PESTPROTOCOL OBS CENTRUM (bijgewerkt april 2009) Inleiding: Onze school wil alle leerlingen een veilig pedagogisch klimaat bieden, waarin zij zich harmonieus en op een positieve manier kunnen ontwikkelen. Wij vinden het belangrijk dat leerlingen met respect met elkaar omgaan, dat ze op zorgvuldige manier met materiaal omgaan en dat zij zich in schoolverband goed kunnen gedragen. Wij zijn ons ervan bewust dat dit niet altijd vanzelf gaat en dat wij de kinderen dit dus moeten leren. Het voorbeeld dat wij als leerkrachten daarbij geven (en thuis de ouders) is van groot belang. Er zal minder gepest worden in een klimaat waar duidelijkheid heerst over de omgang met elkaar, waar men elkaar respecteert en waar ruzies niet met geweld worden opgelost, maar uitgesproken. Agressief gedrag van leerkrachten, leerlingen en ouders wordt niet geaccepteerd. Ook op onze school wordt er helaas gepest. Het is een probleem dat wij onder ogen zien en dat wij serieus aan willen pakken. Twee-sporenaanpak: Om enerzijds aan een goede sfeer op school te werken en anderzijds pestgedrag op te lossen, hebben we een twee-sporenaanpak: voorkomen van pesten en aanpakken van pesten.
Voorkomen van pesten
Aanpakken van pesten
Bij het voorkomen van pesten denken we aan afspraken op schoolniveau, bijvoorbeeld het werken met een methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling, het maken van schoolregels en klassenregels, het uitleggen aan kinderen wat pesten is en hoe we dat kunnen voorkomen of stoppen. Bij het aanpakken van pesten denken we aan het toepassen van een stappenplan, concrete maatregelen om een pestsituatie te beëindigen. Zowel het voorkomen als het aanpakken wordt in dit pestprotocol nader besproken.
Het voorkomen van pesten Bij het voorkomen van pesten denken we aan afspraken op schoolniveau, bijvoorbeeld het werken met een methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling. Onze methode heet: ‘Goed gedaan!’. Hierbij wordt op een positieve en concrete manier aandacht besteed aan de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen, zodat dit bijdraagt aan een prettig schoolklimaat en de kinderen een goede basis meegeeft voor later. Goed gedaan! is een preventief programma en probeert door het bevorderen van een open en respectvol klimaat op de school, zaken als pesten te voorkomen. De methode bestaat uit zestien lessen per jaar, oftewel elke twee à drie weken een nieuwe les. De onderwerpen die in de les centraal staan zijn voor groep 1 t/m 8 gelijk. Alle groepen kunnen dus tegelijkertijd aandacht besteden aan hetzelfde onderwerp. Per groep worden er binnen het onderwerp uiteraard andere nuances gelegd en in de hogere jaargroepen worden ze steeds vaker uitgediept. Er ligt grote nadruk op de vertaling van de behandelde inzichten en vaardigheden naar situaties in het dagelijkse leven: in de klas, op het schoolplein, op straat, op internet en thuis.
Pestprotocol obs Centrum
De onderwerpen die behandeld worden zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Wennen Samen één groep Grapje, plagen, pesten Opkomen voor jezelf Blij met jezelf Samen spelen en werken Druk, druk, druk Wat voel ik?
9. Allemaal anders 10. Wat denk ik 11. Kiezen 12. Jezelf de baas 13. Eerlijk waar? 14. Vrienden 15. Ken jezelf 16. Wensen en dromen
Schoolregels Naast de methode ‘Goed gedaan!’ hanteren wij algemene schoolregels, die aan het begin van elk schooljaar met de kinderen worden besproken. Deze regels worden ook aan de ouders meegedeeld, bijv. in de nieuwsbrief. Naast de algemene schoolregels worden er in elke klas aan het begin van een schooljaar samen met de kinderen een aantal belangrijke regels afgesproken. Schoolregels die gelden in alle groepen: 1. Doe niets bij een ander kind, wat je zelf ook niet prettig vindt 2. Kom niet aan een ander als de ander dat niet wil. 3. We noemen elkaar bij de voornaam en gebruiken geen scheldwoorden. 4. Als je kwaad bent, ga je niet slaan, schoppen (je komt niet aan de ander). Probeer eerst samen te praten. Ga anders naar de meester of juf. 5. Niet: zomaar klikken. Wel: aan de juf of meester vertellen als er iets gebeurt wat je niet prettig of gevaarlijk vindt. 6. Vertel de meester of de juf wanneer jezelf of iemand anders wordt gepest. 7. Blijft de pester doorgaan, dan aan de meester of juf vertellen. Kinderen die pesten zitten zelf in de nesten! 8. Word je gepest, praat er thuis ook over, je moet het niet geheim houden. 9. Uitlachen, roddelen en dingen afpakken of kinderen buitensluiten vinden we niet goed. 10. Niet aan spullen van een ander zitten. 11. Luisteren naar elkaar. 12. Iemand niet op het uiterlijk beoordelen of beoordeeld worden. 13. Nieuwe kinderen willen we goed ontvangen en opvangen. Zij zijn ook welkom op onze school. 14. Opzettelijk iemand pijn doen, opwachten buiten school, achterna zitten om te pesten is beslist niet toegestaan. 15. Probeer ook zelf een ruzie met praten op te lossen. Na het uitpraten kunnen we ook weer vergeven en vergeten. Deze regels gelden op school en daarbuiten. De ouders: Ouders of opvoeders spelen een belangrijke, zo niet de belangrijkste, rol in het bevorderen van sociale vaardigheden bij kinderen. We vinden het belangrijk om een brug te slaan van de schoolsituatie naar thuis. Vanuit die opvatting besteden we regelmatig in het twee-wekelijkse informatiebulletin aandacht aan het onderwerp waar op dàt moment op school aan gewerkt wordt.
Pestprotocol obs Centrum
Bestuurlijk niveau: Binnen de Gemeente Tynaarlo bestaat de beleidsnotitie: “Voorkomen van Intimidatie, Pesten en Ongewenst gedrag” Een veilig schoolklimaat is voor iedereen die werkt in- en deelneemt aan het onderwijs belangrijk. Het project “De Veilige school”gaat hierover. Preventie van (seksuele) intimidatie is hier een onderdeel van. Om dit goed te laten verlopen op de verschillende scholen zijn er Contactpersonen/ vertrouwenspersonen aangesteld. Op Gemeentelijk niveau wordt er met elkaar overlegd. Op onze school zijn twee contactpersonen aangesteld. Zij worden in de toekomst ook verder geschoold als het gaat om bovengenoemde problematiek. De overlegmomenten worden begeleid door een medewerker van School Maatschappelijk werk “Noordermaat” . Deze heeft weer toegang tot het CMJ, dat is het centrale meldpunt “jeugdzorg”.
Het aanpakken van pesten Wat is pesten? Om pesten zo goed mogelijk te kunnen aanpakken, is het nodig te weten wat pesten is. Er is een verschil tussen pesten en plagen: bij plagen zijn kinderen min of meer aan elkaar gewaagd, worden geprikkeld om iets terug te doen, maar ervaren de situatie niet als bedreigend. Plagen kan zelfs pedagogische waarde hebben: door elkaar eens uit te dagen leren kinderen heel goed om met allerlei conflicten om te gaan. Pesten is wel bedreigend, speelt zich af tussen ‘sterkere’ en ‘zwakkere’ kinderen en kan schadelijk zijn voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. Op school is een map aanwezig met uitvoerige informatie over deze en hierna te bespreken punten. Ook elke leerkracht is in het bezit van deze informatie (zie bijlage). Voorbeelden van pestgedrag: • Verbaal (vernederen, schelden, dreigen, bijnamen) • Fysiek (schoppen, slaan, spugen,…) • Intimidatie (achternalopen, opwachten, doorgang belemmeren, dwingen iets te geven of iets te doen) • Isolatie (buitensluiten) • Stelen of vernielen van spullen • Pesten via MSN Het specifieke van pesten is dus gelegen in het bedreigende en vooral systematische karakter. We spreken van pestgedrag als het daarnaast ook nog regelmatig gebeurt, waardoor de veiligheid van de omgeving van een kind wordt aangetast. Natuurlijk is er niet bij elk conflict meteen sprake van systematisch pestgedrag. Ruzies en pesten kunnen ook incidenteel voorkomen. Toch moeten we ook incidenten serieus aanpakken, want elke ernstige pestsituatie begint als incident. Partijen In een ruzie- of pestsituatie is er sprake van de volgende vijf partijen: gepeste leerlingen, pesters, de zwijgende middengroep, de leerkrachten en de ouders. Alle partijen spelen een rol in het oplossen van ruzie- of pestsituaties.
Pestprotocol obs Centrum
STAPPENPLAN VOOR DE AANPAK VAN RUZIES EN PESTGEDRAG STAP 1: De leerlingen proberen er eerst zelf (en samen) uit te komen. De gepeste leerling geeft duidelijk aan dat hij/zij iets niet wil. Gebruik maken van stopteken. STAP 2: Op het moment dat één van de leerlingen er niet uitkomt (in feite het onderspit delft en verliezer of zondebok wordt) gaat hij/zij naar de leerkracht. De leerkracht brengt de partijen bij elkaar voor een verhelderingsgesprek en probeert de ruzie of pesterijen op te lossen en afspraken te maken. STAP 3: Bij herhaling van ruzie of pesterijen tussen dezelfde leerlingen worden afspraken herhaald of nieuwe afspraken gemaakt. Deze afspraken worden genoteerd in het Afsprakenschrift, dat ook in het team besproken wordt. Afspraken kunnen zijn: • Veranderen van plek in de klas. • Bekijken van de looproutes in de klas • Dagelijks/wekelijks gesprek met de kinderen • Voor- en nabespreken pauzes (bijv. ook afspraken over met wie je speelt op het plein) • Voorkomen dat bepaalde leerlingen als laatste overblijven • Ervoor zorgen dat het gepeste kind bij groepswerk goed wordt ingedeeld. STAP 4 Vijfsporenaanpak: Blijft de pestsituatie ondanks bovenstaande stappen bestaan, dan worden door middel van de volgende maatregelen alle vijf partijen betrokken: Ouders
Zwijgende middengroep
Gepeste
Pester
Team
De ouders worden geïnformeerd: De ouders van het gepeste kind worden geïnformeerd over de situatie en de al genomen stappen. Ook wordt hen gevraagd wat zij van de situatie weten en hoe zij er tegen aan kijken. Het belangrijkste advies aan deze ouders is, om, wanneer hun kind vertelt dat het wordt gepest, te vragen wie het doen, wat zij doen en waar zij het doen. Deze informatie geven zij door aan de leerkracht, waarna de school in actie komt. Het kind moet weten, dat het doorgeven van deze informatie geen klikken is. De ouders van de pester worden ook geïnformeerd over de situatie en de al genomen stappen. Hen wordt verteld wat de verdere consequenties van het gedrag van hun kind zijn. Het belangrijkste advies aan deze ouders is, om met hun kind in gesprek te gaan, het te laten weten dat ze op de hoogte zijn van de pestsituatie. Heel belangrijk is, dat ouders achter het beleid van de school staan. In het gesprek met de ouders worden de punten doorgenomen van het blad: Begeleiding van de gepeste leerling/Begeleiding van de pester (zie bijlage). Er kan worden geadviseerd deskundige hulp in te schakelen, zoals de schoolarts van de GGD of schoolmaatschappelijk werk.
Pestprotocol obs Centrum
Mobiliseren van de zwijgende middengroep: Alle leerlingen in de groep weten hoe een groep waarin gepest wordt eruit ziet (Zie het voorkomen van pesten). De zwijgende middengroep, die uit vijf subgroepen bestaat, te weten de leerlingen die meepesten uit angst of uit berekening; degenen die niet meepesten, maar die ook geen duidelijk stelling durven te nemen; de enkeling die niet ziet dat er in de klas wordt gepest en de enkeling, met een hoge status in de groep die het af en toe voor het slachtoffer opneemt, wordt gemobiliseerd door het (opnieuw) maken en bespreekbaar houden van de regels. Hulp aan gepeste kind: Wanneer kinderen gedurende langere tijd worden gepest, kunnen zij passief of uitdagend worden. Kenmerken van de passieve zondebok zijn: • Ze huilen gemakkelijk wanneer ze worden aangevallen • Ze hebben vaak geen vriendjes of vriendinnetjes in de klas • Ze trekken zich terug uit sociale contacten • Ze kijken naar de grond en laten hun schouders zakken De kenmerken van de uitdagende zondebok zijn: • Ze zijn angstig en agressief en irriteren niet alleen hun klasgenoten, maar ook volwassenen. Zowel het passieve als het agressieve gedrag is aangeleerd en kan dus ook weer afgeleerd worden. Hiervoor verwijzen we naar sociale weerbaarheidstrainingen.(via schoolarts of schoolmaatschappelijk werk. (Zie ook het blad: Begeleiding van de gepeste leerling/Begeleiding van de pester.) Hulp aan de pester: Bij hardnekkig pestgedrag kunnen (combinaties van) de volgende sancties worden opgelegd: • Een of meerdere pauzes binnenblijven • Nablijven tot alle kinderen naar huis vertrokken zijn • Een schriftelijke opdracht zoals een opstel over het probleem en zijn/haar rol daarin • Afspraken met de pester over gedragsveranderingen: aan het eind van iedere week komt de naleving van deze afspraken aan de orde • Door een gesprek bewustwording en empathie creëren voor wat pestgedrag bij een slachtoffer teweeg brengt • Ten slotte kan, als bovenstaande sancties niet helpen, overgegaan worden tot tijdelijke schorsing van de pester en eventueel zelfs tot verwijdering. NB: Een goede aanpak is een combinatie van een straf + een gesprek Team: Het team was in stap 3 al op de hoogte gesteld van de problemen middels het Afsprakenschrift. In stap 4 wordt het team geïnformeerd over de verder genomen, of nog te nemen acties. Indien nodig wordt de hulp van het team ingeroepen (bijv. tijdens gymnastiek, pleindienst, enz.)Maar ook instanties als de buitenschoolse opvang(BSO) of de leiding van het overblijven. Als het gaat om ingrijpende sancties, zoals schorsing of verwijdering, is de directie eindverantwoordelijk. Tenslotte: Met deze tweesporenaanpak is de lijn van onze school helder en duidelijk. Het pestprotocol zal jaarlijks worden bekeken en eventueel worden aangepast. Onze contactpersonen mw. V. Hartlief en dhr. B. Beukema zijn verantwoordelijk voor het protocol. Zij zullen dit dan ook verder agenderen.
Pestprotocol obs Centrum