Pedagogisch beleidsplan
Opgesteld door: Kinderdagverblijf ChouChou Versie 1.6 02 januari 2015
Inhoudsopgave Inleiding
2
Hoofdstuk 1
Pedagogische visie op kinderopvang
1.1 1.2 1.3
Inleiding Pedagogische visie Pedagogisch doel
Hoofdstuk 2
De ontwikkeling van kinderen van 0 tot 4 jaar
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
Inleiding Zintuigelijke ontwikkeling Sociale ontwikkeling en sociale competentie Emotionele ontwikkeling en emotionele veiligheid Cognitieve ontwikkeling en persoonlijke competentie Lichamelijke ontwikkeling
Hoofdstuk 3
De stamgroepen
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9
De Smurfjes De Kaboutertjes De Dwergjes Regels bij het verlaten van de stamgroep Beroepskracht-kindratio De dagindeling van de Smurfjes De dagindeling van de Kaboutertjes en Dwergjes Wennen Slaapruimte
Hoofdstuk 4
Ondersteuning van de pedagogische medewerkster
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Opleiding Structureel overleg Ondersteuning Achterwacht Meldplicht
Hoofdstuk 5
Bewaking kwaliteit
5.1 5.2 5.3
Inleiding Beleid veiligheid Beleid gezondheid
Hoofdstuk 6
Samenwerken met ouders/verzorgers
6.1 6.2 6.3
Afstemming en structureel contact Oudercommissie Informatie en afspraken
Pedagogisch beleidsplan kinderdagverblijf ChouChou Versie 1.6
3 3-4 4-5
5 5 6 6-7 7 7
8 8 8 8-9 9 9-10 10-11 11 11
12 12 13 13 13
14 14 14
15 15 15
1
Inleiding Kinderdagverblijf ChouChou, bestaande uit drie groepen, biedt professionele opvang aan kinderen van 0 tot en met 4 jaar op de Ferdinand Bolstraat 21 te Den Haag. We hebben twee babygroepen die bestaan uit maximaal 9 kinderen in de leeftijd van 0 tot 2 jaar. En een verticale groep die bestaat uit maximaal 12 kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar. Om u te informeren over onze werkwijze en pedagogisch handelen in het kinderdagverblijf is dit pedagogisch beleidsplan geschreven. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft welk visie en welke werkwijze wordt gehanteerd in de omgang en bij de opvoeding van kinderen. Tevens biedt het pedagogisch beleidsplan ondersteuning aan de pedagogisch medewerkers bij het dagelijkse werk. Het geeft richting aan het opvoeden en houvast bij het maken van keuzes. Kortom: het pedagogisch beleidsplan biedt aan zowel ouders als medewerkers duidelijkheid over de visie en werkwijze van het kinderdagverblijf.
Pedagogisch beleidsplan kinderdagverblijf ChouChou Versie 1.6
2
Hoofdstuk 1 Pedagogische visie op kinderopvang 1.1 Inleiding Kinderdagverblijf ChouChou biedt kwalitatief en professioneel opvang aan kinderen van 0 tot en met 4 jaar. Een kenmerk van kwalitatief opvang is verantwoord zorgen voor kinderen in een omgeving die een positieve bijdrage levert aan hun ontwikkeling. Dus een omgeving waar plezier en ontwikkeling samen gaan. Elk kind is uniek en ontwikkelt zich op zijn eigen tempo. Hierdoor is het van groot belang dat elk kind individueel wordt benaderd. Het kind krijgt bij ons de kans om zich op zijn eigen tempo te ontwikkelen in een warme, veilige en huiselijke omgeving. Het kind wordt hierbij begeleid door professionele pedagogisch medewerkers. Hun handelen is gebaseerd op de pedagogische visie van het kinderdagverblijf. 1.2 Pedagogische visie In het kinderdagverblijf wordt gestreefd naar individualiteit en zelfstandigheid binnen de groep. Kinderen worden begeleid in hun groei naar zelfstandigheid en er wordt geprobeerd om kinderen zoveel mogelijk plezier te laten ervaren tijdens deze groei. Om zelfstandigheid te bevorderen vormen de volgende uitgangspunten de basis van ons handelen: Gehechtheidsrelatie Een gehechtheidsrelatie is van essentieel belang voor het kind in de kinderopvang. Een gehechtheidsrelatie is een gevoelsband, affectieve relatie tussen een opvoeder en het kind. Bouwend op deze relatie verkent het kind zijn omgeving en maakt contact met anderen. Via een gehechtheidsrelatie ontwikkelt het kind niet alleen vertrouwen in de ander, maar ook vertrouwen in zichzelf. Het kind leert zelfstandig te handelen. Door de beperkte groepsgrootte hebben de pedagogische medewerkers volop de tijd om een gehechtheidsrelatie aan te gaan met de kinderen. Op het kinderdagverblijf kent ieder pedagogisch medewerkster ieder kind bij naam en weet ook wat voor karakter het kind heeft en andersom. Inspelen op de ontwikkelingsfasen Jonge kinderen maken veel ontwikkelingsfasen mee: ze leren o.a. lopen, praten, denken, spelen. Er kan ingespeeld worden op de ontwikkelingsfase van de kinderen door ze te voorzien van uitdagend speelgoed en omgeving. Uitdagend speelgoed prikkelt de zintuigen van het kind. Het kind krijgt bijvoorbeeld te maken met verschillende kleuren, vormen, afmetingen, klanken, gewichten, temperaturen. Een uitdagende omgeving leidt tot zelfstandigheid. Door bijvoorbeeld het interieur op maat te maken zorg je ervoor dat al het materiaal op een vaste plek in lage kasten zijn opgeborgen, waaruit de kinderen ze zelf kunnen pakken. Het kind ruimt na afloop zelf het materiaal op. Inspraak Door kinderen inspraak te geven, laat je merken dat je hen serieus neemt, dat je naar hun ideeën en wensen luistert en die respecteert. Participatie en inspraak van kinderen begint ermee hen te informeren wat er gaat gebeuren. Bijvoorbeeld bij baby’s vertel je wat je gaat doen: ‘wat lig jij te gapen, zal ik je naar bed brengen, dan ga ik je nu optillen…’ Door kinderen steeds voor te bereiden op de handeling die gaat komen, geef je hen de gelegenheid om het aan te geven als zij iets niet willen. Je geeft ze min of meer een keuze. Als kinderen ondervinden dat de pedagogisch medewerkster rekening met hun behoeften houdt, hen accepteert en naar ze luistert, zullen ze ook eerder naar de pedagogisch medewerkster luisteren.
Pedagogisch beleidsplan kinderdagverblijf ChouChou Versie 1.6
3
Normen en waarden Kinderen leren normen en waarden in de relatie, communicatie en interactie tussen kinderen onderling en tussen kinderen en volwassenen. Waarden geven uitdrukking aan de betekenis die mensen hechten aan bepaalde gedragingen of gebeurtenissen. Het zijn ideeën of opvattingen die aangeven hoe belangrijk mensen iets vinden. Normen vertalen de waarden in regels en voorschriften naar de manier waarop mensen zich horen te gedragen. Het is van essentieel belang dat kinderen normen en waarden aanleren. Hierdoor leren kinderen wat wel mag, wat niet mag en het waarom. Bijvoorbeeld, kinderen leren hoe ze om moeten gaan met ruzies en onenigheden, dat ze elkaar met hun naam aanspreken, dat ze leren om op hun beurt te wachten etc. Om kinderen bepaalde normen en waarden mee te geven die van belang zijn in onze samenleving, is het allereerst van groot belang om zelf als pedagogisch medewerkster en volwassene het goede voorbeeld te geven. Kinderen leren op jonge leeftijd vooral door datgene op te nemen van wat er om hen heen gebeurt. Ook is het van essentieel belang dat er rekening wordt gehouden met de multiculturele samenstelling van de groep. Wij hebben respect voor elke cultuur en willen ervoor zorgdragen dat kinderen zich bewust zijn van deze verschillen door bijvoorbeeld het Suikerfeest te vieren op het kinderdagverblijf. Uitleg over het feest hoort er dan natuurlijk bij. Uitgangspunt zijn nog altijd de Nederlandse normen en waarden! Op het kinderdagverblijf wordt ook uitsluitend de Nederlandse taal gesproken. Bij het niet naleven van de normen en waarden krijgt het kind de kans om het gecorrigeerde gedrag toe te passen en eventueel zijn excuses aan te bieden aan de tegenpartij. Bij het nog steeds niet nakomen van de gemaakte afspraken wordt het kind nogmaals de mogelijkheid gegeven om het gecorrigeerde gedrag toe te passen. Na de derde poging wordt het kind een time-out gegeven van ongeveer een minuut. Na het verstrekken van de minuut bespreekt de medewerker het voorgeval met het kind en herhaalt de gemaakte afspraken en de gevolgen van het niet naleven van de regels. Dit wordt door dezelfde medewerker gedaan die het kind een time-out heeft gegeven. 1.3 Pedagogisch doel Het doel van het kinderdagverblijf luidt: “Het bevorderen van de ontwikkeling van kinderen in een omgeving die uitdagend en prikkelend is. Op een plek waar ontwikkeling en plezier samengaan.” Om dit doel te bereiken worden er dagelijks activiteiten georganiseerd die aansluiten bij de belevingswereld van het kind. Op kinderdagverblijf ChouChou wordt gewerkt met themamappen waarbij elk thema gemiddeld zes weken duurt. In zo'n map staat voor ieder week opdrachten beschreven waarbij er wordt gelet op individuele en groepsactiviteiten. Bij individuele activiteiten werkt een kind aan een eigen werkje en wordt ondersteund door zijn pedagogische medewerkster daar waar het nodig is. Bij groepsactiviteiten doen alle kinderen of een groot deel van de groep mee aan de activiteit. Samen is het sleutelwoord hier. Op deze manier wordt het kind op meerdere vlakken uitgedaagd. Hoe wordt de ontwikkeling van de kinderen gevolgd? Dat gebeurt door de kinderen dagelijks te observeren, waarbij de belangrijkste gegevens worden genoteerd in de overdrachtsagenda. De (overige) medewerkers kunnen teruglezen hoe het de voorgaande dagen is vergaan. Zo hebben de pedagogisch medewerksters zicht op het ontwikkelingsniveau en het gedrag van elk individueel kind. Om de veiligheid van het kind te waarborgen is structuur op de groep van essentieel belang. Structuur wordt aangeboden door de pedagogische medewerksters die rituelen hebben om de dag door te brengen. Rituelen zijn steeds terugkerende momenten in het samenleven. Ze ordenen het leven en geven houvast. Kinderen leren om taken te verdelen, samen te eten, te gaan slapen, maar ook
Pedagogisch beleidsplan kinderdagverblijf ChouChou Versie 1.6
4
verjaardagen te vieren en afscheid te nemen. Door structuur leren kinderen om discipline en regels te hebben. In dit hoofdstuk is er steeds gesproken over de ontwikkeling van het kind. Wat is eigenlijk de ontwikkeling van het kind? Waar wordt op gelet? Hoe wordt de ontwikkeling gemeten? Op al deze vragen wordt antwoord gegeven in het volgende hoofdstuk.
Hoofdstuk 2 De ontwikkeling van kinderen van 0 tot 4 jaar 2.1 Inleiding Een kind maakt verschillende ontwikkelingen mee in zijn jonge jaren. Denk hierbij aan draaien, kruipen, lopen en rennen. Stap voor stap leren kinderen dagelijks nieuwe handelingen en vergaren informatie over het kind zijn, daarmee gepaard de regels, structuur en het groepsgebeuren. Er is gebruik gemaakt van een indeling in ontwikkelingen die in de pedagogiek gangbaar is:
Zintuiglijke ontwikkeling Sociale ontwikkeling en sociale competentie Emotionele ontwikkeling en emotionele veiligheid Cognitieve ontwikkeling en persoonlijke competentie Lichamelijke ontwikkeling
Al deze ontwikkelingsaspecten overlappen elkaar. Dit betekent dat een kind zich op verschillenden gebieden tegelijkertijd kan ontwikkelen. Hierdoor is het van belang dat de groepsruimten zodanig zijn ingericht en dat het pedagogisch handelen zodanig wordt uitgevoerd dat een kind zich optimaal kan ontwikkelen. Hieronder is voor alle duidelijkheid elk ontwikkelingsaspect uitgewerkt en de invloed hiervan op het kind in het groepsgebeuren. 2.2 Zintuiglijke ontwikkeling Baby’s ontdekken en leren voornamelijk in de eerste maanden van hun leven door het gebruik van hun zintuigen. Zij kunnen verbaal niet communiceren en laten de ouders/verzorgers weten wat zij willen en voelen via hun lichaamstaal door o.a. te huilen, te brabbelen en te glimlachen. Het gehoor is een ander zintuig dat al vroeg is ontwikkeld bij de baby’s. Zij kunnen dan al toonhoogte, luidheid en duur onderscheiden. Bij het horen van een geluid kan een baby al onderscheid maken uit welke richting het geluid komt en draait met zijn hoofd naar de richting van het geluid om te kunnen waarnemen wat het is geweest. De mond speelt ook een belangrijke rol bij jonge kinderen. Ze ontdekken vormen, smaken en materialen door alles in hun mond te stoppen en later door te voelen met behulp van de handjes en vingers. Peuters kunnen verbaal communiceren en maken voornamelijk gebruik van taal om zich te uiten. In de groep zijn hiervoor vele soorten materialen aanwezig zoals verschillende kleuren en vormen, zachte en harde materialen etc. Ook zijn hoeken gecreëerd, zoals bouwhoek en leeshoek, zodat kinderen de gelegenheid hebben om in alle rust te kunnen ontdekken en leren. Door kinderen in verschillende hoeken te plaatsen creëer je tegelijkertijd rust en structuur. De pedagogisch medewerksters observeren de kinderen en reageren op de signalen van de kinderen door bijvoorbeeld te bevestigen dat het inderdaad een (rode) auto is.
Pedagogisch beleidsplan kinderdagverblijf ChouChou Versie 1.6
5
2.3 Sociale ontwikkeling en sociale competentie Kinderopvang is bij uitstek een situatie, waar sociale ontwikkeling als het ware "vanzelf" plaats vindt. Baby’s en pedagogisch medewerkster hebben volop interactie door non-verbale communicatie, door aanraking en nabijheid. Een baby zal zich eerder veilig voelen en op ontdekking gaan bij een warme en lieve pedagogisch medewerkster en bij een omgeving die roept om op ontdekkingsreis te gaan. Baby’s kunnen nog niet met elkaar spelen, want ze missen empathie gevoelens. Zij zijn vaak egocentrisch ingesteld en kunnen zich niet inleven in de gevoelens van een ander. Ze beseffen vaak niet wat een ander voelt als zijn speelgoed wordt afgepakt of dat het pijn doet als een ander zijn hoofd stoot. Peuters hebben vele sociale contacten met hun leeftijdgenootjes op de groep. Ze leren o.a. te delen, samen te werken, conflicten op te lossen. Om hun sociale contacten te versterken worden er activiteiten georganiseerd zoals zingen, dansen, kringspel, feestje vieren. Het gevoel van blijheid en saamhorigheid zal de sociale ontwikkeling meer bevorderen. En boven alles moet opgroeien een leuke en plezierige bezigheid zijn. De verschillende hoeken van de ruimte komen ook hier erg van pas. Kinderen kunnen in kleine groepen bezig zijn en kan zich gericht bezighouden met zijn activiteit. Ook zullen er rustmomenten zijn voor de kinderen om even bij te komen bijvoorbeeld in de knus hoek. 2.4 Emotionele ontwikkeling en emotionele veiligheid Kinderen hebben een omgeving nodig waar zij zich veilig voelen. Bij een veilige omgeving krijgt het kind vertrouwen in zichzelf en in anderen en kan zich hierdoor goed ontwikkelen. Hiermee wordt bedoeld dat een kind durft om zijn omgeving te verkennen en informatie te verzamelen die noodzakelijk is bij de ontwikkeling, bijvoorbeeld waar dient een vork voor, hoe kan ik vooruit op een loop auto, hoe kan ik vooruit komen op de grond etc. Wanneer een kind dit nog niet durft wordt hij persoonlijk begeleid door de pedagogische medewerker in zijn ontdekkingsreis. Structuur is essentieel van belang bij de emotionele ontwikkeling van het kind. Er wordt gewerkt met vaste dagindelingen. De medewerker bepaalt of een kind mag afwijken van het dagschema. Dit geschiedt altijd in overleg met de manager. Structuur wordt ook aangeboden door te werken met stamgroepen. Ieder kind heeft een stamgroep (groep waar hij wordt opgevangen gedurende de duur van de opvang). De stamgroepen zijn zo ingedeeld dat de kinderen voldoende uitdagingen hebben maar ook niet teveel worden geprikkeld. De kinderen mogen bij spel een hoek kiezen waar ze willen spelen. Zijn ze uitgespeeld dan verzoeken ze eerst aan de medewerker of ze in een ander hoek mogen spelen. Zo wordt de balans tussen rustig spel en druk spel gehandhaafd. Bij baby’s speelt het gevoel van veiligheid een grotere rol: zij zijn afhankelijk van de pedagogisch medewerkers. De pedagogisch medewerkers gaan een hechtingsrelatie aan met een kind en neemt in feite alle taken van de hoofdopvoeder (ouder/verzorger) op zich. Een veilige gehechtheidsrelatie ontstaat alleen als een pedagogisch medewerkster investeert in deze relatie en door warm en liefdevol te reageren op het kind. Hierdoor streven wij ernaar om zoveel mogelijk vaste pedagogisch medewerkers op de groep aan te stellen. Dit is van essentieel belang voor het gevoel van veiligheid van het kind en de continuïteit op de groep. Immers een vaste pedagogisch medewerkster kan beter inspelen op het kind omdat zij zijn karakter en persoonlijkheid al kent. Sensitiviteit van de medewerker is hier ook essentieel van belang. U kunt hierbij denken aan uitleg, praten op kind hoogte (door je knieën), kind aanmoedigen, inspelen op behoefte van het kind etc. Net als thuis kan een kind op de opvang bij ons de omgeving verkennen en leren door te spelen. Net als thuis worden de gevoelens van het kind onderkend en beantwoord, pogingen tot contact worden beloond.
Pedagogisch beleidsplan kinderdagverblijf ChouChou Versie 1.6
6
De medewerkers worden dagelijks gecontroleerd door de manager of de medewerkers zich houden aan de groepsregels. Mocht er blijken dat een pedagogisch medewerker anders handelt, dan wordt dit gelijk besproken met de desbetreffende medewerker en wordt er een plan van aanpak gemaakt om te werken hieraan. 2.5 Cognitieve ontwikkeling en persoonlijke competentie Ieder kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo, op zijn eigen manier en naar eigen niveau. Een kind leert als eerst om voorwerpen en eigenschappen te onderscheiden en te herkennen. Vervolgens om verbanden tussen gebeurtenissen te leggen. Later leren kinderen ook rangschikken naar verschillende kenmerken zoals: grootte, kleur en vorm. Het leren gebeurt spelenderwijs: door dingen vast te pakken, te bekijken en te observeren. Hierdoor wordt een kind zich bewust van de omgeving. De pedagogisch medewerksters stimuleren een kind door grenzen te ontdekken en te verleggen van wat een kind kan, wil of durft. De pedagogisch medewerksters maken het kind bewust van de eigen capaciteiten en kwaliteiten, speelt in op grapjes, humor en "gek doen". Zelfstandig handelen en het bedenken van oplossingen voor problemen is ook een belangrijk onderdeel van de cognitieve ontwikkeling. Een kind leert informatie in te winnen, deze te analyseren en te gebruiken bij het verder ontwikkelen van zichzelf. Dit geschiedt onder het toezicht van de pedagogisch medewerkster, waarin ruimte is voor het kind om zelf beslissingen te nemen en te handelen. Een belangrijk gegeven hierin is het maken van duidelijke en begrijpbare afspraken over o.a. gebruik van spelmateriaal en van de ruimte. Op de groep worden spelmateriaal en activiteiten aangeboden die zich aansluit op de mogelijkheden van elk individueel kind. Er wordt dus veelal individueel of in kleine groepen gewerkt. 2.6 Lichamelijke ontwikkeling Voor kinderen is het belangrijk veel te bewegen. De kinderen krijgen de gelegenheid om te klauteren, kruipen en springen. Kinderen hebben hier veel plezier in en tegelijkertijd leren ze om hun motoriek beter te beheersen. Dit alles hebben zij weer nodig bij de alledaagse activiteiten zoals eten, op een stoel klimmen, kleuren of verven.
Pedagogisch beleidsplan kinderdagverblijf ChouChou Versie 1.6
7
Hoofdstuk 3 De stamgroepen Het kinderdagverblijf bestaat uit drie groepen en biedt professionele opvang aan kinderen van 0 tot en met 4 jaar op de Ferdinand Bolstraat 21 te Den Haag. Kinderdagverblijf ChouChou heeft drie stamgroepen: twee babygroepen (de Smurfjes en de Dwergjes) en een verticale groep (de Kaboutertjes). Bij inschrijving wordt het kindje geplaatst in een van deze drie stamgroepen, afhankelijk van zijn leeftijd. De ouders/verzorgers worden voor plaatsing al geïnformeerd over de stamgroep en de pedagogisch medewerkers die werken op de desbetreffende groep. Hieronder zullen de stamgroepen verder worden beschreven. 3.1 De Smurfjes Er bevinden zich op deze groep alleen kinderen van dezelfde ontwikkelingsniveau. De groepsgrootte varieert per dag maar bedraagt nooit meer dan 9 kinderen. De vloeroppervlakte van de babygroep bedraagt 45 m2. Gemiddeld is dat 5 m2 per kind en bedraagt meer dan het vereiste van 3,5 m2 volgens de kwaliteitseisen kinderopvang. Op deze groep werken dagelijks twee pedagogisch medewerkers en bestaat uit maximaal drie vaste gezichten. 3.2 De Kaboutertjes De vloeroppervlakte van de verticale groep bedraagt 50 m2. Gemiddeld is dat 3,6 m2 per kind en bedraagt meer dan het vereiste van 3,5 m2 volgens de kwaliteitseisen kinderopvang. Op deze groep werken ook dagelijks twee pedagogisch medewerkers en bestaat uit maximaal drie vaste gezichten. 3.3 De Dwergjes De vloeroppervlakte van de baby groep bedraagt 46 m2. Gemiddeld is dat 3,8 m2 per kind en bedraagt meer dan het vereiste van 3,5 m2 volgens de kwaliteitseisen kinderopvang. Op deze groep werken ook dagelijks twee pedagogisch medewerkers en bestaat uit maximaal drie vaste gezichten. 3.4 Regels bij het verlaten van de stamgroep De kinderen verblijven gedurende de dag in hun vaste stamgroep. Onder bepaalde omstandigheden kan het kind de stamgroep verlaten. De omstandigheden kunnen zijn: Buiten spelen (onze tuin is 580 m2 en is groot genoeg voor 193 kinderen per dag) Uitstapjes naar bijvoorbeeld bos of speeltuin Gezamenlijke activiteiten op het kinderdagverblijf, zoals Sinterklaas, kerst, voorleesontbijt etc. In geval van calamiteit. U kunt hierbij denken aan een ziekte. Bijvoorbeeld wanneer veel kinderen ziek zijn of er een tekort is aan personeel en de vervanging nog niet aanwezig is kan samenvoeging plaatsvinden. In geval u uw kind extra wilt brengen en op eigen stamgroep is er geen plaatsje meer vrij. Afhankelijk van leeftijd kan het kind op een ander stamgroep geplaatst worden in overeenstemming met ouder(s)/verzorger(s). Hiervoor moet vooraf een schriftelijke verklaring worden afgegeven. En er dient toestemming gevraagd te worden aan de manager.
Pedagogisch beleidsplan kinderdagverblijf ChouChou Versie 1.6
8
3.5 Beroepskracht-kind ratio De verhouding tussen het aantal leidsters en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige • 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar
• 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar
• 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar
• 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar
Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het rekenkundige gemiddelde berekend, waarbij naar boven kan worden afgerond. Voor de berekening is er een rekentool ontwikkeld die exact aangeeft hoeveel kinderen er is toegestaan. 3.6 De dagindeling van de Smurfjes en Dwergjes De kinderen kunnen maximaal 10,50 uur per dag worden opgevangen. De reguliere openingstijden liggen tussen 07:30 en 18:00 uur. In de babygroep wordt zoveel mogelijk het eigen ritme van de baby aangehouden wat betreft de voeding, het slapen en het verschonen. Het is van belang dat het kinderdagverblijfritme niet teveel afwijkt van het thuisritme. Het verzorgen van de baby’s neemt een groot gedeelte van de dag in beslag. Zo gaat het bij het voeden om meer dan het toedienen van voedsel en bij het verschonen om meer dan het geven van een schone luier. Het spel van handjes, voetjes en gezicht biedt de baby vertrouwen, veiligheid en warmte. Tijdens de maaltijden (fruit, brood en koek) eten kinderen die zelfstandig in een stoel kunnen zitten, gezamenlijk op de groep. Zo ervaren deze kinderen plezier in het samen eten. Het dagritme voor de baby's ziet er als volgt uit: 07:30 – 09:30 uur
De kinderen worden gebracht en kunnen vrij spelen of aan tafel een activiteit.
09:30 - 10:00 uur
Alle kinderen zijn aanwezig. Samen aan tafel wordt er vers fruit gegeten en wat gedronken. Er is tijd voor het zingen van een liedje en / of een gesprekje met het kind.
10:00 – 11:15 uur
Verschonen, plassen en handen wassen. Baby`s gaan naar bed ( naar behoefte). Rest kan vrij spelen, binnen of buiten. Ruimte voor een gerichte activiteit al dan niet thematisch gebonden zoals knutselen (gezamenlijk met de groep of individueel), voorlezen en zingen.
11:15 – 11:30 uur
Opruimen.
11:30 - 12:00 uur
Samen aan tafel voor de broodmaaltijd. (Twee keer in de week verzorgen we ook warme gerechten aan de kinderen. We proberen het voedingsschema te variëren. Hierbij kunt u denken aan pannenkoeken, spaghetti, warme soep, visstick etc..)
12:15 – 14:30 uur
Dreumesen gaan slapen.
14:30 – 15:00 uur
Uit bed, verschonen, plassen en aankleden.
15:00 – 15:30 uur
Samen aan tafel wordt er cracker / liga of fruityoghurt eten en diksap drinken.
Pedagogisch beleidsplan kinderdagverblijf ChouChou Versie 1.6
9
15:30 – 18:00 uur
Vrij spelen binnen of buiten. Activiteit zoals voorlezen of puzzelen wordt aangeboden. De kinderen die tot 18:00 uur aanwezig zijn krijgen nog om 17:00 uur een koekje en nog wat te drinken. Flesvoeding: Het kinderdagverblijf biedt als flesvoeding Nutrilon standaard (1, 2 en 3) aan. Als een baby allergisch is of een ander voeding krijgt dan dient de ouders voor de voeding te zorgen. Voor de flesvoeding wordt er afspraken gemaakt met de ouders over de tijden. Om de 4 uur wordt er een fles gegeven. In startfase houden wij ons aan de tijden van de ouders. Indien de tijden afwijken dan wordt er uiteindelijk gestreefd naar 4 uur. Wanneer een kind 1 jaar wordt stappen we over naar melk. Dit doen we in overeenstemming met de ouders. 3.7 De dagindeling van de Kaboutertjes Het dagritme dient als leidraad voor de dag. Het is bedoeld als houvast voor kinderen en pedagogische medewerkers om ervoor te zorgen dat er voldoende tijd overblijft voor vrij spel en/of groepsactiviteiten. Het dagritme voor de peutergroep en verticale groep ziet er als volgt uit: 07:30 – 09:30 uur
De kinderen worden gebracht en kunnen vrij spelen of aan tafel een activiteit.
09:00 - 09:25 uur
Kringactiviteit, thema behandelen en zingen. Stoel opruimen en handen wassen.
09:30 - 10:00 uur
Alle kinderen zijn aanwezig. Samen aan tafel wordt er vers fruit gegeten en wat gedronken. Er is tijd voor het zingen van een liedje en / of een gesprekje met het kind.
10:00 – 11:15 uur
Verschonen, plassen en handen wassen. Vrij spelen, binnen of buiten. Ruimte voor een gerichte activiteit al dan niet thematisch gebonden zoals knutselen (gezamenlijk in kleine groepen of individueel), voorlezen en zingen.
11:15 – 11:30 uur
Handen wassen, verschonen, uitkleden (peuters die naar bed gaan).
11:30 - 12:00 uur
Samen aan tafel voor de broodmaaltijd. (Twee keer in de week verzorgen we ook warme gerechten aan de kinderen. We proberen het voedingsschema te variëren. Hierbij kunt u denken aan pannenkoeken, spaghetti, warme soep, visstick etc..)
12:15 – 14:00 uur
Slapen. De kinderen die niet meer slapen mogen activiteit naar keuze doen en/of even uitrusten op het rustbedje.
14:00 – 15:00 uur
Verschonen, plassen en aankleden.
15:00 – 15:30 uur
Samen aan tafel wordt er cracker/ vla/ koek/ rijst wafel met beleg gegeten en wordt er wat gedronken. Als afsluiting wordt een afscheidsliedje bijv abrikoos gezongen.
15:30 – 18:00 uur
Vrij spelen binnen of buiten. Activiteit zoals voorlezen of puzzelen wordt aangeboden.
Pedagogisch beleidsplan kinderdagverblijf ChouChou Versie 1.6
10
De kinderen die tot 18:00 uur aanwezig zijn krijgen nog om 17:00 uur een koekje en nog wat te drinken. 3.8 Wennen Een wenprocedure wordt ingesteld om een basis te leggen voor een gehechtheidsrelatie tussen ouder/kind en pedagogische medewerker. Een goede gehechtheidrelatie is van belang voor het veiligheidsgevoel van het kind en hiermee gekoppeld aan de ontwikkeling van het kind. Aan de basis van een goede opvang ligt de gehechtheid van kinderen aan hun vaste pedagogische medewerker. Ook ouders krijgen de gelegenheid om een gehechtheidsrelatie/ vertrouwensrelatie op te bouwen met de vaste pedagogische medewerker. Zo krijgen ook de ouders de gelegenheid om vertrouwd te raken met de omgeving en kunnen zaken zoals slaapritme en voedingsschema’s thuis en in de kinderopvang op elkaar afgestemd worden. Uit onze ervaring blijkt dat bij heel jonge baby’s juist de ouders zijn die moeten wennen aan het idee om de zorg van het kind over te dragen aan een ander. Hierdoor is het vertrouwen tussen ouder en pedagogische medewerker essentieel. Een kind en ouder wordt in principe minimaal drie keren gegeven om te wennen aan de nieuwe omgeving. Samen met de ouders wordt een wenschema opgesteld. De eerste wendag heeft de ouder een intakegesprek waarbij de ouder inzicht krijgt over de gang van zaken. Ook de pedagogische medewerker krijgt de gelegenheid om de ouder en kind beter te leren kennen, zodat zij rekening kan houden met het karakter en dagritme van het kind tijdens de opvang. Het kind krijgt tijdens deze eerste wendag de gelegenheid om vertrouwd te raken met de omgeving, pedagogische medewerkers, speelgoed en leeftijdsgenoten. De tweede wendag is het kind welkom om alleen een dagdeel door te brengen op de groep. Dit dagdeel duurt drie uren. En de laatste wendag krijgt het kind de gelegenheid om een dagdeel van 5 uren door te brengen op de groep. Bij het ophalen van het kind wordt uitgebreid gesproken over het verloop van de dag. Ouders mogen uiteraard ook tussendoor bellen om te vragen hoe het met zijn of haar kind gaat. Ook een kind wat over gaat van de babygroep naar de peutergroep heeft te maken met de wenprocedure. Voor de start in de nieuwe groep zal hij twee keren wennen. Ouders zullen tijdens deze wenprocedure ook de gelegenheid krijgen om de pedagogische medewerkers van de nieuwe groep te leren kennen. Vaak zijn ouder en kind al vertrouwd met hen door de nauwe samenwerking tussen de groepen. Wanneer uit het gedrag van het kind valt op te maken dat het moeilijk wennen kan, wordt in overleg met de ouders de wenperiode verlengd dan wel naar andere mogelijkheden gezocht om het wennen te vergemakkelijken. 3.9 Slaapruimte Elke groep heeft zijn eigen ruimte met slaapkamer. In alle drie de slaapkamers zijn de bedden gekwalificeerd. Bij de peutergroep is er beperkt aantal slaapplaatsen beschikbaar in de slaapkamer. Er wordt eventueel indien alle bedden zijn voorzien gebruik gemaakt van stretchers voor de peuters. Elk groep heeft zijn eigen slaapschema opgesteld die bevindt zich in de slaapkamers.
Pedagogisch beleidsplan kinderdagverblijf ChouChou Versie 1.6
11
Hoofdstuk 4 Ondersteuning van de pedagogische medewerksters Het kinderdagverblijf hecht veel belang aan haar personeel. Wegens de huiselijke sfeer die er in ons kinderdagverblijf heerst, worden alle personen als een deel van het geheel (familie) behandeld. Iedereen wordt met respect behandeld en er is ruimte voor zelfontplooiing en zelfexpressie. Tevens worden de pedagogisch medewerksters gevraagd na te denken over hun handelen binnen het kinderdagverblijf en om open te staan voor ontwikkeling en verbetering van de kwaliteit van hun werk. 4.1
Opleiding
De pedagogisch medewerkers dienen in het bezit te zijn van een relevante opleiding conform CAO kinderopvang. Het meest voorkomende diploma is van de opleiding SPW3. De pedagogisch medewerkers van het kinderdagverblijf hebben ten minste een afgerond SPW3 opleiding. Tevens hebben wij stagiaires die een zogenaamde BBL of BOL opleiding volgen. Dit houdt in dat deze medewerkers zowel studeren als werken. Stagiaires met een BOL opleiding zijn stagiaires die een SPW3 opleiding volgen volgens de Beroepsopleidende Leerweg methode (BOL). Dit houdt in dat de leerling 30% stage loopt en 70% leert. Zij staan boventallig op de groep ingedeeld. Stagiaires met een BBL opleiding doen de SPW3 opleiding volgens de Beroepsbegeleidende Leerweg methode (BBL). Dit houdt in dat de leerling 60% stage loopt en 40% leert. Ze zijn in dienst van het kinderdagverblijf en worden gezien als volwaardig pedagogisch medewerker. Zij staan niet boventallig op de groep. Er is maximaal 1 BBL of BOL stagiaire per groep per dag aanwezig en ze worden regelmatig begeleid door de vestigingsmanager. Naarmate hun opleiding vordert krijgen ze steeds meer zelfstandigheid. In de Cao kinderopvang kunt u meer informatie vinden over de inzetbaarheid van de BOL of BBL stagiaires. Af en toe hebben wij een snuffelstagiaire bij ons rondlopen. Een snuffelstagiaire is een leerling van het VMBO die een korte periode meedraait bij verschillende bedrijven om zich te oriënteren op de arbeidsmarkt. Deze stagiaire wordt altijd boventallig ingedeeld en voert alleen verzorgende handelingen uit onder begeleiding. Invalkrachten Het kinderdagverblijf heeft haar eigen invalkrachten in dienst. Er wordt gebruik gemaakt van invalkrachten bij ziekte of verlof van de vaste pedagogisch medewerkers. Alle invalkrachten werken regelmatig op ons centrum en zijn op de hoogte van onze werkwijze en beleid. Zij voldoen aan dezelfde opleidingseisen als onze vaste pedagogisch medewerkers. 4.2
Structureel overleg
Om de zes weken wordt vergaderd over zaken als regelgeving, materiaal groepen, activiteiten, pedagogisch handelen. Kortom, alles wat te maken heeft met het kinderdagverblijf. Door gezamenlijk na te denken over deze zaken kunnen wij tot een gezamenlijke oplossing of alternatief komen, wat ten goede zal komen voor de kwaliteit van ons werk. Tevens ondersteunt de pedagoog de pedagogische medewerksters in hun denken en doen.
Pedagogisch beleidsplan kinderdagverblijf ChouChou Versie 1.6
12
4.3
Ondersteuning
De ontwikkelingen van ieder pedagogisch medewerkster wordt op voet gevolgd en jaarlijks besproken met de manager/pedagoog. Vervolgens wordt er samen een plan van aanpak gemaakt om de kwaliteit van het werk van de pedagogisch medewerkster te verbeteren door haar of te ondersteunen in haar keuzes en handelingen en/of door haar een opleiding te laten volgen. De pedagogisch medewerkster krijgt de gelegenheid om aan te geven hoe zij zich verder wil ontwikkelingen. 4.4
Achterwacht
Het komt weleens voor dat in de ochtend- en middaguren de pedagogische medewerksters alleen openen en sluiten, met name in de zomermaanden door laag kind aantal. Zij zijn dan een half uur alleen in het pand. Hierdoor is er een achterwacht geregeld. Als achterwacht kan als eerst Elena Rakuts, tel 0620686352, benaderd worden. Zij kan binnen 15 minuten op de vestiging zijn. In geval van directe spoed hebben wij ook contacten in de straat geregeld die onmiddellijk te hulp kunnen komen (binnen 1 minuut, denk hierbij aan brand). Eerste contactpersoon is Snackbar Fes, tel 0641380191. In geval van calamiteit zoals brand kunnen de kinderen bij hen opgevangen worden. 4.5 Meldplicht Sinds 1 juli 2013 is het verplicht voor zowel de medewerkers als de houders om (vermoedens van) mishandeling en/of misbruik te melden bij de vertrouwensinspecteur van de Inspectie van het Onderwijs. Het telefoonnummer van het team van vertrouwensinspecteurs is 0900 111 31 11. In onze beleidsstuk (te vinden in de gang en op website) staat uitgebreid in wat de meldplicht inhoudt en wordt er m.b.v. een stappenplan uitgelegd hoe te handelen.
Pedagogisch beleidsplan kinderdagverblijf ChouChou Versie 1.6
13
Hoofdstuk 5 Bewaking kwaliteit 5.1 Inleiding Het kinderdagverblijf hecht veel waarde aan kwaliteit. Ons kwaliteit wordt bewaakt in meerdere opzichten. In eerste instantie zijn er richtlijnen opgesteld voor het handelen van de pedagogisch medewerkers in dit beleidsplan. In elk vergadering wordt een deel van het pedagogisch beleidsplan besproken en eventueel aangepast. Tevens worden er regelmatig cursussen gevolgd die betrekking hebben op het verbeteren van de kwaliteit in ons kinderdagverblijf. Als laatst wordt elk jaar de kwaliteit bewaakt door middel van risico inventarisatie. Hier wordt gekeken naar de veiligheid en gezondheid op de vestiging. Hieronder kunt u meer hierover lezen. 5.2 Beleid veiligheid Jaarlijks wordt de veiligheid van ons kinderdagverblijf gecontroleerd door middel van risico inventarisatie. Zaken zoals stopcontacten, speelgoed, meubilair etc. worden op de groepen geïnventariseerd aan de hand van een vragenlijst, wat een lijst met alle risico’s oplevert. Alle risico’s en de oplossingen/beperkingen worden verwerkt in een plan van aanpak. In het plan van aanpak wordt tevens opgenomen binnen welk termijn de maatregelen uitgevoerd moeten worden en wie verantwoordelijk is. Aan de hand van de vragenlijst en plan van aanpak zijn tevens huisregels opgesteld. Deze huisregels worden bij aanvang van de werkzaamheden van de pedagogisch medewerkers aan ze uitgedeeld. Bij aanpassingen worden de aangepaste versies aan hen verstrekt. Vanaf 1 juli 2013 is het vierogenprincipe verplicht in de kinderopvang. Dit houdt in dat er altijd een andere volwassene moet kunnen meekijken of meeluisteren met de beroepskracht. Het vierogenprincipe is bedoeld om de veiligheid in de kinderopvang te vergroten. Op kinderdagverblijf ChouChou is er samenspraak met de OC gekozen voor transparantie. Hiermee wordt bedoeld dat elk ruimte duidelijk zichtbaar is via een raam, zelfs de slaapkamers. Verder hebben we een camerasysteem. Het systeem neemt de gang en de ingang van het kinderdagverblijf op. De opnames worden opgeslagen op een harddisk, die gedurende twee weken bewaard blijft. 5.3 Beleid gezondheid Jaarlijks wordt tevens de gezondheid van ons kinderdagverblijf gecontroleerd door middel van risico inventarisatie. Zaken zoals hygiëne op de groepen worden geïnventariseerd aan de hand van een vragenlijst. Ook hier geldt dat er een lijst met risico’s, plan van aanpak en huisregels worden opgesteld. Voor meer informatie over het beleid kunt u zich wenden tot de vestigingsmanager.
Pedagogisch beleidsplan kinderdagverblijf ChouChou Versie 1.6
14
Hoofdstuk 6 Samenwerken met ouders/verzorgers Samen met de ouders/verzorgers zijn wij verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het kind. Hoewel de ouders/verzorgers de eindverantwoordelijk hebben is ons aandeel zeer groot. Het is hierdoor van belang voor het kind dat er een goede samenwerking is tussen ouder/verzorger en de groepsleiding. 6.1 Afstemming en structureel contact Om een goede samenwerking tussen ouder/verzorger en groepsleiding te bereiken is veel overleg nodig. In de loop der tijd leren wij de ouder/verzorger kennen en leren de ouders/verzorgers waar kinderdagverblijf ChouChou en haar groepsleiding voor staat. Elke ochtend geven de ouders/verzorgers overdracht aan de pedagogische medewerksters, zoals hoe laat het kind heeft gegeten, of hij/zij goed heeft geslapen, hoe het weekend is geweest. Aan het eind van de dag vertellen de pedagogisch medewerksters aan de ouders/verzorgers hoe het kind gedurende de dag heeft gedaan: of hij goed heeft gegeten, met wie heeft hij gespeeld, aan welke activiteiten heeft hij deelgenomen. Naast de dagelijkse contacten op de groep hebben wij ook contact met ouders/verzorgers tijdens het intakegesprek, wenperiode, jaarlijkse 10-minutengesprek en op ouderavonden. 6.2 Oudercommissie Het kinderdagverblijf streeft ernaar om altijd de hoogste kwaliteit te bieden aan ouders en hun kinderen. Bij ons staan het kind en de ouder/verzorger centraal. Wij willen maatwerk bieden en om dit optimaal te realiseren is het contact met de ouders van ons kinderdagverblijf van groot belang. Daarom hebben we zoals elk kinderdagverblijf een oudercommissie. In ons oudercommissie bieden wij volop de kans om de kwaliteit van ons kinderdagverblijf te bespreken. Het kinderdagverblijf heeft een actieve oudercommissie die advies geeft aan de directie over beleidsmatige kwesties en over de kwaliteit van het kinderdagverblijf. Zij komen ten minste vier keer per jaar bijeen om de directie te ondersteunen en te adviseren over actuele zaken en over onderwerpen die vanuit ouders komen. Voor meer informatie over de oudercommissie kunt u zich wenden tot de vestigingsmanager of kunt u de verslagen inzien van de OC-vergaderingen (deze bevinden zich in de hal). 6.3 Informatie en afspraken U kunt informatie over kinderdagverblijf ChouChou vinden op ons website, maar u kunt ook terecht bij de vestigingsmanager in het kinderdagverblijf zelf. U kunt een afspraak maken met de vestigingsmanager die u vervolgens eerst een rondleiding biedt en daarna al uw vragen zal beantwoorden. Na de plaatsing van uw kind kunt u ook terecht bij de vestigingsmanager voor al uw vragen omtrent de financiën, ruilen van dagen, extra dag, opzegging. Voor kindgerelateerde vragen, zoals vragen over voeding, slapen en bepaald gedrag, kunt u terecht bij de groepsleiding. Mocht u bepaalde wensen hebben wat betreft uw kind, dan kunt u dit aangeven bij de intake. Samen met de groepsleiding wordt gekeken in hoeverre uw verzoek ingewilligd kan worden.
Pedagogisch beleidsplan kinderdagverblijf ChouChou Versie 1.6
15