Pedagogisch Beleidsplan
Versie:
1.2
Datum:
20-02-2014
Auteur:
S.J. van Dorst-Beishuizen
2
Inhoudsopgave Inleiding .....................................................................................................................5 1.
Inschrijving en plaatsingsbeleid...........................................................................5
2.
Doelstelling .........................................................................................................5
3.
Algemeen beleid .................................................................................................6
4.
Het pedagogisch beleid.......................................................................................7
5.
Groepen..............................................................................................................8
6.
Gebruik van de ruimten ....................................................................................10
7.
Overgang groepen............................................................................................. 10
8.
Dagindeling .......................................................................................................11
9.
Samenvoegen van groepen...............................................................................13
10. Voeding en verzorging.......................................................................................13 11. Slapen ...............................................................................................................14 12. Corrigeren en belonen ......................................................................................16 13. Activiteiten........................................................................................................17 14. Feesten / Thema’s............................................................................................. 19 15. Wennen ............................................................................................................20 16. Sociale veiligheid............................................................................................... 20 17. Ontwikkeling .....................................................................................................21 18. Overdracht van normen en waarden ................................................................ 22 19. Groepsvorming .................................................................................................23 20. Brengen en halen .............................................................................................. 24 21. Contact met ouders .......................................................................................... 25 22. Ziekte ................................................................................................................26 23. Veiligheid en hygiëne ........................................................................................27 24. Personeel ..........................................................................................................28 25. Opzeggen ..........................................................................................................30 26. Klachtenreglement............................................................................................ 31
3
4
Inleiding Christelijk kinderdagcentrum De schatkist is een kindcentrum met een Christelijke basis. Dit houdt in dat we de kinderen iets willen meegeven van de normen en waarden vanuit het Christelijk geloof. Wij bieden opvang aan kinderen van 6 weken tot 13 jaar.
1.
Inschrijving en plaatsingsbeleid Ouders kunnen hun kind al inschrijven tijdens de zwangerschap. Dit kan door het invullen van het inschrijfformulier op de website, of door het invullen van het papieren inschrijfformulier welke we op verzoek toe kunnen zenden. De Interne klanten gaan voor op externe klanten. Broertjes en of zusjes gaan voor op nieuwe klanten. Zodra er plaats is ontvangt u van ons de plaatsingsovereenkomst. Zodra deze getekend is bent u verzekerd van een kindplaats en zullen we u in de maand voorafgaand aan de opvang uitnodigen voor een intakegesprek op het kinderdagverblijf. Bij dit gesprek wordt u uitgelegd hoe alles in zijn werk gaat en krijgt u enige uitleg over ons pedagogisch beleid. Verder krijgt u een uitgebreide rondleiding en kunt u kennismaken met de leiding. Tevens worden tijdens dit gesprek de dagen en tijden van opvang besproken, wenmomenten voor het kind en de wensen van de ouders. De kinderen kunnen maximaal 11 uur per dag opgevangen worden in ons kinderdagverblijf.
2.
Doelstelling Kindcentrum de schatkist heeft als doel:
Een zo goed mogelijk contact met de kinderen opbouwen waardoor zij zich bij ons thuis voelen in een gezellige, geborgen, huiselijke, veilige en hygiënische omgeving.
De ontwikkeling van de kinderen stimuleren d.m.v. zingen, spelen, dansen, taal, enz.
De kinderen observeren zodat wij de ouders op de hoogte kunnen houden van de ontwikkeling van hun kinderen.
Een zo goed mogelijk contact met de ouders onderhouden en deze zoveel mogelijk bij de opvang van hun kind(eren) betrekken.
Het bieden van een basis van normen en waarden vanuit de Bijbel.
5
3.
Algemeen beleid Wij willen ruimte geven voor de eigenheid van elk kind, maar tegelijkertijd het kind op de hoogte brengen van de Christelijke normen en waarden. Dit zal vooral uiting krijgen in het lezen vanuit de kinderbijbel of Bijbelverhaal, zingen van Christelijke kinderliedjes en bidden voor het eten. Dit betekent niet dat er alleen Christelijke boekjes gelezen worden en alleen Christelijke liedjes gezongen worden. Dit zal afgewisseld worden met de boekjes en liedjes die ook op andere kindcentra en op scholen gebruikt worden. We zijn lid van de openbare bibliotheek in Enschede, deze bezoeken we met een groep kinderen eens per maand om boeken uit te zoeken, te lezen, voor te lezen en natuurlijk de favoriete boeken te verlengen. Wij willen het kind ondersteunen bij het vinden van een weg, zodat het in staat is zich te handhaven op een manier waar het zelf tevreden mee is, maar waarbij ook respect is voor de ander. We willen het kind voorbereiden voor de basisschool. Het is voor ons erg belangrijk dat ieder kind de mogelijkheid krijgt zich naar eigen kunnen te ontwikkelen. Ieder kind krijgt de mogelijkheid zichzelf te zijn. Wij vinden geborgenheid, veiligheid en fijne sfeer belangrijk en zullen daar alles aan doen omdat te realiseren. We zijn allemaal verschillend en hebben veel verschillende behoeftes. Hier zal zoveel mogelijk rekening mee gehouden worden. Opvoeden zien wij als een gedeelde verantwoordelijkheid, waarbij de ouders gehoord en betrokken zullen worden. De leid(st)ers gebruiken hun warmte en deskundigheid om gedurende de tijd dat uw kind door hen wordt verzorgd een zo optimaal mogelijke veilige en gezellige sfeer te scheppen. Ieder kind heeft recht op respect. Dat wil zeggen dat het serieus wordt genomen en dat het kan rekenen op begrip en verdraagzaamheid. Elk kind is een uniek individu en dient als zodanig te worden geaccepteerd en gewaardeerd. Ieder kind heeft de behoefte en het recht zijn mogelijkheden te onderzoeken om zich te ontwikkelen tot een vrij en zelfstandig mens. Om zich te kunnen ontwikkelen is het noodzakelijk dat een kind zich veilig en vertrouwd voelt en weet dat de leidster beschikbaar is wanneer het kind haar nodig heeft. Daardoor krijgt het kind zelfvertrouwen wat weer leidt tot het verlangen en zoeken naar nieuwe uitdagingen, naar een grotere zelfstandigheid. Ieder kind heeft de behoefte en het recht op aandacht van een volwassene die in de behoeftes van het kind voorziet. Het kind heeft behoefte aan voeding, slaap, genegenheid en verzorging.
6
Ieder kind heeft individuele aandacht en zorg nodig, waarbij het belang van de groep als geheel niet uit het oog verloren wordt. Het individu mag niet lijden onder de groep en de groep mag niet lijden onder het individu. Door het oefenen in zelf doen groeit het zelfvertrouwen en zelfstandigheid maar wanneer dit niet lukt, moet het kind op iemand kunnen terug vallen, iemand die het begrijpt en het kind krijgt de kans om het weer opnieuw te proberen
4.
Het pedagogisch beleid Het pedagogisch beleid is gebaseerd op de vier pedagogische basisdoelen die in de wet kinderopvang beschreven zijn (prof.J.M.A Riksen –Walraven). Deze basisdoelen zijn gericht op het geven aan de kinderen van:
Een gevoel van emotionele veiligheid.
Gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties.
Gelegenheid tot het ontwikkelen van sociale competenties.
De kansen zich waarden en normen van de samenleving eigen te maken.
Emotionele veiligheid De basis van al het handelen van pedagogisch medewerkers is het bieden van een gevoel van veiligheid aan een kind. Hierbij is een vertrouwensrelatie met de pedagogische medewerker onmisbaar. Vaste rituelen, ritme en regels zorgen ervoor dat kinderen zich zeker gaan voelen. Vanuit een veilige basis durven en kunnen zij de wereld gaan ontdekken. Persoonlijk contact met pedagogisch medewerkers, een vertrouwde omgeving en de aanwezigheid van bekende groepsgenootjes dragen bij tot het verkrijgen van een veilig gevoel. Kinderen zullen vanuit een veilig gevoel op allerlei ontwikkelingsgebieden zich meer ontwikkelen en de omgeving ontdekken.
Persoonlijke competenties Wij willen kinderen helpen zichzelf te leren kennen, zelfstandig te worden en een positief zelfbeeld te ontwikkelen (persoonlijke competenties). Elk kind is uniek en waardevol. Wij accepteren kinderen zoals ze zijn en hebben vertrouwen in het vermogen van de kinderen. Kinderen hebben vanaf de geboorte een innerlijke motivatie om te leren kruipen, lopen, praten en contact te maken met anderen. Zij leren wat nodig is voor het leven. Kinderen leren binnen het eigen vermogen, tempo en op een geheel eigen wijze. Het eigen en unieke ontwikkelingstempo van het kind is voor ons maatgevend in de begeleiding van de kinderen. Kinderen worden in hun ontwikkeling gestimuleerd, zoals de lichamelijke
7
ontwikkeling (bijvoorbeeld leren lopen), de verstandelijke ontwikkeling (bijvoorbeeld leren praten) en emotionele ontwikkeling (bijvoorbeeld leren opkomen voor zichzelf).
Sociale ontwikkeling Wij willen kinderen de ruimte bieden om sociale ervaringen op te doen, waardoor sociale vaardigheden verworven worden (sociale competentie). Elk kind krijgt individuele zorg en aandacht. Ook de groep heeft een belangrijke functie, want kinderen maken deel uit van de samenleving. Wij zien het kinderdagverblijf als samenleving in het klein waar kinderen kunnen oefenen. Dit gaat letterlijk en figuurlijk met vallen en opstaan. Wij stellen kinderen in de gelegenheid om de wereld om hen heen te ontdekken. Kinderen leren van en door elkaar, voor nu en later. Kinderen leren ook van volwassenen, deze hebben hierin een voorbeeld functie. Het kennis maken met volwassenen en kinderen, het respecteren van anderen en het opkomen voor eigenbelang zijn belangrijke toegevoegde waarden van het samenzijn in een groep. In de groep worden deze vaardigheden gestimuleerd door bijvoorbeeld elkaar te helpen, samen speelgoed opruimen en het vieren van feestelijke gebeurtenissen.
Normen en waarden Het eigen maken van normen en waarden is onderdeel van de morele ontwikkeling. Binnen en buiten de groep doen zich situaties voor waarvan op dit gebied veel leer momenten zijn (bijvoorbeeld pijn en verdrietige situaties, ruzie of een maatschappelijke gebeurtenis). Door de reacties van de pedagogisch medewerkers ervaren de kinderen wat wel en niet goed is. Het eigen gedrag van de pedagogisch medewerker heeft hierbij dus een belangrijke voorbeeldfunctie.
5.
Groepen Er zijn 2 groepen. Een baby- peuter voor kinderen van 6 weken tot 1,5 / 2 jaar van maximaal 12 kinderen. Peuter groep van maximaal 16 kinderen, voor kinderen van 1,5 / 2 jaar tot 4 jaar. De leeftijdsindeling is een algemene richtlijn, maar kan per kind verschillen met betrekking tot het ontwikkelingsniveau. Voordat een kind over gaat naar een andere groep wordt er eerst gekeken of dit kind er wel aan toe is. De pedagogisch medewerksters zullen er uiteraard voor zorgen dat er voor de wat oudere kinderen voldoende uitdaging is door apart met ze activiteiten te doen en bijvoorbeeld wel samen met de peuters naar buiten te gaan. En de derde groep is een uitwijk groep. Om leuke activiteiten te doen met de juist grotere peuters of juist de grotere dreumesen. Ook in de middag kan hier even rustig voorgelezen worden. Hieronder zullen we verder uitleggen wat de werkwijze per groep is.
8
De babygroep Een baby moet zich nog veel ontwikkelen en heeft hier een veilige omgeving voor nodig. Op de babygroep zal dan ook aandacht besteed worden aan het vertrouwd raken aan de groepsleiding. Baby’s hebben nog veel geborgenheid nodig en we zullen dan ook zoveel mogelijk zorgen dat er vaste leiding is op de groep. De baby krijgt veel individuele aandacht en heeft zijn eigen dagindeling. Deze dagindeling gaat uiteraard in overleg met de ouders. De individuele aandacht uit zich onder andere in het bewust tijd en aandacht geven wanneer een kind onrustig of verdrietig is of tijdens de voeding, of juist om met 1 kind muziekspelletjes of kiekeboe spelletjes te doen. We zijn er op tegen om een kind vanuit de stoel of een ligkussen de fles te geven. Tijdens de voeding is het erg belangrijk voor het kind om vastgehouden te worden en de warmte en geborgenheid van de leidster te voelen. Dit geeft het kind een gevoel van veiligheid, welke het kind weer helpt om zich vrij te ontwikkelen. Is een kind ouder dan 6 maanden of de ouder geeft aan dat het kindje op een ligkussen of in een stoeltje, beter drinkt dan op de arm, volgen wij dit advies op. Ook zal er aandacht besteed worden aan spelen met het kind. Een baby vindt het bijvoorbeeld erg leuk om samen geluidjes te maken of mooie kleuren te zien en materialen te voelen. Uitgangspunt van de babygroep zal altijd zijn dat de baby zich veilig en geborgen moet voelen. Wanneer een baby overstuur lijkt te raken zorgen wij ervoor dat de onrustige factoren vermijd kunnen worden doordat de leidster met de baby even een rustige plek opzoekt totdat de baby is gekalmeerd. Uiteraard dragen we dit over aan de ouder/verzorger.
De Peutergroep De peuter kan al veel beter in de groep meewerken en samenspelen. De peutergroep zal dan ook weer meer gericht zijn op het groepsgebeuren. De kinderen gaan in deze groep leren hoe je op een goede manier met elkaar kan leren omgaan. Samen conflicten oplossen, elkaar helpen, samenwerken, maar ook ruimte voor eigen ontwikkeling. Ieder heeft bijvoorbeeld zijn eigen zindelijkheidstraining en op zijn eigen tijd. Kinderen gaan hier meer leren zelf te spelen en zelf te ontdekken, wel onder toezicht natuurlijk. Op de peutergroep maken we gebruik van speciale speelhoeken. Dit zijn ruimtes op de groep waar kinderen zich voor hun gevoel kunnen terugtrekken en vol opgaan in hun spel van huisje spelen. Er is in de groep speelgoed zoals poppenspullen, keukenspullen en meer huishoudelijke materialen. Deze manier van spelen geeft de kinderen veel uitdaging en stimuleert ook vooral het samen spelen en delen.
9
De kinderen worden uitgedaagd in de taalontwikkeling door veel te lezen en te zingen en met elkaar te praten over de belevenissen. De kinderen worden voorbereid voor de basisschool. Zolang het niet regent, is het de bedoeling om elke dag met de peuters buiten te spelen, frisse lucht is belangrijk en gezond. Daarnaast vinden ze het geweldig om naar buiten te gaan en kunnen ze buiten goed hun energie kwijt. Als het regent dan spelen de kinderen binnen of wordt er een leuke activiteit met ze gedaan.
De extra groep In deze groep gaan we met kleine groepjes activiteiten doen. De kinderen worden even uit hun eigen groep gehaald om ook het gevoel te geven iets speciaals te doen. Dit kan een speel activiteit zijn of een drama activiteit of een sportactiviteit. Of kunnen we uitwijken voor een vve activiteit zodat een kind niet word afgeleid.
6.
Gebruik van de ruimten Op het dagverblijf hebben we vaste groepen. Kinderen verlaten deze groep als ze gaan buitenspelen, of als de groepen op bepaalde tijden samengevoegd worden. Het spelen op een andere groep doen wij om meer rust in de groepen te creëren of om met een specifieke groep kinderen een activiteit te doen. Maar ook omdat je voor sommige activiteiten een andere ruimte nodig hebt bijvoorbeeld kindergym of een lange treinbaan maken. Als de kinderen de vaste groep verlaten doen ze dit altijd onder toezicht van de pedagogisch medewerkster.
7.
Overgang groepen De overgang naar de peutergroep is voor het kind een ingrijpende gebeurtenis. De overgang wordt daarom met zorg gepland en het kind zorgvuldig begeleidt. De leiding neemt de beslissing in overleg met de ouders/verzorgers om een kind naar de andere groep te laten overgaan. Niet ieder kind is even snel met de ontwikkeling. Daarom vinden we het erg belangrijk dat ieder kind pas naar een andere groep gaat wanneer het daar klaar voor is. Wanneer het zover is mag het kind eerst gaan wennen op de nieuwe groep. Dit doen we bijvoorbeeld eerst een uurtje tijdens de vrije speeltijd, zodat het kind alles rustig kan observeren, nog niets moet. Vervolgens gaat het kind een keer spelen en mag het ook blijven eten bij de nieuwe groep. Wanneer het allemaal goed gaat zal de
10
overdracht plaatsvinden naar de nieuwe groep. Maar niets wordt geforceerd. Eerst moet er een veiligheid voor het kind gecreëerd worden. En in overleg met ouders! Zij nemen daarbij de volgende punten in overweging:
Is het kind qua ontwikkelingsniveau toe om door te gaan naar de andere groep, heeft het kind behoefte aan een nieuwe uitdaging en zou het zich goed staande kunnen houden tussen de wat oudere kinderen?
Is er plaats in de volgende groep?
Kunnen er eventueel andere kinderen mee overgaan, zodat het gewenningsproces vergemakkelijkt wordt?
8.
Dagindeling Baby’s 7:00-8:45
kinderen binnenkomst (7:00-8:45 gezamenlijke groep babygroep en peuters)
9:00 9:30-10:00
welkomstlied bidden fruit eten afsluiten met verhaaltje activiteit! Voor de dreumesen de baby’s gaan vaak nu naar bed
10:00
vrijspelen
11:00
verschonen en pyjama aan
11:30
dreumesen aan tafel bidden en eten afsluiten met verhaaltje
12:30
dreumesen naar bed
14:30-15:00
dreumesen uit bed
15:00
gezamenlijk wat drinken en wat eten
15:30
activiteit
16:00
vrijspelen
16:30-18:00
ophalen van kinderen (16:30 krijgen dreumesen hun groentehap welke de ouders hebben meegegeven te eten. Naar keuze kunnen wij eten uit een potje aanbieden).
11
Kinderen die niet meer bij ons eten maar lekker thuis kunnen hier nog wel een soepstengel of een cracker krijgen.) 17:00-17:30
samenvoegen met de peutergroep (ligt aan de hoeveelheid kinderen aanwezig in pand). De leidsters staan dan ook samen op de samengevoegde groep en het leidster kindratio blijft van kracht totdat het laatste kind is opgehaald.
De baby’s staan niet echt vermeld in het schema, dit komt omdat alle baby’s hun eigen schema hebben en wij ons daarna voegen. We hebben met de ouders van de allerkleinsten overdrachten maar ook een schriftje waar we de bezigheden van hun zoon of dochter nauwkeurig bij houden. Daarin kan het schema van uw baby ingevoegd worden en zo nodig aangepast.
Peutergroep 7:00 -8:45
kinderen binnenkomst (7:00-8:15 gezamenlijke groep babygroep en peuters)
9:00
welkomstlied! Bidden, fruit eten en afsluiten met boek/verhaal
9:30
activiteit!
10:15
buiten spelen
11:00
verschonen en pyjama’s aan
11:30
aan tafel bidden en eten
12:15
verhaaltje en naar bed
12:30
bed tijd kinderen die niet slapen activiteit/spel
14:30-15:00
kinderen uit bed en wat eten drinken aansluitend verhaal
15:30
activiteit buiten of binnen
16:00
vrijspelen
16:30 -18:00
verschonen en ophalen peuters die na 18:00 worden opgehaald mogen hier eten, zij krijgen hun eten rond 17:30, ouders geven dit mee in een goed sluitend bakje of potje. Kinderen die moeite hebben met het volhouden om thuis te eten kunnen rond 16:30 nog soepstengel of koekje krijgen.
17:00-17:30
samenvoegen met de babygroep (ligt aan de hoeveelheid kinderen aanwezig in pand)
12
VSO 7:00- 8:15
daarna worden uw kinderen naar school gebracht door een leidster van ons, er bestaat ook de mogelijkheid om uw kind bij ons te laten ontbijten. Er wordt dan een boterham (1 of 2) gegeten met een glas melk of thee.
Het is mogelijk om meerdere of extra dagdelen af te nemen. Extra dagdelen kunnen een week voorafgaand aan de opvang, aangevraagd worden bij de manager. Het extra dagdeel komt door het extra roosteren automatisch op de factuur terug. Bij ruiling zult u in het bedrag geen wijzigingen zien. Graag 2 weken van tevoren aanvragen ivm leidster kind ratio. Er mag geruild worden van dagde(e)l(en) tot een maximum van 8 keer per jaar. Vakantiebudget is bij de dagopvang niet van toepassing, wanneer u een ruiling of extra dagdelen wilt aanvragen stellen wij ons altijd flexibel op.
9.
Samenvoegen van groepen De groepen worden aan het begin van de dag en aan het einde van de dag samengevoegd. Vanaf 7:00 tot ongeveer 8:15. Rond 8:15 uur gaan alle kinderen naar hun eigen groep. Samen met hun eigen leidster. Is het eerder onrustig of alle kinderen zijn gebracht dan gaan we eerder uit elkaar. Aan het einde van de dag worden de groepen tussen 17:00 en 17:30 weer samengevoegd. Tussentijds wordt er samen fruit gegeten en samen in de middag gegeten als het aantal kinderen dit toelaat.
10.
Voeding en verzorging Baby’s hebben hun eigen voedingsschema’s. Voeding die nodig is zal door ons verzorgd worden met uitzondering van de flessenvoedingen (deze dient afgemeten in een containertje aangeleverd te worden), en fruithappen en groentehappen. Brood, vers fruit, liga’s, diksap, melk en de rest verzorgen wij. Mocht er voorkeur zijn om borstvoeding te geven dan kan dit door de ouders meegegeven worden en in de koelkast bewaard worden, tevens kan de moeder er voor kiezen terplekke de borstvoeding te komen geven.
13
De maaltijden worden op de groepen zoveel mogelijk gezamenlijk gehouden, uitzondering is de flesvoeding. Het eten wordt gezien als een sociaal gebeuren. Het is toch veel gezelliger om samen te eten? Gaan baby´s over naar vaster voedsel dan eten zij rond 9.15 uur gezamenlijk een fruithap en om 11.30 een boterham. Zo wordt er langzaam naar het dagritme van de peutergroep toe gewerkt. De kinderen leren hier zelf kiezen wat ze op brood willen en het brood wordt voor ze klaargemaakt. De kinderen krijgen volkorenbrood met hartig beleg zoals smeerworst en smeerkaas. Op de tweede boterham mag zoet beleg gegeten worden zoals stroop, hagelslag, chocoladepasta of pindakaas. Bij het eten wordt melk, karnemelk, thee of water gedronken. Nadat de boterham gesmeerd is wachten de kinderen netjes op elkaar en wordt er gebeden voor het eten. Na het bidden mogen ze beginnen met eten. Daarnaast wordt er elke ochtend vers fruit met elkaar gegeten en vruchtenmix/diksap gedronken. Verder zorgen wij ook voor het drinken de hele dag door en eventuele tussendoortjes zoals een koekje of een cracker. Verder wordt er op het kindcentrum gezorgd voor de aanwezigheid van luiers, sapflessen en spenen. Ouders/verzorgers mogen een speencontainertje voorzien van de naam van het kind in hun eigen bak laten liggen laten liggen, wij koken deze speentjes aan het begin van de week uit en plaatsen de speen terug in de eigen bak. Zodat ze niet kwijtraken.
11.
Slapen Het slapen gebeurt bij de baby’s naar behoefte. Ook hier wordt dit in overleg met de ouders bepaald. Kinderen onder de 1 jaar mogen niet op de buik in bed worden gelegd. Dit in verband met een vergroot risico op wiegendood.
Leg de baby altijd op de rug te slapen. Het veiligst slaapt een baby op de rug. Uit zijligging rolt een baby al na een paar weken gemakkelijk op de buik. We leggen een baby nooit op de buik te slapen. Niet één keer. Ook niet om te troosten. Soms is er een reden om van dit advies af te wijken. We doen dit alleen in overleg met de ouders. Het is wel goed om het kindje regelmatig op de buik te leggen als het wakker is en er een medewerkster op let. De baby enkele malen per dag een kwartiertje laten ontdekken en oefenen bevordert de motorische ontwikkeling.
14
Als een oudere en gezonde baby (1+) zich eenmaal vlot om en om kan draaien, en bij het slapen zelf kiest voor buikligging is het niet zinvol daar tegenin te blijven gaan. Let er dan wel extra op dat het bedje veilig is.
Voorkom dat de baby te warm ligt Dekentjes zijn vaak te warm en daardoor riskant voor kinderen tot twee jaar. Bovendien liggen ze los, waardoor een kind er gemakkelijk onder kan raken.
Leg kinderen tot twee jaar daarom altijd in een slaapzak! Kleed ook de baby niet te warm. Let op jezelf: als jij het benauwd krijgt, geldt dat ook voor een baby. Een zwetende baby is foute boel. Let altijd op het weer, de kamertemperatuur, warme zon, de kachel, etc.
Let op rust en regelmaat Baby's zijn gevoelig voor verstoring van rust en regelmaat. Bijv. Een drukke omgeving, verandering van omgeving, veel geluiden, brengen een zuigeling gemakkelijk van slag. Een verstoorde slaap kan het gevolg zijn. Dit geldt in bijzondere mate voor zogenaamde huilbaby's. Beperk onrustige situaties in het eerste levensjaar Bij de peuters wordt er alleen tussen 12.30 uur en 14.30 uur geslapen en enkele oudste peuters blijven op en gaan dan lekker vrij spelen of iets leuks met de leiding doen. De peuters die in de middag slapen worden rond 14.30 uur gewekt zodat ze om 15.00 uur allemaal weer aan tafel kunnen. De baby’s en de jonge peuters slapen in meegebrachte slaapzakken of slaapzakken van ons in ledikanten met beveiligde sluiting en spijlen in een slaapkamer apart van de groep. De peuters slapen eventueel in meegebrachte slaapzak of slaapzak van ons, de oudere peuters slapen met laken en deken van ons. Er staan in de slaapverblijven meerdere bedjes die apart van elkaar gebruikt worden, de verblijven zijn brandveilig en kunnen verduisterd worden. De op blijvers spelen dan in de speelhal of buiten, of in de groep Een speen of een knuffel kan voor een kind erg belangrijk, een hulpmiddel bij het slapen gaan of troost bij verdriet. Het kind leert bij ons om bij binnenkomst de speen of knuffel in het mandje of de tas te leggen tot dat het tijd is om naar bed te gaan. Zo wordt het kind niet belemmerd in zijn spel of taalontwikkeling. Mocht het kind behoefte hebben aan troost bij verdriet dan heeft de leidster de speen of knuffel bij de hand.
Kinderen slapen bij KC de schatkist tot zij 2,5 jaar zijn; daarna willen wij ze voorbereiden op de basisschool, en dus niet meer laten slapen, tenzij ze deze behoefte nog hebben en
15
dit niet in de structuur thuis zit. Vanaf 3,5 jaar gaan de kindjes niet meer naar bed tussen de middag. Uiteraard mag op verzoek nog geslapen worden in de middag wanneer de behoefte er is, bijv. bij herstel van ziekte of een gebroken nacht. Er wordt regelmatig gekeken in de slaapkamer. Kinderen die huilen worden uit bed gehaald, of zij worden gesust in bed, tot ze slapen.
12.
Corrigeren en belonen De kinderen worden op KC de schatkist op een positieve wijze benaderd en zo wordt door middel van positieve aandacht het gewenste gedrag gestimuleerd. Ieder kind is uniek en heeft zijn eigen ik en mag wezen zoals hij/zij is. Er moet ruimte zijn waar hij/zij zich kan ontwikkelen. Maar wanneer een kind plotseling negatief gedrag vertoont, wordt er gekeken naar het individuele kind en wordt er nagegaan waarom een kind dit gedrag vertoond. (bijv. Niet lekker in zijn vel zitten, verveling, verandering thuissituatie, onzekerheid, ontwikkelingsproblematiek) De pedagogisch medewerkers kunnen op deze manier wellicht de oorzaak van het gedrag wegnemen of hier rekening mee houden. Wanneer een kind na een waarschuwing nog negatief gedrag blijft vertonen, zal de pedagogisch medewerker een kind op ooghoogte (gehurkt) op rustige, duidelijke wijze aanspreken en het kind daarbij ook aankijken. Bij herhaling van het negatieve gedrag kan het kind zo nodig een korte duur op een bepaalde plek neergezet worden om even uit de negatieve situatie gehaald te worden. Er wordt zo kort mogelijk aandacht besteed aan het negatieve gedrag en het kind wordt eventueel afgeleid met hoe het beter kan, ‘als je de racebaan door midden doet, kan het autootje er niet meer overheen, zullen we samen een mooi autootje zoeken en de racebaan gauw weer maken?’ om herhaling van het negatieve gedrag te voorkomen. Tegelijkertijd wordt positief gedrag, complimenten geven en het benoemen van het gewenste gedrag (bijvoorbeeld: “wat maak jij een mooie racebaan, of ik vind dat jij goed luistert”) gestimuleerd. We handelen hierin verbaal en non-verbaal, een glimlach een knikje of een aai over de bol geeft ook een positieve drive. Wij vinden het belangrijk om ouders terugkoppeling te geven over het gedrag van het kind en hopen op goede feedback.
16
13.
Activiteiten Buitenspelen Wij vinden het belangrijk dat kinderen elke dag naar buiten gaan en, als het weer het toelaat, doen we dit elke dag. Buitenspelen doen we op de speelplaats die aan het kinderdagverblijf grenst. Na 15:00 is het zelfs mogelijk om het plein, van de GBS de Bron, te gebruiken. Buiten kunnen kinderen andere activiteiten doen als fietsen, renspelletjes, in de zandbak spelen en in de zomer met water spelen. Daarnaast ontdekken ze het buiten zijn, voelen ze de verschillende weer typen (zon, harde wind, enz.) en maken ze kennis met de natuur. Wat ook goed is om te vermelden is dat we de kinderen ook daar activiteiten aanbieden. We willen de kinderen meer aanbieden d.m.v. thema’s en daarop voort borduren. Wel is het belangrijk dat kinderen zich zelf leren vermaken, en dat wij niet van activiteiten aan elkaar hangen. Een goede balans is belangrijk. Ook met kinderen meespelen en ons verdiepen in hun beleving is essentieel. We willen ook graag met de kinderen opstap. We willen dan met de loopkar /fietskar erop uitgaan. Dit is altijd met toestemming van de ouders! We gaan ook niet elke dag, maar om af en toe iets speciaals te doen is wel erg leuk. Maken we bijvoorbeeld een uitje naar de bibliotheek of er vindt een activiteit plaats vanuit de Brede school in ons pand, berichtten we de ouders tijdig. Ook baby’s ervaren het buiten zijn vaak als prettig. Ze doen allemaal nieuwe ervaringen op, bijvoorbeeld het zien van de bloemen en bomen, het voelen van de wind, het ruiken van andere geuren. Hiervoor is een afgeschermd stuk speelplaats beschikbaar gemaakt. Daarnaast vinden we het belangrijk dat we naast het buitenspelen ook af en toe gaan wandelen. (Ook hier geld: alleen met toestemming van de ouders!)
Creatieve activiteiten Op de peutergroep, maar ook op de babygroep doen we regelmatig creatieve activiteiten met kinderen zoals plakken, kleien, verven en kleuren. Wij vinden het belangrijk dat de kinderen ervaringen opdoen met verschillende materialen. Ze ervaren daardoor dat elk materiaal weer anders aanvoelt en dat elk materiaal weer een ander effect heeft. Daarnaast vinden wij het belangrijk dat het plezier beleven bovenaan staat, het resultaat komt daarna.( wat wij dus heel belangrijk vinden is dat wij niet bepalen waar de ogen van de sneeuwpop worden geplakt maar dat de kinderen dat bepalen. Daar groeit het enthousiasme van het kind van en hun ervaring met de activiteit, en niet omdat het zo hoort) Met creatieve activiteiten ontwikkelen kinderen hun fijne en grove motoriek bijvoorbeeld, het krassen met wascokrijt en het kleuren met de pincetgreep met een kleurpotlood. Ook activiteiten als bakken, verven,
17
Lezen Wij vinden het belangrijk dat er veel gelezen wordt binnen het dagverblijf. Het (voor) lezen ontwikkelt de taal ontwikkeling van de kinderen, bijvoorbeeld het benoemen van voorwerpen of het behandelen van onderwerpen die op dat moment spelen bij de kinderen. Dit kan een Christelijk onderwerp zijn, bijvoorbeeld een Bijbelverhaal maar ook iets wat een kind meegemaakt heeft, bijvoorbeeld de komst van een broertje of zusje. Er wordt aan tafel (voor)gelezen, na elke maaltijd zeker, maar ook gedurende de dag zijn er verschillende voorlees momenten. Dit kan vanuit de leidster komen maar ook vanuit het kind. Ook bij de babygroep wordt er (voor)gelezen, pedagogisch medewerksters benoemen samen met de kinderen voorwerpen en onderwerpen maar ook korte verhaaltjes lezen wij voor aan de baby’s. Voorlezen kan ook een rustmoment zijn op de groep. Lekker samen of alleen dicht bij de leidster zitten en luisteren naar een verhaal of samen het boekje lezen.
Muziek en zingen Op het kinderdagverblijf wordt er zorgvuldig met het gebruik van de radio omgegaan. Bij ons staat radiomuziekzender niet aan! Wij zetten alleen de cd speler aan om muziek te luisteren speciaal voor kinderen. Om met de liedjes mee te kunnen zingen erop te dansen en soms met muziekinstrumenten mee te spelen. Muziek kan de sfeer beïnvloeden op de groep. Het zou dus ook kunnen om rustige muziek op te zetten om een gezellige rustige sfeer te creëren. Ook wordt er veel gezongen voor en met de kinderen. Door te zingen wordt de taalontwikkeling bevorderd, het verruimt de woordenschat. Maar ook wordt de motoriek gestimuleerd door (in het ritme) op de muziek te dansen.
Spelen op de babygroep Kinderen leren door te ontdekken, dit geldt ook bij de babygroep. Door te ontdekken, zowel zintuiglijk (proeven, tasten, horen, zien) als door dingen te ervaren en te doen. De box is een speelplek voor kleine baby’s waar de omgeving is afgebakend en waar ze rustig kunnen kijken (mobiel), waar zachte materialen liggen waaraan ze zich niet kunnen bezeren. Op de groep zijn er verschillende speelmaterialen aanwezig die kinderen uitdagen om te ontdekk
18
14.
Feesten / Thema’s Als een kind jarig is wordt dit natuurlijk niet vergeten. We gaan er een feest van maken door liedjes te zingen en een cadeautje uit te pakken. Het kind zal de hele dag mogen helpen en een activiteit uitkiezen. Er is voor het kind gelegenheid om te trakteren. Naast de verjaardagen wordt er ook aandacht besteed aan de jaarlijkse feesten. We vieren jaarlijks kerst, Pasen en Sinterklaas. Wel kiezen we ervoor om dit niet uitbundig te doen. De reden hiervoor is dat we vaak zien dat de gebeurtenissen rondom deze feesten de kinderen erg kunnen overweldigen. Buiten het kinderdagverblijf worden ze vaak al veel geconfronteerd met verrassingen en spannende dingen, daarom willen we binnen het kinderdagverblijf niet voorbijgaan aan deze gezellige feesten, maar ze ook niet uitbundig vieren. Verder zullen er thema’s als het weer voorbij komen, een herfsttafel maken, kikkervisjes kijken, themaliedjes, post rondbrengen, vader- en moederdag, opa- en oma feest enz.
Afscheid Wanneer een kind naar de basisschool gaat zal het afscheid nemen van “KC de schatkist” Het is een afsluiting van een periode en het begin van een nieuwe periode. Het is aan ons om daar extra aandacht aan te besteden. Met de ouder(s) wordt overlegt of ze het afscheid willen ‘vieren’ en wanneer. Wanneer een kind naar de basisschool gaat, wordt het volgende gedaan: Wij houden tot en met het derde levensjaar een map bij met wat werkjes, leuke anekdotes en voegen dit in chronologische volgorde in een map. Ook de oudergesprekken die hebben plaatsgevonden vindt u in deze map een verslag van terug. Ook zal de Pedagogisch medewerker het kind nog eenmaal in het zonnetje zetten. Mocht tussentijds, met welke reden dan ook, een kindje afscheid nemen van het kindcentrum, dan hanteren we hetzelfde afscheid en is er ook de mogelijkheid tot trakteren.
Trakteren Een kind krijgt jaarlijks nogal wat traktaties aangeboden, bij verjaardagen of als iemand afscheid neemt. Wij adviseren om niet al te veel snoepgoed te gebruiken als traktatie voor uw kind maar op zoek te gaan naar leuke, gezonde traktaties of iets hartigs.
19
De leidster streeft ernaar om een kind met een dieetvoeding ook mee te laten genieten door een aangepaste traktatie aan te bieden. Overleg altijd even met de leidster van de groep als u uw kind een traktatie wil laten meenemen.
15.
Wennen Bij het intakegesprek worden de afspraken m.b.t. het wennen gemaakt. We kunnen niet van tevoren zeggen hoelang het duurt voor uw kind gewend is aan de nieuwe omgeving. Dit is namelijk bij ieder kind anders. De één went makkelijker dan de ander. Dit ligt ook aan de leeftijd van het kind. We gaan er vanuit dat het kinderdagverblijf een tweede huis voor uw kind moet worden. Het is niet voor elk kind nodig om te wennen aan de nieuwe situatie. Daarom bespreken we dit altijd tijdens de intake en kan de ouder zelf aangeven of het kind zich moeilijk aan een nieuwe situatie aanpast of dat de ouder denkt dat wennen niet nodig is. In de eerste week van opvang vinden we het daarom belangrijk dat de ouder in ieder geval zorgt dat er iemand bereikbaar is indien het kind het moeilijk heeft. We willen dan wel graag iemand kunnen bellen. Als dan blijkt dat het kind moeite heeft met wennen, zullen we samen met de ouders bespreken wat het ritme voor de rest van de week wordt. Natuurlijk is er tijdens het wenprogramma veel contact tussen de pedagogisch medewerkster en ouders.
16.
Sociale veiligheid We vinden het erg belangrijk in de groep een sfeer te creëren van veiligheid en vertrouwen. Elk kind mag er zijn en hoort erbij. We proberen het ‘samen spelen en samen delen’ te stimuleren door gezamenlijke activiteiten te ondernemen zoals met z’n allen naar de speeltuin of naar buiten. Maar ook doen we activiteiten met maar een paar kinderen tegelijk, zoals verven, naar de bakker of samen sporten. Het is fijn je even speciaal te voelen. Tijdens de rustige momenten dat we aan tafel zitten, komen er bij de kinderen hele gesprekken los. We letten erop dat iedereen die wat wil vertellen ook de kans krijgt, en dat de kinderen naar elkaar luisteren. Verlegen kinderen proberen we door wat vragen te stellen bij het gesprek te betrekken. Verder stimuleren we de kinderen bijvoorbeeld om samen een toren te bouwen of met de treinbaan te spelen. Maar ook proberen we de kinderen juist te leren hun eigen grens aan te geven en voor zichzelf op te komen als ze ‘ondergesneeuwd’ worden door verbaal sterkere kinderen.
20
Een kinderdagverblijf biedt een optimale gelegenheid voor het ontwikkelen van sociale vaardigheden. Gedurende de hele dag doen zich situaties voor waarin kinderen samen spelen, samen delen en samen conflicten proberen op te lossen. De pedagogisch medewerksters zullen de kinderen hier zoveel mogelijk in begeleiden en ondersteunen. Ze doen dit allereerst door zelf het goede voorbeeld te geven; maar ook door het gedrag van de kinderen te benoemen, het invoelingsvermogen te stimuleren en de kinderen waar nodig bij te sturen. Onder andere de volgende vaardigheden hebben onze aandacht:
Samen spelen en samen delen
Elkaar helpen
Luisteren naar elkaar
Opruimen en zuinig te zijn op eigen spullen en die van anderen
Als kinderen elkaar pijn doen of ruzie maken, het samen’ uitpraten’ en het weer goed maken, sorry zeggen.
Respect hebben voor elkaar
Voor zichzelf durven opkomen
Bepaalde grenzen en sociale regels leren in verschillende situaties, ze accepteren en nakomen
17.
Een band opbouwen met andere kinderen en volwassenen
Ontwikkeling Cognitieve ontwikkeling Ieder kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo, op zijn eigen manier en niveau. Uitgaande van de mogelijkheden van elk individueel kind worden spelmateriaal en activiteiten aangeboden die een beroep doen op de cognitieve ontwikkeling. Wij vinden het belangrijk de kinderen de mogelijkheid te bieden zelf hun omgeving te exploreren en de mogelijkheden van diverse materialen te ontdekken. In het uiteindelijke resultaat van de activiteiten zal de individuele creatieve inbreng van elk kind een grote rol spelen. Veel kinderen op het dagverblijf leren van huis uit meerdere talen spreken en hebben een verschillende culturele achtergrond. Ouders willen het beste voor hun kind, ook als ze straks naar school gaan. Mede daarom besteden we extra aandacht aan het voorkomen en signaleren van onder andere taalontwikkelingsachterstanden, in het voorjaar van 2014 hopen wij het VVE certificaat te behalen voor de methode de Schatkist. Kinderen die in aanmerking komen voor VVE worden doorverwezen door basisschool en consultatiebureau.
Emotionele ontwikkeling Wij vinden het belangrijk dat het kind zijn emoties kan uiten. Daarom proberen we op de groep een sfeer te scheppen van veiligheid en geborgenheid en leren de kinderen respect
21
te hebben voor elkaars gevoelens. Door erover te praten proberen we de emotie van het kind een plek te geven. De wat oudere kinderen stimuleren we hun emoties te verwoorden. We proberen er bijvoorbeeld achter te komen waarom een kind boos of verdrietig is en zoeken dan samen naar een oplossing. Soms zal het kind het willen uitpraten, een andere keer wil het gewoon zijn boosheid uiten, even alleen zijn, of juist persoonlijke aandacht. Ons uitgangspunt hierbij is dat we per moment en per kind bekijken hoe we op een goede wijze op de emoties van het kind kunnen reageren.
Motorische ontwikkeling Gedurende het eerste levensjaar ontwikkelt het kind zich zeer snel en is de motorische ontwikkeling van maand tot maand te volgen. Het kind beschikt nog vrijwel uitsluitend over een grove motoriek. Deze bestaat onder andere uit zwaaien, kruipen en gaan staan. De pedagogisch medewerksters stimuleren de motorische ontwikkeling met name door het aanbod van divers, op het kind afgestemd spelmateriaal. Zoals; een rammelaar, babyschommel, loopkar, en voor de ouderen kinderen een glijbaan, schommel, de trap opklimmen, etc. Ook wordt tijdens het buitenspelen en in zang- en dans en sportspelletjes aandacht besteed aan de grove motoriek.
Zindelijk worden Ieder kind ontwikkelt zich op zijn eigen wijze en in zijn eigen tempo. Dit geldt ook voor het zindelijk worden. Een kind wordt zindelijk als het daar zelf aan toe is. Op de peutergroep wordt een begin gemaakt met het zindelijk worden. De kinderen worden gestimuleerd omdat ze elkaar op het potje of naar de wc zien gaan. Het zindelijk maken gebeurt met een positieve aandacht, dwang helpt niet of zelfs averechts. De pedagogisch medewerkster is alert op de reactie van het kind en zal regelmatig voorstellen om op het potje te gaan of naar het toilet. Het weglaten van de luier gebeurt alleen na overleg met de ouders, de ouders zorgen voor een reservesetje kleding zodra het zindelijk worden aan de orde is.
18.
Overdracht van normen en waarden Om de kinderen bepaalde normen en waarden mee te geven die in onze samenleving belangrijk worden gevonden, is het ten eerste belangrijk zelf als leidster het goede voorbeeld te geven. Kinderen leren op jonge leeftijd vooral door het in zich opnemen van wat er in de wereld om hen heen gebeurt. Pedagogisch medewerksters zijn zich erg bewust van hun voorbeeldfunctie, en naast dat ze letten op hun tafelmanieren of
22
omgangsvormen, staat voorop het kind en collega’s te behandelen zoals je zelf ook het liefst behandeld zou willen worden. Normen en waarden die wij belangrijk vinden zijn onder andere: niet vloeken, het vragen als je iets wilt hebben, opruimen na het spelen, tafelmanieren (eerst de korstjes opeten, aan tafel blijven zitten en met de mond dicht eten), niet slaan of schoppen en je excuses aanbieden of een kusje/handje geven om het weer goed te maken als er iets vervelends gebeurd.
Corrigeren en belonen De leidster begeleidt een kind door niet meer en niet minder te verwachten dan het kind qua ontwikkelingsniveau aankan. Het is voor een kind belangrijk om te weten waar de grenzen liggen. Dit kan het kind leren door het vriendelijke, duidelijke en consequente optreden van een leidster. Het positief benaderen, het prijzen van gewenst gedrag van het is erg belangrijk. Wij corrigeren de kinderen en spreken niet echt van straffen. De pedagogisch medewerker keurt gedrag af wanneer het belang van de andere groepsgenootjes in het gedrang komt. Het gedrag wordt hierbij afgekeurd, niet het kind zelf. Wij corrigeren ongewenst gedrag consequent, dus niet de éne keer wel en de andere keer niet. We laten ook duidelijk merken dat de ´straf´ over is, een ´straf´ heeft een begin en een eind.
19.
Groepsvorming De keuze voor kinderopvang in een kinderdagverblijf is een keuze voor opvang van het kind in groepsverband. Kinderen leren hierdoor al vroeg en in zekere mate rekening met elkaar te houden. Om zich te kunnen ontwikkelen is het een voorwaarde dat de kinderen zich in de groep veilig en vertrouwd voelen. Het kind moet de kans krijgen om een band op te bouwen met de pedagogisch medewerksters en de groepsgenootjes. Die gelegenheid scheppen wij door zorg te dragen voor stabiliteit en continuïteit in de groep. Dit laatste wordt bevorderd door:
Vaste pedagogisch medewerksters
Vast dagritme
Minimaal plaatsing 2 dagdelen
Groepsindeling
Kinderdagverblijf “KC de schatkist” werkt met de volgende groepsindeling:
Een babygroep van 8 weken tot circa 2 jaar
23
Een peutergroep vanaf circa 2 jaar tot 4 jaar
Soms kunnen de enthousiaste dreumesen die aan een uitdaging toe zijn vast eens wennen bij de peutergroep, dit zal blijken uit het volgsysteem, de gesprekken met de ouders en na overleg ook uitgevoerd worden.
Groepsgrootte Het aantal kinderen in een groep is afhankelijk van de volgende factoren:
De leeftijd van de kinderen en de beschikbare ruimte in het kinderdagverblijf
Door de GGD is vastgelegd hoeveel kinderen in een groep geplaatst kunnen worden en hoeveel vierkante meters vloeroppervlakte per kind beschikbaar moet zijn.
Op kinderdagverblijf “KC de schatkist” komt dit neer op:
9 kinderen op de babygroep
14 kinderen op de peutergroep
Beroepskracht-Kind ratio:
1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen tot 1 jaar
2 beroepskrachten per 8 aanwezige kinderen tot 1 jaar
2 beroepskrachten per 10 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar
2 beroepskrachten per 12 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar
2 beroepskrachten per 16 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar
2 beroepskrachten per 20 aanwezige kinderen van 4 tot 13 jaar
Verder gelden de volgende voorwaarden:
Altijd dient er minstens één leidster plus een achterwacht aanwezig te zijn. Wanneer er 1 leidster op de groep aanwezig is, met maximaal 6 kinderen, is er nog een beroepskracht of achterwacht in het pand aanwezig. De beroepskrachten en achterwacht zoeken elkaar op en werken in dezelfde ruimtes of kunnen elkaar zien/horen.
20.
Brengen en halen De momenten van brengen en halen geven gelegenheid tot het uitwisselen van informatie en vragen aangaande het kind tussen ouder/verzorger en de pedagogisch medewerkster. Het is van belang de breng- en haaltijden in acht te nemen in verband met het dagritme.
24
In overleg met de leiding kan hier een enkele keer een uitzondering op gemaakt worden. Om het proces van brengen en halen zo rustig mogelijk te laten verlopen zijn hier in principe vaste tijden voor. Tussen 07.00 en 08.45 uur kunt u uw kind komen brengen en heeft u de gelegenheid om in alle rust afscheid te nemen van uw kind en eventuele bijzonderheden te bespreken. Zo kunnen wij met de kinderen om 9:00 aan tafel zitten en de dag gezamenlijk beginnen. Tussen 16:30 en 18:00 uur kunnen de kinderen weer opgehaald worden. (in overleg kan het een enkele keer iets eerder) Mocht uw kind door iemand anders opgehaald worden dan wordt u verzocht dit van tevoren aan ons te melden. Wij geven de kinderen niet mee wanneer wij niet op de hoogte zijn en wanneer u deze persoon niet eerst persoonlijk aan ons voorgesteld heeft. Dit doen wij voor de veiligheid van uw kind, dus we vragen u hieraan mee te werken! Wij vinden veiligheid erg belangrijk en om deze reden mogen ouders ook niet de buitendeur voor elkaar opendoen. Wij (medewerkers van de schatkist) zijn de enigen die de voordeur mogen openen. Ook al denkt u de ouder te kennen die voor de deur staat. Gaat u er maar vanuit dat u nooit zeker kunt weten wat er in gezinnen kan spelen, dus laat die verantwoording bij ons liggen. Op deze manier hopen wij een zo groot mogelijke situatie van veiligheid te kunnen creëren voor zowel u als uw kind(eren).
21.
Contact met ouders Het eerste contact bestaat uit een gesprek met de manager van het kind centrum, direct daarna wordt u rondgeleid en maakt u kennis met onze pedagogisch medewerksters. In het intakegesprek word het pedagogisch beleidsplan en de dagelijkse gang van zaken aan de orde gebracht. Pedagogisch medewerksters zullen discreet omgaan met informatie over kinderen in hun contacten met andere ouders/verzorgers en collega’s. De pedagogisch medewerkster kan u meer vertellen hoe alles in zijn werk gaat op de groep. Zij plant met u de wenafspraken voor uw kind. Wanneer een baby komt bij KC de schatkist komt krijgen zij een schriftje. Het is de bedoeling dat zowel de ouders/verzorgers als de pedagogisch medewerksters, de keren dat uw kind op het kinderdagverblijf is, hier iets in schrijft. Op deze manier heeft de ouder en de pedagogisch medewerker een idee van Als het gaat om de verzorging en opvoeding van uw kind is een goede samenwerking tussen ouders en onze medewerksters belangrijk.
25
Voor zover het binnen de mogelijkheden van het kinderdagverblijf ligt en niet tegenstrijdig is met de belangen van de kinderen wordt de verzorging en opvoeding zoveel mogelijk afgestemd op de behoefte van de situatie thuis. Zodra een kind op het kindcentrum de schatkist is geplaatst vindt de opvoeding niet langer alleen door de ouder(s) plaats. de pedagogisch medewerkster van het kindcentrum De schatkist levert nu ook een belangrijke bijdrage. Daarom is het van belang dat u weet wat er bij ons met uw kind gebeurt en is het goed dat de leiding geïnformeerd wordt over het kind en de wijze waarop het thuis wordt opgevoed. Dit kan op verschillende manieren:
het intakegesprek
tijdens de overdracht (bij het dagelijks halen en brengen).
Het oudergesprek
Zowel de ouders als het kind centrum kunnen een oudergesprek aanvragen als hier behoefte aan is. Dan wordt de ontwikkeling van het kind besproken en de eventuele problemen. Verder zullen er algemene memo’s op het bord staan in de gang, zodat dit voor iedereen leesbaar is. Ook is er 1 keer in het jaar een 10 minuten gesprek waar de pedagogisch medewerksters de tijd nemen om alle ouders te woord te staan over de ontwikkeling van uw kind maar ook met welke materialen, vriendjes en vriendinnetjes, uw kind speelt.
22.
Ziekte Een ziek kind hoort thuis te blijven. Door de extra zorg van het zieke kind en besmettingsgevaar voor andere kinderen is het niet verantwoord uw zieke kind te laten komen. Uw kind moet thuis blijven bij:
koorts boven 38,5 graden
hangerigheid, huilerig zijn of geen eetlust hebben.
Besmettelijke ziekten zoals waterpokken, mazelen, roodvonk, rode hond, bof, enz.
Wanneer het kind niet kan meedraaien met het dagprogramma
Het is belangrijk dat de leiding op de hoogte wordt gesteld wanneer een kind in het weekend ziek is geweest, zodat wij hier rekening mee kunnen houden. Wanneer er reeds besmetting heeft plaatsgevonden zal dit op het memobord en via de digitale nieuwsbrief gemeld worden.
26
Is uw kind ziek dan horen we dat graag voor 09.00 uur ’s morgens. Dit is erg prettig om te weten omdat we gezamenlijk willen beginnen. Wanneer uw kind later op de dag ziek wordt dient u uw kind te komen halen. Het is voor ons erg moeilijk om hiervoor richtlijnen aan te geven. Als toelichting hierop willen we dan ook graag aangeven dat wij per kind en per situatie bekijken of het kind opgehaald moet worden of niet. Dit is heel erg afhankelijk van het kind zelf, maar ook van de aard van het ziek zijn. De een heeft bijv. weinig last van tandjes, terwijl de ander er flink ziek van is. Zo houden wij als richtlijn dat we ingrijpen wanneer we het idee hebben dat het voor het kind niet meer te doen is op de groep met de drukte er omheen. Bij koorts en het zich ziek gedragen wordt ook gekozen om de ouders te informeren en/of te vragen het kind op te halen.
Medisch handelen Pedagogisch medewerksters geven in principe geen medicijnen aan de kinderen, mits er een toestemmingsformulier is ingevuld door de ouder(s). Kinderen krijgen geen paracetamol/zetpillen toegediend zonder medische indicatie. Als kinderen toch medicijnen
toegediend
moeten
krijgen,
dienen
de
ouders/verzorgers
hiervoor
schriftelijke toestemming te geven. De pedagogisch medewerksters zorgen ervoor dat zij precies weten hoe de medicatie moet worden toegediend. Medicatie toedienen gebeurt niet door stagiaires of BBL-ers. Medicatie toedienen gebeurt met schone handen in een schone omgeving. We geven het kind privacy als het daar behoefte aan heeft (bijv, het geven van zetpillen). Bij het rectaal opnemen van de koorts wordt ervoor gezorgd dat de thermometer voor én na het gebruik schoongemaakt met alcohol. De pedagogisch medewerksters dragen bij wondverzorging altijd wegwerp handschoentjes, en gooi deze na het gebruik direct weg.
23.
Veiligheid en hygiëne Hygiëne vinden wij erg belangrijk. Kleine kinderen zijn erg gevoelig voor infecties en bacteriën. Wat doen wij om te zorgen voor een goede hygiëne op het kinderdagverblijf: Hiervoor hanteren we het hygiëne protocol. Wat algemene richtlijnen zijn hieronder weergegeven.
Wij wassen onze handen voor en na elke handeling waarbij er mogelijk bacteriën aan onze handen gekomen zijn. Zoals na het verschonen of naar bed brengen van een kind.
Elke dag wordt de groep schoon achter gelaten en tussentijds gemorst eten/drinken zorgvuldig verwijderd.
27
Slaapzakjes worden gepersonaliseerd en eens per week door ons gewassen incl het beddengoed.
Wij zijn verantwoordelijk voor de veiligheid in het pand. De medewerksters hebben vanuit de opleiding kennis opgedaan waarop gelet moet worden.
Elk
jaar
wordt
er
een
inspectie
uitgevoerd
door
de
plaatselijke
GGD.
De
inspectierapporten liggen ter inzage op kantoor, vraag hiernaar bij de locatiemanager. Bij het verstrekken van de vergunning door de gemeente is gebleken dat aan de brandveiligheidseisen van de brandweer is voldaan. Alle medewerkers beschikken over het kinder EHBO diploma aanwezig en in het pand is een gekeurde EHBO trommel aanwezig. Er zijn 2 geschoolde bedrijfshulpverleners in dienst, minimaal 1 is er op elk moment van de dag bereikbaar en aanwezig. De jaarlijkse ontruimingsoefening wordt gepland door de BHV-er. Jaarlijks voeren wij een Risico-inventarisatie uit volgens de methode van de Stichting Consument en Veiligheid en het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid. Deze ligt altijd op de locatie ter inzage.
24.
Personeel De kwaliteit van onze kinderopvang en de aandacht voor het kind is voor een groot deel afhankelijk van het personeel. Om deze kwaliteit te waarborgen wordt er gewerkt met gediplomeerde groepsleiding. Zij worden gehonoreerd volgens de CAO Kinderopvang. De groepsleiding is in bezit van minimaal een MBO diploma of studerende hiervoor. De pedagogisch medewerker wordt geacht een huiselijke warme sfeer voor de kinderen te creëren waar geborgenheid en veiligheid voorop staan. Hier zal vanuit het management ook controle op zijn. Het management zet zich in voor een goede band met haar personeel, waardoor er een ontspannen sfeer is. Zij gelooft erin dat je op deze manier het leukste, gezelligste, meest gemotiveerde personeel krijgt wat ook goed is voor de kinderen. Toch zijn wij genoodzaakt, bij afwezigheid van vast personeel, vaste invalkrachten in te zetten, dit kan ertoe leiden dat u soms andere leiding op de groep treft, wij vragen uw begrip hiervoor. Wij zorgen dat uw kinderen in goede handen zijn door met vaste inval te werken. Wij stellen deze invalkracht aan u voor wanneer zij in dienst treedt. Wij werken ook met stagiaires en BBL-ers op het kinderdagverblijf en de BSO. De stagiaire staat als extra kracht op de groep en wordt niet als pedagogisch medewerker gezien. Zij
28
zullen dan ook geen verantwoordingen dragen zoals een groepsleidster dat doet. Een stagiaire mag bijvoorbeeld niet alleen bij de kinderen achterblijven, maar zal altijd onder begeleiding staan van een vaste pedagogisch medewerker. De stagiaires worden beoordeeld door de directie en op de groep worden zij begeleid door een pedagogisch medewerkster, zij leggen hier ook verantwoording aan af. De BBL-ers worden na gebleken geschiktheid als leidster op de groep ingezet nadat we als kindcentrum hebben beoordeeld en gedocumenteerd of dit gewenst is of niet. Dit bepaalt het management van het kindcentrum samen met de studiecoördinator van de BBL-er. Regelmatig zullen de pedagogisch medewerksters gepland werkoverleg hebben om de kinderen te bespreken. Dit doen we om alle kinderen goed in de gaten te houden en hun ontwikkeling, maar ook om van elkaar te leren en elkaar te helpen om met situaties om te gaan. Ieder kind krijgt een mentor toegewezen. De zaken die bijvoorbeeld in een vergadering met de mentor besproken kunnen worden zijn de vorderingen in de zindelijkheidstraining of hoe het kind zich ontwikkelt in de groep. Is er moeite met eten of eet het kind juist erg veel. Door de kinderen te bespreken blijven we oplettend en hopen we eventuele stagnaties of achterstanden in de ontwikkeling vroegtijdig te signaleren. Uiteraard zullen eventuele bevindingen met de ouders besproken worden.
Vier ogen principe Per 1 juli 2013 is wettelijk vastgelegd dat bij dagopvang van kinderen van 0 tot 4 jaar, een beroepskracht of beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij of zij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. Deze maatregel wordt het “vierogenprincipe” genoemd. Binnen KC de schatkist wordt het vierogen of vierorenprincipe als volgt vorm gegeven: De locaties zijn zoveel mogelijk transparant gemaakt d.m.v. ramen tussen groepsruimtes en gang, glas in deuren etc. Zodoende is er altijd zicht is op kinderen en collega’s. Ook de aanwezigheid en inzet van stagiaires wordt gebruikt om het vierogenprincipe te waarborgen. We openen samen en sluiten samen. Er zijn altijd 2 beroepskrachten aanwezig op het kinderdagverblijf. Bijv. Als er een BSO leidster naar huis gaat en er 1 kind achter blijft, voegen we samen met het KDV of de BSO gaat in de groep ernaast. Dit alles met deuren open of in de groep waar veel ramen zitten. Het gebouw is overzichtelijk en niet groot, we kunnen elkaar horen. Ook zijn er babyfoons aanwezig. Verder geldt de volgende voorwaarde:
29
Altijd dient er minstens één leidster plus een achterwacht aanwezig te zijn. Wanneer er 1 leidster op de groep aanwezig is, met maximaal 6 kinderen, is er nog een beroepskracht of achterwacht in het pand aanwezig. De beroepskrachten en achterwacht zoeken elkaar op en werken in dezelfde ruimtes of kunnen elkaar zien/horen.
Als het laatste kind is opgehaald, vertrekt ook de beroepskracht die als eerste weg kan, de andere beroepskracht of de achterwacht gooit vuilniszakken weg, draait de verwarmingen uit, lichten uit, deuren op slot, computers uit en sluit vervolgens alleen het gebouw. Wij spreken van tevoren af wie wanneer naar huis kan en onder welke voorwaarden.
Scholing Wij werken met professionele, gediplomeerde pedagogisch medewerksters op minimaal MBO niveau, die de kinderen zullen begeleiden in hun individuele ontwikkeling en in het samenleven in een groep. Hierbij houden wij de richtlijnen van het CAO-kinderopvang aan. Deskundigheid, motivatie en uitstraling zijn de basisfactoren van waaruit wij het team vaststellen. Elke medewerkster wordt gemotiveerd om een doel te behalen door middel van opleiding of cursussen, hierdoor blijven we scherp en gemotiveerd in ons werk.
Achterwacht Regeling We hebben afgesproken dat de vaste medewerkers en managers altijd gebeld kunnen worden ivm inval, calamiteiten en ziekmeldingen. Aandachtsfunctionaris verzuim is Suzan van Dorst. Wanneer iemand zich ziek meldt moet dit voor 7 uur ’s ochtends, dit zodat er nog inval geregeld kan worden. De aandachtsfunctionaris valt zelf in, daar waar mogelijk.
25.
Opzeggen De opzegtermijn bedraagt twee kalendermaanden. Opzegging van het contract kan alleen schriftelijk.
30
26.
Klachtenreglement Klachtenkamer Oudercommissie De Wet Kinderopvang bepaalt dat ouders adviesrecht hebben over onderwerpen die hun belang en dat van hun kinderen binnen de kinderopvangorganisatie raken. De Wet gaat uit van locatie gebonden medezeggenschap (per gebouw), maar maakt een centrale vormgeving ook mogelijk. Dit betekent dat kind centrum de Schatkist één oudercommissie heeft aangesteld. De onderwerpen waar de oudercommissies een adviesrecht over hebben, zijn in de Wet vastgelegd. Met ingang van 1 april 2008 is elke kinderopvangorganisatie die onder de Wet Kinderopvang valt verplicht een klachtenregeling voor de oudercommissie te hebben. De regeling wordt uitgevoerd door de Klachtenkamer Oudercommissie van de SKK. Het openbaar jaarverslag van de behandelde klachten van de oudercommissie worden gepubliceerd en tevens toegezonden aan de GGD. In dit jaarverslag wordt een beeld gegeven van de klachten die via de klachtenregeling door de oudercommissie 2008 zijn ingediend en is beschreven op welke wijze deze klachten afgehandeld zijn.
De klachtenregeling In de klachtenregeling van “De Schatkist” staat beschreven op welke wijze de oudercommissie een klacht kan indienen en welke stappen worden gezet in de behandeling van de klacht. zit een oudercommissie ergens mee, dan kunnen zij in de eerste instantie direct terecht bij de Klachtenkamer Kinderopvang. Te bereiken op telnr. 0900-0400034 of via e-mail:
[email protected] “De Schatkist” stelt het echter op prijs dat deze klacht eerst met de betrokken pedagogisch medewerker en het management van de vestiging wordt gesproken. Misschien gaat het om een misverstand of kan het probleem snel worden verholpen. Kan de betreffende pedagogisch medewerker de klacht niet naar tevredenheid afhandelen, dan zal deze de ouder doorverwijzen naar de directie van “De Schatkist” . De oudercommissie kan het management altijd mobiel bereiken. Het management zal de klacht in behandeling nemen en naar tevredenheid proberen op te lossen. De
31
oudercommissie wordt geïnformeerd over het bestaan van de interne klachtenregeling. De oudercommissie ontvangt de procedure waarin is beschreven hoe klachten van oudercommissies behandeld worden.
De externe klachtenregeling De oudercommissie kan met haar klacht altijd direct terecht bij de Klachtenkamer Kinderopvang, deze behandeld “medezeggenschap” klachten. Dit zijn klachten van oudercommissies over de wijze waarop een organisatie omgaat met de wettelijk bepaalde medezeggenschap van ouders in de kinderopvang. Te bereiken op telnr. 0900-0400034 of via e-mail:
[email protected]
Klachtenkamer Kinderopvang De Klachtenkamer kinderopvang is vanaf 1 januari 2007 in oprichting. Het doel van deze klachtenkamer is het uitvoeren van de klachtenregeling die betrekking heeft op geschillen tussen ondernemer en oudercommissie betreffende bevoegdheden van de oudercommissie, als bedoeld in artikel 60 van de Wet Kinderopvang. Een reglement voor de Klachtenkamer Kinderopvang is op 30 juni 2007 vastgesteld door de MO-groep, de Branchevereniging Ondernemers in de Kinderopvang BOinK (Belangenvereniging voor Ouders in de Kinderopvang
Registratie Alle officiële klachten worden door de SKK geregistreerd en weergegeven in een jaarverslag. Iedere organisatie ontvangt jaarlijks een brief van de SKK waarin de klachten die betrekking hadden op de eigen organisatie staan weergegeven.
Overzicht Klachten Het Kindercentrum krijgt jaarlijks een overzicht van de klachten die zijn ingediend.
32
33