Pedagogisch beleidsplan
Voorwoord Met trots presenteren wij u het pedagogisch beleidsplan van Kiddoozz! In Rotterdam, Dordrecht en Vlaardingen heeft Kiddoozz Kinderopvang locaties voor hele dagopvang (voor kinderen van 0 tot 4 jaar) en buitenschoolse opvang (voor kinderen op de basisschool). Alle locaties zijn verschillend. Verschillend in grootte, in soort gebouw, ze staan in verschillende wijken, maar bovenal: elke locatie heeft eigen kinderen en een eigen team van medewerkers. Dit pedagogisch beleidsplan geeft aan alle verschillende locaties, aan de ouders, kinderen en medewerkers, een aantal kaders waar Kiddoozz in elk geval aan voldoet. Het geeft richting aan het handelen van de medewerkers van Kiddoozz Kinderopvang in het belang van het welzijn en welbevinden van de kinderen die bij ons opvang krijgen. Voor medewerkers is het de leidraad waaraan zij zich moeten houden en zij worden er ook op aangesproken als dat niet gebeurt. U als lezer bent voor ons belangrijk! U bent een ouder, een kind, een aankomend medewerker of wellicht een gemeente, GGD of collega-kinderopvangorganisatie en u wilt graag weten welke richtlijnen Kiddoozz hanteert. In dit beleidsplan leest u de algemene richtlijnen over onze werkwijze en de omgang met de kinderen. Elke afzonderlijke locatie heeft een pedagogisch werkplan ontwikkeld, waarin u meer kunt lezen op welke manier er verder inhoud wordt gegeven aan de richtlijnen van het pedagogisch beleid. U bent van harte uitgenodigd om ook het pedagogisch werkplan op de locatie op te vragen en mee te nemen! Wij wensen u veel leesplezier en een prettige samenwerking met Kiddoozz Kinderopvang! Namens alle medewerkers van Kiddoozz Kinderopvang,
Ben Schnieders Jeannette Melief Directie Kiddoozz Kinderopvang
15-01-2015/4.0
2 van 21
PEDB-0001
15-01-2015/4.0
3 van 21
PEDB-0001
Inhoudsopgave Inleiding Missie van de organisatie Visie op ontwikkeling van de kinderen Visie op samenwerking met ouders Visie op medewerkers
blz.
5
1. Pedagogische visie 1.1 Richtinggevers 1.2 Inspiratie vanuit pedagogen 1.3 Vier pedagogische opvoedingsdoelen
blz.
6
2. Algemene werkwijze 2.1 Vertrouwd en veilig op de stamgroep c.q. basisgroep 2.2 Maximale groepsgrootte 2.3 Activiteiten buiten de stamgroepen 2.4 Voor en vroegschoolse educatie 2.5 Ruilen of extra dagen 2.6 Vier ogen principe 2.7 Vroeg en voorschoolse educatie (VVE) 2.8 Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling
blz.
12
3. Personeelsbeleid 3.1 Kwaliteit beroepskrachten 3.2 Achterwacht 3.3 Overige medewerkers
blz.
18
4. Ouderbeleid 4.1 Contact tussen ouders en pedagogisch medewerkers 4.2 Oudercommissie 4.3 Tevredenheidonderzoek
blz.
20
Bijlage 1
blz.
21
15-01-2015/4.0
beroepskracht/kind-ratio
4 van 21
PEDB-0001
Inleiding Missie van de organisatie Kiddoozz is een professionele, ondernemende, multiculturele en zich steeds vernieuwende organisatie met betrokken medewerkers die kwalitatief goede, toegankelijke en klantgerichte opvang biedt aan kinderen van 0 tot 13 jaar. Door de professionele opvang van kinderen, worden ouders in staat gesteld om hun gezinsleven en beroepsleven met elkaar te combineren.
Visie op ontwikkeling van de kinderen Kiddoozz stimuleert de algehele ontwikkeling van de kinderen, zodat ze goed worden voorbereid op de eigen plek in de hedendaagse maatschappij. Wij stellen ons ten doel om de kinderen te motiveren en te stimuleren, zodat ze zelfstandig kunnen functioneren, zelfredzaam worden en hun eigen identiteit kunnen ontwikkelen. Hierbij wordt respectvol omgegaan met de eigenheid van de kinderen; ieder kind is uniek in aanleg en aard en ontwikkelt zich op zijn/haar eigen tempo en op eigen wijze. Bij de kinderdagverblijven voeren wij een voor- en vroegschools educatieprogramma (VVE) uit. Op een speelse wijze worden de kinderen door middel van inrichting, spelmateriaal en activiteiten gericht uitgedaagd tot taalontwikkeling en ontluikende rekenvaardigheden. Hiermee worden de kinderen zo goed mogelijk voorbereid op de overgang naar de basisschool op 4-jarige leeftijd.
Visie op de samenwerking met ouders Samen met de ouders voelt Kiddoozz zich mede-verantwoordelijk voor de opvoeding en ontwikkeling van de kinderen. Een goede onderlinge verhouding tussen pedagogisch medewerker en ouder is dan ook essentieel. Wij wisselen informatie uit met ouders over de ontwikkeling en het welbevinden van het kind. Een observatiemethodiek helpt ons om eventuele stagnaties of achterstanden in ontwikkeling te signaleren. Indien dit aan de orde is, zullen wij in samenwerking met de ouders zoeken naar mogelijkheden om de ontwikkeling verder te stimuleren. Het beleid van Kiddoozz wordt afgestemd met de lokale oudercommissies, een vorm van medezeggenschap waar wij veel waarde aan hechten!
Visie op medewerkers Wij zijn van mening dat het duurzame succes van onze organisatie wordt bewerkstelligd door de professionele en liefdevolle inzet van onze Kiddoozz-medewerkers. Het is immers hun betrokkenheid en motivatie die bepalend zijn voor de kwaliteit van de opvang en de activiteiten die worden geboden aan de kinderen en de ouders. Onze medewerkers voelen zich verbonden met de kinderen en hun ouders. Daarnaast committeren zij zich aan hun collega’s en de vastgestelde werkwijze. Onze medewerkers hebben de juiste opleiding, een verklaring omtrent gedrag (VOG) en goede referenties van een vorige werkgever. Maar bovenal blijven zij dagelijks geïnspireerd door de kinderen. Wij belonen onze medewerkers met passende arbeidsvoorwaarden, een prettig team van collega’s, een leidinggevende die aandacht heeft voor de medewerkers en mogelijkheden tot bijscholing en loopbaanontwikkeling. 15-01-2015/4.0
5 van 21
PEDB-0001
1. Pedagogische visie Elk kind is uniek en heeft een eigenheid die voortkomt uit aard, aanleg en opvoeding. Wij respecteren elk kind en bieden het kind mogelijkheden zich op eigen wijze en op eigen tempo spelenderwijs te ontwikkelen. Om de kinderen daarin zo goed mogelijk te faciliteren bieden wij de kinderen structuur en regelmaat. Onze medewerkers verbinden zich aan het kind en de ouders door liefdevol en met aandacht hun werk te doen. Bovendien verbinden zij zich aan onze pedagogische visie en zullen zij daarbij bewust en in verbondenheid naar hun eigen handelen en dat van hun collega’s blijven kijken. Kiddoozz, dat gun je ieder kind! In onze pedagogische visie vormen de richtinggevers de basis voor het dagelijks handelen van onze medewerkers. Daarnaast beschrijven wij de ideeën van een pedagoog, waar wij door geïnspireerd zijn en vertalen wij de richtinggevers naar de vereiste opvoedingsdoelen uit de Wet Kinderopvang
1.1 Richtinggevers Wij hanteren richtinggevers die dienen als wegwijzers voor de medewerkers. De door ons gekozen richtinggevers zijn:
15-01-2015/4.0
6 van 21
PEDB-0001
1.2 Inspiratie van een pedagoog Onze medewerkers worden vaak door meerdere bekende pedagogen geïnspireerd, zoals Maria Montessori, Thomas Gordon en Rudolf Steiner. De denkwijze van Friedrich Wilhelm August Fröbel past eigenlijk het beste bij de belangrijkste uitgangspunten van Kiddoozz. Daarom is hij voor ons de grootste inspirator. Fröbel is een bekende Duitse pedagoog, die de oprichter was van de oudste kleuterschool. Het woord “fröbelen” is rechtstreeks aan hem verbonden. Fröbel had naturalistische opvattingen over de ontwikkeling van kinderen. Dat betekent dat het aangeboren vermogen van een kind bepalend is voor de ontwikkeling. Een kind komt met een “natuurschat” ter wereld, die zich spontaan ontplooit via de verschillende stadia van het leven. Elk kind ontwikkelt zich volgens een van te voren vastgesteld plan. Externe factoren kunnen het ontwikkelingsproces stimuleren of afremmen. Onze taak als pedagogisch medewerkers en medeopvoeders is om de kinderen op de opvang een stimulerende omgeving te bieden waarin zij zich kunnen ontwikkelen. De naturalisten leggen dan ook nadruk op de inrichting van de omgeving en de aanpak van de opvoeders. Ze zijn van mening dat het kind gevolgd moet worden vanuit het unieke individu van het kind. Als medeopvoeders moeten wij het kind de tijd gunnen om zich in zijn eigen tempo te ontwikkelen, eigen initiatief en belangstelling te tonen. Fröbel is van mening dat de verschillende ontwikkelingsfasen die een kind doormaakt heel belangrijk zijn. Het is dan ook essentieel dat de pedagogisch medewerkers goed op de hoogte zijn van deze verschillende ontwikkelingsfasen. Ook is Fröbel van mening dat door middel van handenarbeid kinderen kennismaken met abstracte structuren. Zo heeft hij verschillende spelmaterialen ontwikkeld zoals de blokkendozen; die op al onze locaties aanwezig zijn. Volgens Fröbel zijn lichamelijke beweging en handenarbeid belangrijke voorwaarden zodat kinderen zich kunnen ontwikkelen en in harmonie komen met zichzelf. Hierdoor ontstaat er een evenwicht tussen het kind zelf en zijn omgeving. Doordat Fröbel een naturalist was speelt de natuur een belangrijke rol. Kinderen moeten in contact komen met de natuur door buiten te spelen en lichamelijke beweging. In ons beleid voeren wij dit uit. Juist omdat de Kiddoozz-locaties vaak midden in de stad staan, proberen wij (op kleine schaal) de kinderen te laten kennismaken met natuur (planten, dieren, klimaat). Ons streven is dat kinderen dagelijks buiten moeten spelen.
15-01-2015/4.0
7 van 21
PEDB-0001
1.3 Vier pedagogische opvoedingsdoelen uit de Wet Kinderopvang Liefde en balans ofwel het bieden van emotionele veiligheid Het is belangrijk dat de ouders zich prettig en vertrouwd voelen bij de opvang van hun kind. Daarom zullen wij investeren in een goede relatie tussen onze medewerkers en de ouders. Bij de haal- en brengmomenten wordt gebouwd aan een open contact met de ouders, waarin wederzijds vertrouwen centraal staat. Wij vinden het belangrijk om bij elk kind de balans te vinden tussen structuur en regels enerzijds en de eigenheid van het kind met de mogelijkheid om zelf keuzes te maken anderzijds. Onze medewerkers accepteren de kinderen zoals ze zijn en treden ze liefdevol en met respect tegemoet. Alle kinderen worden serieus genomen en gewaardeerd. Wij vinden elk kind uniek en bijzonder en dat laten onze medewerkers iedere dag merken. Eigen initiatieven van kinderen worden gestimuleerd en bemoedigd. De kinderen mogen eigen keuzes maken en worden regelmatig uitgenodigd om mee te doen aan activiteiten. Deze uitnodiging is vrijblijvend en stimulerend en sluit aan op de behoefte en belevingswereld van het kind. In de groep wordt gezorgd voor een open en ontspannen sfeer. Onze medewerkers benaderen de kinderen positief. In het directe contact met de kinderen is er aandacht voor de kinderen door oogcontact en wordt er goed geluisterd naar de kinderen. De medewerkers verheffen hun stem niet en leggen de kinderen uit waarom ze iets doen, of waarom ze iets van de kinderen verlangen. Het pedagogisch kader vormt de basis voor de communicatie. Van al onze medewerkers vragen wij dan ook dat zij beschikken over de volgende vaardigheden:
Reageren op hetgeen zij bij het kind opmerken (sensitieve responsiviteit) Volgen van het kind en het geven van de kans om de dingen zelf te doen en daarvan te leren (respect voor de autonomie van het kind) Praten, uitleggen en luisteren (de medewerkers helpen de kinderen met het verwoorden van hetgeen zij bedoelen)
15-01-2015/4.0
8 van 21
PEDB-0001
Spelen ofwel gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties Kinderen leren door te spelen. En dat kan op velerlei gebied zijn.
KIJK, IK MAG ER ZIJN
De kinderen krijgen bij Kiddoozz vertrouwen in zichzelf en in anderen doordat zij in de groep contact hebben met andere kinderen en de medewerkers. Door het omgaan met anderen leert het kind zijn emoties hanteren in relatie tot zichzelf en anderen.
KIJK, IK VOEL, DENK EN ONTDEK
De verstandelijke ontwikkeling van het kind gaat vooral spelenderwijs. Spelend leren en lerend spelen horen bij elkaar, zowel op het KDV als de BSO. Door het aanbieden van educatieve activiteiten op het KDV o.a. met het VVE-programma ‘Ben ik in beeld’ of “Startblokken”, stimuleert Kiddoozz de cognitieve ontwikkeling van de kinderen.
LUISTER, IK KAN HET ZELF ZEGGEN
De kinderen leren om taal en woorden te begrijpen en uiteindelijk ook zelf te gebruiken. Medewerkers stimuleren deze competenties door te verwoorden, te praten en te luisteren, verhalen te vertellen en voor te lezen. Op de BSO door gesprekken onderling te stimuleren, gevoelens onder woorden te brengen en goed voorbeeld te geven. Bij Kiddoozz wordt dus expliciete aandacht besteed aan de taalontwikkeling van kinderen.
KIJK, IK KAN ‘T ZELF, HET LUKT ME
De ontwikkeling van de motoriek gaat over de ontwikkeling van de zintuigen en van het lichaamsbesef. Deze ontwikkeling verloopt in de eerste vier jaar met grote sprongen. Later gaat de ontwikkeling meer geleidelijk. Pedagogisch medewerkers volgen de ontwikkeling van elk kind en bieden steeds passende activiteiten aan. Het buitenspelen neemt bij Kiddoozz een belangrijke positie in bij de motorische ontwikkeling. Niet alleen doordat buitenspelen fysiek tot uitdagingen leidt, maar ook het ervaren van de natuur in voelen, ruiken, horen en zien, biedt veel ontwikkelmomenten.
15-01-2015/4.0
9 van 21
PEDB-0001
Aandacht ofwel gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van de sociale competenties Voor het bevorderen van de sociale competentie biedt de groep in de kinderopvang een unieke oefenplek. Wij stimuleren kinderen in het communiceren, delen, samenwerken, helpen en conflicten oplossen. Vanaf anderhalf jaar zijn groepsactiviteiten van belang voor het ontwikkelen van de sociale kwaliteiten. In deze fase raken kinderen gevoelig voor het maken van eenvoudige afspraken en het hanteren van simpele spelregels, zoals op je beurt wachten. Zo leren kinderen zich bewust te worden van anderen, een relatie op te bouwen met leeftijdsgenootjes, rekening met elkaar te houden, samen te werken en samen te spelen. Onze pedagogisch medewerkers begeleiden de interactie binnen de groep hierin zorgvuldig. Op de buitenschoolse opvang is de ontwikkeling van sociale competenties anders van inhoud dan op de basisschool. In de BSO-tijd is er sprake van vrije tijd voor de kinderen, waardoor er minder sturing is op de activiteiten en op de samenwerkingsverbanden dan op school. Dit biedt voor kinderen kansen om hun sociale competenties op de BSO verder te ontwikkelen. De medewerkers geven op de BSO het goede voorbeeld aan de kinderen; hun wijze van communiceren, conflictbemiddeling, troosten, zal vaak worden gekopieerd. Ook de manier waarop wij met collega’s en ouders omgaan, is een voorbeeld voor kinderen hoe zij hun sociale relaties aangaan.
Het is vooral de taak van onze pedagogisch medewerkers om de kinderen op de BSO te begeleiden waar dat nodig is en om grenzen te stellen. Kinderen gaan zelf de sociale relaties aan en ontdekken daarin zelf wat goed gaat en wat niet goed werkt. De kinderen hebben vrijheid van handelen en onderhandelen binnen de kaders die op de BSO gesteld zijn. Uiteraard zijn deze kaders samen met de kinderen opgesteld en voor alle kinderen duidelijk. Daar hoort ook bij dat de kinderen de grenzen ontdekken en wel eens overschrijden. Binnen de BSO is daar ruimte voor en tegelijkertijd worden de kinderen begrenst in wat sociaal nietacceptabel is. 15-01-2015/4.0
10 van 21
PEDB-0001
Divers ofwel kinderen gelegenheid bieden om zich normen en waarden, de cultuur van een samenleving eigen te maken Om goed te kunnen functioneren in de samenleving, moeten kinderen zich de regels, normen en waarden van die samenleving eigen maken. Jonge kinderen moeten nog leren wat goed en kwaad is en wat de normen en waarden van hun samenleving zijn. Hun geweten moet nog gevormd worden. Onze pedagogisch medewerkers hebben daarom een uiterst belangrijke taak, als het gaat om het hebben van een voorbeeldfunctie in het uitdragen van regels, normen en waarden en omgangsvormen. Wij zijn ons bewust van ons voorbeeldfunctie in handelen, spreken en gedrag. De regels die wij hanteren zijn afhankelijk van de leeftijd van de kinderen. In de BSO worden de regels samen met de kinderen opgesteld. Bovendien is onze pedagogisch medewerker ook bezig met reflectie en discussie; waarom is iets belangrijk? Er zijn diverse soorten regels, zoals huisregels (bijvoorbeeld als je klaar bent met spelen, zelf opruimen), hygiëneregels (bijvoorbeeld na het plassen handen wassen), regels voor het binnen en buiten spelen (bijvoorbeeld zuinig zijn met speelgoed) en regels over het gebruik van de computer en internet. Uiteraard is het voor alle kinderen duidelijk wat de consequenties zijn wanneer afspraken niet worden nageleefd. Ook is het noodzakelijk in de ontwikkeling van de kinderen, om in de gelegenheid gesteld te worden regels af te tasten en te ervaren wat er gebeurt, als ze daarin grenzen overschrijden. Bij normen en waarden en regels horen ook omgangsvormen. Ook hier hebben wij afspraken over gemaakt. Voorbeelden zijn: bij Kiddoozz lossen wij ruzies op door te praten, wij gebruiken alleen normale woorden en alle kinderen zijn eerlijk tegen elkaar en de medewerkers. Naast normen en waarden is ook cultuuroverdracht belangrijk. In de kinderopvang is er sprake van een bijzondere mix van verschillende culturen, religies, sociale achtergronden en leefstijlen. Een afspiegeling van de samenleving waarin de kinderen later hun plekje krijgen, met respect voor alle culturen en leefstijlen. Kinderen hebben de gelegenheid om op een ongedwongen manier kennis te maken met de diversiteit van de samenleving en van elkaar te leren. Al onze medewerkers zijn zich bewust van de rijkheid van diversiteit. Bij Kiddoozz zijn er veel kinderen met ieder hun eigen culturele en religieuze achtergrond. Bij ons worden feesten van verschillende culturen worden gevierd en uitgelegd aan de kinderen.
15-01-2015/4.0
11 van 21
PEDB-0001
2. Algemene werkwijze In dit hoofdstuk zal worden beschreven hoe de opvang plaats vindt in de praktijk. 2.1. Vertrouwd en veilig in de stamgroep c.q. basisgroep Kinderen en medewerkers horen bij elkaar in een vaste stamgroep (KDV) of basisgroep (BSO). Op het KDV is de groepsruimte voor de kinderen een herkenbare en vertrouwde ruimte, waarin zij zich kunnen ontwikkelen. In de verschillende hoeken vinden activiteiten plaats, zoals bijv. in een leeshoek, bouwhoek of huishoek. De groepsruimte is zodanig ingericht en ingedeeld dat kinderen van verschillende leeftijden op de leeftijd afgestemde activiteiten kunnen ontwikkelen. De inrichting is kindgericht door de materiaal- en kleurkeuze. Op de BSO hebben kinderen ook hun eigen basisgroep, waar zij bijvoorbeeld na schooltijd drinken of wat eten. Kinderen in de basisschoolleeftijd zijn in mindere mate gebonden aan een eigen groepsruimte om zich fysiek veilig te voelen. Voor hen is het belangrijk dat de locatie in zijn totaliteit een herkenbare en vertrouwde plek is. Dit creëren wij doordat de groepsgenootjes, klasgenootjes én pedagogisch medewerkers voor hen bekend en vertrouwd zijn. De accenten liggen voor de BSO-kinderen anders, omdat zij op school al in groepen werken en de BSO hun ruimte en invulling van vrije tijd wil bieden. De fysiek veilige omgeving wordt door Kiddoozz gegarandeerd, aangezien wij voldoen aan alle voor de kinderopvang geldende wet- en regelgeving. Er wordt jaarlijks een risicoinventarisatie gedaan op het gebied van veiligheid en gezondheid, waarbij de te nemen acties in een actieplan worden opgenomen. Tevens worden ongevallen geregistreerd en besproken ten einde herhaling te voorkomen. Kiddoozz werkt met de landelijke meldcode bij het signaleren van kindermishandeling en huiselijk geweld. 2.2 Maximale groepsgrootte Wij voldoen op alle locaties aan de maximale omvang van de stam- en/of basisgroepen dagopvang/ buitenschoolse volgens de GGD normen. Elke locatie heeft een andere indeling. In het locatie-gebonden pedagogisch werkplan is de specifieke situatie van de locatie opgenomen. In grote lijnen worden de volgende groepen gehanteerd (het maximum is afhankelijk van de vierkante meters van de groepsruimte):
Op de babygroepen met kinderen van 2,5 tot 18 of 24 maanden zitten maximaal 8 tot 12 kinderen. Op de verticale groepen met kinderen van 2,5 tot 48 maanden zitten maximaal 13 tot 16 kinderen Op de peutergroepen met kinderen van 18 tot 48 maanden zitten maximaal 14 tot 16 kinderen Op de BSO-groepen zitten maximaal 10 kinderen in een basisgroep
15-01-2015/4.0
12 van 21
PEDB-0001
Uiteraard volgen wij ook de richtlijnen voor het benodigd aantal pedagogisch medewerkers per groep. Dat betekent dat er 2 tot 3 pedagogisch medewerkers op de groepen aanwezig zijn. De juiste verhouding is terug te vinden in bijlage 1.
15-01-2015/4.0
13 van 21
PEDB-0001
2.3 Activiteiten buiten de stamgroep De stamgroep is voor de kinderen op het KDV hun basis, waar zij altijd op terug kunnen vallen. Op deze groep worden de kinderen verzorgd. De stamgroep biedt rust en regelmaat aan de kinderen. Het is voor kinderen geen natuurlijke situatie om de hele dag in één ruimte te spelen. Bij Kiddoozz werken wij dan ook met open deurenbeleid. Dit is een pedagogische methode waarbij kinderen structureel de gelegenheid krijgen om buiten de eigen groepsruimte met kinderen van andere groepen te spelen. Deze ontmoeting met de kinderen van andere groepen wordt “geregeld” door de pedagogisch medewerkers. De kinderen worden in de gelegenheid gesteld en ondersteund om zelf een keuze te maken uit de aangeboden activiteiten. Zo zullen alle kinderen gebruik kunnen maken van de volledige binnen- en buitenruimte op desbetreffende locatie. Met het open deurenbeleid krijgen de kinderen regelmatig de gelegenheid om de omgeving buiten hun eigen groepsruimte te verkennen. Dit kan buitenspelen of spelen in de hal zijn met kinderen van andere stamgroepen, maar ook in de groepsruimtes van de andere stamgroepen. Deze extra bewegingsvrijheid geeft de kinderen meer uitdaging en exploratieruimte. Bovendien worden de kinderen in de gelegenheid gesteld andere kinderen te leren kennen, maar ook om met een vriendje, vriendinnetje, broertje of zusje in een andere stamgroep te spelen. Na afloop van de activiteit komt ieder kind terug op de eigen stamgroep waar de activiteiten nabesproken worden. In de praktijk worden de groepen aan het begin en aan het einde van de dag samengevoegd. Dat kan ook het geval zijn tijdens de vakantieperiode, indien de kindbezetting laag is. De groepen worden altijd op dezelfde wijze samengevoegd, zodat de kinderen zich ook op de samengevoegde groep prettig en vertrouwd voelen. Op de BSO wordt gewerkt vanuit een locatiegericht aanbod. Bij een locatie met meerdere groepen is iedere groepsruimte anders ingericht, met een ander accent en/of sfeer zoals een huiselijke sfeer, computermogelijkheden, knutselfaciliteiten en sport-activiteiten. Dit systeem heeft voor de kinderen veel te bieden en is aangepast aan hun vraag en behoefte, zoals wij die in de praktijk ervaren. Kinderen krijgen zo de kans om zelf keuzes te maken bij de invulling van hun vrije tijd. Zij kunnen die activiteiten ondernemen waar zij zin in hebben en spelen met die kinderen met wie zij willen spelen. Structureel georganiseerde activiteiten in het opendeurenbeleid wordt beschreven in de pedagogische werkplannen van de locatie. Bij incidentele opendeurenactiviteiten wordt door de pedagogisch medewerker nagegaan of deze voldoen aan de richtlijnen van Kiddoozz zoals beschreven in het pedagogisch beleidsplan. De kinderen moeten zich in elk geval voldoende veilig voelen. Er zijn afspraken gemaakt ten aanzien van de observatie van de kinderen tijdens de activiteit en over het terugkeren naar de stamgroep indien nodig.
15-01-2015/4.0
14 van 21
PEDB-0001
2.4 Wenbeleid Als kinderen voor instromen op het KDV of BSO of als kinderen intern doorstromen naar een andere groep, dan vinden wij het belangrijk dat het kind de gelegenheid heeft om te wennen. Op deze manier is er voldoende tijd en aandacht voor het kind om de overgang naar een nieuwe situatie te vergemakkelijken. Nieuwe kinderen mogen voordat de plaatsing ingaat maximaal 2 dagdelen wennen. De wenmomenten worden met de ouders besproken in het intakegesprek en de ouders krijgen de afgesproken wentijden mee in een brief. De meeste kinderen die op een babygroep zitten, stromen door naar een andere groep zodra zij 18 maanden zijn. Op sommige groepen bij Kiddoozz is het doorstroommoment bepaald op 24 maanden. De doorstroommomenten zijn beschreven in het protocol “wennen”, waarbij wordt uitgegaan van maximaal vijf wenmomenten. Dit wenschema krijgen de ouders mee. Overigens kan incidenteel het doorstroommoment van een kind worden vervroegd of verlaat in overleg met mentor en ouders, indien de ontwikkeling van het kind dat wenselijk maakt. Per groep kan maximaal één kind wennen per dagdeel. Indien kinderen binnen de contractperiode wennen, wordt PKR losgelaten op groepsniveau, maar is de PKR wel kloppend op locatieniveau (terugvoerend naar de PKR van beide groepen). 2.5 Ruilen of extra dagdelen Ouders kunnen altijd een aanvraag doen voor een extra dag(deel) of het ruilen van een dag op de groep van hun kind. Of dit toegekend wordt, hangt af van de kindbezetting op de groep. Indien er ruimte is binnen het gestelde maximum (zie groepsgrootte en PKR), dan mag een kind extra komen. Bij ruiling geldt daarnaast de regel dat de ruiling moet plaatsvinden binnen dezelfde week. Indien er een aanvraag is voor structureel extra dagdelen en er is nog geen plek op de eigen stamgroep, kan het kind tijdelijk en met schriftelijk instemming van de ouder(s) voor die extra dagdelen op een tweede stamgroep worden geplaatst voor maximaal 3 maanden. 2.6 Vier ogen principe Bij Kiddoozz wordt zoveel mogelijk gewerkt met vier-ogen op een groep. Dat houdt in dat pedagogisch medewerkers niet langere tijd alleen en ongezien is met een kind of een groep kinderen. Dat bereiken wij door daar waar mogelijk ramen te hebben om doorkijk vanuit andere ruimtes mogelijk te maken. Bij een lage bezetting worden groepen samengevoegd (zoals bij de start en het einde van de dag) zodat er twee pedagogisch medewerkers op de groep aanwezig zijn. Bovendien worden stagiaires zoveel mogelijk ingezet als extra. Op alle locaties is in het pedagogisch werkplan beschreven op welke wijze de teams invulling geven aan een open en professioneel werkklimaat. De drempel om elkaar op bepaalde gedragingen aan te spreken wordt zo laag mogelijk gehouden. Het is de taak van het team en de leidinggevende om afspraken te maken met elkaar. Daarom wordt het vierogenprincipe tenminste één keer per jaar in het teamoverleg van de locatie besproken. Ook de oudercommissies worden door ons jaarlijks geïnformeerd over de inspanningen die de locaties hebben verricht op dit gebied en de plannen die er zijn voor het volgende jaar. 15-01-2015/4.0
15 van 21
PEDB-0001
2.7 Vroeg voorschoolse educatie (VVE) VVE is een onderwerp dat in heel Nederland op de agenda staat in de kinderopvang. Veel kinderen hebben een taalachterstand op het moment dat zij op vierjarige leeftijd naar de basisschool gaan. Uit onderzoek blijkt dat deze kinderen de achterstand niet of nauwelijks inlopen. Bij Kiddoozz wordt gewerkt met Vroeg en Voorschoolse Educatie (VVE). Sommige locaties werken met ‘Startblokken’, maar de meeste locaties werken met ‘Ben ik in beeld’ Met deze programma’s stimuleren de pedagogisch medewerkers de (taal)ontwikkeling van de kinderen. Zij doen dit door middel van bijvoorbeeld spelactiviteiten, constructieve, beeldende, lees/schrijf- en reken/wiskundige activiteiten. Onderdeel van Ben ik in Beeld is de pop Puk die deel uitmaakt van de groep. Het VVE-programma geldt vooral voor de kinderen vanaf 2 jaar. Bij Kiddoozz wordt het programma op de peutergroepen en de verticale groepen gevoerd, waardoor ook de kinderen onder de twee jaar er al van kunnen meeprofiteren. Zelfs op de babygroepen zijn medewerkers al bezig met VVE op het niveau dat bij de baby’s past. Jaarlijks worden alle kinderen geobserveerd. Elk kind heeft een eigen mentor, die specifiek naar de eigen mentorkinderen kijkt. De mentor is verantwoordelijk voor het invullen van de observatie formulier en het uitvoeren van de oudergesprekken. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de observatiemethode KIJK! Na deze observaties stelt de pedagogisch medewerker pedagogische doelen op van hoe zij het kind wilt stimuleren, begeleiden en ondersteunen. De observaties en de pedagogische doelen worden in een 10 minutengesprek met de ouders besproken. Om de vroeg- en voorschoolse educatie te laten slagen, is het belangrijk dat ouders goed op de hoogte zijn en daar waar mogelijk ook meedoen met activiteiten. De ouders worden dan ook op allerlei manieren op de hoogte gehouden van de VVE-thema’s. Wij nodigen de ouders regelmatig uit om mee te doen met activiteiten en wij organiseren voor ouders informatiebijeenkomsten. Samen met de ouders geven wij de kinderen de best mogelijke start op de basisschool! Als een kind 3 jaar en 9 maanden is wordt een overdrachtsdocument ingevuld. Dit wordt na toestemming van de ouders naar de basisschool van het kind toegestuurd. Indien van toepassing wordt een zorgboekje ingevuld. Dit geldt meestal voor kinderen waarbij er extra aandacht nodig is. Uiteraard worden ouders betrokken bij de invulling van het zorgboekje. Alle medewerkers worden getraind voor het VVE-programma “Ben ik in beeld”, zowel op de baby-, verticale als peutergroepen. Voor de groepen waar het VVE-programma wordt uitgevoerd is er dagelijks tenminste één pedagogisch medewerker met VVE- certificaat aanwezig. Er is een specifiek opleidingsplan aanwezig om het VVE-programma bij alle medewerkers levendig te houden. 15-01-2015/4.0
16 van 21
PEDB-0001
2.8 Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling Kiddoozz hanteert het op landelijk niveau ontwikkelde model Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voor kindercentra, waarin een duidelijke procedure is vastgelegd die gevolgd wordt in het geval van een (vermoeden) van kindermishandeling en/of seksueel misbruik. Waarom een aandachtfunctionaris? Iedereen die beroepsmatig met kinderen en gezinnen werkt is sinds 2013 door de overheid verplicht om met een meldcode te werken. Aandacht voor kindermishandeling is belangrijk, de kinderen brengen veel tijd door op onze kindercentra en in geval van mishandeling dient er signalering plaats te vinden. De Meldcode geeft richtlijnen hoe te handelen. Onze aandachtsfunctionarissen zijn deskundig op het gebied van huiselijk geweld en kindermishandeling. Zij kunnen collega’s die een vermoeden hebben van kindermishandeling ondersteunen en tevens kunnen zij de ouders bij hulpvragen ondersteunen. Wat doet een Aandachtsfunctionaris? Wanneer een pedagogisch medewerker afwijkend gedrag of onvoldoende ontwikkeling bij een kindje opmerkt, wordt dit in eerste instantie met de ouder besproken. Maar wanneer er geen verbetering optreedt, of wanneer er een vermoeden van kindermishandeling is, zal dit besproken worden met de aandachtsfunctionaris. De aandachtsfunctionaris zal de ouders uitnodigen voor een gesprek samen met de pedagogisch medewerker. Dit is een gesprek om te inventariseren wat er aan de hand is en om richting ouders aan te geven waarom wij ons als kinderopvang organisatie zorgen maken. Uiteindelijk streven we naar het vinden van een oplossing. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat we intern hulp bieden, maar ook dat we extern hulp vragen. Bij ernstige gevallen zijn wij verplicht een melding te maken bij het AMK, Advies- en Meldpunt Kindermishandeling.
15-01-2015/4.0
17 van 21
PEDB-0001
3. Personeelsbeleid in de praktijk 3.1 Kwalificatie van onze medewerkers Op alle locaties wordt zoveel mogelijk gewerkt met vaste en vertrouwde pedagogisch medewerkers, zodat de medewerkers de kinderen goed leren kennen en de kinderen steeds een vertrouwd gezicht zien. Onze medewerkers hebben tenminste een vakgerichte opleiding op niveau 3. Alle pedagogisch medewerkers beschikken over een V.O.G. (verklaring omtrent gedrag). Omdat wij de veiligheid van de kinderen belangrijk vinden, hebben alle pedagogisch medewerkers het diploma Kinder – EHBO, of zij volgen zij de cursus na indiensttreding. Wij werken met functionerings- en beoordelingsgesprekken. In deze gesprekken hebben wij aandacht voor onze medewerkers en wordt er gesproken over leerpunten en de wijze waarop zij op een bewuste manier in relatie staan tot het kind. De medewerkers bij Kiddoozz hebben het belang en het welzijn van het kind altijd voorop staan. Dat betekent ook dat zij openstaan voor andere ideeën, meningen en culturen. Zij hebben inzicht in hun handelen in interactie met kinderen, ouders en collega's en kunnen reflecteren op het eigen werk. 3.2 Achterwacht Bij Kiddoozz wordt er zoveel mogelijk van uitgegaan dat er twee mensen op een locatie aanwezig zijn. Mocht dat niet het geval zijn, is er altijd een volwassen persoon bereikbaar als achterwacht. Dit betekent in de praktijk dat er altijd iemand oproepbaar is die binnen 15 minuten ter plaatse kan zijn om de pedagogisch medewerker te ondersteunen en toezicht kan houden op de kinderen. De specifieke achterwacht staat per locatie in het pedagogisch werkplan. Bij Kiddoozz is het niet toegestaan om alleen op een locatie te zijn, terwijl er op dat moment wordt afgeweken van de van beroepskracht/kindratio. Kiddoozz is van mening dat er dan onvoldoende waarborging is van de veiligheid van de kinderen en de medewerker. 3.3 Overige medewerkers bij Kiddoozz Kiddoozz heeft een flexteam met vaste invalkrachten. Dit zijn een aantal pedagogisch medewerkers die in dienst zijn en die tijdens vakantiedagen en/of ziekte van het personeel opgeroepen kunnen worden om in te kunnen vallen. Door onze flexwerkers is het meestal mogelijk een bekend gezicht op de groepen te laten invallen. De kinderen krijgen 4 dagen per week een warme maaltijd. Daarom hebben wij zelf medewerksters in dienst die voor de kinderen een heerlijke maaltijd bereiden in onze eigen keukens. Vers en gezond! De medewerksters die koken, dragen zorg voor het bereiden van eten, volgens het vastgestelde voedingsbeleid en hygiënecode voor kleine organisaties. De schoonmaak van de locaties gebeurt ook door medewerkers die in dienst zijn van Kiddoozz. Op sommige locaties zijn groepshulpen aanwezig, die naast huishoudelijk werk ook de pedagogisch medewerkers ondersteunen bij de activiteiten met kinderen. Twee facilitaire medewerkers zorgen voor (technisch) onderhoud, reparaties en andere klussen.
15-01-2015/4.0
18 van 21
PEDB-0001
Bij Kiddoozz kunnen leerlingen en stagiaires terecht om praktijkervaring op te doen voor hun opleiding. Wij helpen graag mee om de toekomstige medewerkers op te leiden en ervaring te laten opdoen. Uiteraard worden de leerlingen en stagiaires begeleid door onze pedagogisch medewerkers en praktijkbegeleider. Bij Kiddoozz werken wij alleen met mensen die bij Kiddoozz bekend zijn als medewerker, invalkracht, stagiair of (in uitzonderingsgevallen uitzendkracht).
15-01-2015/4.0
19 van 21
PEDB-0001
4. Ouderbeleid 4.1 Oudercontacten Contact met de ouder(s) en verzorger(s), vinden we erg belangrijk. Dagelijks bij het halen of brengen maken onze medewerkers graag tijd voor overdracht en andere zaken die voor het kind van belang zijn. Zijn er lastige, moeilijke situaties thuis dan is het belangrijk dat wij hiervan op de hoogte zijn. Op deze manier kunnen wij de kinderen ook de aandacht geven die ze nodig hebben. Tenminste één keer per jaar is er gelegenheid voor een 10 minutengesprek. In dit gesprek bespreken wij met de ouders de KIJK-observatie van het kind. Bij bijzonderheden in de ontwikkeling van het kind hechten wij veel waarde aan de ervaringen van de ouders hieromtrent. Samen met de ouders wordt er gezocht naar een oplossing. Kiddoozz stelt het belang van het kind voorop. Een verwijzing naar deskundige hulp kan door ons worden gegeven. In dat geval wordt aan de ouders verzocht om toestemming te geven voor informatie-uitwisseling, o.a. naar het Centrum Jeugd en Gezin of naar de voorschools maatschappelijk werker. Kiddoozz is aangesloten bij SISA en heeft de meldcode ondertekend voor het signaleren van kindermishandeling en/of huiselijk geweld. Naast de mogelijkheden voor een gesprek met de pedagogisch medewerker(s) van uw kind organiseren wij twee keer per jaar een thema- bijeenkomst voor de ouders. De thema- bijeenkomst gaat over diverse opvoedingszaken, bijvoorbeeld straffen en belonen, spel en speelgoed, affectie geven enz. Als u behoefte hebt aan bepaalde thema’s of onderwerp kunt dit aangeven bij de pedagogisch medewerker. 4.2 Oudercommissie Wij vinden het belangrijk dat de ouders meedenken en adviseren over het beleid van Kiddoozz. Op de locaties zijn lokale oudercommissies die volgens een vastgesteld reglement werken. 4.3 Tevredenheidonderzoek Om de kwaliteit van onze locaties te bewaken, voeren wij om het jaar een tevredenheidonderzoek uit. Dit onderzoek wordt anoniem ingevuld door onze ouder(s) via een onafhankelijke internetsite. De ouders krijgen verschillende vragen om te beoordelen zoals pedagogisch klimaat, accommodatie en voorzieningen, pedagogisch medewerkers, locatiespecifieke zaken enz. Onze organisatie is van mening dat de tevredenheidonderzoek een goede beoordeling is voor onze organisatie. Door te investeren in de tevredenheid van ouders wordt de dienstverlening als hoogwaardig en onderscheidend ervaren. 15-01-2015/4.0
20 van 21
PEDB-0001
Bijlage 1
Pedagogisch medewerker/kind ratio
Dagopvang één pedagogisch medewerker per vier aanwezige kinderen tot 1 jaar; één pedagogisch medewerker per vijf aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; één pedagogisch medewerker per acht aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; één pedagogisch medewerker per acht aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar; Een stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen in een groep van alleen 0-jarigen en maximaal 16 kinderen bij samengestelde groepen van 0-4 jaar (waarvan maximaal 8 kinderen van 0 jaar, zie ook 1 in de tabel); Voor het maximaal aantal op te vangen kinderen gelden onderstaande ratio’s Schema voor de berekening van de pedagogisch medewerker/kindratio (PKR) en maximale groepsgroottes bij groepen dagopvang van samengestelde leeftijd. Leeftijd PM-ers 0 tot 1 1 tot 2 2 tot 3 3 tot 4 0 tot 2 0 tot 3 0 tot 4 1 tot 3 1 tot 4 2 tot 4
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Maximale Maximale Maximale Maximale PM-er PM-er Pm-er aantal aantal aantal aantal 4 2 8 3 12 ---- ---5 2 10 3 15 4 16 8 2 16 ---------- ---8 2 16 ---------- ---1 1 5 2 9 3 14 4 16 1 5 2 10 1 3 15 1 4 16 1 6 2 12 1 3 16 1 ---- ---6 2 11 3 16 ---- ---7 2 13 3 16 ---- ---8 2 16 ---------- ----
Buitenschoolse opvang Eén pedagogisch medewerker per tien (aanwezige) kinderen; Wanneer kinderen in de leeftijd van 4 tot13 of wanneer enkel kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 7 jaar in de basisgroep zitten, geldt een maximale groepsgrootte van twintig kinderen; Wanneer enkel kinderen in de leeftijd van 8 tot13 in de basisgroep zitten, geldt een maximale groepsgrootte van dertig kinderen.
15-01-2015/4.0
21 van 21
PEDB-0001
