Pedagogisch beleidsplan Buitenschoolse opvang ZoWieZo Wognum
01-01-2016
Naam organisatie:
Kinderopvang ZoWieZo Kerkstraat 35 1687 AL Wognum T: 0229- 574885 E:
[email protected]
Doel van het beleidsplan:
Handleiding en naslagwerk voor directie en medewerkers om kwalitatief hoogwaardige en verantwoorde kinderopvang te kunnen bieden aan de deelnemende kinderen. Dit plan is openbaar en ligt altijd ter inzage voor ouders.
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Opvoedingsdoelen 1.1 Het opvoedingsdoel 1.2 Vier pedagogische doelen 1.3 Hoe werken we aan deze doelen? 1.4 Hoe worden deze doelen bereikt?
4 4 5 5
Hoofdstuk 2 Plaatsing 2.1 Groepsindeling 2.2 Stamgroepen 2.3 Verschillende vormen van opvang 2.4 Personeel 2.5 Plaatsingsbeleid 2.6 Plaatsingsmogelijkheden 2.7 Opzegtermijn 2.8 Plaatsingscriteria 2.9 Opzegging/beëindiging
9 10 10 11 12 12 12 12 13
Hoofdstuk 3 De dag 3.1 Dagindeling 3.2 Intakegesprek 3.3 Wennen 3.4 Spelen en activiteiten 3.5 Brengen en halen 3.6 Pesten 3.7 Extra dag of wijziging 3.8 Feestdagen en Thema’s 3.9 Uitstapjes 3.10 Zelfstandigheidscontract 3.11 Milieu en natuur
15 16 16 16 16 16 16 17 17 17 17
Hoofdstuk 4 Eten & drinken 4.1 Eten en drinken 4.2 Dieet, allergie, andere culturen 4.3 Feesten en trakteren 4.4 Voedingsmiddelen inkoop, bereiden en bewaren
18 18 18 18
Hoofdstuk 5 Kind 5.1 Corrigeren en belonen 5.2 Samen opvoeden 5.3 Ziektebeleid kinderen 5.4 Kinderparticipatie
19 19 19 19
Hoofdstuk 6 Ouders/verzorgers 6.1 Individuele contacten 6.2 Schriftelijke informatie 6.3 Oudercommissie 6.4 Ouderbijeenkomsten 6.4 Klachtenprocedure en externe klachtencommissie
20 20 20 21 21
Hoofdstuk 7 Ruimte –indeling 7.1 Binnenruimten 7.2 Buitenruimten
22 22
Hoofdstuk 8 Veiligheid en gezondheid 8.1 Ontruimingsplan 8.2 Bedrijfshulpverlening 8.3 EHBO 8.4 Veiligheid en gezondheid 8.5 Meldcode kindermishandeling 8.6 Ongevallenverzekering
23 23 23 23 23 23
Huisregels en Specificatie BSO
24
2
Pedagogische Beleidsplan BSO ZoWieZo Voorwoord Als directie en medewerkers van BSO ZoWieZo, leveren we kwalitatief goede kinderopvang en dat willen we, ook in de toekomst, blijven bieden. Dat betekent dat wij eisen stellen aan het pedagogisch beleid en de uitvoering daarvan. De Buitenschoolse Opvang ZoWieZo is tevens gericht op verbetering van de pedagogische kwaliteit. Dit doen wij door kritisch te blijven kijken naar ons pedagogisch handelen. Wij evalueren het pedagogisch beleid en stellen het bij als daar aanleiding toe is. In het pedagogisch beleid komt tot uitdrukking hoe wij met kinderen omgaan en waarom wij dat zo doen. Het pedagogisch beleid is daarom gebaseerd op een visie, op de ontwikkeling van kinderen en op opvoeden. Vanuit dit richtinggevende kader hebben we ons Pedagogisch Beleidsplan geschreven. In dit plan wordt beschreven hoe wij werken aan de vier competenties, genoemd in de Wet Kinderopvang, namelijk de emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie en de overdracht van waarden en normen. Daarnaast is ons algemeen beleid voor kinderopvang hierin beschreven. Het Pedagogisch Beleidsplan ligt voor ouders ter inzage op de Buitenschoolse opvang. Ouders kunnen via de website de meest recente versie inzien. Alle protocollen waar in dit Beleidsplan naar verwezen wordt, liggen ter inzage (elke pedagogisch medewerker reikt het u graag aan) op de locatie en bij de directie op kantoor. Uiteraard blijft dit Pedagogische Beleidsplan altijd in ontwikkeling. Het wordt aangepast zo gauw er nieuwe afspraken gemaakt worden. Ik wens u veel leesplezier. Susan Veldink, directeur Kinderopvang ZoWieZo
3
Hoofdstuk 1 Opvoedingsdoelen 1.1
Het opvoedingsdoel
Het opvoedingsdoel is: de kern tot bloei laten komen.
Wat in potentie aanwezig is in het kind, wordt door ons gestimuleerd. Zo kan een kind zijn en verder groeien tot wie hij werkelijk is. Om dit te bereiken, kijken en luisteren wij goed naar kinderen. Onze visie op opvoeden is dat wij aansluiten bij het kind en zijn mogelijkheden. De ouders dragen de zorg voor en opvoeding van hun kind(eren) tijdelijk aan ons over. Daarom hebben de kinderen bij BSO ZoWieZo te maken met professionele opvoeders: de pedagogisch medewerkers. Zij zijn zich bewust van hun (grote) verantwoordelijkheid en nemen deze taak met veel plezier, positieve energie en deskundigheid op zich. 1.2 Vier pedagogische basisdoelen Het pedagogisch beleidsplan is gebaseerd op de vier pedagogische basisdoelen die in de Wet Kinderopvang zijn omschreven. Deze doelen zijn gericht op het geven aan kinderen van: een gevoel van emotionele veiligheid; gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competentie; gelegenheid tot het ontwikkelen van sociale competentie; de kans om zich waarden en normen, de ‘cultuur’ van een samenleving, eigen te maken.
1. Geven van emotionele veiligheid; een thuis waar kinderen zich kunnen ontspannen en zichzelf kunnen zijn:
Het bieden van een gevoel van veiligheid zien we als het belangrijkste opvoedingsdoel. Als een kind zich emotioneel veilig voelt draagt dat in positieve zin bij aan een gevoel van welbevinden. Het vormt bovendien de basis voor de overige opvoedingsdoelen. Wij zien het als een voorwaarde voor een kind om zelfstandig te kunnen worden en zich optimaal te ontwikkelen.
2. Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van een persoonlijke competentie:
Met persoonlijke competenties bedoelen we persoonskenmerken als veerkracht, zelfstandigheid en onafhankelijkheid, zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit. Competenties waarmee kinderen verschillende problemen kunnen oplossen en zich leren aan te passen aan veranderende omstandigheden. Kinderen ontwikkelen deze vaardigheden door ontdekkingen te doen en door te spelen. Ze ontdekken nieuwe handelingsmogelijkheden die vervolgens tijdens het spelen worden geoefend, uitgebouwd, gevarieerd en geperfectioneerd.
3. Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van een sociale competentie:
De belangrijkste voorwaarde voor een optimale sociale en emotionele ontwikkeling is een omgeving waarin het kind zich gewaardeerd en geliefd voelt. Een ander belangrijk aspect van de sociale ontwikkeling vinden wij de ervaring hoe het is om samen te zijn met andere kinderen en volwassenen. Door de omgang met leeftijdsgenootjes en pedagogisch medewerkers leert het kind de uitwerking van zijn gedrag kennen op andere mensen. Tevens leert het kind al vroeg de betekenis van delen, troosten, helpen, rekening houden met anderen en omgaan met conflicten.
4. Waarden en normen, ‘cultuur’:
Het overbrengen van waarden en normen speelt in de opvoeding van kinderen voortdurend een rol. Kinderen die van kleins af aan geleerd hebben zich in te leven in de gevoelens van een ander zullen de waarden en normen vanuit diverse culturen en gezinssamenstellingen eerder accepteren en respecteren. BSO ZoWieZo vindt het belangrijk dat kinderen zich ‘thuis’ voelen. Om normen en waarden over te kunnen brengen moeten pedagogisch medewerkers zich bewust zijn van eigen handelen. Pedagogisch medewerkers hebben een respectvolle, open houding naar ouders, kinderen en collega’s. Bij BSO ZoWieZo zijn alle ouders en kinderen welkom en worden zij met evenveel respect behandeld. We vinden het belangrijk dat kinderen op een positieve manier met elkaar leren omgaan. Een kind wordt gevormd door de omgang met volwassenen en andere kinderen. Op beide niveaus is sprake van een voortdurende uitwisseling van waarden en normen in communicatie en interactie.
4
De omgang tussen volwassenen en kinderen heeft bij de BSO, mede door groepsopvoeding, een andere dimensie dan thuis. Tussen de kinderen onderling speelt voortdurend wat hoort en niet hoort. Agressie op lichamelijke en geestelijke wijze wordt niet geaccepteerd. De pedagogisch medewerkers maken de kinderen vanaf het begin duidelijk dat elkaar pijn doen niet leuk is voor die ander, maar ook niet voor jezelf. 1.3 Hoe werken wij aan deze pedagogische doelen? Wij vertalen deze pedagogische opvoedingsdoelen aan de hand van vijf aandachtsgebieden: De leidster- kind interactie; Fysieke omgeving; De groep; Het activiteitenaanbod; Het spelmateriaal; Al deze middelen zetten wij op een bewuste manier in, om de vier pedagogische doelen in de opvoeding en ontwikkeling te ondersteunen en te bereiken. Op de volgende pagina’s gaan wij uitgebreider in op iedere doelstelling. Op basis van bovenstaande opvoedingsdoelen en middelen geven wij concrete voorbeelden van hoe wij in de dagelijkse praktijk met de situaties rondom de kinderen omgaan. 1.4 Hoe worden de pedagogische doelen bereikt?
1. Het bieden van een gevoel van veiligheid: emotioneel, veilig en ‘thuis’ kunnen voelen. Onder het begrip emotionele veiligheid verstaan wij een veilige basis: een ‘thuis’ waar kinderen zich kunnen ontspannen en zichzelf kunnen zijn. Wij zien het als de basis voor kinderen om zich te kunnen ontwikkelen. Wanneer kinderen die veiligheid daadwerkelijk ervaren, durven zij op onderzoek uit te gaan en willen zij gaan ontdekken. Als een kind zich veilig voelt en weet dat hij op de pedagogisch medewerker kan terugvallen, kan het zijn aandacht richten op zijn omgeving en is hij vrij om nieuwe indrukken op te doen. Voor de pedagogisch medewerker betekent dit onder andere dat ze betrokken is bij wat de kinderen beleven, voelen en ervaren.
‘ Wij kijken en luisteren naar wat de kinderen beweegt en bezighoudt- en hierop inspelend. Wij bieden een vertrouwde omgeving ( vaste groep, vaste pedagogisch medewerkers) qua ruimte en de mogelijkheden zodat de kinderen de wereld kunnen ontdekken, onderzoeken en uiting kunnen geven aan de ervaringen en belevingen waar ze op dat moment mee bezig zijn. Wij vinden dat ieder kind uniek is waardoor we rekening houden met ieders persoonlijk aanleg en temperament. Er zijn vaste regels over hoe we met elkaar en met het speelgoed omgaan. Op de groepen vinden wij als pedagogisch medewerkers het van belang om een sfeer van warmte en geborgenheid te creëren zodat de kinderen zich veilig voelen. Er is aandacht voor kinderen die graag op schoot willen zitten of een knuffel willen. De BSO kinderen worden door vaste medewerkers uit school opgehaald. Er wordt op vaste plaatsen op het plein verzameld. De PM-ers zijn duidelijk herkenbaar aan een bodywarmer, jas of hesje van ZoWieZo.’ Behalve de interactie met de pedagogisch medewerkers zijn er ook andere factoren die kinderen helpen om een gevoel van veiligheid en vertrouwen te geven. Door bijvoorbeeld de contacten met andere kinderen, wordt er emotionele veiligheid ervaren. Het kind zal geleidelijk de pedagogisch medewerkers, andere kinderen en de ruimte leren kennen. BSO ZoWieZo past de opbouw aan de leeftijd, ontwikkeling en situatie van het kind. Duidelijkheid en structuur vinden wij belangrijk om een veilige basis te creëren binnen het kinderdagverblijf. Elk kind heeft nodig wat wel en niet kan. Dit geeft de kinderen rust en veiligheid. De pedagogisch medewerker is verantwoordelijk voor het bieden van een dagelijks ritme waarbij er afwisseling plaats vindt in rust en actie, stilte en geluid, alleen en samen, zodat kinderen de benodigde tijd krijgen om opgedane kennis en ervaringen te verwerken.
5
Dit gevoel van veiligheid is te bereiken wanneer het middagprogramma van de kinderen volgens een vaste structuur is opgebouwd. BSO ZoWieZo brengt structuur aan in de dagdelen. Structuur draagt immers bij aan het middagritme en zorgt voor continuïteit. Let wel, het kind blijft voor ons centraal staan. Wij vinden dat ieder kind zijn eigen karakter en talenten heeft. De pedagogisch medewerker is zich hiervan bewust en kijkt van daaruit wat het kind nodig heeft. Wij vinden het belangrijk dat het kind gewaardeerd wordt om wie hij is. Zo kan ieder kind het beste tot ontwikkeling komen. Ook het gebruik van rituelen en vaste punten in het dagprogramma zijn belangrijk om een groepsgevoel en een gevoel van vertrouwdheid te creëren. Dat kan door met elkaar rituelen te maken en ervaringen te delen. Maar als een kind juist graag zijn eigen gang gaat en op zichzelf wil spelen, dan krijgt het daarvoor eveneens de ruimte. We kijken en luisteren met aandacht naar elk kind en letten op verbale en non-verbale signalen, houden goed in de gaten hoe het kind zich voelt en de pedagogisch medewerker past haar pedagogisch handelen aan wat het kind nodig heeft. BSO ZoWieZo maakt gebruik van een bewuste kleur- en materiaal keuze. Wij vinden dit belangrijk omdat het bijdraagt aan een prettige en gemoedelijke sfeer. Wij willen een uitnodigende ruimte creëren waardoor kinderen zich op hun gemak kunnen voelen. De inrichting van de verschillende ruimtes is zo ingedeeld dat we hoekjes en ruimten hebben weten te creëren waar kinderen zich kunnen terugtrekken wanneer hier behoefte aan is.
‘Wij dragen zorg bij de inrichting van de ruimtes op de groep. Zo hebben wij ruimte voor een bouw/speel hoek en een ruimte voor de poppen/ verkleedhoek. Ook hebben we een speelruimte waar de kinderen kunnen klauteren of muziek kunnen gaan maken. De ruimtes zijn zo ingericht dat wij een balans weten te creëren tussen rust en actie, stilte en geluid of alleen en samen spelen’. 2. Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van de persoonlijke competentie In onze samenleving gaan wij ervan uit dat elk kind een individu is met eigen mogelijkheden, afhankelijk van aanleg en ontwikkelingsfase. Voor een goede ontwikkeling is het belangrijk dat we rekening houden met het ontwikkelingsstadium en tempo van het kind. Of wanneer kan een kind wat aan. Wij creëren een sfeer waarin ieder kind de kans krijgt om te zien wie het is, met zijn kwaliteiten en grenzen van wat het kan en wil. Wij benaderen het kind respectvol en positief en geven het de ruimte om zelf of met elkaar kleine probleempjes op te lossen. Wij vinden dat de pedagogisch medewerkers een voorbeeld zijn voor de kinderen bij het ontwikkelen van deze competentie. Hun gedrag bij leuke en minder prettige momenten, de manier waarop zij problemen aanpakken, kortom hun eigen persoonlijke competenties zijn van grote invloed op de ontwikkeling bij kinderen.
‘Wij sluiten aan bij wat het kind kan en stimuleren daar waar het nodig is. Wij blijven aandacht houden voor ruimte van eigen initiatieven van het kind. Door dingen zelf te laten maken of ontdekken zodat ze leren inzien waar ze goed in zijn. Een kind heeft zelfvertrouwen en een positief zelfbeeld nodig voor het ontwikkelen van persoonlijke competenties. Wij dagen een kind uit maar kijken goed naar wat hij aankan, zowel verstandelijk als motorisch. We laten het kind zoveel mogelijk zelf doen. Als een kleuter mee wil doen met een (te) moeilijke activiteit van oudere BSO kinderen dan kunnen we samen iets bedenken om de activiteit iets aanpassen. Kinderen mogen zelf (spel)materiaal pakken en bedenken wat ze nodig hebben. Wij bieden iets aan op het moment dat een kind daar behoefte aan heeft.’ De pedagogisch medewerker creëert mogelijkheden in het spel door het aanbod van materialen en activiteiten aan te bieden dat aansluit bij het ontwikkelingsniveau van het kind. Er is een evenwicht tussen veiligheid en uitdaging in de omgeving van activiteiten en spelmaterialen die aansluiten bij leeftijd, karakter en interesse van het kind. De inrichting van de ruimtes is zodanig ingericht dat een kind zich veilig voelt en ongestoord kan spelen.
Wij stimuleren de ontwikkeling van de creativiteit door het aanbod van verschillende activiteiten en materialen. We hebben regelmatig een thema en hier passen wij ons aanbod van activiteiten op aan.
6
BSO ZoWieZo verzorgt jaarlijks een risico inventarisatie in het gehele bedrijf op het gebied van veiligheid en gezondheid. De pedagogisch medewerkers zien toe op een veilige en gezonde leefomgeving. Elk kind is trots als het zelf dingen kan doen. Wij stimuleren de zelfstandigheid van elk kind lettend op wat past bij ontwikkeling en leeftijd. Wij vinden dit van belang aangezien dit zijn zelfvertrouwen bevordert en stimuleert tot het nemen van eigen initiatieven. Wat een kind al zelf kan, laten we het kind zelf doen! Dit uit zich doordat de kinderen bepaald speelmateriaal zelf kunnen pakken en opruimen. De ruimtes zijn zo ingericht dat de kinderen weten wat ze waar kunnen vinden en waar kunnen, doen in overleg met de pedagogisch medewerker. De aanwezigheid van leeftijdsgenootjes biedt het kind de mogelijkheid om emoties en behoeften te leren communiceren met anderen. Ook het oefenen van persoonlijke mogelijkheden als: elkaar troosten, met elkaar plezier maken en elkaar helpen. Zo leert een kind ervaringen te delen met een of meerdere leeftijdsgenootjes. Pedagogisch medewerkers bieden activiteiten aan die mogelijkheden bieden tot het verder ontwikkelen van de persoonlijke competentie, zoals winnen en verliezen, spelen en meespelen, dingen zelf knutselen/ maken en hiervoor complimenteren. Zo vinden wij dat kinderen leren wat zij kunnen en wie ze zijn. Ons uitgangspunt blijft: wij observeren de kinderen en bieden ondersteuning waar dit nodig is of geven een nieuwe uitdaging om een stapje verder te komen.
3. Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van de sociale competentie Het leren om te gaan met andere kinderen en volwassenen is essentieel voor iedereen om zich staande te kunnen houden in de samenleving. Je moet kunnen samen spelen en werken, kunnen delen, anderen helpen, in anderen kunnen verplaatsen, kunnen communiceren, conflicten kunnen voorkomen en oplossen, vriendschappen sluiten en onderhouden. In de interactie met andere kinderen en volwassenen doen kinderen ervaring in het deel uit maken van een groep en hier een eigen weg in te vinden. Kinderen ervaren en ontdekken op deze manier wat wel en niet werkt in de omgang met elkaar. Kinderen ontwikkelen op deze manier hun sociale vaardigheden en kennis. Wij vinden dit een belangrijke competentie zodat de kinderen goed kunnen functioneren in de huidige maatschappij. Wij bieden mogelijkheden voor interacties en groepsprocessen. Soms spelen we met de kinderen in een grote groep, soms in een klein groepje of met zijn tweetjes. Dit zijn rituelen die de groep vormen, betrokkenheid geven en een gevoel van gezamenlijk doet ontstaan. Kinderen zullen tijdens hun bezigheden ervaren hoe het is om bijvoorbeeld speelgoed te delen, op elkaar te wachten, samen spelen, praten en luisteren, maar ook plezier maken. Op deze momenten leren de kinderen omgaan met emoties die zich kunnen gaan voordoen in die situaties als plezier, grapjes, een conflict, boosheid of verdriet. Bij het ontwikkelen van de sociale competentie heeft de pedagogisch medewerker een voorbeeldfunctie. Haar houding in bijvoorbeeld conflictsituaties, haar relatie met de kinderen, haar manier van communiceren met de kinderen en ouders/ verzorgers, is en vormt haar eigen sociale competentie. Deze vinden wij zeer bepalend voor de ontwikkeling hierin van het kind. De sociale competentie en de omgeving van de kinderen uit zich in het maken van heldere en begrijpelijke afspraken over wat wel en niet mag op de groepen. Ook vinden wij het verwoorden van mogelijke risico’s in spelsituaties van belang om een kind leren om te gaan met dergelijke situaties. Kortom het betekent veel voor ons om met kinderen te praten over verantwoordelijkheden, omgang met anderen en zijn omgeving.
‘ Wij vinden het belangrijk dat de kinderen tijdens hun bezigheden kunnen ervaren hoe het is om speelgoed te delen, op je beurt te wachten, samen spelen, luisteren en plezier maken. Daarnaast vinden wij het van belang dat kinderen leren omgaan met emoties tijdens hun bezigheden zoals het hebben van plezier, grapjes, boosheid, een conflict of verdriet.
7
Daarnaast maken we heldere en begrijpelijke afspraken met de kinderen over wat wel en niet mag op de groep. Waardoor de kinderen leren met afspraken om te gaan met respect voor zichzelf en de anderen. Wij stimuleren de kinderen tot samenspel door de inrichting van de groep en aanbod van materiaal. We hebben verschillende spelletjes goed zichtbaar in de groepsruimte wat uitnodigt om met 2 of meer kinderen samen te spelen. In de huishoek kunnen kinderen het echte leven naspelen en leren hierbij op een wenselijke manier met elkaar omgaan. Ook bereiden oudere BSO kinderen vaak voorstellingen voor of bedenken een quiz waar de jongere kinderen dan naar kunnen kijken of meedoen. Buiten wordt vaak gebruik gemaakt van een bal of springtouw wat ook samenspel bevordert.’ BSO ZoWieZo draagt zorg voor de inrichting van de ruimtes en aanbod van het spelmateriaal dat opnieuw zal uitnodigen tot sociale interacties. Zo richten wij hoeken in waar kinderen min of meer ongestoord kunnen spelen, maar ook dat ze kunnen blijven zien wat andere kinderen doen.
1.4 De kans om zich waarden en normen eigen te maken; ‘de cultuur’ Wij vinden dat kinderen een kans moeten krijgen om zich de waarden en normen eigen te maken van de samenleving. We dragen waarden en normen over aan de kinderen om ze te leren hoe we met elkaar om kunnen gaan. Dit achten wij noodzakelijk voor de kinderen om die waarden en normen van de maatschappij waar zij deel van uit maken leren kennen en eigen te maken. Waarden en normen reflecteren wij in rituelen en gewoonten, regels op de groep, in het handelen van de pedagogisch medewerker en in de manier van omgaan met elkaar. Wij maken heldere afspraken over hoe er wordt omgegaan met verschillende ruimtes en speelgoed (zoals juist gebruik van het speelgoed en het opruimen hiervan. Tijdens spel en activiteiten doen kinderen ervaring op met normen en waarden in relatie tot andere kinderen. De pedagogisch medewerker ziet er op toe dat kinderen spelen met respect voor ieders eigenheid en ruimte. Wij vinden het belangrijk om kinderen te leren respect te hebben voor ieders eigendommen of bezigheden, dus niet zomaar iets van een ander pakken zonder het te vragen. Daarnaast uit respect hebben voor anderen zich ook in elkaar niet bijten, te slaan of uitschelden.
Ons gedrag als pedagogisch medewerk(st)er speelt een belangrijke rol bij de morele ontwikkeling van kinderen. Door onze reacties ervaren kinderen de grenzen van wat goed of wat slecht is, wat kan en mag of niet kan en mag. Wij vinden het daarom belangrijk dat kinderen vanuit een positieve benadering worden begeleid bij het eigen maken van de waarden en normen. Dit uit zich door uitleg te geven over gemaakte afspraken, zo wordt inzicht geboden wanneer een kind een afspraak overtreedt. We laten kinderen zien wat wenselijk gedrag is door ook als leiding met respect voor elkaar om te gaan. Wanneer je het ergens niet mee eens bent kun je dat uitpraten en vertellen wat jij vindt in gewone woorden en op een rustige toon. We vinden eerlijkheid heel belangrijk. Je kunt weleens iets doen wat niet gewenst is en dan is het belangrijk dat je dit ook toegeeft. Samen kunnen we dan bespreken wat het kind de volgende keer kan doen. We spreken een kind altijd aan op zijn gedrag en niet op de persoon. Delen, samenspelen en op je beurt wachten moeten kinderen soms nog leren. Wij leggen uit waarom dit belangrijk is en hoe een ander kind het vindt als je je niet aan de regels houdt.’ Pedagogisch medewerkers hebben een belangrijke rol in het uitdragen, voorleven van waarden en normen. Wij zijn hier ons van bewust. In de bejegening van kinderen, ouders/ verzorgers, omgaan met de omgeving, gewoontes op de groep en het kinderdagverblijf ziet u terug wat wij belangrijk en goed vinden. We leven voor, geven het goede voorbeeld, en leggen uit wat er van een kind verwacht wordt. Ons uitgangspunt hierbij is een positieve houding tegenover de kinderen.
8
Hoofdstuk 2 Plaatsing 2.1 Groepsindeling Stamgroep Tijdens de schoolweken hanteren we tot 20 kinderen 1 stamgroep, bij meer dan 20 kinderen hebben wij een splitsing gemaakt van de twee verschillende scholen. De kinderen van basisschool Hieronymus worden dan op eerder opgevangen dan de kinderen van basisschool de Speelwagen. Kinderen die later op de BSO komen dan de groep die de PM-er ophaalt schuiven voor het fruitmoment aan bij de 2de groep. Het komt voor dat wij 3 pedagogisch medewerkers nodig hebben op de BSO, dit i.v.m. de grootte van de groep en het ophalen van kinderen met verschillende schooltijden. Er wordt maximaal in 2 rondes gelopen om kinderen op te halen. De eerste ronde is tussen 13.45-14.30, de tweede ronde is van 14:15-15:00 uur. Voor de kinderen van de eerste ronde die zelfstandig uit school komen, moet er dan een pedagogisch medewerker op de locatie blijven. Lukt dit door inzet PM-er/kind ratio niet, dan is de afspraak met kinderen dat ze even voor de deur wachten tot de PM-er terug is. Aan de hand van de kindlijsten, zullen wij maandelijks laten zien hoe deze verdeling eruit zal zien door het arceren van kinderen op de lijst. Wij hanteren het maximum van 28 kinderen, met 3 pedagogisch medewerker. Onderstaand een overzicht van het Beroepskracht- kindratio: 1 pedagogisch medewerker per 10 aanwezige kinderen van 4 tot 12 jaar; 2 pedagogisch medewerker per 20 aanwezige kinderen van 4 tot 12 jaar; 3 of 4 pedagogisch medewerker per 28 aanwezige kinderen van 4 tot 12 jaar; 2.2 Verschillende vormen van opvang
Voorschoolse opvang
Tijdens de schoolweken bieden wij voorschoolse opvang aan. De kinderen kunnen vanaf 7:00-8:30 uur worden opgevangen. Kinderen die eventueel nog moeten ontbijten, kunnen dit op de BSO doen. De kinderen worden samen met de pedagogisch medewerker naar school gebracht. Ouders moeten voor 8:00 uur het kind op de BSO hebben gebracht. De voorschoolse opvang vindt plaats op de BSOruimte, de kinderen mogen lekker spelen of aan tafel knutselen of een spelletje doen. Als alle kinderen er zijn, gaan ze gezamenlijk schoenen en jassen aantrekken om vervolgens naar de school te worden gebracht. De kinderen met een zelfstandigheidscontract mogen zelf naar school gaan. In de voorschoolse opvang hebben we niet meer dan 10 kinderen en voldoet 1 pedagogisch medewerker.
Naschoolse opvang
Tijdens de schoolweken bieden wij buitenschoolse opvang aan. De kinderen worden afhankelijk van de schooltijden opgehaald. Na het ophalen eten de kinderen een stuk fruit en drinken limonade. Hierna mogen de kinderen lekker gaan spelen of kunnen een activiteit gaan knutselen. We beginnen om 13.45 uur met het ophalen en keren daarna terug op de BSO. Zij starten dan met het tafelmoment zodat zij alvast limonade en fruit kunnen nuttigen. En gaan vaak daarna alweer spelen, de andere kinderen gaan na het ophalen van de Speelwagen kinderen aan tafel. Om 16:00 uur lassen we nog een gezamenlijk moment in zodat iedereen even aan tafel zit en dan bespreken we bepaalde zaken die op dat moment actueel zijn of andere mededelingen, ook vieren we dan een verjaardag als die er is. We eten dan een cracker/rijstewafel en bieden nog wat limonade aan, dit is ons gezellige moment van samenzijn waarbij alle kinderen aanwezig zijn. Scholen die wij ophalen zijn: de Hieronymus en de Speelwagen in Wognum.
9
Vakantieopvang en studiedagen
ZoWieZo biedt tijdens vakantiedagen opvang aan. BSO ZoWieZo is gedurende alle vakantieweken de gehele dag geopend. Vakantieopvang kan plaats vinden volgens vaste planning of op flexibele basis na aanmelding. Op de woensdagen bieden we geen opvang in Wognum aan, eventueel mogen kinderen op een andere locatie spelen, mits daarvoor ruimte is. Het is belangrijk om samen met de kinderen een ‘echt' vakantiegevoel te creëren. In verband met de langere tijdsduur wordt er op vakantiedagen een andere dagindeling gehanteerd. Als kinderen komen mogen ze zelf kiezen wat ze willen gaan doen. In de ochtend vindt er een gezamenlijk tafelmoment plaats, waarbij de kinderen een koekje krijgen en wat limonade. Vervolgens mogen de kinderen kiezen of ze weer zelfstandig willen spelen of dat ze meedoen aan een activiteit. Als het weer het toelaat worden er ook buiten activiteiten georganiseerd. Activiteiten kunnen eventueel ook buiten de deur; naar het museum, naar een speeltuin. Ouders/verzorgers worden vooraf hierover geïnformeerd. Rond het middag uur gaan de kinderen gezamenlijk een broodje eten. Kinderen hebben dit zelf mee, er kan altijd een tosti worden gemaakt en soms bieden we iets extra’s aan bijvoorbeeld een gekookt eitje. Kinderen die zelf geen drinken mee hebben krijgen van ons limonade of thee. Na de lunch wordt er gezamenlijk afgeruimd en is er een periode van rust. Tijdens deze periode zijn er verschillende activiteiten. Na deze rust periode kan er weer binnen of buiten worden gespeeld. Een leidster gaat met de kinderen mee naar buiten om op de kinderen te letten. De andere leidster let op de kinderen die binnen aan het spelen zijn. In de middag komen alle kinderen binnen weer bij elkaar. De kinderen gaan zelf het fruit en limonade klaarmaken onder toezicht van een van de leidsters. Als alles klaar staat gaan alle kinderen aan tafel zitten om het fruit op te eten. Als de kinderen klaar zijn met eten wordt er gezamenlijk opgeruimd. Hierna kunnen de kinderen vrij spelen . Tegen het eind van de middag ruimen de kinderen al het speelgoed op. Aan tafel kunnen zij kiezen uit een aantal activiteiten. Zo kunnen de kinderen gaan kleien, kleuren, een spel doen of sieraden maken. Op de grond wordt alleen nog, in overleg met ons, gespeeld met speelgoed dat makkelijk op te ruimen is zodra het kind wordt opgehaald. Vanaf dit moment komen ook de eerste ouders binnen om hun kinderen op te halen. Voor de ouders is er gelegenheid om een gesprekje te hebben met de leidsters. Afhankelijk van het aantal kinderen en het programma kunnen we ervoor kiezen de locaties bij elkaar te voegen. De kinderen moeten voor 9:00 uur op de locatie aanwezig zijn, zodat zij gebracht kunnen worden naar eventueel andere locaties. We regelen het transport van- en –naar de locaties. Rond 16:30 uur zullen de kinderen weer op de stamgroep aanwezig zijn. We stemmen die vooraf af met de ouders en pedagogisch medewerkers. We houden rekening met de Beroepskracht- kindratio. Ook kunnen ouders terecht voor studiedagen of andere vrije middagen op de BSO. Ouders dienen hiervoor vooraf contact te hebben opgenomen met de locatiecoördinator. 2.3 Personeel We zorgen voor continuïteit op de groepen door zoveel mogelijk vaste personeelsleden op vaste dagen te laten werken. We werken met pedagogisch medewerkers die verantwoordelijk zijn voor hun eigen ruimte en locatie onder leiding van een leidinggevende. Zij bieden veiligheid en vertrouwen voor kinderen en ouders. Alle pedagogisch medewerkers beschikken over een diploma dat vereist is voor het werken in de kinderopvang (conform de CAO Kinderopvang). Ook hebben alle medewerkers, stagiaires en invalkrachten een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG). De sector kinderopvang werkt met een beroeps- en meldcode waar alle medewerkers zich aan dienen te houden. Binnen het kader van de deskundigheidsbevordering van onze medewerkers organiseren wij regelmatig bijeenkomsten voor ons personeel. Door het aanbieden van cursussen, workshops of trainingen houden wij de expertise van onze medewerkers op peil en wordt die waar nodig verbeterd. Binnen de diverse vestigingen bestaat een uitwisseling van kennis en ervaring tussen medewerkers. Daarnaast zijn wij een door Calibris erkend leerbedrijf. Dat betekent dat er bij ons beroepskrachten in opleiding stage kunnen lopen, die een opleiding tot pedagogisch medewerker volgen. Zij volgen een Beroeps Opleidende Leerweg (BOL) via het Horizon College.
10
In geval van calamiteiten bij een PM-er zal de eerste opvang door de leidinggevende zelf worden waargenomen. Onmiddellijk zal dan ook een oplossing worden gezocht wie er op dat moment kan invallen. Hierbij wordt het huidige personeel geraadpleegd of eventuele oproepkrachten. 2.4 Plaatsingsbeleid Inschrijving gebeurt door middel van het gebruikelijke inschrijvingsformulier ‘buitenschoolse Opvang’ van ZoWieZo via de website. Zodra de inschrijving bij ons binnen is, wordt het nieuwe kind toegevoegd in ons systeem en krijgen de ouders/verzorgers een bevestiging. Ouders/verzorgers ontvangen van ons een plaatsingsvoorstel zodra wij de opvang van uw kind(eren) kunnen garanderen. Zodra hier akkoord op is, zullen wij het contract toesturen. 2.5 Plaatsingsmogelijkheden Plaatsing is mogelijk variërend van 1 tot 4 dagen per week. Opvang vindt in principe plaats gedurende vaste dagen per week, zoals in het contract staat opgenomen. 2.6 Opzegtermijn De eerste maand van plaatsing geldt bij ons als proefmaand, waarin opzegging zonder opzegtermijn mogelijk is. Voldoet de opvang van uw kind tijdens deze proefmaand aan uw verwachtingen, dan continueren we de plaatsingsovereenkomst automatisch. Bevalt de opvang u niet, of is er een andere reden waarom u besluit (toch) geen gebruik te maken van onze opvang, dan staat het u vrij de overeenkomst te ontbinden. De afgenomen uren worden wel in rekening gebracht. Na deze proefmaand geldt de gebruikelijke opzegtermijn van 1 maand voorafgaande aan de eerste van de maand. 2.6 Plaatsingscriteria BSO ZoWieZo stelt zich in principe ten doel buitenschoolse opvang te verzorgen voor alle kinderen van 4-12 jaar. Hoewel onze BSO niet is ingericht op specifieke opvangtaken voor kinderen met een verstandelijke en of lichamelijke handicap(s), kinderen met ontwikkelingsachterstanden en gedragsproblemen, wordt individueel gekeken naar de mogelijkheden. Dit geldt ook voor kinderen die speciaal onderwijs volgen. Hierbij staat het belang van het betreffende kind, de groep en de pedagogisch medewerker van ZoWieZo centraal. Voor de plaatsing van (elk) kind wordt onder andere gekeken of:
Het team het betreffende kind kan begeleiden, zonder dat het betreffende kind of de andere kinderen daardoor tekort komen Het betreffende kind, de andere kinderen en het team zich veilig kunnen voelen Het betreffende kind de structuur van ervaringsgerichtheid aankan Het betreffende kind goed mee kan draaien in een groep Het betreffende kind goede aansluiting vindt bij de andere kinderen Het betreffende kind mee kan doen aan de georganiseerde activiteiten binnen BSO ZoWieZo De bijzonderheden omtrent het betreffende kind, het kind zelf, de andere kinderen en de groepsleiding niet negatief beïnvloedt.
2.7 Opzegging/beëindiging Op basis van onze plaatsingscriteria kan BSO ZoWieZo op gegronde redenen afzien van plaatsing of de plaatsing beëindigen. Dit gebeurt slechts in nauw overleg met de directie en de ouder(s)/verzorger(s). Conform afspraak houden wij een opzegtermijn van 1 maand voorafgaande aan de eerste van de maand. Opzegging dient schriftelijk of per mail bij BSO ZoWieZo te worden ingediend.
11
Hoofdstuk 3 De dag 3.1 Dagindeling Bij BSO ZoWieZo vinden we het belangrijk dat kinderen regelmaat in de dagindeling ervaren. Regelmaat geeft veiligheid voor kinderen. Daarom hanteert elke groep een vaste dagindeling. De kinderen raken vertrouwd met de steeds terugkerende vaste momenten op de groep. Aan tafel zitten waarbij er gelegenheid is om wat te eten en te drinken, maar ook om een gesprek aan te gaan is een vast onderdeel in de middag. Na dit moment wordt er overleg gepleegd wat de kinderen voor activiteiten willen gaan ondernemen.
Voorschoolse opvang: 7.00 : vrij spel. Kinderen die een broodje mee hebben eten eerst hun ontbijt en poetsen daarna hun tanden. 7.55 : opruimen, jassen en schoenen aan 8.00 : kinderen worden naar school gebracht
Buitenschoolse opvang (2 stamgroepen) 14.00 14.15 14:30 14:45 15:00 16:00 17.45 18.00
: : : : : : : :
kinderen van BO Hieronumus komen uit school tafelmoment met limonade en fruit, en de dagbespreking kinderen van BO de Speelwagen komen uit school tafelmoment met limonade en fruit, en de dagbespreking vrij spelen of activiteit tafelmoment met tussendoortje gezamenlijk opruimen en kiezen voor tafelactiviteit of iets anders in overleg sluiting
Buitenschoolse opvang: vakantiedag 7.00 : vrij spel. Kinderen die een broodje mee hebben eten eerst hun ontbijt en poetsen daarna hun tanden. 09.30 : tafelmoment met limonade en koekje 10.00 : vrij spelen/ activiteit 12.00 : lunchen 12.30 : vrij spelen 13.30 : activiteit 15.00 : tafelmoment, limonade, fruit 15.30 : vrij spelen 17.00 : tafelmoment met tussendoortje 17.45 : gezamenlijk opruimen en kiezen voor tafelactiviteit of iets anders in overleg 18.00 : afsluiting 3.2 Intakegesprek De pedagogisch medewerker van de buitenschoolse opvang heeft voor de startdatum een intakegesprek met de nieuwe ouders. Dit kennismakingsmoment is vaak het eerste moment dat gewerkt kan worden aan de vertrouwensband. Tijdens dit gesprek wordt er uitleg gegeven over de dagelijkse gang van zaken en worden er afspraken met de ouders gemaakt over bijvoorbeeld het ophalen van de kinderen en het zelfstandigheidcontract. Het doel van het intakegesprek is om zoveel mogelijk met de ouder(s)/verzorger(s) op één lijn te komen te liggen. De pedagogisch medewerker maakt gebruik van een checklist zodat alle relevante onderwerpen aan de orde komen. Er wordt samen met de ouders een gegevensformulier ingevuld, waarin o.a. adresgegevens en bijzonderheden van het kind worden genoteerd. Dit formulier komt in een map op
12
de groep waar het kind wordt opgevangen, zodat het voor de pedagogisch medewerkers altijd bij de hand is. In het kader van kinderparticipatie mogen kinderen met toestemming van de ouders zelfstandig vanuit school naar de BSO of naar een sportvereniging lopen of fietsen. Wij vinden het belangrijk dat wij zoveel mogelijk aansluiting vinden bij de opvoedingssituatie thuis. 3.3 Wennen In overleg met de pedagogisch medewerkers worden vanaf de plaatsingsdatum 1 keer een wenmoment afgesproken. Pedagogisch medewerkers bieden tijdens het wenmoment vertrouwen en ondersteuning aan het kind, zodat het zich veilig en vertrouwd gaat voelen in de groep. Deze medewerker zorgt ervoor dat het kind kennismaakt met de ruimte, de groepsleiding, en de andere kinderen van BSO ZoWieZo. Door nieuwe kinderen spelenderwijs wegwijs te maken binnen BSO ZoWieZo voelen ze zich snel op hun gemak. Omdat BSO ZoWieZo voor het kind toch een nieuwe omgeving is, worden er in overleg met de ouder(s)/verzorger(s) eventueel individuele wenafspraken gemaakt. In de vakanties kan het kind ook komen wennen door bijvoorbeeld samen met een broertje of zusje mee te gaan. De kinderen worden opgevangen in een basisgroep, dit is afhankelijk van de hoeveelheid kinderen per dag. 3.4 Spelen en activiteiten Er is veel ruimte voor de kinderen om zelf te spelen. Het is niet nodig, en zelfs niet gewenst, om kinderen de hele middag bezig te houden. Vaak hebben kinderen ook zelf ideeën en passen de PM-er zich hierop aan. We bieden hulp of ondersteuning aan als dat gewenst is. Op vaste tijden worden activiteiten aangeboden om bezig te zijn, maar ook om kennis te maken met allerlei materialen en spelletjes. De uitdaging zit in de variatie van het aanbod. 3.5 Brengen en halen Op het moment dat ouders hun kind komen halen, geven de pedagogisch medewerkers belangrijke informatie over het kind, zoals de activiteiten die het kind ondernomen heeft tijdens de middag. Dit zijn vaak korte gesprekjes, omdat de kinderen zelf ook aan de ouders kunnen vertellen hoe zij de middag hebben ervaren. We hebben met de ouders ook veel telefonisch contact dus als er een vraag is of onduidelijkheid dan vragen we dit altijd even na. 3.6 Pesten Plagen is onschuldig, pesten gemeen. Pestgedrag wordt door ons onderkent als een probleem wat in samenwerking met de ouders moet worden aangepakt. Ook hebben wij als BSO een signalerende functie voor pestgedrag. Binnen onze mogelijkheden wordt hier ook wat aangedaan, ouders worden ten alle tijden ingelicht. 3.7 Extra dag of wijziging Mocht u incidenteel uw kind een dag extra naar de opvang willen brengen, dan kunt u dit aanvragen. De leidinggevende van het kinderdagverblijf zal bekijken of de groepsomstandigheden het toelaten, waarna u telefonisch of per mail wordt bericht. 3.8 Feestdagen & Thema’s Er wordt aandacht besteed aan Pasen, Sinterklaas en Kerstmis. Dit wordt gedaan in de vorm van verhaaltjes, knutselen, voorlezen en spelletjes. Ook op Moeder- en Vaderdag krijgen kinderen de mogelijkheid iets voor de ouders te maken. Soms wordt het eten aangepast aan de desbetreffende dag. Naast alle feestdagen hebben we ook thema’s op de BSO. Bijvoorbeeld in de vakantie hebben we voor 6 weken een hele planning en ondernemen we met de kinderen leuke activiteiten. Om de activiteiten zoveel mogelijk aan te laten sluiten bij de belevingswereld van de leeftijds- en ontwikkelingsniveaus van de kinderen wordt onderscheidt gemaakt in het activiteitenaanbod. Binnen het kader van het thema, heeft elke groep een eigen activiteitenprogramma.
13
3.9 Uitstapjes Tijdens de vakantieperiode gaan we vaak met de kinderen een uitstapje maken. Bijvoorbeeld naar de stadsspeeltuin in Hoorn, Tante Suus in Heerhugowaard of een museum. Op het zelfstandigheidscontract maken ouders kenbaar of het kind mee mag met een uitstapje. Wij vragen de ouders of het kind mee mag naar het uitstapje. Tijdens de schoolperiode gaan we ook vaak boodschappen halen en mogen de kinderen mee als zij dit willen. Als er een vakantieprogramma wordt georganiseerd en de kinderen vinden het leuk hieraan mee te doen, bestaat de mogelijkheid dat zij naar de andere locatie worden gebracht. 3.10 Zelfstandigheidcontract Bepaalde kinderen mogen zelfstandig van en naar school lopen of fietsen. Hiervoor hebben de ouders een zelfstandigheidcontract ondertekend. Ook kunnen zij tekenen voor het zelfstandig buiten spelen, zelfstandig naar de sportvereniging gaan. Kinderen waarbij geen contract is getekend worden niet zonder toezicht alleen gelaten buiten het terrein van de BSO. 3.11 Milieu en natuur Kinderen leren met vallen en opstaan en hun nieuwsgierigheid ontwikkelt zich steeds verder. Kinderen wordt geleerd de natuur te respecteren en tegelijkertijd ook de leuke dingen van de natuur te zien. Dit kan variëren van een bak met kikkervisjes op de locatie, tot het spelen met kastanjes.
14
Hoofdstuk 4 Eten en drinken 4.1 Eten en drinken Op de BSO wordt er met elkaar als groep gegeten en gedronken. Gezamenlijk eten heeft meerdere functies. Behalve dat eten en drinken goed voor de ontwikkeling van het kind is, heeft het ook een sociale functie, een sfeerfunctie en een moment van rust. De medewerkers van de BSO verzorgen het drinken, fruit en de tussendoortjes. Uiteraard wordt bij het eten en drinken de hygiëne in acht genomen. Kinderen hebben goede voeding nodig om te groeien en zich te ontwikkelen. Soms krijgen de kinderen iets extra’s en dit kunnen verschillende producten zijn. Enkele voorbeelden: knakworstjes, pannenkoeken, poffertjes, of een eitje. Dit gebeurt in de vakantieweken of als we een bepaald thema hebben. Kinderen worden nooit gedwongen hun bord leeg te eten, ze worden gestimuleerd voldoende te eten. Bij een afwijkend eetpatroon of andere bijzonderheden zullen de ouders door de pedagogisch medewerkers worden ingelicht. De pedagogisch medewerkers zien erop toe dat de kinderen goed drinken. Kinderen kunnen altijd water drinken als zij willen. Om de gezondheid van kinderen te kunnen waarborgen zijn een aantal maatregelen rondom voedingsverzorging getroffen die er toe leiden dat de veiligheid van de BSO ZoWieZo verstrekte voeding gegarandeerd is. Wij houden ons aan de Warenwet Hygiëne van levensmiddelen. In het protocol ‘Hygiëne en gezondheid’ wordt dit nader behandeld. 4.2 Dieet, allergie, andere culturen Ouders zijn verantwoordelijk om de pedagogisch medewerkers op de hoogte te stellen van bijzonderheden en wensen rondom de voeding van het kind. Bijzonderheden zoals een allergie, dieet of wensen vanuit een geloofsovertuiging worden tijdens het intakegesprek op het intakeformulier genoteerd. De pedagogisch medewerkers proberen een alternatief voedingsmiddel te geven als dit eenvoudig door de pedagogisch medewerkers kan worden aangeschaft. Indien dit niet mogelijk is, of in geval van traktaties bij festiviteiten, zorgen de ouders voor een alternatief. Op elke groep wordt duidelijk een zichtbare mededeling opgehangen over wat het betreffende kind niet mag eten of drinken plus de eventuele vervangingsmogelijkheden. (bijv. Mag niet: worstjes met als ingrediënt varkensvlees. Mag wel: knakworstjes met rundvlees). Als er een kans is op een heftige allergische reactie van het kind op een voedingsmiddel, dan geven de ouders op het intakeformulier aan welke stappen in een dergelijke situatie ondernomen moeten worden. 4.3 Feesten en trakteren Bij een verjaardag mag een kind een traktatie uitdelen. De pedagogisch medewerkers vieren samen met het jarige kind zijn/haar verjaardag. De pedagogisch medewerkers zorgen voor een gezellig verjaardagsmoment. De kinderen mogen trakteren op de groep. Niet alle traktaties zijn echter geschikt om uit te delen. Zo gaat onze voorkeur bijvoorbeeld uit naar een hartige i.p.v. zoete traktatie. Ouders kunnen altijd overleggen met de pedagogisch medewerkers over een geschikte traktatie. Natuurlijk zingen de medewerkers en de kinderen voor de jarige. 4.4 Voedingsmiddelen inkoop, bereiden en bewaren De voedingsmiddelen worden wekelijks gehaald of besteld bij de lokale supermarkt. We zien er op toe dat beperkt houdbare levensmiddelen tijdig weggegooid worden. Op beperkt houdbare voedingsmiddelen schrijven we de datum van opening. In het protocol Hygiëne en gezondheid wordt dit nader behandeld.
15
Hoofdstuk 5 Kind 5.1 Corrigeren en belonen Binnen alle vormen van opvang worden kinderen op een positieve wijze benaderd en wordt door middel van positieve aandacht het gewenste gedrag gestimuleerd. Door de groepssituatie waarin kinderen meestal op vanzelfsprekende wijze meedoen met de groep is het corrigeren van kinderen veel minder een item dan in de thuissituatie. Wanneer een kind toch negatief gedrag vertoont, wordt gekeken naar het individuele kind en nagegaan wat de oorzaak van het gedrag zou kunnen zijn (niet lekker in zijn vel, verveling, onzekerheid, wijziging in de thuissituatie, ontwikkelingsproblematiek). De pedagogisch medewerkers kunnen op deze manier wellicht de oorzaak van het gedrag wegnemen of hier rekening mee houden. 5.2 Samen opvoeden Wij bieden de kinderen verzorging, aandacht en begeleiding in een gediplomeerde omgeving. Hierdoor delen wij in de opvoeding met de ouders. De ouders zijn primair verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kind. Afstemming met de ouders over de opvoeding van hun kind is een belangrijke basisvoorwaarde voor goede kinderopvang. Soms kan naar aanleiding van observaties blijken dat de opvang moet worden aangepast. Wij doen dit graag in overleg met de ouders. Wanneer een kind na een waarschuwing negatief gedrag blijft vertonen, zal de pedagogisch medewerker het kind op ooghoogte op rustige, duidelijke wijze aan spreken en het daarbij ook aan kijken. Bij herhaling kan het kind zo nodig voor korte duur op een bepaalde plek neergezet worden om hem/haar even uit de bestaande situatie te halen. Er wordt zo kort mogelijk aandacht besteed aan het negatieve gedrag en het kind wordt eventueel afgeleid om te voorkomen dat het op deze manier steeds negatieve aandacht krijgt. Tegelijkertijd wordt positief gedrag (door complimenten) gestimuleerd. Wij vinden het belangrijk om ouders een terugkoppeling te geven over het gedrag van het kind. 5.3 Ziektebeleid kinderen BSO ZoWieZo heeft een Protocol “Ziek” waarin uitgebreid wordt ingegaan hoe hiermee om te gaan. In de huisregels voor de ouders wordt de ouders gevraagd zieke kinderen of kinderen die een besmettingsgevaar voor anderen kunnen opleveren niet naar de BSO te brengen. Enerzijds omdat het personeel niet adequaat is opgeleid om zieke kinderen te verzorgen en omdat er onvoldoende tijd beschikbaar is voor het verzorgen van een ziek kind en om het welbevinden van het kind zelf, anderzijds omdat in geval van een besmettelijke ziekte het kind de andere kinderen en de leiding kan besmetten. In geval van ziekte worden de ouders verzocht de BSO hier altijd over te informeren. Indien nodig, zullen wij bij besmettelijke ziektes contact opnemen met de GGD. Zo nodig zullen alle ouders hierover door ons geïnformeerd worden. Op de BSO zal informatie, welke van belang is voor de ouders, op worden gehangen zodat ouders hier alert op kunnen zijn bij hun eigen kind. Zaken zoals toedienen van medicatie en wat de groepsleiding doet als een kind ziek wordt op de groep, staan in het protocol beschreven, welke voor ouders ter inzage op de BSO ligt. 5.4 Kinderparticipatie Binnen de BSO die ZoWieZo biedt, wordt daar waar mogelijk gestreefd naar kinderparticipatie. Goed kijken en luisteren naar kinderen en hen, zo mogelijk, mee laten denken, bijvoorbeeld bij de keuze van een activiteit, is belangrijk en geeft kinderen het gevoel dat ze gehoord worden. Op de BSO kunnen kinderen o.a. betrokken worden bij het tafeldekken of een boodschap doen.
16
Hoofdstuk 6 Ouders/verzorgers 6.1 Individuele contacten Contact en openheid over het te voeren beleid naar ouders wordt door de directie en de pedagogisch medewerkers van BSO ZoWieZo gezien als zeer belangrijk voor de kwaliteit van de opvang. Door een goede afstemming over en weer, zijn de medewerkers in staat, om de kinderen tijdens hun verblijf op de BSO beter te begrijpen en te begeleiden. Andersom krijgen ouders via de pedagogisch medewerkers een beeld van wat hun kind beleeft tijdens hun afwezigheid en hoe hun kind zich in een andere omgeving gedraagt en ontwikkelt. Op de breng- en haalmomenten wordt belangrijke en leuke informatie over het kind door de pedagogisch medewerkers en de ouders uitgewisseld. Ouders kunnen tijdens brengmomenten praktische informatie over het kind of leuke anekdotes aan de pedagogisch medewerkers vertellen. Op het moment dat ouders hun kind komen halen, geven de pedagogisch medewerkers belangrijke informatie over het kind, zoals de activiteiten die het kind ondernomen heeft tijdens de middag. De directie informeert ouders over het te voeren beleid met betrekking tot: verantwoorde kinderopvang; het pedagogisch beleid; het aantal beroepskrachten in relatie tot het aantal kinderen per leeftijdscategorie; de groepsgrootte; de opleidingseisen van de beroepskrachten; het beleid met betrekking tot de voorwaarden waaronder en de mate waarin beroepskrachten in opleiding kunnen worden belast met de verzorging en opvang van kinderen; het te voeren beleid inzake veiligheid en gezondheid, waaronder de risico-inventarisatie; het te voeren beleid inzake de te gebruiken voertaal, voor zover geen Nederlands; Deze informatie is gedetailleerd genoeg om ouders een correct beeld van de praktijk te geven. En uiteraard sluit de praktijk aan bij de informatie die aan de ouders verstrekt is. Een afschrift van het inspectierapport kan men opvragen via de site van Kinderopvang ZoWieZo en kan ten allen tijde opgevraagd worden bij de locatiecoördinator. 6.2 Schriftelijke informatie Vier keer per jaar ontvangen alle ouders de nieuwsbrief “Het ZoWieZo- nieuws” van BSO ZoWieZo, onder redactie van leden van het personeel. Onderwerpen kunnen zijn: organisatieveranderingen, informatie over pedagogische zaken, festiviteiten, personele zaken, afspraken, leuke anekdotes, activiteiten, enz. 6.3 Oudercommissie De oudercommissie is een samenstelling van leden gekozen uit de ouders van kinderen die geplaatst zijn bij de BSO Wognum. De oudercommissie bepaalt haar eigen werkwijze. Ze is in staat haar adviesrecht, gevraagd en ongevraagd, te gebruiken over elk voorgenomen besluit met betrekking tot het beleid van BSO ZoWieZo. De directie wijkt slechts af van een gevraagd advies van de oudercommissie als ze schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet. De directie verstrekt de oudercommissie tijdig, gevraagd en ongevraagd, mondelinge en schriftelijke informatie die zij, voor de vervulling van hun taak, redelijkerwijs nodig hebben. De directie en pedagogisch medewerkers van BSO ZoWieZo zijn geen lid van de oudercommissie. Wel komt de directrice tenminste driemaal per jaar als gast in het overleg om vragen te beantwoorden en zaken toe te lichten die op dat moment binnen de oudercommissie spelen. Tussendoor vergadert de oudercommissie onderling. Helaas hebben we op dit moment geen oudercommissie op deze locatie. We doen ons uiterste best om ouders te enthousiasmeren om hieraan deel te nemen door middel van oproepen in de nieuwsbrief, mailing en persoonlijke benadering.
17
6.4 Klachtenprocedure en externe klachtencommissie “Bent u tevreden vertel het een ander, heeft u een klacht vertel het ons” is het uitgangspunt van BSO ZoWieZo. Als een ouder ontevreden is over een werkwijze of andere zaken, wordt verzocht dit in eerste instantie aan de pedagogisch medewerker van de betreffende groep of de directie voor te leggen (dit is niet verplicht). Leidt dit echter niet tot een bevredigende afhandeling, dan kan er een klachten- of verbeterformulier worden ingevuld welke op alle locaties aanwezig is. Met dit formulier kan de ouder zich wenden tot de interne klachtencommissie die BSO ZoWieZo heeft ingesteld. Er bestaat altijd de mogelijkheid om zich met klachten direct te wenden aan de interne klachtencommissie of zelfs aan de externe klachtencommissie Skk, waaraan BSO ZoWieZo zich verbonden heeft. De directie leeft geheimhoudingsplicht na. Ze zorgt dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld in geval er klachten behandeld zijn door de interne of externe klachtencommissie. In dat verslag komen minimaal een aantal zaken aan de orde: Beknopte omschrijving van de regeling; De wijze waarop de directie de regeling onder de aandacht heeft gebracht; De samenstelling van de klachtencommissie De mate waarin de interne klachtencommissie haar werk heeft kunnen verrichten; Het aantal en de aard van de behandelde klachten; De strekking van de oordelen en de aanbevelingen gedaan door de verschillende klachtencommissies.
18
Hoofdstuk 7 Ruimte -indeling 7.1 Binnenruimten De groepsruimten en gemeenschappelijke ruimten zijn zodanig ingericht dat de kinderen op een veilige manier kunnen spelen en ontdekken. De indeling van de groepsruimten biedt kinderen de mogelijkheid om zelf keuzes te maken. Er zijn allerlei hoeken gecreëerd zodat kinderen in kleine groepjes of alleen kunnen spelen, maar ook kunnen kiezen in welk hoekje zij willen spelen. Zij kunnen kiezen om rustig te spelen in bijvoorbeeld de kappershoek of voor een hoek waar zij een met lego kunnen spelen. Het zijn flexibele en uitdagende indelingen van de ruimte, waarbij de zelfstandigheid van het kind gestimuleerd wordt. Beschrijving over de verschillende ruimten op de bso: Op de locatie in Wognum hebben we een aantal grote tafels staan waar de kinderen aan kunnen zitten. Er is een huiselijke sfeer gecreëerd waarbij de kinderen het gevoel hebben dat het als thuis voelt. De kinderen kunnen aan de grote tafel lekker zitten en spelletjes doen. De pedagogisch medewerker kan in de keuken even een afwasje doen of iets voorbereiden waardoor alle dagelijkse processen gewoon door kunnen gaan. Ook hebben we een grote speelruimte aan de rechterzijde van het pand waar kinderen kunnen zich kunnen uitleven met elkaar en een bal. 7.2 Buitenruimten Wij vinden het belangrijk dat kinderen vaak buiten spelen. We streven ernaar dat kinderen in de middag even naar buiten gaan en uit verschillende materialen en speelmogelijkheden kunnen kiezen. De buitenruimten zijn zodanig ingericht dat kinderen uitgedaagd worden om de wereld om hen heen te ontdekken en buiten iets te beleven hebben. Kinderen ontdekken door te doen en te ervaren. Ze kunnen spelen op het duikelrek, schommel en lekker voetballen op het trapveldje.
19
Hoofdstuk 8 Veiligheid en gezondheid 8.1 Ontruimingsplan Ten behoeve van een eventuele ontruiming van het pand, heeft BSO ZoWieZo een ontruimingsplan. In het ontruimingsplan staat uitvoerig beschreven hoe te handelen in noodsituaties, de taken van de BHV'er en alle personeelsleden. Het ontruimingsplan heeft tot doel om in geval van noodsituaties tijdig en snel in actie te komen en doelmatig te kunnen optreden om de kans op negatieve gevolgen en slachtoffers zo klein mogelijk te maken. De ontruiming wordt minimaal 1 keer per jaar geoefend met onze medewerkers en kinderen. 8.2 Bedrijfshulpverlening Binnen de BSO is altijd minimaal 1 pedagogisch medewerker aanwezig die in het bezit is van een diploma Bedrijfshulpverlening (BHV ’er). De BHV ’er heeft de leiding tijdens een ontruiming of op het moment dat er iemand onwel wordt, totdat er gediplomeerde hulp aanwezig is. Elk jaar gaan de BHV ’ers op herhalingscursus zodat zij op de hoogte blijven van de ontwikkelingen die er op dit gebied zijn. 8.3 EHBO Alle pedagogisch medewerkers binnen BSO ZoWieZo beschikken over een diploma Kinder- EHBO. Zij weten bij ongelukken of onwel raken van kinderen hoe zij moeten handelen, eventueel totdat er professionele hulp aanwezig is. Via een jaarlijkse herhalingscursus worden kennis en vaardigheden steeds opgefrist. Het toepassen van eerste hulp bij ongevallen met kinderen is een wezenlijk onderdeel van goed veiligheidsmanagement. BSO ZoWieZo draagt er zorg voor dat onze groepsleiding voldoende en actueel geschoold is in kinder-EHBO. Wij maken het mogelijk dat eerste hulp kan worden geboden door altijd voldoende materialen in huis te hebben. 8.4 Veiligheid en gezondheid Het waarborgen van veiligheid en gezondheid is een belangrijk onderdeel van het professioneel opvangen van kinderen. Natuurlijk bestaan er altijd risico’s, een kind kan altijd struikelen. Deze risico’s kun je wel minimaliseren. Om risico’s te verminderen of uit te sluiten voeren wij minimaal een keer per jaar een uitgebreide risico inventarisatie uit. Hierbij bekijken wij de opvanglocatie uitgebreid en brengen we risico’s in kaart. Naar aanleiding van deze inventarisatie wordt een actieplan opgesteld. U kunt hierbij denken aan eenvoudige acties zoals het installeren van een deurstrip om beknelling van vingers te voorkomen. Het is ook mogelijk dat een risico minder eenvoudig is op te lossen en kan leiden tot een wijziging van ons beleid en/of opleidingseisen van onze pedagogisch medewerkers. Ook delen wij het pand met anderen, waardoor we soms ook afhankelijk zijn van hoe zij het achterlaten. Naast het periodiek uitvoeren van de risico inventarisatie wordt veiligheid en gezondheid regelmatig en gestructureerd besproken tijdens het werkoverleg van onze pedagogisch medewerksters. Bij het exploiteren van buitenschoolse opvang wordt van overheidswege ook eisen gesteld op het gebied van de veiligheid, de hygiëne en de gezondheid. Deze eisen zijn vastgelegd in de wet kinderopvang en de beleidsregels kwaliteit kinderopvang. Op basis hiervan verstrekt de gemeente BSO ZoWieZo een vergunning. De brandweer en GGD controleren of wij de daarin opgestelde voorschriften naleven. De ruimtes waar de kinderen zich begeven, zowel binnen als buiten, voldoen aan alle veiligheidseisen. Er wordt gehandeld conform de richtlijnen die BSO ZoWieZo heeft opgesteld om de veiligheid van de kinderen te waarborgen. Naar aanleiding van controles en evaluaties scherpen wij ons beleid verder aan. 8.5 Meldcode Kindermishandeling Signalering van kindermishandeling bij kinderen is uiterst lastig. Zorgvuldigheid hierin is uiteraard een vereiste. Als er ernstige aanwijzigen zijn dat een kind mishandeld of verwaarloosd wordt, worden deze vermoedens met het team besproken. Indien de vermoedens concreet zijn, wordt er vanuit de signaleringsfunctie de meldcode in gezet. In geval van een vermoeden geeft de Wet op de Jeugdzorg onze organisatie een meldrecht. Voor deze melding bij het Veilig Thuis (voorheen Algemeen Meldpunt Kindermishandeling (AMK) is geen toestemming van ouders nodig.
20
8.6 Ongevallenverzekering Voor alle kinderen heeft BSO ZoWieZo een collectieve aansprakelijkheid- en ongevallenverzekering afgesloten. Een uittreksel van de polis ligt ter inzage op het kantoor van Gastouderburo ZoWieZo.
21
Hoofdstuk 9 Huisregels Met uw keuze voor onze buitenschoolse opvang kiest u ervoor om een deel van de zorg en opvoeding van uw kind aan ons uit te besteden. Binnen de kaders van ons beleid houden wij zoveel mogelijk rekening met de wensen van u als ouder en de kinderen. Wij zullen u betrekken bij de keuzes die van belang zijn voor uw kind. Een goede afstemming tussen de opvang en thuis is van groot belang. Daarom horen wij graag wat uw wensen en ideeën zijn. Kinderen worden bij BSO ZoWieZo opgevangen in groepsverband. De medewerkers zorgen er gezamenlijk voor dat de individuele belangen en die van de groep als geheel in balans zijn. BSO ZoWieZo is eindverantwoordelijk voor de kwaliteit van de opvang voor ieder kind. Op onze website staat ons pedagogisch beleidsplan vermeld. Openingstijden BSO Wognum is geopend op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 7:00 uur tot 08.30 uur en van 14:00-18:00 uur. En op In de vakanties en op studiedagen zijn wij van 7:00 uur tot 18.00 uur. Deze locatie is bereikbaar op: 06-11862407 of 0229-574885 Feestdagen De BSO is gesloten op de officiële feestdagen. Op 5, 24 en 31 december is de sluitingstijd afwijkend, vroegtijdig kondigen wij de eindtijd aan via de mail of de nieuwsbrief. Vervoer richting school De kinderen die gebruik maken van VSO en BSO worden lopend, met de fiets of met de auto gehaald of gebracht. Dit hangt samen met het aantal kinderen, en het weer. Zij brengen de kinderen ook in de klas, tenzij de kinderen met toestemming van ouder/verzorger zelf naar de klas mogen lopen. Als de school uit is, staan de pedagogisch medewerker op een vaste plek op het schoolplein te wachten op de kinderen. Brengen en ophalen van uw kind U kunt uw kind tijdens schooldagen tussen 7:00 en 08.00 uur brengen. Op dagen dat de BSO de hele dag open is, kunt u uw kind tussen 7:00 en 09.00 uur brengen. Ophalen kunt u uw kind tussen 16:30 en 18:00 uur. In de vakantie heeft de BSO een vakantieprogramma, er zijn dan extra activiteiten binnen en buiten. Mocht u uw kind later willen brengen of eerder willen ophalen, informeer dan eerst bij de pedagogisch medewerksters of dit mogelijk is. Zolang u samen met uw kind in het gebouw of op het terrein van BSO ZoWieZo blijft, bent u zelf verantwoordelijk voor uw kind. BSO ZoWieZo sluit om 18.00 uur. Dit betekent dat u voor deze tijd uw kind van de groep opgehaald moet hebben. Het kan voorkomen dat u uw kind door een ander laat ophalen, geef dit tijdig door aan de pedagogisch medewerkster van de groep. Diegene die uw kind komt ophalen, moet zich op verzoek van de medewerker kunnen legitimeren middels een geldig legitimatiebewijs. Overdracht De overdracht is het moment dat de pedagogisch medewerker en de ouder/verzorger elkaar informeren over hoe het thuis en op de BSO is gegaan. Door goed op de hoogte te zijn over wat er met het kind is gebeurd, kunnen beide partijen goed inspelen op de behoeftes van het kind. Mochten ouders/verzorgers de behoefte hebben om uitgebreider met de pedagogisch medewerker te spreken, dan kunnen zij hiervoor een afspraak maken met de locatiecoördinator. Aan het eind van de dag als u samen met uw kind naar huis gaat, laat uw kind dan gedag zeggen tegen de pedagogisch medewerkers op de groep, zodat zij kunnen noteren dat uw kind naar huis is. Zo voorkomen we misverstanden bij eventuele calamiteiten. Wijzigingen en extra opvangdagen Mocht u incidenteel een opvangdag extra willen of willen ruilen, meld dit dan bij de locatiecoördinator van uw locatie. Als de groepsomstandigheden het toelaten wordt uw verzoek gehonoreerd. Als u de opvangdagen van uw kind structureel wenst te wijzigen of andere wijzigingen wilt doorgeven; mail dan naar
[email protected]
22
Aan- en afwezigheid melden Mocht uw kind de BSO niet bezoeken, dan verwachten wij van u dat u dit vóór 09.00 uur aan ons doorgeeft op ons telefoonnummer 06-11862407. Zo hoeven wij niet onnodig te wachten met activiteiten en wordt voorkomen dat er verwarring ontstaat bij het ophalen van school. Ziektebeleid Zieke kinderen hebben extra aandacht en verzorging nodig en kunnen daarom het beste thuis verzorgd worden. Bovendien kan er sprake zijn van besmettingsgevaar voor de andere kinderen. Bij ziektesymptomen zoals koorts (een lichaamstemperatuur van 38,5 graden Celsius en hoger), braken, diaree en bij kinderziektes moet het kind thuis blijven en goed uitzieken. Wordt uw kind ziek dan wordt van u verwacht, dat u, na hierover door ons geïnformeerd te zijn, uw kind komt halen. Als uw kind niet naar de BSO kan komen omdat het ziek is, meldt dit dan bij de pedagogisch medewerker van uw kind. U kunt de BSO bereiken op het nummer van de locatie. Hoofdluis Hoofdluis is een ongemak die zich makkelijk en snel kan verspreiden. Om deze verspreiding zoveel mogelijk tegen te beperken, vragen wij ouders/verzorgers die thuis hoofdluis geconstateerd hebben dit thuis te behandelen, voordat kind en ouder/verzorger naar de BSO komen. Stel ons op de hoogte, zodat wij extra alert kunnen zijn. Zodra hoofdluis geconstateerd wordt, overleggen wij met de ouders over de behandeling. Uit voorzorg worden alle andere kinderen onderzocht en alles schoongemaakt en gewassen. Allergieën Is uw kind allergisch, meld dit bij de medewerker. Wij noteren wat van belang is ten aanzien van de allergie van uw kind. Kinderziekten en epidemieën Bij een uitbraak van een kinderziekte of epidemie raadplegen wij de GGD en handelen wij minimaal conform de voorschriften en adviezen van deze organisatie. Meld altijd aan de leiding als uw kind een kinderziekte heeft, of als u dit vermoed. Medicijnovereenkomst Het kan zijn dat uw kind medicijnen gebruikt. Om te zorgen dat deze toediening hiervan goed uitgevoerd wordt, maken wij gebruik van een medicijnovereenkomst. In deze overeenkomst wordt de wijze van toediening en de dosering vastgelegd. Zorg dat u medicijnen beschikbaar stelt in de originele verpakking inclusief de gebruiksaanwijzing en dat de houdbaarheidsdatum niet overschreden is. Het formulier van de medicijnovereenkomst kunt u krijgen bij de pedagogisch medewerkers. Bereikbaarheid ouders Zorg dat wij u altijd kunnen bereiken voor overleg op de opvangdagen. Geef wijzigingen van telefoonnummers en andere gegevens altijd direct door aan de pedagogisch medewerkers. Wij zorgen ervoor dat de wijzigingen in de administratie verwerkt worden. Calamiteiten Bij calamiteiten kan het nodig zijn om het gebouw te ontruimen. Dit gebeurd uit voorzorg of omdat er direct gevaar is voor kinderen en anderen die zich in het gebouw bevinden. Wanneer er besloten wordt tot een ontruiming delen wij dit mee aan de kinderen en aan u, als u bij ons binnen bent. Zodra dit het geval is, verlaat u op rustige wijze het pand. U volgt gedurende een calamiteit altijd de instructies op van het personeel. Wij evacueren de kinderen naar het kantoor aan de Kerkstraat wat om de hoek is gevestigd. Zodra dit het geval is worden ouders/verzorgers op de hoogte gesteld en verzocht hun kinderen te komen halen. Meld altijd aan de leidster als u uw kind mee neemt.
23
Kleding en schoeisel De kinderen spelen intens op de BSO en doen verschillende activiteiten met bijvoorbeeld zand, verf of lijm. Houdt hier rekening mee bij het kleden van uw kind. Wij proberen te voorkomen dat kleding beschadigt of vuil wordt. Desondanks kan het gebeuren dat kleding vuil wordt. BSO ZoWieZo kan hier niet voor aansprakelijk gesteld worden. De verf- en lijmproducten die wij gebruiken zijn in de meeste gevallen uitwasbaar. Traktatie Het is gewenst dat eventuele traktaties die de kinderen uitdelen verantwoord, veilig en gezond zijn. We zien graag dat de traktatie voor de kinderen verpakt is. Overleg vooraf met de pedagogisch medewerker op de locatie, deze geven u ook graag tips. Tussendoortjes Iedere dag krijgen de kinderen limonade, vers fruit, en een (soms ook een koekje of snoepje..) tussendoortje. In overleg is het mogelijk om over individuele wensen, zoals een speciaal dieet, afspraken te maken. Dit geldt ook voor wensen ten aanzien van vegetarisch voedsel. Foto’s Tijdens leuke gelegenheden of uitjes zullen wij van de kinderen foto’s maken, als u als ouders interesse heeft in deze foto’s dan kunt u dit mailen naar de locatiecoördinator. Mocht u bezwaar hebben tegen het vrijgeven van de groepsfoto’s waar uw kind opstaat, dan horen wij dit graag. Pesten Ieder kind is wel eens het slachtoffer van een pesterijtje. Mocht een kind structureel het slachtoffer zijn van pesten dan heeft dit schadelijke gevolgen voor de ontwikkeling van het kind. Door de voortdurende aandacht voor de relatie tussen kinderen en tussen kinderen en medewerkers is er een veilig klimaat. Hierdoor is pesten bespreekbaar en komt daardoor weinig voor. In die gevallen dat er vastgesteld dat er gepest wordt, worden er speciale maatregelen getroffen om een eind te maken aan het pesten. Mocht u het vermoeden hebben dat uw kind pest of gepest wordt, bespreek dit dan met ons. Meldcode Kindermishandeling Kindermishandeling of vermoedens hiervan worden gemeld bij Veilig Thuis (voorheen Algemeen Meldpunt Kindermishandeling). BSO ZoWieZo zal ouders/verzorgers uitnodigen voor een gesprek. Onder kindermishandeling verstaan wij alle vormen van geestelijke, lichamelijk en seksueel geweld tegen kinderen, of het nalaten van zorg en aandacht. Klachtenregeling Als u ontevreden bent over de betreffende opvang van uw kind of de dienstverlening van de BSO ZoWieZo, dan horen wij dat graag. In de meeste gevallen is het raadzaam om u ongenoegen te bespreken met de persoon die in eerste instantie verantwoordelijk is: de pedagogisch medewerker, de leidinggevende of directie. BSO ZoWieZo is aangesloten bij de SKK ( stichting Klachtencommissie Kinderopvang). Deze commissie fungeert als de officiële klachtencommissie van onze buitenschoolse opvang. Hier kunt u terecht als u de officiële procedure wilt volgen.
24
Specificaties Kinderopvang ZoWieZo Buitenschoolse Opvang ZoWieZo Wognum Boogerd 15 1687 XM Wognum T: 06- 11862407 E:
[email protected] Groepen Verticale groep 4-12 jaar Indeling gebouw In het gebouw zijn twee lokalen. We hebben 1 grote gezamenlijke ruimte met een aansluitende keuken en een aantal lange tafel waarbij er een huiselijk gevoel wordt gecreëerd. In de andere lokalen kunnen er specifieke activiteiten worden ondernomen. Er is een buitenruimte waar kinderen kunnen spelen op de schommel en op het gras kunnen voetballen. Alles is op de begane grond. Opvangaanbod Voorschoolse opvang, buitenschoolse opvang, vakantieopvang, studie- of andere vrije dagen (op aanvraag) Accent Kinderopvang ZoWieZo Kleinschalig, huiselijk en flexibel Inclusief Eten (geen brood/lunch/ontbijt),drinken en fruit Speciale activiteiten: Jaarlijks Kerstfeest Thematisch werken Viering Carnaval, Pasen, Sinterklaas en Kerst Tante Suus
25