PHT CONVENT
4 oktober 2013
PHT CLUBLIED 2003-2005 Wijze: The Wild Rover Tekst: Michael Tourné (v. Shady) De echte sapammers in hart en in nier Die houden van zuipen en van goed vertier Vrouwen en mannen, ja zelfs Lorenzo Wij lachen met alles, ook met nen dodo Dat is P-H-T, PHT voor altijd Pinteuh hoereuh tetteuh, tot de dood ons scheidt Wouter en Bugzke die brachten 't op gang We blijven ze trouw ons heel leven lang Op elke moment en overal Drinken w'ons zat en doen marginaal Dat is P-H-T, PHT voor altijd Pinteuh hoereuh tetteuh, tot de dood ons scheidt Dat is P-H-T, PHT voor altijd Pinteuh hoereuh tetteuh, tot de dood ons scheidt Dit clublied was echter een schaamteloze rip-off van het originele clublied van PSW. Vermits PHT underground bleef de 1e twee jaar maakte dit ook niet veel uit, maar toen besloten werd om linten te dragen en ons als officiële club te profileren, werd toch gekozen om een nieuw clublied te schrijven uit respect voor onze mede-Markiesclub. Hiervoor werd een wedstrijd uitgeschreven die uiteindelijk gewonnen werd door Kenneth Moonen (v. Joxer). Zoek hieronder zelf de verschillen met het clublied van PSW (dat in 2004 zelf een update kreeg naar hun huidige clublied). Wij zijn politiekers, in hart en in nier (anciens: lever) Wij houden van zuipen, en van goed vertier D'Anciens of de schachten het maakt ni veel uit Pakt u nog een pint en zingt mee voluit Dat is P S W, PSW voor altijd Wij blijven altijd feesten tot de dood ons scheidt Koboom en de Weurre , brachten 't op gang Wij blijven ze trouw, ons heel leven lang In elk cafeke, aan elken toog Vindt g'ons altijd met hetzelfde betoog Dat is P S W, PSW voor altijd Wij blijven altijd feesten tot de dood ons scheidt
2
HONDERD SEMESTERS Honderd Semesters wordt gezongen ter ere van de oud-studenten die 50 jaar (100 semesters) lid zijn van de vereniging. Het lied is een vertaling van het Duitse lied: Als ich schlummernd lag heut' Nacht, dat geschreven werd in 1885. De Duitse tekst is van Adolf Katsch (1813 - Oppenau, 1906) en de melodie van Adolf Schlieben (Landsberg, 1828 - Wiesbaden, 1896). Het lied bevat het volledige gaudeamus igitur (wat op zijn beurt een lied uit 1781 van de hand van de Duitse theologiestudent Christian Wilhelm Kindleben is). Als ik sluimerde te nacht, Zijn er mooie dromen Uit mijn jeugd in volle pracht, Voor mijn geest gekomen; Schachten zaten schuw en jong Rond een tafel neder En uit volle borst weerklonk 't Lied der lied'ren weder: Gaudeamus igitur, juvenes dum sumus; Post jecundam juventutem Post molestam senectutem, Nos Habebit Humus. Blauwe tabak riekt en rookt Rond de volle flessen, Kelen branden, 't herte kookt: 't koele bier zal 't lessen; Schachten die vol eerbied rond De oude tafel tronen Zingen nu met ronden mond en in losse tonen. Ubi sunt qui ante nos in mundo fuere? Vadite ad superos, transité ad inferos, Ubi Jam fuere. Toen ontwaakte ik, klokkeklaar, Ruiste 't door mijn oren: Heden zijt gij 70 jaar Dag op Dag geboren; De semester die ge sluit Prijkt met nummer honderd. 'k Was al gauw mijn ogen uit En 't klonk gans verwonderd. Vita nostra bervis est, brevi finietur Venit mors velociter, rapit nos atrociter, Nemeni parcetur. In mijn bedde sprong ik recht, 'k riep: wat heeft me 't leven Toch in weinig tijd, veel slecht En veel goed gegeven; 3
Heden ken ik drang nog druk, Ken ik zorg noch plagen, Slechts de lente en slechts 't geluk Uit mijn jonge dagen. Vivat Academia, vivant professores, Vivat membrum quodlibet, vivant membra quaelibet, Semper sint in flore! Mijn studententijd verliep Rap, lijk lopend water, En het werk'lijk leven riep Mij uit de Alma Mater. Maar filistreren deed ik niet: Hoog, op gouden zwingen, Heb ik steeds mijn liefdelied Jub'lend durven zingen. Vivant omnes virgines, graciles, formosae! Vivant et mulieres, tenerae, amabiles, Bonae, laboriosae! Vrouw en kind'ren aan mijn hand. Heb ik deugd van 't leven; Nuttig zijn aan 't Vaderland Was mijn doel in 't streven; En heb ik soms alles niet Wat ik kon, gegeven, Trouw in vreugde en in verdriet Ben ik toch gebleven. Vivat et respublica et qui illiam regit! Vivat nostra civitas, maecenatum caritas Quae nos hic protegit! 't Oud latijnse liedje gaf 't beeld van heel mijn leven, Van de wieg tot aan het graf. En 'k en zal niet beven Voor de dood, want tot heur spijt, Al een teugje drinkend, Zal, lijk in mijn schachtentijd, Nog mijn liedje klinken. Pereat tristitia, pereant osores, Pereat diabolis, quivis antiburchius Atque irrisores!
4
SLAAT OP DEN TROMMELE Slaat op den trommele werd door pastoor Arent Dircxz. Vos geschreven en verscheen in 'Nieuw Geuzenliedboek' uit 1581. De schrijver werd in 1570 geëxecuteerd voor beeldenstormerij en van het bezit van een 'oproerich referein of rondeel' (waarschijnlijk dit lied). 1. Slaat op den trommele van dirredomdeine, Slaat op den trommele van dirredomdoes; Slaat op den trommele van dirredomdeine, Vive le Geus is nu de leus! 2. De inquisitie godverge en schande, De inquisitie zo bloeddorstig en fel, De inquisitie zal ter helle verbranden, En ze verliest haar valse spel! 3. Vive le Geus! wilt christelijk leven, Vive le Geus! houdt fraaien moed; Vive le Geus! God behoed' u voor sneven, Vive le Geus! edel Christenbloed! 4. Of laat intijds nog, Gods woord te krenken, Of laat intijds nog uw goddeloos spel; Of laat intijds, och wilt u bedenken, Of laat intijds, valt God niet rebel.
5
TARABOEMDERY Veel is niet over dit nummer bekend, behalve dat het een Afrikaans volksliedje zou zijn. De titel komt ook overeen met een toneelstuk (een “humoristisch drama”) uit 1977 van de Zuid-Afrikaanse auteur Chris Barnard. In dit verhaal komt plots een vreemdeling, Koot, op de proppen met zijn wagen, wijn en zijn gitaar. Voor de aantrekkelijke Francien, haar impotente man Buks, de eenvoudige Ewert en zijn zus, de ouwe vrijster Breggie, zal het leven in het dorpje Kamagas nooit meer hetzelfde zijn, want de vreemdeling brengt muziek en wilde verwachtingen. Wat de exacte link tussen het lied en het toneelstuk is, blijft onduidelijk. Een nog onduidelijkere link is er met een Italiaans nummer, genaamd “Tic e Tic e Toc”. Exact dezelfde melodie, zelfde thema, maar toch geen letterlijke vertaling… Wat is het origineel en wie heeft het ooit vertaald van Italiaans naar Afrikaans of vice-versa? Ta-ra-boem-de-ry, my vaalhaar-nooientjie, ta-ra-boem-de-ry, o wees nie bang nie, nee, o nee, o nee, dis nie meer lank nie, dan is ek weer aan jou sy. Ta-ra-boem-de-ry, ra-boem-de-ry, boem-de-ry, ta-ra-boem-de-ry, ra-boem-de-ry, boem-de-ry. Ta-ra-boem-de-ry, my vaalhaar-nooientjie, ta-ra-boem-de-ry, hoor jy my sange? Wee, o wee, o wee, die groot verlange! Ag, hoe wreed dat ons moes skei! Ta-ra-boem-de-ry, ra-boem-de-ry, boem-de-ry, ta-ra-boem-de-ry, ra-boem-de-ry, boem-de-ry. Ta-ra-boem-de-ry, my vaalhaar-nooientjie, ta-ra-boem-de-ry, hoe lank die nagte? Ja, o ja, o ja, dis ween en klagte! Treur jy, liefling, ook oor my? Ta-ra-boem-de-ry, ra-boem-de-ry, boem-de-ry, ta-ra-boem-de-ry, ra-boem-de-ry, boem-de-ry. Ta-ra-boem-de-ry, my vaalhaar-nooientjie, ta-ra-boem-de-ry, verwag my môre. Blye, blye dag, vergeet van sorge! Tyd van skeiding is verby.
6
POLLY WOLLY DOODLE Dit lied werd voor het 1st gepubliceerd in een liederboek voor studenten aan Harvard in 1880. De oorsprong wordt toegeschreven aan een groep minstrelen uit de jaren 1840. De Tyrolese Minstrel Family toerde door de VS met Europese folk songs. Vier werkloze blanke acteurs, beslisten om een parodie te maken hierop en liederen te brengen in een Afro-Amerikaanse stijl. Zijn noemden zichzelf Dan Emmett's Virginia Minstrels. Zij waren heel succesvol in die tijd en nummers als “Polly-Wolly-Doodle” en “Blue Tail Fly” zijn tot op de dag van vandaag bekend. Volgens sommige bronnen zou Polly-Wolly Doodle de dochter zijn van Yankee Doodle (die we terugvinden in codexliederen “Yankee Doodle” en “Old Mac Doodle”. De historische correctheid hiervan valt echter te betwijfelen. In de originele tekst is de zin “I jumped upon a nigger” niet terug te vinden. Het gaat oorspronkelijk blijkbaar over een alligator “I jumped upon a gator”. De “neger”-verwijzing is een versie die pas later opduikt aan de kanten van Mississippi. Dat dit rond de periode was dat de KKK heel actief was in die contreien roept wel enkele vragen op over de politieke correctheid van de codex natuurlijk 1 Oh, I went down South For to see my Sal Polly wolly doodle all the day My Sal, she's a spunky gal Polly wolly doodle all the day REFREIN Fare thee well, Fare thee well, Fare thee well my fairy fay For I'm going to Lou'siana For to see my Susyanna Sing Polly wolly doodle all the day 2 Oh, my Sal, she is A maiden fair Polly wolly doodle all the day With curly eyes And laughing hair Polly wolly doodle all the day REFREIN 3 I came to a river and couldn't get across Sing Polly wolly doodle all the day I jumped on a gator and thought he was a hoss Sing Polly wolly doodle all the day. REFREIN 7
4 Oh, a grasshopper sittin' On a railroad track Polly wolly doodle all the day A-pickin' his teeth With a carpet tack Polly wolly doodle all the day REFREIN 5 Behind the barn, Down on my knees Polly wolly doodle all the day I thought I heard A chicken sneeze Polly wolly doodle all the day He sneezed so hard With the whooping cough Polly wolly doodle all the day He sneezed his head And the tail right off Polly wolly doodle all the day REFREIN 6 I went to the barn and I opened the door Polly wolly doodle all the day Thought I heard a chicken snore Polly wolly doodle all the day It was only the rooster saying his prayers Polly wolly doodle all the day Thanking the Lord for the hens upstairs Polly wolly doodle all the day REFREIN 7 Oh, I went to bed But it wasn't any use Polly wolly doodle all the day My feet stuck out Like a chicken roost Polly wolly doodle all the day
8