Percepties van vraaggestuurde zorg: verantwoording van de vragenlijst die gebruikt is in het KNMG-onderzoek Diana Delnoij, NIVEL, Postbus 1568, 3500 BN UTRECHT,
[email protected]
Achtergronden De overheid en patiëntenorganisaties streven naar vraaggestuurde zorg. Aanbieders willen vraaggericht werken. Heel ‘zorgland’ gebruikt deze termen, maar wat men eronder verstaat blijft veelal impliciet. Rijckmans e.a constateren dat het bij vraaggerichtheid gaat om het proces van zorgverlening met een accent op het handelen van de aanbieders, en bij vraagsturing om keuzemogelijkheden voor gebruikers en zeggenschap van gebruikers over de verleende zorg.1 Wat moet worden verstaan onder het begrip ‘vraag’ wordt door de auteurs niet nader gespecificeerd. De Raad voor de Volksgezondheid (RVZ) maakt in dit verband onderscheid in needs (geobjectiveerde behoefte), wants (subjectieve behoefte) en demands (vraag naar zorg). Vanuit deze drie begrippen definieert de RVZ vraaggerichte zorg als een gezamenlijke inspanning van patiënt en hulpverlener die erin resulteert dat de patiënt de hulp ontvangt die tegemoet komt aan zijn wensen en verwachtingen en die tevens voldoet aan professionele standaarden.2 Vraaggerichte zorgverlening wordt volgens Van der Kraan gefaciliteerd door vraagsturing: “Vraagsturing is het mogelijk maken dat binnen de structuur en de financiering van de gezondheidszorg en de daaraan direct gerelateerde beleidsterreinen beter ingespeeld wordt op wat patiënten willen en belangrijk vinden”.3 De RVZ maakt onderscheid in sturing van, sturing op en —het meest vergaand— sturing door de vraag. Welke vorm van vraagsturing mogelijk is, verschil per ‘zorgdeelmarkt’ (preventie, gehandicaptenzorg, zorg voor chronisch intermitterende ziekten, electieve zorg, en acute of spoedeisende hulp)4. Zo bezien lijken er van vraagsturing en vraaggerichtheid eerder teveel definities in omloop te zijn dan te weinig. De invulling die verschillende partijen geven aan deze begrippen en de accenten die zij leggen, kunnen voor een deel worden teruggevoerd op de verschillende wetenschappelijke disciplines die zich bezighouden met theorievorming op het gebied van gezondheidszorg.
1
Zo wordt het begrip vraagsturing door gezondheidseconomen min of meer als synoniem gebruikt voor marktwerking. Een voorbeeld van deze visie is te vinden in de nota ‘Vraag aan bod’ en de daaraan gerelateerde beleidsdocumenten.5 6 Ook de RVZ-definities behoren tot deze visie (cf. Rijckmans e.a.).1 Vraagsturing is in die optiek zorg die verleend wordt onder de voorwaarden van gereguleerde marktwerking, met concurrentie tussen verzekeraars en tussen aanbieders van zorg onder het toeziend oog van een marktmeester. Naast dit economisch perspectief kan een public health perspectief, een medisch perspectief, een psychologisch perspectief, een sociologisch en een juridisch-bestuurskundig perspectief op vraaggestuurde zorg worden onderscheiden. Het public health denken benadrukt dat de behoeften van patiënten en burgers bepalend moeten zijn voor het handelen in de gezondheidszorg. Een voorbeeld van deze benadering is te vinden in het public health manifest.7 Onder vraaggestuurde zorg wordt die zorg verstaan die qua aard en hoeveelheid optimaal is afgestemd op de behoefte —al dan niet gearticuleerd— en die een zo groot mogelijke bijdrage levert aan de verbetering van de gezondheidstoestand van de bevolking als geheel en aan het verkleinen van gezondheidsverschillen tussen bevolkingsgroepen. Het medisch perspectief op vraaggestuurde zorg —zoals dat bijvoorbeeld is verwoord in het ‘Politiek manifest federatie KNMG 2002’8— benadrukt dat zorg passend en noodzakelijk moet zijn. Vraaggestuurde zorg is zorg die gegeven de klacht of aandoening van de patiënt — en rekening houdend met diens individuele mogelijkheden en beperkingen— wordt verleend volgens de meest actuele normen en richtlijnen van de beroepsgroep en met inzet van de meest effectieve medicatie en technologie. In het psychologisch denken over de gezondheidszorg en ook in verpleegkundige theorieën staat de hulpverlener-patiënt relatie centraal en gaat het om het afstemmen van zorg op de werkelijke hulpvraag van de patiënt, verhelderd via gerichte communicatie. In het sociologische denken staat emancipatie centraal en gaat het zorg die verleend wordt binnen een gelijkwaardig hulpverlener-cliënt relatie en het zoveel mogelijk opheffen van informatie asymmetrie. Het juridisch-bestuurskundig perspectief op vraaggestuurde zorg, tenslotte, benadrukt de in wet- en regelgeving en maatschappelijke instituties verankerde normen ten aanzien van bejegening van patiënten, voorlichting en informed consent.9
2
Constructie van de vragenlijst De resultaten die gepresenteerd zijn in het artikel in Medisch Contact10 gebaseerd op een enquête onder het KNMG-ledenpanel en onder een representatieve steekproef van de Nederlandse bevolking, die in november 2002 is gepeild door bureau Intomart. De vragen in deze enquête zijn opgesteld door de auteurs van het Medisch Contact artikel in twee brainstormbijeenkomsten en voor commentaar en aanvullingen voorgelegd aan een selectie van collega’s bij de KNMG en het NIVEL. Bij het bedenken van de vragen en stellingen in de enquête is deels uitgegaan van de verschillende visies op vraaggestuurde zorg die in de vorige paragraaf zijn beschreven. In een ideale situatie zou ten behoeve van dit onderzoek een meetinstrument zijn ontwikkeld op basis van kwalitatief onderzoek, bijvoorbeeld focusgroepen, onder publiek en artsen. Daarin zou dan het begrip vraagsturing zijn geëxploreerd en op basis van de verschillende dimensies die uit deze gesprekken naar boven zouden zijn gekomen, zouden de items zijn gegenereerd voor een gestructureerde vragenlijst. Voor deze aanpak waren in het onderhavige onderzoek geen middelen beschikbaar. De vragenlijst heeft het stramien gevolgd dat gebruikelijk is voor een peiling van het KNMG ledenpanel. Dat wil zeggen dat de vragen zoveel mogelijk zijn gesteld in de vorm van stellingen en dat bij de meeste vragen uitgegaan is van vijfpuntschalen. Aan artsen en publiek zijn zoveel mogelijk dezelfde vragen gesteld, hetzij letterlijk dan wel gespiegeld. Daarnaast is ervoor gezorgd dat de beide peilingen in de tijd dicht bij elkaar lagen, om vertekening van de resultaten door ‘incidenten’ te voorkomen. In Bijlage 1 is de gebruikte vragenlijsten weergegeven. De voornaamste resultaten van het onderzoek, zoals die ook gepubliceerd zijn in Medisch Contact, zijn weergegeven in de tabellen 1 en 2. In tabel 1 zijn de opvattingen over, ervaringen met en verwachtingen ten aanzien van vraaggestuurde zorg weergegeven voor artsen en voor het publiek. De tabel geeft per stelling uit de vragenlijst de percentages respondenten weer dat het (geheel) eens is met de stelling, van mening is dat hiervan nu al volledig of vaak sprake is in de Nederlandse gezondheidszorg en verwacht dat dit op een termijn van 5 tot 10 jaar zeker of waarschijnlijk zal gebeuren.
3
Tabel 1.
Opvattingen over, ervaringen met en verwachtingen van publiek (n=504) en
artsen (n=1191) t.a.v. aspecten van vraagsturing (significante verschillen* vetgedrukt) Stelling
Groep
1. Als patiënten door hun huisarts naar de specialist worden verwezen moeten ze zelf de keuze kunnen maken
Publiek 91,7
36,3
% dit zal in de toekomst zeker/waar -schijnlijk gebeuren 76,1
Artsen
79,5
52,4
73,3
2. De eerste hulpafdeling is er om mensen direct te helpen, ongeacht de Publiek 63,7 aard van hun klachten Artsen 8,9
45,9
45,4
52,6
45,7
3. Als patiënten een eigen bijdrage betalen voor de eerste hulp, moeten ze voor al hun klachten bij de eerste hulpafdeling terecht kunnen
Publiek 54,7
8,1
33,8
Artsen
5,1
15,0
4. Patiënten zouden precies moeten weten hoe goed de kwaliteit is van een medisch specialist om een keuze te kunnen maken
Publiek 86,2
11,0
35,0
Artsen
2,5
30,9
5. Patiënten zouden precies moeten weten hoe goed de kwaliteit is van een ziekenhuis om een keuze te kunnen maken
Publiek 90,3
17,0
52,1
65,2
6,7
50,1
6. Patiënten moeten rechtstreeks een specialist kunnen bezoeken, zonder verwijzing van een huisarts
Publiek 33,2
2,1
17,0
Artsen
7,4
28,8
7. Een arts moet weigeren om behandelingen uit te voeren of geneesmiddelen voor te schrijven waarvan het nut nog niet vaststaat
Publiek 50,5
23,7
29,9
63,1
33,8
34,4
8. Artsen zijn in staat om zich in de problemen van de patiënt te verplaatsen
Publiek 35,7
26,7
28,7
Artsen
72,9
64,6
62,6
9. Artsen moeten rekening houden met de culturele en/of religieuze opvattingen van de patiënt
Publiek 54,4
26,5
43,6
Artsen
81,1
49,9
67,0
10. De arts moet niet ongevraagd advies geven over leefstijl (roken, drinken, voeding, onveilig vrijen en lichaamsbeweging)
Publiek 19,2
22,0
45,3
Artsen
32,2
47,4
11. Veel patiënten informeren zich uitvoerig via boeken, tijdschriften Publiek 70,9 of het internet om zich op de hoogte te stellen over hun klacht of ziekte Artsen 68,2
57,0
81,7
43,1
84,0
12. Door uitvoerig geïnformeerde patiënten verloopt het contact tussen artsen en patiënten gemakkelijk
Publiek 65.6
32,0
62,3
36,1
18,8
55,3
13. De patiënt moet door zijn arts altijd goed worden geïnformeerd over alle aspecten van zijn ziekte en behandeling
Publiek 97,1
54,9
77,4
Artsen
68,4
82,0
14. De patiënt heeft recht op schadevergoeding als de behandeling niet het gewenste resultaat heeft
Publiek 25,9
1,4
23,0
0,6
18,5
15. Ziekenhuizen moeten de service bieden die de patiënten vragen
Publiek 62,8
16,9
47,9
Artsen
31,0
10,1
42,3
Publiek 75,8
11,6
39,7
Artsen
44,3
16,8
41,9
17. Het is voldoende als de eigen huisarts tijdens kantooruren direct bereikbaar is
Publiek 32,7
49,5
51,1
Artsen
73,6
74,6
67,7
18. De patiënt beslist altijd mee over zijn zorg.
Publiek 82,2
40,8
66,5
Artsen
86,3
72,5
85,5
Publiek 67,2
23,7
50,4
16. Het medisch dossier moet eigendom zijn van de patiënt
19. Als het advies van de arts niet bevalt, mag de patiënt het naast zich neerleggen ·
Artsen
Artsen
Artsen
Artsen
% (geheel) % hiervan mee eens is nu al volledig/ vaak sprake
14,9 49,2
10,5
8,5
85,2 1,9
Artsen 84,1 58,8 77,6 Significantie is getoetst m.b.v. t-toets voor verschillen in gemiddelde op de oorspronkelijke 5-puntschaal
4
Daarnaast is in de enquête aan artsen en publiek gevraagd wat naar hun mening belangrijke knelpunten zijn die een goede zorg belemmeren. In tabel 2 is weergegeven welk percentage van de artsen en het publiek van mening is dat een bepaald knelpunt een (zeer) grote rol speelt. Tabel 2
De belangrijkste knelpunten die goede zorg belemmeren volgens publiek
(n=504) en artsen (n=687) (significante verschillen* vetgedrukt) Mogelijk knelpunt
% respondenten dat van mening is dat dit een (zeer) grote rol speelt: Artsen
Publiek
Een tekort aan personeel
95,2
90,2
Artsen hebben niet geleerd om met elkaar samen te werken
42,3
52,9
Artsen hebben niet geleerd om naar de patiënt te luisteren
23,2
52,9
Er is te weinig informatie voor patiënten om een keus op te baseren
24,8
59,9
Onvoldoende mondigheid van patiënten
9,7
59,3
Patiënten/consumenten zijn niet georganiseerd
8,5
34,6
* Significantie is getoetst m.b.v. t-toets voor verschillen in gemiddelde op de oorspronkelijke 5-puntschaal
5
Enquête ‘Vraaggestuurde zorg’
1. Als patiënten door hun huisarts naar een specialist worden verwezen, moeten zij zelf de keuze kunnen maken. In hoeverre bent u het eens met deze stelling?
In hoeverre is hiervan nu al In hoeverre verwacht u dat dit in sprake in de Nederlandse de komende vijf à tien jaar zal gaan gebeuren? gezondheidszorg?
Hier ben ik het q geheel mee eens q mee eens q mens noch oneens q oneens q geheel oneens q weet niet
Hiervan is nu al q volledig sprake q vaak sprake q soms sprake q meestal nog geen sprake q nooit sprake q weet niet
Dit zal zeker gebeuren waarschijnlijk gebeuren misschien gebeuren waarschijnlijk niet gebeuren q zeker niet gebeuren q weet niet q q q q
Stellingen 2 t/m 19 met gelijke antwoordcategorieën als stelling 1: 2. De eerste hulp-afdeling is er om mensen direct te helpen, ongeacht de aard van de klachten. 3. Als patiënten een eigen bijdrage betalen voor de eerste hulp, moeten ze voor al hun klachten bij een eerste hulp-afdeling terecht kunnen. 4. Patiënten zouden precies moeten weten hoe goed de kwaliteit is van een medisch specialist om een keuze te kunnen maken. 5. Patiënten zouden precies moeten weten hoe goed de kwaliteit is van een ziekenhuis om een keuze te kunnen maken. 6. Patiënten moeten rechtstreeks een specialist kunnen bezoeken, zonder verwijzing van de huisarts. 7. Een arts moet weigeren om behandelingen uit te voeren of geneesmiddelen voor te schrijven waarvan het nut nog niet vaststaat. 8. Artsen zijn in staat om in de problemen van de patiënt te verplaatsen. 9. Artsen moeten rekening houden met de culturele en/of religieuze opvattingen van de patiënt. 10. De arts moet niet ongevraagd advies geven over leefstijl (roken, drinken, voeding, onveilig vrijen en lichaamsbeweging). 11. Veel patiënten informeren zich uitvoerig via boeken, tijdschriften of het internet om zich op de hoogte te stellen over hun klacht of ziekte.
6
12. Door uitvoerig geïnformeerde patiënten verloopt het contact tussen artsen en patiënten gemakkelijk. 13. De patiënt wordt door zijn arts altijd goed geïnformeerd over alle aspecten van zijn ziekte en behandeling. 14. De patiënt heeft recht op schadevergoeding als de behandeling niet het gewenste resultaat heeft. 15. Ziekenhuizen moeten de service bieden, die de patiënten vragen. 16. Het medische dossier moet eigendom zijn van de patiënt. 17. Het is voldoende als de eigen huisarts tijdens kantooruren direct bereikbaar is. 18. De patiënt beslist altijd mee over zijn zorg. 19. Als het advies van de arts niet bevalt, mag de patiënt het naast zich neerleggen.
20. Wat zijn de belangrijkste knelpunten die goede zorg belemmeren Potentieel knelpunt
Dit speelt een
Een tekort aan personeel
Zeer grote rol Grote rol Geringe rol Geen rol Weet niet Geen mening (s.v.p. aankruisen wat van toepassing is) q Zeer grote rol q Grote rol q Geringe rol q Geen rol q Weet niet q Geen mening (s.v.p. aankruisen wat van toepassing is) q Zeer grote rol q Grote rol q Geringe rol q Geen rol q Weet niet q Geen mening (s.v.p. aankruisen wat van toepassing is) q Zeer grote rol q Grote rol q Geringe rol q Geen rol q Weet niet q Geen mening (s.v.p. aankruisen wat van toepassing is) q Zeer grote rol q Grote rol q q q q q q
Artsen hebben niet geleerd om met elkaar samen te werken
Artsen hebben niet geleerd om naar de patiënt te luisteren
Er is te weinig informatie voor patiënten om een keus op te baseren
Onvoldoende mondigheid van patiënten
7
Geringe rol Geen rol Weet niet Geen mening (s.v.p. aankruisen wat van toepassing is) q Zeer grote rol q Grote rol q Geringe rol q Geen rol q Weet niet q Geen mening (s.v.p. aankruisen wat van toepassing is q q q q
Patiënten/consumenten zijn niet georganiseerd
Vervolg stellingen ten aanzien van vraaggestuurde zorg – versie voor artsen 21. Het is voor patiënten vervelend als zij niet steeds bij dezelfde arts terecht kunnen voor hun medische zorg. Hier ben ik het q Geheel mee eens q Mee eens q Eens noch oneens q Oneens q Geheel oneens (s.v.p. aankruisen wat van toepassing is)
22. Patiënten vinden het niet erg om niet bij dezelfde arts terecht kunnen, zolang de informatie-overdracht tussen de verschillende artsen maar vlekkeloos verloopt zodat de patiënt niet steeds opnieuw hetzelfde verhaal hoeft te vertellen. Hier ben ik het q Geheel mee eens q Mee eens q Eens noch oneens q Oneens q Geheel oneens (s.v.p. aankruisen wat van toepassing is)
23. Het gebrek aan voldoende respons op hun behoefte aan zorg in de reguliere geneeskunde, drijft patiënten het alternatieve circuit in. Hier ben ik het q Geheel mee eens q Mee eens q Eens noch oneens q Oneens q Geheel oneens (s.v.p. aankruisen wat van toepassing is)
8
24. Verwacht u dat de gezondheidszorg in de toekomst een meer commercieel karakter zal krijgen? mag weg Zou omwille van de vergelijking met tien jaar geleden toch wel aardig zijn. q q q q
Nee Nee Weet niet Geen mening
25. Bent u voorstander van een dergelijke ontwikkeling? mag weg idem. q q q q q
Nee Nee Hangt ervan af Weet niet Geen mening
26. Het is juist als mensen die gebruik maken van gezondheidszorg (huisartsbezoek, specialist, geneesmiddelen) daarvoor een eigen bijdrage betalen. q q q q q q q
Helemaal eens Eens Niet eens/niet oneens Oneens Helemaal oneens Weet niet Geen mening
27. Rekent u de volgende voorzieningen tot essentiële zorg (basispakket) – – – –
Reageerbuisbevruchting (IVF) Anticonceptie Orgaantransplantaties Kuren, bijvoorbeeld in bronnenbad – Alternatieve geneeswijzen – Cosmetische chirurgie – Fysiotherapie (behalve op strenge indicatie) Screening op borst- en baarmoederhalskanker – Gezinsverzorging – Ambulante psychotherapie (RIAGG) gedragstherapie e.d. – Medisch-technische hulpmiddelen (rolstoel, prothese e.d.) – Tandheelkundige voorzieningen voor kinderen – Tandheelkundige voorzieningen voor volwassenen – Periodieke gezondheids‘checkups’ – Opticiën/brilvoorschriften – Slaap- en kalmeringsmiddelen
q q q
Ja Ja Ja
q q q
Nee Nee Nee
q q q
Weet niet Weet niet Weet niet
q q q
Geen Mening Geen Mening Geen Mening
q q q
Ja Ja Ja
q q q
Nee Nee Nee
q q q
Weet niet Weet niet Weet niet
q q q
Geen Mening Geen Mening Geen Mening
q q
Ja Ja
q q
Nee Nee
q q
Weet niet Weet niet
q q
Geen Mening Geen Mening
q
Ja
q
Nee
q
Weet niet
q
Geen Mening
q
Ja
q
Nee
q
Weet niet
q
Geen Mening
q
Ja
q
Nee
q
Weet niet
q
Geen Mening
q
Ja
q
Nee
q
Weet niet
q
Geen Mening
q q q q
Ja Ja Ja Ja
q q q q
Nee Nee Nee Nee
q q q q
Weet niet Weet niet Weet niet Weet niet
q q q q
Geen Mening Geen Mening Geen Mening Geen Mening
9
Aan het slot van deze enquête willen wij nog een paar vragen stellen over uzelf. 28. Wat is uw geboortejaar? 19 …
29. Wat is uw geslacht? q q
Man Vrouw
30. Bent u in nog opleiding, werkzaam als arts, of gestopt met de praktijk? q q q q q q q q q
Ik ben student Ik ben arts in opleiding Ik ben werkzaam als huisarts Ik ben werkzaam als specialist Ik ben werkzaam als sociaal-geneeskundige Ik ben werkzaam als bedrijfsarts Ik ben in een andere functie als arts werkzaam Ik ben in een andere functie niet als arts werkzaam Ik ben gestopt met werken
Hartelijk dank voor uw medewerking
Vervolg stellingen ten aanzien van vraaggestuurde zorg – versie voor publiek 21. Ik vind het vervelend als ik niet steeds bij dezelfde arts terecht kan voor mijn medische zorg. Hier ben ik het q Geheel mee eens q Mee eens q Eens noch oneens q Oneens q Geheel oneens
22. Ik vind het goed om bij verschillende artsen te komen, op voorwaarde dat de informatieoverdracht tussen de verschillende artsen maar vlekkeloos verloopt zodat ik niet steeds opnieuw hetzelfde verhaal hoeft te vertellen. Hier ben ik het q Geheel mee eens q Mee eens q Eens noch oneens q Oneens q Geheel oneens
10
23. Het gebrek aan voldoende respons op mijn behoefte aan zorg in de reguliere geneeskunde, drijft mij het alternatieve circuit in. Hier ben ik het q Geheel mee eens q Mee eens q Eens noch oneens q Oneens q Geheel oneens
24. Verwacht u dat de gezondheidszorg in de toekomst een meer commercieel karakter zal krijgen? q q q q
Ja Nee Weet niet Geen mening
25. Bent u voorstander van een dergelijke ontwikkeling? q q q q q
Nee Nee Hangt ervan af Weet niet Geen mening
26. Het is juist als mensen die gebruik maken van gezondheidszorg (huisartsbezoek, specialist, geneesmiddelen) daarvoor een eigen bijdrage betalen. q q q q q
Helemaal eens Eens Niet eens/niet oneens Oneens Helemaal oneens
q q
Weet niet Geen mening
27. Rekent u de volgende voorzieningen tot essentiële zorg (basispakket) – – – – – – – – – –
Reageerbuisbevruchting (IVF) Anticonceptie Orgaantransplantaties Kuren, bijvoorbeeld in bronnenbad Alternatieve geneeswijzen Cosmetische chirurgie Fysiotherapie (behalve op strenge indicatie) Screening op borst- en baarmoederhalskanker Gezinsverzorging Ambulante psychotherapie (RIAGG) gedragstherapie e.d. Medisch-technische
q q q
Ja Ja Ja
q q q
Nee Nee Nee
q q q
Weet niet Weet niet Weet niet
q q q
Geen Mening Geen Mening Geen Mening
q q q
Ja Ja Ja
q q q
Nee Nee Nee
q q q
Weet niet Weet niet Weet niet
q q q
Geen Mening Geen Mening Geen Mening
q q
Ja Ja
q q
Nee Nee
q q
Weet niet Weet niet
q q
Geen Mening Geen Mening
q
Ja
q
Nee
q
Weet niet
q
Geen Mening
11
hulpmiddelen (rolstoel, prothese e.d.) – Tandheelkundige voorzieningen voor kinderen – Tandheelkundige voorzieningen voor volwassenen – Periodieke gezondheids‘checkups’ – Opticiën/brilvoorschriften – Slaap- en kalmeringsmiddelen
q
Ja
q
Nee
q
Weet niet
q
Geen Mening
q
Ja
q
Nee
q
Weet niet
q
Geen Mening
q
Ja
q
Nee
q
Weet niet
q
Geen Mening
q q q q
Ja Ja Ja Ja
q q q q
Nee Nee Nee Nee
q q q q
Weet niet Weet niet Weet niet Weet niet
q q q q
Geen Mening Geen Mening Geen Mening Geen Mening
Aan het slot van deze enquête willen wij nog een paar vragen stellen over uzelf. 28. Wat is uw geboortejaar? 19 …
29. Wat is uw geslacht? q q
Man Vrouw
30. Hoe bent u verzekerd? q q q q
ziekenfonds particulier ambtenarenverzekering niet verzekerd
31. Wat is uw hoogst behaalde opleiding? q q q q q q q q
Lagere school Lager beroepsonderwijs/huishoudelijk onderwijs, lager voortgezet onderwijs Middelbaar onderwijs, MAVO/(M)ULO HAVO, VWO (Atheneum/Gymnasium), HBS, MMS Middelbaar beroepsonderwijs, secretaresse opleiding, verpleging Hoger beroepsonderwijs, universiteit tot en met kandidaatsexamen Wetenschappelijk onderwijs Anders, namelijk …. (omschrijf)
32. Welke bezigheid en/of werkkring is in de eerste plaats op u van toepassing? q q q q q q q
Ik doe betaald werk Ik ben zelfstandig ondernemer Ik zoek werk na verlies van mijn werkkring Ik zoek voor het eerst werk/zoek werk na langdurige onderbreking Ik ben scholier/student Ik doe het huishouden Ik ben gepensioneerd/met vervroegd pensioen
12
q q q
Ik ben geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt Ik doe onbetaald werk met behoud van uitkering/doe vrijwilligerswerk Anders, namelijk …. (omschrijf)
33. Wat is uw algemeen oordeel over uw eigen gezondheid? q q q q q
Zeer goed Goed Gaat wel Soms goed en soms slecht Slecht
34. Lijdt u aan één van de onderstaande chronische aandoeningen? Astma, chronische bronchitis, COPD Ontsteking van de neusbijholte, voorhoofdsholte of kaakholte Ernstige hartkwaal of hartinfarct Hoge bloeddruk (Gevolgen van) een beroerte Maagzweer of zweer aan de 12-vingerige darm Ernstige darmstoornis, langer dan drie maanden Galstenen of galblaasontsteking Nierstenen Ernstige nierziekte Leverziekte of levercirrhose Chronische blaasontsteking Verzakking van baarmoeder Suikerziekte Schildklierafwijking Hardnekkige rugaandoening of hernia Gewrichtsslijtage (artrose) van knieën, heupen of handen Gewrichtsontsteking (chronische reuma, reumatoïde artritis) van handen of voeten Andere chronische reuma, langer dan drie maanden Epilepsie Duizeligheid met vallen Migraine Ernstige huidziekte Kwaadaardige aandoening of kanker
Hartelijk dank voor uw medewerking
13
q q q q q q q q q q q q q q q q q q
ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja
q q q q q q q q q q q q q q q q q q
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee
q q q q q q
ja ja ja ja ja ja
q q q q q q
nee nee nee nee nee nee
Literatuur 1
Rijckmans MJN, Garretsen HFL, Bongers IMB, Goor LAM van de. Vraaggreichtheid en vraagsturing; een poging tot conceptuele verheldering. TSG 8 (2002); 6: 388-392 2 Raad voor de Volksgezondheid. Naar een meer vraaggerichte zorg. Zoetermeer: RVZ, 1998 3 Kraan WGM van der. Vraaggreicht en Vraaggestuurd. Een literatuuronderzoek naar vraaggerichtheid en vraagsturing in de gezondheidszorg. Rotterdam: Instituut Beleid en Management Gezondheidszorg (Erasmus Universiteit Rotterdam), 2001 4 RVZ. De rollen verdeeld. Zoetermeer: RVZ, 2000a 5 Ministerie van VWS. Vraag aan bod. Hoofdlijnen van vernieuwing van het zorgstelsel. Bijlagen Handelingen Tweede Kamer der Staten-Generaal, Vergaderjaar 2000-2001, 27855, nrs 1-2 6 Ministerie van VWS. Nadere uitwerking Vraag aan bod. Brief d.d. 15 april 2002 (PTZ-2275112) van de Minister en Staatsecretaris van VWS aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Bijlagen Handelingen Tweede Kamer der Staten-Generaal. Vergaderjaar 2001-2002, 27855, nr. 17 7 Heteren G van, B Hesdahl, JM Boot (redactie). Public health is het stelsel. Een manifest. Utrecht; NSPH, 24 april 2001 8 Politiek manifest federatie KNMG 2002. Utrecht: KNMG, maart 2002 9 Wijmen FCB van. De goede patiënt. Een inleiding. Medisch Contact 52 (1997); 17: 528-531 10 Delnoij D, L Wigersma, A van Rooijen, P Groenewegen. Botsingen in de spreekkamer. Meningen van publiek en artsen over vraaggestuurde inrichting van de zorg. Medisch Contact, 13 maart 2003, in druk
14