarbij tevens de leden van de MR en extern deskundigen (schoolbegeleiders) worden betrokken. Het schoolplan moet dan ook niet worden gezien als een vaststaand gegeven, maar een groeidocument voor de komende vier jaar waarin diverse maatschappelijke en politieke ontwikkelingen een (belangrijke) rol kunnen vervullen.
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 7
1.9 Evaluatie van ons schoolplan Aangezien dit schoolplan moet worden gezien als een beleidsplan, zal jaarlijks een en ander op diverse wijzen worden geëvalueerd. Dit document is uitgangspunt van gesprek tijdens het MT- en IB overleg over het nieuw op te stellen schoolplan. Met behulp van bovenbedoelde jaarplannen houdt de directie overzicht op de te bereiken doelen in de onder -, en bovenbouw. Naast gezamenlijke verantwoordelijkheid vinden er ook regelmatig individuele gesprekken plaats met (werkgroep)coördinatoren. Bovenbedoelde leidinggevenden hebben op hun beurt weer overleg met betrokken teamleden. Dit kan zijn middels een werkgroepvergadering, zorgvergadering, teamvergadering en tijdens collegiale consultatie. Ook individuele gesprekken van leidinggevenden met betrokken leerkrachten kunnen hiertoe behoren. Tijdens het locatieoverleg met de algemeen directeur worden diverse onderdelen van dit schoolplan besproken (managementrapportage). Ook tijdens de bijeenkomsten van de medezeggenschapsraad zullen komende vier jaren onderdelen uit dit plan regelmatig de revue passeren. Tijdens de overlegmomenten met het dagelijks bestuur van de oudervereniging zullen actuele zaken aan de orde worden gesteld. De 4 jaarlijkse schoolplan cyclus is volledig geëvalueerd en voor een inhoudelijke verantwoording verwijzen we u naar de bijlage Evaluatie schoolpan 2007-2011.
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 8
Hoofdstuk 2 Onze school 2.1 Huidige situatie De Driemaster is een openbare basisschool, die in 1995 ontstaan is uit een fusie van drie openbare basisscholen t.w. De Giessenschool, De Peulenwiek en De Weerenhonck. De school is gevestigd in een hoofdgebouw en een dependance. Het hoofdgebouw staat in de “Wielwijk” en heeft de groepen 1-8 binnen de muren. Sinds 2005 is de peuterspeelzaal in het gebouw gevestigd en sinds 2011 een vestiging van de BSO Catalpa. De dependance is gevestigd in een modern schoolgebouw in de “Westwijk”. Ook is er in dit gebouw een kinderdagverblijf en BSO ondergebracht en de logopedische dienst. Daarnaast beschikt onze school over een goed georganiseerd Tussenschoolse Opvang ondergebracht bij KidsmixZ. Beide vestigingen zijn de enige locaties voor openbaar onderwijs in Beneden Hardinxveld-Giessendam. Onze basisschool maakt vanaf 1 januari 2010 deel uit van de stichting voor Openbaar Verenigd Onderwijs Gorinchem en de regio ( Stichting OVO).
2.2 Leerling- en ouderpopulatie De leerlingpopulatie is breed opgebouwd (sociaal, cultureel, etnisch). Op korte termijn verwachten wij in de opbouw van de leerlingpopulatie geen spectaculaire veranderingen. Wat betreft het leerlingenaantal zijn we de afgelopen vier jaar geconfronteerd met een daling van ca. 10 %. De daling van het aantal leerlingen is mede ontstaan door de vergrijzing van de Wielwijk en het (voorlopig) niet doorgaan van een geplande nieuwbouwwijk in Hardinxveld West. Er werken thans 22 personeelsleden op beide locaties. Een aantal heeft zich gespecialiseerd in het werken met kleuters en de overigen in het werken met oudere kinderen. Anderen hebben zich gespecialiseerd in het specifiek begeleiden van kinderen welke speciale zorg nodig hebben. Het onderwijs waarbij de computer gebruikt wordt, wordt aangestuurd door de ICT ‘ers op locatie, de coördinator werkgroep ICT zal tevens een sturende rol in hebben. Daarnaast wordt de school ondersteund door een aantal vrijwilligers, die administratieve taken verrichten. Op 1 oktober 2011 zitten er naar verwachting 270 leerlingen op school, verdeeld over 12 groepen. De leerlingen zijn een afspiegeling van de opbouw van het verzorgingsgebied. Op school - en bestuursniveau zal de komende plan periode rekening gehouden moeten worden met een krimp in de formatie door de afnamen van het leerlingaantal.
2.3 Overige omstandigheden die de beleidskeuzen beïnvloeden De komende jaren wordt, in de directe omgeving van de dependance van onze school, de wijk verder uitgebouwd. Dit had echter al aan de orde moeten zijn, echter de economische crisis is debet aan het achterblijven van de bouw van de uitbreiding van de wijk met 400 woningen. Dit brengt onzekerheid voor de groei van onze school met zich mee. Prognoses wat betreft het leerlingenaantal laten over het geheel een daling zien van het aantal leerlingen in het Openbaar Onderwijs in Hardinxveld . Binnen een straal van minder dan één kilometer bevinden zich nog vier christelijke basisscholen. Door middel van ons onderwijsconcept “De openbare school voor veiligheid zorg en kwaliteit” onderscheiden wij ons. Ook overheidsmaatregelen zoals de aangekondigde bezuinigingen, zorgen ervoor dat er de komende jaren op onze school flink bezuinigd zal moeten worden. Deze en andere factoren maken dat wij met uiterste zorg ons beleid voor de komende jaren moeten bepalen. Goed onderwijs, goed onderwijsbeleid en goede huisvesting zijn dus niet alleen van belang voor de leerlingen maar ook om de werkgelegenheid op onze school te kunnen waarborgen.
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 9
Hoofdstuk 3 De opdracht van onze school 3.1 Waar we voor staan. 3.1.1 Onze missie De Driemaster is een openbare school. Dit betekent dat onze school open staat voor iedereen met respect voor ieders culturele en /of levensbeschouwelijke achtergrond. Algemene kenmerken: Pluriformiteit, dat wil zeggen dat wij ruimte bieden aan de verschillende godsdienstige en levensbeschouwelijke opvattingen die er in onze samenleving bestaan. Wij bieden een garantiefunctie voor opvang van alle kinderen, met uitzondering van kinderen met specifieke leeren begeleidingsbehoefte. Dit laatste is mede afhankelijk van onze (on)mogelijkheden om deze kinderen op te vangen, alsmede de beschikking die afgegeven wordt door de Permanentie Commissie Leerlingenzorg. Emancipatie en tolerantie, dat wil zeggen dat wij in de openbare school de principiële gelijkwaardigheid van opvattingen garanderen. Algemene toegankelijkheid; als openbare school weigeren we geen leerlingen op grond van etnische afkomst of overtuiging. Godsdienst - en vormingsonderwijs: wij bieden gelegenheid tot het volgen van godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk onderwijs vanaf groep 6. Op basis van onze externe en interne analyse en op basis van onze visie willen wij de volgende missie uitdragen en in de dagelijkse praktijk vorm geven: “De Driemaster” Voor veiligheid, zorg en kwaliteit Wij zijn van mening dat onze school aan elk kind een veilige omgeving moet bieden, zowel fysiek als sociaal emotioneel, een plaats waar je mag zijn wie je bent. Onze school besteedt uitgebreide aandacht aan de zorg voor alle leerlingen. Wij evalueren regelmatig het welbevinden en de leerresultaten van ieder kind in relatie tot zijn/haar individuele ontwikkeling. Daarnaast vindt er een uitgebreide registratie van de vorderingen en de ontwikkelingen van de kinderen plaats. Wij hebben als school de opdracht alle kinderen uit te rusten met de basisbagage die zij nodig hebben in hun verdere leven. De kwaliteit van ons onderwijs waarborgen we door middel van : Goede en actuele leermiddelen voor de basisvaardigheden. Vroegtijdige signalering van de risicoleerlingen. Hantering van een grondig systeem van toetsen. Planmatige leerling – groepsbesprekingen. Gebruik maken van het evaluerende vermogen van het team. Gebruik maken van kwaliteitsinstrumenten zoals de KIK kaarten en enquêtes die cyclisch uitgezet worden bij leerlingen, ouders en leerkrachten. Onze ambitie is vierledig: 1. Als wij kijken naar de school willen wij kwaliteit leveren, zodat op zowel cognitief als sociaal-emotioneel gebied ‘uit de kinderen gehaald wordt wat er in zit’ en hen zo voorbereiden op de snel veranderende wereld om ons heen. 2. Anderzijds willen wij ons nadrukkelijk profileren als een openbare school, waardoor actief burgerschap en levensbeschouwing de begrippen ‘waarden en normen’ voor onze gemeenschap geen loze kreten zijn. We stimuleren dat kinderen hun eigen morele waarden en levensvisie ontwikkelen. 3. De laatste jaren zijn we als team planmatig aan het werk m.b.t. verdere uitwerking van ons onderwijsconcept. Zo is aandacht en zorg besteed aan het taal- en leesonderwijs, het Opbrengst Gericht Werken en ons pedagogisch handelen. Met name de laatstgenoemde aandachtsgebieden zullen de komende jaren de kwaliteit van ons onderwijs verder verbeteren en onze opbrengsten op een hoger plan brengen. 4. Op onze school streven we naar een vorm van onderwijs die men onderwijs op maat of anders gezegd “passend onderwijs voor elk kind ” noemt. Dit betekent dat we elke leerling onderwijs willen geven, toegesneden op zijn of haar mogelijkheden. Naast opbrengstgericht onderwijs, dat wil zeggen dat kinderen onder leiding van de groepsleerkracht dagelijks leerprestaties moeten verrichten, in het bijzonder op het gebied van taal, lezen en rekenen, willen wij zo veel mogelijk rekening houden met individuele onderwijsbehoeften van elk kind. Enerzijds werken wij met behulp van de resultaten van het CITO leerlingvolgsysteem (vaststellen van ons ambitieniveau middels de gegevens die de opbrengsten vanuit de toolbox genereren ), anderzijds willen wij ons schoolconcept “passend onderwijs voor elk kind ‟ meer en meer handen en voeten geven middels de 1-zorgroute.
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 10
3.1.2 Onze visie Vijf dimensies van onze visie Levensbeschouwelijke dimensie Wij zijn een openbare school en streven naar een schoolgemeenschap waarin men elkaar respecteert, accepteert en waar men gelijkwaardig met elkaar omgaat. Het onderwijs, in het bijzonder het onderwijs dat wij geven op onze school, heeft een eigen verantwoordelijkheid. Het is vrij van kerk en staat. De school vult burgerschap in vanuit de gedachte dat persoonlijke, levensbeschouwelijke overtuigingen een rol spelen in het publieke domein. Ons onderwijs draagt in grote mate bij aan de pluriforme en democratische samenleving. Het legt nadruk op waarden als aandacht, vertrouwen, afhankelijkheid, medemenselijkheid, verantwoordelijkheid en op meer dan het gewone doen. Ons onderwijs draagt een vorm van democratie uit waarin ruimte is voor pluriformiteit. Niet iedereen hoeft hetzelfde te denken. We lossen tegenstellingen op in overleg en met het besef dat er ruimte is voor minderheden en voor anders zijn. We kennen bovendien het besef dat het soms mogelijk moet zijn om tegen een meerderheid in te gaan. Maatschappelijke dimensie Wij leven in een wereld die doorlopend in verandering is en zich ontwikkelt tot een geïndividualiseerde wereld, maar ook een wereld die open ligt door de communicatietechnieken (internet). De school gaat zorgvuldig om met participatie van leerlingen in de school, zo ver als mogelijk is door hun leeftijd. Leerlingen mogen hun mening geven maar ook wordt luisteren gestimuleerd. Dit betekent eveneens dat wij de kinderen stimuleren om met elkaar samen te werken, te overleggen met elkaar, afspraken te maken en de zinvolheid van regels te onderkennen met als doel zich staande te kunnen houden in een veranderende wereld. Verantwoordelijkheidsbesef hebben voor je naaste is een belangrijke waarde die de school mee wil geven aan de leerlingen. Pedagogische dimensie Kinderen zullen in hun volwassenheid geconfronteerd worden met een wereld die van hen vraagt om te zoeken naar informatie, om bronnen te raadplegen, om informatie te analyseren, om te luisteren, om te (her)overwegen alvorens tot actie en oplossing van een probleem over te gaan. Dat vraagt om creatieve, gemotiveerde, zelfbewuste, onafhankelijke en omgevingsgevoelige volwassenen. Dit betekent dat wij de kinderen zullen grootbrengen in een context waarin niet de uiteindelijke oplossing belangrijk is, maar de wijze waarop naar de oplossing wordt toegewerkt. Tevens vinden wij het actief luisteren naar kinderen belangrijk, evenals het bevorderen van zelfvertrouwen, middels succeservaringen, aandacht en motivatie. Het lesgeven op De Driemaster kenmerkt zich door een goede sfeer en een plezierige, rijke leeromgeving. Doordat leerkrachten weten wat werkt, geven zij dynamisch en gedifferentieerd onderwijs. Er wordt met zowel zelfstandige als coöperatieve werkvormen gewerkt. Hierdoor ontdekken leerlingen hun eigen leerstijl. Onderwijskundige dimensie De wijze waarop kinderen leren, het leervermogen en het leertempo zijn verschillende grootheden. Dit betekent dat wij ons onderwijs aanpassen aan deze verschillende grootheden. Wij willen, middels een daartoe gerichte leerkrachthouding en een gestructureerde didactische en pedagogische aanpak inzake klassenmanagement en sociaal-emotionele begeleiding, ervoor zorgen dat iedere leerling een zelfstandige leerattitude ontwikkelt. Onder ‘zelfstandige leerattitude’ verstaan wij de houding/vaardigheden van het kind inzake het kunnen omgaan met uitgestelde aandacht het zelf willen en kunnen bedenken en uitvoeren van oplossingen samenwerking met anderen het maken van onderscheid tussen hoofd- en bijzaken correctie van gemaakt werk reflectie op eigen handelen het hebben van taakoverzicht en het plannen van taken zodanig dat het in staat is op de voor hem/haar maximale wijze zelfstandig de beste beslissingen te nemen c.q. handelingsstrategieën te bepalen
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 11
Schoolorganisatorische dimensie Op De Driemaster hebben wij hoge verwachtingen van onze leerlingen. Voor het geven van goed onderwijs is goed klassenmanagement een voorwaarde. Hierdoor komt meer ruimte voor een individuele benadering van leerlingen. Wij stellen doelen op voor zowel de basisvaardigheden als voor de sociale vaardigheden. Door regelmatig te toetsen, monitoren wij de ontwikkeling van al onze leerlingen. De actuele ontwikkelingen binnen het onderwijs en de realisering van onze eigen streefbeelden vragen dan ook om een lerende houding en een actieve betrokkenheid van allen binnen onze schoolgemeenschap. Dit betekent ook dat wij tijd en ruimte inbouwen, zowel voor onszelf als voor onze leerlingen, om vorm te geven aan de lerende houding door te reflecteren, door ons open te stellen voor nieuwe impulsen en ons eigen werk kritisch te bekijken in de vorm van kringgesprekken (leerlingen) en teamgesprekken, klassenbezoeken en vormen van collegiale consultatie (leraren) en professionalisering. Het team van De Driemaster hecht dan ook veel waarde aan een professionele beroepshouding. Wij zien het blijven leren en onszelf (zowel individueel als als team) blijven ontwikkelen als een must om kwaliteit te kunnen leveren.
3.1.3 Wat er op ons af komt: “Onze belangrijkste kansen en bedreigingen in de komende jaren en externe ontwikkelingen” De directie maakte, na evaluaties met het team, diverse uitgevoerde enquêtes, onderzoek in het kader van de verzelfstandiging, etc. en door goed te luisteren naar datgene wat bij bestuur, personeelsleden, ouders en kinderen leeft, de volgende analyse van de kansen en bedreigingen voor de komende 4 jaar: Onze kansen De belangrijkste kansen voor onze school:
Onder het personeel is een scala van kwaliteiten aanwezig. Veel leerkrachten zijn bereid deze kwaliteiten voor de school in te zetten. Dit biedt kansen voor de school om zich verder te ontwikkelen en te profileren. Hierbij denken we o.a. aan de creativiteitsontwikkeling op het gebied van drama. Door het gebruiken van het scholingsbudget, door de 10% deskundigheidsbevordering binnen onze normjaartaak per persoon te beschrijven, zien wij voldoende mogelijkheden om vorm te geven aan onze lerende organisatie en onze deskundigheid te vergroten. Het personeel heeft zich in de afgelopen jaren ontwikkeld tot een team van mensen dat een gezamenlijke verantwoordelijkheid voelt voor onze school. Deze gezamenlijke verantwoordelijkheid stelt onze school in staat om toekomstige vernieuwingen/veranderingen/verbeteringen op een adequate manier aan te pakken. Wij zullen in gezamenlijkheid bepalen welke innovaties voor onze school als geheel een meerwaarde zullen hebben en daar de consequenties aan moeten verbinden voor ons handelen als professional. Door participatie van onze school in het WSNS samenwerkingsverband 41-07 krijgt onze interne leerlingenzorg een duidelijke kwaliteitsimpuls die doorwerkt in onze school als organisatie, en op individueel niveau bij zowel kinderen als leerkrachten. Wij vergroten daarmee onze blik op de verschillen tussen kinderen en de wijze waarop wij daarmee om moeten gaan. Wij willen in het kader van zelfstandigheidsbevordering in de komende vier jaar, middels een daartoe gerichte leerkrachthouding en een gestructureerde didactische en pedagogische aanpak inzake klassenmanagement en sociaal-emotionele begeleiding, de ontwikkeling van de zelfstandige leerattitude van ieder kind op een zo hoog mogelijk niveau brengen. De rol van nieuwe media in het onderwijs is evident (leren omgaan met computers, met de bronnen die daarmee toegankelijk zijn en als middel om leerstrategieën uit te breiden). Wij vinden het belangrijk dat wij met het oog op de toekomst nieuwe media in onze school laten functioneren. Verzelfstandiging van het openbaar primair onderwijs in de gemeente Hardinxveld – Giessendam heeft plaatsgevonden. Het bestuur van de stichting OVO is momenteel het bestuur van onze school. Per 1 januari 2010 heeft de bestuursfusie plaatsgevonden. Onze kansen liggen o.a. op het vlak van vergroting autonomie, mobiliteit personeel en het vergroten van kennis. Ontwikkelingen rondom Passend Onderwijs Opbrengst Gericht Werken, waaronder het invoeren van de referentieniveaus taal en rekenen
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 12
Onze bedreigingen De belangrijkste bedreigingen voor onze school: Wij zien een dubbel beleid vanuit de overheid op ons af komen. Aan de ene kant doet de overheid een sterk beroep op het omgaan met verschillen (WSNS, adaptief, passend , inclusief onderwijs) en aan de andere kant is er een roep om publicatie van harde cijfers. (opbrengstgericht onderwijs) Wij voelen ons sterk verwant met het erkennen van de verschillen tussen kinderen en gaan daar opbrengstgericht mee om (analyse van het leerlingvolgsysteem,gegevens op verschillende niveaus). We willen echter duidelijk stellen bereid te zijn leerlingenverschillen in niveaus positief tegemoet te treden. Dat daarnaast door de overheid om harde cijfers op CITO prestatieniveau wordt gevraagd is niet geheel correct. Het instroomniveau van leerlingen is niet te beïnvloeden. De uitstroom deels wel. Het is dan ook een demotiverend gegeven dat scholen, dus ook onze school, op CITO gegevens worden afgerekend, terwijl de zorg om tegemoet te komen aan de eerder genoemde verschillen groot is. De openbare identiteit van onze school brengt met zich mede dat het merendeel van de Hardinxveld Giessendamse bevolking van mening is dat er minder normen en waarden gehanteerd worden dan op de overige christelijke scholen. De demografische ontwikkeling, met name de vergrijzing van de wijk. Bezuinigingen in het onderwijs. Krimp (teruglopend leerlingaantal). Bedreigingen zijn gegevens waar wij rekening mee moeten houden en ons niet door moeten laten ontmoedigen. Bedreigingen kunnen omgezet worden in kansen. Dit willen wij doen op een actieve manier. Dit zal gebeuren tijdens studiedagen, leerlingenquêtes en leerkrachtenquêtes. Besloten is om in het eerstvolgende oudertevredenheidsonderzoek ouders over kansen en bedreigingen te raadplegen. Wat er op ons afkomt qua externe ontwikkelingen op stichtingsniveau. Strategisch vier jaarlijks beleidsplan van het bovenschools primair onderwijs van onze stichting; Ontwikkelingen rondom passend onderwijs ( ook de samenwerking tussen onderwijs en jeugdzorg; ICT ontwikkelingen (nieuwe media); Opbrengst gericht werken, waaronder het invoeren van de referentieniveaus taal en rekenen; Bezuinigingen in het onderwijs; Krimp (teruglopend leerlingaantal);
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 13
3.2 Wat wij kunnen. 3.2.1 De (interne) sterkte/zwakteanalyse Onze sterke en minder sterke punten Op basis van uitkomsten uit diverse besprekingen en kleine interne onderzoeken zijn in het team de volgende sterke en minder sterke punten naar voren gekomen: Sterke punten Als sterke punten zijn naar voren gekomen: In de afgelopen jaren zijn wij vooral bezig geweest met het opzetten van een systeem waarbinnen onze zorgleerlingen adequaat worden opgevangen en de hulp en begeleiding ontvangen die zij nodig hebben. Wij slaagden erin een structuur te ontwikkelen waarbij vooral het planmatig handelen en het organisatorische aspect snel vorderden. Tevens zijn we erin geslaagd om een goed signaleringssysteem op te zetten, gevolgd door een systeem van het verzamelen van gegevens en op basis daarvan een analyse te maken die uitmondt in handelingsplannen op individueel of groepsniveau. De uitdaging blijft om dit onderdeel verder te incorporeren in onze school en in ons handelen en open te blijven staan voor verbeteringen. Dit binnen het kader: “de kinderen gaan met plezier naar school en leren veel”. Implementatie en borging blijven onze aandacht vragen. In de afgelopen jaren hebben wij ook gewerkt aan het zelfevaluerende vermogen. Wij schromen niet die zaken die voor verbetering vatbaar zijn te benoemen. Dat de ontwikkeling van de actie die daaruit voortvloeit volgens enkelen te snel gaat en volgens anderen te langzaam beschouwen wij als een vaststaand gegeven. Steeds wordt voor de verbetering een zo groot mogelijk draagvlak gezocht en gevonden. De basisvakken (taalactiviteiten, rekenen en wiskunde) krijgen binnen ons onderwijs relatief gezien veel aandacht. Aan deze vakken wordt minimaal 60% van de onderwijstijd besteed. Wij verwachten binnen deze vakken niet van alle leerlingen hetzelfde, maar stimuleren wel dat leerlingen relatief de beste prestaties leveren. De begeleiding van leerlingen met leerproblemen richt zich vooral op de basisvaardigheden en de relatieve prestatieverbetering. We kiezen voor convergente differentiatie waar het mogelijk is en divergente differentiatie waar het gewenst is. In de onderbouw geven we vanuit de tussendoelen beginnende geletterdheid en gecijferdheid kindgericht onderwijs. Daarnaast is het ontwikkelingsniveau van elk kind in relatie tot de te realiseren tussendoelen van belang. Op het terrein van buitenschoolse activiteiten zijn wij een actief team. Er wordt deelgenomen aan verschillende sportwedstrijden al of niet met een competitie element. Op onze school vindt het team dat hun werk belangrijk is, voor hen persoonlijk en voor de school. Zij zijn ervan overtuigd dat zij samen intelligenter zijn dan individueel. Er is een grote mate van samenwerkingsbereidheid. Men schakelt bij problemen verschillende mensen in. Wij staan als school open voor expertise van derden. Uit een scala van mogelijkheden op het gebied van kunstzinnige vorming, sport, ict, cultuur e.d. maken we bewust onze keuzes om ons onderwijs te verrijken. Waar mogelijk worden excursies georganiseerd passend bij een project of leerstofonderdeel. Het organisatorische vermogen van de school. De ontwikkeling van bestaande en nieuwe zaken cq. activiteiten worden in werkgroepen onderzocht, voorbereid en uitgewerkt. Er is een intensieve samenwerking binnen het openbaar onderwijs waarbij ook de zusterschool de Merwedeschool actief participeert. De inzet van een aantal vaste vrijwilligers, die o.a. administratieve werkzaamheden verrichten De bestaande in - en externe overlegstructuren die de school hanteert en de daarbij behorende communicatievormen en lijnen. De externe contacten zijn sterk ontwikkeld. We denken dan ook vooral aan de lokale contacten binnen de lokale directiekring, de lokale werkgroepen; VVE (Vroegtijdige Voorschoolse Educatie) en het vervolgonderwijs. Verder zijn er vele regionale contacten en goede functionele contacten met nascholingsinstituten en de schoolbegeleidingsdienst. Over de informatieverstrekking naar ouders zijn ouders en school tevreden. Ouders worden dan ook in voldoende mate betrokken bij de verschillende schoolactiviteiten
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 14
Minder sterke punten Als aandachtspunten kwamen naar voren: Het vasthouden aan de doorgaande lijn is een voortdurend aandachtspunt. Er bestaan nog verschillen tussen de parallelgroepen en leerjaargroepen. Vanwege het brede spectrum van de doorgaande lijn is het nodig om hier continu mee bezig te zijn middels regelmatige evaluaties, analyses, overlegmomenten en cursussen. Ondanks alle inspanningen die het leesonderwijs ten goede gekomen zijn, zijn er nog onderdelen die voor verbetering vatbaar zijn (m.n. technisch lezen in de onderbouw en het begrijpend studerend lezen in de bovenbouw) ook het Lezen met Plezier is voor herziening en verbetering vatbaar. Er dient meer aandacht te zijn voor hogere opbrengsten. Wij zijn ons bewust dat de genoemde aandachtspunten rekbaar en relatief zijn. Wij zijn wel van mening dat deze genoemde punten voor verbetering vatbaar zijn.
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 15
3.3 De gewenste kwaliteit die we willen bereiken. 3.3.1 Op OVO - niveau De nadruk ligt de komende vier jaar op het Opbrengst Gericht Werken, ondersteunend zal de kwaliteitsmedewerker van de stichting en ICT middelen ingezet worden. Passend Onderwijs is noodzakelijk om opbrengstgericht te kunnen werken. Het kader voor het Opbrengst Gericht Werken bij OVO-PO zal voor de komende vier jaar leidend zijn. Ter ondersteuning hiervan worden ParnasSys, De kwaliteitskaarten van MKS Integraal en het INK model ingezet.
3.3.2 Op schoolniveau: Op schoolniveau is de laatste 1 ½ jaar extra hard gewerkt om de kwaliteit van ons onderwijs op een hoger plan te brengen. Dit werd mede ingegeven door de uitkomsten van het periodiek kwaliteitsonderzoek. De school heeft vanuit het opgestelde Plan van Aanpak diverse beleidsterreinen aangepakt. Dit heeft o.a. geresulteerd in een Toolbox voor de “Zorg” met daarin 4 hoofditems, een Schoolorganisatie box met daarin 3 hoofditems en het instellen van 5 schooloverstijgende werkgroepen. De nadruk zal dan ook liggen op het verder implementeren en borgen van alle beleidsstukken die afgelopen anderhalf jaar zijn geproduceerd. Belangrijk onderdeel van het geheel zal zijn dat zeker met behulp van de vele evaluatieformats de kwaliteit en de opbrengsten van het onderwijs te verhogen. De ondersteuning daarbij vanuit NTO Effekt m.b.t. het OGW is daarbij onontbeerlijk. De kwaliteit en opbrengsten zullen zeker stijgen mede met behulp van de ingevoerde groepsoverzichten en groepsplannen.
3.3.3 Op teamniveau: In het schooljaar 2009 - 2010 is onder begeleiding van de CED gestart met OGW. Echter de inhoud van de begeleiding en de gebruikte formats bleken onvoldoende aan te sluiten met de richtlijnen die door de inspectie werd benoemd. In het schooljaar 2010 -2011 is, na een tweedaagse studiebijeenkomst van het volledige team, een aanvang gemaakt met de invoering van de 1-Zorgroute als instrument voor het Handelingsgericht werken (HGW) onder begeleiding van NTO Effekt. De Intern Begeleiders hebben zich deze tweejarige intensieve periode verdiept en zich bekwaamd in het aanleveren en interpreteren van data (vanuit het CITO - lvs) voor het opstellen van de toolbox Zorg . In deze toolbox onderscheiden we 5 hoofdmappen t.w. beleid, opbrengsten, formats, protocollen en een map diversen. De leerkrachten hebben groepsoverzichten en groepplannen gemaakt m.b.t. het vak /vormingsgebied Rekenen. Komende periode komen andere vak/vormingsgebieden aan de orde om te verwerken in de groepsplannen. De leerkrachten hebben tevens, in het kader van OGW, alle toetsresultaten en andere relevante informatie op kind en groepsniveau in de nieuwe zorgformats verwerkt.
3.3.4 Naar de ouders: Ouders/verzorgers van leerlingen zijn middels de nieuwsbrief, schoolkrant en tijdens de jaarlijkse grote ouderavond geïnformeerd over deze nieuwe ontwikkelingen. Deze grote onderwijskundige inspanning is/wordt mede mogelijk gemaakt door een vrijwillige inspanningsverplichting van ouders/verzorgers van leerlingen die de organisatie en de begeleiding van (sport) activiteiten deels op zich nemen waardoor de leerkrachten meer tijd kunnen besteden vanuit hun taakbeleid aan onderwijskundige zaken.
3.5 Beleidsvoornemens/plannen De onderstaande doelen (beleidsvoornemens) voor de schooljaren 2011 tot en met 2015 worden verderop in dit schoolplan beschreven. Het is de bedoeling dat het een lijst is met concrete, evalueerbare en haalbare plannen. Getracht is derhalve om de plannen SMART te formuleren: Specifiek: concreet Meetbaar: evalueerbaar Acceptabel: instemming van betrokkenen Realistisch: haalbaar Tijdsgebonden: gepland in tijd De plannen zijn grofweg onder te verdelen in de volgende categorieën: Schoolconcept Onderwijskundige vormgeving Kwaliteitszorg Zorg begeleiding IPB Management MIP
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 16
Hoofdstuk 4 De onderwijskundige vormgeving van onze school 4.1 De onderwijskundige doelen Onze onderwijskundige doelen zijn in de eerste plaats doelstellingen zoals die in de artikelen 8 en 29 van de Wet op het Basisonderwijs zijn omschreven: Artikel 8.: 1.Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. 2.Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele en de verstandelijke ontwikkeling, en op het ontwikkelen van de creativiteit, op het verwerven van de noodzakelijke kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. 3.a. Het onderwijs gaat er mede vanuit dat de leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving, b. Is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie en, c. Is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennis maken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten. 4.Ten aanzien van leerlingen die extra zorg behoeven, is het onderwijs gericht op individuele begeleiding die is afgestemd op de behoefte van de leerling. Artikel 46.: 1.Het openbaar onderwijs draagt bij aan de ontwikkeling van de leerlingen met aandacht voor de godsdienstige, levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden, zoals die leven in de Nederlandse samenleving en met onderkenning van die betekenis van de verscheidenheid van die waarden. Openbaar onderwijs wordt gegeven met eerbiediging van ieders godsdienst of levensbeschouwing. Het basisonderwijs, bestemd voor kinderen vanaf vier jaar, is dus verplicht zich te richten op: de emotionele ontwikkeling. de verstandelijke ontwikkeling. het ontwikkelen van de creativiteit. het verwerven van noodzakelijke kennis. het verwerven van sociale vaardigheden. het verwerven van culturele vaardigheden. het verwerven van lichamelijke vaardigheden. Wij interpreteren dat als volgt: In de Wet op het Basisonderwijs wordt gesproken over de emotionele ontwikkeling en het verwerven van sociale vaardigheden. Wij kiezen voor de term sociaal-emotionele ontwikkeling. Onder sociaal-emotionele ontwikkeling wordt verstaan, dat de kinderen leren omgaan met elkaar en de anderen. Aspecten van sociaal-emotionele ontwikkeling: het samenwerken, het samen spelen, het samen kunnen delen, hulpvaardig zijn. respect hebben voor elkaars mening en inbreng. elkaar de ruimte geven om zelfontdekkend bezig te zijn. het kunnen oplossen van conflictsituaties. het kunnen inleven in gevoelssituaties. anderen accepteren en respecteren in hun anders zijn. een gevoel van saamhorigheid. De verstandelijke ontwikkeling. De school tracht vaardigheden als kritisch vermogen, zelfredzaamheid, solidariteit te stimuleren. Kennis is deels resultaat van eigen ervaringen, deels overgedragen. Door het aanbieden van kennis worden de leerlingen voorbereid op de (steeds) veranderende maatschappij. De school begeleidt de leerprocessen van de kinderen en geeft er vorm aan.
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 17
Het ontwikkelen van de creativiteit. Creativiteit is niet alleen aangeboren, het kan ook ontwikkeld en aangeleerd worden. Het ontwikkelen van de creativiteit omvat alle vak/vormingsgebieden. Aspecten verbonden met de ontwikkeling van de creativiteit zijn: zelfontdekkend en experimenterend bezig zijn. komen met eigen oplossingen. verschillende oplossingen vinden voor één probleem. het toepassen van kennis en vaardigheden in uiteenlopende situaties. het ontwikkelen van creativiteit in de zin van de expressievakken. Het verwerven van de basisleerstof. In de huidige maatschappij veroudert kennis snel. Dit betekent voor de school, dat zij voor de basisleerstof moet uitgaan van de school van nu, mogelijk zelfs die van morgen. De kennis van de leerlingen moet functioneren in de samenleving van morgen. Het verwerven van culturele vaardigheden. Onder culturele vaardigheden wordt verstaan: luisteren, spreken, schrijven, rekenen, gezond gedrag en sociale redzaamheid. Daarnaast vinden wij het van belang, dat leerlingen: zich oriënteren op de maatschappij. leren omgaan met anderen (respect kunnen opbrengen voor andermans ideeën,meningen, overtuigingen, levenswijzen, culturen). Het verwerven van lichamelijke vaardigheden. Het verwerven van lichamelijke vaardigheden is behalve doel op zich ook van belang voor de verstandelijke en sociaalemotionele ontwikkeling van de kinderen. Onze interpretatie van de wettelijke doelstelling is ook beschreven in 2.1: Onze visie. Andere onderwijskundige doelstellingen van onze school zijn: het leggen van een basis voor een vorm van voortgezet onderwijs, die past bij het niveau en de interesse van het kind; het betrekken van ouders bij de school. Uiteraard vormen de kerndoelen de belangrijkste basis voor de leerstofinhouden. Wat betreft het realiseren van de kerndoelen is de stand van zaken beschreven in de onderdelen van de diverse leerstofgebieden.
4.2 Huidige situatie Zoals in het schoolplan van 2007-2011 staat geschreven is er de afgelopen jaren veel tijd besteed aan alle. elementen van adaptief onderwijs, het invoeren van nieuwe methoden, het optimaliseren van de zorgstructuur van de school. Op het terrein van personeelsbeleid zijn geregeld functioneringsgesprekken en voortgangsgesprekken gevoerd. Deze gesprekken zijn gekoppeld aan een klassenbezoek, waarbij een vooraf afgesproken aspect van ons onderwijs de aandacht kreeg. Door de overgang per 01-01-2010 naar de stichting OVO zal met ingang van het nieuwe schooljaar de OVO cyclus en alle formats die bij het personeelsbeleid behoren worden gebruikt. Het beleidsstuk IPB gesprekkencyclus is daartoe de handreiking. De ontwikkeling van ons onderwijs “ Op weg naar Adaptief onderwijs ” hebben wij meer vorm gegeven door het toepassen van diverse door de zorg ontwikkelde formats, borging van de 4 eenheid en het directe instructiemodel van Veenman. Hiertoe heeft het team scholing gehad onder leiding van een externe deskundige van het CED en NTO Effekt. In het schooljaar 2009-2010 is een start gemaakt met Handelings Gericht Werken (HGW). Het team heeft de eerste stappen gezet in het maken van groepsoverzichten en groepsplannen. Inherent hieraan is werken volgens dit groepsplan. Daaraan gekoppeld is het Opbrengst Gericht Werken. Ook hierin hebben wij de eerste stappen gezet, mede naar aanleiding van de opbrengsten tijdens in en externe studiebijeenkomsten . Het opstellen van een PVA heeft dit proces extra versneld. Het heeft geresulteerd in het samenstellen van een toolbox Zorg. Eén van de 5 zorg box onderdelen is een uitgebreide box opbrengsten. Opbrengst Gericht Werken maakt deel uit van de beleidsvoornemens van deze volgende planperiode. Het invoeren van het programma ParnasSys, dat ook in 2011 heeft plaatsgevonden, biedt o.i. vervolgens goede mogelijkheden hierin door te pakken.
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 18
4.3.De vak- en vormingsgebieden In dit hoofdstuk een beknopte weergave van de vak – en vormingsgebieden op onze school. Schematisch wordt weergegeven wat de doelen, gebruikte materialen en methoden, de relatie met de kerndoelen , de uitvoering in de praktijk en de beleidsvoornemens / plannen zijn. Arbeid met ontwikkelingsmateriaal
Doelen van de school
Methoden en methoden
Over een grote mate van begripsvorming en ruimtelijk inzicht beschikken en dit laatste ook in het platte vlak kunnen gebruiken. Inzicht hebben in de verhoudingen in het platte vlak. Visueel en auditief kunnen discrimineren.
Constructiemateriaal. Bouwmateriaal. Spelmateriaal Poppenhoek materiaal. Ongevormd materiaal. Boekenpret- materiaal. Specifiek materiaal m.b.t. voorbereidend lezen, rekenen en schrijven. Piramide –VVE- materiaal
Relatie met de kerndoelen
Diverse van de door ons nagestreefde doelen zijn terug te vinden in diverse beschrijvingen van kerndoelen van de Verschillende vak / Vormingsgebieden en in de handleidingen van Schatkist
Uitvoering in de praktijk
Werkwijze: - werken in groepen - arbeid naar keuze - klein groepswerk - klassikaal - kleine kring - grote kring Bewaking: zie klassenmap
Beleidsvoornemens en plannen
- evaluatie van de werkwijze. Indien nodig bijstelling. - verdere uitwerking van de reken en taal / leesvoorwaarden - vastleggen van de frequentie in het gehele aanbod van tussendoelen beginnende geletterdheid en gecijferdheid -het doen van beredeneerde aanpassingen als de resultaten daar aanleiding toe geven
Zelfstandig opdrachten kunnen uitvoeren. Kunnen samenwerken. Geconcentreerd Kunnen luisteren. Een goede motorische vaardigheid hebben. Kunnen ordenen, sorteren,combineren en classificeren. Inzicht hebben in hoeveelheid en rangorde. Abstract kunnen denken Belangstelling hebben voor boekjes, letters en cijfers. Kleuren en vormen kunnen benoemen. Leren omgaan met andere kinderen
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 19
Nederlands- spreken Spel en bevordering van het taalgebruik Doelstelling: de leerlingen de expressieve en communicatieve mogelijkheden van stem, taal, houding, beweging en mimiek te leren kennen en toepassen. In de regel voeren de kinderen elke twee jaar een musical op. Mondelinge taalvaardigheid. Er worden regelmatig spreekbeurten gehouden, waarbij de leerlingen oefenen om de inhoud en bedoeling van wat er tegen hen gezegd wordt te begrijpen. Daarbij worden door hen vragen gesteld om informatie te verzamelen over een door henzelf gekozen onderwerp. Zij brengen daarbij verslag uit, of leggen iets uit aan anderen. Ervaringen, meningen, waardering of afkeuring worden door hen op een persoonlijke wijze weergegeven.
Doelen
Methoden en materialen
van de school Het onderwijs is erop gericht de spreek vaardigheid van de leerlingen te vergroten. De spreekvaardigheid moet kunnen worden toegepast in diverse gespreksvormen.
Groep 1 en 2: Schatkist en diverse andere ontwikkelingsmaterialen Groep 3: Veilig Leren lezen Groep 4 t/m 8 : Taalactief Het houden van spreekbeurten en boekbesprekingen
Relatie met de kerndoelen
Uitvoering in de praktijk
Het domein spreken komt Zie methodes, zie voor groep 1 t/m 8 klassenmap overeen met de kerndoelen.
Beleidsvoornemens en plannen
*evaluatie en aanpassingen *aanpassingen realiseren voor taalzwakke leerlingen.
Nederlands- luisteren In groep 1 en 2 wordt gewerkt met Schatkist. Voor taalzwakke en allochtone leerlingen gebruiken wij incidenteel “Knoop het in je oren” en “Laat wat van je horen”. Methoden / materialen
Doelen van de school
Het onderwijs is erop Schatkist (groep 1 en 2) Methode gericht de Veilig leren Lezen (groep 3) luistervaardigheid van de Methode Taalactief leerlingen in verschillende (groep 4 t/m 8) en gevarieerde situaties te vergroten.
Relatie met de kerndoelen Het domein 'luisteren' komt overeen met de kerndoelen (groep 1 t/m 8)
Uitvoering in de praktijk Zie methoden
Beleidsvoornemens / plannen
* evaluatie en aanpassingen
Nederlands - schrijven Methoden / materialen
Doelen van de school
We streven er naar dat de kinderen zich een handschrift eigen maken, dat voldoende duidelijk en goed leesbaar is.
Relatie met de kerndoelen
Uitvoering in de praktijk
Methode Pennenstreken voor De uitgever geeft aan dat Zie methoden groep 2 t/m 6 de schrijfmethode aan de Zie klassenmap. Onderdelen van de taalmethodes kerndoelen voldoet. (groep 4 t/m 8)
Beleidsvoornemens / plannen
*evaluatie en aanpassingen
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 20
Nederlands- stellen Bij de zaakvakken wordt regelmatig in de hogere groepen op basis van eigen kennis en waarneming of op basis van verkregen informatie een werkstukje gemaakt. Methoden / materialen
Doelen van de school De leerlingen moeten stelopdrachten met gevarieerde doelstellingen kunnen maken. De leerlingen moeten oog hebben voor de diverse waarden van al of niet door henzelf geschreven teksten.
Relatie met de kerndoelen
Methode Veilig Leren Lezen (groep 3) Methode Taalactief (groep 4 t/m 8)
Uitvoering in de praktijk
In de handleiding staat Zie methoden dat doel en inhoud van Zie klassenmap. de methode voldoen aan de kerndoelen.
Beleidsvoornemens / plannen
*evaluatie en aanpassingen
Nederlands - spellen
Doelen van de school De leerlingen moeten de spelling van de Nederlandse taal goed (min of meer foutloos) kunnen hanteren.
Methoden / materialen
Relatie met de kerndoelen
Methode Veilig Leren Lezen in groep 3 Methode Taalactief (groep 4 t/m 8)
Uitvoering in de praktijk
In de handleiding staat Zie methoden dat doel en inhoud van Zie klassenmap. de methode voldoen aan de kerndoelen.
Beleidsvoornemens / plannen
*evaluatie en aanpassingen
Nederlands- werkwoordspelling
Doelen van de school Het correct kunnen schrijven van de verschillende werkwoordvormen.
Methoden / materialen
Methode Veilig Leren Lezen ( groep 3) Methode Taalactief (groep 4 t/m 8)
Relatie met de
Uitvoering in de
kerndoelen
praktijk
Het onderdeel werkwoord spelling voldoet aan de kerndoelen (groep 3 t/m 8)
Zie methoden Zie klassenmap.
Beleidsvoornemens / plannen
*evaluatie en aanpassingen
Nederlands- lezen (leesbeleving)
Doelen van de school
Methoden / materialen
Boekpromotie is gericht op Klassenbibliotheek de versterking van het leesplezier. De leerlingen moeten op de hoogte zijn van verschillende jeugdboeken en verschillende genres.
Relatie met de kerndoelen Onbekend.
Uitvoering in de praktijk Zie klassenmap.
Beleidsvoornemens / plannen *evaluatie en aanpassingen
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 21
Nederlands- lezen (technisch) Methoden materialen
Doelen van de school Aanvankelijk lezen: De leerlingen maken zich de in de methode VLL gestelde doelen eigen.
Methode 'Veilig Leren Lezen', nieuwe versie. Uitg. Zwijsen, Tilburg. in groep 3.
Relatie met de kerndoelen De uitgever geeft aan dat de methode aan de kerndoelen voldoet.
Voortgezet technisch lezen: Methode Estafette in De leerlingen moeten zich groep 4-8 een goede technische leesvaardigheid eigen Diverse leesboekjes maken. ingedeeld in niveaus.
Uitvoering in de praktijk Zie methode Zie klassenmap.
zie klassenmap.
Beleidsvoornemens / plannen
*aanschaf en invoering nieuwe methode voor aanvankelijk lezen.
De methode Estafette is in het schooljaar 2010-2011 versneld ingevoerd. Evaluatie en borging van de methode
Nederlands- lezen (begrijpend/studerend)
Doelen van de school
Methoden / materialen
Relatie met de kerndoelen
De leerlingen moeten Methode Goed Gelezen. De uitgever geeft aan dat de worden toegerust met Voor de groepen methode aan de kerndoelen inzichten en vaardigheden 4 t/m 8 aangevuld met voldoet. op het gebied van Nieuwsbegrip communicatie en denken, die noodzakelijk zijn om informatie uit teksten effectief te kunnen opzoeken, verwerken en toepassen.
Uitvoering in de praktijk Zie methode Zie klassenmap.
Beleidsvoornemens / plannen *evaluatie en aanpassingen Het inzetten van Nieuwsbegrip in alle groepen (4-8) onderzoeken .
Nederlands- taalbeschouwing
Doelen van de school Het onderwijs is erop gericht dat de leerlingen inzicht krijgen in de structuur van de taal. Hun woordenschat vergroten , nieuwe begrippen leren de onderlinge relaties leren kennen, invloeden en kenmerken kunnen herkennen die in een communicatieve situatie een rol spelen.
Methoden / materialen Methode Veilig Leren Lezen (groep3)
Relatie met de kerndoelen Het onderdeel taalbeschouwing voldoet aan de kerndoelen
Uitvoering in de praktijk Zie methoden Zie klassenmap.
Beleidsvoornemens / plannen *evaluatie en aanpassingen
Methode Taalactief (groep 4 t/m 8)
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 22
Engels Het onderwijs in de Engelse taal is erop gericht, dat de leerlingen vaardigheden ontwikkelen waarmee ze deze taal op een zeer eenvoudig niveau gebruiken als communicatiemiddel ; kennis hebben van de rol die de Engelse taal speelt in de Nederlandse samenleving en als internationaal communicatiemiddel. De methode die wordt gebruikt is Real English. Doelen van de school
A positive attitude towards the learning of the English language.
Methoden materialen
Methode Real English (groep 6-7-8)
Relatie met de kerndoelen
Voldoet aan de kerndoelen
Uitvoering in de praktijk
Zie methode
Beleidsvoornemens / plannen *evaluatie en aanpassingen
Rekenen/wiskunde Het onderwijs in rekenen/wiskunde is erop gericht, dat de leerlingen: verbanden kunnen leggen tussen het onderwijs in rekenen/wiskunde en hun dagelijkse leefwereld; basisvaardigheden verwerven, eenvoudige wiskundetaal begrijpen en toepassen in praktische situaties; reflecteren op eigen wiskundige activiteiten en resultaten daarvan op juistheid controleren; eenvoudige verbanden, regels, patronen en structuren opsporen; onderzoeks - en redeneerstrategieën in eigen woorden beschrijven en gebruiken. Doelen van de school
Methoden / materialen
De algemene Reken Zeker voor de doelstellingen voor groepen 3 t/m 8 rekenen/ wiskunde zijn: - de leerlingen moeten in staat zijn kennis en vaardigheden zinvol toe te passen in gevarieerde contexten - de leerlingen moeten problemen zelfstandig of in groepsverband kunnen oplossen - de leerlingen moeten vlot en flexibel kunnen omgaan met geleerde procedures. Er wordt naar gestreefd de leerlingen in ieder geval de in de methode gestelde minimumdoelen te laten behalen.
Relatie met de kerndoelen De uitgever geeft aan dat de methode voldoet aan de kerndoelen.
Uitvoering in de praktijk Zie methode Zie klassenmap
Beleidsvoornemens / plannen *evaluatie en aanpassingen * in het jaar 2011 zal een nieuwe rekenmethode worden ingevoerd voor de groepen 3-5. De groepen 6, 7 en 8 gebruiken nog WIG en stromen de daarop volgende schooljaren in .
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 23
Wereldoriëntatie- geschiedenis Het geschiedenisonderwijs is erop gericht, dat de leerlingen: zich beelden vormen van in tijd geordende verschijnselen en ontwikkelingen; besef krijgen van continuïteit en verandering in het leven en in de geschiedenis van de samenleving; zich enige historische basisvaardigheden eigen maken; kennis en inzicht verwerven omtrent inrichting en structuur van de maatschappij; kennis en inzicht verwerven omtrent hoofdzaken en kenmerkende verschillen tussen geestelijke stromingen in de samenleving. Doelen van de school
Methoden / materialen
Kinderen dienen verschijnselen van Methode Bij de Tijd nu te leren te begrijpen en te (groep 3 t/m 8) verklaren vanuit het verleden en te beseffen, dat de samenleving voortdurend verandert en dat iedere verandering betrekkelijk is, ervaringen op te doen Kennis te nemen van het tijdsverloop en perioden maatschappijvormen te leren uit het verleden en het heden. Kennis te nemen van het ontstaan van onze democratie en te leren bewust en kritisch om te gaan met de democratie leren na te denken en vragen te stellen over historische verschijnselen
Relatie met de kerndoelen De methode voldoet aan de kerndoelen
Uitvoering in de praktijk Zie methode Zie klassenmap.
Beleidsvoornemens / plannen *evaluatie en aanpassingen
Wereldoriëntatie- aardrijkskunde Het aardrijkskundeonderwijs is erop gericht, dat de leerlingen: zich een beeld vormen van de aarde en haar belangrijkste regio’s; inzicht verwerven in de manier waarop de natuur en het menselijk handelen de ruimtelijke inrichting beïnvloeden; zich enige geografische kennis en vaardigheden eigen maken. Doelen van de school
Methoden / materialen
Relatie met de kerndoelen
Uitvoering in de praktijk
Beleidsvoornemens / plannen
Aardrijkskunde (m.u.v. topografie) Methode Hier en daar Deze methode voldoet aan Zie methode Kinderen dienen noodzakelijke (Gr. 3 t/m 8) de kerndoelen zie klassenmap. kennis en vaardigheden te verwerven zich af te vragen: wat is hier en wat is daar en waarom dan? Leren nadenken over geografische verschijnselen , vertrouwd te raken met verschijnselen die betrekking hebben op de indeling en de inrichting van de ruimte Leren inzien dat het gebruik van de ruimte wordt bepaald door factoren als klimaat, cultuur, ideële motieven
*evaluatie en aanpassingen
Topografie Methode De leerlingen moeten een Hier en daar atlas/topografische kaart kunnen (groep 6 t/m 8) hanteren. De topografische kennis van de leerlingen moet zover reiken, dat zij bij andere situaties die betrekking hebben op topografie geen problemen ondervinden. De leerlingen moeten kennis hebben van de topografie van de eigen regio, Nederland, Europa en de wereld.
*evaluatie en aanpassingen
Deze methode voldoet aan Zie methode de kerndoelen Zie klassenmap.
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 24
Wereldoriëntatie- geestelijke stromingen/burgerschapskunde Aan integratie en burgerschap gerelateerde kerndoelen voor het primair onderwijs zijn opgenomen in de kerndoelen 36, 37 en 38: 36 De leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de rol van de burger. 37 De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen. 38 De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met verschillen in opvattingen van mensen. Ook aspecten van de kerndoelen 34 en 35 zijn van belang, en tot op zekere hoogte is ook kerndoel 39 aan burgerschap gerelateerd: 34 De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen. 35 De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consumenten 39 De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu. Door te werken met b.v. PBS en de verkeersmethode wordt aan de kerndoelen 34, 35 en 37 voldaan. De geschiedenis methode “Bij de tijd” voldoet grotendeels aan kerndoel 36. Om aan kerndoel 38 te kunnen voldoen zijn naslagwerken beschikbaar een methode voor geestelijke stromingen worden aangeschaft en ingevoerd. Kerndoel 39 komt aan de orde in de methode “Natuurlijk” en de juiste attitude m.b.t. het milieu die we door het goede voorbeeld aan willen leren. Wereldoriëntatie- maatschappelijke verhoudingen/staatsinrichting Het onderwijs is erop gericht dat de leerlingen kennis en inzicht verwerven over inrichting en structuur van de maatschappij. Voor dit vak hebben wij niet gekozen voor een aparte methode. Wij vinden dat de kerndoelen verwezenlijkt kunnen worden door het volgen van de eerder genoemde geschiedenis en aardrijkskunde methoden; Zowel de economische, sociaal-culturele en de politieke verschijnselen komen in genoemde methoden uitgebreid aan de orde.
Doelen van de school De leerlingen moeten inzicht krijgen in de maatschappelijke verhoudingen en de structuur van de maatschappij.
Methoden / materialen Het werken in het documentatiecentrum, gebruik maken van het internet. Komt (beperkt) aan de orde in de geschiedenis en aardrijkskunde methode
Relatie met de kerndoelen
Uitvoering in de praktijk
De methoden Bij de tijd en Zie methoden Hier en Daar voldoen wat Zie klassenmap. betreft dit onderdeel gedeeltelijk aan de kerndoelen
Beleidsvoornemens / plannen *evaluatie en aanpassingen
Wereldoriëntatie- verkeer Bevordering van sociale redzaamheid waaronder gedrag in het verkeer Het onderwijs in sociale redzaamheid, waaronder het gedrag in het verkeer is erop gericht, dat de leerlingen kennis, inzicht en vaardigheden verwerven als consument en deelnemer aan het verkeer en groepsprocessen. Doelen van de school
Methoden / materialen
De leerlingen moeten Straatwerk groep 3 en 4 (leren) zich in het verkeer JVK Gr. 5-8 op de juiste wijze, als verkeersdeel- nemers, weten (te) gedragen. De leerlingen moeten op de hoogte zijn met en weet hebben van de diverse regels en borden.
Relatie met de kerndoelen De uitgever geeft aan dat we aan de kerndoelen voldoen
Uitvoering in de praktijk zie methoden Zie klassenmap.
Beleidsvoornemens / plannen
*aanpassingen methode Klaar over
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 25
Wereldoriëntatie- natuuronderwijs Het natuuronderwijs is erop gericht, dat de leerlingen: plezier beleven aan het verkennen van de natuur vanuit een kritische en vragende houding en zorg hebben voor een gezond leefmilieu. kennis, inzicht en vaardigheden verwerven die mensen nodig hebben om op juiste wijze met de levende en nietlevende natuur om te gaan. een onderzoekende en waarderende houding ten opzichte van de natuur en een gezond leefmilieu ontwikkelen. Methoden / materialen
Doelen Van de school
Van belang is, dat Groep 1 en 2 : de leerlingen: respect, Schatkist waardering, belangstelling Groep 3 t/m 8 : Methode hebben voor mens, plant Natuurlijk en dier zich kritisch bezighouden met milieuzaken, de natuur zien "in brede zin" als wezenlijk, onmisbaar onderdeel van het leven
Relatie met de
Uitvoering in de
kerndoelen
praktijk
Volgens de uitgever voldoet Zie handleiding deze methode aan de Zie methode kerndoelen Zie klassenmap.
Beleidsvoornemens / plannen *evaluatie en aanpassingen
Wereldoriëntatie- sociale redzaamheid Methoden /
Doelen
materialen
van de school Bij het ontwikkelen /beoordelen van de sociale redzaamheid ligt de nadruk op de weerbaarheid, de zelfstandigheid, de zelfredzaamheid, de verantwoording en het samenwerken van de leerlingen.
Relatie
Uitvoering in de
met de kerndoelen
Methode Kind en zijn sociale Ons inziens voldoet het talenten systeem aan de kerndoelen.
Beleidsvoornemens / plannen
praktijk Zie klassenmap en de methode
*Evaluatie en aanpassingen
Wereldoriëntatie- bevordering gezond gedrag De wereldoriëntatie is erop gericht om kennis, inzicht en vaardigheden verwerven ten aanzien van een gezond gedragspatroon dat past bij henzelf en bij de omgeving waarin ze opgroeien. De dagelijkse schoolpraktijk biedt volop “oefensituaties”:veilig gebruik van gereedschappen, rekening houden met andere, milieuvriendelijk gebruik van materialen, enz. In sommige gevallen is echter aparte lestijd noodzakelijk: bijvoorbeeld rollenspelen, kringgesprek over pesten e.d. In klassengesprekken wordt regelmatig met de kinderen gesproken over een gezond en redzaam gedragspatroon. Doelen van de school
Methoden / materialen
De leerlingen moeten zich Schatkist (groep 1 en 2) bewust zijn Groep 1 t/m 8 materiaal van /worden van het belang van b.v. het Natuurcentrum in een goede gezondheid in de Sliedrecht en Gorinchem. (gr. meest ruime zin. 1 t/m 8) Uitgangspunten hierbij zijn de lichamelijke, geestelijke en sociale gezondheidsaspecten, alsmede van de woon- en leefomgeving.
Relatie met de kerndoelen
Uitvoering in de praktijk Zie klassenmap. Zie methoden
Beleidsvoornemens / plannen *Evaluatie en aanpassingen
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 26
Beeldende vorming Tekenen en handvaardigheid Het onderwijs in tekenen en handvaardigheid is erop gericht, dat de leerlingen: kennis, inzicht en vaardigheden verwerven waarmee ze hun gedachten, gevoelens, waarnemingen en ervaringen op persoonlijke wijze kunnen vormgeven in beeldende werkstukken; leren reflecteren op beeldende producten en inzicht verwerven in de wereld om ons heen; gebouwde omgeving, interieurs, mode en kleding, alledaagse gebruiksvoorwerpen en beeldende kunst; kennis en inzicht verwerven dat uitbeelden en vormgeven gebonden zijn aan tijd en aan cultuurgebied. Binnen de kleutergroepen wordt bij muzische vorming met expressiemateriaal zoveel mogelijk aangesloten bij de thema‟s die in de groep centraal staan. Doelen van de school
Zie onder
Methoden / materialen
Relatie met de
Uitvoering in de
kerndoelen
Methode Moet je doen Boekenreeks: handvaardig in de basisschool Boekenreeks: tekenvaardig in de basisschool Diverse andere bronnen
Ons inziens voldoet het systeem aan de kerndoelen.
Beleids- voornemens
praktijk Zie klassenmap
/ plannen *Evaluatie en aanpassingen
Beeldende vorming is erop gericht kinderen visuele en tactiele indrukken op te laten doen aan de hand van materialen, gereedschappen, voorstellingen, planten, bomen, dieren, mensen, gebouwen en situaties. kinderen te leren over die indrukken te praten, elementen eruit te benoemen of te beschrijven en daar ordening in aan te brengen.
Muzikale vorming Doelen
Methoden /
van de school
materialen
Muzikale vorming is erop gericht dat de leerlingen kennis, inzicht en vaardigheden verwerven om muziek te beluisteren, te beoefenen en om met elkaar over muziek te spreken.
Methode 'Moet je doen” voor de groepen 1 t/m 8 Additief structureel materiaal. Alle voor de methode noodzakelijke instrumenten
Relatie met de kerndoelen
Uitvoering in de praktijk
Volgens de uitgever Zie methode voldoet de methode aan Zie klassenmap. de kerndoelen.
Beleidsvoornemens / plannen *evaluatie en aanpassingen
Dramatische vorming Doelen van de school Zie onder
Methoden /
Relatie met de
materialen
kerndoelen
Methode Moet je doen Groep 1-8 en diverse andere bronnen
Onduidelijk is of we op dit gebied aan de kerndoelen voldoen.
Uitvoering in de praktijk Zie methode Zie klassenmap.
Beleidsvoornemens / plannen
*evaluatie en aanpassingen
Dramatische vorming is erop gericht: kinderen indrukken op te laten doen van uitingen d.m.v. taalexpressie, spel en bewegingsvormen. kinderen te leren begrijpen hoe mensen zich manifesteren d.m.v. hun spreken, bewegen en handelen. kinderen te leren hun uitingsmogelijkheden te vergroten d.m.v. taalexpressie, spel en bewegingsvormen. kinderen toe te rusten met kennis en vaardigheden om gevoelens, gebeurtenissen en ideeën vorm te geven in taal, spel en bewegingsvormen.
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 27
Bewegingsonderwijs Het bewegingsonderwijs is erop gericht, dat de leerlingen: kennis, inzicht en vaardigheden verwerven om hun bewegingsmogelijkheden te vergroten; enige kenmerkende hulpmiddelen en bijbehorende begrippen kunnen gebruiken; een positieve houding ontwikkelen, dan wel behouden, met betrekking tot deelname aan bewegingscultuur; omgaan met elementen als spanning, verlies en winst. Aan de orde komen: gymnastiek en spel. Doelen van de school
Methoden / materialen
De leerlingen verwerven Bronnenboeken: kennis, inzicht en Basislessen vaardigheden om hun bewegingsonderwijs beweging mogelijkheden te vergroten. Enige kenmerkende hulpmiddelen en bijbehorende begrippen moeten zij kunnen gebruiken.
Relatie met de kerndoelen Met de invoering en de implementatie van de basisdocumenten bewegingsonderwijs voldoen we aan de kerndoelen.
Uitvoering in de
Beleidsvoornemens / plannen
praktijk Zie klassenmap.
*evaluatie en aanpassingen
De vak- en vormingsgebieden en de computer Het doel van het ICT onderwijs op onze school is het betekenisvol gebruik van de computer in het onderwijsleerproces bevorderen en stimuleren. Ontluikende geletterdheid, aanvankelijk lezen en schrijven, cognitieve ontwikkeling, creativiteit en sociaal-emotionele ontwikkeling worden gestimuleerd door te werken met verschillende computerprogramma’s binnen een vakoverstijgend thema met betekenisvolle opdrachten. Het stimuleren van zelfstandigheid en het vormgeven van differentiatie zijn enkele aspecten die veel aandacht krijgen tijdens het ontwikkeltraject. In het totale ICT project wordt de computer in een open setting gebruikt om het leren en denken van leerlingen te bevorderen. Om dat te bereiken is een gedragsverandering nodig bij de leerkracht. De leerkracht zorgt als professional voor gedifferentieerd, betekenisvol onderwijs. De computer is daarbij (alleen) een ondersteunend hulpmiddel. Kort samengevat zijn de onderwijskundige speerpunten in het ICT onderwijs: Betekenisvol leren Samenwerken Eigen initiatief Leerkracht als begeleider De computer als hulpmiddel Er is afgesproken welke programma's/activiteiten in welke groepen en bij welke vakken aan de orde komen. De computer wordt door alle leerlingen van groep 1 t/m 8 gebruikt en richt zich op : het oefenen (bijv. van de tafels, breuken, spelling met behulp van “Ambrasoft”). ondersteuning van “Veilig leren Lezen” groep 3 door middel van bijbehorende software. ondersteuning van taalonderwijs door middel van “Schatkist” in de groepen 1 en 2 en van “Taal Actief” spelling en woordenschat voor de groepen 4 t/m 8. ondersteuning van begrijpend lezend van “Nieuwsbegrip” van het CED. ondersteuning van de Engelse methode “Real English” voor de groepen 7 en 8. computervaardigheden (bijv. tekstverwerken met Word, internet en PowerPoint). het gebruik van de computer als informatiebron. Voor de verdere inhoudelijke invulling verwijzen we naar het ICT beleidsplan
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 28
Techniek Doel: kinderen bewuster in contact brengen met zoveel mogelijk aspecten van techniek. Op die manier kunnen de kinderen zich ontwikkelen op een harmonische wijze met een breed en realistisch beeld van techniek in hun wereld. Door verhoging van de vaardigheden en verbetering van de attitude van de leerkrachten t.a.v., techniek zullen vele activiteiten plaatsvinden in verschillende werkvormen door de hele school heen. De basis van de activiteiten worden gevormd door leskisten en door de aanwezige methoden van rekenen,taal en de zaakvakken. Externe contacten zorgen voor de jaarlijks terugkerende extra activiteiten. De beschikbaarheid van materialen, gereedschappen en andere benodigde middelen zullen toereikend moeten zijn voor de komende jaren. Ook zal er een systeem moeten komen om snel en efficiënt goede technieklessen te kunnen geven in alle groepen van onze school. In het op te stellen techniekbeleidsplan wordt dit onderdeel verder uitgewerkt Cultuureducatie. Cultuureducatie is eigenlijk geen schoolvak te noemen. We willen het ook niet als zodanig zien. Cultuureducatie is een verzamelbegrip. De volgende zaken vallen daaronder: Erfgoededucatie; hoort bij het leergebied Oriëntatie op jezelf en de wereld (zaakvakken). Kunsteducatie; hoort bij het leergebied Kunstzinnige oriëntatie (expressie/kunstvakken), Literatuureducatie; waaronder leesvaardigheid en toegankelijkheid, begrip van de tekst (taal/leesonderwijs) Media-educatie; is gericht op kennisoverdracht op mediawijsheid/ geletterdheid (weten wat je met media kunt doen, zoals gebruik van de computer, tv, video enz. Vooral ook wat de media doet, wat zie je, welke effecten heeft het op onze omgeving/mensen). Dit is een heel breed gebied en gaat vakoverstijgend ingezet worden. Multicultureel onderwijs De schoolbevolking van De Driemaster kent leerlingen uit allerlei culturen. Dat is uiteraard bepalend voor het onderwijs: de multiculturele achtergrond van onze leerlingen moet ook een plaats krijgen binnen het onderwijs. Door de inbreng van de (allochtone) leerlingen in de kringgesprekken komen al veel multiculturele aspecten het onderwijs binnen. De groepsleerkrachten geven aandacht aan de onderwerpen en proberen die vanuit verschillende invalshoeken te bekijken. Waar dit nodig of zinvol is, worden onderwerpen verder uitgewerkt in de groep of ook in parallelgroepen. Bij de meest recent aangeschafte methoden zijn wij er in geslaagd, methoden te kiezen die expliciet gericht waren op facetten uit het multicultureel onderwijs. Burgerschap en sociale integratie. We verstaan onder actief burgerschap de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van de gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Onder sociale integratie verstaan we: een deelname van burgers aan de samenleving, in de vorm van sociale participatie, deelname aan de maatschappij en haar instituties en bekendheid met en betrokkenheid bij uitingen van de Nederlandse cultuur. We streven ernaar om zowel de sociale binding te vergroten als de Nederlandse cultuur centraal te stellen. Bij burgerschapsvorming staan drie domeinen centraal: democratie - kennis over de democratische rechtstaat en politieke besluitvorming; democratisch handelen en de maatschappelijke basiswaarden participatie - kennis over de basiswaarden en mogelijkheden voor inspraak en vaardigheden en houdingen die nodig zijn om op school en in de samenleving actief mee te kunnen doen identiteit - verkennen van de eigen identiteit en die van anderen; voor welke (levensbeschouwelijke) waarden sta ik en hoe maak ik die waar? School – leerling- omgeving. In de klas en op het schoolplein krijgt de leerling te maken met processen, gedragingen en gebeurtenissen die ook voorkomen in de ‘echte’ samenleving. Op school wordt de leerling gestimuleerd voor zijn mening uit te komen en respect te hebben voor mensen die anders zijn. Hij kan zijn sociale competenties verder ontwikkelen, wordt zich bewust van zijn sociale rechten en plichten en kan meedenken en meebeslissen. De school is voor de leerling een venster op de samenleving. Daarbij speelt de omgeving van de school eveneens een belangrijke rol: op de eerste plaats de ouders, maar in toenemende mate ook diverse op jongeren gerichte instellingen rond de school. Als uitgangspunt geldt daarom voor onze school dat we manieren zoeken om ouders en de omgeving van de school te betrekken bij onze aanpak.
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 29
4.4. De ordening van de inhoud van het onderwijs Het onderwijs op onze school wordt gegeven met behulp van moderne methoden voor de diverse vakgebieden. In onderstaande overzicht staat vermeld welke tijd wij wekelijks aan de vakgebieden besteden. Daarbij hechten wij aan een voldoende tijdsinvestering voor de basisvakken taal, lezen en rekenen. Echter, wanneer wij opbrengsten willen verhogen zullen er keuzes gemaakt moeten worden. In de groepen 4 is sinds het schooljaar 2009-2010 meer tijd ingeruimd voor het vak technisch lezen. Ook is er kritisch gekeken naar de meest effectieve wijze van urentoedeling voor taal en leesonderdelen in de overige groepen. Om de opbrengsten van ons leesonderwijs en taalonderwijs op een hoger niveau te krijgen, zal daar de komende jaren aan gewerkt moeten worden. Indien nodig worden er aanpassingen in de urentabel. Het besluit daartoe zal worden genomen in de teamvergadering en worden gecommuniceerd met de medezeggenschapsraad.
VERDELING VAN TIJD OVER DE LEER- EN VORMINGSGEBIEDEN Minuten / Urentabel De Driemaster 2011 - 2012 vakgebied
groep 1
Lichamelijke oefening Zintuiglijke oefening Zelfstandig werken
120 405
groep 2
120 405
groep 3
90
groep 4
90
groep 5
90
Zelfstandig werken Godsdienst
Taalactiviteiten Taal Taal lezen Lezen Schrijven Begrijpend Studerend lezen
255
Rekenen en wiskunde
150
255
groep 6
groep 7
groep 8
90
90
90
30
30
30
300 60
300 60
300 60
300 60
300 60
120
300 60 60
270 30 90
210 30 90
210 15 90
210 15 90
300
360
300
300
300
300
30
30
45
610
150
Engels Aardrijkskunde Geschiedenis Natuurkunde / biologie
30
30 30 30
60 60 60
90 60 60
90 60 60
90 60 60
75
75
30
30 30
30 30
30 30
30 45
30 30
Expressie Spel en beweging Pauze
60 315
60 315
90 60 75
90
90
60
60
60
75
75
75
75
75
Totaal minuten Totaal uren
1380 23.00
1380 23.00
1545 25.75
1545 25.75
1545 25.75
1545 25.75
1545 25.75
Soc. redzaamheid
Verkeer
1380 23.00
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 30
4.5
De vak- en vormingsgebieden en de computer
Op onze school is vastgelegd in het ICT beleidsplan welke programma's/activiteiten in welke groepen en bij welke vakken aan de orde komen. De computer wordt door alle leerlingen van groep 1 t/m 8 gebruikt en richt zich op : het oefenen (bijv. van de tafels, breuken, spelling met behulp van “Ambrasoft”) ondersteuning van “Veilig leren Lezen” groep 3 door middel van bijbehorende software. Ondersteuning van taalonderwijs door middel van “Schatkist” in de groepen 1 en 2 en van “Taal Actief” spelling en woordenschat voor de groepen 4 t/m 8, ondersteuning van begrijpend lezend van “Nieuwsbegrip” van het CED en ondersteuning van de Engelse methode “Real English” voor de groepen 6, 7 en 8., computervaardigheden (bijv. tekstverwerken met Word, internet en PowerPoint) het gebruik van de computer als informatiebron. We hebben geen computerlokaal maar gebruiken 30 laptops/computers waarop de groepen in het hoofdgebouw, middels een rooster, werken. Verder heeft iedere groep 2 tot 4 computers in zijn eigen lokaal/verwerkingsruimte. Deze zijn in principe gereserveerd voor de software behorende bij de gebruikte methoden en worden gedurende de gehele lesdag ingezet voor automatiseringsdoeleinden. In de kleuterlokalen zijn verrijdbare touchscreens geplaatst en in de groepen 3-8 een digitaal Smart bord. Elke groepsleerkracht beschikt over een laptop voor de betreffende groep.
4.6
Onze zorg voor de leerlingen
Op OBS De Driemaster wordt er naar gestreefd in een sfeer van veiligheid en vertrouwen een antwoord te geven op de wens om elk kind aan te spreken op zijn of haar niveau. We zoeken de mogelijkheden in een zodanig klassenmanagement, dat door effectieve instructie, gebruik van een instructietafel en werken met dag- en weektaken differentiatiemogelijkheden zijn zowel qua leerstof, leertempo en leerweg. Bij de cognitieve vakken vindt de differentiatie zoveel mogelijk plaats binnen de jaargroep. De differentiatie geldt voor alle leerlingen en in het bijzonder voor zorgleerlingen en voor meerbegaafde leerlingen. Dit doen we door middel van adaptief onderwijs, omgaan met verschillen. We werken met de drie pijlers: relatie, competentie en autonomie. De afgelopen jaren zijn we beziggeweest met zelfstandig werken, klassenmanagement en het borgen van de gemaakte afspraken. Onder zorgverbreding verstaan we het uitgebreide pakket van maatregelen en activiteiten op onze school om een zo goed mogelijke zorg te garanderen voor alle kinderen. De zorgbreedte binnen onze school is een cyclisch geheel. Er is een begin gemaakt met het werken met groepsplannen. De stof in een leerjaar wordt vooruit gepland in drie perioden. Op basis van belemmerende en stimulerende factoren wordt de aanpak door de leerkracht vastgesteld en wordt de stof op drie niveaus aangeboden. Daarnaast wordt er voor enkele leerlingen een individueel handelingsplan opgesteld na interne signalering en diagnosticeren. Na de remediëring vindt evaluatie plaats en wordt het HP indien nodig aangepast. Bij deze individuele plannen wordt er samengewerkt met de ouders. Onderwijs betekent voor ons ook het leveren van zorg. Daarvoor is in de afgelopen jaren een solide basis gelegd in de vorm van een samenhangend systeem van leerlingzorg. Het zorgsysteem is als volgt opgebouwd: In onze school volgen de leerkrachten de ontwikkeling (vooral van de basisvaardigheden) systematisch. Problemen in de ontwikkeling worden tijdig gesignaleerd. In onze school worden de gegevens van leerlingen volgens een vaste procedure besproken en nader geanalyseerd. Hiervoor worden binnen de school vaste formats gebruikt voor de methode gebonden en de niet methodegebonden toetsen. De leerkracht stelt (samen met de interne begeleider) aan de hand van de verzamelde gegevens een plan op om het onderwijs aan de behoeften van leerlingen aan te passen, met het oog op het realiseren van minimum - en aanvullende doelen. Bij zowel analyse als planning maken leerkrachten c.q. de school gebruik van de deskundigheid en de ervaring van collega´s binnen het samenwerkingsverband en/of van externe deskundigen. De leerkracht voert de opgestelde plannen binnen de klas uit. De leerkracht evalueert samen met de intern begeleider de uitvoering van de plannen en zorgt ervoor dat voortgangsbeslissingen worden genomen.
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 31
Wij vinden dat de lijnen tussen leerlingenzorg en team en leerlingenzorg en MT (Managementteam) kort moeten zijn. Daarom vindt regelmatig overleg plaats tussen het managementteam en de IB’ers. Hoe de zorgverbreding in de praktijk georganiseerd is, staat uitgebreid vermeld in het Zorgplan en alle in de Zorg gebruikte stukken zijn verzameld in de Toolbox zorg. Zorgen rondom het kind zijn niet alleen toe te schrijven aan het kind. Het probleem van de leerling is ook het probleem van de school, de leerkracht, de klas en de omgeving van het kind. CLB is een vernieuwde vorm van begeleidingsstrategie. De Intern Begeleider brengt in het zgn. CLB - gesprek op systematische wijze een probleem met een leerling in kaart en zoekt samen met de groepsleerkracht naar oplossingen of vermindering van het probleem. Tijdens het gesprek wordt inzicht in de problematiek en de factoren, die daar een rol in spelen, verkregen. Het CLB- gesprek verloopt altijd via een vast stramien. Omdat het vermogen om problemen op te lossen vergroot moet worden en omdat het opvangen en begeleiden van leerlingen met problemen los van het onderwijs in de groep minder effectief blijkt te zijn, vindt er een verschuiving plaats van externe naar interne begeleiding en van een begeleiding van leerlingen naar een begeleiding van leerkrachten. Ons onderwijs is opbrengstgericht. Dat wil zeggen dat kinderen onder leiding van de groepsleerkracht dagelijks leerprestaties moeten verrichten, met name op het gebied van taal, lezen en rekenen. Tevens willen wij zo veel als mogelijk rekening houden met individuele onderwijsbehoeften van elk kind. Enerzijds werken wij met behulp van de resultaten van het CITO leerlingvolgsysteem (o.a. jaarlijks opnieuw vaststellen van ons ambitieniveau middels de gegevens die de Toolbox Opbrengsten ons aanlevert) en anderzijds willen wij ons schoolconcept “adaptief onderwijs voor elk kind” meer en meer handen en voeten geven middels de 1-zorgroute. Dit schooljaar zijn meerdere schoolbegeleiders regelmatig op school om door middel van scholing ons verder te bekwamen op het gebied van klassenmanagement, analyseren van resultaten van het CITO - LVS, het opstellen van een groepsoverzicht en het maken van een groepsplan, zoals hierboven beschreven.
4.6.1 Interne Begeleiding De Interne Begeleiding krijgt gestalte door het werk van de Intern Begeleider. Op De Driemaster wordt de interne zorgstructuur gecoördineerd door twee Intern Begeleiders. De Intern Begeleider van de locatie Wielwijk en van de locatie Westwijk zijn gefaciliteerd voor 1 ½ en 1 dag. De Intern Begeleider heeft tot taak het systeem van interne leerlingenzorg op het gewenste kwaliteitsniveau te brengen en te houden. Binnen het systeem van interne leerlingenzorg is hij of zij in de eerste plaats verantwoordelijk voor de organisatie van de zorgactiviteiten op schoolniveau. De Intern Begeleider is gericht op: het signaleren, analyseren en remediëren van onderwijsleerproblemen en gedragsproblemen op school; het organiseren en coördineren van de daaruit voortvloeiende werkzaamheden; het ondersteunen van collega-leerkrachten bij de uitvoering van de werkzaamheden. Dit betekent niet dat de Intern Begeleider de enig verantwoordelijke is voor het remediëren van onderwijsleerproblemen in de school. Iedere leerkracht heeft een eigen verantwoordelijkheid voor de leerlingen in de klas. De groepsleerkracht en Intern Begeleider werken in deze nauw samen. Leerkrachten en ouders kunnen bij de Intern Begeleider terecht met hun vragen over kinderen die in de groep problemen ondervinden ten aanzien van gedrag en het verwerven en verwerken van kennis en vaardigheden (interne signalering). Interne begeleiding als taak/functie is binnen de organisatie structureel en heeft een vaste en belangrijke plek in de schoolorganisatie. We kunnen de taken van de Intern Begeleider onderverdelen in een: begeleidende taak; coördinerende taak; signalerende taak. Uit deze taken vloeien nog meer werkzaamheden voort, zoals: coördinatie bij zorgoverleg; onderhouden van externe contacten; beleidsmatige ondersteuning; kwaliteitsbewaking, o.a. door de cyclus van groepsbesprekingen, teambesprekingen; Analyseren van de opbrengsten op groeps- en schoolniveau; Opstellen van trendanalyses.
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 32
4.6.2 De zorgplicht Op dit moment is de wet- en regelgeving voor leerlingen met een extra zorgbehoefte binnen het Nederlandse onderwijssysteem zeer complex. Steeds meer onduidelijkheden ontstaan door o.a. de complexe regelgeving, onduidelijke verdeling van verantwoordelijkheden, gebrek aan overleg en samenwerking. Deze onduidelijkheden hebben grote invloed op de schoolkeuze van kinderen met een beperking. Het huidige onderwijssysteem moet eenvoudiger en flexibeler. De leerling moet centraal komen te staan in de organisatie van het onderwijs. Voor leerlingen, die extra zorg behoeven, zijn er op dit moment twee mogelijkheden; naar een school voor speciaal onderwijs of naar het regulier onderwijs met Leerling Gebonden Financiering ‘het rugzakje’.Om de eerder genoemde problematiek te ondervangen, heeft iedere reguliere basisschool ‘zorgplicht’. Het schoolbestuur mag dan een kind met een beperking dat aangemeld wordt door de ouders, niet meer weigeren. Het bestuur/de school moet in principe passend onderwijs bieden. Kan de school beargumenteren dat passend onderwijs onmogelijk is, dient de school een passende oplossing aan te bieden (verplichting). Dit kan op een andere school binnen het bestuur of via een groter regionaal samenwerkingsverband. Het doel is om het wettelijk onderscheid tussen het regulier en speciaal onderwijs te laten verdwijnen. Alle scholen worden voor de wet basisscholen. Dit betekent niet dat de scholen voor speciaal onderwijs allemaal verdwijnen. Een bestuur of samenwerkingsverband kan, naar aanleiding van de vraag van ouders, beslissen een school voor geïndiceerde leerlingen in stand te houden. Voor kinderen met een heel specifieke begeleiding, zoals dove en blinde kinderen, blijven de bestaande scholen bestaan. Ook dit is het aanbieden van een vorm van passend onderwijs.
4.6.3 Diverse particuliere instanties Naast begeleiding vanuit en via de school kunnen ouders uiteraard ook op particuliere basis begeleiding zoeken bij leer- en/of gedragsproblemen bij hun kind. In deze gevallen verzoeken wij de ouders wel om de begeleiders van hun kind contact te laten zoeken met de school om zo een aantal zaken af te stemmen en om te kunnen beoordelen of de school kan en wil participeren in de begeleiding. Ook raden wij aan om het onderzoek te laten uitvoeren door een B.I.G. (Beroepen In Gezondheidszorg) - geregistreerde orthopedagoog of psycholoog. Zij zijn gehouden aan een beroepscode. De Driemaster heeft wel de laatste stem in de beslissing of zij achter de therapie/begeleiding staat en deze ook door wil voeren op school. De school behoudt zich dus te allen tijde het recht voor niet of ten dele in te gaan op een voorgestelde behandeling, die op school moet worden uitgevoerd.
4.6.4 Een planmatige aanpak met betrekking tot de leerlingbespreking Hieronder verstaan wij de wijze waarop het dagelijks werk van de kinderen wordt bekeken en beoordeeld en de middelen die worden gebruikt om vorderingen van leerlingen te verzamelen. We onderscheiden binnen onze school de volgende procedures: Evaluatie en rapportage op korte termijn. Het dagelijkse werk van de kinderen vormt de basis voor het volgen, bijsturen en de aanpak van de groepsleerkracht. De aangeboden leer - en lesstof wordt geëvalueerd en aan de hand van de resultaten en analyses van methodische toetsen wordt gekeken of de leerlingen het gestelde doel hebben bereikt. Tevens wordt bekeken welke leerling of welke leerstof extra aandacht behoeft. De leerkracht houdt periodiek de vorderingen op individueel en op groepsniveau bij en hij / zij analyseert alle gegevens middels het ACA model. De weerslag van de evaluatie op korte termijn vindt plaats via de rapportage. Evaluatie en rapportage op lange termijn: het leerlingvolgsysteem. Voor een goede zorgverbreding is het nodig de leerlingen goed in beeld te krijgen. Bekend moet zijn of de leraar op de goede weg is met de groep, of de groepen goed op elkaar aansluiten, wat het niveau van de leerlingen en de school is en hoe dit zich ontwikkelt. Middels een leerlingvolgsysteem is de school in staat de ontwikkeling van de kinderen goed te volgen tijdens de hele schoolloopbaan. Het stelt ons in staat om regelmatig en systematisch gegevens te verzamelen over de vorderingen van de leerlingen, waarbij gebruik gemaakt wordt van een aantal observatielijsten en signaleringstoetsen. Binnen dit leerlingvolgsysteem gebruiken wij de volgende toetsen en signaleringslijsten: Ordenen Cito en vanaf komend schooljaar toets Rekenen (groep 1 en 2), Taal voor kleuters Cito (groep 1 en 2), Ziezo leerling volgsysteem, motorische ontwikkeling kleuters (SPON), Drie - minutentoets (groep 3 t/m 8) , Cito toetsen Leestempo en leestechniek (groep 3-8), Begrijpend lezen (groep 4 t/m 8), Rekenen en wiskunde (groep 3 t/m 8),
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 33
Toetsspellingsvaardigheid (groep 3 t/m 8), Cito toets woordenschat ( groep 3-8) en Cito toets luistervaardigheid ( groep 38) , CITO eindtoets basisonderwijs (groep 8), SCOL groep 1 t/m 8. Woordenschattoets (groep 3-8), Luisteren (groep 3-8). Daarnaast worden voor individuele leerlingen andertoetsen gebruikt, zoals: AVI toetsen, CBSK, SVL, Drempelonderzoek. Ieder schooljaar wordt een toetskalender gemaakt waarop vermeld staat welke toets in welke periode in welke groep afgenomen moet worden. Wij laten ons hierin leiden door de handleidingen van de toetsen. Ook wat betreft de afname en de scorebepaling volgen wij de handleidingen. De leerkrachten voeren de toetsgegevens in ParnasSys in en interpreteren zelf de daaruit voortvloeiende gegevens (eventueel in samenspraak met de IB’er). Deze gegevens worden door de groepsleerkracht geanalyseerd volgens een vastgesteld analyseformulier en met de IB-ers besproken op de groepsbespreking op groepsniveau. De toetsgegevens worden gebruikt om het onderwijs aan individuele leerlingen en soms voor de hele groep aan te passen d.m.v. individuele handelingsplannen of groepshandelingsplannen. De ontwikkeling van de leerlingen wordt teambreed besproken tijdens de leerlingbespreking op teamniveau. Regelmatig worden de vorderingen van de leerlingen die met een handelingsplan werken besproken. Bij het opstellen van het handelingsplan wordt naast de inhoud van de begeleiding en het beoogde doel ook de looptijd van het plan vermeld. Wanneer de looptijd is verstreken, wordt het handelingsplan geëvalueerd door de groepsleerkracht in samenspraak met de Intern Begeleider. Op basis van de resultaten evalueren we de vervolgafspraken. De ouders worden op de hoogte gesteld wanneer een handelingsplan voor hun kind wordt opgesteld. De groepsleerkracht informeert de ouders over het doel, de inhoud, de looptijd van het handelingsplan, de resultaten van hun kind en vraagt eventueel aanvullende informatie en toestemming middels een handtekening aan de ouders.
4.6.5 Het bewaren en verstrekken van gegevens Het bewaren van toetsgegevens, verslagen en rapporten gebeurt zorgvuldig vanwege de privacy van kind en ouders. Op school worden alle gegevens verzameld in de dossiermap, die alleen ter inzage is voor directie, groepsleerkracht, ILC -er, IB -er en ouders. Voor het verstrekken van gegevens aan derden is toestemming van ouders noodzakelijk. Een onderwijskundig rapport conform het gestelde in de Wet op het Primair Onderwijs en het leerlingendossier betreffende een leerling wordt doorgegeven aan de ontvangende school in geval van verhuizing. Tevens wordt door de groepsleerkracht, eventueel met behulp van de Intern Begeleider, een onderwijskundig rapport voor de leerlingen van groep acht opgesteld voor plaatsing in het Voortgezet Onderwijs.
4.6.6 Besprekingen: We onderscheiden een aantal vormen van zorgoverleg: Ouderbesprekingen Binnen onze school zijn er diverse momenten waarop ouderbesprekingen plaatsvinden: Besprekingen n.a.v. het rapport. Groep 1: Tenminste twee maal per jaar een ouderbespreking n.a.v. toetsen en leerlingwerk. Groep 2 t/m 8: Tenminste twee maal per jaar n.a.v. het rapport, toetsen en leerlingwerk. Groep 8: schoolkeuzegesprekken. Besprekingen n.a.v. een handelingsplan. Indien nodig worden er tussentijds besprekingen met interne - en externe deskundigen gehouden. Groepsbespreking Er zijn verschillende vormen van groepsbespreking: In de eerste weken van het nieuwe jaar volgt er een groepsbespreking n.a.v. de groepsoverdracht met de IB-er en de nieuwe groepsleerkracht. De IB-er maakt hiervan een kort verslag. Groepsbespreking n.a.v. Scol. Twee maal per jaar wordt de leerling Scol ingevuld en geanalyseerd door de groepsleerkracht. N.a.v. deze analyse vindt er tweemaal per jaar een groepsbespreking plaats met de IB-ers. Resultaatbespreking LVS. Wanneer de CITO – toetsen in de periode Midden en in de periode Eind zijn afgenomen, wordt er door de leerkrachten een analyse gemaakt en worden de uitslagen met de Intern Begeleider besproken en wordt er eventueel een plan opgezet. De IB-er maakt hiervan een kort verslag. Individuele leerlingbespreking Twee maal per jaar vindt de individuele leerlingbespreking plaats met de groepsleerkracht en de Intern Begeleider. Deze worden gehouden na de rapportbesprekingen. Alle leerlingen worden besproken en er worden afspraken gemaakt. De leerkrachten maken per kind een kort verslag.
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 34
Overdrachtbespreking In de laatste weken voor de zomervakantie vindt de overdracht van de leerlingen naar de volgende leerkracht plaats, aan de hand van overdrachtsformulieren. Op dit formulier komen alle overdrachten te staan zodat er per leerling een duidelijk overzicht is. Dit overdrachtsformulier gaat in het dossier. Daarnaast is er een leerlingpopulatieformulier ingevuld door de leerkracht van de hele groep. Zorgvergadering - Themaoverleg De IB-er organiseert, afhankelijk van de vraag en de noodzaak, een aantal bijeenkomsten waarin specifieke zorgaangelegenheden besproken worden, zoals gedragsproblematiek, passend onderwijs, 1-Zorgroute en invoeren van een groepsprofiel en groepsplannen. Overleg met extern deskundigen Regelmatig is er overleg met de orthopedagoog, de schoolmaatschappelijk werkster, de logopedist en de ambulant begeleider van een Cluster of Zorgarrangement van het SWV 41-07. Een aantal van deze overleggen vinden in eerste instantie met de IB-er plaats, maar zoveel mogelijk worden de leerkrachten bij de gesprekken betrokken. I.B - overleg Tweewekelijks hebben de beide Intern Begeleiders en maandelijks met zusterschool De Merwede overleg met elkaar om de doorgaande lijn te garanderen en te waarborgen. I.B - directieoverleg Ook hebben beide Intern Begeleiders eens in de zes weken overleg met de directie over afstemming resultaatbespreking en visie.
4.6.7 De 1-zorg route en OGW : De NTO Effekt groep ontwikkelde een werkwijze waarmee het schoolteam en het managementteam vorm kan geven aan HandelingsGerichtWerken, datagestuurd handelen / werken en Opbrengst Gericht Werken. Hiermee kan de school de kwaliteit van het onderwijs verbeteren én kunnen we ons voorbereiden op passend/inclusief onderwijs. Uitgangspunt: De leeropbrengsten van de leerlingen zijn leidend voor verbetertrajecten op groeps- en schoolniveau. Kenmerk is dat wij informatie uit ons leerlingvolgsysteem benutten om meer sturing te geven aan ons onderwijs. Dit op zowel individueel als op groeps- en schoolniveau. Inmiddels zijn we als schoolteam aan de slag gegaan met de 1-zorgroute. Als team beschikken we straks over vaardigheden om op een werkbare manier om te gaan met de onderwijsbehoeften van ieder kind. Als team gaan we meer en meer ook handelingsgericht werken met groepsplannen. De Intern Begeleider ondersteunt leerkrachten hierbij. Het centrale uitgangspunt bij de 1-zorgroute is het denken en handelen vanuit onderwijsbehoeften. Een onderwijsbehoefte is dat wat een leerling nodig heeft om het volgende doel te bereiken. In de groep werken de leerkrachten met groepsplannen (handelingsgericht werken); individuele handelingsplannen worden alleen incidenteel opgesteld. Werken met groepsplannen betekent dat alle leerlingen aandacht krijgen, niet alleen de opvallende kinderen. Op schoolniveau betekent de 1-zorgroute dat er groepsbesprekingen worden georganiseerd en dat er een duidelijke lijn is naar de leerlingenbespreking en/of het multidisciplinaire overleg (of Zorg Advies Team). De 1-zorgroute houdt ook in: aansluiten op de diensten en producten van externe hulpverleningsinstellingen, zoals jeugdzorg en schoolmaatschappelijk werk, op het onderwijs. De 1-zorgroute anticipeert hiermee op de onderwijs- en zorgarrangementen binnen het kader van passend onderwijs. Om bovengenoemde wijze van aanpak binnen vier jaar op onze school verder te implementeren en borgen, is nog veel tijd en energie mee gemoeid.
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 35
4.7
Zorg op maat
Binnen onze school zijn er leerlingen die “zorg op maat” nodig hebben. Anderstalige leerlingen De allochtone leerlingen op de Driemaster zijn van gevarieerde afkomst. De leerlingen stromen in de meeste gevallen in bij de kleutergroepen waar ze het normale lesprogramma volgen. Op onze school zijn een aantal methoden aanwezig ter ondersteuning van anderstalige leerlingen: Laat wat van je horen, Beeldwoordenboeken en daarbij aansluitende software. Achterstandenbeleid De Driemaster telt een relatief klein aantal allochtone leerlingen en daardoor heeft de school geen OVG ( Onderwijs Voorrang Gebied) status. Toch is er op initiatief van de gemeente een gemeentelijk onderwijs achterstandsbeleids plan opgesteld. Vanwege het feit dat de gemeente niet planplichtig is zijn de in de nota genoemde zaken “gepast” ambitieus. Op lokaal niveau zal er wel in gezamenlijkheid met de andere basisscholen aan de verdere uitwerking en implementatie van het plan worden gewerkt. In dit kader wordt er tevens gewerkt aan een gemeentelijk beleidsplan met betrekking tot het VVE beleid. Ook wat betreft dit onderwerp zal er op gemeentelijk niveau nauw worden samengewerkt. Meerbegaafde leerling Wij richten ons ook zeker op de meerbegaafde leerlingen binnen onze school. Binnen de school is voldoende kennis en vaardigheid aanwezig om de meerbegaafde leerlingen te begeleiden. Hierbij kunnen we indien nodig een beroep doen op het Meer Bagage Traject binnen ons Samenwerkingsverband. Wij oriënteren ons tevens op een bredere samenwerking met het voortgezet onderwijs om meerbegaafde leerlingen extra bagage mee te geven. Hierbij kan men denken aan het opzetten van een plusklas op VWO niveau waar de leerling gastlessen kan volgen. Op onze school zijn voor de meerbegaafde leerlingen de volgende materialen aanwezig: Somplex , Kien, Plustaak rekenen, Plustaak taal, Plustaak begrijpend lezen, Slagwerk, Vooruit, Rekentijger, Logische breinbrekers, Denkwerk, Cryptologisch. Leerlingen met een bijzonder handicap De Driemaster staat open voor leerlingen met een handicap. Aan de toelatingsprocedure van leerlingen met een handicap moet extra zorg worden besteed. Zowel de school als de ouders moeten ervan overtuigd zijn dat de school de nodige deskundigheid en middelen heeft om het kind op een verantwoorde wijze te begeleiden. Wanneer de school en de ouders besluiten tot toelating dan wel aanmelding, zal er op basis van een plan van aanpak – opgesteld door de school, in samenspraak met de ouders – gehandeld worden. Op afgesproken momenten bespreken we de voortgang van de leerling met ouders, groepsleerkracht en IB’er. Onderwijs aan langdurig zieke kinderen Artikel 9a WPO gaat over: Ondersteuning bij het onderwijs aan zieke leerlingen 1. Bij het geven van onderwijs aan een leerling die is opgenomen in een ziekenhuis of die in verband met ziekte thuis verblijft, kan het bevoegd gezag van een school worden ondersteund. 2. De ondersteuning bedoeld in het eerste lid wordt verzorgd door: a. een educatieve voorziening bij een academisch ziekenhuis of b. een schoolbegeleidingsdienst als bedoeld in artikel 179, indien de leerling is opgenomen in een ziekenhuis niet zijnde een academisch ziekenhuis dan wel indien de leerling in verband met ziekte thuis verblijft. De procedure, die wij binnen onze school volgen om in een dergelijk geval beslissingen te nemen is als volgt: a. Er is sprake van langdurige ziekte indien de periode van één maand wordt overschreden. b. Gedurende die eerste maand, nadat twee weken zijn verstreken, neemt de betreffende leerkracht van het kind contact op met de ouders teneinde in overleg te bepalen óf en op welke wijze het kind thuiswerk krijgt. c. Nadat een maand is verstreken en er als zodanig sprake is van langdurige ziekte, wordt door de leerkracht in overleg met de ouders besloten welke stappen er ondernomen gaan worden. c 1. De ondersteuning blijft plaatsvinden vanuit school op een nader af te spreken wijze. Indien sprake is van externe hulp zal de leerkracht, in samenspraak met de Intern Begeleider, een eerste plan opzetten, van waaruit de externe - aansluitend bij wat reeds via school plaatsvond - uitvoering kan starten. Vervolgplannen worden steeds opgesteld door de betreffende externe hulp. Een kopie van deze plannen, evenals een korte rapportage van de ontwikkeling, worden door de school ontvangen, met ouders besproken en in het zorgarchief opgeslagen. Vanuit school zal, tijdens de langdurige ziekteperiode, minimaal elke drie weken persoonlijk contact plaatsvinden met de ouders en het kind.
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 36
Plaatsing van leerlingen met een Leerling-gebonden financiering Per 1 augustus 2003 is de wet LGF (leerling gebonden financiering) in werking getreden. De wet regelt dat ouders ervoor kunnen kiezen een kind met een stoornis of een handicap aan te melden op een reguliere basisschool. Deze kinderen krijgen als ze naar een gewone basisschool gaan een leerlinggebonden budget mee: de rugzak. Het geld is bedoeld voor leermiddelen, extra formatie (RT), ambulante begeleiding vanuit de speciale school en indien nodig medische begeleiding. De financiële middelen gaan naar het SWV. Zij benoemen onderwijsassistenten en zetten die personen in op de betreffende school. De toewijzing vindt plaats aan de hand van de uitkomsten van de schoolbeschrijving Wij juichen de ontwikkeling toe dat kinderen zoveel mogelijk in de eigen woonomgeving naar school gaan. We moeten echter wel realistisch blijven en de aanvragen van ouders van geval tot geval beoordelen. We houden daarbij rekening met de mogelijkheden van het kind, de groep/school, de leerkrachten en de ouders. In de wet is geregeld dat voor ieder kind dat geïndiceerd is door de Commissie van Indicatiestelling een voorlopig handelingsplan gemaakt wordt. In dit voorlopige handelingsplan wordt omschreven welke speciale hulp het kind behoeft en wat dit van de leerkrachten/school vraagt. De school dient zich qua uitvoering te kunnen vinden in het voorlopige handelingsplan. Op basis van dit voorlopige plan wordt overleg gevoerd door de IB’er / betrokken leerkracht / en directie met de ouders. Indien de directie in beginsel besluit tot toelating wordt een definitief handelingsplan opgesteld waarin wordt voorzien in evaluatiemomenten. Het handelingsplan wordt door de ouders en de school voor akkoord getekend. Pas dan is de leerling officieel toegelaten. Deze afspraken gelden voor een jaar en worden als zodanig ieder jaar opnieuw vastgesteld. De afspraken worden jaarlijks in tweevoud ondertekend door de ouders en de directeur van de school. Jaarlijks wordt op voorhand afgesproken welke overlegmomenten de status van ‘beslissingsmoment’ krijgen over het al dan niet continueren van de plaatsing. De noodzakelijke materiële aanpassingen dienen met het daarvoor beschikbare budget gerealiseerd te worden, waarbij de school zich zal inspannen om bijpassende subsidies te verwerven. Aan welke voorwaarden moet een rugzakleerling voldoen? de leerling moet in principe in het voedingsgebied van de school wonen de leerling mag geen gevaar vormen voor zichzelf en / of zijn omgeving de leerling mag geen belemmering vormen voor het onderwijsleerproces van de rest v.d. groep indien noodzakelijk moeten ouders praktische hulp/ondersteuning bieden (b.v. zindelijkheid) er moet een redelijke verwachting zijn dat de leerling zowel op onderwijsinhoudelijk als op sociaal-emotioneel gebied kan voldoen aan minimale doelstellingen (ontwikkelingsdrang, kunnen ontwikkelen van een relatie, minimale intellectuele capaciteiten) bij dit alles zal steeds gekeken worden naar de mate van zorgbreedte die op de school geboden kan worden Bij aanmelding overlegt het Managementteam (MT) over alle instroomgegevens. Zij toetst de aangeleverde gegevens aan het beleid van de school. Voorts zal het gehele team worden geïnformeerd en gehoord. De directeur beslist uiteindelijk over al dan niet plaatsen. Bij plaatsing in een groep anders dan groep 1 worden de volgende factoren in overweging genomen: leeftijd van de leerling sociaal-emotionele ontwikkeling bevindingen uit onderzoek advies van de toeleverende school / instantie wens van de ouders groepssamenstelling De succesvolle implementatie van het passend onderwijs staat onder zware druk door de ministeriele bezuinigingen die op de rol staan. Wat dit voor gevolgen heeft voor het onderwijs en expliciet De Driemaster is op dit moment nog niet te voorzien.
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 37
De volgende afspraken hebben wij in de school wanneer het gaat om het omgaan met opvallende kinderen: Leerproblematiek: 1
Af en toe valt een leerling uit in de les
Verlengde instructie aan de instructietafel.
2
De leerling valt uit op de methodegebonden toetsen
De leerkracht gaat aan de slag met extra remediërend materiaal uit de methode. Indien nodig vraagt hij advies aan de Intern Begeleider.
3
De leerling valt op meerdere gebieden uit. Dit blijkt uit: 1. CITO. 2. Methodegebonden toetsen. 3. Ervaringen van de leerkracht
De leerkracht overlegt met de Intern Begeleider. Er wordt eventueel diagnostisch onderzoek gedaan door de Intern Begeleider. Er wordt een handelingsplan opgesteld. Deze wordt na 6 tot 8 weken geëvalueerd met de Intern Begeleider. Het HP wordt of afgesloten of verlengd of er wordt verder actie (extern) ondernomen. De ouders worden over alles regelmatig geïnformeerd.
We spreken van een zorgleerling.
4
Hulp heeft geen effect
Hulpvraag indienen bij de PCL. Ouders betrekken bij de te volgen stappen
Gedragsproblematiek: 1
Kind zit niet lekker in zijn vel Opvallend gedrag
Bespreken tijdens groepsbespreking/ zorgvergadering. Eventueel bespreken met ouders.
2
Storend gedrag
CLB traject met de leerkracht ingaan. Handelingsplan opstellen en na 6 tot 8 weken evalueren. Ouders informeren en betrekken bij de zorg om hun kind. Wanneer de hulp niet toereikend is, zie 3
3
Ernstig storend gedrag
Hulpvraag bij PCL. Externe deskundigen inschakelen. Overleg met ouders.
Komende periode zal ook schematisch worden aangegeven hoe om te gaan met de meer en hoogbegaafde kinderen.
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 38
4.8 Het Samenwerkingsverband WSNS regio 41-07 Onze school is onderdeel van het Samenwerkingsverband WSNS regio 41-07. Het Samenwerkingsverband kan gezien worden als een expertisecentrum wat betreft zorg en begeleiding. SBO De Rotonde maakt met ingang van 1 augustus 2011 onderdeel uit van het Samenwerkingsverband 41-07. Veel IB’ers en leerkrachten volgen cursussen via het SWV en IB-ers nemen deel aan netwerken vanuit het Samenwerkingsverband. Binnen het Samenwerkingsverband is een zorgplan opgesteld. In dit zorgplan wordt de zorg op het niveau van het Samenwerkingsverband beschreven. Onze school onderschrijft de inhoudelijke en organisatorische koersbepaling binnen het Samenwerkingsverband 41-07. De speciale zorg op schoolniveau voor kinderen met specifieke behoeften Vanaf 1 augustus 2003 is de Wet op Expertise Centra (WEC) en de Leerlinggebonden Financiering (LGF) van kracht. Deze wet groepeert de scholen voor speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs in 4 zgn. clusters: cluster 1 visueel gehandicapten cluster 2 auditief gehandicapten, spraak en taal problematiek cluster 3 lichamelijk, verstandelijk en meervoudig gehandicapten cluster 4 leerlingen met gedragsproblemen en psychiatrische stoornissen Voor elke cluster zijn Regionale Expertise Centra (REC) opgezet waaraan een Commissie van Indicatiestelling (CvI) is verbonden. Om tot een goede afweging te komen bij het aanvragen van een Leerling Gebonden Financiering heeft de school een protocol opgesteld. Bij de afweging worden altijd de afspraken binnen het Samenwerkingsverband 41-07 nagekomen en wordt er eerst gekeken of er binnen het bestuur van de OVO scholen of binnen het Samenwerkingsverband een mogelijkheid is de leerling te begeleiden. Indien wordt vastgesteld dat een leerling tot één van de 4 clusters behoort (d.m.v. indicatiestelling), krijgt deze een leerlinggebonden financiering, beter bekend als het “rugzakje”. De doelstelling van deze leerlinggebonden financiering is: ● integratie bevorderen; ● keuzevrijheid van de ouders vergroten; ● een onafhankelijke indicatiestelling(met landelijke criteria); ● bundeling, borging en groei van expertise. Met dit “rugzakje”, bestemd voor bekostiging van extra, noodzakelijke begeleiding, kunnen ouders op zoek gaan naar een voor de leerling geschikte school. Wanneer een ouder een kind aanmeldt met een REC - indicatie zullen we in dialoog met de ouders per situatie de mogelijkheden en onmogelijkheden van onze school in kaart brengen. Belangrijke indicatoren zijn voor ons: ● zelfredzaamheid ( b.v. Zindelijkheid); ● verstoring rust en veiligheid van onze leerlingen; ● opnamecapaciteit van de groep waarin de leerling geplaatst wordt; ● verstoring van het leerproces van de groep. Iedere school heeft als taak voor ieder kind adequaat onderwijs te realiseren, zowel didactisch als pedagogisch, met dien verstande dat het voor de school haalbaar moet zijn. Voordat een school eventueel overgaat tot plaatsing van de geïndiceerde leerling dient er een zeer zorgvuldige afweging tussen mogelijk – en onmogelijkheden plaats te vinden, omdat er grenzen zijn aan de mogelijkheden van opvang van geïndiceerde leerlingen. Uiteraard wordt dit per individueel geval bekeken.
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 39
Hoofdstuk 5 Onze kwaliteitszorg 5.1 Kwaliteitsbeleid Ons schoolteam is een team dat kritisch naar zichzelf kijkt en bereid is om zich nieuwe competenties eigen te maken. Vanuit OVO bestaat er de behoefte om vanuit een bovenschools kader te werken. Er is behoefte om informatie uit te wisselen en om van elkaar te leren. Kwaliteitszorg betreft activiteiten die erop gericht zijn systematisch de kwaliteit van het onderwijs te bepalen, te bewaken, te borgen en te verbeteren. Centraal binnen de kwaliteitszorg staan de opvattingen van de school over wat zij kwalitatief goed onderwijs vindt, waarbij rekening wordt gehouden met de wettelijke eisen. Verder houdt zij daarbij rekening met de kenmerken van de leerlingen en met de wensen en verwachtingen die actoren en belanghebbenden uit de omgeving hebben over de kwaliteit van het onderwijs. Zowel interne als externe factoren spelen hierbij een rol. Echter met de verder gaande deregulering van de overheid legt deze de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs steeds nadrukkelijker bij de schoolbesturen en scholen zelf. In het kader van de wet op het onderwijstoezicht (WOT) wordt dan ook van onze school verwacht dat wij zelf zorgdragen voor een systematische opzet van de kwaliteitszorg, tevens dat onze school een kwaliteitszorgsysteem inricht waarmee zij zichzelf beoordeelt. In dit hoofdstuk kijken wij allereerst in algemene zin naar de kwaliteit van onze school. Vervolgens willen wij komen tot de vaststelling van wat wij verstaan onder kwaliteitszorg om tenslotte het hoofdstuk af te sluiten met instrumenten waarmee wij onze kwaliteit willen realiseren.
5.2 Wat is kwaliteitszorg? Onder kwaliteitszorg verstaan wij een doorlopende, professionele houding om ons eigen onderwijs te verbeteren. In onze school herleiden we de kwaliteitszorg tot vijf vragen: Doen we de goede dingen? Doen we die dingen goed? Hoe weten we dat? Vinden anderen dat ook? Wat doen we met die wetenschap? Kortom: kwaliteitszorg betekent voor ons dat we de ‘goede dingen nog beter proberen te doen’ Belangrijk hierbij is dat het team zich verantwoordelijk voelt voor de resultaten en dat de stappen die genomen worden door iedere betrokkene wordt gedragen (borging). Dit betekent tevens dat er conclusies worden getrokken en maatregelen worden genomen op zowel Individueel niveau, leerkrachten niveau als op schoolniveau. Het praten over kwaliteit is voor ons geen bedreiging, maar een uitdaging om de dingen altijd beter te doen. Overigens gaat het niet altijd om “meer te doen”, maar vooral om het “anders te doen”.
5.4 Kwaliteit van De Driemaster In de voorafgaande hoofdstukken is een beschrijving van de verschillende beleidsterreinen gegeven. Deze zijn allemaal gericht op de doelstellingen die de school voor zichzelf heeft geformuleerd. Waar zijn we nu? Waar willen we over drie, vijf, jaar zijn? Strategisch -, onderwijskundig- en personeelsbeleid zijn gericht op de doelstellingen zoals bestuur, schoolleiding en team die hebben afgesproken. Deze binnen de organisatie breed gedragen streefdoelen geven de criteria weer waaraan schoolbeleid en kwaliteitszorg kunnen worden getoetst. Bij de visie en de missie zijn deze doelen vastgelegd. De ontwikkelrichting die de organisatie hiermee kiest, bepaalt de rollen van het management en de leerkrachten. Taakverdeling en verantwoordelijkheden van bestuur en schoolleiding zijn afgestemd op het bereiken van de doelstellingen en staan daarmee in het teken van een optimaal primair proces. Doelstellingen en schoolbeleid bewegen zich binnen de ruimte die de overheid met wetgeving en de uitwerking daarvan in oa. de kerndoelen, voorschriften en standaarden geeft. Bij het bewaken van de onderwijskwaliteit is en blijft een taak voor de inspectie weggelegd. De rapportages van de inspectie vormen een instrument dat de school gebruikt om haar beleid en kwaliteitszorg te toetsen en bij te stellen. Het inspectierapport levert een waardevolle bijdrage aan de verdere ontwikkeling van onze school. Het inspectierapport ligt op school ter inzage en is tevens te bekijken op Internet. Wij gebruiken als maatstaf voor onze kwaliteit de voorwaarden in de wet: de doelen en uitgangspunten, leer – en vormingsgebieden en de onderwijstijd. Het concept dat wij als school zelf willen uitdragen. Het gaat dan ook om de vraag waar wij als school de accenten willen leggen. Enerzijds leggen wij accenten bij de gedifferentieerde school en anderzijds bij de prestatieschool.
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 40
De gedifferentieerde school, omdat dit type centraal staat in het WSNS - denken: een basisschool moet adaptief onderwijs aanbieden, zodat alle kinderen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. De prestatieschool, omdat het rendement van de school belangrijk is. Het probleem is dat wij als school te maken hebben met tegenstrijdige kwaliteitseisen. Want wanneer wij goed adaptief onderwijs aanbieden, hoeft dit niet te leiden tot hoge scores op Cito-toetsen. Bij adaptief onderwijs staat het volgen van de ontwikkeling van de individuele leerling centraal met als doel het onderwijs op die ontwikkeling af te stemmen. Een leerlingvolgsysteem met toetsen is daarbij een nuttig instrument. Wij zullen met deze tegenstrijdigheid om moeten gaan en in ieder geval moeten nadenken waar wij zelf staan en wat wij zelf willen bieden. Ons standpunt in deze is dat wij: Adaptief / passend onderwijs willen verzorgen, afgestemd op de kwaliteiten van iedere individuele leerling; Individuele resultaten belangrijk vinden, maar dan wel resultaten gedefinieerd binnen de eigen ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling; Resultaten, op groepsniveau en op schoolniveau, worden gebruikt om trends en ontwikkelingen te signaleren en te kijken waar onze verbeterpunten liggen binnen ons onderwijsgedrag; Van mening zijn dat het ongenuanceerd publiceren van kengetallen een verkeerde indruk wekt.
5.4 Inrichting van onze kwaliteitszorg 5.4.1 Huidige situatie van het kwaliteitsmonitoringsysteem Wij gebruiken voor het bevorderen van de kwaliteit het kwaliteitsinstrument “Kwaliteit in Kaart”. (KIK). Dit kwaliteitsinstrument zal de komende schoolplanperiode worden omgezet naar de kwaliteitskaarten van ParnasSys KMS. De school evalueert systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten en van het onderwijs en leren door systematisch de volgende domeinen aan bod te laten komen:
Kwaliteitszorg Toetsing Leerstofaanbod Tijd Onderwijsleerproces Schoolklimaat Zorg en begeleiding Opbrengsten
Naar aanleiding van de gekozen kwaliteitskaart bespreekt het team de eigen afspraken en handelswijzen. Op de kwaliteitskaart staan de indicatoren voor het genoemde aandachtgebied. Deze worden passend voor de school gemaakt en gezamenlijk vastgesteld. Daarna vindt een audit plaats. Door de interne audit, die op een systematische wijze bij de leerkrachten wordt afgenomen, komen de aandachtspunten voor kwaliteitsverbetering vanzelf aan de orde. De auditors rapporteren schriftelijk hun bevindingen aan de directie. In een teamvergadering worden de actie- en verbeterpunten besproken. Na een dan vastgestelde periode worden deze weer geaudit. Door deze systematiek is er sprake van PDCA - cyclus. (Plan-Do-Check-Act) Niet alle domeinen kunnen gelijktijdig de aandacht krijgen, vandaar dat gekozen is voor een meerjarenplanning.
5.4.2 Externe en interne analyse Wat komt er extern op ons af? Vanuit verschillende niveaus komen er ontwikkelingen op ons af die we zullen moeten vertalen en concretiseren in de dagelijkse schoolsituatie. Te denken valt hierbij onder meer aan onderwerpen zoals: W.P.O.(Wet Primair Onderwijs) I.C.T.- onderwijs (Informatie Communicatie Technologie) Kwaliteitsbewaking ARBO – beleid
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 41
In het laatste jaar van onze meerjaren beleidscyclus (2007-2011) is onderzoek gedaan met alle betrokkenen bij ons onderwijs naar onze kansen en onze bedreigingen (externe analyse) en met het personeel een onderzoek naar onze sterke en zwakke punten (interne analyse). Wat betreft de externe analyse maken we gebruik van o.a. de gegevens van de kwaliteitskaarten en voor de interne analyse maken we o.a. gebruik van landelijk genormeerde toetsen, de gegevens van de kwaliteitskaarten, gegevens uit het P.K.O.( Periodiek Kwaliteitsonderzoek).
5.4.3. Evaluatie van missie en visie Eveneens aan het einde van de vierjaren – beleidscyclus wordt, na intern en extern onderzoek, met alle betrokkenen de cyclus doorlopen. Wij zullen ons heroriënteren en daarbij gebruik maken van de resultaten zoals deze voortkomen uit voortgangsrapportages. Verwezen wordt in deze ook naar hoofdstuk 2 waarin de paragraaf “Zorg op maat” is opgenomen.
5.4.4. Kwaliteitsbeleidsbepaling Wij zien de leerling als een uniek individu, die we zodanig begeleiden dat deze als verantwoordelijke persoon respect opbrengt voor de medemens en de omgeving waarin deze verkeert. Dit realiseren we in een (pedagogisch) veilige omgeving waarin wederzijds vertrouwen en acceptatie basisvoorwaarden zijn. Meetpunt: De school heeft een eigen onderwijskundige en pedagogisch-didactische visie geformuleerd en deze geconcretiseerd in herkenbare of meetbare termen. Wij zien de ouders als ondersteuners van ons onderwijs, die tevens de mogelijkheid hebben de ontwikkeling van de school en van hun kind kritisch te volgen. Meetpunt: oudergesprekken worden gevoerd, al of niet in combinatie met voortgangsrapportages, waarbij gesproken wordt over de rol van de ouders als ondersteuners. Driejaarlijks vindt een oudertevredenheidsonderzoek plaats. We begeleiden de leerlingen namens de ouders op weg naar het vervolgonderwijs, rekening houdend met hun individuele cognitieve en sociaal-emotionele mogelijkheden. Meetpunt: in het leerling zorgsysteem wordt tevens de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen vastgelegd. Indien er sprake is van specifieke problemen wordt er gerichte actie ondernomen. Driejaarlijks vindt een kindertevredenheidsonderzoek, vanaf groep 5, plaats. Om de leerlingen goed te begeleiden richten we ons in ieder geval op de wettelijke kaders zoals deze zijn geformuleerd in de WPO (Wet Primair Onderwijs), in de standaarden van WSNS (Weer Samen Naar School) en in de uitspraken van de gemeente op het gebied van het onderwijsachterstandenbeleid. Meetpunt: de school neemt deel aan het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid door het formuleren van concrete plannen, gevolgd door acties in de school zelf. We realiseren de begeleiding van de leerlingen in een stimulerende en (fysiek) veilige omgeving op goed toegeruste locaties die minimaal voldoen aan de wettelijke eisen. Meetpunt: in 2014 wordt een risico-inventarisatie gehouden, waarna, indien noodzakelijk, de verbeteringen zullen worden ingepland en gerealiseerd. We realiseren het onderwijs met gekwalificeerd personeel. Meetpunt: alle leerkrachten zijn bevoegd tot het geven van onderwijs op de basisschool. De leerkrachten met bijzondere taken (directie, intern begeleider, werkgroepcoördinator, etc.) dienen voor deze taak een specifieke opleiding te hebben gevolgd, dan wel daarvoor studerend te zijn. We realiseren het onderwijs met de financiële middelen op zodanige wijze dat onverantwoorde risico’s worden vermeden. Meetpunt: Jaarlijks wordt door de directie en het schoolbestuur een financiële planning gemaakt en wordt er door het schoolbestuur een financieel jaarverslag van het voorgaande kalenderjaar opgemaakt. De norm is dat ieder jaar met een sluitende begroting wordt gewerkt.
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 42
Het beleid van het bestuur richt zich op het versterken van de kwaliteit van de individuele school, zoals dat is geformuleerd in de afzonderlijke schoolplannen. Meetpunt: elke individuele school is in het bezit van een door de inspectie goedgekeurd schoolplan en schoolgids. Het beleid van het bestuur richt zich op het optimaliseren van het rendement op basis van duidelijke en eenduidige metingen, die aansluiten bij de doelen zoals deze door de individuele organisaties zijn geformuleerd volgens een cyclisch proces . Meetpunt: de school doet jaarlijks verslag aan het bestuur inzake de voortgang van het kwaliteitsbeleid van de school.
5.4.5.Evaluatie van ons onderwijs Door middel van het gebruik van de kwaliteitskaarten van de verschillende domeinen evalueren we ons onderwijs op een structurele manier. Door het gebruik van het leerlingvolgsysteem evalueren we de leeropbrengsten en . stellen we handelings- en groepsplannen op. Op groepsniveau wordt direct na het invoeren van de laatste toetsgegevens een uitdraai gemaakt, waarmee de leerkracht zijn onderwijs in de groep kan evalueren. Op leerlingniveau kan een leerkracht een nadere analyse en ook een evaluatie maken op basis van de individuele gegevens uit het leerlingvolgsysteem.
5.4.6 Klassenbezoeken en intervisie Binnen onze school willen wij niet alleen leren van kengetallen uit het leerlingvolgsysteem, maar willen wij ook leren van elkaar. We willen trachten iedere leraar eenmaal per jaar een gedeelte van de dag uit te roosteren, waarin hij / zij gaat kijken in een andere groep. Deze groep moet een relevantie hebben met de bezoekende leerkracht (parallel leerjaar, boven - of onderliggend leerjaar, andere groep die men wellicht volgend jaar krijgt, eigen groep maar dan onder leiding van de parallelcollega). Beide leraren bespreken aan het einde van de dag het klassenbezoek met elkaar. Opmerkelijke punten worden besproken in het teamoverleg. De klassenbezoeken worden gestructureerd aan de hand van veranderingsthema’s. Structureel speelt onze leerlingenzorg daarin een rol. Daarnaast kan tenminste eenmaal per schooljaar een klassenbezoek plaatsvinden door de directie. Eveneens bestaat de mogelijkheid dat de leerkracht zelf aangeeft dat een klassenbezoek wenselijk is. Intervisie is een nieuw instrument om via collegiale consultatie een probleem of casus in te brengen in bijvoorbeeld de locatievergadering, bouwvergadering, maatjesoverleg of managementoverleg. In gesprek met elkaar worden mogelijke oplossingen, aanpakken of veranderingen in eigen gedrag doorgenomen. Later wordt hierop terug gekomen om wederom in bespreking met elkaar te kijken wat wel of niet lukt of helpt.
5.4.7 Functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken Voortvloeiende uit de wet BIO worden er functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken gevoerd, passend in een 4 jaren cyclus, waarin na drie functioneringsgesprekken een beoordelingsgesprek zal volgen. Alle personen in dienst van het schoolbestuur moeten een bekwaamheidsdossier aanleggen met daarbij een Persoonlijke Ontwikkelings Plan. In de functioneringsgesprekken komen de individuele inspanningen van ieder leerkracht en van de directie ter sprake. Aspecten daarvan zijn o.a. het welbevinden en de betrokkenheid, relaties, taakbeschrijving, loopbaanontwikkeling, deskundigheidsbevordering, organisatie en bestuur en personeelsbeleid. In het beoordelingsgesprek krijgen de leerkracht en directie door middel van een beoordeling inzicht in het functioneren. Ten einde tot een rechtvaardig oordeel te komen, gaan tenminste 3 functioneringsgesprekken vooraf aan een beoordelingsgesprek. Het beoordelingsgesprek is een eenzijdige aangelegenheid; er vindt vanuit een gezagsverhouding een eenzijdige waardering plaats.
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 43
5.4.8 Procedure voor kwaliteitszorg op stichtingsniveau Het bovenschool management heeft een kwaliteitsinstrument (Kwaliteit Management Systeem Integraal) op het oog, deel uitmakend van ParnasSys, dat inzicht geeft in de kwaliteit van het onderwijs. Ouders, medewerkers en kinderen worden hierbij betrokken door middel van vragenlijsten. Binnen het programma krijgt o.a. IPB een plek en is er een bekwaamheidsdossier voor medewerkers. Zo kan er op school- en bestuursniveau gewerkt worden aan duurzame organisatieontwikkeling. Nu gebruiken wij op school (nog) verschillende instrumenten om de kwaliteit van ons onderwijs in beeld te brengen. In het schooljaar 20112012 zal het managementteam m.b.v. het INK-model de kwaliteit van ons onderwijs in beeld brengen. Beleidsvoornemens/plannen Alle basisscholen ressorterend onder de Stichting OVO-PO voeren een systeem van kwaliteitszorg in door gebruik te maken van: een schoolevaluatie instrument; bijv. KMS gebruik te maken van het INK model het systeem voor kwaliteitszorg, in relatie met het schoolplan verder uit te werken. koppeling van de kwaliteitszorg aan het I.P.B. (integraal personeelsbeleid). het werken met een P.O.P
5.4.9 Financiële onderbouwing en verantwoording Bijna elke beleidsplanmatige aanpak gaat gepaard met een financiële onderbouwing. Oftewel aan beleidsmatige plannen van aanpak, hoe groot of hoe klein van omvang, aan de uitvoering en realisatie van de diverse in dit plan genoemde onderwerpen zijn ongetwijfeld kosten verbonden. De financiële consequenties die aan dit schoolplan zijn verbonden, zullen aan het begin van het schooljaar 2011-2012 op een rij worden gezet. Een overzicht van geraamde kosten heeft elk lid van het MT reeds in bezit. De genoemde posten maken deel uit van de jaarlijkse begroting, waarvan de raming door het managementteam, in nauwe samenwerking met de controller van de Stichting OVO, jaarlijks wordt gemaakt. Deze paragraaf zal later dit jaar dan ook worden toegevoegd.
5.4.10 Kwaliteitsonderzoek Inspectie Openbare basisschool “De Driemaster” slaagt erin voldoende kwaliteit te realiseren op de punten die de kern vormen van goed basisonderwijs. De afgelopen periode heeft “De Driemaster” gestaag gewerkt aan haar schoolontwikkeling en daarmee stappen gezet om haar onderwijs af te stemmen op haar leerlingpopulatie. Het pedagogisch en didactisch handelen van leraren, het schoolklimaat, de zorg en de begeleiding, de actieve en zelfstandige rol van leerlingen en belangrijke elementen van het leerstofaanbod wordt door de inspectie als voldoende aangemerkt. Naast bovengenoemde onderdelen zijn er op De Driemaster onderdelen waar verdere aandacht nodig is. Over het algemeen betreft het thema‟s waar de school al een start mee gemaakt heeft en waarbij voortzetting van de ingezette ontwikkeling op zijn plaats is. Op het gebied van onderwijskundige ontwikkeling is een visie van het team tot stand gekomen over (de grenzen van) adaptief onderwijs. Onderwijsvormen die hiermee verweven zijn, komen in de klassen voor. De structurering van het onderwijs gericht op afstemming op de leerbehoeften van individuele leerlingen, heeft verder aandacht nodig om het niveau te bereiken dat het team voor ogen heeft. Over het algemeen kan gesteld worden dat de school weloverwogen ontwikkelingen heeft ingezet die passend zijn voor het leerproces van haar leerlingen. Een aantal van deze ontwikkelingen heeft een goede plaats gekregen in het onderwijsleerproces en aan een aantal andere wordt momenteel gewerkt om deze op dezelfde wijze in het onderwijsleerproces een plek te geven. De resultaten die leerlingen behalen aan het einde van de schoolperiode zijn voldoende. In vergelijking met scholen met een gelijksoortige leerlingenpopulatie, namelijk een populatie waarbij bijna de helft van de leerlingen risico loopt op achterstanden door het opleidingsniveau van hun ouders, zijn de resultaten over de laatste twee jaar voldoende. Voor een oordeel over de leerresultaten gedurende de schoolperiode baseert de inspectie zich op de toetsresultaten van technisch lezen in groep 3 en 4, voor begrijpend lezen in groep 6 en voor rekenen/wiskunde in groep 4 en 6. De resultaten van deze toetsen laten zien dat leerlingen het afgelopen jaar gemiddeld een voldoende resultaat behaalden. De inspanningen op het gebied van taal en lezen die zijn ingezet, lijken in nog onvoldoende zijn vruchten af te werpen. Daar is nog een behoorlijke winst te boeken om de opbrengsten schoolbreed op een nog hoger plan te brengen.
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 44
Hoofdstuk 6 6.1.
De Inzet en ontwikkeling van ons personeel
De doelen van het personeelsbeleid.
De school en de stichting OVO willen, mede met behulp van het te voeren personeelsbeleid, de doelen van de school zo optimaal mogelijk verwezenlijken en daartoe het functioneren en zich welbevinden in de arbeidssituatie van het personeel bevorderen. Daarnaast zijn het creëren van goede arbeidsvoorwaarden, een duidelijke rechtspositionele basis die zekerheid en perspectieven biedt, een goed werkklimaat waarin het personeel tot zijn recht komt en zich geaccepteerd en veilig voelt en waar samenwerking bevorderd wordt, heldere doelstellingen die in het personeelsbeleidsplan worden uitgewerkt. Eveneens wordt er waarde gehecht aan verbetering en optimalisering van de kwaliteit van de arbeid en willen we inzetten op het realiseren van een effectieve inzet van mensen t.b.v. de doelstelling van de scholen en het verzorgen van kwalitatief goed onderwijs. Zoals de raamovereenkomst van het primair onderwijs vereist, heeft het bestuur een personeelsbeleidsplan opgesteld. Binnen dit hoofdstuk van de school ‘Personeelsbeleid’ wordt een aantal malen verwezen naar dit personeelsbeleidsplan. Het personeelsbeleidsplan is en wordt samengesteld door het bestuur (eerst verantwoordelijke), de directie, teamleden en MR. Het personeelsbeleidsplan wordt regelmatig geëvalueerd binnen het bestuur en binnen het directieoverleg. Ook vindt er regelmatig overleg plaats met de G.M.R. Het personeelsbeleidsplan beschrijft o.a. het beleid t.a.v. werving en selectie, vacaturebeleid en sollicitatiecode taakbeleid begeleiding van personeel voltijd – en deeltijdbeleid arbeidsomstandighedenbeleid Arbobeleid ( w.o. verzuimbeleid (3.6) functiedifferentiatie en beloningsbeleid begeleiding beginnende leerkrachten loopbaanontwikkeling functioneringsgesprekken beoordelingsgesprekken deskundigheidsbevordering (nascholing) seksuele intimidatie seniorenbeleid doelgroepenbeleid arbeidsomstandighedenbeleid functiedifferentiatie en beloningsbeleid
6.2
De huidige situatie.
Het beleid is erop gericht om in de komende periode een meer samenhangend beleid rondom IPB te ontwikkelen, daarin acht nemende de reeds bestaande stukken die door het vorige bevoegd gezag en de school zijn ontwikkeld. Voor de uitwerking van het “nieuwe” personeelsbeleid, voor zover dat in het schoolplan tot uitdrukking wordt gebracht, omvat in ieder geval maatregelen met betrekking tot het personeel die bijdragen aan de ontwikkeling en uitvoering van het onderwijskundig beleid, verwijzen wij naar de in 2011 door OVO-PO uitgebrachte brochure IPB. Tevens verwijzen we naar het beleidsdocument “Uitvoering functiemix”, versie 1-10-2010. Zie de bijlage “Ordening van de documenten van het personeelsbeleid”
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 45
6.3 Verdeling van taken en werkzaamheden De Driemaster heeft een groot aantal personeelsleden met de verantwoordelijkheid voor een eigen groep, aangevuld met overige taken. De directie bestaat op dit moment uit de meerscholen directeur en twee locatieleiders. Daarnaast heeft de school:
Twee Interne Begeleiders (IB ‘er). Zij verzorgen o.a. de administratie van de zorgstructuur in de school, ondersteunt de groepsleerkracht bij het opstellen van handelingsplannen, ontwikkelt formulieren, houdt zich mede bezig met de onderwijskundige visie en WSnS, evalueert met de groepsleerkrachten handelingsplannen en bewaakt het leerlingvolgsysteem. Een vijftal werkgroep- (taal, lezen, rekenen, ICT en cultuur en techniek) coördinatoren. Ook heeft de school vrijwilligers in dienst voor administratieve werkzaamheden.
Uitgangspunt voor de school is dat ieder personeelslid, naast lesgevende taken, ook andere taken voor zijn of haar rekening neemt. De verdeling in uren van deze taken is conform de afspraken rond de werktijdenregeling en de regeling taakbeleid die op schoolniveau is opgesteld. De verdeling van de taken zoals genoemd in het taakbeleid gebeurt aan het einde van ieder cursusjaar. Dan vindt een evaluatie plaats van het voorafgaande jaar en wordt een planning voor het nieuwe cursusjaar gemaakt. Van iedere taak is een taakomschrijving, eveneens is aangegeven hoeveel uur hiervoor beschikbaar is. Bij de evaluatie wordt bezien of dit aantal uren aangepast moet of kan worden. Vervolgens geeft ieder personeellid aan welke taken hij of zij op zich wil nemen. In de teamvergadering of tijdens een studiedag wordt een verdeling gemaakt. Uitgangspunt is dat uitgegaan wordt van een goed evenwicht tussen het schoolbelang en het individuele belang. Het is voor het personeel vanzelfsprekend dat niet iedereen volledig conform de eigen wensenlijst kan worden ingezet. De uitgevoerde taken worden geëvalueerd in het functioneringsgesprek.
6.4 Uitgangspunten bij het inzetten van de formatie. Wanneer de gegevens van de teldatum op 1 oktober bekend zijn, wordt op bestuursniveau een bestuursformatieplan gemaakt. Uitgangspunt voor ons bestuur is dat de scholen de formatie toegewezen krijgen, waar zij op grond van het leerlingaantal recht op hebben. De besteding van het formatiebudget geschiedt met inachtneming van het perspectief van werkgelegenheid. Extra financiële middelen die door de Rijksoverheid zijn verstrekt voor een specifiek doel worden in eerste aanleg aangewend ter realisering van dat doel. De formatie die de school ontvangt op basis van het leerlingengewicht wordt gebruikt om directie, de groepsleerkrachten, IB ‘ers, in te zetten. Een deel van de beschikbare formatie van de IB ‘er / leerkracht ontvangt de school op basis van formatie voor geïndiceerde leerlingen en een vergoeding uit het samenwerkingsverband WSNS. De formatie voor de taakrealisatie schoolleiding wordt volledig voor dit doel gebruikt en uitgebreid tot een zodanig niveau dat de (meerscholen) directeur volledig ambulant is en de adjunct directeur / locatieleider tenminste anderhalve dag ambulante tijd tot zijn / haar beschikking heeft voor een locatie < 200 leerlingen. Als de locatie > 200 leerlingen is,zal de ambulante tijd uitgebreid worden als daar voldoende formatieve middelen voor zijn.
6.5 Nascholing Nascholing heeft als doel een positieve bijdrage te leveren aan de kwaliteit van het onderwijs en daarmee aan de ontwikkeling van de school. Daarnaast heeft nascholing het doel bij te dragen aan de individuele ontwikkeling van leerkrachten. Voor het hele team van De Driemaster zijn er diverse nascholingstrajecten. Het nascholingsplan van De Driemaster is opgesteld en zal telkens voor 4 jaar gaan gelden. In het plan wordt onder meer de verantwoordelijkheid van het bestuur, organisatie en personeel omschreven wat betreft haar verantwoordelijkheid voor de kwaliteitsbewaking en deskundigheidsbevordering. We vinden dat dit een algemeen belang is. Er zijn voor dit doel schoolspecifieke nascholingsgelden beschikbaar en worden als zodanig volgens plan ook ingezet.
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 46
Tijdens de functionerings - en beoordelingsgesprekken komt het onderdeel scholing aan de orde. Mede op grond van deze gesprekken wordt door de directie en de leerkrachten een ‘wensenlijst’ opgesteld. Deze scholingsbehoeften kunnen ontstaan uit het beleid dat de school voor de komende jaren heeft geformuleerd, maar kunnen ook op individuele gronden berusten. Bij het al dan niet honoreren van de wensen tot scholing wordt geprobeerd zowel rekening te houden met het belang van de school als met het belang van de individuele leerkrachten. Gezien het scholingsbeleid van De Driemaster voor de komende jaren zal het speerpunt komen te liggen op de volgende aspecten: Kwaliteitszorg en zorgverbreding Werken op basis van HGW en OGW Informatietechnologie op leerlingniveau, leerkrachtniveau en administratief (ParnasSys) Sociaal emotionele ontwikkeling Nieuwe vakgebieden
6.6 Begeleiding van het personeel De zorg voor het personeel is één van de taken van het bestuur. Dit wordt omschreven in het door het bestuur opgestelde personeelsbeleidsplan. Ten aanzien van het begeleiden van het personeel spreekt het personeelsbeleidsplan over o.a. Loopbaan / algemeen Begeleiding van nieuw personeel is uitgebreid beschreven in het beleidsstuk “ Begeleiding nieuwe leerkrachten” Functioneringsgesprekken worden jaarlijks gehouden Beoordelingsgesprekken worden eens in de vier jaar en indien nodig op ad-hoc basis gehouden Elke medewerker stelt een POP en PAP op Uitgebreide informatie hieromtrent is te vinden in de IPB en bestaande beleidsnotities.
6.7 Arbeidsomstandigheden beleid 6.7.1 Veiligheid Calamiteitenplan Op school is een calamiteitenplan aanwezig, waarin beschreven staat wat van het personeel en de kinderen verwacht wordt bij calamiteiten. Daarnaast is in ieder lokaal en in de algemene ruimten een lijst opgehangen van actiepunten bij brand. Jaarlijks wordt er met personeel en kinderen geoefend wat er moet gebeuren bij een calamiteit. Bedrijfshulpverlening Op De Driemaster zijn medewerkers aangewezen als bedrijfshulpverlener (BHV). De taken van een BHV zijn: Het in noodsituaties evacueren van kinderen en personeel; Eerste hulp bij ongevallen; Het bestrijden van het begin van brand; Communicatie met hulpverleningsinstanties. De medewerkers hebben een opleiding gevolgd tot BHV ‘er, en gaan de komende jaren jaarlijks een dag op herhalingsoefening. Algemene schoolverkenning Eenmaal in de vier jaar wordt door de Arbodienst een algemene schoolverkenning (ASV) gehouden. Met de opmerkingen die gemaakt worden, gaan team en MR aan het werk en proberen onveilige situaties te verbeteren. De aandachtspunten van het ASV zijn niet altijd op korte termijn uitvoerbaar. Vaak zijn er financiële beperkingen die ons dwingen verbeteringen uit te stellen.
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 47
6.7.2 Gezondheid en welzijn Contract met de Arbodienst Het bestuur heeft een contract bedrijfsgezondheidszorg afgesloten met een Arbodienst. Dit contract garandeert de wettelijk noodzakelijke begeleiding bij ziekteverzuim, aangevuld met “maatwerk”, zoals sociaal-medisch team (SMT) en, wanneer nodig, begeleiding door een deskundige op het gebied van psychosociale zorg. Verzuimbeleid Het bestuur heeft in de afgelopen jaren aandacht besteed aan beleid met betrekking tot een verzuim - en reintegratieprocedure. Het doel is om door middel van een structurele aanpak, ziekteverzuim zoveel mogelijk te voorkomen, te bestrijden en terug te dringen en het re-integratieproces zo optimaal mogelijk te laten verlopen. Er is een speciale arbocoördinator op bestuursniveau aangesteld. Ziekte kan niet in alle gevallen voorkomen worden, alle preventieve maatregelen ten spijt. Er zijn voldoende ziektegevallen te bedenken waar de organisatie geen invloed op heeft. Preventieve maatregelen zijn gericht op het voorkomen van (langdurig) ziekteverzuim. Dit betekent ondermeer: werken aan de verbetering van de kwaliteit van de organisatie en de arbeidsplaatsen. 6.7.3 Arbeidsdeelname allochtonen Het beleid van het bestuur is er op gericht ook allochtone werknemers in dienst te nemen. Tot op heden is het nog niet gelukt de streefcijfers in overeenstemming te brengen met de werkelijke situatie. De streefcijfers voor de komende vier jaar m.b.t. allochtone onderwijsgevenden zijn door de gemeente bepaald op 5% van het totale personeelsbestand. Als naar de mening van de benoemingsadviescommissie op enig moment in de selectieprocedure geen uitvoering gegeven kan worden aan het doelgroepenbeleid, doet zij een gemotiveerd verzoek aan het bestuur om hiervan af te mogen wijken. Verdere procedure en afspraken rond werving en selectie van personeel zijn te vinden in het personeelsbeleidsplan. 6.7.4 Evenredige vertegenwoordiging vrouwen in de schoolleiding. De “Wet evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in leidinggevende functies in het onderwijs” is ook op de Driemaster van kracht. De wet regelt dat besturen van onderwijsinstellingen een document opstellen waarin zij aangeven op welke wijze zij het aantal vrouwen in leidinggevende functies willen vergroten. Er is sprake van een evenredige vertegenwoordiging op de Driemaster. 6.7.5 Leeftijdsbewust personeelsbeleid. Onder een leeftijdsbewust personeelsbeleid verstaan wij: Beleid dat is gericht om elk personeelslid zo lang mogelijk op een zinvolle manier aan het arbeidsproces te laten deelnemen. Het beleid is ontstaan vanuit twee inzichten: 1. het personeel is de belangrijkste krachtbron van een organisatie (human resource management); 2. de school is een lerende organisatie, ook voor al haar personeelsleden (permanente ontwikkeling). We gaan zorgvuldig om met het personeel. Bewustzijn van leeftijd en het effect daarvan op je professionele handelen is daar een onderdeel van. Het blijkt dat er onafhankelijk van de persoon leeftijdsspecifieke kenmerken zijn: iedere leeftijdsfase heeft eigen kenmerken die in meer of mindere mate te herkennen zijn in het functioneren. Ons personeelsbeleid is gericht op een optimale inzet van het personeel en binnen de (school)organisatie is daar aandacht voor. Of het nu om twintigers, dertigers, veertigers, vijftigers of zestigers gaat: iedereen ervaart het als een grote steun als er meegedacht wordt over de beleving van het werk. In principe komt elk personeelslid voor dit beleid in aanmerking. Het is uitdrukkelijk niet alleen bestemd voor oudere personeelsleden, vanaf 50 jaar bijvoorbeeld. Het uitgangspunt is dat elk personeelslid in enige tijd in de organisatie met participatie- of functioneringsproblemen te maken kan krijgen. Kortom: het ouder worden in de organisatie staat centraal, en niet zozeer de factor leeftijd op zichzelf. Bij leeftijdsbewust personeelsbeleid ligt de nadruk op preventie. Dus curatief. Leeftijdsbewust personeelsbeleid vraagt om actie op drie niveaus: 1. Het personeelslid zelf. Medewerkers zullen zich bewust moeten worden van kansen en bedreigingen van het ouder worden. En ze moeten voor zichzelf vaststellen wat ze met deze conclusies gaan doen. 2. De school/het team. De directie van de school houdt zoveel mogelijke rekening met de behoeften van de verschillende medewerkers. De directie draagt er zorg voor dat beginnende leerkrachten worden begeleid. Hier voor is een protocol opgesteld. Het zittende personeel wordt een cursus Loopbaanbezinning aangeboden. 3.Op bestuursniveau. De werkgever zal voorwaarden moeten creëren om gezond te kunnen blijven werken.
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 48
Hoofdstuk 7 Beleidsvoornemens/plannen op schoolniveau Voor de komende vier jaar willen wij de volgende beleidsvoornemens compact formuleren. Deze beleidsvoornemens spelen een belangrijke rol in onze plancyclus. Deze voornemens zullen over vier jaar verdeeld worden waarbij wordt toegezien op een evenwichtige verdeling qua belasting van team, directie, werkgroepen, maar ook wat betreft de niveaus (verkenning, implementatie, incorporatie / borging). Zie daarvoor onze Plancyclus 2007 – 2011. Deze plancyclus geeft een beeld wat er de komende jaren moet gebeuren, echter er moet altijd ruimte blijven om deze cyclus per jaar aan te passen of aan te vullen of een andere prioritering te maken. Dit om in te kunnen spelen op onvoorziene knelpunten. Met het planmatig omgaan met onze beleidsvoornemens willen wij: met veranderingen op verschillende niveaus bezig zijn de beleidsvoornemens vanuit het SMART-principe beschrijven. elk voornemen baseren op het specifieke herkenbare karakter, behaalde resultaten van elk voornemen jaarlijks meetbaar maken, dat elk voornemen binnen de schoolcultuur acceptabel en realistisch is. binnen vier jaar (tijdgebonden) de meeste voornemens trachten te realiseren volgens het principe van zorgvuldigheid, transparantie, draagkracht en daadkracht. Waar nodig prioriteiten stellen Het jaarplan en jaarverslag zullen in het teken staan van deze uitgangspunten.
7.1 Plancyclus 2011 – 2015 Schooljaar 2011 - 2012 Schoolconcept
Onderwijskundige vormgeving
Kwaliteitszorg
Zorgbegeleiding
IPB
Management
MIP ( leermiddelen)
Activiteiten Nadere invulling geven aan schoolconcept Passend Onderwijs / Inclusief Onderwijs Speerpunten Lees en taalonderwijs ICT inhoudelijk Handelings Gericht Werken: Groepsplan en groepsoverzicht Rekenen Toolbox borging KIK omzetting naar KMS INK model implementeren Werkgroepenmodel borging Opstellen zorgjaarplan Opstellen Schoolgids Evalueren en opstellen schoolplan Toolbox borging Individuele handelingsplan OPP borging Opbrengst Gericht Werken. ParnasSys implementeren Voortgangsgesprekken Functioneringsgesprekken Beoordelingsgesprekken Scholing (individueel / team) Professionalisering (individueel / team) Uitvoering geven aan functiemix Jaarverslag en Jaarplan Managementrapportage
Betrokkenen Team, Zorg, Directie en externen
Evaluatie, vervanging methode
Team en directie
Team en directie Team en directie Team Team en Zorg Team en directie Team, Zorg, Directie Directie Directie Team en Directie Zorg Directie Directie Zorg en directie Team en Zorg Team en Zorg Team, zorg en directie Zorg en directie Team en directie Team en directie Team en directie Team en directie Team en directie Directie Directie Directie
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 49
Schooljaar 2012-2013 Schoolconcept Onderwijskundige vormgeving
Kwaliteitszorg
Zorgbegeleiding
IPB
Management MIP ( leermiddelen) Schooljaar 2013-2014 Schoolconcept
Onderwijskundige vormgeving
Kwaliteitszorg
Zorgbegeleiding
Activiteiten Nadere invulling geven aan schoolconcept Passend Onderwijs / Inclusief Onderwijs Speerpunten Lees en taalonderwijs ICT inhoudelijk Handelings Gericht Werken (HGW): Groepsplan en groepsoverzicht Rekenen Toolbox borging KIK omzetting naar KMS INK model implementeren Werkgroepenmodel borging Opstellen zorgjaarplan Opstellen Schoolgids Evalueren en opstellen schoolplan Toolbox borging Opbrengst gericht werken Individuele handelingsplan OPP borging Opbrengst Gericht Werken. ParnasSys implementeren Voortgangsgesprekken Functioneringsgesprekken Beoordelingsgesprekken Scholing (individueel / team) Professionalisering (individueel / team) Uitvoering geven aan functiemix Jaarverslag en Jaarplan Managementrapportage Evaluatie, vervanging methode
Betrokkenen Team, Zorg, Directie en externen
Activiteiten Nadere invulling geven aan schoolconcept Passend Onderwijs / Inclusief Onderwijs Speerpunten Lees en taalonderwijs ICT inhoudelijk Handelings Gericht Werken: Groepsplan en groepsoverzicht Rekenen Toolbox borging KIK omzetting naar KMS INK model implementeren Werkgroepenmodel borging Opstellen zorgjaarplan Opstellen Schoolgids Evalueren en opstellen schoolplan Toolbox borging Individuele handelingsplan OPP borging Opbrengst Gericht Werken. ParnasSys implementeren
Betrokkenen Team, Zorg, Directie en externen
Team en directie Team en directie Team Team en Zorg Team en directie Team, Zorg, Directie Directie Directie Team en Directie Zorg Directie Directie Zorg en directie Team Team en Zorg Team en Zorg Team, zorg en directie Zorg en directie Team en directie Team en directie Team en directie Team en directie Team en directie Directie Directie Directie Team en directie
Team en directie Team en directie Team Team en Zorg Team en directie Team, Zorg, Directie Directie Directie Team en Directie Zorg Directie Directie Zorg en directie Team en Zorg Team en Zorg Team, zorg en directie Zorg en directie
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 50
IPB
Management MIP ( leermiddelen)
schooljaar 2014-2015 Schoolconcept
Onderwijskundige vormgeving
Kwaliteitszorg
Zorgbegeleiding
IPB
Management MIP ( leermiddelen)
Voortgangsgesprekken Functioneringsgesprekken Beoordelingsgesprekken Scholing (individueel / team) Professionalisering (individueel / team) Uitvoering geven aan functiemix Jaarverslag en Jaarplan Managementrapportage Evaluatie, vervanging methode
Team en directie Team en directie Team en directie Team en directie Team en directie Directie Directie Directie Team en directie
Activiteiten Nadere invulling geven aan schoolconcept Passend Onderwijs / Inclusief Onderwijs Speerpunten Lees en taalonderwijs ICT inhoudelijk Handelings Gericht Werken: Groepsplan en groepsoverzicht Rekenen Toolbox borging KIK omzetting naar KMS INK model implementeren Werkgroepenmodel borging Opstellen zorgjaarplan Opstellen Schoolgids Evalueren en opstellen schoolplan Toolbox borging Individuele handelingsplan OPP borging Opbrengst Gericht Werken. ParnasSys implementeren Voortgangsgesprekken Functioneringsgesprekken Beoordelingsgesprekken Scholing (individueel / team) Professionalisering (individueel / team) Uitvoering geven aan functiemix Jaarverslag en Jaarplan Managementrapportage Evaluatie, vervanging methode
Betrokkenen Team, Zorg, Directie en externen
Team en directie Team en directie Team Team en Zorg Team en directie Team, Zorg, Directie Directie Directie Team en Directie Zorg Directie Directie Zorg en directie Team en Zorg Team en Zorg Team, zorg en directie Zorg en directie Team en directie Team en directie Team en directie Team en directie Team en directie Directie Directie Directie Team en directie
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 51
7.2 Schematisch overzicht Om te komen tot een transparant overzicht van de bovengenoemde plancyclus zijn in de onderstaande tabel jaarlijkse (routine) acties weggelaten die onderdeel zijn van vastgesteld en geborgd beleid. Te denken valt hierbij aan de aanschaf van leermiddelen (verbruiksmaterialen; oriëntatie op en keuze van nieuwe methodes worden wel vermeld), taakbeleid, volgen van verplichte BHV - cursus, maken jaarplannen, etc. Het onderwijs is bij uitstek een werkveld dat continu in beweging is. Het is dus zaak om een goede balans te vinden tussen willen en kunnen. Om de lijst met beleidsvoornemens overzichtelijk te houden (en daardoor scherp op het netvlies van elke medewerker) zijn onze plannen allemaal onder te brengen in de volgende onderstaande categorieën: Tegenover alles wat niet in deze categorieën past, maar wel op ons pad komt, wordt uitermate terughoudend gereageerd. Onderwerp
Schoolconcept 1.Nadere invulling geven aan het schoolconcept passend / inclusief onderwijs. 2.Beleidstuk ontwikkeling in relatie tot het schoolplan Onderwerp
Onderwijskundige vormgeving 1.Ontwikkelen leesbeleidsplan (zie planning werkgroep) 2.Ontwikkelen taalbeleidsplan (zie planning werkgroep) 3.Ontwikkelen rekenbeleidsplan(zie planning werkgroep) 4,Actualiseren ICT beleidsplan (zie planning werkgroep) 5. Invoering HGW 6.Implementatie HGW 7.Borging HGW Onderwerp
Kwaliteitszorg 1.Invoering (en implementatie) ParnasSys Leerlingadministratie Leerlingvolgsysteem 2.Invoering (en implementatie) Integraal ParnasSys Invullen basisvragenlijst (team) Houden personeelstevredenheidspeiling Houden oudertevredenheidspeiling Houden leerling enquête 3.Invullen managementrapportage INK (OVO-po) en uitvoeren verbeteractiviteiten 4.Toolbox Organisatie borgen 5.Ontwikkelen jaarlijks zorgplan 6.Ontwikkelen schoolgids 7.Ontwikkelen schoolplan
2011 2012
2012 2013
2013 2014
2014 2015
X
X
X
X
X
X
X
X
2011 2012
2012 2013
2013 2014
2014 2015
X X X X X X
X X X
X X X X
X X
X X
X
2011 2012
2012 2013
2013 2014
2014 2015
X X
X X
X X
X X
X
X X
X
X X
X
X X
X
X X X
X X X
X X X
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
X X X X X X
Pagina 52
Onderwerp
Zorgbegeleiding 1. Toolbox Zorg borgen 2. Opbrengstgericht werken Toetsgegevens analyseren volgens formats Formuleren streefdoelen tav. de opbrengsten Analyseren resultaten (maken trendanalyses en opstellen actieplan 3.HP en OPP invullen en evalueren 4.Invullen ParnasSys leerlingvolgsysteem 5.Ontwikkkelen jaarlijks zorgplan Onderwerp
2011 2012
2012 2013
2013 2014
2014 2015
X X X X X
X X X X X
X X X X X
X X X X X
X X X
X X X
X X X
X X X
2011 2012
2012 2013
2013 2014
2014 2015
X X
X
X X
X
X X X
X X X
X X X
X X X X
2011 2012
2012 2013
2013 2014
2014 2015
X X
X X
X X
X X
IPB 1.Voortgangsgesprekken 2.Functioneringsgesprekken 3.Beoordelingsgesprekken 4.Scholing (individueel / team) 5.Professionalisering (individueel / team) 6.Uitvoering geven aan functiemix Onderwerp
Management 1.Ontwikkelen jaarplan en jaarverslag 2. Opstellen Marap
2011 2012 Meerjaren investeringplanning (MIP) 1.Lezen: Borgen Estafette Evaluatie Estafette Oriëntatie Nieuwsbegrip (XL) Aanschaf en implementatie Nieuwsbegrip Evaluatie Goed Gelezen Borgen Schatkist 2.Taal: Evaluatie Taalactief Oriëntatie nieuwe taalmethode 3.Rekenen: Invoeren nieuwe rekenmethode Implementatie en borgen methode rekenen Evaluatie nieuwe rekenmethode
2012 2013
2013 2014
2014 2015
X X
X
X X X X
X X
X X X X
X X
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 53
4.Engels: Invoeren nieuwe methode Engels Implementatie en borgen methode Engelse Taal Evaluatie nieuwe methode Engels 5.Verkeer: Invoeren nieuwe methode verkeer Implementatie en borgenmethode verkeer Evaluatie nieuwe methode verkeer 6.Techniek: Aanschaf Techniek materiaal 7.Zintuiglijke ontwikkeling: Aanschaf tbv. zintuiglijke ontwikkeling 8.ICT: Aanschaf , vervanging PC;s Aanschaf , vervanging Digiborden
X X X X X
X
X
X
X
X X
X X X
Werkwijze Als duidelijk is welke activiteiten worden uitgevoerd, kan er een planning worden gemaakt. In een goede planning wordt beschreven hoe de verbeteractie zelf wordt aangepakt: wie gaat wat wanneer doen? Daarnaast wordt om schreven hoe de aansturing van de verbeteractiviteit wordt aangepakt: op welke momenten staat het onderwerp op de agenda, wat gebeurt er als de planning niet gehaald wordt, wat is de betrokkenheid van de schoolleiding etc. ? Per verbeteractiviteit wordt vastgesteld: Wat de activiteit inhoudt. Wanneer de activiteit wordt afgerond. Wie verantwoordelijk is het uitvoeren voor de activiteit. Wie verantwoordelijk is voor het bewaken van de voortgang van de activiteit. Welke middelen worden ingezet: tijd, geld. Wie - naast de direct betrokkenen - over de activiteit wordt geïnformeerd: ouders, leerlingen, medewerkers, onderwijsinspectie, gemeente? Wie eventueel inspraak hebben tijdens de uitvoering van de verbeteractiviteit. Welke belemmeringen er mogelijk zijn en hoe die worden tegengegaan. Over de aansturing van het verbeterproject moeten apart afspraken worden gemaakt: Op welke momenten wordt de schoolleiding geïnformeerd? Hoe wordt de schoolleiding geïnformeerd? Op welke moment wordt verantwoording afgelegd over de voortgang van de verbeteractie? Hoe wordt de voortgang geagendeerd? Overleg over de voortgang van een activiteit kan grotendeels gebeuren binnen de normale overlegvormen van de school. Het is uiterst belangrijk dat de afspraken over het bewaken van de voortgang worden nagekomen, ook als de dagelijkse hectiek de aandacht opeist of als de voortgang stagneert. Juist situaties waarin de planning niet gehaald lijkt te worden, vragen immers om actie: meer sturing, meer tijd, andere betrokkenen, enzovoort. Natuurlijk is een planning geen doel, maar een middel. Het gaat erom de kans op succes - het slagen van de verbeteractie - te vergroten. In het kader van kwaliteitszorg worden alle verbetertrajecten afgerond met een evaluatie. In de evaluatie staan drie vragen centraal: Zijn de gewenste opbrengsten gerealiseerd? Zijn de activiteiten volgens planning verlopen? Wat kunnen we van het verbetertraject leren? Wat ging goed? Wat ging minder goed? De evaluatie vormt de afronding van het verbetertraject: door te leren van de voorafgaande
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 54
periode worden verbeteringen mogelijk voor de komende periode.
Hoofdstuk 8 8.1
Overige beleidsterreinen op stichting OVO niveau
Ons algemeen strategisch beleid
In het bestuursondernemingsplan 2011-2015 van stichting OVO wordt het strategisch beleid geformuleerd.
8.2
Ons financieel beleid
8.2.1 Visie van stichting OVO Solide financiële basis De Stichting en de afzonderlijke scholen moeten zorgen voor een solide financiële basis. Dat komt tot uiting in een sluitende begroting, minimaal een sluitende exploitatierekening, een gezien de risico’s voldoende groot eigen vermogen (=reserves) en adequate voorzieningen. Omvang van reserves en voorzieningen worden mede afgeleid van een door OVO uit te voeren risicoanalyse en daarbij behorend stelsel van maatregelen in het kader van risico-management. Als richtlijn ter bepaling van streefcijfers met betrekking tot de hoogte van deze kengetallen zullen we kijken naar aanwezige benchmark in de sector en onze streefcijfers hierop afstemmen. Wij werken met een gestructureerde, financiële planning- en controlcyclus. Deze cyclus is ingebed in de jaarkalender en komt in grote lijn neer op het traject van begroting, periodieke managementrapportages, (kader)zomernota, updates van begrotingen, (mogelijk een begrotingswijziging) en tenslotte de jaarrekening. In het kader van ‘ondernemerschap’ dient in de diverse situaties de juiste balans gezocht te worden tussen investeren en reserveren.
8.3
Sponsoring
De school voert een terughoudend beleid ten aanzien van de aanvaarding van materiële of geldelijke bijdragen. We doen het zeker niet wanneer daar naar leerlingen toe bepaalde verplichtingen aan verbonden zouden worden. We spreken op school over sponsoring als derden aan de school, ouders, leerlingen en leerkrachten geld of goederen geven, waarvoor geen tegenprestatie wordt verlangd. De MR zal elk individueel geval beoordelen en heeft op dit gebied het instemmingsrecht. Ten aanzien van gesponsord lesmateriaal geldt in ieder geval, dat dit niet in strijd mag zijn met het onderwijsaanbod en de aan lesmateriaal door ons gestelde kwalitatieve eisen. Bovendien mag het lesmateriaal niet eenzijdig op de sponsor gericht zijn met algemeen geldende wetgeving op dit terrein en mag het ook niet de onderwijsinhoud en de continuïteit bedreigen.
8.4
Ons huisvesting en materieel beleid.
De rijksvergoeding vormt de basis voor financiële huishouding van de school. Een deel van deze bekostiging wordt door het bestuur gebruikt om beleidsonderwerpen en beleidsondersteuning, bedoeld voor de totale organisatie, te financieren. Het financiële beleid van de school wordt uitgevoerd binnen de beleidskaders van het bestuur. De vervanging van methoden, leer- en hulpmiddelen en meubilair wordt via de meerjarenbegroting en de investeringsbegroting geactiveerd. Voor de verschillende vervangingen gelden vanzelfsprekend verschillende afschrijvingstermijnen. Naar aanleiding van het bestuurlijke meerjaren onderhoudsplan worden de voornemens voor de komende periode vermeld.
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 55
8.5
Ons relationeel beleid
Communicatielijnen OVO-PO
Ouders/verzorgers
Leerkrachten/school leerlingen
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 56
8.6
Onze zorg voor kwaliteit
De kwaliteitszorg wordt als volgt vorm gegeven: 1. Bestuurs Ondernemingsplan OVO 2011-2015 t.b.v. PO, VO en stafbureau- resp. Stichting OVO
2a Vierjaarlijkse beleidsplannen op het bovenschool niveau van het PO (2011-2015) 2b Schoolplannen (op schoolniveau van PO & VO - idem) 2c Vierjaarlijks beleidsplan op niveau stafbureau (idem) 3a Jaarplannen van het bovenschools PO (2011-2012-2013-2014-2015) 3b Jaarplannen op schoolniveau PO & VO (idem) 3c Jaarplan op het niveau van het stafbureau (idem) 4. Managementrapportages INK & verbeteractiviteiten 4a op niveau van BS OVO-PO & VO (2011-2012-2013-2014-2015) 4b op schoolniveau PO & VO (idem) 4c op het niveau van het stafbureau (idem) 5a Jaarverslagen BS PO & VO (2011-2012-2013-2014-2015) 5b Jaarverslagen op schoolniveau PO & VO (idem) 5c Jaarverslag op niveau van stafbureau/stichting (idem)
Toelichting: Het plannen gebeurt m.n. bij de punten 1 t/m 3; meten, vergelijken, evalueren en (bij)sturen m.n. bij 4. In het Bestuurs Ondernemingsplan worden KSF, PI en algemene doelstellingen voor de komende vier jaren beschreven voor de gehele stichting. (Dus voor het PO, het VO én het stafbureau voor de jaren 2011-2015). In wezen is het BOP de beleidsparaplu voor de verschillende niveaus die bij OVO te onderkennen zijn en is daarmee de beleidsonderlegger van stichting OVO, voor de komende vier jaar; 1.In de vierjarenplannen (documenten – serie 2; 2011-2015) wordt de fasering van de uitwerking van de doelstellingen aangegeven, zodat duidelijk wordt in welk jaar aan welke doelstellingen wordt gewerkt. Deze vierjarenplannen worden geschreven op het niveau van en waarin de speerpunten worden benoemd: Het vierjaarlijks beleid van het bovenschools management van OVO-PO De vierjaarlijkse schoolplannen van het scholen van het primair onderwijs van OVO 2.In de jaarplannen (documenten – serie 3; 2011; 2012; 2013; 2014 en 2015) worden de doelstellingen zo meetbaar mogelijk geformuleerd en speerpunten benoemd. Deze punten krijgen en hebben prioriteit in het realiseren van de doelstellingen in het bepaalde jaar. Ook wordt in de jaarplannen beschreven, wie de verantwoordelijke is om de doelstellingen te realiseren. De doelstellingen worden vervolgens vertaald in het INKmodel. Ook deze jaarplannen worden op de hierboven geformuleerde niveaus uitgewerkt. 3.In de managementrapportages (documenten – serie 4; 2011; 2012; 2013; 2014 en 2015) worden de opbrengsten van de jaardoelstellingen (in ieder geval voor het PO) volgens het INK-model beschreven. Sturingsindicatoren en speerpunten worden benoemd. Deze rapportages worden eveneens op de hierboven geformuleerde niveaus uitgewerkt. De opbrengsten van de doelstellingen worden per halfjaar gemonitord en gemeten, middels dashboards. De uitkomsten daarvan worden op bovenschool- en op schoolniveau geëvalueerd, vergeleken, geanalyseerd en zo nodig bijgestuurd, middels SMART -geformuleerde verbeteractiviteiten in het zogenaamde halfjaarlijks -verbeterplan. Het bevoegd gezag bewaakt op deze wijze, dat de gewenste kwaliteit op de school wordt gerealiseerd. Tevens heeft het bevoegd gezag middels deze werkwijze zich op welke maatregelen nodig zijn ter verbetering van de kwaliteit op de school en of deze maatregelen adequaat op de scholen worden uitgevoerd. De wijze waarop dit gebeurt staat uitgebreid beschreven in het kader Opbrengstgericht werken en de documenten kwaliteitszorg bij OVO-PO (documentserie 1 t/m 4; zie hierboven). 4.In de jaarverslagen (2011; 2012; 2013; 2014 en 2015) wordt voor elk niveau verantwoording afgelegd. In de jaarverslagen wordt aan de stakeholders verantwoord wat de jaaropbrengsten zijn, wat er wel is bereikt, wat niet en eventueel waarom niet. (bevorderende en belemmerende factoren) Zie bijlage het strategisch bovenschools vierjaren beleidsplan en planning voor 2011-2015.
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 57
Lijst met afkortingen ACA AKO ASV AVI BHV BIG BIO BOP BSO CBSK CED CITO - lvs CLB HGW HP IB ICT INK IPB JVK KIK KMS LGF MIP MT MR NTO OBS OGW OVG OVO-PO PAP PBS PC PCL PDCA PKO PO POP PVA REC RT SBO SCOL SMART SPON SVL SWV VVE VWO WEC WOT WPO WSnS
Analyse Conclusie Actie model Afsluitend kwaliteitsonderzoek Algemene schoolverkenning Analyse van Individualiseringsvormen Bedrijfshulpverlener Beroepen In Gezondheidszorg beroepen in het onderwijs Bedrijfsondernemingsplan Buitenschoolse opvang Competentiebelevingsschaal voor Kinderen Centraal educatieve dienst Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling. Leerlingvolgsysteem Centrum Leerling begeleiding Handelingsgericht werken Handelingsplan Intern Begeleider Informatie Communicatie Technologie Instituut Nederlandse Kwaliteit. Intergraal Personeelsbeleid Jeugd verkeerskrant Kaart in Kwaliteit Kwaliteitsmeetinstrument voor scholen Leerling Gebonden Financiering Meerjaren investeringsplanning Management Team Medezeggenschapsraad een organisatie voor schoolontwikkeling Openbare Basisschool Opbrengst Gericht Werken Onderwijs Voorrang Gebied Openbaar Verenigd Onderwijs Primair onderwijs Persoonlijk actieplan Positive Behaviour Support Protestant Christelijk Permanentie Commissie Leerlingenzorg Plan Do Check Act Periodiek kwaliteitsonderzoek Passend Onderwijs Persoonlijk ontwikkelingsplan Plan van Aanpak Regionale Expertise Centra Remedial teaching Speciaal basisonderwijs Sociale Competentie Observatie Lijst Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Tijdsgebonden Specialisten in speciaal onderwijs School vragenlijst Samenwerkingsverband Vroegtijdige Voorschoolse Educatie Voortgezet Wetenschappelijk Onderwijs Wet op Expertise Centra Wet op het Onderwijs Toezicht Wet Primair Onderwijs Weer Samen naar School
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 58
Formulier ‘instemming met schoolplan’
FORMULIER "Instemming met schoolplan"
School:
OBS De Driemaster
Adres:
Pietersweer 32
Postcode/plaats:
3371 PN Hardinxveld - Giessendam
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------VERKLARING
De Medezeggenschapsraad van bovengenoemde school stemt in met het van 2011
tot 2015
geldende schoolplan van deze school..
Namens de Medezeggenschapsraad, Dhr. Jaco Verbaan Hardinxveld - Giessendam 1 september 2011
Dhr. J, Verbaan Voorzitter medezeggenschapsraad
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 59
FORMULIER "Vaststelling van schoolplan"
School:
OBS De Driemaster 11TX
Adres:
Pietersweer 32
Postcode/plaats:
3371 PN Hardinxveld Giessendam
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------VERKLARING
Het bevoegd gezag van bovengenoemde school heeft het van 2 011
tot 2015 *
geldende schoolplan van deze school vastgesteld.
Namens het bevoegd gezag, Dhr, A.G Goedegebuur Gorinchem 1 september 2011
Dhr. A.G. Goedegebuur Bovenschoolsdirecteur stichting OVO
Schoolplan 2011 – 2015 O.B.S. De Driemaster Hardinxveld -
Pagina 60