Pedagogisch beleidsplan Kov-Hebbes
Enschede, 6 januari 2014
Pagina 1 van 29 Pedagogisch beleidsplan kov. Hebbes, januari 2014, Versie 4
Inhoudsopgave Pagina Inleiding Doelstelling van Kinderopvang Hebbes Integrale Kind Centra (IKC) Opzet beleidsplan
4 5 6 6
Hoofdstuk 1 Padagogisch beleid 1.1 Pedagogische kijk op kinderopvang 1.2 Visie op kind en ontwikkeling 1.3 Basisdoelen van het pedagogisch beleid 1.4 Sport en bewegen 1.5 De Nederlandse taal 1.6 Gezondheid en veiligheid
7 7 9 11 11 11
Hoofdstuk 2 Het pedagogische beleid in de praktijk 2.1 Basisdoel 1 Veiligheid 2.1.1 Kinderen zitten in vaste (stam)groepen 2.1.2 We werken met vaste medewerkers 2.1.3 Het vier-ogen principe 2.1.4 Inrichting van de (speel)omgeving 2.2 Basisdoel 2 Ontwikkelen van persoonlijke competenties 2.3 Basisdoel 3 Ontwikkelen van sociale competenties 2.4 Basisdoel4 Normen, waarden , cultuur 2.5 Sport en bewegen 2.6 Dagritme 2.7 Samenwerken met ouders
12 12 14 15 16 16 17 18 19 20 20
Pagina 2 van 29 Pedagogisch beleidsplan kov. Hebbes, januari 2014, Versie 4
Hoofdstuk 3 De rol van onze leid(st)ers
22
Hoofdstuk 4 VVE Voor- en Vroegschoolse Educatie 4.1 VVE 4.2 VVE aanpak Hebbes 4.3 VVE en Ouderbetrokkenheid 4.4 Warme overdracht
24 25 26 26
Hoofdstuk 5 Zorgstructuur 5.1 Interne zorgstructuur 5.2 Externe zorgstructuur 5.3 Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling
26 27 27
Slotwoord
28
Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3
Kaleidoscoop Piramide beroepspraktijkplan stagiaires
Pagina 3 van 29 Pedagogisch beleidsplan kov. Hebbes, januari 2014, Versie 4
Inleiding In dit pedagogisch beleidsplan beschrijven wij onze visie op kinderopvang en Voorschoolse Educatie voor peuters. Wij willen hiermee graag een duidelijk beeld scheppen over Kinderopvang Hebbes, over hoe wij denken over kinderopvang en hoe wij dit in de praktijk brengen. Het pedagogisch beleidsplan geeft richtlijnen voor het handelen en de omgang met kinderen in ons kinderdagverblijf en onze peuteropvang en buitenschoolse opvang. Doordat elke locatie zijn eigen charme kent en qua indeling op zichzelf staat wordt er in dit pedagogisch beleidsplan af en toe gerefereerd aan een bepaalde locatie. Wij streven ernaar ons pedagogisch beleidsplan up to date te houden. We bespreken de inhoud jaarlijks met onze medewerk(st)ers en stemmen af met de oudercommissie. Wij staan voor de inhoud, zij kunnen daar eventueel aanvullingen of correcties op aangeven. We streven ernaar om een transparante organisatie te zijn, zowel voor onze ouders en medewerk(st)ers als voor de controlerende instanties zoals de GGD. Dit doen wij door dit pedagogisch beleidsplan samen met onze huisregels, protocollen, notulen van de oudercommissies, nieuwsbrieven, etc. via onze website op internet te publiceren. Ook zijn deze gegevens te vinden in de zogeheten “oudermappen” die op elke locatie aanwezig zijn. Op dit moment werken wij volgens dit pedagogisch beleidsplan op de volgende locaties: - Kinderdagverblijf Hengelosestraat 161 te Enschede - Kinderdagverblijf Haaksbergerstraat 236 te Enschede - Kinderdagverblijf Geessinkweg 250 te Enschede - Buitenschoolse opvang Geessinkweg 250 te Enschede - Buitenschoolse opvang G.J van Heekstraat 14 te Enschede (speeltuin Kozakkenpark) - Peuteropvang de Harlekijn Regulusstraat 8-10 te Enschede - Peuteropvang Kleine Beer Zevensterstraat 3 te Enschede - Peuteropvang Twekkie Schietbaanweg 30 te Enschede - Peuteropvang Bruintje Beer Pastoor Geertmanstraat 17 te Enschede - Peuteropvang Dikkie Dik J.P Coenstraat 9 te Enschede - Peuteropvang Boris Beer Geesinkbrink 1 te Enschede - Peuteropvang Diedel Dumpie Het Lang 78 te Enschede
Pagina 4 van 29 Pedagogisch beleidsplan kov. Hebbes, januari 2014, Versie 4
Doelstelling van Kinderopvang Hebbes Kinderopvang Hebbes is een professionele, dynamische en vooral kwalitatief hoogwaardige kinderopvangorganisatie. Voor alles streven wij ernaar dat kinderen in de leeftijd van 0 tot 13 jaar bij ons in betrokken en betrouwbare handen zijn, door hoge kwaliteitseisen te stellen aan ons handelen, onze activiteiten, voorzieningen en medewerk(st)ers. Op al onze locaties wordt een kind op een positieve, duidelijke en eenduidige manier benaderd en behandeld, zodat het veiligheid en geborgenheid ervaart. Wij zien elk kind als een uniek individu, met z’n eigen karakter, talenten en bijzonderheden. Bij Hebbes willen we talenten herkennen en stimuleren, en zelfstandigheid bevorderen. We willen de ontwikkeling van elk kind ondersteunen en stimuleren en bieden daarom voor peuters hoogwaardige voorschoolse educatie aan, zodat elk kind een goede start in de basisschool kan maken. Een prominente plaats in onze aanpak nemen dan ook de leermethoden Kaleidoscoop en Piramide in, evenals het streven naar ouderbetrokkenheid. We gaan er vanuit dat ouders, na het lezen van ons pedagogisch beleidsplan, een bewuste keuze maken voor Kov-Hebbes. Dat ons beleid aansluit bij de opvattingen van ouders over opvoeden en over hoe je met een kind omgaat. Dat we er samen voor zorgen dat ons kostbaarste ‘bezit’ op een veilige, harmonieuze manier uit kan groeien tot een mooi mens. De eerste zes jaren van een kind zijn cruciaal voor zijn ontwikkeling, wij zijn ons er van bewust dat wij belangrijk zijn voor dit (ontwikkelings-) proces. We willen dat ouders weten en voelen dat hun kind bij ons in goede handen is. Dit hopen we te bereiken door: - Het kind centraal te stellen in ons handelen en onze activiteiten. Daarom hebben we ook bewust voor de leermethoden Kaleidoscoop en Piramide gekozen. -
Op een pedagogisch vernieuwende en verantwoorde manier kinderopvang aan te bieden. Het invoeren van de registratiemethode TikTik is hier een recent voorbeeld van. Samen met onze pedagogisch medewerk(st)ers het pedagogisch beleidsplan regelmatig te evalueren en daar waar nodig te herzien.
-
Ouders en verzorgers te betrekken bij de pedagogische beleidsvoering. - Een aantrekkelijk (leer-) bedrijf te willen zijn voor (nieuwe) medewerkers/ studenten. - Voorschoolse Educatie (VVE) aan te bieden en alle pedagogisch medewerk(st)ers hiervoor te scholen.
Samengevat: “Kov-Hebbes: een thuis voor jouw kind (en onze medewerk(st)ers)”
Pagina 5 van 29 Pedagogisch beleidsplan kov. Hebbes, januari 2014, Versie 4
Integrale Kind Centra Hebbes geeft op diverse locaties samen met de basisscholen vorm aan de Integrale Kindcentra (IKC’s). In deze IKC’s werken we met peuteropvang, kinderdagopvang en de basisschool samen aan opvang, ontwikkeling, en onderwijs. Een integraal kind centrum is een voorziening voor kinderen van 0-12 jaar, waar zij gedurende de dag komen om te leren, spelen, ontwikkelen en ontmoeten. Alle ontwikkelingsterreinen van kinderen komen aan bod. Het IKC biedt een totaalpakket op het gebied van educatie, opvang en ontwikkeling. Met de basisscholen wordt samengewerkt om een doorgaande ontwikkelingslijn te garanderen. Er is veel aandacht voor het contact met ouders/verzorgers. Zij worden ook uitgenodigd mee te doen aan allerlei activiteiten.
Opzet beleidsplan In dit pedagogisch beleidsplan beschrijven we achtereenvolgens onze pedagogische visie en de daarop gebaseerde doelen van Kinderopvang Hebbes (in hoofdstuk 1). Vervolgens beschrijven we hoe dit beleid er in de praktijk uitziet en door ons wordt uitgevoerd (in hoofdstuk 2). In hoofdstuk 3 gaan we nader in op de rol van onze leid(st)ers, want dankzij goede leidsters kan Hebbes goede kinderopvang aanbieden! Daarna gaan we (in hoofdstuk 4) nader in op de VVE, en wordt besproken hoe de uitvoering van de Voorschoolse Educatie bij Hebbes wordt aangepakt. Goede kinderopvang heeft ook een goede zorgstructuur nodig, hoe dit bij Hebbes is geregeld komt in hoofdstuk 5 aan de orde. Specifieke informatie over de leermethoden Kaleidoscoop en Piramide is in de Bijlagen 1 en 2 terug te vinden. Bij dit pedagogisch beleidsplan horen een aantal protocollen, toestemmingsverklaringen en huisregels. Deze treft u eveneens als bijlage aan en zijn na te lezen op onze internet site: www.kov-hebbes.nl
Pagina 6 van 29 Pedagogisch beleidsplan kov. Hebbes, januari 2014, Versie 4
Hoofdstuk 1
Pedagogisch beleid
1.1 Pedagogische kijk op kinderopvang De afgelopen jaren is er veel onderzoek gedaan naar de effecten van kinderopvang op het leven van jonge kinderen. De kwaliteit van de kinderopvang blijkt cruciaal te zijn voor de ontwikkeling van een kind. Opvang van kinderen in een kwalitatief hoogwaardig kinderdagverblijf kan langdurige positieve effecten hebben op zowel de sociale- en persoonlijkheidsontwikkeling van kinderen als op de taal- ontwikkeling en schoolprestaties. Hebbes biedt een veilige omgeving waarin kinderen samen met leeftijdgenootjes onder deskundige begeleiding spelend leren en zich ontwikkelen. We streven ernaar om kwalitatief de best mogelijke kinderopvang aan te bieden. Dit doen we door regelmatig ons handelen onder de loep te nemen en te werken met deskundig personeel dat regelmatig wordt bijgeschoold en gecoacht. Ook steunen we ouders en verzorgers en stemmen ons handelen met hen af. De kern van ons pedagogisch beleid is de hoge kwaliteit van de interacties tussen leid(st)ers en kinderen en de verschillende contexten waarin de interacties plaatsvinden om de kinderen zich zo goed mogelijk te laten ontwikkelen. 1.2 Visie op kind en ontwikkeling Wat heeft een kind nodig om zich te kunnen ontwikkelen? Ontwikkeling is een dynamisch proces waarin aanleg- en omgevingsfactoren elkaar wederzijds beïnvloeden. Ontwikkeling is tevens een continu proces, een doorgaande lijn. Bepaalde ontwikkelingen zijn daarbij gekoppeld aan specifieke leeftijdsfasen, en perioden van snelle veranderingen wisselen af met perioden van kleinere of minder zichtbare veranderingen. Kinderen ontwikkelen zich op alle terreinen, we onderscheiden: motorische-, sociaalemotionele- en cognitieve ontwikkeling, waaronder ook de taal en het denken vallen. Daarbij ontwikkelen kinderen hun fantasie en creativiteit, zelfstandigheid en zelfredzaamheid, persoonlijkheid, moreel besef, communicatieve vaardigheden… Het hele kind ontwikkelt zich en de onderscheiden terreinen hangen dan ook samen. Ontwikkelen gaat niet vanzelf, ook al doen kinderen het wel zelf. Kinderen zijn afhankelijk van de volwassenen om hen heen. Kov-Hebbes heeft zich in haar pedagogische visie o.a. laten inspireren door Professor Marianne Riksen-Walraven. Een jong kind is vanaf de geboorte een verbazingwekkend competent wezen met een aangeboren gedrevenheid om die competentie steeds verder te ontwikkelen. Kinderen lijken van nature “geprogrammeerd” te zijn om zelf greep te krijgen op hun omgeving, om te communiceren met anderen en zo de cultuur op te zuigen van de gemeenschap waarin ze zijn terecht gekomen.
Pagina 7 van 29 Pedagogisch beleidsplan kov. Hebbes, januari 2014, Versie 4
Ze zijn altijd bezig om de betekenis te achterhalen van wat er om hen heen gebeurt, om er “verhalen van te maken”. Twee aangeboren ”programma’s” of “gedragssystemen” spelen daarbij een bijzondere rol en vormen als het ware de motor van de ontwikkeling: het ene gericht op exploratie (= verkennen) het andere op communicatie. Voor kinderen is spel een belangrijk instrument voor verdere ontwikkelings- en leerprocessen. Tijdens het spel komt het leren op gang, onder andere op het gebied van sociale ontwikkeling, communicatie en taal. De kwaliteit van de interactie tussen volwassene en kind speelt daarbij een grote rol. Allerlei facetten van aard en aanleg, ontwikkeling en situatie spelen een rol bij wat een kind nodig heeft om zich (verder) te kunnen ontwikkelen. Elk kind heeft zorg, aandacht, veiligheid en geborgenheid nodig: een kind is afhankelijk. Kinderen ontwikkelen zich door dingen zelf te doen, ze hebben kracht en mogelijkheden om zichzelf te ontwikkelen en moeten hiervoor kans, ruimte, uitdaging en stimulering krijgen: een kind is competent. Het heeft andere mensen en kinderen nodig, moet samen kunnen spelen, zich verbonden voelen: een kind is sociaal. Ieder kind is anders, een kind moet zichzelf kunnen zijn, zich op eigen manier en tempo kunnen ontwikkelen: een kind is uniek.
Om invulling te geven aan deze visie werken wij in de kinderdagverblijven en peuteropvang met de leermethoden Kaleidoscoop en Piramide.
Pagina 8 van 29 Pedagogisch beleidsplan kov. Hebbes, januari 2014, Versie 4
Onze uitgangspunten zijn hierbij: - Kinderen actief betrekken bij de activiteiten die ze doen, hierbij gaan wij uit van de motivatie en nieuwsgierigheid van het kind zelf. -
-
-
Ieder kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo, doch in een voorspelbare volgorde. De stimulans en steun van een geschoolde pedagogisch medewerk(st)er bevordert de intellectuele, sociale, emotionele en lichamelijke ontwikkeling. Door de keuze en zelfredzaamheid van een kind te respecteren versterken wij het gevoel van eigenwaarde, verantwoordelijkheid en zelfbeheersing. Door observatie brengen wij de individuele ontwikkeling van elk kind in kaart. We hebben hoge verwachtingen van elk kind, dat betekent dat we uitdagend spel aanbieden, kinderen dingen zelf laten proberen, natuurlijk zo nodig met steun, en de sterke kanten van elk kind willen ontdekken en stimuleren. Bij Hebbes wordt ontwikkelingsgericht gewerkt, we helpen kinderen grenzen verleggen en zorgen voor een prikkelende en uitdagende omgeving en activiteitenaanbod. We zijn daarbij tegelijkertijd opbrengstgericht: alle kinderen goed voorbereid naar de basisschool is ons doel bij de opvang van peuters. Daar waar nodig zorgen we voor extra ontwikkelingsstimulering en we toetsen of ons handelen de gewenste resultaten oplevert.
1.3 Basisdoelen van het pedagogisch beleid Op basis van de pedagogische visie heeft Kov-Hebbes een viertal basisdoelen geformuleerd, om onze kwaliteit te waarborgen. Dit zijn: 1. Veiligheid; een veilige basis bieden, een “thuis” waar kinderen zich kunnen ontspannen en zichzelf kunnen zijn . Elk kind heeft zorg, aandacht, veiligheid en geborgenheid nodig. Ze moeten zich veilig en beschermd voelen. Een kind dat zich veilig voelt staat open om te spelen en te leren. Het gevoel van veiligheid in de kinderopvang wordt bepaald door -
-
-
de inzet van een vaste en sensitieve verzorger. De beschikbaarheid van sensitief reagerende opvoeders in de eerste levensjaren van een kind bevordert het incasseringsvermogen van een kind, de ontwikkeling van sociaal gedrag en empathie. Op onze locaties werken wij met een groep vaste medewerk(st)ers, die wij coachen in het sensitief reageren op de kinderen, dit betekent dat zij snel de signalen van kinderen oppikken en hierop reageren. Elk kind wordt gezien en gehoord, met elk kind bouwen we een relatie op. De aanwezigheid van bekende leeftijdgenoten. De aanwezigheid van bekende leeftijdsgenoten kan bijdragen aan een gevoel van veiligheid. In de tweede helft van het eerste levensjaar leren kinderen elkaar kennen wanneer zij elkaar regelmatig zien. In vaste groepen kunnen kinderen al in het tweede levensjaar een duidelijke voorkeur ontwikkelen voor één of twee groepsgenoten. de inrichting van de (speel)omgeving. De kinderen spelen bij Hebbes in (een) vaste groepsruimte(n). Deze ruimte is bekend, hier kunnen ze zich vertrouwd voelen. De ruimte is zo ingericht dat deze een uitdagende speel-leer-omgeving vormt voor het kind, volgens de principes van de gebruikte methode Kaleidoscoop of Piramide.
Pagina 9 van 29 Pedagogisch beleidsplan kov. Hebbes, januari 2014, Versie 4
2. Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties. Kinderen ontwikkelen zich door dingen zelf te doen, ze hebben kracht en mogelijkheden om zichzelf te ontwikkelen en moeten hiervoor kans, ruimte, uitdaging en stimulering krijgen. Kinderen ontwikkelen hun persoonlijke competenties door exploratie, de wereld ontdekken, en spel. De kennis en vaardigheden van de leidsters om het spel te verrijken en de ontwikkeling van competenties te bevorderen, de aanwezigheid van leeftijdgenootjes, de inrichting van de ruimte en het aanbod van materialen zijn middelen om dit doel te bereiken. Met behulp van de VVE-methodieken Kaleidoscoop en Piramide werken we opbrengstgericht en ontwikkelingsgericht aan de hele ontwikkeling van de kinderen, zodat zij als ze vier worden goed voorbereid de overstap naar de basisschool kunnen maken. 3. Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties. Elk kind heeft andere mensen en kinderen nodig, moet samen kunnen spelen, zich verbonden voelen. Interactie met de leid(st)ers is voor de ontwikkeling van communicatie vooral bij jonge kinderen van essentieel belang. Maar ook de interactie met leeftijdgenootjes en de anderen kinderen in de groep stimuleert de ontwikkeling van sociale competenties. Samen spelen en delen is belangrijk, we leren kinderen hoe ze dit kunnen doen. Kinderen leren veel van de omgang met elkaar en met de leidsters. Door met elkaar een groep te zijn zullen kinderen zich sociaal moeten aanpassen. In de groep gelden bepaalde regels, soms moet een kind op zijn beurt wachten, het moet delen met andere kinderen… Samen vieren we feest en lossen we conflicten op. 4. Eigen maken van normen en waarden, de cultuur Om goed in de maatschappij te kunnen functioneren is het nodig dat kinderen de waarden en normen en de regels van de maatschappij waarin zij leven leren kennen en zich deze eigen maken. Kov-Hebbes is een veel bredere samenlevingsvorm dan het gezin. Kinderen ontmoeten er veel verschillende mensen en maken kennis met een diversiteit aan waarden, normen en verschillende culturen. De groep biedt mogelijkheden om zich de algemeen geldende waarden, normen en regels van de samenleving eigen te maken. Bij Kov-Hebbes verstaan wij onder waarden, normen en regels het volgende: - Waarden gaan over wat we met elkaar belangrijk vinden - Normen gaan over wat we in gedrag wel en niet goed vinden (hoe “hoort” het) - Regels zijn de praktische vertaling van de waarden en normen. Waarden en normen worden weerspiegeld in rituelen en gewoontes, in regels op de groep, in de sfeer en aankleding van de ruimten, in het handelen van de leid(st)er, in de manier van omgaan met elkaar. De belangrijkste waarden en normen die Kov-Hebbes wil uitdragen zijn: - Respect voor elkaar, laat elkaar in de waarde en geef elkaar de ruimte om te zijn wie je bent (bijv. wachten op je beurt); - Gelijkwaardigheid: de één is nooit meer dan de ander; - Waardering voor elkaar; - Positief en open met elkaar omgaan; - Eerlijkheid; Pagina 10 van 29 Pedagogisch beleidsplan kov. Hebbes, januari 2014, Versie 4
- Aandacht, luisteren naar elkaar, belangstelling tonen, betrokkenheid en empathie tonen; - Tolerantie en verdraagzaamheid, rekening houden met elkaar; - Elkaar helpen; - Anderen niet opzettelijk pijn doen of in gevaar brengen; - Goed zorgen voor jezelf en je lijf, de natuur, netjes omgaan met speelgoed en spullen van andere kinderen; - Verantwoordelijkheidsgevoel.
1.4 Sport en bewegen Spel, sport en bewegen wordt door ons gezien als één van de belangrijkste onderdelen van onze pedagogische aanpak. Kov-Hebbes ziet sport en bewegen als belangrijk middel om aan de vier hierboven beschreven doelen te werken. Sporten en bewegen stimuleert namelijk op enorm veel vlakken de ontwikkeling van een kind in elke leeftijdsgroep. Het ontwikkelen van de persoonlijke competenties, zelfvertrouwen, flexibiliteit, zelfstandigheid en het aanpassingsvermogen worden er door getraind. Ook de sociale vaardigheden worden aangesproken, zoals samen spelen, je in een ander kunnen verplaatsen, conflicten voorkomen en oplossen. En laten we niet vergeten dat we door middel van spel en bewegen ook leren empathie te tonen en respect voor elkaar te kweken. De ontwikkeling van het denken (cognitieve ontwikkeling) speelt daarbij altijd een rol.
1.5 De Nederlandse taal Bij Kov-Hebbes wordt de Nederlandse taal als voertaal gebruikt. Dit doen we om de kinderen de kans te geven de Nederlandse taal zo goed mogelijk te leren beheersen en gebruiken. Voor kinderen die een extra steuntje in de rug kunnen gebruiken voor hun taalontwikkeling is het VVE (vroeg en voorschoolse educatie) traject in het leven geroepen. Kinderen die dit nodig hebben worden intensief begeleid met speciaal hiervoor ontwikkelde programma’s. Wij hebben ervoor gekozen om met de educatieve programma’s Kaleidoscoop (Kinderdagopvang) en Piramide (Peuteropvang) te werken. Het zijn beide methodes die zich richten op de brede ontwikkeling van kinderen met speciale aandacht voor taalontwikkeling. Folders over de programma’s zijn bij Kov-Hebbes in te zien/ te verkrijgen.
1.6 Gezondheid en veiligheid Elk jaar worden er risico inventarisaties gemaakt op het gebied van veiligheid en gezondheid (hygiëne). Deze worden jaarlijks opgesteld om te “toetsen” of Kov-Hebbes de veiligheid en de gezondheid van de op te vangen kinderen kan waarborgen en garanderen. Deze inventarisaties worden voor elke locatie per groep opgemaakt. De beleidsmedewerker zorgt ervoor dat elk jaar deze inventarisaties worden getoetst en daar waar nodig worden aangepast. Op locatie worden er elke vergadering een aantal aspecten uit de risico-inventarisaties besproken om er voor te zorgen dat alle medewerk(st)ers op hoogte zijn en blijven van de inhoud.
Pagina 11 van 29 Pedagogisch beleidsplan kov. Hebbes, januari 2014, Versie 4
-
De jaarlijkse inventarisatie wordt uitgevoerd door onze beleidsmedewerker en een leid(st)ers van de stamgroep. De uitslagen van de risico-inventarisaties worden desgewenst besproken met oudercommissie. Op verzoek neemt een lid van de oudercommissie deel aan de inventarisatie. De medewerk(st)ers die deze risicoinventarisaties uitvoeren worden jaarlijks afgewisseld, dit om zo kritisch mogelijk te blijven. Onze beleidsmedewerkster draagt er zorg voor dat er op elke locatie recente exemplaren van de risico-inventarisaties aanwezig zijn. Deze zijn te vinden op de stamgroep en in de “oudermap”. Tevens worden deze risico-inventarisatie jaarlijks door de GGD beoordeeld.
-
Wij hanteren de GGD wijzer om ons daar waar nodig achtergrond informatie te verschaffen over kinderziekten, infecties en virussen. Ook het GGD schoonmaakrooster wordt op onze locaties gehanteerd.
-
Hoe wij omgaan met levensmiddelen en hygiëne is na te lezen in de hygiënecode voor kleine instellingen en onze werkwijzer voor de leid(st)ers, deze liggen op onze locaties ter inzage.
Hoofdstuk 2 Het pedagogisch beleid in de praktijk In dit hoofdstuk wordt de vormgeving en uitvoering van het pedagogisch beleid in de praktijk beschreven. 2.1
Basisdoel 1: VEILIGHEID
2.1.1 Kinderen zitten in vaste (stam)groepen Aantal kinderen per groep De dagopvang vindt plaat in stamgroepen. De maximale groepsgrootte is wettelijk vastgelegd: - In de leeftijd tot één jaar zijn gelijktijdig maximaal 12 kinderen aanwezig; - In de leeftijd tot en met drie jaar zijn gelijktijdig ten hoogste zestien kinderen aanwezig, waaronder maximaal acht kinderen in de leeftijd tot één jaar. Kinderen spelen in een vaste stamgroep We werken in principe met vaste groepen. Kinderen bewegen en spelen ook regelmatig samen, de kinderen uit de “verschillende” groepen zijn bekend met elkaar en het samengaan van de groepen wordt als iets “normaals” ervaren. - Een kind maakt bij Kov-Hebbes gedurende de week gebruik van ten hoogste twee verschillende stamgroepsruimtes (opvang op maat). - De ouders weten tot welke stamgroep(en) het kind behoort en welke beroepskrachten op welke dag aan welke groep zijn toegewezen. Pagina 12 van 29 Pedagogisch beleidsplan kov. Hebbes, januari 2014, Versie 4
-
Voor een kind dat (zoals vastgelegd in een overeenkomst tussen ouders en Hebbes) gebruik maakt van opvang op dagen die per week verschillen, gelden de regels over vaste stamgroepen, vaste medewerkers en vaste groepsruimte niet.
-
Ook incidenteel kan het zo zijn dat een kind opgevangen wordt op een voor hem/haar “vreemde” dag of tijd i.v.m. bijvoorbeeld familieomstandigheden. Het kind kan dan in overleg met de ouder in een andere stamgroep worden opgevangen. Met vooraf gegeven schriftelijke toestemming van de ouder(s) kan een kind gedurende een vooraf afgesproken periode worden opgevangen in één andere stamgroep dan toegewezen. Aan het begin van de dag voegen wij de stamgroepen samen. Door het zeer geringe aantal kinderen dat er tussen 07:00 en 08:30 aanwezig is, is het samen spelen op deze momenten voor de kinderen aantrekkelijker dan alleen op een stamgroep aanwezig te zijn. Om diezelfde reden worden ook aan het einde van de dag, na 17:00 uur, de stamgroepen samengevoegd. Als er een zeer gering aantal kinderen aanwezig is (maximaal 6 in de vakantie periodes) kan het voorkomen dat wij de gehele stamgroep samenvoegen met de tweede stamgroep van de betreffende locatie. Dit doen wij alleen als we door samen te gaan een uitdagende speel- en leersituatie creëren. De vaste activiteiten zoals eten, verschonen en eventueel slapen gebeurt over het algemeen op de vaste stamgroep. Bij speciale activiteiten (gerelateerd aan een thema of nationaal thema), kan het zijn dat wij kinderen laten mee spelen in een andere stamgroep. Bij sommige activiteiten doen kinderen van verschillende stamgroepen samen mee. Bijvoorbeeld bij het spel en bewegen doen enkel de kinderen in de leeftijd tussen 2 en 4 jaar mee. De allerkleinsten blijven op locatie.
-
-
-
Verticale groepen In de kinderdagverblijven kiezen wij bewust voor verticale groepen. Een verticale groep bestaat uit kinderen in verschillende leeftijden (van 0 tot 4 jaar). Wij houden met de samenstelling van de groepen rekening met de leeftijdsopbouw, we proberen de groep zo op te bouwen dat er voor elk kind een aantal leeftijdsgenootjes zijn. Met de verticale groepen willen we de thuissituatie zoveel mogelijk nabootsen. Een ander belangrijk argument is dat de jonge kinderen in de gemengde groep gestimuleerd worden in hun cognitieve, sociale en communicatieve vaardigheden. Kinderen leren rekening met elkaar houden en zijn de gehele dag samen met kinderen in meerdere leeftijdscategorieën. Ze blijven tot het bereiken van de 4 jarige leeftijd op een vaste groep met daar waar mogelijk vaste leid(st)ers. Voor de Kinderen in de leeftijd 3+ is er speciaal budget vrijgemaakt om de kinderen te stimuleren in hun activiteiten. Wij kijken dus naar de individuele behoefte van het iets oudere kind in de kinderdag opvang. In elke groep worden maximaal 8 baby’s geplaatst. Ook hierbij hanteren wij de beleidsregels kinderopvang. Peuteropvang In de peuteropvang komen kinderen van 2 tot 4 jaar oud, ook zij worden geplaatst in vaste groepen. Zij bezoeken de peuteropvang 2 dagdelen per week in de basisgroep, waarin maximaal 16 kinderen zijn geplaatst. Als zij deelnemen aan de VVE dan komen zij daarnaast nog 2 dagdelen in de VVE groep of in een andere basisgroep.
Pagina 13 van 29 Pedagogisch beleidsplan kov. Hebbes, januari 2014, Versie 4
BSO Ook voor de buitenschoolse opvang hanteren wij de beleidsregels kinderopvang zoals deze zijn gepubliceerd in de Staatscourant van november 2004. Voor de Buitenschoolse opvang houdt dit praktisch het volgende in. De stamgroep bestaat uit ten hoogste 20 kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt; of De stamgroep bestaat uit ten hoogste 30 kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs eindigt voor die kinderen.
2.1.2 We werken met vaste medewerkers De medewerk(st)ers werken doorgaans op dezelfde groep. Door bijvoorbeeld ziekte, verlof of vakantie kan het zijn dat de vaste leid(st)er niet aanwezig is. Bij het vervangen van een vaste leid(st)er proberen wij zoveel mogelijk te putten uit onze eigen ”invalpool”. Onze invalpool bestaat uit een aantal medewerkster(st)ers die flexibel inzetbaar zijn en al regelmatig op de locaties werkzaam zijn. Deze medewerk(st)ers zijn vertrouwd met onze huisregels en werkwijze en de kinderen van de locatie. Tevens kunnen wij een beroep doen op een uitzendorganisatie die speciaal voor Kov-Hebbes een aantal pedagogisch medewerkster beschikbaar heeft op het moment dat al onze “vaste” invallers al ingezet zijn. Dit komt helaas wel eens voor in periodes van griepepidemieën en vakantieperiodes. Aantal beroepskrachten op de groepen De Wet Kinderopvang stelt duidelijke regels m.b.t. het aantal leid(st)ers dat er op een groep aanwezig moet zijn ten opzichte van het aantal aanwezige kinderen. Het minimale aantal beroepskrachten in relatie tot het aantal aanwezig kinderen bij een gemengde (verticale) leeftijdsgroep wordt bepaald met behulp van de rekentool van de rijksoverheid. Dit houdt praktisch het volgende in: 1. Een beroepskracht per vier kinderen in de leeftijd tot 1 jaar 2. Een beroepskracht per vijf kinderen in de leeftijd van 1 tot 2 jaar 3. Een beroepskracht per zes kinderen in de leeftijd van 2 tot 3 jaar 4. Een beroepskracht per acht kinderen in de leeftijd van 3 tot 4 jaar. Kov-Hebbes hanteert voor de uitvoering hiervan in de praktijk een aantal BASISREGELS: - Er zijn altijd minimaal 2 volwassenen aanwezig op een locatie. ’s ochtend ’s om 7:00 uur openen altijd twee personen de locatie (kdv). Het kan zijn dat er door vakantie, ziekte of ander verlof geopend wordt met 1 pedagogisch medewerk(st)ers en bijvoorbeeld een facilitair medewerk(st)ers. Deze persoon dient dan als achterwacht. De eerste drie kwartier worden de kinderen gezamenlijk op een groep op gevangen. Dit vooral om dat het aantal kinderen dat voor 08:30 uur aanwezig is zeer gering is. - Om 07:45 sluiten tweetal pedagogisch medewerk(st)ers aan. De groepen worden om 08:30 opgesplitst en elk kind gaat lekker spelen in zijn “eigen” groep. Normaliter zijn er dan minimaal twee leid(st)ers per groep aanwezig. Door ziekte kan het zijn dat een inval(st)er moet worden ingeschakeld. Op zo’n moment wordt er naar de samenstelling van de groep gekeken en kan het zijn dat de groepen een moment langer samen spelen, tot het moment dat er een inval(st)er is gearriveerd. Pagina 14 van 29 Pedagogisch beleidsplan kov. Hebbes, januari 2014, Versie 4
-
Omdat wij in verticale groepen werken (kinderen van 0-4 zijn samen in een groep geplaatst), wordt het aantal beroepskrachten bepaald aan de hand van een rekenkundig gemiddelde van de voor de aanwezige leeftijdscategorieën geldende maximale aantallen kinderen.
BSO Het aantal beroepskrachten in de BSO dat Hebbes inzet komt overeen met wat wettelijk is vastgesteld: - Eén beroepskracht op 10 aanwezige kinderen in de leeftijd van 4 tot de leeftijd waarop het basisonderwijs eindigt; - Twee beroepskrachten op 30 aanwezig kinderen in de leeftijd van 8 tot de leeftijd waarop het basisonderwijs eindigt, waarbij de beroepskrachten dienen te worden ondersteund door een andere volwassene. - Altijd minimaal 2 volwassenen aanwezig, waarvan minimaal 1 beroepskracht, op de groep (een leid(st)er staat nooit alleen op de groep). Praktisch betekent dit: 1. Door ons open deuren beleid kan naast de basisgroep tussen de 4 en 8 jaar een groep kinderen worden opgevangen in de leeftijd van 8 tot 13 jaar. Hier mag naast een pedagogisch medewerk(st)er ook een volwassene worden ingezet i.p.v. een beroepskracht. Denk hierbij aan facilitair medewerk(st)er of vrijwilliger(st)er. 2. Er is altijd een achterwacht aanwezig; mocht er zich een calamiteit voordoen, dan kan een leid(st)er altijd een beroep doen op één van de oproepbare collega’s. 3. Omdat er veel sport en spel activiteiten worden georganiseerd komt het regelmatig voor dat onze twee BSO locaties, Het Kozakkenpark en BSO Geessinkweg, samen komen om te sporten op de sportfaciliteiten aan de Geessinkweg. Stagiaires / Vrijwilligers Wij fungeren als leerbedrijf voor BBL en BOL- stagiaires (BBL=beroeps begeleidende leerweg, BOL= beroeps opleidende leerweg)) Wij streven er naar om op elke groep voor minimaal 20 uur een gemotiveerde BBL stagiaire of BOL stagiaire te plaatsen . Bij het plaatsen van een BBL of BOL stagiaire is vooral de motivatie en de onderbouwing hiervan voor ons van groot belang. Op deze manier willen wij ook het verloop in stagiaires tot een minimum beperken. (Zie ook bijlage 3 het BPVplan) Het kan zijn da KOV-Hebbes gebruik maakt van de inzetbaarheid van een vrijwilliger. Deze vrijwilliger assisteert enkel in de dagelijkse gang van zaken m.b.t. de activiteiten op de peuterspeelzaal. Een vrijwilliger wordt nooit gezien of meegeteld als beroepskracht. Een vrijwilliger kan wel dienen al het extra paar ogen. Een vrijwilliger dient tevens een geldig VOG te hebben afgegeven.
Pagina 15 van 29 Pedagogisch beleidsplan kov. Hebbes, januari 2014, Versie 4
.1.3 Het vier-ogen principe We willen graag dat ouders weten dat hun kinderen veilig en in goede handen zijn bij Kov Hebbes. Daarom werken we met het vier-ogen principe, dat betekent dat er altijd twee volwassenen aanwezig zijn op de locaties. De beroepskrachten en stagiaires kunnen hun werkzaamheden dus uitsluitend verrichten terwijl ze gezien of gehoord kunnen worden door een andere volwassene. Is het aantal kinderen zeer gering (minder dan 6) dan zal er naast een beroepskracht altijd een andere volwassene aanwezig zijn. Over het algemeen is dit dan een facilitair medewerk(st)er of vrijwilliger die bekend is op de locatie en bekend is met de kinderen. Tevens kan het zo zijn dat wij naast een beroepskracht een stagiaire inzetten. Deze stagiaire moet volgens de geldende CAO regels formatief inzetbaar zijn. Mocht er zich een calamiteit voordoen dan kan er direct actie genomen worden. 2.1.4 Inrichting van de (speel)omgeving De inrichting van de speel-leeromgeving draagt bij aan verschillende hoofddoelen. Zo werkt de inrichting mee aan het creëren van een gevoel van veiligheid. Wij houden met de inrichting van de ruimte en het aanbod van de materialen veel rekening met de behoeften van het kind. De ruimte is er op gericht dat kinderen zich veilig voelen en ongestoord kunnen spelen. Het moet een uitdagende speel- en leeromgeving zijn gericht op de individuele ontwikkeling van het kind. Met aandacht voor akoestiek, licht, kleur en indeling van de ruimte is heel veel te bereiken. Bij Kov-Hebbes hebben wij de speelruimten ruimtelijk in lichte kleuren ingericht. Er is veel ruimte om te spelen en ook een plek waar het kind zich terug kan trekken om een moment van rust te nemen. Die gelegenheid wordt ook geboden. Puzzels, speelgoed en knuffeldekentjes kunnen zelf door kinderen worden gepakt. Eigen initiatief wordt hierin aangemoedigd.
2.2 Basisdoel 2: ONTWIKKELEN VAN PERSOONLIJKE COMPETENTIES Exploratie en spel zijn voor jonge kinderen de belangrijkste middelen om grip te krijgen op hun omgeving. Door exploratie ontdekt het kind nieuwe handelingsmogelijkheden die vervolgens in spel worden geoefend, uitgebouwd, gevarieerd en geperfectioneerd. Exploratie en spel zijn intrinsiek (innerlijk) gemotiveerd, ze komen vanuit het kind zelf en vormen een zeer belangrijke bron van competentiegevoelens. De kwaliteit van exploratie en spel van jonge kinderen is een voorspeller van hun latere creativiteit, onafhankelijkheid en veerkracht. Spel helpt kinderen bij het verwerken van emoties en bij de ontwikkeling van alle cognitieve (= vorming van begrip) en sociale vaardigheden. Het bevorderen van exploratie en spel van jonge kinderen krijgt bij Hebbes daarom veel aandacht. Deskundige medewerkers Omdat onze leid(st)ers een cruciale rol spelen in de ontwikkeling van persoonlijke competenties is het van groot belang dat zij beschikken over kennis en vaardigheden om kinderen uit elke Pagina 16 van 29 Pedagogisch beleidsplan kov. Hebbes, januari 2014, Versie 4
leeftijdsgroep te kunnen observeren en in hun spel en vaardigheden. Op deze manier weten zij van elk individueel kind waar zijn / haar ontwikkeling en speciale interesses liggen. Onze leid(st)ers kunnen kinderen begeleiden en het spel verrijken zonder het initiatief uit handen van de kinderen te nemen. Ze hebben hoge verwachtingen van elk kind, dat betekent dat ze uitdagend spel aanbieden, kinderen dingen zelf laten proberen, natuurlijk zo nodig met steun, en de sterke kanten van elk kind willen ontdekken en stimuleren. Kinderen hebben ruimte nodig om zich te kunnen ontwikkelen en ontplooien. Bij Hebbes leren we hen keuzes maken en geven gelegenheid om nieuwe dingen uit te proberen. We werken gericht op de SLO doelen aan de vier ontwikkelingsdomeinen: Taal, Rekenen, Motoriek en Sociaal-emotionele ontwikkeling. De observaties worden bijgehouden in het Kind volgsysteem “Kijk Op Ontwikkeling” ontwikkeld door de SLO (Stichting Leerplan Ontwikkeling) en met de ouders besproken in de 10 minuten gesprekken. Ouders worden hiervoor 1x per jaar uitgenodigd. Op verzoek van de ouders of leid(st)er kan een dergelijk gesprek vaker gevoerd worden. Bekende leeftijdgenootjes De aanwezigheid van bekende leeftijdsgenootjes is niet alleen van belang om een gevoel van veiligheid te creëren maar ook de kwaliteit van samenspel te bevorderen. Naarmate kinderen elkaar beter kennen, spelen zij meer samen en is hun spel van een hoger niveau. Ook hieruit blijkt dat het samenstellen van vaste groepen erg belangrijk is. Uitdagende speel-leeromgeving De ruimte is zo ingericht dat deze een uitdagende speel-leer-omgeving vormt voor het kind, volgens de principes van de gebruikte methode Kaleidoscoop of Piramide. Wij kiezen er bewust voor weinig “kant en klaar” speelgoed aan te bieden vooral m.b.t. het buiten spelen. Met een aantal dekentjes, stoelen en wat Legoblokken, bouwen we vandaag een prachtige boot en morgen een boerderij. Voor de jongste kinderen (0 tot 3) proberen wij zoveel mogelijk gelegenheid te scheppen voor uitdagingen en motorisch spel. Wij stemmen onze speelruimten en materialen zoveel mogelijk af op de ontwikkeling van elke leeftijdsgroep. Omdat wij in de kinderdagverblijven met verticale groepen werken is het van groot belang de kinderen goed te observeren en daar waar nodig apart te nemen en in kleine groepjes de activiteiten en materialen aan te bieden.
2.3 Basisdoel 3: ONTWIKKELEN VAN SOCIALE COMPETENTIES Interactie tussen kind en leid(st)er Kinderen hebben een aangeboren “sociale gerichtheid” : ze zijn van nature geneigd hun aandacht en gedrag te richten op mensen in hun omgeving. Baby’s zijn als het ware gemaakt voor communicatie. Baby’s zenden signalen uit en zijn buitengewoon gevoelig voor de respons die zij daarop krijgen. De meest responsieve verzorgers worden door hen het meest gewaardeerd. Het kind zal zijn signalen en zijn positieve gevoelens op deze personen richten en gaat zich aan hen hechten. In het eerste levensjaar is één op één contact met responsieve verzorgers van essentieel belang voor de ontwikkeling van het vermogen om te communiceren. In de “conversaties” wordt spelenderwijs geoefend in het communiceren, de oriëntatie op elkaar, het richten van een signaal op de ander, het opvangen en interpreteren van de respons, Pagina 17 van 29 Pedagogisch beleidsplan kov. Hebbes, januari 2014, Versie 4
de structuur van het beurt nemen en –geven. Hier wordt het vermogen en de bereidheid tot communiceren geoefend. Bij Kov-Hebbes is de communicatie tussen kind en leid(st)er van zeer groot belang en dit kan ook een grote bijdrage leveren aan de sociale ontwikkeling van kinderen. Om de cognitieve ontwikkeling en kennisverwerving te optimaliseren zal een kind goed moeten communiceren. De leid(st)ers van Kov-Hebbes stellen de kinderen in de gelegenheid initiatieven te nemen in hun conversaties. Zij zijn alert op de contact- initiatieven van de kinderen en proberen uit te vinden waar het kind het precies over heeft en haar reacties daar op aan te passen. Wij proberen zoveel mogelijk enkel restrictieve (beperkende) uitingen te vermijden. Onze leid(st)ers wordt geleerd zoveel mogelijk met de kinderen te praten tijdens alle onderdelen van het dagelijkse programma, zoals het verzorgen, vrij spel en interactief spel. Dit heeft een langdurig effect op zowel de cognitieve als sociale ontwikkeling van het kind. Interactie met leeftijdsgenootjes en de ontwikkeling van sociale competenties Het bezoeken van een kinderdagverblijf of peuteropvang bevordert de sociale ontwikkeling van (jonge) kinderen. Hierbij moeten we er vanuit gaan dat het om positieve interacties tussen kinderen onderling gaat. Negatieve interacties tussen kinderen onderling vergroten de ontwikkeling van agressiviteit en sociale teruggetrokkenheid. Doordat alle medewerk(st)ers beschikken over een diploma op minimaal MBO niveau, (SPW-3 of gelijkwaardig) en VVE-scholing en “opfriscursussen” volgen, zijn zij in staat om interacties tussen kinderen in goede, positieve banen te leiden. Dit doen zij door regelmatig momenten te nemen om interacties tussen kinderen te observeren zonder hun eigen initiatief te ontnemen. We leren de kinderen om conflictjes (zelf) op te lossen en op een goede manier voor zichtzelf opkomen.
2.4 Basisdoel 4: NORMEN EN WAARDEN, CULTUUR Onze leid(st)ers hebben een belangrijke rol in het uitdragen van de waarden en normen, daar zijn we ons bij Kov-Hebbes van bewust. In de bejegening van anderen, in de manier van omgaan met de omgeving, de spullen, in de gewoonten op de groep zien we terug wat we belangrijk en goed vinden. Kinderen exploreren hun grenzen en willen weten wat er van hen verwacht wordt (gevoel van veiligheid). Jonge kinderen weten nog niet wat wel en wat niet goed is. Ze leren door ervaring en ontdekken waar hun grenzen liggen en wat er van ze wordt verwacht. Ze zien bij Kov-Hebbes van de leid(st)ers wat goed gedrag is. Waar een kind verdrietig is en getroost moet worden. Ze zien dat sommige dingen echt niet goed zijn. Door negatief gedrag te “negeren” (tot op bepaalde hoogte) en positief gedrag te stimuleren proberen wij de kinderen bij Kov-Hebbes de normen en waarden van deze samenleving bij te brengen. Interactie met leeftijdsgenootjes en leid(st)ers en de morele ontwikkeling Groepsopvang biedt extra mogelijkheden om de morele ontwikkeling van jonge kinderen te bevorderen. De rol van de leid(st)er en de reactie van de groep spelen hierin een cruciale rol. Vooral ouders en leid(st)ers kunnen een belangrijke invloed hebben op de ontwikkeling van empathie (inlevingsvermogen) en pro-sociaal gedrag. De leid(st)ers streven ernaar om sociale Pagina 18 van 29 Pedagogisch beleidsplan kov. Hebbes, januari 2014, Versie 4
‘overtredingen’ van kinderen niet te bestraffen, maar met uitleg en aanmoedigingen om te draaien en het “slachtoffertje” te troosten en te helpen. In een (stam)groep met jonge kinderen doen zich per dag enorm veel leermomenten voor, een kind valt, kinderen maken ruzie of een kind heeft even verdriet. De reactie van de leid(st)er heeft een grote rol op de reacties van de kinderen in de groep. Als de leid(st)er een kind troostend toespreekt of even een dikke knuffel geeft, spoort dit de kinderen in de groep aan om ook aandacht te besteden aan het moment van verdriet, ruzie of pijn. Op deze manier leren kinderen omgaan met de emoties van zichzelf en anderen. Benaderen van conflictsituaties Als een kind zijn grenzen dusdanig verkent dat het gedrag vertoont dat de grenzen overschrijdt, zijn er verschillende manieren van handelen. - We houden rekening met het ontwikkelingsniveau van het kind. - We leiden het kind af met iets totaal anders met bijv. speelgoed, een grapje of een positieve situatie in de groep, voordat ongewenst gedrag of conflicten ontstaan. - Het ongewenste gedrag wordt genegeerd (als de situatie dit toelaat). -
Het kind wordt op een rustige manier aangesproken op zijn/haar gedrag, de leid(st)er benoemt heel duidelijk het gewenste gedrag. Alle kinderen die bij het conflict betrokken zijn worden aangesproken. We brengen het probleem onder woorden. We laten het kind meedenken over een oplossing. We halen het kind even uit de conflictsituatie om weer tot rust te komen (kinderen worden nooit volledig uit de groep geplaatst). We leggen hierbij wel uit waarom we dit doen. Het conflict wordt altijd op een positieve manier afgesloten door elkaar bijvoorbeeld een hand te geven en sorry te zeggen.
Elke situatie vraagt om een andere benadering, de leeftijd, de ontwikkelingsfase en de ernst van de situatie bepalen hoe er gehandeld wordt. Bij Kov-Hebbes passen wij de benadering aan bij de situatie van dat moment en bij het individuele kind. Ook kan het zo zijn dat we ten behoeve van de veiligheid van het kind direct in moeten grijpen, dan is bovenstaande benadering niet altijd mogelijk. Waarden en normen voor de Buiten Schoolse Opvang Kinderen in de BSO weten vaak al veel beter wat we van hen verwachten en wat wel en niet kan en mag bij Kov-Hebbes. Zij kunnen beter uitleggen waarom ze handelen zoals zij doen en waarom iets goed of juist fout is, wat belangrijk is of juist niet. Met de kinderen in de BSO worden regels in de groep uitgebreid besproken. We vinden het belangrijk dat de kinderen echt zelf betrokken worden bij het vaststellen van de belangrijkste regels in de groep. Door de zelf opgestelde regels duidelijk in het zicht op te hangen, worden en blijven de regels voor het verblijf bij de BSO van Hebbes duidelijk en overzichtelijk. Op deze manier kan een leid(st)ers ook makkelijk refereren aan de regels bij een conflictsituatie. Ook hierbij wordt natuurlijk altijd gekeken naar het ontwikkelingsniveau van het kind. Ook gewoonten en rituelen, hoe we feestvieren en welke feesten we vieren en waarom, kunnen onderwerp van gesprek zijn in onze BSO groep. Kinderen in de BSO groep denken ook mee over de manier waarop we afscheid nemen van een kind en hoe we graag een verjaardag willen Pagina 19 van 29 Pedagogisch beleidsplan kov. Hebbes, januari 2014, Versie 4
vieren. Dit geeft begrip en waardering voor elkaar en een gevoel van gezamenlijkheid en verantwoordelijkheid. 2.5 Sport en bewegen Een belangrijk onderdeel van de activiteiten van Kov-Hebbes zijn sport en bewegen. Zowel met de kinderen van het kinderdagverblijf als met de kinderen van de BSO wordt elke dag bewogen. Onze sportcoördinator zorgt er elke week voor dat alle kinderen in de dagopvang de mogelijkheid krijgen om minimaal 1x per week mee te kunnen doen aan onze activiteiten m.b.t. spel en bewegen. Praktisch pakken we één en ander als volgt aan: - ’s Morgens bewegen we met de kinderen van het kinderdagverblijf (vanaf ongeveer 2 jaar). Dit bewegen vindt plaats in onze gymzaal aan de Geessinkweg. En bij mooi weer bewegen we natuurlijk buiten. Hiervoor hebben wij afspraken kunnen maken met de sportverenigingen nabij de Geessinkweg, het Kozakkenpark en met het Volkspark in Enschede. Vanuit elke locatie komen de kinderen samen. Per stamgroep gaan er maximaal 4 Kinderen mee sporten. Hierbij houden we rekening met de leeftijdsopbouw. Dit is na te kijken op onze bezettingsroosters. Deze zijn op te vragen bij de Locatiemanager.
-
Wij vervoeren de kinderen in onze bakfietsen of onze Hebbesauto’s. Hierbij wordt natuurlijk is veiligheid van onze kinderen prioriteit 1 . In de bakfietsen worden de kinderen in 5 puntgordels vast gegespt. In de Hebbesauto’s worden de kinderen vervoerd volgens de door ons opgestelde en goed gekeurde protocollen. Goedgekeurde autostoeltjes hebben wij volop voorradig.
-
‘s Middags wordt er met de kinderen van de BSO bewogen en gesport. Ook organiseren wij i.s.m. SKE en de Sportboulevard per maand een aantal clinics waarbij één sport centraal staat. Deze clinics vinden plaats op de woensdagmiddag waarbij de kinderen in twee leeftijdsgroepen worden verdeeld: 4 -6 jaar en 7-12 jaar. Deze clinics worden gegeven door gediplomeerde medewerk(st)ers van de sportboulevard. Op deze wijze kan elk kind kennis maken met een breed scala aan sportactiviteiten en daar waar hij/ zij het leuk vindt zich aanmelden bij de desbetreffende sportclub. Zo blijft een kind structureel bewegen.
-
Er is een samenwerkingverband ontstaan met de naam Fysio Weigth waarin tezamen met diëtistenpraktijk Twente en de Stichting Vitale Sportvereniging kinderen met obesitas op een leuke en verantwoorde manier aanzetten tot meer bewegen en bewuster eten. Met de Stichting Vitale sportvereniging draagt Kov-Hebbes zorg voor een gedegen stageplaats voor stagiaires en de verlengde schooldag, waarin wij basisschool kinderen d.m.v. sportactiviteiten in de wijk naschoolse sport activiteiten aanbieden. Deze kinderen sluiten aan bij de activiteiten die door onze BSO locaties worden aangeboden.
-
2.6 Dagritme Kov-Hebbes werkt met een vaste dag-structuur. Er wordt op “vaste” tijden gegeten, geslapen en gespeeld. Natuurlijk is het zo dat dit de ene dag iets “losser” verloopt dan de andere dag, mede omdat er bij Kov-Hebbes veel activiteiten buiten plaatsvinden en wij gedeeltelijk van de Pagina 20 van 29 Pedagogisch beleidsplan kov. Hebbes, januari 2014, Versie 4
weersomstandigheden afhankelijk zijn. We werken met kinderen en kijken naar wat een kind nodig heeft en wat er bij zijn/haar behoeften past. Op elke groep is een televisie aanwezig, deze wordt gebruikt om de thema’s die bij Kov-Hebbes spelen te ondersteunen. Omdat Kov-Hebbes tot 19:00 uur geopend is, creëren wij op deze manier ook een rustpunt aan het einde van de dag. Peutertjes kunnen dan echt heel erg moe zijn, niets is dan lekkerder om even met een dekentje op de bank TV te kijken.
2.7 Samenwerken met ouders Onze leid(st)ers moeten zich goed informeren over de kinderen die aan hun verantwoordelijkheid zijn toevertrouwd ( “ken je kindjes”). Een open communicatie met ouders en een goede gedegen overdracht is hierin van groot belang. Het is belangrijk dat de leid(st)er ervan op de hoogte is als er bijzonderheden in de omgeving van het kind zijn die van invloed kunnen zijn op het welbevinden of het gedrag van het kind. Ook spelgewoontes of manieren van troosten zijn voorbeelden van zaken die goed zijn om te weten. Voor een kind is het meenemen van kleine dingetjes van thuis, zoals een knuffel, een foto, een speeltje, van groot belang. Op deze manier kan een kind de verbinding leggen tussen thuis en Kov-Hebbes. Dit geeft een veilig en vertrouwd gevoel. Wij vragen ouders om dagelijks even de tijd te nemen voor de overdracht. D.m.v. een logboek (een boek waarin wij gebeurtenissen per dag opschrijven) leggen we de dagelijkse gang van zaken vast. Als zich “problemen” voor doen met een kind kan het zijn dat onze leid(st)ers vragen ook thuis een klein logboek bij te houden. Op deze manier kan het ineens duidelijk worden waarom een kind zich niet helemaal lekker voelt. Dit kan dan worden besproken met een van onze pedagogisch coaches. Zij staan onze leid(st)ers en ouders bij met handige tips en trics. Soms ligt het veranderen van gedrag zo voor de hand, dat onze leid(st)ers en ouder(s) het niet in proporties zien. Onze pedagogisch coach in staat dit d.m.v. goed te observeren waar te nemen en te benoemen. Je kunt als ouder altijd een beroep doen op van onze pedagogisch coach. Zij is een luisterend oor, ze zal samen met de leid(st)er observeren, motiveren en maakt daar waar nodig een handelingsplan. Wij willen ouders graag betrekken bij ons beleid en de uitvoering ervan: - Door regelmatig een nieuwsbrief uit te brengen. (de Ditjs en Datjes); - We organiseren regelmatig Thema avonden; - Ouders betrekken we bij de thema’s die binnen de kinder/ peuter-opvang worden behandeld. De 4 ontwikkelingsdomeinen volgens de SLO (Stichting Leerplanontwikkeling) doelen worden benoemd en ouders kunnen thuis met het kind verder in gaan op het lopende thema; - Wij verzorgen EHBO avonden voor onze ouders; - Ouders hebben inspraak via de Inspiratieraad. Een aantal avonden waarin we met ouders, medewerk(st)ers en directie “brainstormen”over eventuele verbeteringen en vraagstukken binnen de kinderopvang; - Daar waar mogelijk zijn ouders een helpende hand bij groepsuitjes; - Via de oudercommissies hebben ouders indirect een stem.
Pagina 21 van 29 Pedagogisch beleidsplan kov. Hebbes, januari 2014, Versie 4
Hoofdstuk 3 De rol van onze leid(st)ers De leid(st)er is degene die vorm geeft aan het pedagogisch beleid in haar werk met de kinderen. Zij is hierin de belangrijkste factor. Elke leid(st)er heeft kennis van de ontwikkelingsfases bij kinderen, van verzorging, gezonde voeding en hygiëne. Dit noemen wij de minimale basiskennis. Personeelsbeleid: - Elke leid(st)er beschikt over erkende diploma’s / getuigenschriften om te mogen werken in de kinderopvang, deze worden tijdens de sollicitatieprocedure gecontroleerd. Bij de werving en selectie van onze leid(st)ers houden wij de functie eisen aan zoals beschreven in de CAO kinderopvang van de Branchevereniging Kinderopvang. - Een verklaring omtrent het gedrag (VOG) wordt aangevraagd bij het ministerie van justitie voordat een medewerk(st)er bij “Kov-Hebbes” aan de slag gaat. Wordt de VOG niet op tijd afgegeven, dan zal de pedagogisch medewerk(st)er niet starten in zijn/ haar functie. Dit geldt ook voor onze stagiaires, medewerk(st)ers in de facilitaire dienst en administratief personeel. - Elke leid(st)er zal zich in zijn/ haar werkzaamheden laten leiden/ inspireren door de leermethoden Kaleidoscoop en Piramide (peuteropvang). Nieuwe werknemers worden bij aanname bekend gemaakt met deze leermethoden en hoe wij deze leermethoden hanteren in ons dagelijks handelen. De medewerk(st)ers worden tevens bekend gemaakt met het VVE traject. Vanaf 2015 zal 100% van de medewerk(st)ers bij KOV-Hebbes gecertificeerd zijn voor één van onze leermethoden. - Wij werken ook met stagiaires, dit zijn studenten die minimaal 24 uur per week bij ons aan het werk zijn en daarnaast 1 dag in de week naar school gaan of thuis een studie volgen. Dit wordt BBL genoemd (beroeps begeleidende leerweg). Voor deze stagiaires hanteren wij een stappenplan, in dit plan wordt beschreven in welke fase van de opleiding de stagiaire zich bevindt en welke handelingen ze op dat niveau mag verrichten. - De stagiaires dienen voor het starten van hun stage een geldig VOG te overhandigen. En wij willen van elke stagiaire een schriftelijke onderbouwing waarom hij / zij kiest voor de kinderopvang. Uit de praktijk is vaak gebleken dat korte tijd na aanvang van de stage duidelijk werd dat de stagiaire niet helemaal op zijn/ haar plek was. Dit geeft enorm veel onrust en verloop, dit proberen wij d.m.v. een goed geschreven onderbouwing enigszins te ondervangen. -
Ook kan het zo zijn dat een stagiaire tijdens zijn/haar stage periode perfect blijkt te passen bij het door ons gevoerde beleid en visie. Een dergelijke stagiaire willen wij graag binnen onze organisatie behouden. Door een arbeidscontract met ontwikkelplan aan te bieden zijn wij instaat deze stagiaire aan ons te verbinden. Over het algemeen betreft dit HBO studenten die in de afstudeerfase van zijn/ haar opleiding zitten .
Pagina 22 van 29 Pedagogisch beleidsplan kov. Hebbes, januari 2014, Versie 4
Competenties Het in de praktijk vertalen van de pedagogische visie, uitvoeren van de doelstellingen en de uitgangspunten, vraagt de volgende belangrijke competenties van onze leid(st)er; - Neem een positieve houding aan t.o.v. de Kinderen, ouders en collega’s. -
-
Een sensitieve en responsieve houding; goed kijken naar kinderen om het kind te leren kennen en aan te voelen wat elk individueel kind nodig heeft. Praten en uitleggen op het niveau van de kinderen; vertellen wat je doet en wat je ziet Kinderen de ruimte gunnen en durven geven om zich te ontwikkelen, nieuwe mogelijkheden aanbieden. Een stimulerende omgeving creëren. Open staan voor ideeën, meningen en culturen. Respect voor kinderen, ouders en elkaar. Reflectie op eigen werk en het eigen handelen; “het waarom en waarom juist zo” ter discussie durven te stellen. Feedback kunnen en durven geven en ontvangen. Durven en kunnen veranderen. Besef hebben en bewust zijn van je voorbeeldrol voor kinderen, zowel in het omgaan met kinderen als met je teamleden en ouders. Flexibiliteit en creativiteit; mogelijkheden zien en benutten. Zowel intern als extern Het beste uit elkaar en de “Kinderen” willen en kunnen halen. Er voor zorgen dat ouders het gevoel hebben dat hun kind bij jou in goede handen is. Goed kunnen samenwerken.
Specifieke vaardigheden voor de omgang met de allerkleinsten (0-1 jaar) - Geef je oren en ogen de kost (goed kijken en luisteren) - Oog hebben voor het unieke van elke baby - Met je volle 100% aandacht bij de baby zijn - Heb geduld, geef de baby de kans te reageren - Benoem alles wat je doet, benoem wat je ziet - Per locatie zijn er speciale “kleine” ruimtes gecreëerd voor baby’s Specifieke vaardigheden voor de omgang met dreumesen en peuters (1-4 jaar) -
Respect voor de autonomie (zelfstandigheid) van het kind, de ruimte geven om zelf te ontdekken Emotionele ondersteuning bieden Structuur bieden en duidelijk grenzen stellen Begeleiden van interacties
Specifieke vaardigheden voor kleuters en basisschoolkinderen -
Concreet vorm kunnen geven aan kinderparticipatie; kinderen een stem geven en betrekken bij het aanbod, de activiteiten, de inrichting, de regels, rituelen en gewoonten van de groep
-
Met humor de groep kunnen leiden
Pagina 23 van 29 Pedagogisch beleidsplan kov. Hebbes, januari 2014, Versie 4
De leid(st)er krijgt volgens een afgesproken structuur en met regelmaat werkbegeleiding in de vorm van werkoverleg en teamoverleg. Deskundigheid wordt bevorderd door scholing in de vorm van thema-avonden, cursussen en opleidingen.
Hoofdstuk 4 VVE Voor- en Vroegschoolse Educatie 4.1 VVE Kinderen die dit nodig hebben kunnen in Enschede zowel in de kinderdagopvang als in de peuteropvang aan een voorschools deel van het VVE programma deelnemen. Wie komt in aanmerking voor VVE? In het gemeentelijk beleid van Enschede is vastgesteld dat de doelgroep voor het voorschoolse gedeelte van de Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) peuters zijn die: 2 tot 4 jaar oud zijn en van wie de thuistaal niet de Nederlandse taal is en/of het opleidingsniveau van de moeder/verzorger maximaal lbo/vbo, praktijkonderwijs of vmbo basis- of kadergerichte leerweg is. Indien de moeder/verzorger haar opleiding in het buitenland heeft gehad, is het criterium dat zij maximaal tot haar 15e jaar onderwijs heeft gevolgd of peuters bij wie de (taal)ontwikkeling achterblijft. Wie geeft de verwijzing af? De GGD, Jeugd Gezondheids- Zorg (het consultatiebureau) is de verwijzende instantie voor VVE. De verwijzing kan afgegeven worden bij het consult bij 18 of 24 maanden. Bij KOV-Hebbes wordt er door de pedagogsich medewerk(st)ers continu gelet op de ontwikkeling van het kind. Dit wordt d.m.v. observaties vastgelegd in de observatielijst (SLO lijst). Aan de hand van deze observaties kan een medewerk(st)er aangeven dat zij zich zorgen maakt over de taalontwikkeling van het kind. Door de ouders door te verwijzen naar het consultatiebureau kan er een indicatie worden gevraagd voor het volgen van het VVE traject bij KOV-Hebbes. Praktisch Pagina 24 van 29 Pedagogisch beleidsplan kov. Hebbes, januari 2014, Versie 4
Een kind is minimaal 18 maanden als hij gaat deelnemen aan de VVE en heeft een VVE verwijzing. Het VVE aanbod omvat 4 dagdelen per week, waarvan het taalintensieve deel 104 uur per kind bedraagt. De duur van het VVE programma is tenminste 1 jaar (voorschools). Het VVE aanbod loopt van 2 tot 6 jaar, dus 2 jaren voorschools en 2 jaren vroegschools. De vorderingen worden vastgelegd in het kind volg stysteem (observatielijst, toetsen). Kov-Hebbes legt met de ouders vast dat zij hun kind o Tenminste 1 jaar laten deelnemen, o Een basisschool kiezen waar het kind een VVE traject kan volgen, o Ouders deelnemen aan ouderactiviteiten en de adviezen en tips van onze pedagogisch choaches ook daadwerkelijk ten uitvoer brengen, o Dat de ouder instemt met een warme overdracht naar de basisschool. De locaties van Hebbes voldoen aan de VVE subsidie voorwaarden: - Kind – leid(st)er ratio 1:8; - Rapportage aan de gemeente over het aantal VVE uren per week; - Medewerksters zijn tenminste SPW3 geschoold; - VVE programma omvat 4 dagdelen; - VVE wordt uitgevoerd door gecertificeerde leid(st)ers; - We werken met de erkende programma’s Kaleidoscoop en Piramide; - Wij dragen zorg voor een warme overdracht. Inhoudelijk Doel van de VVE is kinderen van 2 tot 6 jaar extra stimuleren in hun taalontwikkeling. Op elke kinderdagverblijfgroep wordt dagelijks volgens de leermethode Kaleidoscoop gewerkt. Op de locaties specifiek voor peuteropvang wordt gewerkt met de VVE methode Piramide.
4.2 VVE aanpak Hebbes Kaleidoscoop in de Kinderdagopvang Bij Kov-Hebbes wordt dagelijks gewerkt volgens het Kaleidoscoop principe. Bij alles wat onze leid(st)ers doen vragen zij zich af, wat doen we, welke sleutelervaringen (ontwikkelingsgebieden) spelen er mee. Door alles wat we doen te benoemen wordt het kind gestimuleerd in zijn (taal)ontwikkeling. De VVE coördinator behandelt een thema. Dit thema wordt op alle locaties op dezelfde wijze benaderd en behandeld. Dit om de sleutelervaringen die voor het lopende thema worden benoemd, ook daadwerkelijk in de observaties te kunnen meenemen. De VVE coördinator neemt hierbij de VVE geïndiceerde kinderen apart. Dit doen we het liefst binnen de vertrouwde omgeving van de groep. Toch kan het zo zijn dat we met 1 a 2 kinderen op pad gaan voor een intensieve “training”. Piramide op de locaties specifiek voor peuteropvang Op de locaties voor peuteropvang wordt met de methode Piramide gewerkt. Elk jaar worden circa 8 thema’s of projecten uitgevoerd, de inrichting van de speel-leeromgeving, het aanbod van spelmateriaal en de activiteiten staan allemaal in het teken van het project. De uitvoering van een project duurt 3 tot 4 weken, en wordt in stappen gedaan. Het begint met oriënteren, daarna volgt het demonstreren waarin kinderen met concreet materiaal en al hun zintuigen het thema ontdekken. De volgende stappen zijn het verbreden en verdiepen, waarbij meer leerervaringen worden opgedaan en de afstand van hier en nu en van concreet naar abstract wordt vergroot. Pagina 25 van 29 Pedagogisch beleidsplan kov. Hebbes, januari 2014, Versie 4
De vier hoekstenen van Piramide zijn: nabijheid en afstand, initiatief kind en initiatief leidster. Zowel de pedagogische als de didactische kant krijgen veel aandacht. De leidsters bepalen aan de hand van de doelen welke activiteiten zij aanbieden, interactief voorlezen in kleine en grote kring neemt een belangrijke plaats in. In Bijlage 2 wordt uitgebreid ingegaan op de Piramide methode.
4.3 VVE en Ouderbetrokkenheid Natuurlijk betrekken we de ouders bij het VVE traject van de kinderen. Dit doen we door: ten minste 3 ouder(thema)avonden per jaar te organiseren, met als thema positief opvoeden en taalontwikkeling. Wij volgen hiervoor de richtlijnen van triple P (positief, pedagogisch programma) Het triple P prgramma is voor ouders gemakkelijk toegankelijk, informatie is ook via de Loes website van de gemeente Enschede te verkrijgen. regelmatig een nieuwsbrief uit te brengen. (de Ditjs en Datjes) ouders te betrekken bij de thema’s die binnen de kinderopvang worden behandeld. De 4 ontwikkelingsdomeinen volgens de SLO doelen worden benoemd en ouders kunnen thuis met het kind verder in gaan op het lopende thema. de inzet van voorleesoma’s die wekelijks een ochtend komen voorlezen. door ouders tips en trics te geven om ook thuis met de taalontwikkeling van hun kind bezig te zijn. Een paar simpele voorbeeldjes hiervan zijn; Lees een boekje meerdere malen voor en herhaal wat er in staat. Pak speelgoed dat voorkomt in het boekje en betrek dit speelgoed bij het verhaaltje. Samen liedjes zingen is ook een heel erg leuke activiteit. Wij sluiten met ouders een samenwerkingsovereenkomst af, waarin met elkaar afspreken wat de wederzijdse verwachtingen zijn. Via de oudercommissies hebben ouders indirect een stem.
4.4 Warme overdracht We werken samen met de basisscholen in de Integrale Kind Centra. We zorgen daarbij voor een “warme overdracht” van de kinderen naar de basisschool. Dit betekent dat er persoonlijk is contact tussen onze medewerk(st)er en de toekomstige leerkracht, met als doel de school te informeren over de ontwikkeling van het kind. We maken hierbij gebruik van het overdrachtsformulier dat hoort bij het kind volg systeem Kijk op ontwikkeling, indien de ouders hiervoor toestemming verlenen. Het ingevulde overdrachtsformulier wordt besproken met de ouders en de toekomstige leerkracht. Als het kind aan de minimale voorwaarden van het VVE traject heeft voldaan krijgt hij/zij een bewijs van deelname.
Hoofdstuk 5
Zorgstructuur
5.1 Interne zorgstructuur Alle Kinderen hebben een mentor aangewezen gekregen. Deze mentor draagt op alle vlakken zorg voor zijn/ haar kinderen. Deze mentor draagt zorgt voor de observaties, verwerkt haar bevindingen in de SLO observatielijst en zal haar bevindingen bespreken met de ouders van het desbetreffende kind. Hiernaast zijn alle pedagogisch medewerk(st)ers belast met de wat Pagina 26 van 29 Pedagogisch beleidsplan kov. Hebbes, januari 2014, Versie 4
informeler dagelijkse ouder contacten, dagelijkse overdrachten. Wij streven ernaar dat elke Pedagogisch medewerk(st)er in staat is op een geheel natuurlijke wijze te observeren en met vaardigheid en kennis over de ontwikkelingsbehoeften van een kind hierop kan inspelen Hieronder worden de taken van de mentor omschreven: De mentor die een VVE kindje onder zijn hoede krijgt draagt zorg voor de vereiste 104 uur (tutor) VVE begeleiding per jaar. De observatielijst invullen en bespreken met de locatiemanager (evt. mailen) 1 x per jaar met de ouders van het mentorkindje een 10 min gesprek voeren Collega’s, locatiemanager, coaches en ouders op de hoogte brengen van het welbevinden en de ontwikkeling van de kinderen (tijdens kindbespreking, maar ook tussendoor als zich bepaalde zorgen of situaties voordoen). Vanuit de observaties maakt de mentor een overzicht van de ontwikkelingsbehoeften per kind, dit doen we voor alle kinderen. Hierna wordt een plan van aanpak opgesteld en uitgevoerd. Dit proces wordt cyclisch ingezet. Alle kinderen die eventueel extra zorg nodig hebben, krijgen extra uitdagingen aangeboden. Tevens is onze VVE coördinator in staat deze “zorgkinderen” daar waar nodig wekelijks 1 op 1 te begeleiden. De ontwikkeling stimuleren: door ontwikkelingsgericht aan de slag te gaan binnen de thema’s. Binnen elk thema kun je als mentor ontwikkelingsgericht met jouw mentor kindje aan de slag gaan om zijn/haar ontwikkeling te bekijken en hem/haar te laten groeien in zijn ontwikkeling, of dit nu sociaal/emotioneel- taal-rekenen-motoriek is. Plakboeken bijhouden: na elk thema de werkjes inplakken en evt. foto’s en liedjes toevoegen, met vermelding van thema en datum. De warme overdracht verzorgen. Dit houdt in dat de mentor/ pedagogisch coach samen met de ouder/verzorger de SLO lijst overhandigt aan de verantwoordelijke van de desbetreffende basisschool en deze daar waar nodig onderbouwt of uitlegt. (Enkel met goedkeuring van de ouder). Eindgesprek met ouders voeren. In een eindgesprek van ongeveer 10 minuten kun je de ouders gelegenheid geven om de Hebbes periode goed af te sluiten, op/aanmerkingen aan te kunnen geven en ouders het beste te wensen op de basisschool. Dit gesprek voert de mentor samen met de locatiemanager of coach. Vroegtijdige “problemen” signaleren en bespreken met de ouders. Bij “probleem”gedrag, achterstand in ontwikkeling of andere belangrijke zaken betreffende de ontwikkeling van het kind nemen wij na signalering contact met de ouders op en wachten niet op het geplande 10 minuten gesprek. Na de observaties (observeren doen onze medewerk(st)ers de gehele dag door, bewust, onbewust) en bij opvallend bijzonder gedrag worden de bevindingen besproken in de teamvergadering. 5.2 Externe zorgstructuur Daar waar nodig kan de locatiemanager besluiten het kind te bespreken in het Zorgteam. Alle ouders geven hiervoor hun goedkeuring na inschrijving van hun kind. Het Zorgteam is samengesteld uit; - Een vertegenwoordiger van de VVE of Locatiemanger - Een verpleegkundige JGZ - Een maatschapplijk werker Pagina 27 van 29 Pedagogisch beleidsplan kov. Hebbes, januari 2014, Versie 4
- Locatiemanager van de betreffende locatie De procedure en werkwijze is vastgelegd in de Handleiding Zorgteam. De deelnemers van het Zorgteam handelen op basis van vastgelegde taken en verantwoordelijkheden. Er is minimaal vier keer per jaar overleg op basis van signalen uit de voor- dan wel vroegschool. Het voorzitterschap ligt bij de verpleegkundige. De Kindbesprekingen vinden plaats volgens een gehanteerde cyclus: Analyse – Plan – Actie en Toetsing. Ernstige zorgsignalen leiden tot afspraken over afgestemde acties van de verpleegkundige en de maatschappelijk werker. Wij dienen ten allertijde een toestemmingsverklaring van de ouder van het te bespreken kind te overleggen. Dit geldt niet als de veiligheid van het te bespreken kind in gevaar is. Bij zeer ernstige signalen kan er een extra zorgoverleg plaatsvinden. De gemaakte afspraken worden schriftelijk vastgelegd en binnen een week verstuurd naar alle deelnemers. 5.3 Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling Wij hanteren de Meldcode Huiselijke geweld en Kindermishandeling als bedoeld in de Wet op de Meldcode. In deze meldcode is opgenomen: - Een definitie van kindermishandeling als bedoeld in de Wet op de Meldcode. -
Een duidelijke uitsplitsing van de verantwoordelijkheden per organisatielaag in taken en bevoegdheden. Een duidelijk stappenplan, dat ingaat op de te onderscheiden stappen, vermoeden, overleg, plan van aanpak, beslissen, handelen, en dat voorzien is van een heldere toelichting. Aandachtspunten voor de gespreksvoering met de verschillende partijen, hulpmiddelen voor het doorlopen van het stappenplan, de evaluatie en de nazorg. Een lijst van signalen per ontwikkelingsgebied uitgesplitst voor kinderen in de leeftijd tot 4 jaar en kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs eindigt. Praktische informatie over de Bureaus Jeugdzorg en het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) en Steunpunt Huiselijk Geweld.
Tevens wordt er in deze meldcode aandacht besteed aan; - De mogelijke situaties waarin een leid(st)er of een andere in de Kinderopvang /(IKC) werkzame persoon de vermoedelijke dader is. - De omgang met de Wet bescherming persoonsgegevens.
Slotwoord
Pagina 28 van 29 Pedagogisch beleidsplan kov. Hebbes, januari 2014, Versie 4
Bij dit pedagogisch beleidsplan behoort de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, spelregels m.b.t. kinderopvang op maat (TikTik) , protocollen, toestemmingsverklaringen, huisregels de risico inventarisatie veiligheid en hygiëne. Deze treft u als bijlage aan en zijn na te lezen op onze internet site; www.kov-hebbes.nl / beleid en protocollen. Bij het opstellen van het pedagogisch beleidsplan hebben wij ons gehouden aan de eisen die de Wet Kinderopvang stelt tezamen met; - Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) -
CAO kinderopvang uitgegeven door de branche organisatie Kinderopvang Stichting Leerplanontwikkeling
-
Het convenant kwaliteitseisen kinderopvang Beleidsregels kinderopvang
-
Algemene voorwaarden voor kinderopvang
Pagina 29 van 29 Pedagogisch beleidsplan kov. Hebbes, januari 2014, Versie 4