Augustus 2015
Babba kinderopvang BSO
Pedagogisch beleidsplan
Babba Kinderopvang Hooiweg 10 Zuidhorn 06-39861339
[email protected] © Copyright 2015, G. Notebomer, directeur in samenwerking met MSc G.G. Staal, orthopedagoog. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag wroden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, en/of openbaargemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteurs.
Pedagogisch beleidsplan versie augustus 2015
VOORWOORD Babba kinderopvang te Zuidhorn is een christelijke, kleinschalige en huiselijke kinderopvang met daarbij een buitenschoolse opvang. Omdat er op de kinderdagopvang maximaal groepen zijn van 12 kinderen van 0 tot 4 jaar (wettelijk gezien mogen er 16 kinderen per groep worden opgevangen) krijgt ieder kind persoonlijke aandacht en zorg die het nodig heeft om zich optimaal te kunnen ontwikkelen. In dit beleidsplan is uiteengezet wat onze visie en doelstellingen zijn om goede kinderopvang te kunnen bieden gebaseerd op een viertal pijlers vanuit een christelijke grondslag. Het beleidsplan voldoet aan de eisen zoals deze gesteld zijn in de Wet Kinderopvang en de richtlijnen die de GGD opstelt. Wij hebben zo goed mogelijk geprobeerd om op papier aan te geven wat wij doen en waar wij voor staan. Wij hopen dat u een goede indruk hebt gekregen van Babba kinderopvang. Wij willen u van harte uitnodigen om een keer te komen kijken dan kunt u ervaren hoe het in de praktijk werkt.
1
Pedagogisch beleidsplan versie augustus 2015
INHOUD Voorwoord ............................................................................................................................................ 1 1
2
Visie en christelijke identiteit: Het kind centraal .......................................................................... 3 1.1
Liefde ....................................................................................................................................... 3
1.2
(Emotionele) veiligheid ............................................................................................................ 4
1.3
Talenten ................................................................................................................................... 4
1.4
Ruimte en rust ......................................................................................................................... 5
Ontwikkeling van persoonlijke en sociale competenties ............................................................. 6 2.1
Peuteractiviteitenweb .............................................................................................................. 6
2.2
cognitieve ontwikkeling ............................................................................................................ 6
2.3
spraak- en taal ontwikkeling .................................................................................................... 6
2.4
Motorische ontwikkeling .......................................................................................................... 7
2.5
Sociale- emotionele ontwikkeling ............................................................................................ 7
2.6
Vrij spelen ................................................................................................................................ 7
3
Normen en waarden .................................................................................................................... 8
4
Kenmerken van de opvang .......................................................................................................... 9
5
4.1
Groepsgrootten ........................................................................................................................ 9
4.2
Ruimte ..................................................................................................................................... 9
4.3
Dagindeling Kinderdagopvang .............................................................................................. 10
4.4
Dagindeling Buitenschoolse opvang ..................................................................................... 10
Kenmerken van de pedagogische medewerkers ...................................................................... 12 5.1
Diploma’s ............................................................................................................................... 12
5.2
Achterwacht ........................................................................................................................... 12
6
Protocollen ................................................................................................................................. 13
7
Bronnen ..................................................................................................................................... 14
2
Pedagogisch beleidsplan versie augustus 2015
1
VISIE EN CHRISTELIJKE IDENTITEIT: HET KIND CENTRAAL
Babba Kinderopvang wil kinderen opvang bieden waarin de Bijbelse normen en waarden een belangrijke rol spelen en waar kinderen zich veilig en geliefd voelen waardoor ze vrij kunnen spelen, ontmoeten en hun talenten kunnen ontwikkelen. Bij ons staat het kind centraal. We gaan uit van het ritme van het kind, maar we kijken ook naar de talenten van het kind. Talenten die ieder kind bezit en dus de mogelijkheid moet hebben om deze talenten te kunnen ontplooien. Babba Kinderopvang hanteert een viertal pijlers waarin de christelijke visie duidelijk naar voren komt:
1.1
Liefde Veiligheid Talenten Ruimte en rust
LIEFDE Corinthiërs 13: De liefde zal nooit vergaan
Babba wil kinderopvang bieden van hoge kwaliteit waar kinderen zich veilig en geliefd voelen. Wij werken vanuit de liefde van God voor mensen en kinderen. Wij weten onszelf geliefd en vanuit deze liefde kunnen wij uitdelen. Leefregels die wij nastreven zijn:
Wij gaan liefdevol met onszelf, de andere en de omgeving om vanuit de overtuiging dat we allemaal waardevol zijn, omdat wij allemaal door God gemaakt en geliefd zijn.
Wij willen leven in verbondenheid met elkaar en onze omgeving. Wij zijn niet op onszelf gericht maar willen wat betekenen voor elkaar en onze omgeving.
Wij zijn mild naar onszelf en de ander, we veroordelen elkaar niet, maar willen het beste in de ander zien. Eventuele conflicten lossen we op, we willen graag in vrede leven met elkaar.
We willen graag ontdekken welke talenten wij van God hebben gekregen. Wij willen ons hierin graag laten verassen en ons hierover verwonderen. Wij stimuleren elkaar in onze talenten en vullen elkaar graag aan.
3
Pedagogisch beleidsplan versie augustus 2015
1.2
(EMOTIONELE) VEILIGHEID Psalm 91: Hij zal je beschermen met zijn vleugels
Voor een kind is het heel belangrijk om veilig gehecht te zijn aan de ouders. Uit diverse onderzoeken (Wijnroks, Janssen, Epskamp, Kloosterman, Mispelblom Beyer, Post, en Storsbergen 2006; Bolby J. 1988) is gebleken dat het kinderen voordelen biedt als ze een netwerk hebben van veilige gehechtheidrelaties. Wij willen dat u kind zich veilig voelt bij ons. Om veiligheid/vertrouwen te verkrijgen werken wij met vaste medewerksters op de groepen. Wij werken met een vaste dagindeling om kinderen houvast te geven. In de vaste indeling, is ook tijd ingeruimd voor vrij spel. Structuur is belangrijk, maar ruimte en vrijheid ook. Ieder kind heeft een mand met zijn/haar eigen naam, met daarin spullen van zichzelf, zodat uw kind ook een stukje ‘eigen’ heeft. Delen is belangrijk, maar het is ook belangrijk dat een aantal dingen alleen van het kind zijn en van niemand anders, dit geeft veiligheid. Voor elk kind op de kinderopvang van 0 - 4 jaar wordt een schrift bijgehouden, waarin elke dag wordt gezet hoe het is gegaan. Deze kunnen ouders dagelijks inzien. Om de veiligheid van uw kind te kunnen waarborgen hebben we diverse protocollen. Hiervoor verwijzen we u graag naar hoofdstuk 6 Protocollen.
1.3
TALENTEN Mattheus 25: Aan de één gaf hij vijf talent, aan een ander twee, en aan nog een ander één, ieder naar wat hij aankon
Als een kind zich veilig voelt kan hij/zij de ruimte in nemen om zichzelf te zijn en zijn/haar talenten te gaan ontdekken. In onze dagindeling is ruimte voor vrij spel. Er worden diverse mogelijkheden aangeboden. Kinderen kunnen kiezen uit verschillend speelgoed en verschillende speelhoeken en verschillende activiteiten. Ze mogen daarin hun eigen voorkeur kiezen. Elk kind heeft talenten en een kind is van nature geneigd om datgene te doen waar het goed in is. Wij willen dit stimuleren. Als een kind mag doen waar het goed in is, bevestigd dit dat het mag zijn wie het is, dit is goed voor het zelfvertrouwen.
4
Pedagogisch beleidsplan versie augustus 2015
1.4
RUIMTE EN RUST Marcus 6: Hij zei tegen hen: “ga nu mee naar een eenzame plaats om alleen te zijn en een tijdje uit te rusten”.
Naast contact en verbondenheid met anderen hebben kinderen ook rust en ruimte nodig om tot zichzelf te kunnen komen. Wij bouwen rustmomenten in zodat een kind tot zichzelf kan komen en indrukken kan verwerken. Er zijn veilige, comfortabele hoekjes gemaakt waar kinderen zich op een veilige manier terug kunnen trekken. De slaapplekken van de kinderopvang zijn huiselijk, maar prikkelarm zodat alle zintuigen tot rust kunnen komen. De groepsgrootte van een kinderdagverblijf mag wettelijk maximaal 16 zijn in de leeftijdscategorie 0 – 4 jaar. Wij kiezen voor groepen niet groter dan 12 kinderen zodat het rustig is en kinderen voldoende aandacht krijgen. Onder kopje 4.2 Ruimte wordt verder ingegaan op de (persoonlijke) ruimte die Babba Kinderopvang te bieden heeft aan kinderen.
5
Pedagogisch beleidsplan versie augustus 2015
2
ONTWIKKELING VAN PERSOONLIJKE EN SOCIALE COMPETENTIES
Wij geloven dat elk kind talenten heeft, hoe jong ze ook zijn. Wij gaan werken met thema’s en bieden bij de thema’s verschillende activiteiten aan om de talenten van de kinderen te stimuleren. Hierbij maken wij gebruik van de website: www.peuteractiviteitenweb.com.
2.1
PEUTERACTIVITEITENWEB
“Peuteractiviteitenweb is een veelzijdig, educatief concept in de kinderopvangbranche. De onderwerpen van een thema sluiten aan op de belevingswereld van een kind van 2 tot 4 jaar. Alle activiteiten die in een thema staan sluiten aan op het onderwerp/titel en de belevingswereld van het kind. Zo biedt het de mogelijkheid om de kinderen spelenderwijs te stimuleren in het ontwikkelen van hun talenten. De thema’s bieden een breed, gevarieerd, uitdagend en stimulerend activiteitenaanbod, want ieder kind is uniek. Op deze manier biedt het de kinderen ontwikkelingskansen.”(bron: peuteractiviteitenweb.com) De thema's van peuteractiviteitenweb geven ons handvatten om de kinderen te laten spelen op verschillende ontwikkelingsgebieden (totaalontwikkeling) namelijk: de sociale-, emotionele-, motorische- en cognitieve vaardigheden van een kind. Het is een breed, gevarieerd, uitdagend en stimulerend activiteiten aanbod, want ieder kind is uniek. De volgende ontwikkelingsgebieden komen aan bod in de thema's:
2.2
COGNITIEVE ONTWIKKELI NG
De cognitieve ontwikkeling (verstandelijke ontwikkeling) omvat alles op het gebied van geheugen en leren, zoals: denken, verbanden leggen, logisch redeneren, waarnemen, geheugen en taalbegrip: het begrijpen van de taal
Bijvoorbeeld: puzzelen, denkspelletjes zoals memorie en doolhoven en sorteerwerkjes. Ook de knutselwerkjes, sport- en spelactiviteiten en woordkaarten zijn gebaseerd op deze ontwikkeling.
2.3
SPRAAK- EN TAAL ONTWIKKELING
De taalontwikkeling en de cognitieve ontwikkeling zijn nauw met elkaar verweven. Taal is een middel om gedachten en gevoelens onder woorden te brengen, waardoor kinderen de blik op de wereld kunnen vergroten. Doordat het kind taal gaat hanteren, krijgt het meer besef van verschijnselen en gebeurtenissen om hem heen. Het kind leert de wereld van gedachten, voorstellingen en begrippen te ordenen en te uiten. Het kind leert dat alles in woorden kan worden gezegd en dat het door middel van taal met anderen, kan communiceren Bijvoorbeeld: Samen lezen, voorlezen, ook leren de kinderen taal door te praten, in interactie met elkaar en met volwassenen. De volwassenen stelt open vragen waardoor het kind wordt uitgedaagd tot spreken.
6
Pedagogisch beleidsplan versie augustus 2015
2.4
MOTORISCHE ONTWIKKELING
Onder motoriek verstaan we het bewegen van de mens. We maken onderscheid tussen de grove en fijne motoriek: •grove motoriek Het kind voert grofmotorische taken uit waarbij veelal de ledematen zijn betrokken. Bijvoorbeeld: aankleden, fietsen, gooien, klimmen en rennen. •fijne motoriek: De fijne motoriek zijn kleinere bewegingen die de hand-oog-coördinatie stimuleert. Bijvoorbeeld: prikken, knippen, puzzelen, tekenen, koken en verven. Op de site van www.peuteractiviteitenweb.nl worden motorische en zintuigelijke ontwikkeling gestimuleerd door o.a. sport- en spelactiviteiten, zang- en dansactiviteiten, knutselactiviteiten en het kleuren van kleurplaten.
2.5
SOCIALE- EMOTIONELE ONTWIKKELING
De sociale en emotionele ontwikkeling heeft betrekking op de ontwikkeling van het omgaan met andere en het omgaan met eigen emoties. Zo kan het kind contacten leggen en relaties onderhouden. De sociale vaardigheden worden gestimuleerd door bijvoorbeeld: rollenspellen, delen, rekening houden met anderen, houden aan regels, op hun beurt te wachten, samen spelen en nog veel meer.
2.6
VRIJ SPELEN
Wij vinden het ook erg belangrijk dat er voldoende gelegenheid is voor de kinderen om vrij te spelen, of activiteiten te doen die even helemaal niets met een thema te maken hebben.
7
Pedagogisch beleidsplan versie augustus 2015
3
NORMEN EN WAARDEN
Wij geloven dat elk kind uniek is. Wonderbaarlijk gemaakt door een Schepper/Liefdevolle vader. Kostbaar, waardevol, gewenst en oneindig geliefd. Wij hebben oog voor de uniekheid van uw kind. Ieder kind, kan en mag zichzelf zijn en krijgt de ruimte voor eigen ideeën en talenten. We kiezen voor de positieve benadering, we gaan uit van wat het kind kan. Ook als het even niet wil lukken of anders gaat dan het kind gewend is blijven wij bij de positieve benadering. Het geven van complimenten en het benadrukken van iemand zijn sterke kanten zijn hier voorbeelden van. De pedagogische medewerkers van Babba Kinderopvang zijn op de hoogte van de leefregels (zie kopje 1.1 Liefde) en geven daarin het goede voorbeeld. Voor een kind zijn de ouders/verzorgers/opvoeders de belangrijkste personen. Wij respecteren de positie van ouders. De mening van ouders vinden wij heel belangrijk; de ouder kent zijn/haar kind het beste. Tijdens het intakegesprek nemen we uitgebreid de tijd om goed naar de ouders te luisteren. Wij evalueren elk jaar met de ouders. Als er tussendoor vragen of opmerkingen zijn dan nemen wij daar de tijd voor. Tevens hebben wij een oudercommissie.
God sluit niemand buiten, wij ook niet. Ieder kind is van harte welkom!
8
Pedagogisch beleidsplan versie augustus 2015
4
KENMERKEN VAN DE OPVANG
4.1
GROEPSGROOTTEN
Wij vinden het belangrijk dat de kinderen opgevangen worden in een rustige omgeving. Wij werken daarom op het kinderdagopvang met groepen die niet groter zijn dan 12 kinderen. De maximale toegestane groepsgrootte voor kinderdagopvang is 16 kinderen, maar wij kiezen, in het belang van de kinderen, er voor om de groep niet groter te maken dan 12 kinderen. In totaal is er ruimte voor twee groepen van maximaal 12 kinderen per groep. De BSO werkt met groepen van gemiddeld maximaal 15 kinderen per groep. Deze kinderen zijn ouder dan de kinderen van de kinderdagopvang en zijn vanuit school gewend om te functioneren in een grotere groep. In totaal is er plaats voor drie groepen.
4.2
RUIMTE
Voor kinderdagopvang zijn er twee ruimtes beschikbaar. Een van 86 m2 en een van 93 m2. Er is een buitenruimte van 72 m2. Dit betekent respectievelijk 7 m2, 8 m2 en 6 m2 per kind. De wettelijke norm is 3,5 m2 per kind. Voor de BSO zijn er drie ruimtes beschikbaar. Een van 93 m2, een van 45 m2 en een van 53 m2. Er is een buitenruimte van 760 m2. Bij de BSO krijgt elk kind zijn eigen vaste groep. Vanuit de groepen wordt gebruik gemaakt van de verschillende ruimtes voor de verschillende activiteiten. Om de m2 norm per kind te berekenen worden alle m2 bij elkaar opgeteld en gedeeld door het aantal kinderen. Totaal 191 m2 : 45 kinderen = 4,2 m2 Het welbekende onderzoek van Hall (1966) geeft aan dat mensen zich ongemakkelijk voelen wanneer vreemden of onbekenden hun persoonlijke ruimte binnenkomen (afstanden van minder dan 3 meter). Om kinderen zich veilig te laten voelen is het van belang dat ze voldoende persoonlijke ruimte hebben. Er is gebleken dat angstige kinderen of kinderen met een autisme spectrum stoornis behoefte hebben aan meer persoonlijke ruimte dan gemiddelde kinderen (Williams, 2011). Omdat elk kind uniek is, willen we dat iedereen zich bij ons veilig kan voelen. Er is een aangrenzende buitenspeelruimte aanwezig voor de BSO van in totaal 760 m2. De wettelijke norm is 3 m2 buitenspeelruimte per kind. Ook hier laat Babba kinderopvang zien dat elk kind voldoende persoonlijke ruimte krijgt, namelijk 15 m2 per kind. Door de aanwezige speeltoestellen en veel groen hebben de kinderen de mogelijkheid om zich ook op motorisch vlak goed te kunnen ontwikkelen. De tuin van het kinderdagverblijf is veilig afgebakend van de tuin van de BSO, zodat de kleintjes veilig kunnen spelen niet overprikkeld worden en niet onder de voet gelopen worden door de grotere kinderen. Daarnaast is er met de inrichting rekening mee gehouden dat de kinderen niet overprikkeld raken. Zo hebben de muren rustige kleuren, is er geen overdaad aan accessoires en oogt het huiselijk.
9
Pedagogisch beleidsplan versie augustus 2015
4.3
DAGINDELING KINDERDAGOPVANG
De dagindeling is een globale indeling. Wij vinden het belangrijk dat we zoveel mogelijk het ritme van thuis overnemen. Wij zullen tijdens de intake met ouders kijken naar het beste schema voor zijn/haar kind(eren). Zeker voor baby’s is het erg belangrijk dat het ritme van thuis, bij Babba door gaat. Dit geeft een veilig en vertrouwd gevoel. Het kan dus heel goed zijn dat deze dagindeling er voor uw kind iets anders uit gaat zien. Een dag op de kinderopvang ziet er ongeveer zo uit: Tijd
Activiteit
07.30-09.00 uur
Kinderen worden door hun ouders gebracht en mogen vrij spelen
09.30 uur
aan tafel voor fruit en drinken
10.00 uur
verschonen en kinderen op bed brengen
10.30 uur
activiteit of buiten spelen
11.15 uur
kinderen uit bed halen en aankleden
11.30 uur
aan tafel om brood te eten
12.15 uur
verschonen en kinderen op bed brengen
14.00 uur
aan tafel voor een koekje en drinken
14.15 uur
activiteit of vrij spelen
15.00 uur
kinderen uit bed halen en aankleden
15.30 uur
aan tafel voor drinken en een cracker
16.00 uur
verschonen vrij spelen/buiten spelen
16.30-18.00 uur
kinderen worden opgehaald en kinderopvang sluit
4.4
DAGINDELING BUITENSCHOOLSE OPVANG
Wij geloven dat elk kind talenten heeft. Kinderen kiezen van nature graag datgene waar ze goed in zijn. Wij willen dit graag stimuleren, omdat dit kinderen zelfvertrouwen geeft. Wij vinden het ook belangrijk dat kinderen een vaste groep, met vaste leidsters hebben. Alle kinderen krijgen bij ons hun vaste stamgroep, op deze groep kunnen ze kiezen uit het volgende:
Knutselen
Samen een spel doen
Verkleden en opmaken
Spelen met lego (friends)
Spelen in de poppenhoek
Boek lezen
Spelen met playmobile
Spelen in de autohoek
Airhockey
10
Pedagogisch beleidsplan versie augustus 2015 Wij laten de kinderen zelf kiezen wat ze graag willen doen, omdat wij het belangrijk vinden dat kinderen positief gestimuleerd worden in het aangeven van hun behoeftes. Wij bieden diverse activiteiten aan, aan de hand van verschillende thema’s. Kinderen mogen zelf beslissen of ze mee willen doen met de activiteit. We zullen dit wel stimuleren, maar niet verplichten. Als een kind aangeeft behoefte aan rust te hebben, dan willen wij hier gehoor aan geven. Wij hebben een hoekje waar kinderen rustig kunnen zitten. Kinderen die buiten willen spelen, kunnen dit naar hartenlust doen in onze prachtige en vooral groene tuin. Er is ruimte om te voetballen, te spelen in de zandbak, te klimmen en te klauteren, rustig te zitten of een gezellig spel basketbal te spelen met elkaar. Ook is er genoeg ruimte om te kunnen fietsen, steppen of te stoep krijten. In onze keuken kunnen de kinderen koken en bakken. Bij deze verschillende activiteiten zal altijd een vaste leidster de kinderen begeleiden en bij ze blijven. Dit geeft de kinderen een veilig, geliefd en vertrouwd gevoel. Een middag op de BSO zal er ongeveer zo uit zien: Tijd
Activiteit
14.30-14.45 uur
kinderen ophalen van school (afhankelijk van de schooltijden)
15.00 uur
kinderen kunnen vrij spelen
15.15-15.30 uur
aan tafel voor drinken en cracker
15.45-16.00 uur
kiezen van activiteit of vrij spelen op de stamgroep
16.45 uur
kinderen krijgen drinken en fruit (medewerker gaat rond met een schaal fruit)
17.15-17.30 uur
alle kinderen zijn weer terug op hun stamgroep en kunnen daar vrij spelen
18.00 uur
BSO sluit (wij bieden verlengde opvang aan tot 18.30u, zie tarieven op de site)
11
Pedagogisch beleidsplan versie augustus 2015
5
KENMERKEN VAN DE PEDAGOGISCHE MEDEWERKERS
We vinden het belangrijk dat onze pedagogisch medewerkers onderling eerlijk en respectvol met elkaar omgaan en dat er een open sfeer is. We verwachten daarnaast dat de pedagogische medewerkers onze leefregels onderschrijven en dit kunnen uitdragen naar de kinderen.
5.1
DIPLOMA’S
Onze pedagogische medewerkers beschikken over passende diploma’s, waarbij wordt voldaan aan de getoetste wettelijke voorwaarden. Alle medewerkers hebben op moment van indiensttreding een verklaring omtrent gedrag (VOG) ingeleverd die niet ouder is dan 1 maand. Al onze medewerkers zijn in bezit van een kinder EHBO-diploma. Chronische zieke kinderen of kinderen met een handicap (visueel/auditief/sensomotorisch/fysiek/verstandelijk) zijn in principe welkom, als er voldoende facilitaire mogelijkheden zijn om in hun behoeften te voorzien. In overleg met ouders wordt er gekeken of er voldoende mogelijkheden zijn om het kind professioneel op te kunnen vangen en te begeleiden.
5.2
ACHTERW ACHT
Voor de kinderopvang geldt dat op een groep van 12 kinderen twee medewerkers werkzaam zijn. Voor de BSO zullen dat twee medewerkers zijn op een groep van 20 kinderen. Indien er slechts 1 pedagogisch medewerker aanwezig is en de PKR (pedagogisch medewerker/kindratio) wordt niet overschreden dan is de achterwachtregeling van toepassing. Deze regeling houdt in dat in geval van calamiteiten er een achterwacht beschikbaar dient te zijn die binnen 15 minuten aanwezig kan zijn. Wij hebben een rooster waarop staat wie achterwacht dienst heeft. Deze persoon kan in geval van calamiteit gebeld worden.
12
Pedagogisch beleidsplan versie augustus 2015
6
PROTOCOLLEN
Om veiligheid op diverse gebieden te waarborgen hanteren wij diverse protocollen. Om het beleidsplan leesbaar te houden hebben we ervoor gekozen om ze niet als bijlagen toe te voegen, maar de protocollen kort te benoemen. Op aanvraag kunt u onze protocollen inzien.
Wennen Voor het kind en de ouder is de eerste kennismaking en vervolgens het wennen belangrijk.
Voedselveiligheid
Hygiëne Kinderen zijn gevoeliger dan volwassenen, ze worden makkelijker ziek, daarom is goede voedselveiligheid en hygiëne belangrijk.
Ziek kind en medicijnen Een ziek kind is extra kwetsbaar, wij willen hier goed mee omgaan en goede afspraken met ouders hierover maken.
Protocol vermoeden kindermishandeling Wij hanteren het protocol dat voorgeschreven is door de overheid om goed om te gaan met vermoeden van kindermishandeling. Sinds 1 juli 2013 zijn organisaties en zelfstandige beroepsbeoefenaren op grond van de Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling verplicht om een meldcode te hanteren. Dit heeft tot doel beroepskrachten te ondersteunen in de omgang met signalen van kindermishandeling.
4-ogen beleid Bij het vier-ogen-principe staat transparantie centraal. Op onze locatie letten wij erop dat er makkelijk meegekeken kan worden op de groep om zo een open en toegankelijke sfeer te creëren. Deze open en transparante sfeer uit zich in contactmomenten met ouders, de aanspreekcultuur tussen onze pedagogische medewerkers, maar ook in de inrichting waarbij er voldoende niet-afgeplakte ramen zijn.
13
Pedagogisch beleidsplan versie augustus 2015
7
BRONNEN
Bowlby, J. (1988). A secure base. Clinical applications of attachment theory. London: Tavistock/Routledge Hall, Edward T. (1966). The Hidden Dimension Wijnroks, Janssen, Epskamp, Kloosterman, Mispelblom Beyer, Post, en Storsbergen. (2006). Onveilig gehecht of een hechtingsstoornis, Utrecht: Uitgeverij Lemma BV Williams, T. (2011). Autism Spectrum Disorders, from genes to environment. Intech Open Science http://www.rug.nl/science-and-society/centre-for-informationtechnology/research/hpcv/publications/scientific_publications/mag_het_licht_uit.pdf www.peuteractiviteitenweb.com http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/rapporten/2011/02/02/basismodel-meldcodehuiselijk-geweld-en-kindermishandeling.html
14