Pedagogisch beleidsplan

Pedagogisch beleidsplan BSO de HartenTroef, gevestigd op manege de HartenHoeve

Christien van Harten

INHOUD Inleiding ........................................................................................................................................................................................... 2 1 Visie en uitgangspunten buitenschoolse opvang de HartenTroef....................................................................... 3 1.1 Visie voor buitenschoolse opvang ............................................................................................................................ 3 1.2 Pedagogische visie .......................................................................................................................................................... 3 1.3 Pedagogische uitgangspunten ................................................................................................................................... 4 Welbevinden, betrokkenheid, vitaliteit .................................................................................................................... 4 Ruimte voor eigenheid .................................................................................................................................................... 4 Vertrouwen, respect en positieve benadering ...................................................................................................... 4 Een veilige, uitdagende en betekenisvolle omgeving ......................................................................................... 4 Actieve pedagogisch medewerkers............................................................................................................................ 5 2 Missie en pedagogische doelstellingen ........................................................................................................................... 6 2.1 Waarborgen van (emotionele) veiligheid voor het kind: Ik word gezien en gehoord. Ik voel mij thuis............................................................................................................................................................................................... 6 2.2 Het bieden van voldoende mogelijkheden om persoonlijke competenties te ontwikkelen: Ik ben actief en in beweging. ............................................................................................................................................................. 7 2.3 Het bieden van voldoende mogelijkheden om sociale competenties te ontwikkelen: Ik ben mezelf in de groep. ................................................................................................................................................................... 7 2.4 Overdracht van waarden en normen: Ik ben deel van de wereld. ................................................................ 8 3 Vestiging ....................................................................................................................................................................................... 9 3.1 Binnenruimten.................................................................................................................................................................. 9 3.2 Buitenterrein ..................................................................................................................................................................... 9 4 Veiligheid ................................................................................................................................................................................... 11 4.1 Gezondheid....................................................................................................................................................................... 11 Beweging en frisse lucht ............................................................................................................................................... 11 Drinken en voeding ......................................................................................................................................................... 11 BedrijfsHulpVerlening (BHV) ..................................................................................................................................... 11 Infectieziektes ................................................................................................................................................................... 11 Kindermishandeling ....................................................................................................................................................... 11 Ziektebeleid ........................................................................................................................................................................ 12 4.2 Veiligheid .......................................................................................................................................................................... 12 4.3 Hygiëne .............................................................................................................................................................................. 12 4.4 Fysieke omgeving .......................................................................................................................................................... 13 5 Communicatie .......................................................................................................................................................................... 14 5.1 Kinderen, ouders en pedagogisch medewerkers............................................................................................. 14 5.2 Klachten ............................................................................................................................................................................. 14 6 Omgang met de BSO kinderen .......................................................................................................................................... 15

Een bak met een dak en paarden houdt op een manege te zijn, op het moment dat een enkel kind er naar kijkt met in het hoofd het beeld van een prairie waar naar hartenlust kan wordt gedraafd. Antoine de Saint-Exupéry (Frans schrijver 1900-1944)

INLEIDING Jong-zijn in een wereld waar de nadruk ligt op het ontwikkelen van cognitieve competenties vraagt om een escape met ruimte om te draven en te dromen, je te verbinden met buiten en met beesten. Het is belangrijk dat kinderen en jongeren zich kunnen ontspannen en zich zelf kunnen zijn in een omgeving met mensen en dieren die hen accepteren zoals ze zijn. De HartenTroef wil een ruimte bieden met veiligheid en uitdaging, waarin kinderen zich kunnen ontwikkelen tot stabiele jonge mensen, die zich zelf hebben kunnen ontdekken door hun relatie tot mensen en dieren. Manege de HartenHoeve was al ingericht als ontmoetingsplek voor mens en dier, waarbij er speciale zorg is voor bijzondere mensen met elk hun speciale eigenheid. Onder begeleiding van gediplomeerd personeel kunnen mensen met en zonder beperking de paardensport en hobby uitoefenen. Juist door de integratie van deze paardenactiviteiten in de reguliere sportwereld met gewone lesklanten maakt het bedrijf tot een unieke plek van leren aan het leven. Middels de stichting STEIN, sterk door integratie, worden er voortdurend projecten opgezet en ontwikkeld om zorg en maatschappij te verbinden middels de paardensport, theater en scholing. Ook het houden van gezellige ponykampen op maat vallen al jaren onder deze stichting. In vrije tijd kunnen jongeren breed kennismaken met alles wat te maken heeft met de beweging van het paard in de natuur, de sport en ook spel activiteiten.

Aanbod van opvang aan kinderen van 4 t/m 13 jaar uit het reguliere en speciale onderwijs, na schooltijd en in schoolvakanties.

HartenTroef Buitenschoolse opvang Beleidsplan 2013.

Nu, in 2013 wil de manege dan ook georganiseerde kinderopvang aanbieden als antwoord op een vraag naar gezonde, veilige en bewuste dagbesteding na en naast school.

2

Waarom zou de maatschappij zich enkel verantwoordelijk voelen voor de opvoeding van kinderen maar niet voor de opvoeding van volwassenen van alle leeftijden? Erich Fromm (Duits - Amerikaans filosoof en psycholoog 1900-1980)

1 VISIE EN UITGANGSPUNTEN BUITENSCHOOLSE OPVANG DE HARTENTROEF 1.1 VISIE VOOR BUITENSCHOOLSE OPVANG Buitenschoolse opvang draagt bij aan de ontwikkeling en opvoeding van kinderen. Deze ontwikkeling kan totaal zijn, heel en gaaf, leidend tot een mooi mens met de geweldige ontplooiing van mogelijkheden en talenten waarmee hij of zij op de wereld is gekomen. Wij willen bijdragen aan dit bijzondere unieke groeiproces door kinderen te ondersteunen, te begeleiden en ruimte te geven in veiligheid en speelsheid met anderen en met dieren. Hierdoor zal het kind zelf ervaren en ontdekken en de ontwikkelingen zelf opnemen. Onze werkwijze is vanuit de Presentie benadering (Andries Baart). Deze benadering draait om: Er zijn voor de ander in een vertrouwensvolle relatie (veel meer dan het oplossen van problemen), om zorg, om de waardigheid van de ander/ het erkennen van de ander, om wederzijdsheid, om verhalen, om een nauwgezette afstemming op de leefwereld van de ander, om de wil de ander tot zijn of haar recht te laten komen en niemand ooit af te schrijven. Dit doen wij samen met ouders. Een kind komt nooit alleen, maar met de eigenheid van het ouderlijk nest (Systemische benadering). Ouders zijn eindverantwoordelijk voor de opvoeding van hun kind. Zij hebben vertrouwen in ons nodig om deze opvoeding met ons te delen. Een open houding en respectvolle communicatie met ouders vinden wij belangrijk.

1.2 PEDAGOGISCHE VISIE

Wij creëren een sfeer en een omgeving waarin kinderen zich prettig, veilig en geborgen voelen én die stimuleert en uitdaagt. Het buitenleven, het contact met de dieren en de integratie van mensen die iets bijzonders hebben, maakt de HartenHoeve hiervoor de plek bij uitstek. Het is een omgeving waar ieder kind de ruimte krijgt voor het ontwikkelen van vertrouwen in zichzelf en de ander en voor het opdoen van persoonlijke, cognitieve, praktische en sociale competenties. In deze omgeving is aandacht voor een gezonde levensstijl en gangbare normen en waarden worden voorgeleefd. Er is een basishouding van respect en ruimte voor de eigenheid en autonomie van ieder kind. Vanuit die basishouding ondersteunen wij het kind bij het deel uitmaken van een groep en de wereld om zich heen.



Binnen de HartenTroef staat het kind en zijn ontwikkeling centraal. Ieder kind heeft een unieke eigenheid en talenten die verder ontdekt kunnen worden, doorheen het samen spelen, samen werken en samen vieren. Uitgangspunt is dat ieder kind kan uitgroeien tot een heelheid en kan meewerken aan heelheid / heil van de ander.

3

1.3 PEDAGOGISCHE UITGANGSPUNTEN WELBEVINDEN, BETROKKENHEID, VITALITEIT Welbevinden, betrokkenheid en de ontwikkeling van een kind zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Door in te spelen op de behoeften van een kind zal het zich prettig voelen (welbevinden) en nieuwsgierig zijn naar wat de omgeving te bieden heeft. Door te zorgen voor een aanbod dat aansluit bij de interesses en behoeften van een kind en er voor zorg te dragen dat het uitdagend, maar ook veilig genoeg is, zal hij met plezier hier helemaal in op kunnen gaan (betrokkenheid). Hierdoor kan een kind zich ontwikkelen. Een kind dat betrokken is zal met echte belangstelling en een hoge mate van geboeid-zijn opgaan in een bezigheid. Een voorwaarde hiervoor is ook dat een kind zich fit voelt. Aandacht voor een gezonde levensstijl vinden wij belangrijk.

RUIMTE VOOR EIGENHEID Een kind ontwikkelt zich spelenderwijs en door actief bezig te zijn, door doen, uitproberen, ontdekken, kijken, imiteren, meedoen en aanwijzingen. Ieder kind doet dit in eigen tempo en op zijn eigen manier. Ook de steun en stimulans die een kind nodig heeft verschilt. Ieder kind beschikt over zijn eigen talenten. Kinderen krijgen de mogelijkheden deze te ontdekken en te ontplooien door een gevarieerd aanbod van speelmogelijkheden en activiteiten, binnen en buiten, met en zonder dieren. In ons dagelijks handelen houden wij rekening met en hebben wij respect voor de verschillen tussen kinderen (persoonlijkheid, leeftijd, sekse, afkomst, mogelijkheden en talenten).

VERTROUWEN, RESPECT EN POSITIEVE BENADERING

Kinderen krijgen de ruimte om zelf te doen, te ontdekken, te ervaren en te kiezen. Wij bieden hierbij ondersteuning waar zij dit nodig hebben. We ondersteunen kinderen bijvoorbeeld bij het uitvoeren van ideeën of het hanteren van grenzen door niet uit te gaan van wat niet kan, maar van hoe het wel kan. „Fouten maken mag.‟ Wij waarderen het kind om waar het goed in is. Gedrag kan afgekeurd worden, de persoon nooit. We bieden kinderen een veilige omgeving, maar leren kinderen ook om te gaan met risicovolle situaties. Wij vinden het belangrijk hier een evenwicht in te vinden.

EEN VEILIGE, UITDAGENDE EN BETEKENISVOLLE OMGEVING Kinderen ontwikkelen zich mede door de ervaringen die de omgeving biedt: enerzijds is er de behoefte aan veiligheid en steun en anderzijds de uitdaging en stimulans. Een omgeving die geborgen en voorspelbaar is, maar ook variatie biedt en de nieuwsgierigheid en verwondering prikkelt lijkt belangrijk voor een evenwichtige gezonde ontwikkeling. Op de HartenTroef is de omgeving groter dan de eigen groepsruimte. De omgeving binnen de HartenTroef wordt gevormd door de pedagogisch medewerkers, de andere kinderen, de dieren, de inrichting, de activiteiten binnen het dagritme en het manegeleven. Activiteiten zijn betekenisvol als zij aansluiten bij de belevings- en leefwereld van het kind en afgestemd zijn op



We nemen kinderen serieus en benaderen hen telkens op een respectvolle en open wijze.

4

het ontwikkelingsniveau, de mogelijkheden en interesses van de kinderen. Het manegeterrein biedt de kinderen allerhande mogelijkheden om op eigen wijze bezig te zijn.

ACTIEVE PEDAGOGISCH MEDEWERKERS



Wij zijn partner van het kind in zijn ontwikkeling. De medewerker ontwikkelt zich mee en blijft zich ontplooien door de impulsen van het kind. Door te kijken, luisteren en mee te doen, kunnen medewerkers zich afstemmen op wat kinderen nodig hebben. Wij scheppen voorwaarden voor leren en ontwikkeling door bijvoorbeeld aandacht te richten op de groepssfeer, het individuele kind, passende activiteiten en het zorg dragen voor veiligheid en duidelijkheid. Daarnaast zien wij kansen voor spel, leren en contacten die zich spontaan voordoen. We grijpen deze kansen door aan te sluiten bij wat het kind doet en beleeft gedurende de verschillende belevenissen van de dag. We creëren kansen door activiteiten aan te bieden en kinderen uit te nodigen mee te helpen bij de dagelijkse bezigheden op de manege.

5

Het werk wacht wel tot je je kind de regenboog hebt laten zien. Maar de regenboog wacht niet tot jij klaar bent met je werk. P. Cloffard

2 MISSIE EN PEDAGOGISCHE DOELSTELLINGEN De missie van de HartenTroef is om veilige,(p)aardige, gezonde, speelse, sociale en stimulerende opvang te organiseren voor kinderen van 4 tot en met 13 jaar na schooltijden en in vakanties. Bij deze opvang staan wij voor kleinschaligheid om huiselijkheid en gezelligheid te waarborgen. Vanuit onze missie komen een aantal doelstellingen naar voren. Deze doelstellingen sluiten aan bij de competenties, beschreven door professor J.M.A. Riksen-Walraven welke zijn opgenomen in de Wet Kinderopvang:

2.1 WAARBORGEN VAN (EMOTIONELE) VEILIGHEID VOOR HET KIND: IK WORD GEZIEN EN GEHOORD. IK VOEL MIJ THUIS. Het kind en zijn ontwikkeling staat in onze werkwijze centraal. Het kijken en luisteren naar kinderen en het praten en meespelen met kinderen vormt een rode draad in ons handelen. Kinderen krijgen de ruimte om mee te denken en een eigen inbreng te hebben (respect voor autonomie en kinderparticipatie). Dit alles draagt bij aan emotionele veiligheid van kinderen. Kinderen voelen dat ze gewaardeerd worden, er rekening met ze gehouden wordt en dat ze meetellen. Kinderen laten hun stem horen, niet alleen door wat zij zeggen, maar ook door wat zij doen, in hun spel en door hun lichaamstaal.

  

Om te zien en te horen welke steun en stimulans zij van ons nodig hebben om zich prettig en fit te voelen en intens op te kunnen gaan in hun bezigheid. Om hun behoeftes, wensen, interesses en mogelijkheden te leren kennen, in te kunnen spelen op hun signalen en kansen te zien voor spel, leren en contact. Om de ontwikkeling van kinderen te kennen en te volgen.

Om zich thuis te voelen moet een kind zich veilig en vertrouwd kunnen voelen. Door signalen van een kind te zien en hier op in te gaan en aan de behoeftes en wensen van het kind te voldoen zorgen wij ervoor dat een kind zich lekker in zijn vel kan voelen (welbevinden). Wij zijn betrokken en gastvrij en hebben aandacht voor elk kind. Wij hebben vertrouwen in de mogelijkheden van kinderen en benaderen kinderen met een warme en positieve houding. Emoties van kinderen worden gerespecteerd en benoemd. Wij benoemen en verwoorden wat wij doen en wat er gaat gebeuren (voorspelbaarheid). We werken met een vaste groep en vaste pedagogisch medewerkers. Kinderen kunnen op deze manier een relatie opbouwen met de pedagogisch medewerkers en de andere kinderen in de groep. Kinderen hebben ook behoefte aan voorspelbaarheid en duidelijkheid. Door een gezamenlijk dagritme (dagelijkse routine), het gebruik van rituelen en gezamenlijke afspraken, weten de kinderen welke activiteiten er waar en wanneer te doen zijn. Er is aandacht voor een gezellige sfeer in de inrichting.



Wij kijken en luisteren naar kinderen:

6

2.2 HET BIEDEN VAN VOLDOENDE MOGELIJKHEDEN OM PERSOONLIJKE COMPETENTIES TE ONTWIKKELEN: IK BEN ACTIEF EN IN BEWEGING. Naast veiligheid hebben kinderen behoefte aan uitdaging. Kinderen zijn nieuwsgierig en willen ontdekken. Ontwikkeling is ook het verleggen van eigen grenzen. De HartenTroef biedt talloze mogelijkheden om actief en in beweging te zijn. O.a. door activiteiten aan te bieden die de nieuwsgierigheid prikkelen en aansluiten bij de interesses, belevingswereld en het niveau van de kinderen. Kinderen worden niet gedwongen maar wel gestimuleerd met activiteiten mee te doen. Plezier hebben in de bezigheid staat voor ons bovenaan. Al doende komen de kinderen spelenderwijs in situaties terecht, die een beroep doen op vaardigheden als weerbaarheid, zelfvertrouwen, eigenwaarde, flexibiliteit, creativiteit in het omgaan met verschillende situaties enz. Het kind leert hierdoor problemen adequaat aan te pakken en zich goed aan te passen aan veranderende omstandigheden. Vitaal en fit zijn draagt bij aan het actief bezig kunnen zijn. We leven een gezonde levensstijl door: aandacht voor gezonde voeding, elke dag buitenspelen en afwisseling tussen inspanning en ontspanning.

2.3 HET BIEDEN VAN VOLDOENDE MOGELIJKHEDEN OM SOCIALE COMPETENTIES TE ONTWIKKELEN: IK BEN MEZELF IN DE GROEP.

Wij ondersteunen kinderen bij het opdoen en oefenen met sociale vaardigheden (opkomen voor je zelf, rekening houden met anderen, onderhandelen, zorg voor elkaar, omgaan met conflicten etc.) en zo deel uit te maken van de groep. We begeleiden kinderen bij het opdoen van positieve interacties met andere kinderen. We helpen kinderen bij het ontwikkelen van een respectvolle en open houding in het omgaan met andere kinderen en volwassenen en t.o.v. verschillen tussen zichzelf en anderen. In de groep krijgen kinderen de gelegenheid om vriendschappen te sluiten en hun ervaringen te delen. Het samen plezier maken, het vieren van feesten en het leren van nieuwe situaties draagt bij aan het creëren van een groepsgevoel. Bij de inrichting houden we er rekening mee dat kinderen in grotere of kleinere groepjes kunnen spelen en de mogelijkheid hebben zich even terug te trekken. Door samen op te ruimen, zorgvuldig om te gaan met spullen van anderen, te helpen met tafeldekken etc. dragen kinderen hun steentje bij aan het samen leven en spelen in de groep.



Wij houden rekening met de eigenheid van ieder kind (bijv. ontwikkelingsniveau, sekse, sociaalculturele achtergrond, temperament en talenten en mogelijkheden). Bij ons is een groep verticaal opgebouwd (met maximaal 16 kinderen). We gaan uit van een gezinssfeer waarbij de verschillende kinderen naar eigen behoeften en naar eigen ontwikkelingsfase verantwoordelijkheid dragen en veiligheid ontvangen. Al spelende en in interactie met de andere kinderen en de pedagogisch medewerker, leert en ontdekt het kind wie het is, wat het kan, wat het leuk en niet leuk vindt en welke vaardigheden er nodig zijn in welke situaties.

7

2.4 OVERDRACHT VAN WAARDEN EN NORMEN: IK BEN DEEL VAN DE WERELD. De kinderen die naar de HartenTroef komen, komen allemaal in dezelfde basisgroep. Vanuit deze groep wordt de wereld ontdekt naar wat een kind aankan en naar waar een kind behoefte aan heeft. Op de HartenTroef komen de kinderen wanneer zij hun eigen groepsruimte verlaten in aanraking met andere mensen die op de manege zijn, bijv. om paard te komen rijden, omdat ze er werken en/of omdat ze er wonen. Een deel van deze mensen heeft een beperking of een bijzonder verleden. Integratie van mensen die iets bijzonders hebben vinden wij erg belangrijk. Het maakt kinderen bewust van dat we niet allemaal hetzelfde, maar wel gelijk zijn. We dragen gangbare normen en waarden over, door deze voor te leven. Ook hanteren we groepsregels die te maken hebben met een goede omgang met elkaar en met veiligheid. Respect voor jezelf, voor andere mensen, culturen, dieren, natuur en milieu is bij ons de basis waar vanuit wij samen de wereld instappen. Sociaal zijn, eerlijk zijn, zorgvuldig omgaan met spullen, geen grof taalgebruik en respect voor privacy vloeien hieruit voort. De meeste van deze normen en waarden worden spelenderwijs aan de kinderen meegegeven. Ook door het geven van het goede voorbeeld leren kinderen veel. Daar waar nodig stellen we grenzen en corrigeren we gedrag. Bij deze grenzen willen we duidelijk zijn voor de kinderen en eventueel onderbouwen met uitleg. Uitgangspunt is veiligheid voor het kind en zijn leefomgeving.

Bij onenigheid tussen de kinderen stimuleren we dat de kinderen dit eerst zelf proberen op te lossen voordat de pedagogisch medewerker ingrijpt. Natuurlijk houden we in de gaten of hulp hierbij geboden is. We kennen onze kinderen en weten wie we hierin moet stimuleren of juist af moet remmen. Gedrag dat gevaar/pijn oplevert voor het kind zelf of voor anderen wordt door de pedagogisch medewerkers niet geaccepteerd. Net als herhaaldelijk niet luisteren, dingen kapot maken, en ander storend gedrag. We zullen het kind duidelijk maken dat dit niet mag en waarom dit niet mag. Ook in deze situaties doen we dat door middel van de ik-boodschap. Wordt dit gedrag herhaaldelijk vertoond door hetzelfde kind, dan kan het kind door de pedagogisch medewerkers even buiten de activiteit geplaatst worden. Dit kan variëren van even niet mee mogen doen tot apart op een stoel of even bij de pedagogisch medewerkers komen. We hopen het kind hiermee te leren dat dit gedrag echt niet getolereerd wordt. Op het moment dat de ouder zijn of haar kind komt halen, is er altijd tijd voor een gesprek. We proberen zoveel mogelijk informatie over te brengen en altijd open te staan voor vragen van ouders.



Om veiligheidsredenen moeten overmoedige kinderen (zien zelf het gevaar niet van wat ze doen) tegen zichzelf beschermd worden. Wanneer dingen gevaar op leveren voor kinderen zal de boodschap kort en duidelijk zijn: Dit mag niet. In minder gevaarlijke situatie zal de leidster het kind vanuit zichzelf toespreken: Ik wil niet dat jij dit doet, want.../ Ik vind... Verder zullen we kinderen bijsturen door het belonen van gewenst gedrag en het negeren van ongewenst gedrag: We zeggen liever tegen het kind dat lekker zit te eten zeggen "wat zit jij goed te eten!" in de hoop dat de buurman ook zijn vork weer oppakt, dan dat we deze buurman confronteren met zijn niet-eten.

8

Een huis wordt je thuis wanneer je het deelt met anderen. Ed van den Bergen

3 VESTIGING De HartenTroef is gevestigd op manege de HartenHoeve. De HartenHoeve is gelegen aan de Hooiweg 5, te Deil. Deze vestiging staat in een rustige omgeving, namelijk in het poldergebied tussen Meteren en Deil. Het terrein is afsluitbaar en omsloten met hekwerken. Het biedt diverse buitenruimtes en gezellige binnenruimtes waar de kinderen gebruik van kunnen maken. Er is een grote diversiteit aan speel, spel en ontwikkelingsmogelijkheden.

3.1 BINNENRUIMTEN De hal: De binnenruimten zijn toegankelijk via de trap of rolstoelbaan door de hal. In de hal is een fonteintje met koud water aanwezig, om de handen te wassen als de kinderen van buiten komen. Ook is hier een kapstokaanwezig. De BSO zolder: In deze ruimte staan 6 tafels met 12 bankjes, die aan elkaar geschoven kunnen worden tot groepstafel waar de kinderen aan kunnen eten/drinken, maar ook kunnen spelen/knutselen. In deze ruimte staat tevens een voetbaltafel en er is ruime keuze aan speelgoed, leesvoer en knutselspullen. Verder staat er achterin een bank waar kinderen zich kunnen terug trekken om bijv. te lezen of te relaxen en is er een hoek ingericht om op de grond te kunnen spelen. De trap naar boven: De ruimtes worden door middel van een dichte trap met elkaar verbonden. Onderaan de trap kan de ruimte afgesloten worden met een deur. Bovenaan de trap is de ruimte afgezet met ballustraden en voor de ingang is een traphekje aanwezig. Deze trap is alleen toegankelijk voor de BSO kinderen, pedagogisch mederwerkers en ouders.

3.2 BUITENTERREIN Buitenrijbaan: In deze ruimte kunnen kinderen spelen onder toezicht van pedagogisch medewerkers, mits er geen paarden in de buitenrijbaan aanwezig zijn. Binnenrijbaan: In deze ruimte kunnen de kinderen deelnemen aan paardrijlessen onder begeleiding van een gediplomeerde instructeur. Stallencomplex: Hier kunnen de kinderen onder begeleiding van instructeurs en pedagogisch medewerkers met de paarden aan de slag gaan, denk hierbij aan: knuffelen/aaien, borstelen, enz. Speeltuin: In deze ruimte staan verschillende speeltoestellen, waar kinderen op kunnen spelen onder toezicht van pedagogisch medewerkers. Minimoestuin: In de moestuin kunnen de kinderen met toezicht van de pedagogisch medewerkers bezig zijn met het verbouwen van groente en fruit.



De toiletten: Deze zijn in de hal van de kantine aanwezig, zowel dames als heren. Aangrenzend aan de binnenrijbaan is er nog een sanitaire ruimte met toiletten voor zowel dames, heren en invaliden.

9

Tafeltennistafels: De tennistafels staan voor de kantine. De kinderen hebben de mogelijkheid om onder toezicht van de pedagogisch medewerkers hier te tennissen. Benodigdheden kunnen de kinderen af halen bij de bar.


Huttenplek: Op de huttenplek kunnen kinderen naar hartenlust sjouwen met glad hout en touwen. Dit alles onder toezicht van onze pedagogisch medewerkers.


1 0

Veiligheid bereikt men niet door muren te bouwen, maar door deuren te openen. U. Kekkonen

4 VEILIGHEID De risico’s met betrekking tot de veiligheid en gezondheid binnen de HartenTroef, worden geïnventariseerd dmv RI en E. Dit is een methode die het mogelijk maakt op een gestructureerde manier de gezondheid in onze BSO te waarborgen. De RI en E wordt jaarlijks geëvalueerd, geactualiseerd en bijgesteld.

4.1 GEZONDHEID BSO de HartenTroef besteedt op verschillende gebieden aandacht aan de gezondheid van de kinderen.

BEWEGING EN FRISSE LUCHT Door kinderen uit te nodigen tot het buitenspelen, buiten bezig te zijn met de dieren of buiten mee te werken in de tuin, wordt niet alleen de lichaamsbeweging van de kinderen gestimuleerd, maar brengen zij tevens tijd door in de frisse buitenlucht. Tevens wordt door het regelmatig luchten van de groepsruimtes ervoor gezorgd dat ook de lucht in de groepsruimtes vers blijft en eventuele ziektekiemen niet kunnen blijven hangen.

DRINKEN EN VOEDING

BEDRIJFSHULPVERLENING (BHV) Door de continue aanwezigheid van tenminste één pedagogisch medewerker met BHV kan in geval van nood eerste hulp verleend worden en zo nodig de locatie gecontroleerd ontruimd worden. Op het bedrijf zijn ten allen tijden meerdere BHV-ers aanwezig. Er vindt jaarlijks tenminste één ontruimingsoefening plaats.

INFECTIEZIEKTES In geval van een infectieziekte bij één van de kinderen van de BSO wordt gehandeld volgens ons “Protocol infectieziektes”.

KINDERMISHANDELING Bij vermoeden van kindermishandeling of seksueel misbruik passen we ons “Protocol Kindermishandeling” toe.



Als kinderen na schooltijd binnenkomen, wordt altijd voor een rustmoment gezorgd met de groep, zodat de kinderen rustig kunnen drinken en fruit kunnen eten. Door verschillende regels op het gebied van hygiëne wordt hierbij de gezondheid van de kinderen in acht genomen.

1 1

ZIEKTEBELEID Is uw kind ziek? Dan houdt u het natuurlijk thuis. Wanneer u twijfelt, kunt u contact opnemen met de pedagogisch medewerkers. Elk kind moet in staat zijn om mee te doen aan de dagelijkse activiteiten tussen dieren en anderen. Graag vernemen wij zo spoedig mogelijk van u wanneer uw kind niet aanwezig kan zijn door ziekte. Is er sprake van een besmettelijke ziekte dan willen wij dit natuurlijk ook zo spoedig mogelijk weten zodat we maatregelen kunnen treffen. Als een kind ziek van school komt of ziek wordt tijdens verblijf op de HartenTroef, zal de ouder(s) altijd op de hoogte gesteld worden. Met de ouder zal overlegd worden wat de te nemen stappen zijn. Is er sprake van een ziekte waarbij het kind geweerd moet worden in het belang van de andere kinderen uit de groep, (wij volgen de richtlijnen van de GGD) dan zal het kind opgehaald dienen te worden. Het is dus van belang dat u voor ons bereikbaar bent. In geval van nood gaan wij met uw kind naar de huisarts. De pedagogisch medewerkers zijn alleen bevoegd om medicijnen te verstrekken aan uw kind nadat u een ‘Overeenkomst gebruik geneesmiddelen’ heeft ingevuld (op te vragen bij een pedagogisch medewerker). Het medicijn dient in de originele verpakking te worden aangeleverd incl. de gebruiksaanwijzing en dient de eerste keer door de ouders zelf te zijn gegeven.

4.2 VEILIGHEID

Een belangrijk deel van de veiligheid die geboden wordt, wordt bepaald door inzicht en toezicht van de pedagogisch medewerker. De pedagogisch medewerker is zich continue bewust van de risico’s die kinderen lopen in bepaalde situaties en bij bepaalde activiteiten en handelen daarnaar. Het is hierbij niet de bedoeling dat alle risico’s voor kinderen uitgesloten worden, omdat kinderen dan beperkt worden in de mogelijkheid om zich te ontwikkelen en in het zoeken naar de eigen mogelijkheden en grenzen. De groei van de kinderen naar meer volwassenheid en meer eigen verantwoordelijkheid vraagt ook om meer afstand van de pedagogisch medewerker. Het is de professionaliteit van de pedagogisch medewerker die ervoor zorgt dat kinderen de vrijheid en eigenverantwoordelijkheid en dus ook veiligheid geboden krijgen waar zij aan toe zijn. Voor het toezicht van de pedagogisch medewerker op de kinderen, bij het buitenspelen op de speelterreinen, zijn duidelijke afspraken gemaakt. Het is de kinderen niet toegestaan om zich zonder pedagogisch medewerker buiten het terrein van de van de HartenHoeve te begeven. Voor het ophalen van de kinderen uit school wordt een apart “Protocol ophalen kinderen” gehanteerd, waarin de speciale afspraken ten aanzien van de veiligheid terug te vinden zijn.

4.3 HYGIËNE Wij vinden het belangrijk dat kinderen in een hygiënische omgeving vertoeven; daarom worden strenge eisen gesteld aan het schoonmaakwerk en de hygiëneregels op de groep. Het is echter geen regel dat alle kinderen ook altijd smetteloos naar huis gaan. Ze zullen op de HartenTroef veel buiten bezig zijn en met dieren en buitenmateriaal in aanraking komen. Hierbij kunnen we niet voorkomen dat kinderen vies worden. Aanbod van opvang aan kinderen van 4 t/m 13 jaar uit het reguliere en speciale onderwijs, na schooltijd en in schoolvakanties.


De veiligheid van de kinderen wordt voor een deel gewaarborgd door de eisen die door de GGD en de brandweer worden gesteld. Dit is echter niet voldoende.

1 2

4.4 FYSIEKE OMGEVING BSO de HartenTroef vindt het belangrijk om een fysieke omgeving te bieden met een huiselijke sfeer waarin kinderen zich thuis voelen. Deze omgeving moet hiervoor niet alleen gezellig zijn, maar ook veilig en functioneel. Het doel is om de kinderen verschillende hoeken in de groepsruimtes te bieden waarin ze kunnen zitten en/of spelen. Hierbij wordt zoveel mogelijk onderscheid gemaakt in actieve en rustige hoeken. Het is belangrijk dat kinderen die rust willen (rustig willen spelen of huiswerk willen maken) dit ook kunnen vinden.


BSO de HartenTroef heeft ervoor gekozen om voor de kinderen die huiswerk willen maken computers in huis te hebben. Deze computers zijn echter alleen bedoeld voor huiswerk gerelateerde opdrachten en niet ter ontspanning.


1 3

Denk als een wijs man maar communiceer in de taal van gewone mensen. William Butler Yeats 1865 - 1939

5 COMMUNICATIE De normen en waarden als veiligheid, gezelligheid en respect beginnen met goede communicatie. Dit geldt op alle niveaus, zelfs met de dieren. Eerlijkheid en openheid staan hier voorop.

5.1 KINDEREN, OUDERS EN PEDAGOGISCH MEDEWERKERS Kinderen: De kinderen en de pedagogisch medewerkers kennen elkaar allemaal goed. Dit vinden wij erg belangrijk voor de kinderen. Dit draagt bij aan de goede sfeer binnen onze opvang. Hierin wordt blijvend geïnvesteerd middels spel, gezamenlijke activiteiten en individuele gesprekken. Inspraak van de kinderen vullen wij in met een kind-vergadering. Kinderen kunnen zelf punten aandragen evenals de pedagogisch medewerkers. Ouders: Wij hechten belang aan duidelijke communicatie richting de ouders. Als de kinderen gehaald worden zal er een duidelijke mondelinge overdracht plaatsvinden. Mochten de pedagogisch medewerker of ouder zaken willen bespreken dan bestaat er de mogelijkheid om een afspraak hierover te maken. Een keer per jaar bieden wij u de mogelijkheid voor een georganiseerd oudergesprek. Indien gewenst kan dit natuurlijk ook vaker. Mocht u tussentijds ergens tegen aanlopen mb.t. de ontwikkeling van uw kind kunt u pedagogisch advies inwinnen bij onze pedagogisch medewerkers. Hiernaast organiseren we twee gezellige ouderavonden met een passend, (p)aardig en pedagogische activiteit. U bent dan van Harte welkom!

Begeleiding: De pedagogisch medewerkers zullen regelmatig overleggen in teamverband en met eindverantwoordelijke. Dit gebeurt dagelijks, wekelijks en maandelijks. Notulen zijn hiertoe ter inzage.

5.2 KLACHTEN Het kan gebeuren dat u een klacht of een suggestie/opmerking heeft ten aanzien van onze dienstverlening. Richt u zich in dat geval in eerste instantie tot één van de pedagogisch medewerkers van de groep van uw kind. De pedagogisch medewerkers kunnen dan samen met de leidinggevende kijken naar een oplossing. Mocht uw klacht of suggestie/opmerking na bespreking met de pedagogisch medewerker en de leidinggevende in uw ogen niet voldoende afgehandeld zijn, dan zal de leidinggevende dit melden bij de eindverantwoordelijke, Hein en Christien van Harten. Zij zullen vervolgens contact met u opnemen. Komt u er dan nog niet of niet naar tevredenheid uit dan is er een mogelijkheid om de klacht bij onze externe klachtencommissie (SKK) te deponeren. Ook oudercommissies kunnen via de SKK een klacht indienen. Zij kunnen dit doen bij de Klachtenkamer Oudercommissie van de SKK.



Verder worden ouders geïnformeerd via de nieuwsbrief en de BSO krant.

1 4

Omgaan met kinderen en paarden is gezond voor de ziel. Fjodor M. Dostojewski Russisch schrijver 1821-1881

6 OMGANG MET DE BSO KIN DEREN

 

  



  

We zijn respectvol naar elkaar toe en voor ieder kind is er aandacht. hiermee leveren we een positieve bijdrage aan het zelfbeeld van het kind Communicatie volgens de Gordon-methode. De methode op basis van de ik-boodschap leidt tot meer zelfstandigheid, zelfvertrouwen en groei bij opvoeder en kind. Het gaat er hierbij om dat er in relaties op een plezierige, evenwichtige manier oplossingen voor problemen worden gevonden, zonder dat er verliezers zijn. Keuze vrijheid van het kind binnen een aantal regels die gelden op de BSO. Wij zien een kind als deel van de samenleving en behandelen een kind ook als dusdanig Actieve deelname van de pedagogisch medewerkers aan de activiteiten. Dit betekent NIET dat er dingen uit handen genomen worden van het kind maar dat een begeleider initiërend is voor de activiteiten. Hierin stimuleren we de kinderen tot zelfstandigheid en zelfredzaamheid. De pedagogisch medewerker geeft de aanzet, speelt mee en/of geeft wending aan het spel daar waar nodig. Spelen de kinderen lekker dan wordt dit niet verstoord. Inspelen op het karakter van het kind maar ook het kind mee te helpen om de eigen grenzen op te zoeken om een zelfstandig individu te worden. Kinderen veel dingen zelf laten doen en ze ook het vertrouwen geven dat ze het kunnen ( bv zelf drinken inschenken en brood smeren). Duidelijkheid en structuur bieden. Daarnaast gaan we met de kinderen afspraken maken. De vergadering met de kinderen zal hiervoor gebruikt gaan worden om gezamenlijk de regels te maken. De pedagogisch medewerkers hebben zicht op de achtergrond van het kind (intakegesprek) en spelen hier op in.



Samenvattend kunnen we zeggen dat we ouders dankbaar zijn voor het toevertrouwen van de zorg na schooltijd voor hun kinderen. We hebben gezellige dagen. We spelen, groeien, en vieren samen het leven. Hierbij spelen de volgende handvatten voor ons mee:

1 5

Pedagogisch beleidsplan

Recommend Documents