thuis
& zo Pedagogisch beleidsplan
Gastouderbureau
Inhoudsopgave
1.
Inleiding..................................................................................................... 3
2. 2.1 2.2 2.3 2.4
Visie .......................................................................................................... 4 De gastouder benadert zijn/haar gastkind met respect en aandacht................... 4 De gastouder schept een vertrouwde, warme en huiselijke opvangomgeving ..... 4 De gastouder besteedt aandacht aan normen en waarden. ............................... 4 De gastouder biedt, passend bij de leeftijd, aard en ontwikkeling van het gastkind, voldoende uitdaging in activiteit en spel ...................................... 5 2.4.1 De ontwikkeling van 0 tot 4 jaar .................................................................... 5 2.4.2 De ontwikkeling van 4 tot 13 jaar .................................................................. 6 2.5 De gastouder zorgt voor een veilige, hygiënische en gezonde opvangomgeving... 7 3. 3.1
De maximale omvang en leeftijdsopbouw van de groepen. ............................... 8 Specifieke criteria innovatieve opvang............................................................ 8
4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
De competenties van de gastouders............................................................... 9 Algemene competenties................................................................................ 9 Taken......................................................................................................... 9 Criteria....................................................................................................... 9 Communicatie en samenwerking tussen gastouders en vraagouders ................ 10 Evaluaties................................................................................................. 10
5
Risico-inventarisaties Gezondheid en Veiligheid ............................................. 11
6.
Verantwoordelijkheid ................................................................................. 12
7.
Ouderinspraak en goedkeuring pedagogisch beleidsplan ................................ 13
1. Inleiding Sinds de inwerkingtreding van de Wet Kinderopvang in januari 2005 worden er (terecht) eisen gesteld aan o.a. gastouderopvang. Ieder gastouderbureau moet beschikken over een pedagogisch beleidsplan en een beschrijving van de gehanteerde kwaliteitsrichtlijnen. thuis&zo heeft die richtlijnen opgenomen in haar kwaliteitshandboek. Dit handboek dwingt tot nadenken gezinsopvoeding. Ouders/verzorgers en gastouders kunnen hierop terugvallen tijdens de omgang met en opvoeding van de kinderen, en ze kunnen elkaar aanspreken op gedane beloften. Ook biedt het handboek opening voor een goed gesprek. Een kind heeft namelijk recht op een veilige en vertrouwde omgeving om in op te groeien, of dat nu bij zijn of haar eigen ouders is of bij een gastouder. Het grote voordeel van gastouderopvang is de natuurlijke vorm. Een huiselijke omgeving levert door de kleinschaligheid een grote bijdrage aan de ontwikkeling en het zelfvertrouwen van kinderen zeker in de eerste drie levensjaren. Rust, reinheid en regelmaat, de van oudsher beproefde opvoedingswaarden bieden veiligheid en een normaal dagritme. Voeding, slaap, eventueel halen en brengen van schoolgaande kinderen zijn een natuurlijke situatie. Hierop kan een kind zijn of haar eigen gedrag afstemmen. In een gastoudergezin is er ruimte voor het eigen tempo en de aard en aanleg van het kind en daardoor zal het kind zich snel veilig voelen en daardoor ook snel wennen. Kinderopvang, in wat voor vorm dan ook, is een kwestie van vertrouwen. Ouders vertrouwen er op dat kun kind(eren) in hun afwezigheid veilig zijn en op een verantwoorde manier opvoeding ontvangen. thuis&zo April 2009
Vastgesteld, namens de OuderCommissie, Elke Los-van Beek, voorzitter, op 17 april 2009
2. Visie thuis&zo gaat er principieel van uit dat ouders prima in staat zijn om te bepalen of een gastouder voor hun de juiste keuze is. Daarnaast zijn er wel een aantal pedagogische basisregels (afgeleid van basiseisen in de Wet Kinderopvang) in de gastopvang die thuis&zo hanteert en waar gastouders zich bij intake aan moeten conformeren. Daarmee tracht thuis&zo kwaliteit meetbaar te maken ook al blijft het een subjectieve zaak. & &
De gastouder benadert zijn/haar gastkind met respect en aandacht. De gastouder schept een vertrouwde, warme en huiselijke opvangomgeving voor zijn/haar gastkind. & De gastouder besteedt aandacht aan normen en waarden. & De gastouder biedt, passend bij de leeftijd, aard en ontwikkeling van zijn/haar gastkind, voldoende uitdaging in activiteit en spel. & De gastouder zorgt voor een veilige, hygiënische en gezonde opvangomgeving. Hieronder worden de basisregels uitgewerkt. 2.1 De gastouder benadert zijn/haar gastkind met respect en aandacht. Een kind moet in zijn waarde gelaten worden en er mag geen afbreuk gedaan worden aan de eigenheid en aard van het gastkind. Het gastkind moet zich op zijn gemak voelen bij de gastouder en hij/zij moet een eigen plekje krijgen met ruimte voor lichamelijke en sociaal emotionele ontwikkeling binnen het gastgezin. Uiteindelijk moet een gastkind zich tijdens de opvang vrij genoeg voelen om zijn emoties, zoals verdriet, boosheid en blijdschap aan de gastouder te tonen en met de gastouder te delen, zonder dat hij zich hierin beperkt voelt. Ook moet het gastkind leren de aandacht te delen of op zijn beurt te wachten wanneer er eventueel andere (gast)kinderen aanwezig zijn in het gastgezin. Samengevat, gastouders: & Waarderen het kind zoals het is en geven uiting aan die waardering. Ze nemen het kind en zijn emoties en gevoelens serieus. & Gebruiken geen lichamelijke straffen. Gebruiken belonen en straffen volgens afspraak met de vraagouders. & Blijven consequent en handelen op een herkenbare en duidelijke manier in een bepaalde situatie. & Ondersteunen het kind bij het verwerken van gevoelens. & Begeleiden het kind bij emoties zoals verdriet, boosheid, angst en vreugde. & Creëren een vertrouwde opvangomgeving. & Steunen het kind en bieden warmte en geborgenheid. & Evalueren en spreken regelmatig, maar tenminste 1 keer per kwartaal, met de vraagouders over behoeftes en ontwikkeling van het gastkind en stemmen handelingswijzen met elkaar af. 2.2
De gastouder schept een vertrouwde, warme en huiselijke opvangomgeving. Een gastkind moet zich veilig en geborgen voelen om zich in overeenkomst met zijn aanleg en karakter te kunnen ontwikkelen. De basis hierbij is het ontwikkelen van een stabiele vertrouwensrelatie tussen gastkind en gastouder, maar ook tussen vraag- en gastouder. Kinderen voelen spanningen thuis of in het gastgezin feilloos aan en gedragen zich vervolgens daarnaar, door weerbarstigheid, boosheid of juist het in zichzelf terugtrekken. Dat is geen goede zaak. Door warmte en huiselijkheid te bieden en het gastkind zichzelf te laten zijn, krijgt een kind vertrouwen in zijn omgeving. 2.3 De gastouder besteedt aandacht aan normen en waarden. Belangrijke normen en waarden van de vraagouders en de gastouders moeten op elkaar zijn afgestemd. Het is belangrijk goed elkaars opvattingen te kennen, zo mogelijk te
delen en te bespreken hoe ermee zal worden omgegaan. Tijdens de intakegesprekken met zowel vraag- als gastouders worden hun ideeën omtrent algemene normen en waarden op het gebied van taalgebruik, conflicten en godsdienst besproken. Zo bekijkt thuis&zo al voorafgaand aan eventuele opvang of deze normen en waarden met elkaar in overeenstemming zijn c.q. matchen. Wanneer dat niet het geval is zal er geen opvang mogelijk zijn en wordt er geen contact gelegd. De gastouder handelt dus conform zijn eigen waarden en normen en die van de vraagouder. Gastouders: & tonen in omgang met het kind zelf gelijkblijvende en duidelijke normen en waarden. & belonen gewenst gedrag. & zien als meest belangrijke normen en waarden, eerlijkheid, medeleven tonen, afspraken nakomen, respect voor anderen en hun normen en waarden, hun werk en inspanningen. & besteden aandacht aan de rituele uiting van bepaalde normen en waarden zoals aan officiële en religieuze feestdagen in afspraak met de ouders. Ook besteden ze aandacht aan persoonlijke feestdagen zoals de verjaardag van het gastkind. 2.4
De gastouder biedt, passend bij de leeftijd, aard en ontwikkeling van het gastkind, voldoende uitdaging in activiteit en spel. Ieder kind ontwikkelt zich in een eigen tempo. Het ene kind zal zich op het ene gebied wat sneller en beter ontwikkelen dan op het andere gebied. Dat maakt ieder kind ook uniek en bijzonder. De gastouder begeleidt, volgt en stimuleert het gastkind in zijn ontwikkeling en houdt de ouders/verzorgers op de hoogte van deze ontwikkelingen. Indien nodig of wenselijk kan in overleg met de ouders/verzorgers aan sommige zaken meer of speciale aandacht besteedt worden. Ontwikkelen houdt in veranderen. Als we praten over verandering in gedrag, dan hebben we het over het doormaken van ontwikkelingsfases. Er wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende ontwikkelingen. De ontwikkelingsgebieden worden meestal onderverdeeld in: & Lichamelijke ontwikkeling; & Sociaal-emotionele ontwikkeling; & Verstandelijke ontwikkeling; & Creatieve ontwikkeling; & Taalontwikkeling; & Ontwikkeling van de identiteit en zelfredzaamheid. We onderscheiden ook leeftijdgebonden ontwikkeling, namelijk die van 0 tot 4 jaar en de ontwikkeling van 4 tot 13 jaar. 2.4.1 De ontwikkeling van 0 tot 4 jaar De lichamelijke ontwikkeling De lichamelijke ontwikkeling begint al op een heel jonge leeftijd. Baby’s leren al snel om naar iets te grijpen, ze leren rollen en kruipen en als ze wat ouder worden leren ze lopen. Zo maken ze een hele ontwikkeling door. Om zich lichamelijk te ontwikkelen hebben kinderen ruimte nodig. De ruimte waarin de kinderen worden opgevangen dient dan ook zo te zijn ingericht dat het de kinderen uitnodigt om te gaan spelen. Baby’s kunnen spelen in de box of op een rustig plekje op de grond. Wat oudere kinderen spelen graag op de grond. Zij willen de omgeving ontdekken door te kruipen of te lopen. In de peuterleeftijd wordt de ontwikkeling van de fijne motoriek belangrijker. Zij kunnen spelen met bouwstenen, puzzelen , knutselen enz. De peuterleeftijd leent zich ook al heel goed om gerichte activiteiten aan te bieden. De gastouder kan zo bepaalde ontwikkelingen stimuleren. Ook het buitenspelen is juist voor de peuterleeftijd heel belangrijk. Peuters hebben veel energie. Buiten kunnen ze die
energie uiten, ze kunnen er lekker rennen, fietsen en ravotten. De sociaal-emotionele ontwikkeling Bij de sociaal-emotionele ontwikkeling speelt de benadering van de gastouder een belangrijke rol. Hij/zij zorgt er voor dat een kind zich veilig voelt, wat de basis vormt voor een goede persoonlijkheidsontwikkeling. Wij vinden het belangrijk dat een kind voldoende aandacht en warmte krijgt. De gastouder kan zeer individueel contact bieden aan de kinderen. Op jonge leeftijd is dat vaak tijdens de verzorging. Lichamelijk contact is daarbij belangrijk. Als een kind verschoont wordt, dan wordt er tegen het kind gepraat op een zachte en rustgevende manier. Het kind zit regelmatig op schoot. Als het huilt wordt het kind getroost. Dit geldt natuurlijk ook voor wat oudere kinderen. De kinderen worden begeleid in hun innerlijke proces. De gastouder probeert de emoties van het kind te verwoorden en toont begrip. Ook wordt het kind beloond. Dat vergroot het gevoel van eigenwaarde. De verstandelijke ontwikkeling Jonge kinderen denken vanuit zichzelf. Ze hebben nog geen inlevingsvermogen en ze hebben een zeer beperkt concentratievermogen. Ook hun gewetensvermogen is nog uiterst beperkt. Bovendien kunnen ze nog niet zo goed onderscheid maken tussen fantasie en werkelijkheid. Bij het aanbieden van activiteiten en materialen dient daar rekening mee gehouden te worden. Tijdens het spel houdt de gastouder toezicht. Hij/zij is degene die de grenzen aangeeft en ingrijpt als hij/zij het nodig acht. Hij/zij is in staat om de kinderen, als het nodig is, te sturen en een positieve wending aan het gebeuren te geven. De creatieve ontwikkeling Creatief spel en speelgoed hebben een eigen functie. Het voornaamste doel is dat het kind lekker bezig kan zijn met verschillende materialen. Het eindresultaat doet er niet toe; alles wat het kind maakt is mooi. Creatief spel stimuleert de fantasie en vormt een manier om emoties en gevoelens te uiten. De taalontwikkeling Tijdens de eerste vier jaar maken de kinderen een snelle ontwikkeling door op het gebied van de taal. Van het maken van de eerste prille geluidjes tot het zeggen van hele zinnen. De omgeving van het kind is daarbij van groot belang. Wij hechten er dan ook bijzonder aan dat gastouders goed communicatief zijn onderlegd en de Nederlandse taal goed beheersen. De gastouder wordt verondersteld veel aandacht te besteden aan de verbale communicatie. Dit kan zowel individueel als in groep wanneer er meerdere kinderen in het gastgezin aanwezig zijn of wanneer kinderen komen spelen. Kinderen leren namelijk ook veel van elkaar. Om ook met meer kinderen in huis een prettige sfeer te bewaren kunt u bijvoorbeeld samen zingen of voorlezen. Taal kan worden gezien als hulpmiddel bij de andere ontwikkelingen. De ontwikkeling van identiteit en zelfredzaamheid thuis&zo hecht veel waarde aan een goede sfeer in de opvangsituatie. De gastouder toont begrip voor de emoties van het kind. Ieder kind verdient aandacht en respect. Het kind heeft een belangrijke plaats binnen het gastgezin en voelt zich daardoor gewaardeerd. De gastouder begeleidt het kind in zijn ontwikkelingen en helpt zo zijn gevoelens een plaats te geven. De gastouder ondersteunt het kind in zijn ontwikkeling naar zelfstandigheid zonder daarin de eigenheid van het kind aan te tasten. Het kind geeft zelf aan wanneer het ergens aan toe is. 2.4.2 De ontwikkeling van 4 tot 13 jaar In de leeftijd van 4 tot 13 jaar maken kinderen een veel minder snelle en zichtbare ontwikkeling door. Toch gaan ook in die leeftijd de ontwikkelingen gewoon verder. Als de kinderen 4 jaar zijn gaan ze naar school. Op school leren de kinderen veel. Daar worden de ontwikkelingen bewust gestimuleerd. Thuis of bij het gastgezin moet een kind zich
juist kunnen ontspannen. Wij vinden het daarom belangrijk dat er een huiselijke sfeer is. Na schooltijd moet een kind zijn verhaal kwijt kunnen. Er wordt gezamenlijk wat gedronken en daarna wordt er lekker gespeeld. Het kind mag zelf kiezen wat het wil doen. De nadruk wordt gelegd op plezier hebben. Ook vriendjes en vriendinnetjes zijn na overleg van harte welkom. De gastouder houdt het welzijn van het kind in de gaten en begeleidt de kinderen waar nodig. Naarmate de leeftijd vordert wordt de verbale communicatie steeds belangrijker. Ieder kind verdient respect, niet alleen van de gastouder, maar ook van andere kinderen. Het groepsproces (broertjes, zusjes en andere kinderen die komen spelen) wordt door de gastouder goed in de gaten gehouden. Materialen en activiteiten zijn afgestemd op de leeftijd en behoeften van de kinderen, De gastouder is in staat in te springen op die behoeftes en hun creativiteit daarbij te gebruiken. Het kind gaat met plezier naar het gastgezin en is blij de gastouder weer te zien. 2.5
De gastouder zorgt voor een veilige, hygiënische en gezonde opvangomgeving. Het huis waarin de verzorging en begeleiding plaatsvindt, is zodanig ingericht dat er ruimte en rust is voor slapen, verschonen, eten en spelen van de kinderen. De ruimte waar de kinderen verblijven, ook de buitenruimte, moet voldoen aan de gangbare normen van hygiëne en veiligheid. De daadwerkelijke benodigde verblijfruimte hangt af van: & de grootte van de verblijfsruimten in het ouderlijk huis van het kind; & of bij de gastouder in het huis ook daadwerkelijk kinderen zijn opgegroeid en hoe lang dat geleden is; & het aantal op te vangen kinderen, met dien verstande dat de verblijfsruimte afgestemd is op het maximaal tegelijk op te vangen kinderen. Dit in eerste instantie ter beoordeling door thuis&zo en in samenspraak met de vraagouders. Ieder kind moet een eigen bed ter beschikking staan, dat aan zijn lichamelijke situatie voldoet. Denk daarbij aan grootte, warme dekens etc. Slaap- en activiteitruimte moeten van elkaar afgescheiden zijn en geschikt zijn voor het doeleinde van de ruimte. Dit heeft bijvoorbeeld te maken met ventilatie, rust, licht, verwarming, geen ander gebruik tijdens de kinderopvanguren, opgeruimd, geen voorwerpen en meubels of andere objecten die gevaarlijk voor kinderen kunnen zijn. Er moeten geschikte tafels en stoelen ter beschikking staan voor de verschillende activiteiten van de kinderen (spelen, eten, lezen, rust nemen). Wasgelegenheid en toilet moet aan de leeftijd en lichamelijke situatie van de kinderen aangepast zijn. In ieder geval moeten de kinderen geen gevaarlijke handelingen kunnen uitvoeren en gevaarlijke stoffen en objecten kunnen pakken (met opzet dan wel per vergissing), ook niet als de gastouder ervan uitgaat dat continue toezicht wordt gehouden. Daarnaast heeft het gastkind recht op voldoende en verantwoorde voeding en drinken, rust, lichamelijke verschoning, beweging en frisse lucht. Een kind voelt zich prettig en veilig, wanneer ritme en gewoonten in de verzorging thuis en bij de gastouders goed op elkaar zijn afgestemd. Ouders en gastouders maken daarom afspraken met elkaar over allerlei onderdelen van de verzorging, zoals voeding, zindelijkheid, slapen, ziekte en hygiëne. Gastouders en ouders: & maken voorafgaand aan de opvang duidelijke afspraken over de hierboven genoemde punten. & informeren elkaar tijdig indien een kind afwijkend gedrag vertoond of wanneer er aanwijzingen zijn voor ziektes.
&
& &
maken ook afspraken omtrent huisdieren. Ze mogen slechts in de omgeving van de gastkinderen zijn indien de ouders daarvoor toestemming hebben gegeven. Gastouders laten kinderen niet alleen met huisdieren. evalueren en spreken regelmatig, maar tenminste 1 keer per kwartaal, met elkaar over veiligheid en hygiëne. gaan akkoord met een jaarlijkse controle door thuis&zo op het houden aan de regels voor veiligheid, gezondheid en hygiëne in het huis waar de opvang plaats heeft.
3. De maximale omvang en leeftijdsopbouw van de groepen. & &
&
& &
&
Vooralsnog worden er maximaal 4 kinderen in de leeftijd tussen 0 en 13 jaar exclusief eigen kinderen opgevangen. Doordat met name jonge kinderen beneden het jaar veel zorg en aandacht vragen mogen er in beginsel maximaal 2 kinderen beneden 1 jaar tegelijk worden opgevangen. Alleen wanneer thuis&zo bepaalt dat de deskundigheid en ervaring van de gastouder dit toelaat kan er worden afgeweken van dit principe. Afhankelijk van de kennis en met name de ervaring van de gastouder als (gast)ouder mag de gastouder meer dan 1 à 2 kinderen tegelijk opvangen. Na gebleken capaciteit mogen er meer dan 2 kinderen tegelijk opgevangen worden, met een maximum van 4. Van de op te vangen kinderen (inclusief de eigen kinderen) mogen er ook maar maximaal 4 kinderen beneden de 4 jaar tegelijk worden opgevangen. Leeftijdsopbouw en aantal kinderen kunnen binnen de genoemde grenzen variabel zijn. Ze zijn afhankelijk van de competenties van de gastouder en de mogelijkheden voor opvang zoals slaap- en speelruimte. Vraagouders bepalen mede of zij het met de leeftijdsopbouw van de groep eens zijn.
3.1 &
&
&
1
Specifieke criteria innovatieve opvang
Via thuis&zo kan ook gebruik gemaakt worden van de tijdelijke voorziening van innovatieve opvang1 in het huis van de ouder of de gastouder geboden worden, voor maximaal 6 kinderen in de leeftijd tussen 0 en 13 jaar exclusief eventuele eigen kinderen. De mogelijkheid tot het bieden van innovatieve opvang door een gastouder is ter beoordeling van thuis&zo. Dit is afhankelijk van de ervaring en deskundigheid van de betrokken gastouder. In geval van innovatieve opvang magen er van de 6 op te vangen kinderen maximaal 1 kind beneden het jaar zijn en 1 kind beneden de 2 jaar. De rest moet ouder zijn dan 2 jaar. Daarnaast mogen er net als bij gastouderopvang maximaal vier kinderen onder de vier jaar zijn (inclusief de eigen kinderen) Wanneer een gastouder innovatieve opvang biedt moet er door de gastouder (altijd met goedkeuring van de vraagouder) achterwacht geregeld zijn. De gastouder is dan in staat om voor korte tijd afwezig te zijn zonder dat de gastkinderen alleen achterblijven. Dit gebeurt wanneer bijvoorbeeld andere gastkinderen uit school gehaald moeten worden, of in geval van een klein ongeval een kort doktersbezoek met één van de kinderen te plegen.
Conform tijdelijk besluit innovatieve kinderopvang, voor de duur van maximaal 4 jaar, in werking vanaf 28 april 2005
4. De competenties van de gastouders. 4.1 Algemene competenties Gastouders: & vinden het leuk en plezierig om met kinderen om te gaan en zijn bereid en feitelijk in staat om hun eigen leven en hun leefomgeving op de zorg voor en begeleiding van kinderen in te richten; & hebben een minimale leeftijd van 18 jaar; & hoeven geen specifieke opleiding op het gebied van kinderopvoeding te hebben, wel ervaring en kennis van de lichamelijke en geestelijke behoeften van kinderen in de verschillende ontwikkelingsfasen. Deze kennis moet blijken tijdens het intakegesprek met gastouderbureau thuis&zo; & staan open voor begeleiding en advies vanuit thuis&zo.. Dit blijkt uit hun aanwezigheid op zoveel mogelijk thema- of informatieavonden die het gastouderbureau organiseert; & zijn bereid hun door thuis&zo aangeboden (EHBO)opleiding te volgen en themabijeenkomsten bij te wonen; & zijn in staat om de in dit document genoemde pedagogische principes in praktijk te brengen; & zijn in staat om met de vraagouder samen te werken en hun opvattingen te respecteren indien deze niet het welzijn, de gezondheid en de ontwikkeling van het kind schenden, maar ook niet de in dit document genoemde pedagogische principes; & zijn in staat om in noodsituaties adequaat te kunnen handelen. Laten de kinderen niet over aan anderen, ook niet aan huisgenoten, uitgezonderd in noodgevallen & kunnen grenzen aangeven aan hun gastkind waarbinnen hij/zij functioneert.
4.2
Taken
Daarnaast hebben gastouders de volgende taken: & Leren: • kinderen voor zichzelf op te laten komen zonder een ander te kwetsen; • kinderen om te gaan met onenigheden, op zoek te gaan naar de reden en (eventueel gezamenlijk) te zoeken naar een oplossing; • kinderen hun grenzen aan te geven, rekening te houden met elkaar en te delen; • kinderen hun wensen aan anderen duidelijk te maken op een prettige manier. & Stimuleren: • kinderen een zelfstandige houding aan te nemen die past bij hun leeftijd; • het zelfvertrouwen van kinderen door hen zoveel mogelijk zelf te laten doen en daarvoor te waarderen. & Begeleiden: • kinderen in het aangaan van relaties met anderen (kinderen),
4.3
Criteria
Tijdens het intakegesprek wordt de gastouder verzocht zich te conformeren aan een aantal criteria op het gebied van algemeen gedrag, houding ten opzichte van het werk als gastouder, pedagogische kwaliteiten en de houding ten opzichte van vraagouders. Daarnaast moet thuis&zo voor aanvang van de opvang in het bezit zijn van een originele Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) van de gastouder. Deze kan aangevraagd worden bij de gemeente.
Gastouders worden door thuis&zo in de gelegenheid gesteld deel te nemen aan een (herhalings)cursus EHBO bij kinderen. Deze kennis stelt hen in staat adequaat te kunnen handelen bij (bijna)ongevallen. Ook verspreidt thuis&zo relevante informatie (via email en website) voor gastouders en organiseert zij bijeenkomsten over belangrijke onderwerpen. Op deze manier werkt thuis&zo actief mee aan de kwaliteit van haar gastouders. 4.4
Communicatie en samenwerking tussen gastouders en vraagouders
Een goede relatie en onderlinge samenwerking is noodzakelijk voor de opvang van kinderen en heeft daar ook een directe relatie mee. Daarom moet er respect en begrip zijn voor elkaars mening, cultuur, gewoonten en religie zijn. Ook de zorgvuldige omgang met privacygegevens van elkaar valt daar onder. Punten van aandacht moeten onderling bespreekbaar zijn en gastouders en ouders kunnen voor de dagelijkse gang van zaken een schriftje bijhouden waarin zaken over eten, drinken en slapen staan maar ook dingen die het kind meegemaakt of gedaan heeft. Dit is zeker voor kinderen onder de 3 jaar aan te raden. Zo wordt de ontwikkeling van het kind gevolgd en daarnaast is het een leuke herinnering voor later voor zowel ouders als kind om nog eens terug te lezen. 4.5
Evaluaties
In het dagelijks gebeuren kunnen zowel vraag- als gastouders telefonisch bij thuis&zo terecht voor informatie, advies en begeleiding of wanneer ze een zakelijke vraag hebben. Zes weken na het begin van de opvang bespreekt thuis&zo de opvangsituatie met zowel vraag- als gastouders. Dit kan mondeling dan wel telefonisch gebeuren. De gang van zaken wordt doorgenomen en er wordt gekeken of voor alle partijen de opvang naar wens verloopt. Eventuele wijzigingen/correcties in de overeenkomsten kunnen hierna worden gemaakt. Daarnaast vindt er jaarlijks een voortgangsevaluatie plaats tijdens de risicoinventarisaties. Hier wordt vooraf bij de vraagouders naar geïnformeerd en bij de gastouder wordt uitgebreid de tijd genomen om te kijken of het gastkind zich daar thuis voelt. Eventuele actiepunten uit dit gesprek worden op papier gezet en aan alle betrokkenen toegestuurd. Thuis&zo controleert na zes weken of de acties zijn uitgevoerd.
5 Risico-inventarisaties Gezondheid en Veiligheid Dat de opvangsituatie veilig en gezond moet zijn zal iedereen beamen. Om dat ook te garanderen houdt thuis&zo voor aanvang van de opvang en daarna jaarlijks inventarisaties op het gebied van gezondheid en veiligheid in het huis waar de kinderen opgevangen worden, of dat nu bij de gastouder of vraagouder thuis is. Hiervoor gebruikt ze methoden die opgesteld zijn door de Stichting Consument en Veiligheid in samenwerking met de GGD. De uitwerking in het gezondheidsverslag en eventuele plannen van aanpak worden aan zowel vraag- als gastouder gestuurd en wanneer één van beiden daarom verzoekt, persoonlijk of telefonisch doorgenomen. Een kopie van de inventarisaties zelf wordt, indien over email beschikt ter hand gesteld indien men dat wenst, of opgestuurd. Er moet een schriftelijke goedkeuring op de risico-inventarisaties van zowel de vraag- als gastouder zijn.
6. Verantwoordelijkheid De uiteindelijke verantwoordelijkheid ligt altijd bij ouders. De dagelijkse verantwoordelijkheid berust echter in de praktijk tijdens opvangdagen bij de gastouder. Hij/zij heeft direct contact met de kinderen. Ouders en gastouder stemmen de opvoeding op elkaar af. Sommige dingen zullen bij de gastouder anders gaan dan thuis. Dat hoeft echter geen problemen op te leveren, sterker nog; kinderen zien dat er verschillen kunnen zijn en ze leren hier op een positieve manier mee om te gaan. Respect en vertrouwen liggen hieraan ten grondslag. Minimaal één keer per jaar wordt tijdens de risico-inventarisaties ook de bekendheid van de gastouder met het pedagogisch beleidsplan doorgenomen. De vraagouders worden vooraf benaderd voor eventuele pedagogische punten die in het gesprek met de gastouder vervolgens worden doorgenomen.
7. Ouderinspraak en goedkeuring pedagogisch beleidsplan thuis&zo betrekt vraagouders bij het beleid van het gastouderbureau. Dit door middel van een Oudercommissie (OC). Daartoe nodigt ze haar vraagouders uit. De OC heeft adviesrecht over algemeen kwaliteitsbeleid, het pedagogisch beleidsplan en het bevorderen van deskundigheid van de gastouders. Er is regelmatig contact tussen de voorzitter van de OC en thuis&zo. Het pedagogisch beleidsplan wordt door de oudercommissie goedgekeurd binnen 6 maanden na oprichting van het thuis&zo. Het plan wordt vervolgens telkens elk jaar eventueel herzien en door de OC goedgekeurd.