PENSIOENREGLEMENT van het LogicaCMG Nederland B.V. Duo Bedrijfspensioen
GN 6661 DBP/RN
INHOUD: Artikel
1
:
Definities
Artikel
2
:
Arbeidsovereenkomst
Artikel
3
:
Pensioentoezegging
Artikel
4
:
(Deeltijd) dienstverband
Artikel
5
:
Uitvoering van de pensioentoezegging
Artikel
6
:
Beschikbare premie
Artikel
7
:
Ouderdomspensioen
Artikel
8
:
Arbeidsongeschiktheidspensioen
Artikel
9
:
Arbeidsongeschiktheidspensioen (keuzeaanspraak)
Artikel
10
:
Erkenning arbeidsongeschiktheid en toekenning prestaties
Artikel
11
:
Vrijstelling
van
premiebetaling
wegens
arbeids-
ongeschiktheid Artikel
12
:
Nabestaandenpensioen
Artikel
13
:
Wezenpensioen
Artikel
14
:
De fiscale toegestane maxima voorgaande pensioenen
Artikel
15
:
Stijging ingegane pensioenen
Artikel
16
:
Vervroegde pensionering; deeltijdpensionering
Artikel
17
:
Vrijwillige deelnemersbijdragen
Artikel
18
:
Artikel
19
:
Acceptatie
Artikel
20
:
Verevening pensioenrechten bij scheiding
Artikel
21
:
Waarde-overdracht
Artikel
22
:
Rechten bij beëindiging van het dienstverband
Artikel
23
:
Rechten bij echtscheiding
Artikel
24
:
Nadere bepalingen met betrekking tot de uitvoering van de
Fondsverdeling en switchen
pensioenregeling Artikel
25
:
Financiering van de pensioentoezegging
Artikel
26
:
Variabele pensioenuitkeringen
Artikel
27
:
Mededelingsplicht
Artikel
28
:
Verbod van vervreemding en bezwaring
Artikel
29
:
Belastingen en andere wettelijke heffingen
Artikel
30
:
Uitbetaling van de pensioenen
Artikel
31
:
Slotbepalingen
Artikel
32
:
Overgangsmaatregel
1
Artikel 1
- Definities
In dit reglement wordt verstaan onder: Werkgever
: LogicaCMG Nederland B.V., gevestigd te Amsterdam, alsmede de ondernemingen die rechtstreeks of middelijk met deze vennootschap zijn verbonden;
Intermediair
: Kröller Boom B.V., gevestigd te Amersfoort;
Verzekeraar
: Zwitserleven, Zwitserse Maatschappij van Levensverzekering en Lijfrente, gevestigd te Zürich (Zwitserland), kantoor voor Nederland te 1185 MD Amstelveen, Burgemeester Rijnderslaan 7;
Deelnemer
: de werknemer, die op of na 1 juli 1994 een arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:610 BW heeft aangegaan met de werkgever;
Gewezen deelnemer
: degene wiens deelnemerschap anders dan door overlijden of het bereiken van de pensioendatum is beëindigd en die aanspraken heeft jegens de verzekeraar;
Partner
: onder partner wordt verstaan: - hetzij de echtgenoot/echtgenote van de gehuwde deelnemer; - hetzij de geregistreerde partner van de deelnemer; - hetzij de ongehuwde persoon, met wie de deelnemer een duurzame gezamenlijke huishouding voert, die ten minste 6 maanden bestaan moet hebben en met wie geen bloed- of aanverwantschap in de eerste graad en tweede graad bestaat;
Pensioengerechtigd kind :
Begunstiging
onder pensioengerechtigd kind wordt verstaan: - het kind, dat tot de (gewezen) deelnemer in familierechtelijke betrekking staat - het stief- of pleegkind van de (gewezen) deelnemer, dat ten tijde van het overlijden van de (gewezen) deelnemer door de (gewezen) deelnemer als eigen kind werd onderhouden en opgevoed, waarbij dit onderhoud en deze opvoeding voor de pensioendatum zijn aangevangen en waarbij het pleegkind als zodanig bij de verzekeraar is aangemeld;
: - als begunstigde voor het ouderdomspensioen en prepensioen is aangewezen de (gewezen) deelnemer; - als begustigde voor het arbeidsongeschiktheidspensioen is aangewezen de (gewezen) deelnemer; - als begunstigde voor het nabestaandenpensioen is aangewezen de partner van de deelnemer; - als begunstigden voor het wezenpensioen is/zijn aangewezen het/de pensioengerechtigde kind(eren) van de deelnemer;
2
Pensioendatum
Dienstjaren
: de dag waarop het ouderdomspensioen ingaat, dit is de eerste dag van de maand, waarin verjaardag van de (gewezen) deelnemer valt;
de
65e
: het aantal jaren en volle maanden, gelegen tussen de datum van indiensttreding en de pensioendatum, met een maximum van 40 jaren;
Pensioengevend inkomen
: het door de werkgever opgegeven totale jaarsalaris, het totale jaarsalaris wordt vastgesteld bij aanvang van het deelnemerschap en vervolgens jaarlijks per 1 juli;
Franchise
: een door de werkgever op te geven bedrag dat jaarlijks wordt aangepast aan het loonindexcijfer. Voor 2006 is het bedrag € 14.410;
WIA Franchise
: het bedrag, gelijk aan het per de peildatum bekende en geldende maximum dagloon op jaarbasis, dat ten grondslag ligt aan de berekening van de uitkeringen ingevolge de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Voor 2006 is het bedrag € 43.848;
Pensioengrondslag
: het pensioengevend inkomen verminderd met de franchise;
Peildatum
: 1 januari van enig jaar;
Wisseldatum
: de 1e van de maand gelegen na de helft van het aantal maanden gelegen tussen de ingangsdatum en de 1e van de maand waarin de (gewezen) deelnemer de 65-jarige leeftijd bereikt;
Fonds
: een door de verzekeraar beleggingsportefeuille;
Polis
: het door de verzekering;
Beleggingswaarde
: de waarde in euro’s van de aan de verzekering toegekende beleggingseenheden;
PSW
: Pensioen- en spaarfondsenwet.
Artikel 2
gesepareerd
verzekeraar
afgegeven
deel
van
bewijsstuk
haar
van
- Arbeidsvoorwaarden
Dit reglement maakt deel uit van de arbeidsvoorwaarden tussen de werkgever en de deelnemer. De werkgever zorgt dat de deelnemers bij aanvang van de deelneming in het bezit worden gesteld van een exemplaar van het geldende reglement en schriftelijk geïnformeerd worden over de wijzigingen daarin.
3
Artikel 3
- Pensioentoezegging
(1) De pensioentoezegging is gebaseerd op een beschikbare-premiestelsel en omvat de volgende pensioenaanspraken, indien en voor zover de hieruit voortvloeiende risico’s door de verzekeraar zijn gedekt: Verplichte aanspraken: a) ouderdomspensioen ten behoeve van de (gewezen) deelnemer; deze aanspraak ontstaat op de datum van indiensttreding; b) premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid ten behoeve van de deelnemer; dit recht ontstaat op de datum van indiensttreding; c) arbeidsongeschiktheidspensioen ten behoeve van de (gewezen) deelnemer; deze aanspraak ontstaat op de datum van indiensttreding; Van de verplichte worden gedaan.
onderdelen
van
de
pensioenregeling
kan
nimmer
afstand
De keuzeaanspraken omvatten: a) nabestaandenpensioen dat ingaat bij overlijden van de deelnemer vóór de pensioendatum, ten behoeve van de partner; deze aanspraak ontstaat op de datum van indiensttreding, of, indien de deelnemer op latere datum een partner krijgt, op die datum; c) wezenpensioen ten behoeve van elk van de pensioengerechtigde kinderen van de deelnemer; deze aanspraak ontstaat op de datum van indiensttreding, of, indien de deelnemer op latere datum een kind krijgt, op die datum, echter niet eerder dan de datum waarop de aanmelding bij de verzekeraar heeft plaatsgevonden; d) verhoging van het jaarlijks arbeidsongeschiktheidspensioen zodanig dat het tezamen met de per de peildatum geldende en bekende uitkering op jaarbasis uit hoofde van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 80% van het pensioengevend inkomen bedraagt; e) gelijkblijvend of 3% stijgend verzekeren van het arbeidsongeschiktheidspensioen; De deelnemer dient de keuzeaanspraken expliciet aan te geven op een door de verzekeraar en/of intermediair ter beschikking te stellen formulier. Geen enkele aanspraak kan ontleend worden en geen enkele aansprakelijkheid kan door de werkgever, het intermediair of de verzekeraar aanvaard worden indien de deelnemer verzuimd heeft zijn keuzes op het daartoe bestemde formulier kenbaar te maken. Deze pensioenaanspraken worden verzekerd door middel van een beleggingsverzekering bij leven, aangevuld met nabestaanden- en wezenpensioen en arbeidsongeschiktheidspensioen.
4
De keuzeaanspraken zijn vrijwillige aanvullingen op de verplichte onderdelen van de pensioenregeling. De deelnemer wordt via het intermediair ter beschikking gestelde formulier in de gelegenheid gesteld om te kiezen voor deze vrijwillige aanvullingen. Maakt de deelnemer hiervan geen gebruik dan kunnen de werkgever, het intermediair of de verzekeraar hiervoor nimmer aansprakelijk gesteld worden. De risicodekkingen zijn altijd gebaseerd op het laatst geldende pensioengevend inkomen. De wijzigingen worden éénmaal per jaar, per 1 juli van enig jaar, in de administratie verwerkt. De verzekering van arbeidsongeschiktheidspensioen wordt geadministreerd onder contractnummer GN 4269. (2) Als datum van indiensttreding deelnemer in dienst treedt.
Artikel 4
geldt
de
eerste
van
de
maand
waarin
de
- (Deeltijd) dienstverband
Bij de vaststelling van aanspraken op pensioen worden aan deelnemers die minder dan het volledige dienstverband werkzaam zijn pensioenaanspraken verleend naar evenredigheid van de aanspraken die ingeval van een volledig dienstverband worden verkregen.
Artikel 5
- Uitvoering van de pensioentoezegging
(1) De pensioenaanspraken worden verzekerd zoals de PSW voorschrijft. Daartoe heeft de werkgever een collectief pensioencontract met de verzekeraar gesloten en houdt dit pensioencontract in stand. (2) De verzekeringen voor ouderdomspensioen houden beleggingsverzekeringen met pensioenclausule in. De beleggingswaarde wordt uitgekeerd bij in leven zijn van de deelnemer op de pensioendatum. Het nabestaandenpensioen dat ingaat bij overlijden van de deelnemer vóór de pensioendatum wordt verzekerd op risicobasis. Aanspraken op arbeidsongeschiktheidspensioen arbeidsongeschiktheidsrenten.
worden
verzekerd
middels
(3) Voor de tot uitkering komende beleggingswaarde worden pensioenen zoals toegezegd in dit pensioenreglement aangekocht. De hoogte van de pensioenen is uitsluitend afhankelijk van de ten tijde van aankoop aanwezige beleggingswaarde en van de dan geldende tarieven voor direct ingaande pensioenen. De hoogte van de beleggingswaarde van de pensioenverzekeringen is afhankelijk van de ontwikkelingen op de kapitaal- en effectenmarkten.
mede
5
Artikel 6
- Beschikbare premie
(1) De beschikbare premie op jaarbasis voor ouderdomspensioen wordt vóór het eerst vastgesteld op de dag waarop de aanspraak op ouderdomspensioen ontstaat en volgens de hieronder genoemde staffel. De eerste en de laatste voor de pensioendatum beschikbaar gestelde premies op jaarbasis betreffen pro rata premies. De volgens de staffel beschikbaar gestelde premie wordt aangevuld met een premie voor arbeidsongeschiktheidspensioen. (2) Beschikbare premie
Leeftijd per Peildatum 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60
t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m
19 24 29 34 39 44 49 54 59 64
Toegezegde premie als percentage van de pensioengrondslag 5,4% 6,0% 7,0% 8,1% 9,5% 11,1% 12,9% 15,1% 17,6% 20,8%
(3) De deelnemer draagt bij in de kosten van deze pensioenregeling volgens het bepaalde in het artikel “Financiering van de pensioentoezegging”.
Artikel 7
- Ouderdomspensioen (verplicht onderdeel)
(1) Het ouderdomspensioen gaat in bij in leven zijn van de (gewezen) deelnemer op de pensioendatum en wordt uitgekeerd zolang de (gewezen) deelnemer leeft. (2) De hoogte van het jaarlijks ouderdomspensioen is afhankelijk van de beschikbare premie, van de ten tijde van aankoop aanwezige beleggingswaarde en de dan geldende tarieven voor direct ingaande pensioenen.
6
Artikel 8
- Arbeidsongeschiktheidspensioen (verplicht onderdeel)
(1)
Het jaarlijks arbeidsongeschiktheidspensioen bij algehele arbeidsongeschiktheid bedraagt 70% van het met de WIA-franchise verminderde pensioengevend inkomen.
(2) Het arbeidsongeschiktheidspensioen wordt, met inachtneming van het gestelde in artikel “Erkenning arbeidsongeschiktheid en toekenning prestaties”, uitgekeerd indien en zolang de deelnemer recht heeft op een uitkering uit hoofde van de WIA doch uiterlijk tot de pensioendatum. (3) Het arbeidsongeschiktheidspensioen kan naar gelijkblijvend of 3% stijgend verzekerd worden.
Artikel 9
keuze
van
de
deelnemer
- Arbeidsongeschiktheidspensioen (keuzeaanspraak)
(1) De deelnemer kan er per de peildatum voor kiezen om het jaarlijks arbeidsongeschiktheidspensioen bij algehele arbeidsongeschiktheid te verzekeren als verplicht onderdeel zoals omschreven in artikel “Arbeidsongeschiktheidspensioen” respectievelijk te verhogen als keuzeaanspraak, zodanig dat het tezamen met de per de peildatum, samenvallend met of voorafgaand aan de datum, waarop het recht ontstaat of wordt gewijzigd, geldende en bekende uitkering op jaarbasis uit hoofde van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 80% van het pensioengevend inkomen bedraagt. (2) De deelnemer heeft het recht om per 1 januari en/of 1 juli van elk jaar, mits 2 maanden voor deze data kenbaar gemaakt op een hiertoe door het intermediair te verstrekken formulier, een wijziging aan te brengen in de eerder gekozen dekking.
Artikel 10
- Erkenning arbeidsongeschiktheid en toekenning prestaties
(1) Onder toekenning van de prestaties bij arbeidsongeschiktheid wordt verstaan, indien en voor zover van toepassing, het verlenen van vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid en het uitkeren van arbeidsongeschiktheidspensioen. (2) Een verzoek tot het toekennen van prestaties bij arbeidsongeschiktheid dient schriftelijk door de werkgever of deelnemer bij Zwitserleven te worden ingediend.
7
(3) Zwitserleven erkent, met inachtneming van de voorwaarden zoals die genoemd zijn in de bijlage ‘Aanvullende voorwaarden AOTU7 voor de medeverzekering bij arbeidsongeschiktheid’, de gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid van de deelnemer zodra hij onafgebroken 104 weken arbeidsongeschikt is geweest. De erkenning duurt voort zolang de deelnemer tenminste 15% arbeidsongeschikt is, maar uiterlijk tot de pensioendatum. (4) Een bij de aanvaarding van het arbeidsongeschiktheidsrisico reeds bestaande gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid wordt niet erkend. Als echter de arbeidsongeschiktheid met ten minste een vierde van de volle arbeidsongeschiktheid toeneemt, wordt deze toename wel in aanmerking genomen. (5) Zwitserleven kent de prestaties toe zodra de deelnemer gedurende een onafgebroken periode van 104 weken arbeidsongeschikt is geweest, maar toekenning vindt niet eerder plaats dan nadat Zwitserleven de beschikking van de uitvoeringsinstantie heeft ontvangen. Als Zwitserleven de beschikking binnen 2 maanden na dagtekening door de uitvoeringsinstantie heeft ontvangen, worden de prestaties toegekend op de datum waarop de deelnemer gedurende een onafgebroken periode van 104 weken arbeidsongeschikt is geweest. Als Zwitserleven de beschikking niet binnen 2 maanden na dagtekening door de uitvoeringsinstantie heeft ontvangen, worden de prestaties door Zwitserleven niet eerder toegekend dan de dag nadat het schriftelijk verzoek tot erkenning door Zwitserleven is ontvangen. In bijzondere gevallen kan Zwitserleven anders besluiten. (6) De toekenning van prestaties door Zwitserleven is gebaseerd op de graad van de arbeidsongeschiktheid van de deelnemer en wordt uitgedrukt in onderstaande percentages. Graad van de arbeidsongeschiktheid 0% 15% 25% 35% 45% 55% 65% 80%
tot 15% tot 25% tot 35% tot 45% tot 55% tot 65% tot 80% of meer
Percentage toekenning van de prestaties 0,00% 20,00% 30,00% 40,00% 50,00% 60,00% 72,50% 100,00%
(7) Indien en zolang de deelnemer geen recht heeft op uitbetaling van een WIAuitkering of slechts recht heeft op uitbetaling van een gedeelte daarvan omdat de deelnemer inkomsten uit arbeid heeft of een arbeidsovereenkomst is aangegaan, kan Zwitserleven de arbeidsongeschiktheidsprestaties niet, respectievelijk gedeeltelijk, toekennen.
8
(8) Op de datum van beëindiging van de arbeidsovereenkomst wordt voor dat gedeelte van de verzekering waarvoor geen prestaties bij arbeidsongeschiktheid zijn toegekend, gehandeld overeenkomstig het bepaalde in artikel “Rechten bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst” van dit reglement. (9) Een verhoging van de graad van arbeidsongeschiktheid die plaatsvindt na de datum van beëindiging van de arbeidsovereenkomst wordt niet in aanmerking genomen. (10) Een verlaging van de graad van arbeidsongeschiktheid die plaatsvindt na de datum van beëindiging van de arbeidsovereenkomst wordt wél in aanmerking genomen en leidt tot: - verlaging van de prestaties bij arbeidsongeschiktheid; verlaging van de pensioenaanspraken waarvoor vrijstelling van premiebetaling wegens arbeidsongeschiktheid is verleend. De verlaging vindt plaats overeenkomstig het bepaalde in artikel “Rechten bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst” van dit reglement, waarbij als datum van uitdiensttreding in dat artikel moet worden gelezen de datum waarop de vrijstelling is verlaagd; - verlaging van de premies. Indien na de datum van beëindiging van de arbeidsovereenkomst de prestaties bij arbeidsongeschiktheid eenmaal zijn verlaagd, kunnen deze niet meer worden verhoogd. (11) Volledige arbeidsgeschiktheid na beëindiging van de arbeidsovereenkomst leidt tot beëindiging van de prestaties bij arbeidsongeschiktheid. Als binnen een periode van vier weken nadat de arbeidsongeschiktheidsgraad beneden de 15% is gedaald, de arbeidsongeschiktheidsgraad weer 15% of meer bedraagt, wordt de beëindiging van de prestaties bij arbeidsongeschiktheid ongedaan gemaakt. De toekenning van de prestaties wordt dan gebaseerd op de graad van arbeidsongeschiktheid die binnen deze periode van vier weken is vastgesteld. (12) De deelnemer is gedurende de volledige periode van diens arbeidsongeschiktheid verplicht Zwitserleven terstond schriftelijk in kennis te stellen, en alle door Zwitserleven verlangde inlichtingen te verstrekken, inzake: - de arbeid die door de deelnemer wordt verricht; de inkomsten die uit die arbeid voortvloeien; - iedere wijziging van de arbeidsongeschiktheidsgraad. Gedurende de wachttijd van de WIA verstrekt de deelnemer deze gegevens via de werkgever. Zwitserleven doet gedurende de wachttijd van de WIA schriftelijke kennisgeving van de toekenning of wijziging van de prestaties bij arbeidsongeschiktheid via de werkgever, en vanaf de einddatum van de wachttijd van de WIA rechtstreeks aan de deelnemer.
9
(13) Indien en zodra de deelnemer de verplichtingen zoals neergelegd in het pensioenreglement en de Aanvullende voorwaarden voor de verzekerde prestaties bij arbeidsongeschiktheid niet, niet tijdig of niet behoorlijk nakomt, heeft Zwitserleven het recht, als Zwitserleven daardoor is benadeeld, de prestaties wegens arbeidsongeschiktheid niet dan wel gedeeltelijk toe te kennen of reeds toegekende prestaties geheel of gedeeltelijk te doen vervallen dan wel terug te vorderen. (14) In geval van wijziging van de pensioenreglement van kracht zijnde loondoorbetalingsverplichting bij verplichte loondoorbetaling door de op andere wijze vaststellen.
Artikel 11
op het moment van afsluiten van het WIA, dan wel van de in de Wet verlenging ziekte (2004) neergelegde termijn van werkgever, kan Zwitserleven de erkenning
- Vrijstelling van premiebetaling wegens arbeidsongeschiktheid (verplicht onderdeel)
(1) Zolang de deelnemer arbeidsongeschikt is, doch uiterlijk tot de pensioendatum, verleent de verzekeraar, met inachtneming van het bepaalde in artikel “Erkenning arbeidsongeschiktheid en toekenning prestaties”, vrijstelling van premiebetaling inhoudende de premie op het moment van erkenning van de arbeidsongeschiktheid alsmede verhogingen van deze premie, die verschuldigd zouden zijn bij het bereiken van een volgende stap in de staffel conform het bepaalde in artikel "Beschikbare premie". (2) De eigen bijdrage van de deelnemer wordt naar evenredigheid aangepast aan het verleende percentage van vrijstelling van premiebetaling. (3) De pensioenverzekering wijzigt niet door de vrijstelling van premiebetaling, zolang het niet vrijgestelde gedeelte van de premies wordt betaald, behoudens het bepaalde in lid 4. (4) Na beëindiging van het dienstverband zal, voor dat gedeelte van de verzekering waarvoor geen vrijstelling van premiebetaling wegens arbeidsongeschiktheid (mee r) wordt verleend, worden gehandeld conform het bepaalde in artikel “Rechten bij beëindiging van het dienstverband”. Afname van de arbeidsongeschiktheidsgraad, zoals in lid 6 van artikel “Erkenning en arbeidsongeschiktheid en toekenning prestaties” vermeld, na de datum van beëindiging van het dienstverband leidt tot:
10
-
verlaging van de vrijstelling van premiebetaling. Eenmaal verlaagde vrijstelling van premiebetaling kan nimmer meer worden verhoogd, en verlaging van de beschikbare premie, en verlaging van de pensioenaanspraken conform het bepaalde in artikel ‘Rechten bij beëindiging van het dienstverband’, waarbij als datum van uitdiensttreding in dit artikel moet worden gelezen de datum waarop de vrijstelling is verlaagd.
Volledige arbeidsgeschiktheid na beëindiging van het dienstverband leidt tot beëindiging van de verzekering van vrijstelling van premiebetaling. Toename van de arbeidsongeschiktheidsgraad, zoals in lid 6 van artikel “Erkenning en arbeidsongeschiktheid en toekenning prestaties” vermeld, na de datum van beëindiging van het dienstverband kan nimmer leiden tot verhoging van de vrijstelling van premiebetaling.
Artikel 12
- Nabestaandenpensioen (keuzeaanspraak)
(1) Dit nabestaandenpensioen gaat in bij overlijden van de (gewezen) deelnemer vóór de pensioendatum en wordt uitgekeerd zolang de partner leeft. (2) Het jaarlijks nabestaandenpensioen bedraagt naar keuze van de deelnemer 1,05% van de pensioengrondslag voor elk dienstjaar, of een door de deelnemer op te geven vast bedrag met een maximum van 1,05% van de pensioengrondslag voor elk dienstjaar. Het nabestaandenpensioen kan naar keuze van de deelnemer gelijkblijvend of 3% stijgend verzekerd worden. (3) De deelnemer heeft het recht om met inachtneming van de in lid 2 van dit artikel opgenomen bepalingen, per 1 januari en/of 1 juli van elk jaar, mits 2 maanden voor deze data kenbaar gemaakt op een hiertoe door het intermediair te verstrekken formulier, een wijziging aan te brengen in de eerder gekozen dekking. Wijzigingen in de dekking die voortvloeien uit een verandering van de burgerlijke staat, geregistreerd partnerschap of samenlevingsovereenkomst kunnen te allen tijde worden doorgevoerd. (4) Een wijziging van de pensioengrondslag wordt berekend over alle dienstjaren. Bij waarde-overdracht bestaat de mogelijkheid om extra dienstjaren te verwerven waarmee het nabestaandenpensioen kan worden verhoogd. (5) Indien bij overlijden van de verzekerde vóór of op de wisseldatum de met 10% verhoogde beleggingswaarde meer is dan de op basis van de dan geldende lijfrentetarieven voor nabestaandenpensioenen verschuldigde koopsom, dan worden de uit te keren nabestaandenpensioenen zodanig in gelijke mate verhoogd, dat de daarvoor verschuldigde koopsom op basis van genoemde lijfrentetarieven gelijk is aan de met 10% verhoogde beleggingswaarde.
11
(6) Het nabestaandenpensioen bij overlijden van de deelnemer na de pensioendatum bedraagt maximaal 70% van het ouderdomspensioen. De uiteindelijke grootte van het nabestaandenpensioen bij overlijden na de pensioendatum is afhankelijk van de ten tijde van de pensioendatum beschikbaar komende beleggingswaarde, de dan geldende tarieven en de aan te kopen pensioenen.
Artikel 13
- Wezenpensioen (keuzeaanspraak)
(1) Het wezenpensioen gaat in bij overlijden van de deelnemer vóór de pensioendatum ten behoeve van de verzekerde kinderen en wordt uitgekeerd zolang het kind leeft doch uiterlijk tot de 18e verjaardag van het kind. (2) Het jaarlijks wezenpensioen, dat verzekerd is in vorm van een overlevingsrente, bedraagt voor elk kind 20% van het jaarlijks nabestaandenpensioen dat ingaat bij overlijden voor de pensioendatum. Het wezenpensioen, zal indien er een nabestaandenpensioen is conform de keuze zoals de deelnemer deze heeft gemaakt bij staandenpensioen gelijkblijvend of 3% stijgend verzekerd worden.
verzekerd, het nabe-
Indien er geen nabestaandenpensioen is verzekerd dan kan het wezenpensioen naar keuze van de deelnemer gelijkblijvend of 3% stijgend verzekerd worden. (3) Indien bij overlijden van de verzekerde vóór of op de wisseldatum de met 10% verhoogde beleggingswaarde meer is dan de op basis van de dan geldende lijfrentetarieven voor nabestaandenpensioenen verschuldigde koopsom, dan worden de uit te keren nabestaandenpensioenen zodanig in gelijke mate verhoogd, dat de daarvoor verschuldigde koopsom op basis van genoemde lijfrentetarieven gelijk is aan de met 10% verhoogde beleggingswaarde.
Artikel 14
- De fiscale toegestane maxima voorgaande pensioenen
(1) Bij aanwending van de beleggingswaarde dienen de fiscale maxima genoemd in de Wet op de Loonbelasting 1964 in acht te worden genomen. Deze maxima voor het ouderdoms-, nabestaanden- en wezenpensioen mogen slechts overschreden worden indien en voor zover dit het gevolg is van: - variatie in de hoogte van de uitkeringen; - waarde-overdracht van aanspraken op pensioen, een en ander conform het bepaalde in artikel ‘Waardeoverdracht’; - gehele of gedeeltelijke uitruil van nabestaandenpensioen ingaande bij overlijden van de deelnemer op of na de pensioendatum.
12
(2) Beoordeling of de fiscale maxima niet worden overschreden geschiedt op het moment onmiddellijk voorafgaande aan het tijdstip van ingang van het pensioen. Als op het moment onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van ingang van het pensioen het gestelde maximum wordt overschreden, wordt het bedrag van de overschrijding ineens uitgekeerd en aangemerkt als loon uit tegenwoordige dienstbetrekking en geacht te zijn genoten onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van ingang van het pensioen. Het bedrag van de overschrijding wordt uitgekeerd aan de begunstigde voor het betreffende pensioen.
Artikel 15
- Stijging ingegane pensioenen
Indien het arbeidsongeschiktheidspensioen, het nabestaandenpensioen en/of wezenpensioen stijgend verzekerd wordt, wordt het jaarlijks pensioen na ingang van de uitkeringen verhoogd, met 3%. Voor de eerste maal op de 13e vervaldatum van het pensioen, waarop een volle maandelijkse termijn opeisbaar wordt, vervolgens steeds op de vervaldatum van het pensioen, gelegen een vol aantal jaren na de eerstgenoemde vervaldatum.
Artikel 16
- Vervroegde pensionering; deeltijd pensionering
(1) De werkgever en de (gewezen) deelnemer kunnen schriftelijk overeenkomen dat de pensioendatum wordt vervroegd, waarbij de eerdere pensioendatum op zijn vroegst ingaat op de 60e verjaardag van de deelnemer, dan wel dat de pensioendatum met 1 jaar wordt uitgesteld. Vervolgens kan op de nieuwe pensioendatum de pensioendatum steeds voor 1 jaar worden uitgesteld doch uiterlijk tot de 65e verjaardag van de deelnemer en zolang de deelnemer een dienstbetrekking met de werkgever heeft. (2) Uitstel of vervroeging van de pensioendatum is toegestaan met inachtneming van de fiscale wet- en regelgeving. (3) Ingeval van uitstel van de pensioendatum wordt gesteld door de werkgever conform het bepaalde premie”.
geen premie beschikbaar in artikel “Beschikbare
(4) De deelnemer die op de pensioendatum dan wel de uit hoofde van lid 1 gekozen datum, in deeltijd gaat werken c.q. een deeltijdfunctie vermindert, heeft het recht om het pensioen met instemming van de werkgever slechts voor het gedeelte te laten ingaan waarmee de werkzaamheden zijn verminderd, mits de aanvaarde deeltijdfunctie ten minste 50% van de voor de desbetreffende deelnemer geldende voltijdfunctie beloopt.
13
Artikel 17
- Vrijwillige deelnemersbijdragen
(1) Spaarmodule hoger ouderdomspensioen De deelnemer heeft het recht ieder jaar aanvullende premies te storten voor de inkoop van een ouderdomspensioen tot het niveau van 2,25% middelloon, inclusief bijbehorend nabestaandenpensioen en premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid. Voor zover ruimte voor een risicoverzekering wordt benut, dient de premie daadwerkelijk te worden aangewend voor een risicoverzekering. (2) De deelnemer heeft ten behoeve van de inkoop van het hogere ouderdomspensioen als bovenomschreven het recht aanvullende premies te storten op basis van de onderstaande tabel:
Leeftijd per percentage van de pensioengrondslag van de peildatum het lopende kalenderjaar 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60
t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m
19 24 29 34 39 44 49 54 59 64
1,7 2,1 2,8 3,6 4,7 6,0 7,7 9,8 12,6 16,1
(3) Indien de deelnemer de in de bovenstaande tabellen gedefinieerde ruimte terzake van de voornoemde “spaarmodule hoger ouderdomspensioen” niet of niet volledig benut, mag deze in een later jaar worden ingehaald, mits het deelnemerschap niet is beëindigd. De in eerste aanleg berekende inhaalpremie, met uitzondering van het gedeelte dat betrekking heeft op de onderscheiden risicoverzekeringen, mag worden vermenigvuldigd met een samengestelde factor van 1,04 voor elk jaar gelegen tussen het einde van het in te halen jaar en de aanvang van het jaar waarin de inhaal plaatsvindt. (4) De gestorte aanvullende premies terzake van de voornoemde “spaarmodule hoger ouderdomspensioen” komen volledig voor rekening van de werknemer en worden ingehouden op het loon. (5) Voor het doen van extra stortingen is toestemming van de werkgever vereist in verband met de financiële afwikkeling in de rekening-courant tussen de werkgever en Zwitserleven.
14
Artikel 18
- Fondsverdeling en switchen
(1) Van elke premie, extra storting en/of koopsom wordt door de verzekeraar een investeringsdeel vastgesteld. Het investeringsdeel wordt op basis van de door de deelnemer aangegeven fondsverdeling belegd in de door de werkgever aangegeven openstaande Swiss Life beleggingsfondsen van de verzekeraar. De werkgever maakt aan de deelnemer de toegestane fondsen bekend. De werkgever is niet aansprakelijk voor de door de deelnemer gekozen fondsverdeling. (2) De deelnemer heeft de mogelijkheid om per 1 januari en/of 1 juli van elk jaar, mits kenbaar gemaakt 2 maanden voor deze data op een hiertoe door het intermediair verstrekt formulier, (een gedeelte van) de belegde waarde uit een of meerdere fondsen over te hevelen naar een of meerdere andere fondsen. Hiervoor worden voor de 1e en 2e switch in een contractjaar geen kosten ingehouden of in rekening gebracht. (3) De deelnemer kan op elk moment de verdeling van het investeringsdeel van de toekomstige premies over de verschillende openstaande beleggingsfondsen wijzigen middels een door het intermediar ter beschikking gesteld formulier.
Artikel 19
- Acceptatie
(1) Voor de acceptatie van verzekeringen van nieuwe deelnemers zijn geen medische waarborgen noodzakelijk. (2) De aanspraken ontstaan eerst nadat de verzekeraar het risico heeft aanvaard. (3) Voor de uitkering van verplicht verzekerde prestaties (= vaste rechten) worden geen nadere voorwaarden gesteld. Aan de uitkering van overige verzekerde prestaties bestemd ter dekking van pensioen worden gedurende twee jaar na meeverzekering van een pensioen extra voorwaarden gesteld (zie de Aanvullende voorwaarden voor pensioenverzekeringen gesloten in het kader van het Duo Bedrijfspensioen, september 2002 bijgevoegd bij het contract).
Artikel 20
- Verevening pensioenen bij scheiding
Indien verevening van het ouderdomspensioen plaatsvindt ingevolge de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding ontstaat voor de gewezen partner jegens de verzekeraar een recht op uitbetaling van een deel van elk van de uit te betalen pensioentermijnen van ouderdomspensioen, als binnen 2 jaar melding van de scheiding aan de verzekeraar is gedaan middels het formulier “Mededeling van scheiding in verband met verdeling van het Ouderdomspensioen”
15
Dit recht op uitbetaling van een deel van elk van de uit te betalen pensioentermijnen komt te vervallen bij overlijden van de deelnemer. Ten behoeve van dit ouderdomspensioen worden een deel van de beleggingswaarde op de echtscheidingsdatum opgenomen en aangewend voor een verzekering van verevend ouderdomspensioen, ten behoeve van de ex-partner. Het verevend ouderdomspensioen wordt verzekerd middels een beleggingsverzekering. De hoogte van de op te nemen waarde is afhankelijk van de hoogte van de beleggingswaarde op de echtscheidingsdatum en de op de echtscheidingsdatum geldende tarieven voor direct ingaande pensioenen. De hoogte van het op de pensioendatum aan te kopen verevend ouderdomspensioen is afhankelijk van de beleggingswaarde en van de dan geldende tarieven voor direct ingaande pensioenen. De Wet verevening pensioenrechten bij scheiding is niet van toepassing op beëindiging van de gezamenlijke huishouding, tenzij partijen anders zijn overeengekomen. Ingeval van conversie als bedoeld in genoemde wet, wordt het recht van de expartner op uitbetaling van ouderdomspensioen (onder verval van dit recht) samen met eventuele aanspraken op bijzonder nabestaandenpensioen dat ingaat bij overlijden van de deelnemer op of na de pensioendatum omgezet in een eigen aanspraak op ouderdomspensioen conform dit pensioenreglement. Afwijkingen van bovenstaande verevening zijn mogelijk volgens gegeven in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding.
Artikel 21
de
regels
- Waarde-overdracht
(1) De (gewezen) deelnemer heeft het recht de waarde van de premievrije aanspraken op pensioen uit hoofde van een dienstverband met een vorige werkgever, welk dienstverband met de vorige werkgever is beëindigd na 8 juli 1994, te doen overdragen naar de pensioenregeling van de werkgever. De waarde van deze premievrije aanspraken zal als extra storting worden aangetekend. Een verzoek tot waarde-overdracht dient te worden ingediend bij de verzekeraar binnen 2 maanden na de toekenning van de aanspraak op ouderdomspensioen. (2) Aan de deelnemer worden als gevolg van waardeoverdracht extra dienstjaren toegekend gerelateerd aan het moment van ontvangst van de overdrachtswaarde door de verzekeraar. Als de deelnemer uit hoofde van een vorig dienstverband een aanspraak op nabestaandenpensioen had en een partner heeft, dan wordt het nabestaandenpensioen ingaande bij overlijden van de deelnemer voor de pensioendatum alsmede het wezenpensioen verhoogd. De verhoging van dit nabestaandenpensioen en het wezenpensioen is afhankelijk van het aantal toegekende extra dienstjaren, dat gelijk is aan het aantal doorgebrachte dienstjaren bij de vorige werkgever, op het moment van waardeoverdracht.
16
Artikel 22
- Rechten bij beëindiging van het dienstverband
(1) Als het dienstverband, anders dan door overlijden of het bereiken van de pensioendatum, tussen een deelnemer en de werkgever wordt beëindigd, behoudt de deelnemer een premievrije aanspraak op ouderdomspensioen. Aan de deelnemer wordt een nieuwe polis verstrekt. De overige pensioenaanspraken komen te vervallen. Als juist voor beëindiging van het dienstverband, nabestaandenpensioen dat ingaat bij overlijden van de deelnemer vóór de pensioendatum in de vorm van een overlevingsrente verzekerd was, heeft de deelnemer het recht de verzekering van dit nabestaandenpensioen voort te zetten. De hoogte van het dan te verzekeren nabestaandenpensioen bedraagt niet meer dan 1/n per verstreken dienstjaar van het voor beëindiging van het dienstverband verzekerde nabestaandenpensioen, waarbij n de totale diensttijd tot de pensioendatum is. Als de deelnemer van dit recht tot voortzetting geen gebruik wil maken, dient de deelnemer dit binnen twee maanden na beëindiging van het dienstverband aan de verzekeraar kenbaar te maken. (2) Als het dienstverband is beëindigd nadat: het bedrijf van de werkgever is geliquideerd, of de werkgever in staat van faillissement is verklaard of door de werkgever surséance van betaling is aangevraagd, op de werkgever een schuldsaneringsregeling van toepassing is verklaard, krijgt de deelnemer een premievrije aanspraak conform het bepaalde in lid 1. (3) Als het dienstverband is beëindigd, nadat de deelnemer arbeidsongeschikt is volgens artikel “Erkenning arbeidsongeschiktheid en toekenning prestaties”, geldt lid 5 van artikel “Beschikbare Premie” en lid 4 van artikel “Vrijstelling van premiebetaling wegens arbeidsongeschiktheid”. (4) De gewezen deelnemer heeft een wettelijk recht op waarde-overdracht. Een verzoek hiertoe dient, binnen twee maanden na aanvang van de deelneming aan een nieuwe pensioenregeling, te geschieden aan de pensioenuitvoerder van zijn nieuwe werkgever. Waardeoverdracht zal alsdan plaatsvinden conform de bepalingen van de Regelen verzekeringsovereenkomsten PSW. Als de gewezen deelnemer voornemens is te emigreren kan hij de verzekeraar verzoeken informatie omtrent zijn pensioen te verstrekken.
17
Artikel 23
- Rechten bij echtscheiding
(1) In dit artikel wordt onder “echtscheiding” verstaan: Beëindiging van het huwelijk, ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed, scheiding van tafel en bed, beëindiging van het geregistreerd partnerschap of beëindiging van de gezamenlijke huishouding. In dit artikel wordt onder “echtscheidingsdatum” verstaan: - in geval van huwelijk, de datum waarop de echtscheidingsbeschikking wordt ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. - in geval van geregistreerd partnerschap, de datum waarop een door partijen en advoca(a)t(en) en/of notaris(sen) ondertekende en gedateerde verklaring dan wel de rechterlijke uitspraak wordt ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. - in geval van ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed, de datum waarop de beschikking is ingeschreven in het betreffende huwelijksgoederenregister. - in geval van scheiding van tafel en bed, de datum waarop de beschikking inzake scheiding van tafel en bed in kracht van gewijsde is gegaan. - in geval van gezamenlijke huishouding de datum die aan Zwitserleven wordt medegedeeld in een door de deelnemer en de ex-partner ondertekende schriftelijke verklaring. Ingeval van echtscheiding voor de pensioendatum verkrijgt de ex-partner, aanspraak op een zogenaamd bijzonder nabestaandenpensioen dat ingaat bij overlijden op of na de pensioendatum. Ten behoeve van deze aanspraak op bijzonder nabestaandenpensioen wordt een deel van de beleggingswaarde op de echtscheidingsdatum opgenomen en aangewend voor een verzekering van bijzonder nabestaandenpensioen ten behoeve van de ex-partner. De hoogte van de op te nemen beleggingswaarde voor het bijzonder nabestaandenpensioen is afhankelijk van de beleggingswaarde op de echtscheidingsdatum, en van de op de echtscheidingsdatum geldende tarieven voor direct ingaande pensioenen. De hoogte van het op de pensioendatum aan te kopen bijzonder nabestaandenpensioen is afhankelijk van de dan tot uitkering komende beleggingswaarde en van de dan geldende tarieven voor nabestaandenpensioenen. Ingeval van echtscheiding in de zin van scheiding van tafel en bed verkrijgt de ex-partner geen aanspraak op bijzonder nabestaandenpensioen. Ingeval van echtscheiding na de pensioendatum verkrijgt de ex-partner een zodanige aanspraak op bijzonder nabestaandenpensioen als de deelnemer ten behoeve van de ex-partner heeft verkregen bij pensionering. (2) Het hiervoor bepaalde geldt niet, als de deelnemer en de ex-partner bij huwelijkse voorwaarden, partnerschapsvoorwaarden of bij schriftelijke overeenkomst met het oog op de scheiding anders (zijn) overeen(ge)komen. (3) Het bijzonder nabestaandenpensioen gaat in bij overlijden van de gepensioneerde deelnemer op of na de pensioendatum, ongeacht de burgerlijke staat van de ex-partner en wordt uitgekeerd zolang de betreffende ex-partner leeft. Het bijzonder nabestaandenpensioen is niet uitruilbaar.
18
(4) In het jaarlijks nabestaandenpensioen dat ingaat bij overlijden op of na de pensioendatum zoals omschreven in het artikel “Nabestaandenpensioen dat ingaat bij overlijden op of na de pensioendatum” is tevens begrepen een eventueel bijzonder nabestaandenpensioen. (5) De ex-partner wordt in de gelegenheid gesteld om binnen de wettelijke kaders en voorwaarden van de verzekeraar op de verzekering van bijzonder nabestaandenpensioen dat ingaat bij overlijden op of na de pensioendatum, een nabestaandenpensioen dat ingaat bij overlijden voor de pensioendatum mee te verzekeren. De kosten voor het te verzekeren nabestaandenpensioen worden maandelijks verrekend met de beleggingswaarde van de verzekering. (6) Ingevolge de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding kan het ouderdomspensioen verevend worden. Als verevening van het ouderdomspensioen plaatsvindt heeft de ex-partner jegens Zwitserleven een recht op uitbetaling van een deel van elk van de uit te betalen pensioentermijnen van ouderdomspensioen. Voorwaarde is dat binnen 2 jaar melding van de scheiding is gedaan middels het formulier “Mededeling van scheiding in verband met verdeling van het Ouderdomspensioen”. Dit recht op uitbetaling van pensioentermijnen komt te vervallen bij overlijden van de deelnemer. Ten behoeve van dit ouderdomspensioen wordt een deel van de beleggingswaarde op de echtscheidingsdatum opgenomen en aangewend voor een zelfstandige verzekering van verevend ouderdomspensioen, ten behoeve van de ex-partner. Het verevend ouderdomspensioen wordt verzekerd middels een beleggingsverzekering. De ex-partner wordt begunstigde voor het afgesplitste ouderdomspensioen bij in leven zijn van de (gewezen) deelnemer op de pensioendatum. De hoogte van de op te nemen waarde is afhankelijk van de hoogte van de beleggingswaarde op de echtscheidingsdatum en van de op de echtscheidingsdatum geldende tarieven voor direct ingaande pensioenen. De hoogte van het op de pensioendatum aan te kopen verevend ouderdomspensioen is afhankelijk van de beleggingswaarde op de pensioendatum en van de dan geldende tarieven voor direct ingaande pensioenen. Bij conversie als bedoeld in genoemde wet, wordt dit recht van de ex-partner op uitbetaling van ouderdomspensioen (onder verval van dit recht) samen met eventuele aanspraken op bijzonder nabestaandenpensioen omgezet in een eigen aanspraak op ouderdomspensioen voor de ex-partner overeenkomstig dit Reglement. De ex-partner wordt voor wat betreft de eigen aanspraak op ouderdomspensioen gezien als (gewezen) deelnemer. De Wet verevening pensioenrechten bij scheiding is niet van toepassing op beëindiging van een gezamenlijke huishouding, tenzij de deelnemer en diens partner anders zijn overeengekomen.
19
Artikel 24
- Nadere bepalingen pensioentoezegging
met
betrekking
tot
de
uitvoering
van
de
(1) De werkgever zal, ingevolge wettelijk voorschrift, ter uitvoering van de pensioenregeling, een collectief pensioencontract met de verzekeraar sluiten en bij deze in stand houden. De werkgever zorgt dat de deelnemers in het bezit worden gesteld van het geldende reglement. (2) De verzekeraar verstrekt, een en ander te versturen via de werkgever, aan de deelnemer bij aanvang van de verzekering een polis en vervolgens jaarlijks een schriftelijke opgave van de verzekerde aanspraken. (3) De verzekeraar verstrekt, een en ander te versturen via de werkgever, aan de deelnemer een polis ter zake van: • de bestaande aanspraken van de deelnemer bij het bereiken van de pensioendatum en bij ingang van uitkering krachtens een arbeidsongeschiktheidspensioen; • de bestaande premievrije aanspraken van de gewezen deelnemer bij beëindiging van het dienstverband; • de bestaande aanspraken van de partner en kind na het overlijden van de deelnemer; • de bestaande aanspraken van de gewezen partner. Onverminderd het bovenstaande verstrekt de verzekeraar binnen drie maanden na een verzoek van de deelnemer een schriftelijke opgave waaruit de hoogte van de beleggingswaarde van de pensioenverzekering blijkt. De verzekeraar kan een vergoeding vragen van de aan de opgave verbonden kosten. (4) De verzekeraar verstrekt, een en ander te versturen via de werkgever, ten behoeve van de deelnemer jaarlijks een opgave van de aan het voorafgaande kalenderjaar toe te rekenen aangroei van pensioenaanspraken op levenslang ouderdomspensioen overeenkomstig het bepaalde in het Uitvoeringsbesluit Wet inkomstenbelasting 2001. Met betrekking tot de aangroei van pensioenaanspraken op levenslang ouderdomspensioen over de jaren 1994 tot en met 2000 verstrekt de verzekeraar op verzoek van de deelnemer een opgave. Deze aangroei is nodig om vast te stellen of de deelnemer premies voor lijfrentevoorzieningen op grond van de jaarruimte in mindering kan brengen op het belastbaar inkomen uit werk en woning (Box 1).
Artikel 25
- Financiering van de pensioentoezegging
(1) De opbouw en de financiering van de pensioenaanspraken vinden gedurende het deelnemerschap ten minste evenredig in de tijd plaats.
20
Premies zijn verschuldigd tot de datum van uitdiensttreding, de pensioendatum of het eerdere moment waarop de deelnemer overlijdt. De deelnemer draagt de kosten (indien meeverzekerd) voor de verhoging (van 70% naar 80%) van het arbeidsongeschiktheidspensioen en de kosten voor de keuze tussen gelijkblijvend of 3% stijgend te verzekeren arbeidsongeschiktheidspensioen. De eigen bijdragen van de deelnemer worden in gelijke maandelijkse termijnen op het salaris ingehouden. De overige kosten komen voor rekening van de werkgever. (2) De extra stortingen per 1 januari en/of 1 juli van elk jaar dienen 2 maanden voor deze data te worden aangemeld op het hiervoor ter beschikking gesteld formulier. (3) Het spaardoel waarvoor de deelnemer het recht heeft aanvullende stortingen te verrichten zijn omschreven in artikel “Vrijwillige deelnemersbijdragen”. (4) Maandelijkse kosten voor het nabestaanden- en wezenpensioen en de kosten voor premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid worden verrekend met de beleggingswaarde van de verzekering. De kosten voor het arbeidsongeschiktheidspensioen worden separaat in rekening gebracht. (5) Maandelijks worden kosten voor het beheer van de beleggingen verrekend met de beleggingswaarde.
Artikel 26
- Variabele pensioenuitkeringen
(1) Op schriftelijk verzoek van de deelnemer worden de uitkeringen uit hoofde van de in dit pensioenreglement genoemde pensioenen in hoogte gevarieerd uitbetaald, waarbij de laagste pensioenuitkering niet minder bedraagt dan 75% van de hoogste. De mate van variatie kan tevens worden beperkt door nader door verzekeraar te stellen voorwaarden. (2) De deelnemer kan het verzoek ten laatste op de ingangsdatum van het pensioen indienen. De mate van variatie, met inachtneming van bovenstaande 75%-begrenzing, kan eveneens ten laatste op de ingangsdatum van het pensioen worden vastgesteld.
21
Artikel 27
- Mededelingsplicht
De (gewezen) deelnemer, de begunstigde en/of de werkgever is verplicht tot medewerking aan de uitvoering van dit reglement en dient aan de werkgever of de verzekeraar alle gevraagde inlichtingen te verstrekken die voor de verzekering van belang zijn, zo nodig onder overlegging van officiële bescheiden.
Artikel 28
- Verbod van vervreemding en bezwaring
De aanspraken ingevolge dit reglement kunnen niet worden afgekocht, vervreemd of prijsgegeven, dan wel formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid kunnen worden, anders dan in de gevallen voorzien bij of krachtens de PSW.
Artikel 29
- Belastingen en andere wettelijke heffingen
Op uitkeringen uit hoofde van dit reglement zullen de wettelijk vereiste belastingen en andere wettelijke heffingen worden ingehouden.
Artikel 30
- Uitbetaling van de pensioenen
(1) Alle pensioenen worden door de verzekeraar aan de begunstigde(n) uitbetaald in maandelijkse termijnen bij nabetaling. De pensioentermijnen vervallen steeds aan het einde van elke kalendermaand. (2) De eerste pensioentermijn wordt – als een pensioen niet aan het begin van een kalendermaand ingaat - pro rata berekend naar verhouding van de tijd gelegen tussen de datum van ingang van het pensioen en de eerstvolgende vervaldatum. Bij overlijden van de begunstigde vindt een pro rata uitkering plaats, berekend over de periode, gelegen tussen de laatste vervaldatum vóór het overlijden en de dag van overlijden. (3) Reeds vervallen pensioentermijnen, die niet binnen 5 jaar zijn opgeëist, vervallen aan de verzekeraar. In bijzondere gevallen kan anders beslist worden.
Artikel 31
- Slotbepalingen
(1) Indien de werkgever aan al zijn verplichtingen, voortvloeiend uit dit reglement heeft voldaan, is hij tegenover de (gewezen) deelnemer of de begunstigde(n) nooit tot meer gehouden dan de verzekeraar verleent of uitkeert uit hoofde van de door de werkgever ter uitvoering van dit reglement afgesloten verzekeringen.
22
(2) De tot uitkering komende beleggingswaarde kan bij een andere pensioenverzekeraar dan de verzekeraar worden aangewend voor aankoop van pensioenen zoals toegezegd in het onderliggende pensioenreglement. Deze bepaling geldt onder voorbehoud dat het uitvoering geven aan het pensioenreglement met betrekking tot uitruil van nabestaandenpensioen en de gelijke behandeling van mannen en vrouwen die uiterlijk per 1 januari 2005 ingaat, niet noodzaken deze aanwending bij een andere pensioenverzekeraar niet meer toe te staan. (3) De werkgever behoudt zich uitdrukkelijk en uitsluitend te zijner beoordeling het recht voor zijn premiebijdrage en dientengevolge de daaruit resulterende pensioenaanspraken, betrekking hebbend op toekomstige dienstjaren uit hoofde van dit reglement, te verminderen dan wel te beëindigen, indien a) het wenselijk is op andere wijze of elders bij de inwerkingtreding van dit reglement reeds verzekerde uitkeringen, waarvoor de premie geheel of gedeeltelijk ten laste van de werkgever komt, als onderdeel van deze pensioenregeling te beschouwen; b) het wenselijk is sociale of publiekrechtelijke verzekeringen met verplicht karakter voor de deelnemers of een wijziging van zodanige verzekeringen, als onderdeel van deze pensioenregeling te beschouwen; c) het bedrijfsbelang dit vereist. Als de werkgever voornemens is tot uitoefening van de bevoegdheid op grond van dit voorbehoud over te gaan, deelt de werkgever dit schriftelijk mede aan de verzekeraar alsmede aan de (gewezen) deelnemers wiens pensioen of aanspraken op pensioen daardoor wordt getroffen. (4) In gevallen, waarin dit reglement behoeft, beslist de werkgever op verzekeringsovereenkomsten PSW en loonbelasting 1964 en op grond van de
niet voorziet of nadere interpretatie grond van bepalingen in de Regelen hoofdstuk IIb van de Wet op de bepalingen van het pensioencontract.
(5) Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2006. Alle voor deze datum door de werkgever verleende pensioenaanspraken zijn met ingang van genoemde datum vervangen door de pensioenaanspraken in dit reglement omschreven. Dit reglement vervangt het op 1 januari 2004 in werking getreden reglement, dat hiermede is vervallen.
23
Artikel 32
- Overgangsmaatregelen
Voor de deelnemers die op 1 januari 2006 arbeidsongeschikt zijn en aanspraak maken op het WAO-hiaat pensioen zijn de hierop betrekking hebbende bepalingen en artikelen uit het reglement d.d. 29.06.2004 van toepassing.
-.-.-.-.-.-.-.-