PhotoShop Les 1 - Werken met lagen, kleuren en transparantie Een digitale foto is een eigenlijk een simpel ding. Als je hem van heel erg dichtbij bekijkt is het niets meer dan een aantal rijen en kolommen van gekleurde beeldpunten (pixels) die samen, als je ze van een afstandje bekijkt, figuren gaan vormen. Deze gekleurde beeldpuntjes kun je natuurlijk één voor één een ander kleurtje geven als je bijvoorbeeld een stukje tekst in de foto wilt zetten, maar dat is veel werk, en bovendien raak je het overzicht kwijt als je pixel voor pixel gaat veranderen. Daarom maken we gebruik van een eenvoudige beeldbewerker, zoals Irfan View, of een meer geavanceerde beeldbewerker, zoals PhotoShop, die nauwkeurig en snel deze functies kan verrichten. Als je een afbeelding rechtstreeks in de afbeelding zelf gaat bewerken, dan loop je het risico dat je bijvoorbeeld iets weggooit wat achteraf toch eigenlijk niet de bedoeling was. In een goede beeldbewerker, zoals PhotoShop of Paint Shop Pro, kun echter je afbeeldingen bewerken en aanpassen door de diverse toevoegingen en effecten die je wilt toepassen op aparte lagen uit te voeren. Een laag werkt als het ware als een transparante overheadsheet (zie afbeelding). Je kunt van alles op zo'n laag zetten, en die laag kun je vervolgens nog verschuiven, groter of kleiner maken, en met andere lagen van plaats verwisselen, zonder dat de originele afbeelding veranderd wordt. Als je dus iets niet goed doet, of de aanpassingen toch eigenlijk niet zo mooi vindt, dan hoef je dus alleen maar de betreffende laag weg te gooien, terwijl er niets met je originele afbeelding is gebeurd. Downloaden Allereerst gaan we de benodigde afbeeldingen voor dit practicum downloaden. Het betreft een gezipt bestand dat je in c:\werkmap van je computer moet plaatsen. Pak daarna in de werkmap het bestand uit zodat de benodigde bestanden beschikbaar komen.
1 Download het gecomprimeerd bestand photoshop bestanden (Photoshop strand.zip) met de afbeeldingen en bewaar het in c:\werkmap, daarna unzippen en de bestanden staan gereed.
2 Start Adobe PhotoShop Je kunt het programma op school vinden bij het vak informatica onderdeel Adobe CS6. Informatica - werken met photoshop les 1
pagina 1
De verschillende gereedschappen die je nodig kunt hebben bij het bewerken van de beelden staan bij elkaar gegroepeerd in werkbalken en paletten. De werkbalken bevatten meestal de zaken die je gedurende je gehele project nodig hebt, zoals opslaan in de werkbalk standaard, of het selectiegereedschap in de werkbalk gereedschappen. De paletten bevatten meestal specifiekere gereedschappen, gericht op één taak. Het werkgebied waarop getekend wordt noem je de canvas.
In de afbeelding zie je de Engelse benamingen. Het is handig dat je zowel met de Engelse als met de Nederlandse aanduiding overweg kan. De verschillende paletten kun je activeren via het rolmenu Venster of Window van de menubalk.
3 Zorg ervoor dat het palet lagen zichtbaar is. Als het palet lagen niet zichtbaar is kun je dit zichtbaar maken met | Venster | Lagen | Informatica - werken met photoshop les 1
pagina 2
We gaan nu een collage van een strand maken door verschillende afbeeldingen te combineren tot één geheel. De benodigde afbeeldingen staan in de map Photoshop strand van de werkmap.
We gaan een landschap opbouwen uit verscheidene lagen. Er zal hierbij met name aandacht besteed worden aan het nut van lagen en transparantie. Sla je werk regelmatig op onder de naam strand.
4 Open de foto leegstrand uit de map Photoshop strand | Bestand | openen | Leegstrand | OK |
Informatica - werken met photoshop les 1
pagina 3
5a Open het bestand palmtree.psd. Daarna | Venster | Ordenen | Zweven in venster | om het onderstaande resultaat te bereiken.
5b Je ziet nu dat de afbeelding als een apart venster op je werkblad staat. Importeer het in je document door het er in te slepen. Zorg hiervoor dat in de (linker) toolbox het tooltje verplaatsen is geactiveerd. Klik op de palmboom en sleep deze in het venster van het leegstrand. Je ziet nu rechts in het paletten venster dat er een nieuwe laag is aangemaakt. Zoals je ziet is Laag 1 blauw hetgeen betekent dat deze actief is en dus bewerkt kan worden.
Informatica - werken met photoshop les 1
pagina 4
6a Zorg er nu voor dat de palmboom gedraaid wordt zodat je het gewenste resultaat krijgt. Dit doe je door eerst bewerken en daarna vrije transformatie aan te klikken. Als het klaar is een dubbelklik om het resultaat vast te houden. Dit geeft het volgende resultaat. De pijlen met tekst geven aan hoe je moet roteren en het formaat kunt wijzigen. Je ziet ze dus niet op jouw scherm.
6b Herhaal het vorige nogmaals zodat je 2 palmbomen op het strand hebt staan.
7a Open het bestand strandstoel.psd Je merkt dat de stoel de verkeerde kant opstaat. Dit kun je veranderen via | Bewerken | Tranformatie | Horizontaal omdraaien | en daarna sleep je de stoel in je foto (net zoals in opdracht 5 met de palmboom). Klik daarna het venster met de stoel weg.
7b Maak de grootte van de stoel in de afbeelding naar wens. Informatica - werken met photoshop les 1
pagina 5
Als het goed is heb je nu drie nieuwe lagen (exclusief de 'Achtergrond' laag). Om wat overzicht te krijgen in je document geef je eerst alle lagen een relevante naam.
8a Geef elke laag een relevant naam. Daartoe dubbelklik je op de naam van een laag en pas je de naam aan.
8b Vervolgens ga je lagen groeperen in een “Lagengroep”. Zo’n nieuwe map (groep) kun je aanmaken door onderin je “Lagenpalette” op het pictogram “Nieuwe groep maken” te klikken. Sleep nu je lagen (palmbomen) in de zojuist aangemaakte map “Bomen” (zie afbeelding). Voor elke laag zie je een icoontje van een oog staan, wat aangeeft of je laag weergegeven wordt of niet. Door op dit icoontje te klikken kun je lagen verbergen of juist weer tonen. Om overzicht te houden in de volgende stappen is het makkelijk om te zorgen dat je alleen de laag toont waarmee gewerkt wordt. Ook kun je een laag op slot doen door de laag te selecteren en dan op het slotje te klikken. Dit heeft als effect dat je de laag niet meer per ongeluk kunt bewerken.
9a Je zit op het strand onder de palmbomen en wilt ook graag wat schaduw hiervan. De volgende stap is dus het maken van een schaduw van de palmbomen. Als het goed is heb je de afbeelding van de palmboom nog op je werkblad staan in een apart venster. Zo niet dan moet je hem weer ophalen door het bestand "Palmtree.psd" opnieuw te openen. Zorg dat dit venster actief is en ga dan via Afbeelding en Modus naar Grijswaarden en klik hierop zodat er een vinkje voor komt te staan. Een eventueel meldingsvenster moet je negeren.
Het voorgaande kon je ook voor elkaar krijgen door de 'gewone palmboom' in de canvas te slepen en daarna op de actieve laag van die palmboom te kiezen voor | Afbeelding | Aanpassingen | Zwart-Wit |. Het voordeel daarvan is dat je met diverse instellingen kunt kiezen hoe je zwart-wit eruit moet komen zien. Probeer het maar eens uit.
Informatica - werken met photoshop les 1
pagina 6
9b Je ziet nu dat de palmboom geen kleuren meer heeft en alleen maar bestaat uit grijstinten. Nu ga je de afbeelding vervagen door middel van de dekking aan te passen. Zet deze ongeveer op 60 %.
10 Nu gaan we de (schaduw) bomen in de foto plaatsen en speel dan wat met vrije transformatie, dekking enz. totdat je de schaduw op de plek hebt waar je hem wil hebben.
11 Door nu weer een nieuwe lagenmap aan te maken en hierin de schaduwen te plaatsen blijft de lagenstructuur overzichtelijk. Maak een en ander eens zoals in de getoonde afbeelding.
12 Gebruik je gum tool om ongewenste schaduw weg te poetsen. Let er wel op dat je de goede laag selecteert voordat je gaat gummen. Uiteindelijk is het de bedoeling dat je tot het volgende resultaat bent gekomen (of nog komt ;-)
Als de afbeelding helemaal naar je wens is sla je het geheel nog eenmaal op als strandbewerkt.psd. Dit psd-bestand (photoshop bestand) bevat nog alle afzonderlijke lagen en kun je gebruiken als je de afbeelding nog wilt bewerken. Informatica - werken met photoshop les 1
pagina 7
13 Sla nogmaals de afbeelding op als strandbewerkt.psd via | Bestand | Opslaan | Tot slot ga je de afbeelding nogmaals opslaan als een strandeind.jpg dus een .jpg-bestand. Daarbij worden alle lagen verwerkt tot één geheel. Je verkrijgt dus één bestand zonder afzonderlijke lagen. De bestandsomvang zal daarbij ook veel kleiner worden. Een reclamebureau levert het .jpg-bestand aan de klant. Het .psd-bestand blijft bij het reclamebureau. Als de klant dan nog wijzigingen wil in het ontwerp, dan is daar weer het .psd-bestand voor nodig.
14 Maak van de afbeelding een .jpg-bestand met als naam strandeind.jpg. | Bestand | Opslaan als ... | Indeling JPEG | Opslaan |
15 Vergelijk ook nog even de schijfgrootte van strandeind.psd en strandeind.jpg en noteer het resultaat. Hoeveel % is strandeind.jpg van strandeind.psd? (met berekening)
In PhotoShop les 2 ga je uit verschillende afbeeldingen een collage maken, waarbij je allerlei verschillende bestandsformaten leert converteren, zodat ze in één photoshop bestand samengevoegd kunnen worden tot een complete collage. Daarbij leer je de verschillende gereedschappen van PhotoShop gebruiken om een afbeelding uit een achtergrond te ‘frasen’:
Informatica - werken met photoshop les 1
pagina 8