Peiling informatie- en ondersteuningsbehoefte bij pesten, buitensluiten en discriminatie Art. 1 Bureau Discriminatiezaken Noord-Holland Noord Oktober 2013
Colofon Uitgave
I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel: (0229) 282555 Rapportnummer
2013-1968 Datum
Oktober 2013 Opdrachtgever
Art. 1 Bureau Discriminatiezaken Noord-Holland Noord Gasthuisstraat 2 1811 KC Alkmaar
Auteurs
Kim Franx, MSc. Drs. Ankie Lempens Bestellingen
Exemplaren zijn verkrijgbaar bij de opdrachtgever
Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld .
Inhoudsopgave
pag.
Samenvatting en conclusies
I
1. Aanleiding
1
1.1 Aanleiding
1
1.2 Doel van het onderzoek
1
1.3 Onderzoeksmethode
1
1.4 Analyse
2
1.5 Leeswijzer
2
2. Achtergrond pesten, buitensluiten en discriminatie
4
2.1 Vóórkomen en grond
4
2.2 Locatie
4
2.3 Uiting
5
3. Melding maken van pesten, buitensluiten en discriminatie
7
3.1 Melden en praten
7
3.2 Doorslaggevende factor om een melding te maken
8
3.3 Stellingen
8
4. Informatie en ondersteuning
12
4.1 Informatie
12
4.2 Ondersteuning
13
Bijlage 1. Flyer
15
Bijlage 2. Vragenlijst
16
Samenvatting en conclusies
Peiling informatie – en ondersteuningsbehoefte Samenvatting en conclusies
Samenvatting en conclusies
Hé, Homo! – als grapje – moet je dat gewoon kunnen zeggen? Nee, zo vindt ruim de helft van de bezoekers, publiek en deelnemers van de Roze Weken in Alkmaar en West-Friesland.
Sinds een aantal jaren neemt het aantal meldingen van pesten, buitensluiten en discriminatie op grond van seksuele gerichtheid flink af bij zowel de politie als bij het meldpunt Discriminatiezaken van Art. 1 NHN. Het Bureau Discriminatiezaken Art. 1 NHN wil graag weten of mensen die getuige of slachtoffer zijn van discriminatie dit al dan niet melden en met welke motivatie. Daarnaast wil het bureau graag weten welke informatie en ondersteuning mensen nodig hebben als zij te maken krijgen met discriminatie, pesten en buitensluiten. Art. 1 Bureau Discriminatiezaken participeert in de Roze Week in Alkmaar en West-Friesland en heeft die gelegenheid aangegrepen om een beknopt onderzoek uit te voeren onder bezoekers, deelnemers en publiek bij de Roze Week evenementen. Natuurlijk krijgt niet alleen de doelgroep lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders te maken met discriminatie en bestaan er ook andere discriminatiegronden dan seksuele gerichtheid of geslacht. Daarnaast is het publiek van de Roze Week breder: zo is er ook een campagne op middelbare scholen aan de Roze Week gekoppeld. Om deze redenen is de vraagstelling van het onderzoek uitgebreid naar eigen en getuigenervaringen van (ook) andere gronden van discriminatie. In totaal deden 226 mensen mee aan de enquête. Conclusies
De Roze Weken dragen bij aan de tolerantie ten opzichte van homo’s, biseksuelen en transgenders, zo vindt een ruime meerderheid van de geënquêteerde deelnemers en publiek. Ongeveer de helft van de respondenten had in het afgelopen jaar een eigen ervaring dan wel getuigeervaring met discriminatie, buitensluiten of pesten. Bij een vijfde van de respondenten ging het om een eigen ervaring. In de meeste gevallen gebeurde dit op grond van iemands kleding/uiterlijk of seksuele gerichtheid. Hierbij werden discriminerende opmerkingen gemaakt of was er sprake van een ongelijkwaardige behandeling. Het gebeurde in de meeste gevallen in de buurt of op school. De geënquêteerden met ervaringen op het gebied van discriminatie, pesten of buitensluiten, hebben hierbij voornamelijk behoefte aan praktische tips, informatie over hun rechten en over de ondersteuningsmogelijkheden die Art. 1 NHN biedt.
I
Peiling informatie – en ondersteuningsbehoefte Samenvatting en conclusie
Mensen met een discriminatie-ervaring geven aan dat zij vooral hulp nodig hebben bij het doen van aangifte en bij het ‘op een rijtje zetten van de situatie’. Vier van elke tien getuigen en slachtoffers van discriminatie, pesten en buitensluiten maken hiervan melding. Dat gebeurt veelal bij de vertrouwenspersoon op school/werk of bij de politie. Slachtoffers en getuigen die er geen melding van maken, vinden het veelal niet belangrijk genoeg of zijn er niet zeker van dat het discriminatie betreft. De meerderheid van de slachtoffers en getuigen die geen melding hebben gemaakt, praten er overigens wel met iemand over. Dit doen zij voornamelijk met hun partner of met een vriend/vriendin. De vermeende impact en ernst van het incident bepaalt of er melding van wordt gemaakt: wanneer duidelijk is dat het slachtoffer lijdt onder het voorval, is men eerder geneigd dit te melden. Dit kan gaan om fysiek of psychisch lijden. De meerderheid van de respondenten ziet een rol weggelegd voor het COC NHN/Stichting Roze Netwerk en Art. 1 NHN bij melden. Als deze organisaties duidelijk als ‘meldpunt’ aanwezig zijn bij activiteiten, verlaagt dat de drempel om te melden. Ook de mogelijkheid om te melden via een app, maakt dat makkelijker.
II
Hoofdstuk
Aanleiding
1
Peiling informatie – en ondersteuningsbehoefte Aanleiding
1. Aanleiding 1.1 Aanleiding Sinds enige tijd worden in Alkmaar en West-Friesland jaarlijks de Roze Weken georganiseerd. In Alkmaar gaat het onder andere om een festival rondom homotolerantie met tal van activiteiten, waaronder een openingsfeest, een filmfestival, een congres en een grachtenparade. Ook in WestFriesland worden er tijdens de Roze Weken van alles georganiseerd zoals: scholierendebatten, wandelingen, brunches, feesten met live muziek, informatiemarkt en films. Art. 1 Bureau Discriminatiezaken Noord-Holland Noord participeert in deze Roze Weken en wil de gelegenheid van de themaweken aangrijpen om een beknopt onderzoek uit te voeren onder bezoekers, toeschouwers en deelnemers bij de verschillende activiteiten. Aanleiding hiervoor is dat het aantal meldingen van pesten, buitensluiten en discriminatie op grond van seksuele gerichtheid, zowel bij de politie als bij Art. 1 NHN de laatste jaren sterk is afgenomen, terwijl niet de indruk bestaat dat hier minder sprake van is.
1.2 Doel van het onderzoek Doel van het onderzoek is te achterhalen welke ondersteuning lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders nodig hebben als zij te maken krijgen met discriminatie, pesten en buitensluiten op grond van hun seksuele gerichtheid. Ook wil Art. 1 NHN weten hoe het komt dat veel incidenten – waarvan men slachtoffer of getuige is – niet worden gemeld. Met deze kennis kan Art. 1 NHN haar beleid en activiteiten ter voorlichting, preventie en ondersteuning op het terrein van (homo)discriminatie beter afstemmen op de behoefte. Niet alle lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders hebben een recente eigen of getuigenervaring met discriminatie, pesten of buitensluiten op grond van seksuele gerichtheid. Bovendien is het publiek van de festiviteiten breder. Om die reden is besloten de vraagstelling te verbreden naar de eigen en getuigenervaring van (ook) andere gronden van discriminatie, de meldingsbereidheid daarvan en bovendien enkele stellingen rondom homotolerantie toe te voegen die iedereen kan beantwoorden, dus ook mensen zonder een discriminatie-ervaring.
1.3 Onderzoeksmethode Online enquête We onderzochten de meldingsbereidheid van slachtoffers en getuigen van pesten, buitensluiten en discriminatie door middel van een online enquête. De vragenlijst is in overleg met Bureau Discriminatiezaken Art 1. NHN opgesteld. Het veldwerk vond plaats tijdens de Roze Week in Alkmaar van 24 mei tot en met 1 juni en tijdens de Roze Weken in West-Friesland van 14 september tot en met 6 oktober. Er is gekozen voor de Roze Weken, aangezien de verwachting was dat hier een groot deel van de doelgroep van Art. 1 NHN aanwezig zou zijn. Veldwerkers deelden in Alkmaar en WestFriesland op verschillende locaties flyers uit. De veldwerkers riepen het publiek op om de digitale vragenlijst in te vullen. De flyer gaf de QR-code weer en een link naar de online vragenlijst.
1
Peiling informatie – en ondersteuningsbehoefte Aanleiding
Deze was ook (direct) in te vullen via de smartphone. In West-Friesland hadden de veldwerkers ook een tablet mee. Via de tablet konden respondenten de vragenlijst direct invullen. Respons In totaal vulden 226 mensen de vragenlijst in. Tabel 1.1 Respons Alkmaar (n)
Alkmaar (%)
West-Friesland (n)
West-Friesland (%)
totaal (n)
totaal (%)
15
21%
35
23%
50
22%
23
32%
35
23%
58
26%
geen van beiden
34
47%
84
54%
118
52%
totaal
72
100%
154
100%
226
100%
slachtoffers van pesten, buitensluiten en discriminatie getuigen van pesten, buitensluiten en discriminatie
1.4 Analyse De respons van de Roze Weken Alkmaar en West-Friesland is samengevoegd, waarbij in grote lijnen dezelfde vragenlijst is gehanteerd. Bij de peiling in West-Friesland zijn enkele stellingen voor jongeren tot en met 21 jaar toegevoegd (deze stellingen worden besproken in paragraaf 3.3). De resultaten van dit onderzoek zijn niet representatief voor de doelgroep, maar geven een indicatie van de ondersteuningsbehoefte en van de ideeën die leven. De antwoordcategorieën ‘weet niet/geen antwoord’ zijn (mits aangegeven) buiten de analyse gehouden. Indien de percentages niet optellen tot 100 procent, is dit (tenzij anders aangegeven) het gevolg van afrondingsverschillen.
1.5 Leeswijzer De resultaten van het onderzoek worden in de volgende hoofdstukken besproken. Hoofdstuk 2 gaat in op de achtergrond van het pesten, buitensluiten en discriminatie. Er wordt hierbij – indien relevant – onderscheid gemaakt in slachtoffers en getuigen. Hoofdstuk 3 gaat over het meldgedrag van slachtoffers en getuigen. In hoofdstuk 4 bespreken we tot slot de behoefte aan informatie en ondersteuning die slachtoffers en getuigen kunnen hebben. In de bijlagen zijn de vragenlijst van de enquête en de flyer opgenomen.
2
Hoofdstuk
Achtergrond pesten, buitensluiten en discriminatie
2
Peiling informatie – en ondersteuningsbehoefte Achtergrond pesten, buitensluiten en discriminatie
2. Achtergrond pesten, buitensluiten en discriminatie Pesten, buitensluiten en discrimineren kan zich op vele manieren uiten. Dit hoofdstuk gaat in op de achtergrond. We bekijken hoe vaak het voorkomt, op welke grond en hoe het zich uit. Resultaten zijn gebaseerd op de antwoorden van slachtoffers en getuigen.
2.1 Vóórkomen en grond Ruim twee op de tien (22%) respondenten is wel eens gepest, buitengesloten en/of gediscrimineerd in de afgelopen 12 maanden. Dit gebeurde het meest op grond van kleding/uiterlijk (11%), seksuele gerichtheid (5%) of handicap/chronische ziekte (3%). Aan de niet-slachtoffers is gevraagd of zij wel eens getuige zijn geweest van een discriminerende behandeling. Dit geldt voor een derde van de nietslachtoffers en zij waren voornamelijk getuigen van pesten of discriminatie op het gebied van kleding/uiterlijk (13%), huidskleur (9%) of seksuele gerichtheid (9%). Als dit wordt doorberekend naar de totale groep betekent dit dat ongeveer de helft (48%) van de respondenten een ervaring dan wel getuige-ervaring heeft met pesten, buitensluiten of discrimineren.
2.2 Locatie Men krijgt vooral te maken met pesten, buitensluiten of discriminatie in de woonbuurt of op school. Dit geldt zowel voor de slachtoffers (70%) als getuigen (59%). Andere plekken waar dit met regelmaat voorkomt zijn tijdens het werk, uitgaan of sporten.
Tabel 2.1 Locatie waar pesten, buitensluiten of discriminatie plaatsvindt (meerdere antwoorden mogelijk) slachtoffers
%
getuigen
%
totaal
De buurt
36%
Opleiding
34%
Werk
%
De buurt
33%
De buurt
34%
Opleiding
26%
Opleiding
30%
12%
Uitgaansgelegenheden
17%
Uitgaansgelegenheden
14%
Uitgaansgelegenheden
10%
Werk
16%
Werk
14%
Sport
10%
Vereniging
12%
Sport
11%
Solliciteren
6%
Sport
12%
Winkelen
5%
Overheidsdiensten
6%
Winkelen
3%
Overheidsdiensten
3%
Winkelen
6%
Stage
2%
Solliciteren
3%
Stage
2%
Solliciteren
0%
Vereniging
3%
Vereniging
0%
Overheidsdiensten
0%
Stage
2%
Anders*
26%
Anders*
31%
Anders*
29%
* Hierbij wordt onder andere genoemd: school, het station, in gesprekken met anderen, online en tijdens een reis.
4
Peiling informatie – en ondersteuningsbehoefte Achtergrond pesten, buitensluiten en discriminatie
TOP 3 SLACHTOFFERS
TOP 3 GETUIGEN
Buurt
De buurt
School/Opleiding
School/Opleiding
Werk
Uitgaansgelegenheden
2.3 Uiting Discriminatie kan zich op verschillende manieren uiten. Zo kan iemand als niet gelijkwaardig worden behandeld of kan contact worden vermeden, maar het kan ook agressievere vormen aannemen, zoals lichamelijk geweld of bedreigingen. In de meeste gevallen ging het om discriminerende opmerkingen/schelden, treiteren/pesten of om ongelijkwaardige behandeling. De volgorde verschilt voor slachtoffers en getuigen. Zo komt bij slachtoffers ongelijkwaardige behandeling het meest voor en getuigen krijgen vooral te maken met discriminerende opmerkingen/schelden. Tabel 2.2 Top 5 soort discriminerende behandeling slachtoffers ongelijkwaardig behandelen treiteren/pesten
getuigen 44%
totaal
discriminerende opmerkingen/schelden
50%
discriminerende opmerkingen/schelden
46%
44%
treiteren/pesten
45%
treiteren/pesten
44%
42%
ongelijkwaardig behandelen
31%
ongelijkwaardig behandelen
37%
contact vermijden
10%
contact vermijden
22%
contact vermijden
17%
bedreiging
10%
bedreiging
16%
bedreiging
13%
lichamelijk geweld
10%
lichamelijk geweld
12%
lichamelijk geweld
11%
discriminerende opmerkingen/schelden
discriminerende tekst op muren e.d. discriminerende uitingen in media beschadigen/bekladden van eigendommen anders*
2% 2% 6% 6%
discriminerende tekst op muren e.d. discriminerende uitingen in media beschadigen/bekladden van uw eigendommen anders
7% 7% 2% 5%
discriminerende uitingen in media discriminerende tekst op muren e.d. beschadigen/bekladden van eigendommen anders*
* Hierbij wordt onder andere genoemd: uitlachen om ziekte, fluisteren en "grapjes" maken
5
5% 5% 4% 6%
Hoofdstuk
Melding maken van pesten, buitensluiten en discriminatie
3
Peiling informatie – en ondersteuningsbehoefte Melding maken van pesten, buitensluiten en discriminatie
3. Melding maken van pesten, buitensluiten en discriminatie Een melding maken van pesten, buitensluiten of discriminatie kan bij verschillende instanties. Bijvoorbeeld bij het Bureau Discriminatiezaken of bij een vertrouwenspersoon of leidinggevende op het werk. Ook als er geen melding wordt gedaan, kan een slachtoffer of getuige wel met een ander over de ervaring praten. In dit hoofdstuk staat de vraag centraal hoe een slachtoffer en getuige omgaat met zijn/haar ervaring. Resultaten zijn gebaseerd op de antwoorden van getuigen en slachtoffers.
3.1 Melden en praten In vier op de tien gevallen maakt de betrokkene melding van de ervaring met discriminatie, pesten of buitensluiten. Slachtoffers melden iets vaker (50%) dan getuigen (31%). Bij de vertrouwenspersoon op het werk/school of bij de politie worden het meest meldingen gemaakt. Vijf procent van de respondenten heeft gemeld bij een meldpunt discriminatie. Tabel 3.1 slachtoffers
getuigen
totaal
gemeld
50%
31%
40%
niet gemeld
50%
69%
60%
40%
van de respondenten maakte melding van pesten, buitensluiten of discriminatie
De meest genoemde redenen om geen melding te maken zijn 1. dat het niet belangrijk genoeg was (32%), 2. respondenten niet zeker weten of het discriminatie was (19%) of, 3. dat men het zelf heeft opgelost (17%). Zeven op de tien slachtoffers en getuigen die er geen melding van maken, praten wel met iemand over wat hen is overkomen. Dit doen ze voornamelijk met hun partner (32%), een vriend of vriendin (29%) of ander familielid (22%). De respondenten die er niet over hebben gepraat schamen zich ergens voor, hechten er geen belang aan of vinden het niet nodig omdat ze zelf geen slachtoffer waren.
7
Peiling informatie – en ondersteuningsbehoefte Melding maken van pesten, buitensluiten en discriminatie
REDENEN OM ER NIET OVER TE PRATEN
- “Mijn zusje heeft Gilles de La Tourette en dat weten alleen familie en goede vrienden. Als ik gestresst ben van binnen krijg ik met mijn ogen een tic. Ik ga ook niet naar de dokter. Ik wil niet horen dat ik ook iets heb, ik heb genoeg meegemaakt met mijn zusje. Ik ben dus bang voor commentaar en schaam me rot. Ik wil het voor mezelf houden, ook al krijg ik er opmerkingen over.” - “Het was niet belangrijk genoeg om aandacht aan te besteden.” - “Omdat het niets met mij te maken had” 0 Doorslaggevende factor om een melding te maken 3.2 Mensen maken niet altijd een melding van hun ervaring met discriminatie, buitensluiten of pesten. Wat geeft de doorslag om dit wel te doen? Wanneer duidelijk is dat het pesten, buitensluiten en discrimineren leidt tot schade van de (psychische) gezondheid van het slachtoffer of als er geweld wordt gebruikt, gaan mensen wel over tot het maken van een melding.
DOORSLAGGEVENDE FACTOREN OM TE MELDEN - “Als bijvoorbeeld kinderen niet meer naar school durven omdat ze daar bang zijn.” - “Als je ziet dat iemand eronder lijdt”. - “Er moet voldoende verandering zijn in het welzijn van de gepeste/buitengeslotene”. - “Als het direct invloed op mij heeft om volwaardig mee te kunnen doen in de samenleving”. - “Bij excessief geweld”. - “Wanneer je ziet dat het de betreffende persoon pijn doet, geestelijk of lichamelijk”. - “Als het overgaat in lichamelijk geweld”. - “Als het (echt) erg is en iemand wordt geslagen, geschopt of bedreigd”.
3.3 Stellingen Om inzicht te krijgen in hoe mensen aankijken tegen het melden van discriminatie en tolerantie ten aanzien van lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders is aan alle respondenten (zowel slachtoffers als getuigen als mensen die daar niet betrokken bij zijn geweest) een aantal stellingen voorgelegd.
8
Peiling informatie – en ondersteuningsbehoefte Melding maken van pesten, buitensluiten en discriminatie
Figuur 3.1 Stellingen
Hoe kan het melden van discriminatie, pesten of buitensluiten makkelijker worden gemaakt? Een meerderheid van de respondenten ziet hierbij een rol weggelegd voor het COC NHN/Stichting Roze Netwerk en Art. 1 NHN. Wanneer zij zichtbaar als meldpunt aanwezig zijn bij activiteiten, maakt dit het melden makkelijker. Ook de mogelijkheid om te melden via een app of wanneer een organisatie of vereniging duidelijk tegen pesten, buitensluiten en discriminatie is, verlaagt dat de drempel om te melden. In hoeverre is men het eens met de stelling ‘“He, homo!” als grapje moet kunnen’? Daarover zijn de meningen meer verdeeld, 58% van de geënquêteerden is het hier (zeer) mee oneens. Acht op de tien respondenten vinden dat de Roze Weken bijdragen aan de tolerantie van lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders.
9
Peiling informatie – en ondersteuningsbehoefte Melding maken van pesten, buitensluiten en discriminatie
Aan jongeren onder de 22 jaar zijn een aantal extra stellingen voorgelegd. De aanwezigheid van een meldpunt op school/club of sportvereniging zou het voor de meerderheid van de jongeren makkelijker maken om een melding te maken. Het zou ook om een meldpunt tussen activiteiten kunnen gaan. Indien Art. 1 NHN zichtbaar als meldpunt aanwezig zou zijn bij activiteiten op school, de club of sportvereniging maakt dit het melden voor ongeveer de helft van de jongeren makkelijker. Ook vinden ongeveer zes op de tien jongeren dat projecten op school over respect en tolerantie bijdragen aan tolerantie voor andere groepen. Pesten wordt door de meeste jeugdigen als ongebruikelijk gedrag gezien. Tweederde van de jongeren is het oneens met de stelling dat pesten onder jongeren er nu eenmaal bij hoort.
Figuur 3.2 Stellingen
10
Hoofdstuk
Informatie en ondersteuning
4
Peiling informatie – en ondersteuningsbehoefte Informatie en ondersteuning
4. Informatie en ondersteuning Dit afsluitende hoofdstuk gaat in op de informatie en ondersteuning die Art. 1 NHN biedt. Aan welke informatie en ondersteuning rondom discriminatie en pesten hebben mensen behoefte? De resultaten zijn gebaseerd op de antwoorden van slachtoffers, getuigen en mensen die geen ervaring hebben met pesten en/of discriminatie.
4.1 Informatie Respondenten (met en zonder discriminatie-ervaring) hebben voornamelijk behoefte aan praktische tips over wat ze er zelf tegen kunnen doen. Ook wensen ze informatie over hun rechten en over mogelijkheden die Art. 1 NHN biedt. Minder mensen hebben behoefte aan informatie over mogelijkheden bij andere instanties.
Figuur 4.1 Informatiebehoefte
Daarnaast noemt een aantal respondenten concretere voorbeelden van informatie en tips die ze nodig hebben. Het gaat daarbij vooral om instructies hoe mensen slachtoffers die te maken krijgen met een nare ervaring zoals pesten of discriminatie het beste kunnen helpen.
12
Peiling informatie – en ondersteuningsbehoefte Informatie en ondersteuning
BEHOEFTE AAN INFORMATIE “Hoe ik het pesten, buitensluiten of discrimineren kan laten stoppen”. “Het durven opkomen voor andere mensen bij getuige zijn van pesten”. “Hoe ik melding kan maken zonder erbij betrokken te raken”. “Hoe ik de gepeste kan helpen zich weer op zijn gemak te voelen”.
4.2 Ondersteuning Ongeveer de helft van de respondenten heeft behoefte aan een bepaalde vorm van ondersteuning als het om pesten, buitensluiten of discriminatie gaat. De meeste respondenten hebben ondersteuning nodig bij het doen van aangifte bij de politie of bij het op een rijtje zetten van de situatie. Dit geldt vooral voor slachtoffers. Bijna twee op de tien respondenten hebben zeker behoefte aan ondersteuning bij communicatie met de dader.
Figuur 4.2 Ondersteuningsbehoefte
Daarnaast noemen enkele respondenten nog andere instanties van wie zij ondersteuning zouden willen krijgen, zoals het COC Nederland, de Kindertelefoon en scholen/buurthuizen.
13
bijlagen
Bijlage 1. Flyer Voorkant:
Achterkant:
15
Bijlage 2. Vragenlijst Pesten, buitensluiten, discriminatie. Art.1 Bureau Discriminatiezaken in Noord-Holland Noord (Art.1 NHN) houdt zich bezig met het voorkomen en bestrijden van buitensluiten en discrimineren. Als jij iets op dat gebied meemaakt, helpen wij jou daar graag bij. Maar aan wat voor ondersteuning en informatie heeft u eigenlijk behoefte? Daar weten wij heel graag méér van! Ook als je op dit gebied geen persoonlijke ervaring hebt, is het van belang dat je deze vragenlijst invult! Maak kans op één van de cadeaubonnen van €50,-. De vragenlijst bestaat uit 16 vragen. Invullen duurt 5-10 minuten. Wilt u meer weten over ons bureau, kijk dan op www.art1nhn.nl. Programmeur: De respondenten worden op basis van leeftijd naar de juiste vragen geleid. In respondenten jonger dan 22 jaar zijn krijgen zij de vragenlijst in de ‘je-vorm’. De 21-plussers krijgen de vragenlijst in een uvorm. Daarom eerst de volgende vraag stellen: Wat is u leeftijd? 1.
Bent u in de afgelopen 12 maanden wel eens gepest, buitengesloten of discriminerend behandeld om één van onderstaande redenen? Meerdere antwoorden mogelijk Ja, namelijk vanwege: handicap of chronische ziekte Leeftijd geboorteland van mij of mijn geloof / godsdienst (groot)ouders kleding en/of uiterlijk huidskleur / ras anders, namelijk… levensovertuiging en/of politieke overtuiging geslacht/transgender seksuele gerichtheid/geaardheid
2.
Nee, ik ben niet discriminerend behandeld ga door naar vraag 4
Waar kwam dit voor? Meerdere antwoorden mogelijk
in de buurt of op straat op het werk
bij (overheids)diensten*
tijdens de opleiding op stageplek bij het solliciteren
bij het winkelen bij uitgaansgelegenheden bij een vereniging bij sport anders, namelijk…
* Voorbeelden van (overheids)diensten: politie, gemeente, dokterspraktijk, ziekenhuis, UWV, Centrum voor werk en inkomen/arbeidsbureau, schuldhulpverlening/kredietbank , enz. 3.
Om wat voor soort discriminerende behandeling ging het? Meerdere antwoorden mogelijk
discriminerende opmerkingen/schelden niet als gelijkwaardig behandelen contact vermijden
treiteren/pesten bedreiging beschadiging en/of bekladden van uw eigendommen
Na vraag 3: Ga door naar vraag 7
16
lichamelijk geweld discriminerende teksten op muren e.d. discriminerende uitingen in kranten, tijdschriften, radio, tv, internet enz. anders, namelijk…
4.
Bent u in de afgelopen 12 maanden wel eens getuige geweest van pesten, buitensluiten of een discriminerende behandeling om één van onderstaande redenen? Meerdere antwoorden mogelijk Ja, namelijk vanwege: handicap of chronische ziekte leeftijd geboorteland van mij of mijn geloof / godsdienst (groot)ouders kleding en/of uiterlijk huidskleur / ras anders, namelijk… levensovertuiging en/of politieke overtuiging geslacht/transgender seksuele gerichtheid/geaardheid
5.
Nee, ik ben geen getuige geweest van een discriminerende behandeling ga door naar vraag 11
Waar kwam dit voor? Meerdere antwoorden mogelijk
in de buurt of op straat op het werk tijdens de opleiding op stageplek bij het solliciteren bij (overheids)diensten*
bij het winkelen bij uitgaansgelegenheden bij sport bij een vereniging anders, namelijk…
*Voorbeelden van (overheids)diensten: politie, gemeente, dokterspraktijk, ziekenhuis, UWV, Centrum voor werk en inkomen/arbeidsbureau, schuldhulpverlening/kredietbank, enz. 6.
7.
Om wat voor soort discriminerende behandeling ging het daarbij? Meerdere antwoorden mogelijk
discriminerende opmerkingen/schelden niet als gelijkwaardig behandelen contact vermijden
treiteren/pesten bedreiging beschadiging en/of bekladden van uw eigendommen
lichamelijk geweld discriminerende teksten op muren e.d. discriminerende uitingen in kranten, tijdschriften, radio, tv, internet enz. anders, namelijk…
Tekst Bij getuigen: Heeft u dit ergens gemeld? Tekst Bij slachtoffers: Heeft u wat u heeft meegemaakt ergens gemeld? Meerdere antwoorden mogelijk
ja, bij een meldpunt discriminatie ga door naar vraag 11 ja, bij de politie ga door naar vraag 11 ja, bij de vertrouwenspersoon op mijn werk ga door naar vraag 11 ja, bij een andere instelling of persoon, namelijk…
ga door naar vraag 11 8.
nee
Waarom heeft u het niet gemeld? Meerdere antwoorden mogelijk
ik vond het niet belangrijk genoeg het kost me te veel tijd en moeite om het te melden ik wil er geen aandacht aan schenken ik weet niet waar ik zoiets kan melden ik ben bang voor de gevolgen als ik het meld
17
melden helpt niet ik ben er niet zeker van dat het discriminatie was ik heb het zelf opgelost weet niet anders, namelijk…
9.
Tekst bij getuigen: Heeft u er wel met iemand over gepraat? Tekst bij slachtoffers: Heeft u wel met iemand gepraat over wat u is overkomen? Meerdere antwoorden mogelijk
ja, met partner – ga door naar 11 ja, met een (ander) familielid / familieleden – ga door naar 11 ja, met een vriend(en)/vriendin(nen) – ga door naar 11 ja, met een collega of kennis – ga door naar 11 nee, ik heb er met niemand over gepraat.
Kunt u aangeven waarom u er met niemand over heeft gepraat? 10.
11.
Hieronder staat mogelijke informatie en ondersteuning die Art.1 NHN biedt. Tekst voor slachtoffers en getuigen: In hoeverre heeft u behoefte (gehad) aan deze informatie en ondersteuning? Tekst voor overigen: In hoeverre zou u behoefte hebben aan deze informatie en ondersteuning wanneer u wel in aanraking zou komen met pesten, buitensluiten of discrimineren? Heb ik zeker behoefte aan
a b c d e f g
h i
j
12.
Informatie Informatie over praktische tips wat je zelf kunt doen als je iets meemaakt/ziet gebeuren Informatie over rechten, mogelijkheden en kansen bij Art.1 NHN Informatie over de mogelijkheden bij andere instanties Andere informatie, namelijk… Ondersteuning Ondersteuning bij het op een rijtje zetten van de situatie Ondersteuning bij de communicatie met de dader/de andere partij Ondersteuning bij het doen van aangifte bij de politie/zaak voorleggen aan het mensenrechten instituut Ondersteuning bij andere (klachten)procedures Ondersteuning van iemand anders dan Art. 1 NHN, namelijk…
Heb ik Heb ik geen misschien behoefte aan behoefte aan
Andere ondersteuning dan hierboven genoemd, namelijk…
Bij Slachtoffers en Getuigen: Wat is voor u een voorwaarde om (wel) een melding te maken van pesten, buitensluiten en discriminatie? Bij overigen: Wat zou voor u een voorwaarden zijn om (wel) een melding te maken van pesten, buitensluiten en discriminatie?
Nu volgen wat stellingen voor 21-plussers
18
Weet niet
13a. Geeft u aan in hoeverre u het eens bent met de volgende stellingen:
a
b
c
d
e
f
Als het COC NHN/Stichting Roze Netwerk herkenbaar aanwezig zou zijn als ‘meldpunt’ tijdens hun eigen activiteiten maakt dat het melden van pesten, buitensluiten en discriminatie makkelijker Als Art.1 NHN herkenbaar zou zijn als ‘meldpunt’ tijdens activiteiten van het COC NHN/Stichting Roze Netwerk, maakt dat het melden van pesten, buitensluiten en discriminatie makkelijker De Roze Weken dragen bij aan de tolerantie voor lesbiënnes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders De mogelijkheid om pesten, buitensluiten en discriminatie te melden via een App (‘Discrminatie melden App’) zorgt ervoor dat ik hier eerder melding van maak Als een organisatie of vereniging duidelijk communiceert tégen pesten, buitensluiten en discriminatie te zijn, zou ik het eerder durven melden bij een vertrouwenspersoon/het management als er iets voorvalt ‘Hé, homo!’ als grapje moet kunnen
Zeer mee eens
Mee eens
Neutraal
Mee oneens
Zeer weet niet mee oneens
Stellingen voor respondenten tot en met 21 jaar 13a. Geef aan in hoeverre je het eens bent met de volgende stellingen:
a
b
c d
e
f
1
Als mijn school/club/(sport)vereniging herkenbaar aanwezig zou zijn als ‘meldpunt’ tijdens hun eigen activiteiten maakt dat het melden van pesten, buitensluiten en discriminatie makkelijker. Als Art.1 NHN herkenbaar zou zijn als ‘meldpunt’ tijdens activiteiten op mijn school/club/(sport)vereniging, maakt dat het melden van pesten, buitensluiten en discriminatie makkelijker. Projecten op school over respect en tolerantie dragen bij aan de tolerantie voor andere groepen1. De mogelijkheid om pesten, buitensluiten en discriminatie te melden via een App (‘Discrminatie melden App’) zorgt ervoor dat ik hier eerder melding van maak. Als mijn school/club/(sport)vereniging duidelijk laat weten dat pesten, buitensluiten en discriminatie níet wordt getolereerd, durf ik het eerder te melden bij een vertrouwenspersoon als er iets voorvalt. We moeten niet overal zo'n probleem van maken. Pesten onder jongeren hoort er nu eenmaal bij.
Zeer mee eens
Mee eens
Neutraal
Mee oneens
Denk daarbij aan: andere culturen/religies; lichamelijk/verstandelijk gehandicapten; homoseksuelen etc.
19
Zeer weet niet mee oneens
13b. Vul je deze vragenlijst in naar aanleiding van de Roze Week?
ja nee
Indien ja dan de volgende stellingen voorleggen.
13c. Geeft u aan in hoeverre u het eens bent met de volgende stellingen:
a
b
c
Als het COC NHN/Stichting Roze Netwerk herkenbaar aanwezig zou zijn als ‘meldpunt’ tijdens hun eigen activiteiten maakt dat het melden van pesten, buitensluiten en discriminatie makkelijker Als Art.1 NHN herkenbaar zou zijn als ‘meldpunt’ tijdens activiteiten van het COC NHN/Stichting Roze Netwerk, maakt dat het melden van pesten, buitensluiten en discriminatie makkelijker De Roze Weken dragen bij aan de tolerantie voor lesbiënnes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders
Zeer mee eens
Mee eens
Neu traal
Mee oneens
Zeer weet niet mee oneens
En tot slot nog enkele vragen over uzelf: 14.
Wat is uw leeftijd? Jaar
15.
Wat zijn de vier cijfers van uw postcode?
16.
Wat is uw geslacht?
Man Vrouw
Anders, namelijk
17.
Heeft u nog opmerkingen of suggesties naar aanleiding van deze vragenlijst?
18.
Wilt u kans maken op 1 van de cadeaubonnen twv €50,- laat dan hieronder uw emailadres achter
Wij gaan vertrouwelijk met uw persoonlijke gegevens om. Uw persoonlijke gegevens worden niet gekoppeld aan uw antwoorden op de overige vragen.
Dit was de enquête. Bedankt voor het invullen! Als u op "Verzenden" klikt, worden de antwoorden verzonden.
20